En de poempbak en de poempbak en de poempbak is kapot...
We stonden op en hadden meteen in de smiezen dat iets niet koosjer was. De vierkoppige terreurgroep die zich kroost laat noemen, zat zeer verdacht stilletjes in de zetel. Terwijl we daarstraks op de overloop nog overduidelijk scheldtirades in quadrophonie over en 't weer hoorden suizen.
De keuken was een ravage, de living een puinhoop, de eetkamer een slagveld. Dit is niet abnormaal. Wij vinden dat gezellig rommelig. Een leefkamer moet leven. Alleen dat de gootsteen voor driekwart gevuld was met een ranzig sopje van drijvende cornflakesresten, dreftbubbels en een ondefinieerbaar maar zeer vies goedje, joeg onze wenkbrauwen wel eventjes de hoogte in.
Ze hadden er helemaal niets mee te maken, neuh, beweerden de Daltons unisono. Neen, dat was al zo, we zijn niet eens in de buurt van de pompbak geweest. Cornflakes? Hoe kom je daar nou bij, we hebben helemaal geen cornflakes gegeten. En verfresten hebben we ook niet in de gootsteen gekapt. Verfresten? Zei iemand verfresten? Neen hoor, dat hebben jullie vast verkeerd verstaan. We zeiden...euh berfkersten. Ja, zeg, wij weten ook niet wat berfkersten zijn, we kunnen toch niet alles weten?
Okee, de pompbak was dus verstopt. Als ik een defecte gootsteen zie, dan komt onmiddellijk de klusjesman in mezelf naar boven, hij stapt gezwind in zijn bolide en sjeest er met een rotvaart vandoor. Alleen het spook Plichtsbesef wist hem tijdig bij zijn lurven te vatten en terug naar die poel des verderfs te sleuren.
Dus deze jongen rolde zijn mouwen op en toog aan het werk. Lekker klussie, effe met de handje wapperen, makkie makkie makkie. Dit is niet de eerste lavabo die ik weer laat reutelen.
Het buizenwerk onder de gootsteen had iets van een zwamvlok: een zootje ongeregelde buisjes die allemaal wel ergens hun functie hadden in het geheel, maar toch fijntjes hun eigen ding deden. Ik dacht nog, dat zou ik intelligenter in elkaar kunnen boksen, maar met de technische vaardigheden van de bompa wou ik geen concurrentie aangaan. De bompa is dé mansmens die in zijn eentje huizen bouwt en verbouwt. Ik ben de sukkel die zich snijdt aan de scherpe rand van een blad papier.
Maar maar! Aan een intergalactische snelheid wist ik het buizenstelsel te ontmantelen, leeg te scheppen, uit te spuiten, af te drogen en... daar hield het bij op. Waarom o waarom had ik niet eerst even een tekeningetje gemaakt over hoe die buizen oorspronkelijk in elkaar geflanst waren? Dit korte stuk zat precies onder de eerste pompbak, dat is zeker. Dat lange stuk daar zou daar achter moeten komen, ware het niet dat de ringen niet klopten. En waarom liep de verbinding van wasbak twee naar omhoog in plaats van omlaag, dat kon zeker niet de bedoeling geweest zijn. Tenzij de afvoer van de vaatwas euhm... Het zou stukken makkelijker geweest zijn had ik nieuwe buizen, naar mijn goeddunken, gekocht en er in gevezen, maar dan was schoonvaders intelligibele constructie wijlen, en er moét een reden geweest zijn waarom die buizen zo'n mysterieuze bochten maken.
Om twee uur kort te maken, ik puzzelde mezelf de pleuris en een lumbago maar de buizen raakten op hun plaats. Hún plaats, nou ja, ik had er geen enkele teveel en alle eindjes waren verbonden.
And now, the truk met die doif! Ik goot een kopje water door de gootsteen en het kwam er bij de eerste sluiting netjes weer uit.
Dat is niet erg, dat is helemaal niet erg, ik vees de buis er weer uit, herstelde de rubberen sluitingsring, goot een kopje water erdoor heen, dat er weer vrolijk uitklaterde bij de tweede dichtingsring. Zes kopjes en evenveel dichtingsringen later, trok ik mezelf een droge jeans aan en ging voor de emmer water. Die er meteen langs vijf ringen tegelijk uitgutste. De watervallen van Coo zijn voor mietjes. Hét moment ook dat de huisgenoten en bloc en voor hun eigen veiligheid ertussenuit muisden naar hogergelegen locaties.
Nog een uurtje of twee later, het was reeds beginnen duisteren, gaf ik het op. Het ding was aangesloten, maar bij grote hoeveelheden (meer dan anderhalve liter) druppelden twee ringetjes nog na. Ik bracht verslag uit bij zij die een kameel kan doodbliksemen louter en alleen door er naar te grijnzen. O, het druppelt nog wat na? (Als ze poeslief doet is ze gevaarlijkst.) Maar dat is altijd zo geweest. Van in het prille begin. Alleen na een tijdje ging dat over toen de buizen dichtgeslibd zaten met het eerste vuil... Wist je dat niet?
Ik gromde terug: Bel toch je vader maar eens, en pols eens of hij geen dichtingstape of zo heeft liggen rondslingeren.
Een telefoontje later kwam ze huppelend aangedanst: Hij komt morgen langs. Hij zal de afvoer helemaal opnieuw bouwen. Toen hij vijftien jaar geleden die afvoer in orde maakte, waren zijn buizen op. Hij heeft toen maar iets in elkaar geflanst met restjes buis die hij links en rechts nog liggen had. Was hij helemaal vergeten, de geinponem.
We zijn nu drie dagen verder, en de pompbak beschikt over een hightech supersonisch roestvrij buizenstelsel waar menige rioolrat maar van kan dromen.
Er ligt wel een dweil onder, omdat dichtingsring drie een beetje nadruppelt.
En de poempbak en de poempbak en de poempbak is kapot...
26-11-2008, 23:09 geschreven door Hill
|