Ik kwam aangezwierd, om half twee, in mijn lange wijde rok. Hemd en shirt erop, haar in een clipje. "Fijn", bij de cliénten zijn; snoezelen. Het was mooi weer en bijna de hele groep zat al geparkeerd in de zon. "Ga maar in de zon zitten, Olga", zei Janneke. "Nou graag". Heerlijk om te 'zijn' met andere 'zijners'. Richard, de stagiare, showt me de belevingstuin waar gongs en plastic ballen de boel geluid en kleur, beweging geven. Borrelend water en geurende plantjes. Ik laaf me aan het 'zijn'. Het feit dat niemand van de cliënten praat vind ik prettig. Het focust je contact op voelen, kijken en horen. Als ik ze aankijk en hun naam zeg, klaren ze op en geven een lach. We hebben pret met jassen aandoen. Hun dubbelgeklapte armen slippen niet zomaar in een mouw, dat gaat met stukjes en beetjes en grappig gewurm. Ze lachen er zelf om. En dan is het zo lekker gelijkwaardig, het contact wat je hebt met hun geest, hun -zijn-, en hoe we samen met hun lijf omgaan, in tedere zorg maar ook met leuke humor. Ik vind dat fantastisch. Even later rijd ik Evelien over de stoep en door de tunnel bij het spoor. Ik hol een beetje en ze hobbelt in haar stoel. We lachen om de vaart, ik zing een liedje en húps, duw de stoel weer omhoog. Het contact is zo licht, zo vanzelf. En vandaag is er zon, warmte, open gekomen bomen. Met Madelief rijd ik wat door de belevingstuin. Bij de bamboegong opent ze een oog en volgt de beweging. Heel subtiel. Een poosje boeit het haar en dan is ze moe. Het is het samen zijn in hun beleving van bewegend hout of een plastic bal met kleuren. Het voelen van de hobbels in de vaart, geluid van voorbijgaande auto's. Het geparkeerd staan in de zon en wachten op een sipje koffie uit een spuit en de zoveelste vriendelijke naar je toegebogen lach. Vrolijke woorden, lachend gesprek. Te groot stuk banaan in de mond gestoken waar Saria moedig in rondhapt wat er heel komisch uit ziet totdat ze er zelf gewoon wat uitgooit. En dan, tot slot, vleit ze zich als een kleine baby tegen mijn warme zwarte shirt aan en sabbelt zowaar. Ze knuffelt zich tegen me aan, drukt haar lippen op mijn wang en zoekt zó naar koestering. Ik denk ook dat ze zich even niet zo lekker voelde. Alle drie zijn we ontroerd en voelen met haar mee. Ontroerd door haar openlijk zich geven aan mij, en ik, ik laat haar toe en troost haar wat. Streel haar zachtjes, geef een kus. Warme middag in de zon. Zoveel licht en tederheid. Marianne schommelt lekker lang in de speciale schommel waar je als een kuip in zit. Charlie heeft last van zijn buik. Klaas staat in de kamer voor weer wat rust. Alles komt zo nauw, ieders hart is zo mooi en zacht. Zachte middag, versierd met kleine zachte pret en lach..Gelaafd aan de rust, onderlinge liefde, overgave in vertrouwen, wandel ik de zon weer in.
P.s Ik heb de namen van de cliënten veranderd voor hun privacy.
|