Vandaag was ik te gast in een kerk een dorp verderop. Het kán weer! Ik zag er best wat oude bekenden. Na de dienst raakte ik aan de klets met de man van een vroegere vriendin en ze nodigden me uit om bij hun thuis te lunchen.
We hadden al stevige gesprekken gevoerd in de kerk, over het hoe van kerk zijn in deze tijd, over corona en de maatregelen.
Het lijkt wel een leven lang geleden dat ik met mijn vroegere vriendin in de aanbiddingsgroep zat. Wat we toen gedeeld hebben was zo kostbaar dat er een warme band overblijft voor altijd. We konden zo makkelijk weer connecten, ons verbinden in het aanvoelen van geestelijke zaken.
Ik eet zelden echt in een gezin mee en vond haar huis hartverwarmend. Niet super opgeruimd maar gezellig rommelig met de ontbijttafel nog gedekt waar we weer opnieuw bij aanschoven met schone borden. Een flinke boekenkast maakte dat ik me direct minder schuldig voelde over mijn aardige collectie; boeken zijn heerlijk.
De twee tieners trokken zich van hun telefoon af en schoven erbij. Dat blijkt een enorme zuigkracht te zijn; de telefoons. We kletsten over wat ditjes en datjes, de tuin, het huis, totdat haar man ineens hamster Dotje voor me neer zette. Hij vroeg wel eerst of ik het wou. Ik zag al gauw dat het geen rat was en was eigenlijk compleet verrast met ineens een hamster op tafel. Hij was zoo schattig. Man Bernard aaide Dotje en vertelde hoe schattig ze was. Ik vond haar ook heel erg schattig. Hele kleine oogjes en leuke pootjes en een heel zacht lijfje. Het was genoeglijk om haar beet te houden of te aaien. Ze mocht gewoon op mijn bord lopen en wat kleine restjes sla oppeuzelen.
Bernard pakte een hazelnoot en het hele gezin werd enthousiast. Er was er al een barst in gemaakt en met glanzende ogen zag ik mijn vriendin al verwachtingsvol lachen. Direct stortte Dotje zich op de hazelnoot. Zo grappig. Als je de noot wilde afpakken bleef ze hem vasthouden en dook knabbelend weg.
We hebben elkaar zomaar onverwachts ontmoet vandaag, na zoveel jaren. Bernard die over zijn werk vertelde en wij over onze fysieke ongemakken, over profetie en de tekenen der tijden. Maar toen Dotje op de tafel kwam vond ik het het meest knus en was het alsof de hele moeilijke wereld zich ontspande in een glimlach.
|