Ik ga het nooit vergeten, het was in achtenvijftig, in de zomer van achtenvijftig, ge weet wel, die zomer daar, waarin Charly Gaul, monsieur Pipi gelijk dat we zeggen -omdat hij eens zo lang moet pissen dat hij was vergeten aan te zetten in de Ronde van Italië-, ge weet wie dat ik wil zeggen, awel, die Charly Gaul won dan zijn eerste Tour de France. Dat was nogal eens iets anders dan de solo van Landis. Acht minuten had den tweeden aan zijn been.
't Was in diezelfde tour trouwens dat Darrigade daar nog lelijk komen te vallen is. Ze waren al in Parijs, in de laatste 200 meter en nondedju, rijdt hij daar wel geen typ van de jury dood zeker. Steendood. Die jury vaneigens, niet Darrigade, dat was nen beer van een vent, dien is het jaar derop nog wereldkampioen geraakt.
Awel, in die zomer, op de radio speelde die zwarte daar, met zijn Deo Dee-ee-ee-oo, hoe heet hij weer, hoe zeg je ? Belafonte ? Just ja, Bolifante, die was het, die zwette.
Wel in die zomer, zat ik op het terras in mijn villa in Benidorm, een Sangriaatje te drinken als almetekeer de telefon gaat. Pas op, in 't jaar achtenvijftig, dat was nog iets speciaals, een telefon die gaat. Nog niet veel mensen hadden nen telefon in die dagen. Ik had er één, nen bakkelieten zwarten, de keunink had er ook één, de paus ook en voor de rest kende ik niemand eigenlijk die ook al een telefon had. Allez, dus die telefon rinkelt, de keunink was het niet, want ik wist dat die een keelontsteking had, en niet kost klappen dat w-e, hij was gaan skieën met zijn mond open, den uil, dus het moest de paus zijn.
Ik pak op en zeg : Yo man, how is it hanging, Seppe ? Maar ik was mis, het was den Pacelli niet! Ik hoordige eerst veel gereutel op de lijn en daarna, almeteens : Met Noël hier. Ik verstond hem eerst niet. Awel, met Noël, Père Noël, kende gij mij niet meer. Godverdomme, Noël joegne, oewistermee? Alles goe ? Joatjoatjoat, ge raadt nooit waar ik nu ben! Bij den paus ?
Oe dat ge't weet.
Wel Nicksjtje, ik bel voor het volgende. En hij begint me daar een uitleg te doen, over consumptiepatronen, over de crisis, over den oorlog, over zijn kapotte slee, ik verstond er nietepiete van. Volgens mij, had 'em gezopen. Weet je wat we doen, zeg ik, laten we den stok in twee doen en we spreken af in een café halverwege de baan (tussen Benidorm en Rome).
Bon, zo gezegd zo gedaan, den dag daarna staan we met zijn tweeën aan den toog van de Grote Pint in Antwerpen. Dat bestond vroeger ook al, dat café. En hij vertelt hoe moeilijk hij het wel niet heeft ginderachter in de sneeuw, hoe veel dat dat kost aan mazoet, hoeveel onderhoud zijn machinerie kost. Ge zoudt verschieten wat dat dat verslijt zo'n slee ! En achter een pint of tien komt het eruit : Of ik hem niet wil helpen. Logistiek & financiëel dan. Ik die toch ook dezelfde afzetmarkten aandoe, met een gelijkaardig product. Kijk Noël zeg ik, wij zijn er om mekaar te helpen, waar of waar ? Wat kan ik voor je doen ? Ik ga het hier niet allemaal aan je neus hangen wat we dan hebben afgesproken maar der sedert zijn wij gezworen kameraden.
Maar wat was de vraag ook alweer ?
Wat die Moose komt doen in dat gehele verhaal ? A, de moose, ja de moose. Schoon beest hé, zo'n moose! Ja, dat is een heel ander verhaal, dat van die Moose, heb je een minuutje tijd ?
Goh, dat is begonnen... in zesenzestig, geloof ik. Ja, het was in de zomer van zesenzestig, het was toen WK voetbal in Engeland. Ze hebben het zelfs nog gewonnen ook, den Engelsman.
Dat waren nogal ne keer voetballers toen, dat vinde den dag van vandaag niet meer : Eusebio, ne keer of tien heeft hij gescoord (sic) en Beckenbauer deed ook mee, voor de Duitsers.
Amai amai amai, die derde goal van den Engelsman, die ze goedgekeurd hebben op het laatst, veel dat er daar over te doen geweest is.
Ewel toen, in zesenzestig dus, ik zit op mijn terras nen Sangria te drinken als ik in mijn memorie terugga naar het jaar achtenvijftig, toen Gaul den tour won, Monsieur Pipi gelijk damme zeggen, maar dat gaat van voor uwen tijd geweest zijn...
Ik zat zo te peinzen op mijn terras, het is al een tijdje geleden dat ik de Noël nog eens gezien heb. Pas op, in die tijd pakte ne mens nog zo gemakkelijk geen vlieger, en ik omdat ik mij toch zat te vervelen -de voetbal was gedaan, en Portugal had niet gewonnen verdoemme- gong ik naar Lapland. Met de vlieger.
Ik stap in Kiruna over op een hondenslee en sukkel naar helemaal boven in Lapland. Dat van die slee was redelijk belachelijk, want in de zomer ligt er in Kiruna geen sneeuw, maar soit. Na vier dagen tsjolen kom ik ginderboven toe, ge gaat dat zien, het moet er altijd om doen, is de Noël niet thuis zekers! Op skivakantie met de keuning. En ik sta daar te blinken, met mijn hondenslee en mijne mijter. En muggen dat er daar zijn, ge hebt daar geen gedacht van!
Mijn hondjes zijn steendood van te tsjolen, maar ik moet mijne vlieger naar huis terug hebben! Dus ik denk zo, ik pak een paar van zijn elands mee om mijn slee tot aan de luchthaven te trekken. Pas op hé, lenen hé, niet pakken hé. Onder maten.
Dus ik op weg naar Kiruna terug.
En dan gebeurt het. Een wreed accident. Ik kan er nog moeilijk over klappen, maar hetgeen daar gebeurd is, is bijkanst niet gelooflijk. Almettekeer schiet daar geen eland in brand zeker. Poef, zegt hij en hij is weg. Branden en roken en stinken, niet te doen. Ze hebben het nog onderzocht in den tijd, maar ze zeiden dat ik er niets aan kon doen. Spontaneous Combustion noemden ze dat. Zelfontbrandend elandje. Ik was er vet mee.
Maar tussen ons gezegd en gezwegen hé, volgens mij was het dat niet zè. Dien eland was nen homo, daar moest je de oorzaak zoeken. Dat beest stond al de hele reis met een erectie, jong. Een erectie, niet gelooflijk, ge kost er een volwassen vent mee van zijn velo schieten, zukken erectie, maar ja wat wil je, als je de ganse dag op zo'n dansend gat moet kijken van zo'n rendier voor je. Volgens mij is dieje Charel gewoon opgebrand van goesting.
Jaja, lacht maar, maar ik stond daar met een gegrillde Moose. Rudolph the rednosed reindeer, mijn oor. Zwart was 'em. Zo zwart als mijn Piet.
Ik heb dan maar opgebiecht aan de Noël, hij is er speciaal zijn skivakantie voor moeten afbreken om naar de begrafenis te gaan. Maar ooit, ooit maak ik het goed, zei ik hem. Dat kunde niet, ik hoor het hem nog zeggen. Wedden ? En toen, achter al die jaren, toen ik in de Grote Pint Jerry-met-de-vier-tepels bezig hoorde over een rendier dat hier in de buurt woont, wel...
Bij nader inzien is dat geen zo'n goed gedacht om Noël nen eland cadeau te doen. Hij rijdt ondertussen toch met een slee op gas. En by the way, zeg dat beest jong, stinken dat dat doet. Het is voorzekers persoonlijk verantwoordelijk voor een derde van het gat in de ozonlaag. Ik ben het al meer dan beu. Als ge wilt, ge moogt hem hebben... Ja ? Echt ? Goed zo, ben ik er al vanaf.
Maar allez gow, soit, de groeten thuis, en naaste jaar krijg je een stuk chocolat extra.
--- Content als een klein kind tilde ik mijn slapende moose in het kinderzitje op mijn fiets, en terwijl ik er fluitende vanonderuit moosde hoorde ik de Sint op zijn boot roepen van : Amerigo? Amerigo ?
28-12-2006, 23:13 geschreven door Hill
|