Het monument van de Antwerpse besluiteloosheid wordt één dezer dagen gesloopt. De tijdelijke noodbrug die het Rooseveldplein verknoeide wordt eindelijk tegen de kasseien gegooid, na vierendertig jaar. Ik zal er geen traan voor laten, veel heb ik nooit te maken gehad met die brug. Als ik aan de noodbrug denk (ze heette officieel : Kipdorpbrug), dan schieten mij maar twee begrippen te binnen : ijkpunt en glijbaan.
Dat ijkpunt is een makkelijke. Als niet-Antwerpse vrienden mij met een bezoekje vereerden, diende de brug als laatste herkenningspunt : Je neemt de leien en jij rijdt over die brug daar, je zal ze wel herkennen, een oude metalen brug, d'er is er maar eentje, wel je rijdt erover en de tweede rode lichten daarna, wel ginder woon ik. Pas wel op, er staan flitskamera's. Als ze uit de andere richting kwamen, was de uitleg : Je neemt de leien en jij rijdt over die brug daar, je zal ze wel herkennen, een oude metalen brug, d'er is er maar eentje, wel als je daar bent, ben je te ver... In het vervolg zal de uitleg moeten luiden : Wel je weet waar die noodbrug stond, wel de tweede lichten daarna... De meesten hebben ondertussen trouwens toch allemaal gps.
De tweede herinnering die ik aan de brug heb is de brug als urbane glijbaan. De temperaturen moesten maar eventjes met het nulpunt flirten en de brug werd spiegelglad. Die bobbel is dan ook het tafereel geweest van mijn op één na mooiste glijpartij. Voor dag en dauw, op een loze decemberochtend was ik in mijn tuffertje gestapt en ik reed nietsvermoedend de brug op. Ik voelde een beetje wielspin bij het opklimmen van de brug, maar de gouwe ouwe citroen trok zich behoorlijk vlotjes naar boven. Boven gekomen zag ik een bestelwagen in de vangrails hangen met er voor een politiecombi. De blauwe lichten spookten door de aardedonkere morgen en in hun schijnsel zag ik twee agenten een gesprek voeren met de bestuurder. Ik voelde ijzigheid en vertraagde. Of ik dacht van te vertragen. Ik wou wel, maar mijn auto niet. In één vloeiende beweging gleed ik de brug af en ik stond meteen geparkeerd op de linkerrijstrook beneden, hondervijftig meter verder voor de rode lichten. Eventjes schrikken wel. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik de agenten mijn Goofy On Ice prestatie volgen en prompt sloten ze de brug af voor alle verkeer. Toen ik 's avonds tegen zevenen terug thuiskwam was ze nog steeds afgesloten.
Dat was spannend, maar humor was er ook. Tegenover de brug lag de opera. (Hij ligt er trouwens nog altijd). Op een blauwe maandag heb ik daar nog gewerkt. Niet als chanteur natuurlijk, maar naast de opera waren kantoren en daar zat ik dan. Op een winterdag in januari was het, werd onze aandacht getrokken door kerstspel van lichten (blauw, geel, oranje, wit) en sirenes. De brug was weer onberijdbaar geworden maar jammer genoeg stonden er een achttal auto's nog halverwege op. En ze begonnen te schuiven. Van links naar rechts, naar achteren, naar voor. Het was een waar spektakel om naar te kijken. Vooral toen een aantal wagentjes vooruit noch achteruit geraakten. De aanwezige hulpdiensten probeerden dan die auto's met mankracht boven te krijgen. En toen werd het pas helemaal lollig. Zeker drie agenten hebben we de brug zien afglijden op hun zitvlak. En daarna konden ze niet meer rechtgeraken, zo glad was het. Precies Comedy Capers of een betere Laurel and Hardy.
Nu je het even nagaat, het was al jaren niet meer verantwoord om die brug daar te laten roesten. Eindelijk mag ze weg. RIP, Kipdorpbrug. Roest in Vrede.
08-08-2006, 00:00 geschreven door Hill
|