Het zijn trieste dagen voor een treinreiziger. Het is ijzig koud op de perrons, iedere trein komt steevast vijf minuten te laat, en de koffieautomaten doen het niet.
Ook het landschap deelt mee in die tristesse. Uitgebluste bomen in wakke weiden. Zelfs het gras is grauw. Daarenboven is het om 19uur allang donker.
Toch probeerde ik naar buiten te kijken om nog iets herkenbaars te vinden, maar het enige wat ik kon zien was de reflectie van het interieur in de trein. En in die reflectie zag ik haar. Zag ik Het.
Halfineengedoken in een hoekje zat zij daar, vermoeid van verschillende opeenvolgende treinritten. Haar valies, een veel te grote grijze reiskoffer van Delsey, stond voor haar, tussen de zetels in. Om toch nog enigszins comfortabel te liggen had ze één been gestrekt over de koffer. Eén been maar, maar wat voor een been !
Het been stak in een gemsleren laarsje dat sierlijkheid aan elegantie paarde. (Ik schrijf hier wel gemsleren, maar ik weet absoluut niet hoe gemsleer eruit moet zien.) Het was alleszins een zwarte lederen laars tot net boven de kuit, met een soort van zachtvilten huidje erover, eindigend op een wel zeer opwindende stilettohak. Boven de laars uit gleden prachtige donkerbruine panties, die de zwarte spieren zeer mooi accentueerden. Zwarte spieren inderdaad, want de bezitster van het been was een Afrikaanse jongedame. Vanuit het laarsje kon je heel voorzichtig de contouren van het been volgen, over het zenzuele heuveltje van de de perfect gesculpteerde knie naar het sportief gespierde dijbeen. Het verdween onder een ribfluwelen rokje en vandaar nam de verbeelding het over. Ineens werd het warmer in de trein. Ik had een onbelemmerd zicht op de diamanten jongedame want alleen de middengang zat tussen ons in. De ogen had ze gesloten. Wat mij betrof, mocht de trein Antwerpen binnenlopen met veertien dagen vertraging.
In Gent echter kwam de treinconducteur langs. Treinbegeleider heet dat ondertussen. Waar de kaartjesknipper vroeger de trein resoluut naar zijn eindbestemming leidde, heeft hij het in de nieuwe terminologie opgegeven, en laat hij de trein maar zelf aanmodderen. Hij gaat hem alleen even begeleiden in zijn kruistocht naar het einde, zoals een cliniclown een terminale patiënt begeleidt. Maar deze was een goede hier. Toen de zwarte dame de treinbegeleider hoorde aankomen, wipte ze meteen haar gestrekte been terug naast het andere, uit schrik een standje te krijgen. De kaartjesknipper had het wel gemerkt, maar verzekerde de schone dat dit best mocht in de trein zolang ze haar vurrukkullukke laarsjes maar niet op de zetel legde. De ebbenhouten schoonheid parelde hem haar allerliefste glimlach toe en vleide zich opnieuw in de kussens. Dit keer met beide benen gekruist over de koffer. Grrrrrr.
De rest van de reis moet ik jullie schuldig blijven. Toen ze eventjes opstond om haar kousen te ajusteren ben ik in katzwijm gevallen. Toen de treinbegeleider me in Antwerpen-Centraal wakkerkneep was ze verdwenen.
21-01-2006, 22:41 geschreven door Hill
|