|
|
|
If the future isn't bright, at least it will be colourful |
|
|
19-02-2006 |
Nooduitgang |
Antwerpen, Vondelstraat, zondagmiddag 19 februari, 16u45.
Voor het eetcafé Di Janeiro spelen drie Braziliaanse jongetjes voetbal met een plastieken Vittelflesje. Een Bulgaar probeert zijn aftandse Toyota kwijt te geraken op een plekje dat net te klein is. Hij parkeert zijn wrak half op het voetpad, half op de rijweg. Het is weinig druk in de Vondelstraat op zondag. De winkels zijn gesloten, en gedrenkt in grijs weer is de straat weinig aanlokkelijk. Halverwege de straat, op de dorpel van de slotenmaker (gesloten op zondag) zit een jonge blonde kerel. Ik schat hem een eind in de twintig, misschien vooraan dertig. Hij heeft een blondgrijze snor. Tussen zijn knieën houdt hij een bierblikje geklemd (Cara pils, het goedkoopste, hoe kan het ook anders). Hij keert zijn blikje om. Er lekt nog een laatste restje bier weg op zijn versleten jeans. Uit zijn jeansjasje (het moet barkoud zijn, om vandaag, in de wind, met niets dan een jeansvestje op straat te zitten), uit dat rafelige vestje haalt hij een minuscuul zakje van dik papier. De inhoud, een wit brokkelig poeder, giet hij voorzichtjes in de holle bodem van het blikje. Een windstoot doet een flink deel ervan verstuiven. Wankelend probeert hij met een vieze wijsvinger het weggewaaid poeder op te dippen, van tussen de trottoirtegels vandaan. Daarvoor moet hij zijn blikje wat hoger heffen, waardoor het nog meer in de wind komt te zitten en er weer een deel van verwaait. Hij heeft dit zelf niet in de gaten.
Ik zou hier nu een grapje over kunnen maken, maar ik wil het niet. Alleen die ene zin blijft door mijn hoofd malen : Waar is hier de nooduitgang ?
19-02-2006, 18:08 geschreven door Hill
|
|
|
|
18-02-2006 |
Kilometervreter met privéchauffeur |
Naast mij staat een Turkse of Marokkaanse familie aan te schuiven aan de kassa. De moeder in gewikkeld in een lang dekengewaad, in wit en groen. Ze duwt een buggy voort, zo eentje op drie wielen, met crossbandjes.
In mijn tijd waren buggies (een poussette heette dat toen in onze kontreien) nog gebouwd op een aluminiumchassis, met blauw-wit gestreept tentzeil overspannen. Vier dubbele wieltjes van grijs plastiek moesten mij de wereld ronddragen. Honderden kilometers heb ik afgelegd in die buggy, mijn grootmoeder aan het stuur. Zij was nogal een reizigster in die tijd. Voor zover ik me herinner deed zij toen boodschappen voor de hele straat. Naar de Sarma of de Unic de woensdag, naar de kruidenier, naar de ziekenbond, naar de paardenslager (waar zijn die trouwens gebleven, al die paardenslagers ? - niets zo lekker als een mals onbespoten stukje paardenbiefstuk-). En ik overal mee. Bij de pèrdenbeenhouwer kreeg ik altijd een stukje worst. Die met dat het rode velletje rond. Dat sneed de goede man af van een gigantische worst, twee armen dik en zeker een meter lang, die alleen voor mij klaarlag. Die duwde hij dan in een metalen snijmachine met een rood lichtje erop, die met een ssgwing milimeterplakjes kon afsnijden. Heel indrukwekkend voor een snotneus van drie en een half. En de vrijdag naar de markt op het pleintje. De vaste stopplaats was altijd de vishandelaar, want vrijdag is visdag. Hoe lang zou het geleden zijn dat ik op vrijdag nog bewust vis heb gegeten ? Als oma in form was (en dat was ze altijd) kreeg ik een speelgoedautootje van Matchbox of Majorette. Die van MB waren het stevigst, maar die van Majorette hadden de beste vering. Vrijdag zag ik nog een speelgoedautootje liggen in de supermarkt, een slechtgespoten replica van een Peugeot 307. De wieltjes bungelden erbij alsof ze elk moment konden afvallen. Zelfs de verhouding klopte niet meer. De wieltjes waren minstens twee maten te klein. Het was een Majorette. Kwaliteit zal niet meer belangrijk zijn zeker. Honderden wat zeg ik duizenden kilometers, heb ik afgehost in die buggy, als een koning in zijn koets. Op mijn vier jaar herkende ik elke wagen aan zijn wieldoppen, want dat was mijn ooghoogte : de Ford Granada, de Opel Kadett, de Toyota 2000 GT,... Een buggy van twee keer niets. Maar ik reed er de wereld mee rond. Twee heb ik er opgereden. Van de ene waren de wieltjes helemaal doorgesleten. Ik was de eerste in de buurt op lageprofielbanden. Kon ik heerlijk mee door de bochten gieren. Dat ik zo laag zat was niet zo aangenaam voor mijn oma, want nu kon ik op eigen kracht aan de handrem. Midden op het zebrapad kon ik dan beslissen om de buggy te stoppen. Terwijl grootmoeder in volle vaart nog net op het nippertje door het rood de weg wilde overvliegen, besliste ik van IEIEIEP ! En alles stond stil. Uitgenomen oma. Lachen ! Dat lachen heeft toen wel niet zo heel lang geduurd, moet ik zeggen. De tweede buggy, daar ben ik gewoon door gevallen. Tentzeil gescheurd en het chassis geplooid. En dat was meteen het einde van mijn leventje met privé-chauffeur. Van dan af moest ik de wereld veroveren op eigen kracht. Dat waren nogal eens tijden. Simpel en goed.
Tegenwoordig kan het niet blits genoeg zijn. De hedendaagse buggies zien er al zo stoer en hip uit als de BMW x-vijven en de VW Touaregs van de ouders. Ik had één handrem aan mijn buggy, één. Tegenwoordig hebben die kleuterkoerskarren hydraulische ophanging en oliegekoelde schijfremmen op de vier wielen. Op ieder wiel vering. Rubberbanden met noppen erop, zoals een crossmotor. Waar is dat in s hemelsnaam goed voor ? Wat zijn die ouders nu eigenlijk van plan met die kleine ? Eventjes met de peuter een Quad-parkoers afrijden ? Hebben ze de wisselbeker Paris-Roubaix voor vierjarigen in poussetten op het oog ? Het karretje lekker getuned om de eerste bocht op de wielerpiste aerodynamischer te nemen. En dan al die remmen op dat ding. Ja handig hoor, als we de kleine eens willen parkeren op de Tourmalet. Met zijn kop naar beneden. Waanzin.
Maar ik wou het eigenlijk hebben over dat Marokkaanse gezin uit de eerste paragraaf. Het zal voor een volgende keer moeten zijn. Ik vrees dat ik vanavond niet meer uit de jaren zeventig weg geraak. Waar staat mijn Dash-trommel met mijn speelgoedautootjes erin ?
18-02-2006, 21:17 geschreven door Hill
|
|
|
|
16-02-2006 |
Een heel klein beetje oorlog |
Om haar mondhoeken krulde een verbeten trek. Ze spande haar schouders en greep de kar steviger vast. Dat kon ik niet zien, maar ik voelde haar woede in elke pees van mijn nek. Ze ademde ook iets luider dan nodig, het was haast snuiven. Ik deed alsof ik het niet merkte, maar rechtte wel mijn rug om de klap op te vangen. Gespannen afwachtend of ze nog zou durven. Eventjes nog, als ze nog eventjes durfde te naderen. Ik zette me schrap, ik was er klaar voor.
Van nature ben ik de zachtheid zelve. Ik maak me zelden druk, Hill, de eeuwige goedzak. Kwatongen beweren zelfs de Lamme Goedzak, maar de dwazen, zij dwalen. Ik ben dus zo mak als een melklammetje, maar... je moet mij niet onnodig irriteren, mij pesten óm te pesten, mij opjagen als daar geen reden toe is. Want dan word ik boosaardig. Heel boosaardig zelfs, dan neemt de Mr. Hyde in mij het over. Het duurt wel eventjes voor je me zo ver krijgt, maar als het zo ver is, oeoeoeoe, gert joe verre. Zo heb ik een paar maanden geleden het keffertje van de buren opgevreten, moehahaha, dat zal het leren tegen mijn fiets te plassen, de rotpoedel. Met zijn geschoren pootjes en zijn jeanettenkapsel, bah.
Ondertussen bleef de spanning te snijden, een gewapende stilte. Niemand merkte onze onderlinge strijd, de krachtmeting ging tussen ons twee. En tussen ons twee alleen. Ik wist dat het nu niet lang meer kon duren, ze zou toeslaan, dit soort vrouwen moét altijd het laatste woord hebben. Of in dit geval de laatste daad.
Je kent dit soort vrouwen wel. Eind veertig en kwa rondingen zit alles nog waar het hoort te zitten. Al de rest echter is vergane glorie, krampachtig beschilderd wrakhout. Valse wimpers, de ogen zwaar opgemaakt met de grove borstel en een dichtgebetonneerd smoelwerk waar de betere stukadoor nog iets van kan leren. Van boven op hun kop het haar opgebrusht tot een soort van fuchsia ananas en aan de oren zwiephangers. Meestal zijn die dames, jawel mevrouw is een dame, dan nog kortgerokt en dragen ze blinkende panties. Hun benen mogen nog gezien worden, dat wel, maar boven dat spannend rokje zie je wel hun buikje uitpuilen. Zielig.
Precies zo eentje stond nu achter mij. Het rokje was een soort zwart plastiek, het moest nog tijgervel geweest zijn.
Nu gaat het komen dacht ik. En inderdaad ! Ze moest en zou nog eenmaal met haar winkelkarretje tegen mijn derrière aanrijden. Voor de vijfde keer al. Hierop had ik gewacht ! Het karretje botste tegen mijn opgespannen achterwerk en met een fraaie heupzwaai stuurde ik de winkelkar return to sender. Oei, pardong madam, zei ik nog. Altijd beleefd blijven, hèhèhè, dan kunnen ze je niets maken. Bij het betalen vond ik eerst mijn portefeuille niet, daarna liet ik mijn kopergeld vallen en ik heb heel lang nodig gehad om de boodschappen in mijn tas te doen. Ha, dat zal ze leren.
16-02-2006, 19:07 geschreven door Hill
|
|
|
|
15-02-2006 |
Het rode brommertje |
Langs de Italiëlei, tegen een boom neergekwakt, kun je een rood brommertje zien staan. Het staat er al sinds half oktober. Het stoort niemand, het staat netjes op de middenberm, vastgemaakt met een groot, zwart hangslot. Het leunt ietwat schevig tegen een schilferige plataan. De eerste dagen stond het er een beetje onwennig bij, als een oneigenlijke rode vlek tussen het bruingrijze van de winterbomen. Maar stilletjesaan is het één geworden met zijn omgeving. Alsof het brommertje er altijd heeft gestaan en er altijd zal blijven staan. Na een goede maand was de voorband lek. Een paar weken daarna zat er een deuk in de benzinetank. Het brommertje is sindsdien zachtjesaan beginnen roesten. Het valt niet op, oranje op rood, maar je kunt al bijna door de benzinetank heen kijken. De afgelopen maanden bleef het rustig rond het brommertje, het zakte alleen voorzichtigjes dieper weg in de modder. Tot verleden week, de koplamp werd kapotgelagen en daarstraks werd het voorwiel (met de lekke band) gejat. Ik vermoed dat de volgende stap het kapotsnijden van het zadel zal zijn. Waarom kunnen ze dat snorfietsje niet rustig laten sterven ?
Dat het moge roesten in vrede...
15-02-2006, 17:26 geschreven door Hill
|
|
|
|
14-02-2006 |
Coq au vin |
Zaterdagavond was het coq au vin.
Een vriend van mij had een vijftal kippen en één haan. Een paar maanden geleden zijn de kippen doodgevallen. Gewoon, pok, van hun stokje, op de grond. Dood. Eén of andere ziekte, maar het was niet de vogelgriep, verzekerde die vriend. De haan echter was taaier, die gaf geen krimp en bleef dapper door kraaien. Na de begrafenis van zijn hennen, leek het ons wel dat de haan net iets zieliger kraaide, zijn kukeleku klonk iets droeviger. Hij treurde. We hebben toen maar besloten om hem op te eten. Weer een goede daad.
Het beest werd geslacht en bompa heeft hem gepluimd. Hij werd in de vriezer gestopt (de haan, niet bompa) tot we nog eens een gezamenlijk gaatje in onze agendas vonden. Dat gaatje was dus vorige zaterdagavond.
Tegen halfacht werden we verwacht. De gastheer was toen al een paar uur bezig met het voorbereiden van het feestmaal. Allerlei warme toostjes, koude kazetjes en sneetjes salami, aangepaste wijnen, het was dik in orde. Alleen, het is nooit dik in orde bij hem, altijd gaat er wel iets fout. Hij kan daar zelf niet aan doen, hij is zo geboren. (Hij is de kerel die erin slaagde tijdens de les chemie de bunzenbrander in brand te steken. Zo iemand dus). We vroegen ons al af wat er nu weer zou foutgaan. Maar de haan werd opgediend en alles leek in orde. Alleen het bovenste stukje van de haan moest eraf gesneden worden omdat dit niet gemarineerd was. De pot was te klein en dat stukje kreeg hij niet ondergedompeld.
Eén van ons vroeg een stukje borst. De gastheer nam trots zijn groot vleesmes en ging op zoek naar de borst. Het haantje lag ondersteboven dus de borst moest onderaan liggen. Het beest werd omgedraaid, maar langs die kant was er ook geen borst te vinden. Vreemd. Het beest werd op zijn zij gelegd, maar ook daar alleen een karkas, met erboven velletjes gespannen. Van vlees geen spoor. Omdat hij behoorlijk nerveus begon te worden en hij almaar driester te werk ging op zoek naar vlees, werd hij de keuken ingestuurd om daar wat verder te kerven. In onze gedachten zagen we hem zo al de kom omgooien, met een jusfontein als gevolg. Kok au vin. Neen, kerel, leef jij je maar uit in de keuken.
Ondertussen hadden we nog steeds geen haan in ons bord en de worteltjes werden stilletjesaan kouder. Op tafel stond nog de tweede schotel met daarin de billen van het kraaibeest. Ik kreeg er eentje. En ook ik ging op zoek naar vlees. Eerst het vel eraf stropen. Zon gepukkeld heerlijk roestbruin gebakken stukje vel, maar wel met allerlei stoppels er nog op. Ik weet niet hoe bompa die haan geplukt heeft, maar volgens mij heeft hij alleen hier en daar de pluimen eraf gebrand. Nu ja, dat vel moest er toch af. Vlees, vlees, vlees, waar was hier vlees te vinden ? Onder het veloppervlak kon ik een mooi glibberig stukje vet afsnijden en langs de zijkanten verwijderde ik allerlei pezen en vliezen. Wat ik overhield was een stukje eetbaars ter grootte van een aansteker. Het kleine model.
Ondertussen kwam Björn terug uit de keuken met de droeve tijding. Aan het karkas was geen vlees te vinden. Alleen pezen, zenuwen en vel. En twee vlerkjes. Die werden verdeeld over de aanwezige gasten. Twee vlerkjes voor vier man. En twee aanstekers hanebout. Nnnnnice.
Nu, het moet gezegd, je proefde dat het vlees echt wel hormonenvrij was. De smaak was vol, doorleefd en je moest erop sjieken alsof je een rubberboot wou stukbijten. De gastvrouw probeerde het feestmaal te redden door vlug nog wat frieten bij te bakken en gelukkig hadden we goed ons deel gedaan in de toostjes.
Björn keek wel behoorlijk beteuterd moet ik zeggen. Tot hij plots opklaarde : er is nog dessert ! Hoera, dessert ! Hij verdween in de keuken en keerde terug met in zijn armen een grote doos sorbetijs. Ja, beweerde hij, speciaal gekocht, als je dat eet, zakt je eten...
Onze rammelende maag hebben we volgegoten met sloten sterke koffie en gedempt met heerlijke cake. Het was een geweldige avond, weinig gegeten, maar ongelooflijk veel plezier beleefd, en dat is het toch wat telt, niet waar.
De hele nacht heb ik geen oog dicht gedaan. Van de koffie.
14-02-2006, 18:27 geschreven door Hill
|
|
|
|
13-02-2006 |
Trein-taxi-bus dag |
Zondagavond was ik blijven plakken bij een vriend. Na het avondeten waren we in een discussie geraakt over het bouwjaar van de Lancia Stratos en de Lancia B037. Dat kun je zo opzoeken op het internet natuurlijk, maar dan kun je niet zo lekker discussiëren. En als je je amuseert, dan gaat de tijd snel. Opeens was het na negenen en ik moest mij reppen om nog de laatste trein naar Antwerpen te halen. Ik was net op tijd in het station om te vernemen dat de laatste trein afgeschaft was (auto, sporen, trein, boem). Om ons toch ter plaatse te krijgen zouden ze een bus sturen. Die boemelde dan naar Kortrijk en zou daar aankomen met een vermoedelijke vertraging van een drie kwartier, maar de aansluiting naar Antwerpen werd verzekerd. Dat garandeerde de stationschef in Ieper. Ok, voor mij geen probleem, als ik maar thuis geraakte. Er verscheen inderdaad een lijnbus en ik stapte op met nog een dertigtal gestranden, voornamelijk studenten op weg naar kottem in Gent. De busbegeleider kwam kijken of we allemaal een geldig vervoersbewijs hadden. Bij mij bleef hij even twijfelen. Het was wel geldig, maar Antwerpen, tsja, het was nu toch wel heel laat om nog tot in Antwerpen te geraken. De laatste trein naar Gent konden ze wel doen wachten, maar die naar Antwerpen niet. Maar dat was allemaal geen probleem, in Gent moest ik mij gewoon melden bij de onderstationschef en die zou zonder problemen een taxi charteren naar t Stad.
Hmmm, dat leek me eigenlijk best wel aangenaam. Zo maar eventjes een goede wat zou het zijn 60 km afleggen in een taxi en die niet eens moeten betalen. De taxi zou ik wel moeten delen met een medereizigster die ook op dat onchristelijk uur nog in de koekenstad moest zien te geraken. Een krullebolle van een jaar of 24-25 met een wipje in der neus. Dit kon nog een heel aangename avond worden. Ik begon inwendig te jubelen : Leve de NMBS !
Nu had ik wel wat voorbehoud bij zomaar een taxi krijgen. Stel dat die Gentse beambte daar nu eens geen zin in had, of dat die grapjas in de bus andere orders kreeg dan die in Gent. De kepie in Ieper had me tenslotte ook een ander verhaal opgedist dan die uit de bus. Wat zou ik doen moest ik in Gent stranden ? Wie kende ik in Gent ? A-ha, in Gent heb ik een goede vriendin wonen, bij die zou ik wel mogen aankloppen. Het was nog een knappe ook, en misschien heeft die wel een dubbel bed. Mmmmm, het werd kiezen tussen pannekoeken en wafels : ofwel driekwartier gratis Mercedes rijden met een zalige krullebol aan mn zij, ofwel een avondje slapen bij een heel tof meiske. De situatie zag er van langs om beter uit. Ik bruiste van binnen : Leve de NMBS !
De bus geraakte ten lange leste in Kortrijk en op spoor drie stond inderdaad nog een trein naar Gent te dampen. (Dat dampen is alleen voor het beeld hoor, het was een gewone electrische trein).
Ik stapte op en de anderen ook. Het treintje trok zich op gang, akke akke tuut tuut weg waren wij. Na een driekwartier of zo naderden we Gent en ik begon me al schrap te zetten. Spannend, wat zou het worden : Taxi of vriendin, taxi of vriendin, taxi of vriendin ? De trein stopte in Gent en daar riep de treinbegeleider om dat de volgende haltes waren : Dampoort, Lokeren, St-Niklaas en de twee Antwerpens. Heeej, rijdt die trein nu toch wel door tot in Antwerpen zeker ? Maar dat kan toch zo maar toch niet !
Toch wel, die mottige trein is er trouwens in geslaagd om bijna op het normale uur Antwerpen binnen te rijden.
De NMBS, ge kunt daar nu eens nooit op rekenen.
13-02-2006, 19:09 geschreven door Hill
|
|
|
|
|
|
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
|