If the future isn't bright, at least it will be colourful
30-07-2006
Boe!-ken
Met een goede vriendin heb ik gisteren een dagje rondgedwaald in Brugge. Het oorspronkelijke idee was een dagje zee, maar met de vreselijke warmte van 21 juli nog in het achterhoofd, stuurde ik op een agendawijzing aan. Voor mijn part mag de combinatie zon-zee-zand nu uit mijn leven verdwijnen tot halverwege november. Alleen voor een winterwaaiwandeling wil ik de blauwgeschelpte nog eens benaderen.
Het werd dus Brugge. Zonder voorop vastgelegd doel kunnen zo'n dagjes elke richting uitwaaieren : dat kan gaan van een winkelstratenwandeling tot een slenterdag van restaurant over cafetaria naar taverne. Of een parkliggers-en-naar-de-vogels-staren-namiddag. Deze keer werd het een boekenwinkelafschuimersdag. (Ik weet het ik ben oersaai). Het begon met een zonnecrème-insmeersessie langs de reien. Crème op de broek, op het T-shirt, tussen het gras en in de zonnebril. Het restje dat er nog overbleef was net genoeg om mijn kop en armen in te vetten. Dat was alvast een goed begin, het kon alleen maar beter worden. De wandeling ging langs de vestingen (dag boot !, dag zwaan !, dag jongedame op het strandlaken in bikini !, tot we het beu waren en we prompt ergens halverwege links de stad indraaiden. Twee straten verder trok een boekenwinkeltje onze aandacht, we gingen er binnen en kregen meteen de smaak te pakken. Het gevolg was dat we de hele dag boekenwinkel in en boekenwinkel uit kuierden. En waarom niet eigenlijk. Doorheen de jaren hebben we ook volgende fijn ritueeltje gecultiveerd. Telkens we samen in een boekenwinkel verzeild geraken, koopt zij voor mij een boek en ik er eentje voor haar. Voorwaar een fijne gewoonte. Ik ben er "Het huis met de Geesten" van Isabel Allende op rijker geworden.
Voor één keer was de hitte deze zomer draaglijk. Alleen in de Slegte was het benauwend warm. En de interessante boeken lagen dan nog op verdiepingen twee en drie. We zijn tot twee geraakt maar toen was het bobijntje op. Iedere keer dat ik mijn hoofd scheef hield om een titel te lezen, dreigde ik om te kantelen. En één keer heb ik dat ook effectief gedaan, toen mijn vriendin -ze had ook serieus last van de warmte- op het onverwachtse Boe! deed vanachter een hoge kast. Oeoeoe, my dicky ticker! Maar ik heb haar teruggepakt hoor, haha. Toen ze een uurtje later, van pure alteratie waarschijnlijk omwille van mijn geweldig lichaam, de hik kreeg, heb ik haar ervanaf geholpen door keihard : Baa ! in haar oregaatje te gillen. Voilà zie, katje mi katje were. En het leukste was : het hielp ! De hik was over.
Maar ik ken haar, ondertussen is ze waarschijnlijk al weer op wraak aan het zinnen om mij terug te pakken. Ik ben op mijn hoede.
30-07-2006, 20:36 geschreven door Hill
28-07-2006
Kokkerellen op vrijdag : doughnuts
De Zweedse kok gaat voor donuts :
28-07-2006, 22:55 geschreven door Hill
27-07-2006
Het vettig plekje
Al anderhalve maand tram ik 's ochtends naar mijn zweetwinning. Ik stap op aan halte Opera en vandaar over halte Diamant naar onder andere halte de Singel, het "Internationaal kunstcentrum van Vlaanderen" volgens hun site (jawel meneer, mevrouw, ik kies alleen cultureel verantwoorde tramhaltes !).
Trammetje rijden is een rustige bezigheid, zij het een ietwat saaie. In tegenstelling tot de trein houdt de tram geen verwachting van reizen in. Een afstand die je met de tram afhaspelt, kun je in principe ook makkelijk te voet aan. Er gebeurt ook nauwelijks wat interessants, daarvoor is het traject te kort. Je hebt nog niet eens je medereizigers afgeloerd of je moet er weer af. Meestal laat ik mijn blik dan ook meedrijven met wat langs de ruiten voorbijglijdt.
Vanmorgen had ik het moeilijker. Ik wou uit het raam kijken en zag een waas voor me die me deed knipperen met de ogen. Na 'une nuit blache' heb ik dat wel meer. Precies of de hersentjes nog niet wakker zijn. Of dat er een nachtelijke traansluier voor je lens zit. Ik knipperde twee drie keer, maar het wazige verdween niet. Het werd er alleen scherper duidelijk op, maar het bleef irritant midden mijn gezichtsveld. Een zonnecrème vlek op de donkere bril ? Ik keek scheel om de vlek te localiseren, hoewel ik uit ervaring zou moeten weten dat dit toch niet lukt. De bril afgenomen, nagekeken, schoongeveegd, maar zelfs zonder bril zag ik die vlek. Ze stond dus op de ruit. (Nice deduction, my dear Watson, say a bit slow). Een vettig plekje dus, van vijf en een halve centimer doorsnede. (Precies 5,5 centimer, inderdaad, ik heb het nagemeten. En voor jullie denken dat ik op een doordeweekse morgen naar kantoor tram met opvouwbare dubbelemeters in mijn zak of gedemonteerde passers, die ostentatief voor een overvolle tram ontvouw, en met het tongpuntje uit mijn bek me aan hogere meetkunde vergrijp : mijn wijsvinger meet van zijn uiterste puntje tot aan het tweede kootje precies 5,5 centimeter, vandaar).
Een vettig vlekje precies op ooghoogte, behoorlijk vervelend, je hersenen raken er niet aan gewend. Je kijkt weg, naar je medereizigers, wat is dat vandaag, allemaal lelijke zurigzwetende dragonders met blote bovenarmen. Je plooit terug naar je venstertje op de wereld, je ziet wazig, je knippert met de ogen en dan pas herinner je je, och ja, het is een vetvlekje. En dat zeker vijf keer op een kwartier.
Ondertussen begint dat vetvlekje me te intrigeren. Hoe zou het er gekomen zijn, het is geen overblijfsel van vette frietvingers, daarvoor is het te groot, het lijkt meer op... ja dat is het. Naast het vetvlekje kun je, als je een beetje schuinig naar de ruit kijkt, nog kleine vlekjes zien. Vier links en drie-vier rechts. De vetvlek is de neusafdruk van een kleutertje dat al rechtstaand op de bank zijn neusje tegen het raampje gedrukt heeft, met vuile vingertjes, tien !, erlangs. Als ik goed kijkt, kan ik zelfs iets zien wat op een mondje lijkt.
Ik weet niet waarom, maar de gedachte aan die dreumes voor dat tramraampje, maakt me gelukkig. Een mens heeft soms niet veel nodig om content te zijn.
27-07-2006, 20:36 geschreven door Hill
26-07-2006
Mussolini
Suffend lig je naast de zetel. Het parket geeft nog iets verkoeling. Je probeert een strip van Guust Flater te lezen, maar de warmte wint het van je concentratie. Zweetdroppels op je voorhoofd, op je armen, zelfs op je handen. Je had die milkshake niet mogen mixen, dat gaf de doodssteek. In de keuken is het nog drie graden warmer.
Je glijdt weg in een coma waaruit je bruusk opgebiept wordt door de GSM. Een sms'je. Van een onbekend nummer. Je opent het en leest : Wie was die Italiaanse fascist uit WO II. Met drie vraagtekens. Maar halfbeseffend wat er gebeurt, antwoord je : Mmussolini (inderdaad, ik tikte 2 immen). Het antwoord komt onmiddellijk daarna : Bedankt, nu zullen we kunnen slapen ! En ik ben op slag klaarwakker... Wie heeft me die vraag gesteld ? En waarom ? Was ze wel voor mij bedoelt ? En waarom wordt ze precies aan mij gesteld ? Is het niet te vroeg om al te gaan slapen.
Zij zullen kunnen slapen ja, maar ik, ik ga weer een slapeloze nacht tegemoet...
26-07-2006, 20:02 geschreven door Hill
25-07-2006
Dien avond en die Kobbe II
Dien avond en die Kobbe Dien avond en die Roze (door Gezellige Guido) (door Guido Gezelle)
'k Heb menig uur bij u 'k Heb menig uur bij u geweven en vergoten, gesleten en genoten, mijn speekselvocht alleen voor u en nooit en heeft een uur met u om ons webje te vergroten. me een enklen stond verdroten.
'k Heb menig menig blom voor u 'k Heb menig menig blom voor u omsponnen en behangen, gelezen en geschonken, en, lijk een moederspin, voor u en, lijk een bie, met u, met u er vliegen in gevangen; er honing uit gedronken;
maar nooit een uur zoo lief met u, maar nooit een uur zoo lief met u, zoo lang zij duren koste; zoo lang zij duren koste; maar nooit een uur zoo hard als ik, maar nooit een uur zoo droef om u, speeksel afscheiden moste, wanneer ik scheiden moste,
als het uur wanneer ik dicht bij u, als het uur wanneer ik dicht bij u, dien avond, uitgeweven, dien avond, neergezeten, mijn poten telde en sprak tot u u spreken hoorde en sprak tot u hey -ik vind er hier maar zeven ! wat onze zielen weten.
Noch nooit een web zoo schoon, voor u Noch nooit een blom zoo schoon, van u gemaakt, gespeekt, gezeverd, gezocht, geplukt, gelezen, als die dien avond blonk tot u, als die dien avond blonk op u, in zilverdraad geleverd ! en mocht de mijne wezen !
Te doeme toch en nonde q, Ofschoon, zoo wel voor mij als u, -'t begint hier weer te waaien - -wie zal dit kwaad genezen ?- mijn web en scheurt tedju een uur bij mij, een uur bij u het is weer naar de haaien; niet lang een uur mag wezen;
het is kapot, geen web voor u, ofschoon voor mij, ofschoon voor u, geen toekomst noch koop'ren sollen, zoo lief en uitgelezen, ik kobbe, mindervalied bij u, die rooze, al was 't een roos van u, in een rolstoel rond aan't bollen, niet lang een roos mocht wezen,
toch lang bewaart, dit zeg ik u, toch lang bewaart, dit zeg ik u, hoewel ik een poot verloze, 't en ware ik 't al verloze, mijn hert drie dierbre beelden: U, mijn hert drie dierbare beelden: U, mijn web -en- de artrose ! dien avond - en - die rooze !
25-07-2006, 19:27 geschreven door Hill
24-07-2006
Dien Avond en die Kobbe
Vanavond besloot ik de hitte te trotseren en een avondwandelingetje te maken. Dat was ook al eventjes geleden. Langs de Italiëlei met zijn belastingskantoren, aan de Porsche-garage linksaf, voorbij de Diamantsnijdersschool en voor de Londonbrug nog eens linksaf zo de jachthaven binnen. Op een bankje met zicht op de boten ging ik zitten.
De zeiljachten dobberden haast bewegingsloos op het inktzwarte water, dat alleen hier en daar doorsneden werd door het zachtoranje schijnsel van de lantaarnpalen aan de oever. Ik keek naar de statige pakhuizen, nu gerenoveerd tot loften en kunstgalerijen. Een onvermoede rust kwam over mij. Vakantie. Voor de eerste keer dit jaar voelde ik de vakantie. Door de hitte was ik helemaal vergeten dat de wereld met vakantie is. Vakantie. Het bleef nog onwerkelijk klinken.
Twee banken links van mij zat een vrijend paartje (met t). Het bleken twee jongens te zijn. Een Zuid-Amerikaanse vrouw, een beetje dikkig, liet haar hond uit, zij op blote voeten, hij op blote poten. Een briesje, och, briesje, het was niet meer dan een zuchtje, wind kwam opzetten. Vier rimpels in het water. Ik sloot de ogen. Zo ontspannen was ik niet meer geweest sedert... waarschijnlijk sedert die vier dagen in een stadspark in Hannover in '97. Op de iPod kabbelende acid Jazz van the Wizards of Ooze, gevolgd door Echo Beach van Martha & The Muffins. Het was perfect. Misschien wel te perfect.
En toen viel die spinnekop in mijn nek. Een vette spinnekop, met een dik bol achterlijfje van een vingerkootje lang. Ik zat niet onder een boom, noch onder een afdakje, waar die stiekemerd vandaan kwam ik weet het echt niet. Waarschijnlijk gedragen door het briesje. Met een spastische nekslag en een veegbeweging met mijn linkerhand liet ik de kobbe op de grond vallen. Ze keek verdwaasd om zich heen en spurtte toen uit het licht vandaan onder mijn bank. Gelukkig nog dat ik een nauwaansluitend T-shirt droeg en dat ze niet IN mijn T-shirt terechtgekomen was.
Dien avond en die Kobbe, ik weer. Ik voelde het prikken in mijn nek. Zou ze gebeten hebben ? Zou ik morgen onder de bubbels staan ? Het zal toch geen gifspin geweest zijn, die meegereisd is met een container en die hier door de aanhoudende warmte met gemak overleeft ? Moet ik nu in zeven haasten naar het Instituut voor Tropische Ziekten om een spuitje tegengif ? Beeldde ik me dat nu in of begon mijn schouder te slapen ? Een beetje wel, en mijn arm begint ook stijf te worden...
Hou op Hill ! Je bent van slag van de warmte. Ga naar huis en schrijf er morgen een gedicht of zo over. Den Guido heeft het ook gedaan toen hij zich prikte aan een roos. En hij is nog negenenzestig geworden.