Hij zit in de zetel, en haalt een sigaar boven. Een echte, een handgerolde Cohiba Exquisito, uit El Laguito, Cuba. Eentje zonder taxbandje. Hij neemt hem tussen de vingers en snuift het aroma op. Hij drukt hem even aan. Het dekblad veert mee, de sigaar is gezond. Met een vlijmscherp mesje knipt hij het uiteinde eraf. Hij zuigt aan de vrijgemaakte opening, twee keer (droog roken), en neemt de voorsmaak in zich op, kruidig, het cederhout van het kistje smaakt nog door, maar zal dra plaatsmaken voor het zoetige van het dekblad.
Alle tijd nemend, met preciese bewegingen strijkt hij een lucifer aan. Hij belicht de sigaar en draait die teder tussen de vingers. Langzaam, het lijkt een eeuwigheid te duren, vat de sigaar vuur, hij zachtjes puffend, blauwe rookwolkjes hoestend, tot een oranje cirkeltje het uiteinde verlicht. De blauwe rook kringelt zich, eerst aarzelend, daarna welbewust, in het kaarslicht omhoog en vermengt zich, met de waterverzadigde grijze wolken die de mond blaast. De rook proeven en ruiken.
De CD verwarmt, Ascenseur pour l'Echafaud van Miles Davis, de trompet in sourdine kringelt met de rook mee, mee omhoog en dempt, deemstert weg tegen het plafond.
Op de salontafel staat, naast de asbak, een portoglaasje, met daarin een neusje blended Schotse whisky. Geen single malt, die zou toch maar gedood worden door de Cohiba, dat zou zonde zijn, maar een stevige geturfde, die weerwerk biedt aan de zware zwarte zoetige sigaar. Het kelkglaasje bewaart de aroma's in zijn buikje en geeft die bij nippen vrij in een boeket van hout, honing en toch nog de compacte grondsmaak, die smakelijk accordeert met het colorado maduro van de Cohiba mélange. Naast de whisky staat op het salontafeltje ook nog een Italiaanse espresso, dampend, klaar voor na het roken, het nagenieten. Mokka, met een chocolaatje ernaast.
Miles Davis, de soundtrack bij een regenachtige herstavond, kleurt de avond oker, neen amber. De flikkerende kaarsen werpen aangename schaduwen op de dichtgetrokken gordijnen. Hij sluit de ogen en laat zich meeslepen door zijn zintuigen, de werkelijkheid dromend.
Hij is een echte levensgenieter, zeggen ze. Hij is een Bourgondiër, zeggen ze. Hij weet wat goed is, hij weet het goede leven te appreciëren. Zeggen ze.
Hij zegt niets, zit alleen in zijn zetel, en staart in de kaars. Met troebele ogen.
10-10-2006, 23:54 geschreven door Hill
09-10-2006
Als een keizer
Deze avond ben ik terechtgekomen in een pizzeria. Hoe gaat dat, je ontmoet een vriend, drinkt een pint, drinkt nog een pint, drinkt nóg een pint, je beseft dat je thuis alleen maar een grote pot zure yoghurt in de koelkast staan hebt én dat de winkels ondertussen dicht zijn. Dan kan pizza een oplossing bieden.
We vonden een Italiaantje, weggedoken in een hoekje onder de kathedraal. Een pizzeria met vreemde aanblik, eigenlijk. Ze wouden er alles aan doen om de Italiaanse sfeer op te roepen, maar echt geslaagd ?, neen. Olijfgroene obers, die je aanspraken met een Siciliaans accent, kaarten van Italië en een levensgroot portret van Marlon Brando als The Godfather aan de muur. Okee, de Godfather was een heel goede film, maar Vito Corleone blijft toch hét symbool van de Siciliaanse maffia, met zijn geschiedenis van corruptie, eer en bloederige afrekeningen. Ik blijf het merkwaardig vinden. Stel je voor dat wij, om het Belgische karakter van de frituur te benadrukken een borstbeeld neerzetten van Marc Dutroux.
Kortom, La Dolce Vita, het wilde niet echt lukken. Vooral omdat het restaurant doorsneden werd door een monumentale trap. Zo eentje die je kent uit de danszalen in de films over Sissi, waar dan duizenden koppeltjes in crinoline jurken en hoge boorden een walsje oemtata oemtata oemtata ta'en. Een gigantische trap, onverenigbaar met een pizzeriaatje in een achterafstraatje.
We bestelden. De Calzone kwam, en ging, de fles vino rosso kwam en ging en toen moest ik pissen. Ik sprak zo'n olijf aan, en hij wees naar de trap. Met een knoert van een Antwerps accent maakte hij me duidelijk dat ik die trap op moest. Ik schreed naar boven als een koning. Als een koning, wat zeg ik, als een keizer. Zelden werd zo geschreden in een doodgewone pizzeria als ik vanavond.
De pissijnen waren in zwart marmer, stijlvol. Lange Willy deed zijn ding, werd deskundig afgedrupt en teruggestopt. Handen wassen met paarse lavendelzeep, afdrogen aan de gordijnen (papieren handdoeken waren nergens te vinden) en ik verheugde mij al op het terugschrijden naar de eetzaal. Ik sloeg de deur van de toiletten achter me dicht. 'Sloeg' inderdaad, ik had de zwaarte van de deur nog niet matig onderschat.
Met een knalrode kop daalde ik de trap af, terwijl twintig paar ogen me aanstaarden met een blik van : Zo, die is wezen schijten...
Koning, keizer, admiraal, Popla gebruiken ze allemaal.
09-10-2006, 22:53 geschreven door Hill
08-10-2006
De danseres
Ze danste, met de ogen dicht, voor mij alleen. Zachtjes, bijna onmerkbaar heupwiegend. Haar lange, haast transparante jurk, nauwaansluitend, wit met geel met oranje. Op blote voetjes danste ze naar me toe, nog steeds de ogen dicht. Ik keek geboeid, het hoofd in de handen gesteund. Een glimlach speelde om haar lippen, een glimlach speelde om mijn lippen.
Ergens ging een deur open en tocht trok de kamer binnen. Ze huiverde in haar nachtpon en ging harder dansen, extatischer ook. Ze werd een wild beest, ze sloeg voorover, achterover, ze sloeg dubbel. Haar rosse rode lokken verblindden mij, verwarmden mij, hitsten mij op. Toen sloeg de deur dicht en ze kwam weer tot rust. Haar bewegingen werden gecontroleerder. Ze drukte haar armen tegen haar lichaam. Ze stond stil, de lange haren over haar schouders gedrapeerd. De voeten tegen elkaar. Schoonheid in rust.
Ik blies haar uit en ging slapen.
08-10-2006, 21:43 geschreven door Hill
07-10-2006
Grijze bandjes
Rolstoelen, ze werken op mijn systeem. De kriebels krijg ik ervan. Niet zozeer van de rolstoelen zelf, maar van hun bandjes. Ik weet niet waar ik die fobie nu weer heb opgelopen, maar ik heb al sinds mijn jeugd een grondige hekel tot zelfs ronduit angst voor rolstoelen met van die lichtblauwgrijze bandjes erop. Ook ziekenhuisbedden hebben die soms. Ik kan er echt niet tegen. Als de banden van hard, zwart rubber zijn, dan is het geen probleem, desnoods steken ze er rupsbanden onder, mij allemaal goed, maar van die grijze piepwielen, beikes, neen. Als ik er eentje spot in het straatbeeld, dan probeer ik er altijd zo ver mogelijk vanaf te blijven. Maar soms lukt dat niet.
Vandaag, ik ga de krant halen, ik ben nog niet halverwege, of een deur wipt open net voor mijn neus, en zo'n rolkar komt eruit gemanoevreerd, achterstevoren. In de rolstoel zit een hele vlezige madam, aan het stuur (roer ?), een nogal dikkig mannetje. Hij heeft mij niet gezien, druk doende als hij is, met zijn rug naar met toe. Zijn gezicht kan ik niet zien, maar het lijkt alsof hij nogal wat moeite heeft met zijn co-ordinatie, hij loopt zowat tegen me op en als de rolstoel eindelijk volledig op het voetpad staat, geeft hij hem met zijn lendenen een duw voorwaarts. Het gevaarte zet zich in beweging.
En ik loop erachter. Ik kan er niet links voorbij, ik kan er niet rechts langs, de jolige joker daar slingert over de gehele breedte van het voetpad. Het is nochtans meer dan breed genoeg, maar er is geen inhalen bij. Op straat kan ik ook niet, want daar staan geparkeerde wagens. Normaal heb ik altijd de tijd, maar het was een rolstoel met van die grijze bandjes, dus ik moest daar weg. Weg weg weg. Het was precies of hij het erom deed. Is die nu zat, die gast ? Op dat uur ? Manmanman, het is zaterdagmorgen, het zonnetje schijnt, het krantje kraakt, thuis zal de koffie ondertussen doorgelopen zijn, en ik moet hier achter een fobie aanlopen. Zat om, wat zal het zijn, nog niet eens tien uur. Marginalen. Verdomme toch.
En die tante in die rolstoel laat maar betijen, die laat zich maar slingerend rondvoeren. Waarschijnlijk ook zo stoned als een garnaal. En ik daar maar achter. Zigzaggend. Het begint zelfs te regenen. Op mijn verse krant. Mijn humeur is al bijna volledig uit de haak als ik mijn kans zie : een gaatje in de rij geparkeerde auto's. Ik sluip dichterbij en tel mijn stappen uit om het exceptioneel konvooi voorbij te schieten. Nog drie, nog twee, één, ja nu ! Ik dender er voorbij als een ontspoorde dieselloco, en in het passeren werp ik mijn zwartste blik (en ik kan heeeel zwart kijken) op de rolstoel en begeleider.
Ze zijn alleszins familie van elkaar, moeder in de rolstoel en zoon aan het commando, samen op wandel. En dan merk ik het, de zoon heeft het syndroom van Down. Een mongooltje, dat zijn gehandicapte moeder voortduwt.
Oew Hill <slik>
07-10-2006, 20:23 geschreven door Hill
06-10-2006
Zondag.Antwerpen.Zondag
06-10-2006, 20:28 geschreven door Hill
05-10-2006
Bezigheidstherapie
Ze zijn er weer. Drie dagen geen zon, twee keer waaien en hopla daar komen de blazemannen alweer. Gisteren nog in je bioscoop (Ghostbusters) en vandaag de pleinen onveilig makend met hun bladerenblower. Hun wat ? Hun bladerenblower jawel. Die overgroeide stofzuiger die op de rug gedragen wordt en waarmee je voeoeoeoeoe kan doen, en dan dwarrelen de bladeren van de ene hoek van het park naar een andere hoek van het park. En daarna weer terug. Hoe onnozel. Het zijn ook altijd mánnen met een bladerenblower. Dus het zal wel weer een verlengstuk van hun mannelijkheid zijn, denk ik dan. In grootte omgekeerd evenredig.
Het doet me eigenlijk -ik weet niet waarom- denken aan motorfietsen, daar is ook iets mee. Pas op ik heb niets tegen motors, snorbrommers, grasmaaiers of vespafietsen. Vooral niet als er een stoere meid op zit. In spannende leren jekker en van die rijlaarzen. En als ze dan haar helm kwasi nonchalant uittrekt en haar haren in model schudt. Zucht. Maar motoren, hebben jullie dat ook al opgemerkt ? Hoe trager een motor gaat, hoe meer lawaai hij maakt. Zoef : Suzuki 750. Wat was dat ? Geen idee, heb jij iets gezien ? Neen, het zal de wind geweest zijn. Broem : BMW 1100. Kijk daar, schoon masjien. Ja zeg, wat een prachtmeid. Ik bedoelde de motor... Miiiiiiii: Motobécane, de nozem op zijn snorfiets, zonder helm noch papieren en met de politie erachteraan. BLAF BLAF BLAF : de Harley voor het rode licht.
Maar waar was ik ? A ja, de bladerenblower. Je vraagt je soms af hoe ze het verzinnen. Welke gedrogeerde ingenieur komt er in godsnaam op het idee van : waarom zou ik niet eens een stofzuiger maken die geen stof zuigt maar stof blaast ? En zijn vrouwelijke collega (Da Moose is vrouwvriendelijk) De ingenieuze dus : Ja, laten we dat eens proberen, en we marketen het als de ideale tool om -broehaha, gniffel gniffel, blijft er bijna in- bladeren te verblazen. Beiden dubbelgevouwen van het lachen, gaan ze aan hun tekentafel zitten en ontwerpen : de ... ja, de wat ? Weet iemand eigenlijk hoe zo'n ding heet ? Heet dit echt bladerenblazer ? Vacuüm steamer ? Stuifverschuiver ?
Deze namiddag heb ik zo'n blaaskaak bespied in het bosje (zes bomen en één hondentoilet groot) naast het werk. Hij, de man, een echte, met opgestroopte hemdsmouwen, een tatoeage van een geketend hart op zijn bi-, quadri- en anticeps en de verplichte Antwerpse snor, rommelde wat aan tussen de struiken. Voeoeoeoe. Een beetje koteren onder die ene zitbank die het parkje rijk is. Voeoeoeoe. Daar liggen geen bladeren, knuppel, zie je dat dan niet ?!, daarna wat onder de struiken. Voeoeoe. Ik zocht dekking achter een plataan, ik dacht nog bij mezelf, straks blaast hij dat gebruikte condoom in mijn gezicht, wijlen weg. Maar de mens, hij bleef bezig.
Tot hij een blaadje had gevonden. Eén zielig blaadje. En dat blies hij met een onwaarschijnlijke smile op zijn bakkes naar de overkant van het park. Daar stond dan weer een andere plantsoenschraper die -met een goede oude borstel- het blaadje in een blik (van stoffer en -) veegde, zo'n blik met een meterhoge rode stengel eraan, zodat hij zich niet moest bukken. Met een heupzwaai gooide hij dat blaadje dan in een witlinnen zak. Net op tijd, want daar was de windbuil alweer met nóg een blaadje. Dit keer een groen. De plurk had het zelf afgetrokken en op de grond gegooid.
En toen nam ik mij voor om vannacht terug te keren naar dat parkje en er mijn perforator in leeg te knijpen. Dat wordt lachen morgen.
05-10-2006, 23:26 geschreven door Hill
04-10-2006
Drie haiku's
Onder het motto Verandering van spijs doet eten : een haiku trilogie getiteld "Vandaag"
Voor
Hoog op drie poten De herder vindt verlossing draaitol van geluk
Tijdens
Het ribbel leder zuigt zich smeerpatégewijs smeuïg vast - Ow Shit
Na
Met een dorre twijg hinkend huppend op één been schoeisel schoonschrapen
04-10-2006, 19:28 geschreven door Hill
03-10-2006
Drama voor Dertien Personages II
Drama voor dertien personages, probeer die maar eens te verwerken in een samenhangend verhaal van enkele regels. Eentje waren we er zondag al kwijt, zijn tijd vershoppend in de taxfree ergens in Singapore. Maar laten we het vooral overzichtelijk houden : van beide koks wil ik eventjes niets meer weten, dus die schrappen we. Nog tien te gaan, dat schiet lekker op. Wie kunnen we nog missen, ma ja de siamese tweeling, die hebben de hele nacht geslapen, dus wissen die handel. Resten ons nog : acht dramatische personages, dit moet lukken. Go !
Het is middernacht. Tegen alle verwachtingen en tegen de geplogenheden van Smessevier week-enden in, liggen we al allemaal in onze bedstee. Rotzak Robbe had ons afgemat en het vuur zat er niet in die avond. Tegen elkaar op geeuwen is niet de meest spannende manier om een avond door te brengen.
We liggen in onze stapelbedden nog een beetje te zoeken naar het zachtste plekje tegen de oksels van Morfeüs, als ergens links onder mij een dieselmotor aanslaat. Het begint zachtjes pompend, maar gaat algauw over in een hortend gedzoekdzoekdzoek. We zitten allemaal recht in bed. Alleen de filosoof slaapt door (de filosoof slaapt overal door, zeker na een zevental Leffes). Ik spits de oren en probeer het geluid te localiseren. De intensie wijzigt, ik hoor zelfs puffen als van ontsnappend gas. Een stoommotor ? Een gasturbine ?
En dan begrijp ik waarom Jantje bleef doorslapen. Hij is het, het monster Ultrasson. Hij is het die de duivelse decibels produceert. Jantje kettingzaagt. Jantje snurkt. Mij kan dat zo heel veel niet schelen, ik stop mijn oregaatjes dicht met twee fluoriscerende groene oordopjes (het is een merkwaardig zicht, ik geef het toe, maar het werkt) en ik leid m'n gedachten af naar mooie slapende meisjes in veel te grote pijama's. Maar niet iedereen blijkt even vooruitziend geweest. Johnny, de oeverloze woelt stofwolken de donsdeken uit en Dup'n probeert de stilte te herwinnen door zijn vuisten gewikkeld in wollen sokken tegen zijn oren te drukken. Het helpt niks. Het moet al na tweeën zijn als hij met nijdige stap, zijn slaapzak achter zich aan sleurend de trap afsukkelt naar het salon, waar twee versleten sofa's staan. Johnny vloekt binnensmonds. Daar gaat zijn geweldig idee (want hij kent Dup'n al wat beter). Prei kent Dup'n minder goed. Dus begeeft ook Prei zich neerwaarts. Het is hem slecht bekomen. Dat schattig Pongske bleek al evenzeer over een 5000CC Diesel te beschikken, waarvan hij de max paardekracht ten zeerste benutte. Vroenk. Prei weer naar af. (hier verdwijnt Prei uit het verhaal, we hebben hem de volgende morgen pas teruggevonden, in zijn auto, stokstijf bevrozen met de box'jes van zijn iPod in de bloedende oren).
Ondertussen boven, zaten wij nog altijd te genieten van Einstürzende Neubauten live aus Berlin. Je kunt je ertegen verzetten, en je kunt wel beweren dat je geen oog hebt dichtgedaan, maar tenslotte overwint Klaas Vaak het toch en tegen vieren stuikten de overgeblevenen in slaap. En dan : Euuaaah! Euuaaah! Euuaaah! Euuaaah! Euuaaah! Vijf keer luid en dan nog twee keer Euuaaah! Euuaaah! oorverdovend. Man, ik krijg nog mierentetjes als ik eraan denk. Twee seconden daarna was ik aangekleed, zes seconden en een buil later (dat ik bóven in een stapelbed sliep was ik even uit het oog verloren) had ik de deur naar de brandtrap al vast. Mijn blote voeten op het koude metaal, ik rilde de laatste vaak uit mijn botten. En ik kwam tot het besef dat ik daar alleen stond. Dat alle anderen bleven liggen. Ik keek rond. Geen vuur, geen gas, geen inbrekers, niets. Alleen slapende of beter wakker liggende smesseviergangers. Tiens. Ik maar weer naar mijn bedstee. (Later bleek het Robbrecht geweest te zijn. Die heeft de akelige gewoonte om luidop te dromen (Hij droomde dat wij hem opsloten in een berghok, voorwaar een voorspellende droom)). Maar de hulpkreten van Robbe hadden toch één positief effect : De motor van de filsosoof was stilgevallen. De Leffe was verbrand. Alleen nog een binnenmonds gepruttel verraadde zijn positie.
Halfvijf en we konden slapen. Trillende oogleden en een boksbal achterin de hersenen. Eindelijk rust. En toen kwamen de muggen. Maar het was niet zoals het klinkt. Het bleken geen muggen. Vlooien waren het. Maar als een mens moe is steekt het zo nauw niet meer meer.
De volgende morgen zaten we allemaal geradbraakt aan tafel. Met uitzondering van de filosoof natuurlijk. Die was kipfris. Hij kreeeg een dreun. De bloemist onderwierp de wandelaar aan een kruisverhoor over zijn nachtelijk gehuil en drukte zijn sigaar kapot op diens voorhoofd. De sfeer was er een beetje uit.
Gelukkig troostten we ons met de gedachte aan die lekkere hutsepot die 's middags op het menu stond...
03-10-2006, 20:11 geschreven door Hill
02-10-2006
Ziek
Een kop als een koperen klok en darmen waar om de driekwartier een volwassen egel doorgewrongen wordt. Dit is het dichtste dat ik vandaag bij een tekstje kom.
Hoe onrechtvaardig is de wereld toch. Ziek en niet eens zat geweest. Het zou niet mogen zijn.
02-10-2006, 19:31 geschreven door Hill
01-10-2006
Drama voor Dertien Personages
Setting : Een vermolmde smidse omgebouwd tot slaapbarak. Het is middernacht, de wereld slaapt. Twaalf mannen liggen verspreid over de ruimte in stapelbedden. Buiten wast een gezapig regentje de bierresten van tussen de terrastegels.
Dramatis Personae : (onderverdeeld in de Ouderen (bouwjaar vòòr 1947) en de Middelbaren (bj. 1975).)
De Ouderen : Johnny, de oeverloze, ook wel 'de directeur' genoemd : Slaagt erin om iedere anekdote uit te spinnen tot een alomvattende avondvoorstelling waarbij "Ten Oorlog" van Lanoye en Perceval een kattebelletje lijkt. Begon ooit zijn antwoord op de vraag hoe oud hij nu was met volgende zinsfrase: Ik weeg mij alle dagen, dat is een hobby van mij, om driekwartier daarna te eindigen met ...en dus heb ik mijn auto gekocht in 1993. Wat was de vraag ook al weer ? Loopt er vaak bij met roze snorpunten, houdt van geuze met grenadine. Jantje, de filosoof : Staat bekend als groot verteller en filosoof. Kan de meest complexe discussies de grond in boren met de vraag of de hutsepot al warm is. Verzot op 'gele' Leffe, staat na één pintje op zijn hoofd. Blijft dan de hele avond giechelen, zoals Azraël, de kattekop uit de smurfen : Ghèghèghèghèghè. Heeft volgens eigen zeggen een bril, maar niemand heeft die ooit al gezien. Is altijd zoek, die bril. Altijd.
Frans-van-de-Delhaize, de volumineuze : De kok. En zo ziet hij er ook uit. Alleen een snor heeft hij niet, anders ware hij perfect gecast. Is zo breed als hij groot is. 1m85. Heel gemakkelijk op zijn paard te krijgen. Arm paard... Favoriet gespreksonderwerp : de hyena's die in Botswana aan zijn tent kwamen snuffelen.
The Dynamic Duo : M'n'N (spreek uit Eminin); Siamese tweeling. Waar de ene is, is de andere. Je kunt ze herkennen aan de oren. Met die van M kun je niet vliegeren.
Prei : Gewoon Prei.
Robbe, de wandelaar : Grootste hobby is het uitstippelen van eindeloze wandelingen, daarbij systematisch de cafés uit de omgeving mijdend. De rotzak. Heeft absoluut geen afstandsgevoel, iedere wandeling is volgens hem tussen de vijf en de zes kilometer. Ook als we er acht uur over doen. Wordt zoveel tegengewerkt als menselijk mogelijk.
Robert, de bloemist : Rookt sigaartjes die geweldig stinken. Zijn gezicht is geboetseerd uit een derrivaat van kunsthars en elastisch rubber. Zegt niet veel (sigaar zit altijd in de weg), maar heeft the Evil Eye. Kijkt meestendeels als een boosaardige viking op speed. Kan evengoed met één wenkbrauwfrons de quantumfysica uitleggen, én er zijn eigen interpretatie aan toevoegen. Krijgt meestal de slappe lach, helemaal alleen.
Laurent, de rijkswachter : Zijn voornaamste bestaansreden is de oeverloze Johnny kanaliseren. Wordt daar ruimschoots voor vergoed. Functioneert in deze setting als hulpkok.
De Middelbaren : Jan-van-Johnny : Carbon copy van de directeur. Doet niet mee. Zat te nagelbijten ergens halverwege Taiwan en Dranouter, naast een overboekt vliegtuig. Koekwie-van-Leuven, de onbewogen beweger : Doet niets, zegt niets, weet alles. Neigt naar God. Wordt de volgende Belgische astronaut, alleen weet hij dat nog niet.
Dup'n (Pongske voor wie hem héé-éél graag ziet) : Bumperklever par excellence en Leffelebberaar. Missing link tussen Jan en Koekwie. Heeft de meest praktische kijk op problemen, denkt in oplossingen. (Vooral, en eigenlijk alleen, in de boeiende wereld der Leffeconservatie.)
Hill, de ziener. Doet niets, zegt niets, weet niets. Schrijft alles op.
En de actie of het gebrek daaraan is voor morgen.
01-10-2006, 22:06 geschreven door Hill
Alweer
Dan ben je eens vooruitziend en werk je je de vrijdagmorgen in het zweet (ik tik nogal uitbundig) om tekstjes te voorzien die resp. zaterdag en zondag moeten verschijnen. Je komt zondagavond uitgeput na een w-e niksen thuis van weg geweest en ze zijn niet verschenen. Boehoe.
01-10-2006, 18:47 geschreven door Hill
29-09-2006
Kokkerellen op vrijdag : Banana Split
De Zweedse kok temt een banaan. En in één ruk door een volledig volksdansgezelschap :
29-09-2006, 12:34 geschreven door Hill
28-09-2006
Paardestaart in de war
Zij was te laat. Ik was te laat. Zij liep voor me uit, op smalle hakjes, de benen breeduitzwaaiend, maar gehinderd door haar rokje. Ik stapte stevig door, gelijkmatig met lange stappen. Zij kon niet meer en hijgde uit tegen een bushokje. Ik stapte voorbij, gezwind.
Zij vond haar tweede adem en begon opnieuw te lopen. Ik hoorde der hakjes tikken. Ze liep me weer voorbij. De wangen vuurrood, haar lange blondbruine paardestaart volledig in de war. Haarlokken schoten alle kanten uit, plukjes haar, mooi kleverig nat. Ik stapte voort, in tempo. Weer was ze op en weer stond ze uit te hijgen, dubbelgebogen, haar handen op haar knieën.
Ik wou haar niet voorbijlopen. Haar een arm geven en ondersteunen tot aan de tramhalte, haar moed inspreken (komop meid, nog eventjes), dat wou ik. Haar een kusje geven in haar nek, haar lange haar opnieuw verzamelen tot die edele paardestaart en mijn arm om der heen slaan.
Maar het was kwart voor negen, het was Antwerpen, een haastige straat en geen roman. Ik liep haar gewoon voorbij.
En ik vind het nog steeds rottig van mezelf.
28-09-2006, 22:19 geschreven door Hill
27-09-2006
Vorsprung durch Technik
Wie dit blogje regelmatig volgt, weet dat ik op ongeregelde tijden te maken krijg met tegenwerkende technologie. Enige regelmaat valt er niet in te ontdekken, het valt vooral voor op dagen met een 'N' of een 'R' erin. Dan gaat opeens alles stuk, alles wat maar te verzinnen valt met een stekker aan spant tegen mij samen om het bloed van onder mijn nagels te sarren. Afgelopen week is o.a internet uitgevallen, de LAN-connectie van mijn PC, de router, de harde schijf, de videokaart en het klokje. Het erge is dan nog dat ik er niet eens veel aan kan doen. Alles loskoppelen, heraanelkaar knopen, tegen shotten, nogeens loskoppelen, opnieuw in elkaar vijzen en hopla, hij doet het weer. Of niet, en dan moet het hele proces nog eens over. Geen enkel onderdeel is vervangen, en de PC bolt weer als nooit tevoren. (Tevoren bolde hij ook nooit.) Zo'n dagen dus.
En vandaag was er weer zo eentje. De klokradio brult je wakker (dat kreng is nooit stuk), je steekt het licht aan en het lampje knalt. Niet onmiddellijk, dat is te gemakkelijk, neen het gloeit op tot oranjegeel, het knippert een paar keer met zijn peer en dzzidzzi-dzzi-tt. Gedaan. De voorbode van een dagje stappen aan de zij van good ol' Murphy. Het scheren heb ik wijselijk achterwege gelaten, maar strijken moest wel. En ging ook wonderwel. Het strijkijzer warmde niet op, maar dat kwam omdat de stekker er niet inzat. (Da's niet helemaal waar, hij zat wel in, maar het stopcontact stond niet ingeschakeld. In Da Moose Tower kan dat.) Nu, als je heel snel met strijkbout heen en weer beweegt én er keihard mee drukt wordt ze ook wel warm, dus dat is geen punt.
Alleen was ik zo veel te laat. Ik spoeide me naar de ondergrondse. Tram twee komt eraan, ik haal al mijn tienrittenkaart boven, als ik besef dat ze gisteren blokkeerde. In zeven haasten naar de ticketverdeler voor een reservekaartje. Optie 1 : dagrit <Tonk>, optie 1 : zone 1+2 <Tonk>, optie 2 : Proton <Tonk>. Voer nu je protonkaart in : Jaja, allez jong <TonkTonkTonk> <Tonk> (Touchscreens zijn niet aan mij besteed 's morgens.) Goed, proton bliebt, betaling ok, maar geen ticket. Niets. Zelfs geen errorbewijsje zoals ik al twee keer bij de trein voorhad. Gewoon niks. Gelukkig was de tram nog niet vertrokken, tussen twee dichtklappende deuren nog net de valreep gehaald (Mind the Trap!), maar ik haal het. Ik heb deze morgen dan maar zwartgereden (ik ben voor de goegemeente toch al een halve neger).
En dat was het aangename deel van de dag, Murphy was toen nog niet eens goed wakker. Een opsomming ? Vastgezeten tussen de draaideuren op het werk, niet lang, hooguit een twintigtal seconden, maar... daarna nog een dienstweigerende badge. Zeker acht keer met dat ding voor de scanner staan zwaaien, de horlepiep gedanst, om dan een luizige piep te krijgen om 9u01. Godverdomme toch. Een mens zou ervan gaan vloeken. De lift ingestapt naar de achtste verdieping. Ik had het moeten weten. Het ding is niet stilgevallen, dat is voor in de films, maar is gestopt op 3,4,5,6,7 en 14. Ik was in mijn haast vergeten om het knopje naast verdieping acht in te drukken.
Eindelijk ter burele, je doet je jas uit, en de telefoon rinkelt. A-ha, bonjour Bernard, comment ça ! Bien bien. Tiens Hill, est-ce normal que l'application ne fonctionne pas ? Zucht. Aujourd'hui probablement oui. Ik bel eens naar de informatica afdeling. Je te tiens au courant. Hallo, zeg Daisy, Bernard laat me hier weten dat onze applicatie (ze heet James. James, om U te dienen!) het niet doet. Weten jullie hiervan ? Doodse stilte aan de andere kant van de lijn. Hallo ? Oei, we hebben er gisteren inderdaad iets aan veranderd. Ja, ok, jammer dan, maar dit moet wel opgelost worden, je belt me terug als je meer nieuws hebt. Het werd het grootste incident ooit met ons computersysteem. Voor de liefhebbers, data contactlogging van september fysiek gedeleted uit de databank. En de dagelijkse back-up gecrashed. Wel ja waarom niet... als we toch bezig zijn.
En zo ging het maar door vandaag : kleurenprinter print alleen witzwart, e-mail verstuurt geen attachments meer,... en die kleurenprints moeten morgen gebruikt worden bij een presentatie op het directiecomité. En mijn printer thuis doet het ook niet. Boehoeoeoeoeoe.
Het werd té erg vandaag, zelfs Murphy vond het erover. Hij nam mij in de arm en als troost heeft hij mij een espresso geschonken, een duivels sterke met extra suiker. De perfecte espresso. De perfecte troost. Ik heb mijn hoofd tegen zijn schouder gelegd en ben snikkend in zijn armen in slaap gevallen.
27-09-2006, 22:12 geschreven door Hill
26-09-2006
De witte neger
Ik heb iets van een neger. Althans, negers vinden dat ik iets heb van een neger. Vandaag was het de derde (!) keer dat een zwarte medemens mij aansprak en me toevertrouwde dat ik zeker zwarte voorvaders moet gehad hebben, Afrikaans bloed.
Deze keer was het de geblokte verkoper op de Keyserlei. Mussieur, mussieur ! En dan wil hij mij, ik weet al niet meer wat, aansmeren. Je vois que vous êtes un vrai Africain, dans votre âme. Zo begon hij. Waarschijnlijk roept hij dat tegen elke mannenmensch of ranke deerne die de pech heeft zijn blik te vangen, maar toch toch. Dat verklaart die andere twee niet.
Degenen die mij beter kennen rollen nu over de grond van het lachen : Hill, de Afrikaan, die onwel wordt als de temperatuur boven de twintig graden durft klimmen. Hill met zijn schil van wit dennenhout, licht ontvlambaar bij het geringste vermoeden van zonnestraal. Hill, die voor zover zijn stamboom reikt alleen bleekscheten ontmoet. Langs moederskant zit er wel een druppeltje Deens bloed (Ik ben een Viking in het diepst van mijn gedachten), maar Afrikaans, mo gow wi. En toch is het zo.
De eerste keer dat iemand me zwarte noemde, was in New York (de staat, niet de stad). Ik was er gestrand in een onooglijk dorpje, Syracuse heette het, geprangd tussen het absolute niets en het hol van Pluto. Gestrand klinkt erger dan het was, want ik zat op hotel. Mijn toenmalige werkgever had besloten om mijn kennis bij te schaven en dat moest persé daar gebeuren. Daar zat ik dus. Vijf weken in the middle of nowhere, met werkdagen van 8 tot 22 uur. Ik zag er de lol niet van in.
Leonard ook niet. Leonard was een Texaan en volgde dezelfde opleiding. Hij was het prototype van de gezellige opblaasneger, 120 kg schoon vlees aan de haak en zeer vroom. Twee keer in de week ging hij naar de mis en dan hees hij zich altijd in zijn beste pak. Omdat er toch niets beters te doen was, trokken we vaak samen op in die vijf weken. Hij had geen wagen en ik had er daar ook geen, dus deden we boodschappen voor elkaar. Taxi naar de Mall, 12 km verder en mondvoorraad kopen om de dag door te komen. We konden wel eten in het hotel, maar na vier dagen soja-omelette met gebakken worstjes krijgt je spijsverteringsstelsel een afwerende reflex. En dat heet dan weer reflux. Zo karden wij in het w-e van hot naar her en van zig naar zag, ik gebruikte zijn gelijkstroomadapter, hij mijn tondeuze ("clippers"), ik schreef zijn computerprogramma's, hij leende me zijn Charles Mingus tapes.
En halverwege week drie, in de bar van het hotel, na een uitputtend partijtje tafeltennis, de Budweisers werden ontkroond (een mens went aan alles in tijden van nood en ontbering) vertrouwde hij het me toe. Hill, son, you must have black genes, mmm mmm, you do, you have the African blood in you. Daar was hij vast van overtuigd ("Positive !"). Dat kon niet anders. Niet alleen was ik behulpzaam (en dat waren blanken niet), dan hield ik ook nog van zwarte muziek (black jazz, reggae). Daarenboven bewoog ik precies als een zwarte (Hallo ? Ik dans zo harkerig als een geconstipeerde giraf). Maar het was een compliment, ik kreeg er toen de tranen van in mijn ogen, we werden vrienden voor het leven. (Na het beëindigen van de opleiding hebben we elkaar nooit meer gezien, gebeld, gemaild. Zo zitten mannen nu eenmaal in elkaar. Maar zit ik ooit in de knoei in Bushland, ik kan hulp zoeken bij Lamme Goedzak Leonard.) We werden dronken en vrede was op aarde.
De tweede keer was in de Quick op de Keyserlei. Daar weer. Het was eigenlijk al begonnen in de trein. Vraag me niet meer hoe, maar ik was in gesprek geraakt met een Algerijn uit Porquerolles (Zuid-Frankrijk), hij was daar de slager. De mens was uitgeput, het was ramadan of zo en daarom mocht hij pas na zonsondergang eten en roken. De zon viel en we gingen naar de Quick. En daar werd ik bij zijn Antwerpse Algerijnse vrienden voorgesteld (ze zaten daar op hem te wachten) met heel veel schouderklopjes als qq'un de chez nous, un homme blanc avec une âme africaine. Ik kreeg een schok. Nog eens ! We zijn niet zat geworden toen, want hij mocht niet drinken van zijn geloof.
En vandaag dus weer. Ik zal het op den duur nog moéten geloven. En dan wordt alles plots duidelijk ! Ik zie het licht. In een vorig leven ben ik voodoo-priester geweest. Met pinnen in popjes kriebelen. Vandaar dat ik in de kleuterklas primus prikken was !
26-09-2006, 21:14 geschreven door Hill
25-09-2006
Meneer Asbest
Het was weer hectisch vanmorgen. Deze week zat de agenda sowieso al eivol en daarboven kregen we een telefoontje uit Sint-Niklaas dat Hilde, Hilde, de meid die de contacten met de buitenwereld verzorgt, met een hernia in bed ligt. Paniek alom, temeer omdat Hilde morgen een grote klant moet bezoeken. Ik werd aangeduid als chinese vrijwilliger : Hill kun jij dit overnemen, jij kent de rapportage het best, en het is 's avonds...
's Avonds. Als er 's avonds iets te doen is, is het meestal voor mij. Mijn collega's behoren allemaal tot het barend geslacht, en dan nog tot het behoorlijk vruchtbaar barend geslacht. Ze zitten stuk voor stuk met minstens één koter van twee jaar en een half. En bij mij gaan ze er van uit, dat een vrijgezellige man 's avonds toch alleen maar aan de toog hangt, dus ik heb de nachtshift. Attent van de chef, ik zou hem straks nog dankbaar moeten zijn.
Maar geen probleem ik zou dat varkentje wel wassen. Benieuwd hoe zo'n grote klant er zou uitzien : een gezellige dikkerd met vetvlekken op zijn pak, kwistig asse strooiend met zijn Montecristo N°2, of misschien was een lange zurige kweepeer in grijs streepjespak Richmonds kettingpaffend. Of of of, waarom niet, een eenzame carrièrevrouw van halverwege dertig die al jaren niet meer aan haar gerief was geraakt... Plots zag ik het licht. Dinsdagavond wordt broeierig. Moehahaha.
En waar moet ik zijn, voor die dikke vis ? In Molenbeek. Oei, in Brussel, hoe zou ik daar geraken zonder auto ? Pak maar een taxi. Het werd alsmaar beter : de Mercedes rijdt voor, de chauffeur helpt mij uit zijn limousine, verhitte juffra in naaldhakjes en zomermantelpakje staat me al op te wachten. Met haastige stem informeert ze of ik wel degelijk Meneer (met hoofdletter !) McGraw ben, ik bevestig, ze trekt me aan mijn das naar binnen en terwijl ze zachtjes in mijn nek bijt, gromt ze, die zaken doen we later wel. Hoe-oe, het wordt een heerlijk avondje daar morgen in Brussel.
O ja, Hill, nog dit, bel haar even, en laat ze weten dat jij morgen gaat en niet Hilde. Haar ? Haar ! Het is een haar ? Ja, ene mevrouw Amantia. 't Zal een Italiaanse zijn zeker... het is een dikke vis, vooral goed soigneren en niet voor het hoofd stoten, als ik haar statistieken bekijk is ze heel belangrijk voor ons bedrijf. Soigneren zei hij, soigneren. Het zal er niet aan mankeren (en op een gallicisme meer of minder kijken we niet). Het klonk me alsmaar harmonieuzer in de oren, Amantia, Amantia, ti amo, mon Amantia.
Al trillend draaide ik haar nummer (ik heb een heel oude telefoon op het werk). Drie rinkels, nog drie rinkels en dan een zachte vrouwenstem : Bonjour, S.A. Amantia, puis-je vous aider ? Bijna, bijna ! Maar neen, het was de secretaresse. Kunt U mij doorverbinden met Mevrouw Dominique Amantia a.u.b. ? En dat in perfect Frans natuurlijk. Jawel. Ikke. Moi. Un instant s.v.p... Ik hoorde veel geruis en geklik op de lijn en toen kraakte een vermolmde mannenstem : Dominique Amantia à l'appareil ! Volledig mijn kluts én mijn illusies kwijt, stotterde ik : Bonjour euh monsieur Amiante...
Ik zal morgen héél hard mijn best mogen doen.
25-09-2006, 23:47 geschreven door Hill
20-09-2006
Over mijn geweldig groot verstand
Ik heb veel te veel hersenen, een overschot aan brein. Ja, het verwonderde mij eerst ook, maar je leert er mee leven hoor. Tot het verleden maand echt wel de spuigaten begon uit te lopen ; mijn schedel werd te klein. Het zal je maar overkomen, boven mijn voorhoofd, net in de haargrens begonnen mijn hersenen uit te puilen. Een hele bult kreeg ik er. Eerst vond ik dat nogal jolig, maar dat ding bleef maar groeien. Ik heb dan wel geen teevee maar op National Geographic heb ik ooit een reportage gezien (overburen, verrekijker) over Zuid-Amerikaanse Coneheads, Middeleeuwse mensen met een schedel als een verkeerskegel. Het leek me vooral onpraktisch om je haar te moeten kammen met gestrekte arm, dus ik naar de dokter.
Of hij daar niet iets op wist : schedelboring, tupperwaren elastisch schedeldak, mijn hersenkronkels harder opwinden, ik zeg maar iets. Hij bekeek mijn kop vanop zeven meter met een schuin oog en besloot toen : Opereren, dat gezwelletje nemen we wel eens weg. Of hij zeker was van geen vitaal hersenweefsel weg te snijden, wou ik nog weten. Dat zijn geen hersenen, wees hij kordaat af, hersenen zitten langs de binnenkant van je hersenpan. En die bobbel zit langs buiten. Een aantal cellen in je huid zijn gewoon op hol geslagen, meer niet. Weet je dat wel zeker, probeerde ik nog mijn zelfbeeld te redden. Ik ben toch dokter ? Nou, dat zegt ook niet alles. Ik heb economie gestudeerd, maar ik heb nooit een touw kunnen vastknopen aan een financiële jaarrekening. Oóit stond ik op het punt het te begrijpen, maar toen lag het blad ondersteboven en kreeg ik koppijn.
Voor hij kon beginnen moest mijn haar weggeknipt worden. Hij greep naar een Gilletje, maar ik was hem voor en haalde triomfantelijk mijn tondeuze boven. (Ik zit met de gekste dingen in mijn jaszakken). Ik heb hier al veel vreemde kerels binnengehad, maar jij bent de eerste die zijn eigen tondeuze meeheeft. Dan probeer je al eens attent te zijn, mmwwof. (het is een gouden regel bij mij : Mensen die in mij gaan kerven probeer ik altijd zo gunstig mogelijk te stemmen. Je kan ze maar beter ten vriend houden. Zo neem ik voor de tandarts altijd een zak chocotoffs mee. Die ik in de wachtzaal al voor de helft zelf oppeuzel).
Ik moest plaatsnemen op de snijtafel en mijn schedeldak werd verdoofd. En toen begon hij te snijden. De eerste vijf minuten voelde ik niets, voor mijn part zat ik bij de kapper en kreeg ik een brushing, ik zou het niet kunnen zeggen. Maar zo rond de zevende minuut begon het tegen trekken. Hij moest inmiddels al metersdiep zitten want ik voelde hem koteren en peuteren tot in mijn liezen. Onaangenaam, jazeker, maar dat was niet het ergste. Het ergste was het geluid. Ik voelde wel niets, maar ik hoorde alles. Zonder overdrijven, het klonk alsof hij een rauwe biefstuk, met lekker veel bloed nog in, aan het opensnijden was. Wees maar zeker, bij het intikken van die zinnen trek ik een even gedegoûteerd gezicht als jullie bij het lezen hiervan. Maar gedeelde smart is halve smart en jullie lagen niet op die tafel vrijdag. Na.
Ik wist heel goed dat hij niet IN mijn hersenen aan het stoeien was, maar dat verhinderde mij niet om te denken : hopla, daar gaat mijn spraakcentrum, flotsj, mijn wiskundeknobbel weggesneden, spletsj, nog drie millimeter en ik ben psychopaat... Ik wou net in zwijm vallen toen de verpleegster (er was ook een verpleegster die de dokter assisteerde) me zei dat het af was. Klaar. De dokter was in zijn nopjes. Het doet deugd om zo'n mooie ongeschonden tumor te kunnen wegsnijden. Dat komt veel te weinig voor, zei hij nog, meestal is het een etterplas, maar bij jou was het perfect. Mja, moest ik mij nu gevleid voelen ? Ik mocht mijn gezwel ook nog eens bekijken, het stak in een plastieken potje met rood deksel. Ik bedankte, ik moest nog eten.
De draadjes mogen er over twee weken uit. Maar ik denk dat ik ze zal laten zitten. Dan staat er tenminste nog iets op mijn kop dat op haar lijkt.
20-09-2006, 17:54 geschreven door Hill
19-09-2006
Wannes
Wannes geniet van de morgenzon op zijn getaande gezicht, de hoed schuin op het achterhoofd, zodat de stralen zoveel mogelijk gezicht kunnen warmen. Wannes is een oude man, vijfenzestig schat ik hem. Hij slentert door het stadspark, aan twee per uur.
Voor de uitgedroogde vijver blijft hij staan, zijn handen op harde groene afsluiting. Bekaert. Hij staart, neen niet staren, hij kijkt geamuseerd toe hoe het groen de lege vijver overwoekert, hoe grassen en kruiden de plas dichtgroeien. Hij mijmert. Nog een laatste keer blikt hij in de zon, en dan wandelt hij verder, schoorvoetend.
Zou ik de man aanspreken ? En vertellen hoe ik daarstraks ook voor die vijver stond, en ook naar het groeien van het gras keek ? Zou ik hem bedanken ? Voor zijn gedichten, zijn inzichten, zijn muziek ? Och, laat ik hem maar met rust laten, de morgen de morgen laten en de stilte niet breken.
Ik kijk meneer Vandevelde na tot hij om de hoek verdween. Ik ga ook naar huis. Tevreden dat ik die grote meneer ontmoet heb, en tevreden dat ik hem niet gestoord heb.
19-09-2006, 18:32 geschreven door Hill
11-09-2006
Vruchten plukken
Komende dagen geen tekstjes, het spijt me. De Oelewappers van Tele2, voorheen Versatel hebben het in hun kop gestoken om de snelheid van hun netwerk te vergroten. De wijziging zou gebeuren op 11/09, vandaag dus, en voor die datum moest ik mijn modem herprogrammeren. Alleen, die rotte kloothommels wisten mij dat te melden in een schrijven dat pas deze morgen in de bus stak.
Ik citeer even uit hun bewonderenswaardig proza : "Evolueren. Om U nog beter te dienen". Dat is de titel. Humpf. Ik moest dus één en ander downloaden voor vandaag of anders geen internet meer, jammer. Voor meer informatie : zie internet, staat er nog schoontjes bij. Sadisten zijn het. En in PS : Tele2 kiest voor een verbeterd netwerk - en u plukt er de vruchten van. Zo kan ik het ook, ze zorgen ervoor dat de helft van hun klanten niet tijdig hun instellingen kunnen wijzigen zodat de rest kan surfen op een halfbezet netwerk, wat dus dubbel zo snel is. Simple comme dire bonjour.
En dus zit ik nu zonder internet, en jullie zonder tekstjes. Tot ik een plakwaaier van Tele2 aan de lijn krijg morgen en die me een zinnige uitleg kan geven zonder dat ik weer allerlei modems moet herinstalleren, programmeren of pocheren. Hoe lang het zal duren, ik weet het niet, mektoub. Het spijt me, maar het is niet anders.
PS : Dit klaagdicht is alleen tot stand kunnen komen doordat een barmhartige neef (hij verhuist binnenkort en zal mij dan nodig hebben om kisten te sjouwen, jaja) mij de toegang heeft verleend tot zijn pursunnul see.
Ik groet U. Moge de dienst communicatie van Tele2 de bloedkanker achter het hart krijgen.