SARAH
Misschien was het wel het hoogtepunt van mijn vakantie; het moment dat de autodeuren opengingen van de familie, in wiens huisje ik logeerde, en kleine Sarah van drie jaar oud vrijwel direct haar wittige armpjes opende en me omhelsde. Direct, spontaan, vrij en echt.
In a split second was er een klik van geest tot geest en kleine Sarah met down syndroom heeft geen kleine Geest, kan ik je vertellen.
Ik noemde haar gelijk schatje en de volgende dag ging ze blij mee, achterin de auto, om mij weg te brengen naar het station.
Toen ik bij het afscheid het portier opende om haar een handje te geven, opende ze direct weer haar armpjes wijd en gaf me een nat kusje.
Niet veel mensen hebben mij ooit zo totaal ontvangen als kleine Sarah. Ik voelde me direct gezien, erkend en geliefd.
IK MOET EVEN ZITTEN
Een aantal weken na mijn operatie, eigenlijk nog maar kort geleden, was mijn conditie niet heel goed. Ik ging het er wel op wagen om het wandelgroepje te begeleiden, maar ik gaf al aan dat het langzaam zou gaan en niet te ver.
Dit keer gingen er maar twee dames mee. We liepen in langzaam tempo richting het bos. Toen we bij de afslag van het stilte pad richting bos kwamen, moest ik echt even gaan zitten. De wat jongere dames vonden het prima om op het gras te zitten.
We zaten een poosje te genieten van de schaduw en de rust en toen ik voor wou stellen weer verder te lopen, wou één dame blijven zitten.
Verrast vroeg ik voorzichtig wat of er was. Zij die altijd vrij gesloten is, begon na enige aarzeling haar verhaal te vertellen over knelpunten in haar relatie. De andere wandeldame en ik gingen meelevend op haar verhaal in. Wat tijdens een gewone wandeling niet gauw gebeurt, gebeurde nu, doordat ik moe en kwetsbaar was. Ik denk maar zo dat mijn zwakheid ruimte gaf aan haar om ook met kwetsbaarheid voor de dag te komen.
MYOU
Het is nog best vroeg in de avond als ik besluit al naar bed te gaan. Ik heb poes Myou al lang brokjes gegeven en ga mijn pyjama aan doen.
Als ik in bed lig hoor ik haar luidkeels mauwen. Ze mauwt alsof er echt wat aan de hand is. Ik ga toch maar even kijken. Ze zit op de overloop en ik loop met haar mee de trap af. Dan komen we bij haar etensbakje en kijkt ze me vragend aan.. Ineens begrijp ik het. Ze wil dat ik het persoonlijk aan haar geef, met aandacht! Ik kniel bij haar neer en schud het stenen bakje met verse brokjes heen en weer. Tegelijk aai ik haar en zeg lieve dingen. Nu is het goed en gaat ze lekker eten. Haar poezenhartje vertedert me. Het maakt ons samenzijn ineens intiem.
|