 |
|
 |
If the future isn't bright, at least it will be colourful |
|
 |
27-05-2006 |
Hak |
Vandaag mocht ik nog eens naar een huwelijksreceptie. Altijd leuk als je er oude kennissen terugziet. Deze keer was het te doen in de Abdij van Vorst. In het jaar des Heren elfhonderd en vijf kreeg de Afligemse abt een kerk cadeau van een bisschop (gekke tijden die Middeleeuwen) en daaruit is dan een kloostergemeenschap gegroeid voor adellijke en rijke nonnen. En daaruit dan die abdij. Die bisschop was blijkbaar een pientere jongen want de abdij ligt vlak naast het stationnetje van Vorst-Oost. Een makkie dus voor mij om er te geraken.
Alleen nog, wat zou ik aantrekken ? Het was een huwelijksreceptie, dat wel, maar in Brussel. Wat zijn daar de geplogendheden ? In West-Vlaanderen is dat in driedelig pak, in de Kempen volstaat een proper T-shirt, maar in Brussel, daar wist ik het niet. Ik ging dan maar voor casual chic. Is altijd goed. Bruine schoenen, bruine broek, maar dan toch een hemelsblauw hemd met donkerblauw gestreepte das. Ja, dat was goed zo, ik zag er uit als om door een ringetje te halen (Wat wel de goede uitdrukking is bij een huwelijksfeest).
Tussen twee regenbuien in sprintte ik naar het station en voorspoedig bolde ik richting Vorst. In Brussel-Zuid overstappen en daar -je weet maar nooit- de iPod verbergen in de jaszak tot ik weer op de trein zat, richting Nijvel. Vijf minuutjes voor tijd, tjoek ik het stationnetje binnen en ik stap de trein af. Struikel ik daar wel niet met mijn schoen over het trapje zeker. Krak, hak d'r af. Zucht, ik weer. De hak was er niet helemaal af, ze bengelde nog met één stukje leder aan de rest van mijn schoen. Bij iedere stap was het van flapperdeflap (precies een espadril in tweede versnelling). Zo ging dat dus echt niet. Ik probeerde die hak nog los te trekken maar ook dat lukte niet (stevig leder blijkbaar). Dan maar een plaatselijke neringdoender binnengestapt met de vraag of hij me kon losknippen van die klaphak. De gezette krantenman ging even naar achter en kwam toen gniffelend terug met een kniptangetje. Knip, hak definitief eraf. Dankuwel merci (altijd met twee woorden spreken in Brussel).
Met een verschil van drie centimeter tussen links en rechts waggelde ik de receptie binnen. Mijn broek een beetje naar beneden getrokken om niet op te vallen. Ik denk niet dat iemand het gemerkt heeft. Alleen lachte Steven naar mij toen we de receptie verlieten : zo waggelen, je mag zoveel niet drinken. Gelukkig was het niet ver naar het stationnetje en anderhalf uur later zat ik al weer thuis, mijn scheenbeen te masseren. Blijkbaar moet ik daar door het scheef lopen toch twee spieren, op zij van mijn rechterscheenbeen verrokken hebben. (En ik wist niet eens dat ik daar spieren had !).
Welja dus, ook dit derde millenium vindt Murphy het aangenaam toeven in mijn gezelschap. Wat kun je eraan doen ? Eens groen lachen en nieuwe schoenen kopen...
27-05-2006, 23:25 geschreven door Hill
|
|
|
 |
26-05-2006 |
Optische illusie |
Het is vrijdag, het is vakantie, het regent...
Om de lezers van Da Moose de dag toch nog aangenaam te laten doorbrengen, ter bezighouding deze optische illusie.
Je klikt op het prentje en daarna kijk je heel geconcentreerd gedurende een twintigtal seconden in de groene vlekken. Als je geconcentreerd blijft kijken, zul je na een tijdje een giraf kunnen ontwaren in de groene vlekken. Raar maar waar.
26-05-2006, 14:48 geschreven door Hill
|
|
|
 |
|
Onwillige harddisks |
Wegens onvoorziene omstandigheden te wijten aan een onwillige harddisk, uren gesukkel met daaruit volgende grote honger, die op zijn beurt (Pizza Napolitano) zorgde voor immense dorst, ten huize Moose geblust met misdadig drankgebruik (Absynth lest niet echt de dorst), waardoor de man met de hamer grijnzend van achter de hoek verscheen, is hier gisteren geen tekstje verschenen. Daarom krijgen jullie er vandaag twee. Het eerste ben je nu aan het lezen. Voilà.
26-05-2006, 14:32 geschreven door Hill
|
|
|
 |
24-05-2006 |
Koffietoerisme |
Bij ons op kantoor worden ze al maandenlang geconfronteerd met een prangend probleem : het vraagstuk van het koffietoerisme. Eerlijk gezegd, ze hebben het zelf gezocht, vind ik. Ik leg het even uit.
Ik werk voor een internationaal bedrijf dat voornamelijk actief is in de bank-en verzekeringswereld. De afdeling in Antwerpen herbergt alleen verzekeraars, in het gebouw in de hoofdstad kun je beiden vinden. Verdieping -3 t.e.m. 10 in Brussel is voorbehouden voor de bankmensen, uitgezonderd verdieping 4 waar de verzekeraars vrolijk computeren. Nu worden de verzekerings- en de bankproducten wel onder één label verkocht, maar toch zijn de firma's juridisch twee verschillende entiteiten. Het moet iets te maken hebben met CAOs, fiscale constructies, de hele reutemeteut, weet ik veel. Voel je het al komen ? Beide entiteiten hebben dus ook verschillende regels. De mensen van de bank bvb hoeven niet te badgen als ze aankomen of vertrekken. Wij daarentegen bij de verzekeringen moeten dat wel. Dus staan er alleen puntklokken op de vierde verdieping. Het kan nog dwazer ook hoor : onlangs was er een bank holiday (alle banken zijn dicht, net als jij eens tijd heb om je geldzaken op orde te brengen). Onlangs dus was er een bank holiday. De bank was dicht, de verzekeringen niet. Dus alleen de vierde verdieping in Brussel was open. Alleen op vier was er licht. Alleen de roltrappen van verdieping drie tot vier waren aangesloten. Behoorlijk kafkaïaans denk je ? Shhht shhhht, het kan nóg erger. Tijdens de koffiepauze bvb. Bij de verzekeringen hebben we recht op gratis koffie. Bij de bank kost dat vijftien eurocent per potje drab. De koffie automaten op de vierde verdieping geven dus gratis koffie en voor die op alle andere verdiepingen moet je je proton aanspreken. Het gevolg laat zich raden. Ware volksverhuizingen vinden plaats, van duizenden (wat zeg ik miljoenen !) bankemployees die de oversteek wagen naar verdieping vier om daar gratis koffie te halen. Dit druist natuurlijk lijnrecht in tegen alle conventies en regelgeving. Stel dat de bankafdeling in Groot-Bijgaarden dat te weten komt ! Dat die tegen tien uur allemaal in hun wagen springen en naar Brussel karren om daar over de laatste roddels te kallen bij een gratis kopje koffie. Dit mag niet !
En daarom is er nu een werkgroep 'Koffietoerisme' in het leven geroepen. Om gestructureerd oplossingen te bedenken die het probleem zouden kunnen verhelpen. Onlangs zijn ze voor de derde keer samengekomen en is het probleem op de agenda gezet van het Comité ter Preventie van (weetiknietmeer), en ter Bescherming van de Werksfeer.
Daar kunnen ze bij Dilbert nog een puntje aan zuigen.
24-05-2006, 21:21 geschreven door Hill
|
|
|
 |
23-05-2006 |
Nieuwbakken consultants |
Ze hebben weer een consultantje bij ons binnengegooid. Een nieuwtje, vers van school, ze blinkt zelfs nog een beetje. Ze heet Daisy en is drieëntwintig geloof ik. Het is wel een knappe (in beide betekenissen), maar ze moet nog wat rijpen.
Het leuke aan die nieuwbakken consultants is dat ze er precies allemaal eender uitzien, wat hun achtergrond ook is. Ze hebben een gedegen opleiding achter de rug (TEW'er of handelsingenieur, sommigen licentiaat informatica, zoiets) en daarna zijn ze nog wat bijgekneed door hun uitzendbureau (Deloitte, Price Waterhouse C, ...). Hun hele carrière voor hen, alle mogelijkheden nog open, ik ga het maken ! Met die verwachtingen stappen ze hun eerste klant binnen. Je kunt het zien aan hun blik, en aan hun mond. Een blik met veel vuur, en toch een sprankeltje angst erin, maar vooral met een achterdochtige glans erin. En de mond, net te hard dichtgeknepen. Geen woord teveel lossen. Want dat is hen opgedragen ; laat niet in je kaarten kijken. Je moet presteren en je zàl presteren en die klant waar je nu voor zal werken is het vehikel waardoor jij hogerop zal komen.
Ik zie ze graag binnenkomen. De jongens steevast in kostuum, dat eigenlijk te oud is voor hen, en de meisjes met een lange broek, met daaronder halve laarsjes met een hoge stevige staphak. Allemaal zien ze er eender uit. Vol verwachtingen komen ze dan bij hun eerste klant terecht. En dat blijkt dan de informatica-afdeling van een verzekeringsbedrijf te zijn. Klinkt goed, is dat ook, maar staat zo haaks op wat zij voorgelogen zijn. Ze zijn gekneed tot hyperperformante robots, met de haviksblik van een aaseter, en ze komen terecht in een afdeling vol goeie lobbesen, honingberen. Plichtsgetrouwe harde werkers, maar mensen die het wereldje van binnen en van buiten kennen, die zich niet zo gemakkelijk meer op stang laten jagen. Die je niet nerveus meer krijgt. En dan komen de frisse consultants daar aan : wij gaan hier scoren, het roer volledig omgooien ! Tot ze de eerste weken keer op keer van het kastje naar de muur gestuurd worden om er daar met hun kop keihard tegen te lopen. Niet dat wij dat opzettelijk doen, maar ieder bedrijf heeft zijn tempo en zijn wegen, zijn hiërarchie en zijn officieuze hiërarchie. Maar dat wordt hen niet aangeleerd. Zij denken perfect, maar de wereld is niet perfect en daarom botsen ze de eerste twee-drie maanden overal tegenop.
Na die eerste maanden zijn ze gekneed, is hun indoctrinatie teniet gedaan. De hyena's worden wasbeertjes. Of ze blijven hyena's en worden zo ontgoocheld dat ze zelf vertrekken. Wanneer een consultant aangepast is, gaat hij zich ook anders gedragen. Het eerste wat er vanaf valt, is zijn kledij. Het kostuum wordt een vlotte, weliswaar nog steeds te dure trui, en de lange broek wordt een spannender model, in een lichtere tint. Bij de meisjes wordt de blouze vrolijker. Maar dit is slechts het begin. Helemaal geassimileerd zijn ze pas als de trekken rond hun mond zachter worden, en hun blik glimlacht. Dan pas horen ze hier thuis.
Daisy is hier nu drie weken ongeveer en nu al draagt ze frivole laarsjes en een trui die één schouder bloot laat. Zoals ik al zei, het is een knappe, in beide betekenissen.
23-05-2006, 19:56 geschreven door Hill
|
|
|
 |
22-05-2006 |
Verstoppertje |
Het begon met zweetdruppels op het voorhoofd, met plakkerigheid op het vel. Ik opende het raam en zag de eerste voortekenen. Dreigende wolken, dragende hitte en het nijgen van de bomen. De wind rukte aan de bladeren van de zwiepende takken. Het waaien viel met een slag, windstil. En toen kwam de verlossende regen. Het plensde, eerst dikke luie druppels, daarna slagregens. Geamuseerd keek ik toe, ver uit het raam leunend, het drukkende loste op ; de hitte met de regen, het gemoed met de koele bries. Ik schonk mezelf een glaasje sherry in en zette Paolo Conte op. Diep in de zetel gedoken met een stevig boek in de hand om een gouden avond in te zetten. Ik sloot het raam en deed de gordijnen dicht. Dit is mijn huis.
Toen de raspende bluesjazz naar zijn einde strompelde, legde ik het boek neer en trok de gordijnen opnieuw open. De dreigende film noire had plaatsgemaakt voor een koperen avondzon. De straten liepen vol met nagenieters. Maar in mijn huis speelde de zwartwitfilm voort. Mijn avond was niet de avond van buiten. Mijn wereld was niet die van hen. Ik had mijn eigen avond gecreëerd met verduisterde gordijnen, de zon verborgen. Het was te laat om van stemming te veranderen. Ik kon het niet en ik wilde het niet. Het bleef regenen in mijn huis. Die gedachte deed pijn.
De gordijnen opnieuw dicht. Tom Waits in de CD-speler, Come on up to the House...
Well the moon is broken And the sky is cracked Come on up to the house The only things that you can see Is all that you lack Come on up to the house
All your cryin don't do no good Come on up to the house Come down off the cross We can use the wood Come on up to the house
Come on up to the house Come on up to the house The world is not my home I'm just a passin thru Come on up to the house
There's no light in the tunnel No irons in the fire Come on up to the house And your singin lead soprano In a junkman's choir You gotta come on up to the house
Does life seem nasty, brutish and short Come on up to the house The seas are stormy And you can't find no port Come on up to the house There's nothin in the world
The sherry wordt whisky. Ik besef het gevaar maar ik wil niet en ik kan niet. Come on up to the House...
We speelden ooit verstoppertje In de pauze op het plein We hadden grote dromen Want we waren toen nog klein
De ene werd een voetballer De ander werd een held We geloofden in de toekomst Want de meester had verteld
Jullie kunnen alles worden Als je maar je huiswerk kent Maar je moet geduldig wachten Tot je later groter bent
Is dit nou later Is dit nou later als je groot bent Een diploma vol met leugens Waarop staat dat je volwassen bent Is dit nou later Is dit nou later als je groot bent Ik snap geen donder van het leven Ik weet nog steeds niet wie ik ben Is dit nou later
We spelen nog verstoppertje Maar niet meer op het plein En de meeste zijn geworden Wat ze toen niet wilde zijn
We zijn allemaal volwassen Wie niet weg is gezien En ik zou die hele choas Nu toch helder moeten zien
Maar ik zie geen hand voor ogen En het donker maakt me bang Mamma, mamma... Mag het licht aan op de gang
Is dit nou later Is dit nou later als je groot bent Een diploma vol met leugens Waarop staat dat je de waarheid kent Is dit nou later Is dit nou later als je groot bent Ik snap geen donder van het leven Ik weet nog steeds niet wie ik ben Is dit nou later (Stef Bos)
Waar gaat dit heen ? Mijn God. Nog één glas whisky...
22-05-2006, 21:48 geschreven door Hill
|
|
|
 |
21-05-2006 |
Over gezonde aarde en uitgebrande wrakken |
Vijf jaar lang lag Bruno's oprit er te laag bij, te zompig ook. Om dat te verhelpen heeft hij de laatste vijf jaar lang aarde en steenbrokken aangesleept om zijn oprit toch nog iet of wat rijwaardig te maken. Had je ergens een baksteen te veel, Bruno sloeg hem in stukken en voerde hem op op zijn oprit. Een kruiwagentje aarde over ? Bruno kwam het persoonlijk ophalen. Allemaal om die oprit wat stabieler te krijgen. Na vijf jaar lag het kreng eindelijk waterpas en nu mochten we het boeltje weer afgraven om er chappe te gieten. Op die chappe zouden dan tegeltjes komen zodat zijn kinderen veilig kunnen buiten spelen. Op gravée is dat niet zo vanzelfsprekend.
Voor het welzijn van Bruno's kroost doen wij alles, dus wij stonden zaterdag met drieën bij Bruno. Gekleed in ons meest ruwe werkplunje en voorzien van spades, schoppen, kruiwagens en meetlinten allerhande. Bruno had gezorgd voor een container, een schepkraantje (BobCat) en een bak bier. Wat heeft een mens meer nodig ?
We spuwden in onze handen, Bruno klom op zijn kraantje, wij pakten elk een kruiwagen vast en toen begon het te regenen. Goed te regenen. Niet dat we ons daar veel van aantrokken, regen is maar regen, maar natte aarde wordt wel modder. En een kruiwagen modder weegt drie keer zoveel als een kruiwagen aarde. Het voordeel was dan wel weer dat we konden blijven drinken van ons bierflesje. Je dronk het voor driekwart leeg, je zette het op de tuinbank en een kwartier later was het weer voor driekwart vol. Bruno is er goedkoop van afgekomen. Maar we werkten naarstig verder. Het kraantje schepte en schepte en wij reden de container op en af met onze kruiwagentjes.
Het was vermoeiend maar voor mij zeer leerrijk : sedert zaterdag weet ik nu dat een BobCat geen stuurwiel heeft, maar dat het bediend wordt met behulp van allerlei hendels, stangen, stengels, pompen,... En dat de handrem van dat ding bediend wordt met de voet. Ik verzin hier niks ! Ik leerde ook nog dat er zoiets bestaat als 'gezonde aarde', dat zou dan zuivere aarde moeten zijn, zonder steenbrokken. Nu ja, veel gezonde aarde hebben we niet gevonden, het waren voornamelijk steenbrokken ('brikaljon' in het Vlaams). Ik meende in de opgedolven modder zelfs een paar bakstenen te herkennen die Bruno drie jaar geleden nog bij was komen halen. Wat we ook leerden was dat je de plank waarop je de container binnenrijdt niet te steil mag leggen als het regent. Ik denk dat we alle drie minstens één keer weggleden over de bemodderde, spekgladde balk. Björns sliding was veruit de mooiste, maar ook de meest pijnlijke. Plat op zijn neus en de kruiwagen erover. Waar is Videodinges als je ze nodig hebt ? Buiten een paar blauwe plekken heeft hij er gelukkig niets aan over gehouden. Het is een stevig manneke.
Tegen zevenen waren we óp. Eén container was gevuld en afgevoerd, een tweede voor een vierde gevuld, maar nog een laatste hagelbui spoelde het laatste restje moreel van de troepen finaal weg. We konden niet meer. Alleen onze kraanman had nog een beetje 'poer' in zijn armen. Hij heeft de laatste kruiwagen de container opgeduwd. En zo kunnen we zeggen dat we alle vier minstens één keer gevallen zijn bij het oprijden van de container. Ha, het kraanmannetje wou de kruiwagenaars eens uitlachen.
De traditie vereist dat een ploeterdag afgesloten wordt met een spetterende BBQ. Bij ons toch. Dat zijn de oerinstincten van de man. Zoals vroeger de prehistorische jager na het opjagen van een oeros met zijn makkers rond het vuur zat, zo moeten wij na een labeurdag ook in het vuur kunnen kijken. Maar na tien uur sakkeren en afjakkeren in regen en wind, besloten we de BBQ te laten voor wat hij was en binnen lekker warm bij de open haard te gaan voor een alternatief : de steengrill. Maar wel een steengrill verwarmd met oliepotjes, zodat we toch nog ergens een vlammetje zagen bij ons eten.
Een uur daarna kon je vier afgepeigerde werkmenschen in de tuin zien staan rond een uitgebrand wrak van wat eens een steengrill geweest was.
21-05-2006, 20:59 geschreven door Hill
|
|
|
 |
|
Bubbeltje |
Dezelfde vergadering waar ik donderdagmorgen al zat, je weet wel, met mijn nat kruis en mijn beige broek (tekstje van 18/05). Er werd gesproken over projectplannen, opleveringstermijnen, opportuniteiten, quick wins... dat gedoe. De vergadering is goed een halfuur bezig als ik iets voel jeuken op mijn schedel. Ik krab en voel een bubbeltje. Ik krab nog een beetje en het bubbeltje verdwijnt. Ook de jeuk is weg. Ik neem opnieuw mijn papieren vast en ik merkt dat er een rode veeg opzit. En nog één, en nog één en zelfs een rode vinderafdruk. Ik kijk naar mijn rechterhand en bemerkt tot mijn grote ontsteltenis dat mijn middenvinger volledig onder het bloed zit, zelfs mijn handpalm kleurt rood. Ik moet een puistje, misschien een muggenbeet, opengekrabt hebben. Ik tast nog even bovenaan mijn hoofd en voel op mijn korte broskopje inderdaad een kleverige vlek. Na de vergadering spoei ik mij opnieuw naar het toilet. Ik heb mijn handen nog eens gewassen, mijn zakdoek natgemaakt en mijn bloedende kop afgeveegd. Ik heb NIET gemorst op mijn broek, neen, maar ik heb wel, stiekempjes, heel eventjes maar, met mijn kop onder die handdroger gehangen. Heerlijk gevoel.
21-05-2006, 00:00 geschreven door Hill
|
|
|
 |
19-05-2006 |
Breinscanner |
Vrijdag visdag, maar eerlijk gezegd heb ik het wel gehad met die beesten. Glibberige, maar toch ook weer plakkerige slijmschubbigen met dode ogen. Neen, ik hou niet zo van vis. Dus geen vis meer op vrijdag. Het week-end belooft ook niet veel goeds op weergebied en daarom bied ik jullie, ter bezighouding, deze link aan. Hét bewijs dat geavanceerde computers, zonder verpinken, jullie breinen kunnen afscannen op zoek naar allerlei vettige hersenspinsels. U weze gewaarschuwd. http://www.knet.free.fr/liens/2005/06/17/lecteur_de_pensee/
19-05-2006, 12:32 geschreven door Hill
|
|
|
 |
18-05-2006 |
Beige zomerbroek |
Eén van de vervelende kantjes van de zomer is de luchtige kledij. En voor één keer zal ik het hier niet hebben over de overal in het straatbeeld opduikende teensletsen of over de polyester hawaïhemdjes. Ik zal het hier hebben over de beige zomerbroek. Op het eerste gezicht is er weinig fouts aan de beige zomerbroek. Ik heb er zelf ook een paar. Maar vergis je niet, toch kan dit kledingstuk zorgen voor heel gênante situaties. Zoals deze morgen bijvoorbeeld.
Ik had een vergaderinkje om negen uur. Meestal kom ik dan een kwartiertje vroeger het kantoor binnen. (Eerlijk gezegd, soms ook maar tien minuten. Eigenlijk bijna altijd maar tien minuten. Soms zelfs maar vijf minuten.) Maar dat is ruimschoots voldoende om je kaft (die je de dag ervoor klaargelegd hebt) op te pikken, na te vragen of er geen brandjes geblust moeten worden en nog een plasje te doen vooraleer je de vergaderzaal geheel ontspannen binnenloopt. Zo ook dus deze morgen. De rode farde lag klaar, geen enkel computersysteem sputterde tegen, alleen nog even de blaas leegmaken. Daarna de handjes wassen en Bob's your uncle. Je pompt een keer of drie op het zeeppompje, een kwakje rozig slijm kletst in je handen, handen tegen elkaar wrijven om het te doen schuimen, een beetje water erbij en -WOOOOOOOOSH! Uit de kraan spat een waterstraal waartegen een Kärcher XK-4000 maar klein bier is. Je springt nog wel achteruit, maar natuurlijk ben je te laat. Ramp. Je beige broek vertoont een natte plek rechts van het kruis, met nog handvol spatten ernaast. Geen mens gelooft dat je niet in je broek geplast hebt. Het is twee voor negen, wat kun je doen ? Met je bekken omhoog onder die handdroger gaan staan. Ik heb het er ooit eentje weten doen en ze mochten hem meteen, in één ruk door, naar het brandwondencentrum dragen met verschoeperd schaamhaar. En dat kan pijn doen, wohow. En stinken ! Neen dit is geen aanrader. Op twee minuten geraakt je broek ook uit zichzelf niet droog dus je loopt, toebidoebidoe, heel relax de vergadering binnen, een beetje krampachtig wel met de rode map ter hoogte van de lendenen. Je voelt de hele zaal naar je kijken en je voelt dat je een rode kop krijgt. Schoon assorti met je map. Kijk, daarom dus hou ik dus niet van beige zomerbroeken.
18-05-2006, 20:54 geschreven door Hill
|
|
|
 |
17-05-2006 |
Herinneringen in Brussel |
De vergadering in Brussel was uitgelopen en ik besloot om nog wat rond te dwalen in onze hoofdstad. Ik heb er vroeger nog gewerkt en ik wou nog eens door die wijken slenteren. Zien wat er nog van over was in het straatbeeld. En voelen wat er nog van over was in mij.
Ik start mijn wandeling in het Parc du Cinquentenaire, waar ik het omaatje van gisteren ontmoette. De Vlaamse naam is 'Jubelpark'. Maar ik vind dat een onnozele naam. De jockey jubelde toen hij zijn paard voorbij de aankomst joeg. Ju ! Ju ! Jubelen. Neen dan veel liever Cinquentenaire. Vandaaruit loop ik voorbij het Berlaimontgebouw de Wetstraat in. De Wetstraat met zijn kilometerslange ondergrondse parking in meerdere verdiepingen. Waar ik ooit een dametje heb getroost die verdwaald was in die parking. Ze vond de uitgang niet meer noch haar wagen. De eerste keer dat ik een vreemde heb gerustgesteld, bedenk ik achteraf.
Of het kruispunt met de Kunstlaan waar vroeger altijd een bloemenstalletje stond. Het stalletje is er niet meer en zelfs het kantoorgebouw op de hoek staat volledig in de steigers. Ontmanteld. In dat kantoor heb ik als jong broekje, vers consultantje, zo van school, mijn eerste verkoopsgesprek gevoerd. Met zwetende handen, een klemmende das in de indrukwekkende lederen zetels in de ruime inkom met zicht op de Kunstlaan met zijn voortrazende verkeer. Ik kijk naar binnen en zie de volledig afgebeitelde muren, de uitgebroken vloeren. Alleen één plant herken ik nog. Ze staat nog steeds in haar witstenen bloembak. Hoe heeft die het kunnen overleven ? Ik steek het kruispunt over en kijk nog eens naar de kwaaie veiligheidsagenten die de ambassade van de Verenigde Staten bewaken. Die waren acht jaar geleden al onbeschoft en arrogant. Gewoon omdat ze er zin in hadden, sloten ze te pas en te onpas te weg af. Ook voor voetgangers. Niks wettelijk, maar zij waren Amerikanen ! Ik heb nooit de Fransen of de Brazilianen de weg weten afzetten en die ambassades liggen daar nochtans in dezelfde straat. Het zal er wel niet op verbeterd zijn, vermoed ik.
Ik stap verder langs de Kafkameter van Q. Nog 80% geeft hij aan. Voor het parlement blijf ik even staan, maar het is er leeg, doods haast, de poort gesloten en geen enkele wagen of chauffeur te bekennen. Geen Guy of Laurette om naar te zwaaien, laat staan de langbenige Freya. Zwaar ontgoocheld daal ik de Wetstraat verder af langs de Sint-Goedele-en-Sint-Michielskathedraal. Dat is de kerk met de langste naam van heel België en daarom zijn Fluppe en Tilleke daar getrouwd. Voor de kathedraal staat een buste van nonkel Boudewijn, waarop taggers hun lusten hadden botgevierd. Hoewel. Hier vond ik het wel geslaagd. In de plaats van lelijke zwarte parafen te zetten hadden ze alleen een rode bol gespoten over Boudewijns neus. Ik vond dit wel humor : de koning van de triestige figuur met een clownsneus. Net voor het prinselijk huwelijk hebben ze de neus afgewassen. Wel jammer eigenlijk.
Vandaar gaat het richting Pachecolaan, waar ik ook een tijdje gewerkt heb. Maar zover ging ik niet, aan Guust Flater sla ik links de steile trappen af. Bij regenweer zijn die levensgevaarlijk. Ik loop voorbij het Brusselse café met de mooiste tweetalige naam : Café le Meiboom, maar het is dicht. Net voor het stripmuseum staat een dikke Range Rover geparkeerd. Op hoge poten staat hij zich belachelijk te maken. Een 4x4 in Brussel centrum. Hoe dwaas.
Vandaar slenter ik richting centrum. Rue des bouchers laat ik opzettelijk links liggen. Daar ruikt het altijd zo lekker en dan krijg ik honger en ik had nog een hele weg af te leggen. Bij de uitgang van een ondergrondse parking word ik bijna van de sokken gereden door een opgefokte Audi A6. Of liever een A6 met een opgefokte chauffeur erin. Ik spring achteruit, maar sla wel met mijn aktentas een deukje in zijn achtervleugel. Hij stopt niet eens. Zelfs niet om ruzie te maken. Neen, hij rijdt gewoon door. Waarom zou hij ook stoppen ? Het is toch een leasebak, who cares ? Het gaat, echt waar, veel te goed in ons landje...
Via de Rue aux Choux (dat is veruit de leukste straatnaam : de Spruitjesstraat !, Koolstraat eigenlijk, maar ik hou teveel van het idee van die Spruitjesstraat), en de Dambordstraat kom ik terecht in het Shopping Center van City 2. Ik neem de roltrap naar de eerste verdieping. Zou het er nog zijn ? Eerst denk ik dat ze vervangen is, mijn kiosk. Ik zie wel een kiosk, maar ze verkopen er pralines Vlak erachter zie ik ze dan toch. Ik kies in de etalage een gekoelde H.Upmann. De winkelierster knipt hem en stopt hem nog in een etuitje ook. Da's service, nog net zo professioneel als vroeger, er zijn nog zekerheden.
Vandaar terug naar beneden om boodschappen te doen in de Match of de Carrefour. Ik kan die twee nooit uit elkaar houden. Ik drentel rond de ouwbakken boterkoeken als ik de mooiste blondines ter wereld zie. Ik ben geen liefhebber van blond, maar dit was... hemels. Och! Echt waar, nog nooit zoiets gezien. Ik was echt gepakt op mijn adem. Zo'n blond maken ze hier niet. En uit een flesje kan dit zeker niet komen. Ieder haartje op zich was zijn gewicht in goud waard. En het waren lange haren. Ochoch. Ik besluit de twee meiden te volgen. Ze spreken met een zeer vreemd rollend accent vind ik. Bij een nadere beluistering blijkt het Noors te zijn. Vandaar die blonde haren. *Zucht*. Schone Rika, laat me je Viking zijn ! Ik koop drie boterkoeken en twee flesjes chocolademelk. Uit pure gewoonte. Jaren heb ik in Brussel chocolademelk gedronken, omdat ik toen telkens met de auto nog naar huis moest.
Ik verlaat de City 2 langs de Nieuwstraat en adem twee keer heel diep om de zoete wafelgeur tot in mijn kleinste alveooltjes op te nemen. Ik moet ervan hoesten. Via de Botanique klim ik weer omhoog naar de Koningsstraat. Ik kijk naar het park rechts van de Kruidtuinlaan, daar waar ik jaren geleden met een kartonnen brilletje naar de zonsverduistering heb staan kijken. Samen met nog een vijftigtal idioten. Daar ook waar ik duizelig werd van de felle zon, toen ik "l'Eté" van Camus las, een boek dat zindert van de warmte. Ik passeer Passage 44, met de vernieuwde tegeltjes waarop geen mens zich kan rechthouden. Waarop ik omzeggens dagelijks een schuivertje maakte, ik passeer Dexia bank met zijn uitstekende trappen waaronder het altijd ruikt naar pis. In de Pachecolaan zie ik het minuscule metrostationnetje. De verluchtingsroosters nu verlaten, maar in de winter dankbare schuilplaats voor daklozen, het bankje daar vlak bij, waar het altijd vol afval ligt en waar het stinkt, maar waar ik toch graag een boek las. Strips vooral las ik daar. Ik weet echt niet waarom.
Ik dwars de Pachecolaan en loop de trappen op vlak naast de parkeergarage. Waar vroeger een geplastificeerd A4 papiertje hing dat vrouwen aanraadde om die trappenhal niet alleen te nemen. Een zevental jaar geleden werden daar wekelijks vrouwen aangerand. Het was toen een echte plaag in die buurt. Ik kom op het dak van de parkeergarage terecht dat bedekt is met een dikke laag zand en keitjes en waarop men geprobeerd heeft een gezellig pleintje te maken, met platanen, waterpartijen, witte vermolmde banken. Het is niet gelukt. Het geheel heeft iets zeer triestigs dat mij wel aanspreekt. Wat me vroeger al aansprak. Ik ga zitten op een bank, die akelig kraakt onder mijn gewicht. Hij is doorrot. Ik heb vroeger veel gezeten op die bank. Met zicht op de daken van Brussel. Met de ondergaande zon weerkaatst in de koperen daken. Alsof de zon onder de daken gevangen zat. Ik eet mijn koeken op en drink één flesje choco leeg. Ik schuif mijn schoenen heen en weer en maak in het zand stofwolken tot mijn zwarte schoenen grijs zijn. Ik kijk naar mijn schoenen en denk terug aan een heel winderige dag toen ik daar ook zat. Het regende zelfs, maar toch zat ik op die bank. Je kon de grootstedelijke tristesse snijden toen. Je kon de droefheid lijfelijk voelen. Uit mijn jaszak toen haalde ik een verregende, volledig verwrongen versie van La Nausée van Sartre. Existentialisme. Op een bank in de regen in hartje Brussel, Europa. Vandaag tast ik in mijn zak en haal er de kartonnen versie van Ten Oorlog van Lanoye uit. Ik lees het voorlaatste hoofdstuk en steek de brand in mijn H. Upmann. Hoe lang is dit al niet geleden ? Na de laatste zin, sta ik recht en loop naar het station. Tegen negen uur neem ik trein terug naar huis. Van B-Centraal naar A-Centraal.
Een vreemde brok verleden, een allenige brok verleden, waar geen vrienden of collega's in mee spelen ligt veertig minuten sporen van mijn huis. Drie uren lang ben ik acht jaar terug geweest in de tijd.
17-05-2006, 20:57 geschreven door Hill
|
|
|
 |
16-05-2006 |
Patstelling achter een plataan |
Ze viel me op omdat ze zich zo vreemd gedroeg. Ze stond verscholen achter een plataan, een beetje gebukt alsof ze zich verborg voor iets of iemand. Steels keek ze van achter de boom, haar neus net om het hoekje, om die onmiddellijk daarna weer terug te trekken. Ik sloeg haar gade in het Parc du Cinquantenaire in Brussel. De "ze" was een omaatje, misschien vijfenzestig, misschien net iets jonger. Met stevige stapschoentjes aan en een lange broek. Ze bleef maar rond die boom hangen. Even leek het zelfs alsof ze de boom omhelsde. En weer schoof ze terug achter zijn stam. Zeer vreemd allemaal. Het intrigeerde mij zo dat ik besloot het zaakje van dichterbij te bekijken. Met een air van 'ik-loop-ongeïnteresseerd-door-het-park,-minding-my-own-business' sloop ik naderbij. Ik passeerde het bommaatje, maar ze gunde mij geen blik. Heel geconcentreerd bleef ze verstoppertje spelen. Maar voor wie dan wel ?
Vijftien meter verder wist ik het antwoord. Vijftien meter verder stond een kleutertje, van het vlaskop-type, met een besproete deugnietsnoet, zich niets van de wereld aan te trekken. De kleuter hoorde natuurlijk bij bomma en ik vermoed dat zij hem al een keer of drie tot de orde had geroepen en dat de snotneus weigerde te luisteren. Oma was het toen stiekem afgetrapt en wou nu weten hoe het manneke zou reageren als hij bemerkte dat hij er plots alleen voor stond. In de hoop natuurlijk dat het ventje een schrik zou pakken en om zijn grootmoeder zou roepen. Die dan triomfantelijk vanachter de plataan zou verschijnen en roepen van, zie je wel dat je naar mij moet luisteren ! Dat was overduidelijk het plan van oma. De kleine was echter veel slimmer dan dat, die had oma allàng zien staan achter haar plataan. En hij besloot oma dus dezelfde peer te stoven. Toen ik voorbij het manneke liep, stond hij zich te verbergen achter een lage heg. Beiden, oma en kleinzoon stonden dus in een patstelling. De kleuter wist dat wel maar zijn bomma nog niet. Ik vraag me echt af wanneer bomma zou beseffen dat de kleuter haar weeral eens liggen had. Mischien staat ze daar nu nog geheimzinnig te doen achter haar boom. En ligt de deugniet al in de armen van Morfeus, warmpjes verborgen in zijn heg.
16-05-2006, 21:32 geschreven door Hill
|
|
|
 |
15-05-2006 |
9u01 |
Ik had vannacht een voorspellende droom. Ik droomde dat ik te laat aankwam op mijn werk.
En dat was ook zo...
15-05-2006, 18:40 geschreven door Hill
|
|
|
 |
14-05-2006 |
Uitbrander |
Gelezen in De Morgen van zaterdag 13 mei : Toen de jongen in zijn kamer betrapt werd met een sigaret, kreeg hij een uitbrander.
14-05-2006, 20:01 geschreven door Hill
|
|
|
 |
|
Communication Breakdown |
Ik zou hen bellen. Als ik aankwam aan het station. Drie rinkeltjes met de telefoon. Dan zouden zij weten dat ik aangekomen was en me komen oppikken aan de statie. Dat was althans de afspraak.
Iets na achten 's avonds sprong ik de trein uit en greep m'n GSM. Ik drukte hun nummer en ik luisterde naar de drie rinkeltjes. Voor de foon zijn connectie maakte kreeg ik een computermadam aan de lijn die me verwittigde van : "Uw resterende belwaarde bedraagt slechts" - dat stuk kwam er vlotjes uit, en daarna gehakt, cijfer per cijfer- "nul, euro, en, vijf, en, twintig, cent. U moet ten laatste herladen tegen, blablabla,..." 0,25 EURO is nu niet het meest impressionante bedrag maar omdat zij de telefoon toch niet zouden opnemen, alleen naar de rinkeltjes luisteren, was dit ruimschoots voldoende. Geen connectie is geen kosten. Niks van, verkeerde redenering. "U heeft niet voldoende belwaarde om dit nummer te bellen." Die telefoontang kwam zich weer moeien. 'Tuurlijk wel, had ik genoeg geldwaarde om dat nummer te bellen. Nul euro was voldoende, tommetoch.
Niets aan te doen, Pay&Go wou niet. Dan maar naar een telefooncel. Met munten is ouderwets, zelfs in West-Vlaanderen, dus deze cel werkte met Proton. Ochottekesmijnenhere, proton, de electronische portemonnee, die je kredietsaldo alleen op je kaart bijhoudt. Bij verlies van je kaart ben je je proton kwijt. Althans dat beweren de banken, maar dit is niet zo. Als je het voorhebt, gewoon een scène maken aan het loket. Plots kan het wel (Eigen ervaring). Tot op de cent weten ze hoeveel er op je kaart staat. Proton dus. Ik ben geen grote fan van proton maar ik heb dat ooit gebruikt en op mijn oude kaart stond nog wel iets dacht ik. Ik stop mijn bankkaart in de sleuf en draai het nummer. Ik mag het draaien, de foon piept hoopgevend en dan wordt mijn kaart terug uitgespuwd. Vergezeld van een arrogante boodschap dat ik mijn kaart moet opladen. 0,00 Euro protonkrediet. Tiens. En dan zie ik het, ik heb mijn verkeerde kaart gebruikt. Ik duikel mijn tweede bankkaart op en probeer nog eens. 0,00 Euro. Same difference. Hemeltje, wat ben ik arm. Bedelen dan maar, een medereiziger lastigvallen. Of ik eens mag bellen met je GSM, het zal je niets kosten, ik heb alleen drie rinkeltjes nodig. Er is niemand. Plots is er niemand meer ! De stad is verlaten ! Zaterdagavond en geen levende ziel op straat. Zelfs geen dode.
Ik heb over de 3,2 kilometer 32 minuten en 43 seconden gedaan. (je hoeft het niet uit te rekenen, het is net geen 5,9 km/u). Ik heb er ook ongeveer 32 minuten over gedaan om te proberen drie keer rinkelen.
14-05-2006, 19:56 geschreven door Hill
|
|
|
 |
13-05-2006 |
De grote verdwijntruk |
In the Moose Tower gebeuren wel meer onverklaarbare zaken, maar een al jaren aanslepend fenomeen is toch dat van mijn telekinetische sokken. Telekinetische sokken inderdaad. Ik verklaar me nader.
Al sinds ik hier woon, word ik geplaagd door verdwijnende en soms pas maanden later opnieuw opduikende sokken. Telkens ik de kleurwas binnenhaal, sorteer ik uitgebreid de sokken en maak er per paar een bolletje van dat ik dan wegstop in de sokkenlade, dat is de derde lade van onder te tellen uit de slaapkamerkast. De onderste lade is die voor ondergoed (jawel ik heb een systeem !). Bij iedere sorteerbeurt van de gedroogde was, vind ik wel één tot drie sokken die nergens bijhoren. Paarloze sokken. Loners. Die leg ik dan steevast op een stapeltje in een andere schuif. Bij een volgende wasbeurt doet hetzelfde fenomeneen zich weer voort. Weer hou ik een sok of vier over die nergens bijhoren. Ik doe een vergelijkende studie met de exemplaren uit de voorraad op het loners-schap en meestal kunnen één of twee sokken wel herenigd worden met hun wederhelft. Toch hou ik steeds een voorraad over van vijf tot zes eenzame sokken. Een wisselende voorraad weliswaar. Ik heb maar één sok, een bordeau-rode, die nu al sedert oktober 2004 in de voorraad zit. Die mag ik vermoedelijk afschrijven en een andere bestemming geven. Schoenpoetsvod is wel een optie, of lokkertje misschien voor de Kerstman (bordeau-rood). Maar voor de rest heb ik er geen verklaring voor.
Nu zitten jullie natuurlijk te denken van, haha, die Hill loopt geregeld met twee verschillende sokken rond. Maar dat is zeker niet zo. Ik besteed uitgebreid tijd aan het bij elkaar zoeken van gelijke sokken. Het bij elkaar zoeken van sokken vind ik zelfs leuk, een beetje als puzzelen eigenlijk, een spelletje.
Als ik iets heel saai of vervelend vind, probeer ik er altijd een spelletje van te maken. Dan wordt het karwei plots heel wat minder vervelend. De mens houdt van spelen. Moet je ook eens proberen. Die techniek werkt trouwens ook op professioneel vlak. Een saaie analyse schrijven wordt algauw een wedstrijdje zoveel mogelijk anglicismen binnensmokkelen. Of zoveel mogelijk slogans of paragrafen uit andere powerpoint presentaties bijéénstelen (en dan zonder dat het opgemerkt wordt natuurlijk). Of gewoon een opstelletje onzin. Vroeger kon ik daar wel iets van. In de professionele sfeer ligt dat moeilijker natuurlijk, maar ik heb wel nog een mooie totaal verzonnen universiteitsverhandeling liggen over 'De Ethische Medische Communicatie' (ik heb verhandelingen geschreven over de meest uitéénlopende thema's : eentje over de Zuid-Koreaanse auto-industrie, iemand neen ?, of over de marktvraag naar bloed ? In België, Finland en de VS ?...). Die laatste twee waren wel gesteund op stevig onderzoek. Dat jullie niet denken dat ik de hele boel altijd heb zitten belazeren. Hoewel ik eerlijk moet bekennen dat ik de beste punten heb behaald (15/20) op die verzonnen verhandeling...
Hoe ben ik hier nu weer terecht gekomen ? Verhandelingen, spelletjes, sokken uitzoeken, ah ja, ik had het dus over mijn steeds maar weer verdwijnende en maanden later weer opduikende sokken. Als iemand hier er een verklaring voor heeft, graag.
Zijn er eigenlijk nog anderen die hier last van hebben of ben ik werkelijk de enige die woon in 'the Twilight Zone of Ghost Socks' ? Laat u het maar weten. Die die mij een sluitende verklaring geeft wint mijn bordeau sok!
13-05-2006, 00:00 geschreven door Hill
|
|
|
 |
12-05-2006 |
Vrijdag - visdag 5 : Een woord van waarschuwing |
Vrijdag visdag en deze keer weer een filmpje. De vorige weken kregen jullie allerlei tips om een vis aan de haak te slaan, maar bij Da Moose willen we onze verantwoordelijkheid zeker niet uit de weg gaan. Daarom een woord van waarschuwing : Opgepast, vissen kan gevaarlijk zijn ! Ter illustratie : http://www.metacafe.com/watch/32460/fishing_is_dangerous/
12-05-2006, 19:00 geschreven door Hill
|
|
|
 |
11-05-2006 |
No woman no cry |
Bob Marley is vandaag vijfentwintig jaar dood. Hij was de Jamaïcaanse grote meneer die de reggae en eigenlijk ook de volledige wereldmuziek bekend maakte bij het brede publiek. Hij stierf aan kanker, het gevolg van een verwaarloosde voetblessure. Zijn bekendste nummer is wellicht 'No woman no cry' en over dat nummertje zal ik het hier hebben.
Rijkelijk laat, op mijn zeventiende ontdekte ik de reggae, voornamelijk door toedoen van een obscure klasgenoot luisterend naar de naam Butchamon, u mischien bekend. Ik ging redelijk vlug door de knieën voor die vreemde laidback-e ritmes en struikelende bassen. De liefde voor ska, reggae, en dub is er nooit meer uitgegaan. En de liefde voor de 'boslucht' die altijd op reggaeoptredens hangt, ook niet.
In onze tijd was 16-17 jaar, de ideale leeftijd om emotioneel nogal wankelbaar te zijn. Nu is dat al heel wat vroeger heb ik de indruk, maar toen waren we beiden nogal heftig verliefd op iedere krullenbol die ons vriendelijk durfde toelachen. En nu ik dit zo neerschrijf, bedenk ik dat dit bij mij nog steeds zo is. Maar ik wijk af.
Na weer eens een gebroken hart en de bijhorende pinten (ik geloof zelfs dat het toen al bij whisky was - een bleutje) raakten we in discussie over de betekenis van ons favoriete nummer 'No woman no cry'. En dan eigenlijk vooral over de plaats van de komma in de titel. Volgens mij moest het zijn 'No woman, no cry'. Zonder vrouwen, geen verdriet, want eentje had er mij weer zwaar ontgoocheld. Volgens Butchamon moest dat echter zijn 'No woman no, cry'. Zonder vrouw, ben je zeker verdrietig, want een mens is niet gemaakt om alleen te blijven. Butch steunde zich daarbij op de Jamaïcaanse dubbele negatie. (zoals in : ik ga nooit niet aan een lief geraken, boehoe). We raakten er maar niet uit, maar door de ons omringende kruiddampen kwam het ook niet tot een zeer felle discussie. Maanden later pas kwamen we te weten waar de komma eigenlijk echt moest staan. Bij beluistering van de volledige tekst kan er geen twijfel mogelijk zijn. We zaten er beiden flink naast. Het is 'No, woman, no cry'. Neen, meisje, huil maar niet. Veruit de mooiste verklaring. Telkens ik het liedje hoor denk ik terug aan die trieste, maar ook zeer mooie dagen. Aan de troost bij elkaar, de zomerfestivals, de boslucht, meisjeskrullen allerhande en aan diepe vriendschappen.
De soundtrack bij een verloren tijdperk :
Bob Marley & The Wailers - No, woman, no cry
No, woman, no cry No, woman, no cry No, woman, no cry No, woman, no cry
Said - said - said : I remember when we used to sit in the government yard in Trenchtown observing the hypocrites as they would mingle with the good people we meet
Good friends we have, oh, good friends weve lost along the way In this great future, you cant forget your past so dry your tears, I say.
No, woman, no cry No, woman, no cry Here, little darlin, dont shed no tears No, woman, no cry.
Said - said - said : I remember when we used to sit in the government yard in Trenchtown. And then Georgie would make the fire light, As it was logwood burnin through the night.
Then we would cook cornmeal porridge of which Ill share with you My feet is my only carriage so Ive got to push on through.
But while Im gone, I mean: Everythings gonna be all right! Everythings gonna be all right! Everythings gonna be all right! Everythings gonna be all right! I said, everythings gonna be all right-a! Everythings gonna be all right! Everythings gonna be all right, now! Everythings gonna be all right!
So, woman, no cry No - no, woman - woman, no cry. Woman, little sister, dont shed no tears No, woman, no cry...
11-05-2006, 19:47 geschreven door Hill
|
|
|
 |
10-05-2006 |
Nog een hele weg te gaan |
Hij zat op een bank nors voor zich uit te kijken. In driedelig maatpak, met een wel zeer modieuze zonnebril op zijn neus. Het pak stond hem goed, de zonnebril vloekte. Hij was zeer bruin. Veel te bruin eigenlijk om echt te zijn. Waarschijnlijk bruin zonder zon, uit een plastieken knijpflesje. En dan nog een goedkoop flesje ook, want hij had de teint van een in boter gebruneerde kipfilet. Hij zat dus op een bankje op het plein, met naast zich zijn aktentas (zwart met goudkleurige slotjes). Hij probeerde een boek te lezen. Ver was hij nog niet, bladzijde 20 of zo, hij had nog een hele weg te gaan. Vooraleer hij zich verdiepte in zijn boek, keek hij nog eenmaal triomfantelijk (ik heb er geen idee van waarom) om zich heen. Hij sloeg het boek open en toen kreeg hij een basketbal tegen zijn kop. Op het pleintje betwistten ook een tiental migrantenjongeren een basketwedstrijdje. Ze konden met moeite met hun vingertoppen aan het netje, laat staan aan de ring. Toch wou er eentje een dunk proberen. Hij dunkte dan ook behoorlijk verkeerd. De bal botste met volle kracht op de ring en ketste terug. In het gezicht dus van het maatpak. Zijn RayBan sloeg op de grond, maar leek mij onbeschadigd. De gebruinde werd purper, sloeg zijn boek dicht, en begon de kinderen (want dat waren het, de oudste was misschien 12 jaar) zowaar uit te kafferen. Voor het vuil van de straat werden ze verweten. Zwaar racistisch ook. De kinderen waren al geschrokken van de afgeweken bal en stonden nu zowaar perplex naar die fulminerende gast te kijken. Geen één durfde reageren. Toen het kostuum uitgeraasd was, nam het zijn aktentas op en verdween met het boek onder zijn arm. Ik kon een glimp opvangen van de titel : Emotionele Intelligentie. Door Daniël Goleman. Hij had nog een hele weg te gaan.
10-05-2006, 19:18 geschreven door Hill
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
 |