Ze is jarig. Mijn kunstige vriendin uit Amsterdam. Ik heb het gevoel dat ik erheen mag gaan,ondanks weinig poen en heel weinig slaap. Verbazend genoeg heb ik nog een heel bijzondere ontmoeting in de trein met een jongeman die heel eenvoudig, zelf, gelovig is, het liefst vriesweer heeft omdat hij het dan pas warm krijgt, en die onderzoek heeft gedaan naar olifanten, als geoloog. Ik bid voor zijn hart, want daar heeft hij last van. De reis gaat zeer voorspoedig en in een uur en tien minuten sta ik voor haar deur. Ik zag van de verte al een mede verjaardagsbezoekster aankomen met allerlei tassen en een kist achterop waar een prachtige taart in zat. Echt Amsterdam. Kleurrijke mensen met van alles meegesjouwd op karrige fietsen. De woonkamer van de jarige is één en al warmte, sfeer, kunst en gezelligheid. Ze heeft een berkenbos op de muur geschilderd. Het is zó mooi! Wat een mooi geheel!. De ijsblauwige bank met oranje en blauwe kussens en zelfgebreide deken. De warme houten kast waarvan d ekleur terugkomt in de wandschildering. Haar beelden, zelf gemaakt, her en der in de kamer. De tafel met allerlei lekkers. Ik krijg er geen genoeg van. Een bos oranje tulpen met draadjes minieme kerstlampjes erdoor. Zelf geverfde meubels op een originele manier. De jarige heeft een eigen gemaakte jurk aan met een geweldige ketting. Past helemaal bij haar. Één voor één komen de vriendinnen binnen. Wat ouder, wat jonger. Elke persoon brengt een nieuwe golf met zich mee aan creatieve vrouwelijke schoonheid. Mooie haren, leuke blouses, kunstige sieraden, zelfgemaakte kleren. Hoe kan het ook anders dan dat er zulke mensen om de jarige heenstaan? Het is één kleurrijk feest. Zelfgemaakte taarten en wat later deegrolletjes met vulsel uit de oven. Kippetjes aan het pruttelen op een bakplaat. Een pan japanse soep op het vuur en bapao broodjes, vers gestoomd. Het hield niet op. Ze glimlacht en zegt:"Een beetje overdone". Na een kruidenthee, stuk gezonde dadelkoekcake, een beetje port, tortillachips en nog veel meer, gaan de leuke vrouwen één voor één vertrekken naar hun bruisende amsterdamlevens. Na mijn rustpauze in haar zalige bed, in de wederom een lust voor het oog zijnde slaapkamer met ook allerlei verrassingen aan prachtige voilegordijnen met roosjes en daaroverheen donkerroze sliertengordijn, stoere rode tafel/bureaublad en zalige overtrek van het dekbed, nestel ik me weer op de kunstige bank en kletsen we samen wat. Poes heeft ze op schoot. Ik zie haar van opzij en hoor haar vertellen van ontmoetingen met vrouwen in het nauw. Vrouwen net als zij, ook single mum. Vrouwen met heftige nare dingen waar zij op een meest genadevolle manier woorden van hoop en waarheid aan aanbiedt. Dit is wat haar hart heeft, vertelt ze. In de veelheid van al haar talenten en gaven die me om de oren spetteren, is dit haar hart. Ze heeft haar eigen ambities neergelegd en iets kostbaarders ontdekt. Het dienen van mensen in nood. Voor ze op de bres staan in gebed en ze dienen met haar al ingesleten kennis en levenservaringen. Het treft me enorm. Ik vind dat een wonderlijk iets. Dat je eenvoudige zinnen zegt, aan mensen in nood. Medemensen in de stormen van het leven. Eenvoudige woorden, maar met zo enorm veel bagage eronder van zelf doorstaan lijden, processen en dagelijkse bekeringen, keuzes en kennis. Een diamant, deze gewone Anneke in haar zelfgemaakte jurk, in haar kleine huisje in oud zuid.. Mij vergezellend naar de trein vertelt ze lachend van haar vreugde in het uitdelen. Liefde uitdelen is schandalig, zegt ze. Je krijgt er schandalig veel voor terug. Is dat geen diamant die flonkert op een namiddagse vriezende januaridag? Ik duizel nog na van alle kleuren.