1. Medjugorje: Mirjana gaf reeds eerder aanwijzingen dat het eerste geheim een regionale gebeurtenis betreft [deel 5 ]
"De enige zekerheid is dat de wereld zich naar het kwade heeft gekeerd en dat het eerste geheim nodig is om te worden wakker geschud. Het zal de wereld doen stilstaan en de mensen doen nadenken," zei Mirjana in dit interview, dat ik verkreeg tijdens het schrijven van mijn boek "The Final Hour," maar dat nog niet is uitgebracht. "Nooit heeft er een tijd bestaan zoals deze, nooit werd God minder geëerd en geëerbiedigd dan nu, nooit hiervoor hebben er zo weinig mensen gebeden tot Hem. Alles lijkt belangrijker te zijn dan God en dat is de reden waarom Hij zoveel weent. Bovendien wordt het aantal ongelovigen steeds groter en groter. Terwijl zij streven naar een beter leven, is God voor de mensen overbodig en niet noodzakelijk meer geworden. Daarom ben ik heel bedroefd voor hen en voor de wereld. Zij beseffen niet wat hen te wachten staat. Als ze ook maar een kleine, vluchtige blik zouden mogen werpen op de geheimen, als ze het konden zien, zouden ze zich wel op tijd bekeren. Maar, aangezien de tien geheimen, die God ons via de Gospa doorgeeft, nog steeds niet zijn aangevat, kunnen ze zich nog steeds bekeren en uiteraard vergeeft God altijd diegenen die zich met oprecht berouw bekeren."
"Iets zoals een ramp?" vroeg Fr. Ljubicic bij een andere gelegenheid.
"Neen," antwoordde Mirjana, "het zal niet iets zijn dat zo enorm is. Dat zal later komen. De eerste twee geheimen zijn absoluut niet streng en wreed. Wat ik bedoel is, ja, ze zijn streng, maar niet zo ernstig als de daaropvolgende geheimen.
Mirjana, die steeds zeer discreet was met betrekking tot de geheimen en ze zelfs openlijk relativeerde [waarbij ze kritiek uitte op hen die spectaculaire profetieën doorgeven], zei niettemin dat de geheimen van die aard zijn dat ze dikwijls "verward" is en op het punt staat om te "wenen."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Chris De Bodt
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 192]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Jezus op de Golgotha. Zesde en zevende val en Jezus inkerkering
De Farizeeërs te paard bleven staan aan de westkant van de plaats van de terechtstelling, waar de berg een zachte helling heeft. De kant naar de stad toe, die men opklom met Jezus en de twee moordenaars, is woest en steil. De nagenoeg honderd Romeinse soldaten uit het Zwitserse grensgebied stonden gedeeltelijk hier en daar op de berg, gedeeltelijk rondom de aarden wal. Enigen van hen bevonden zich bij de moordenaar die men, om ruimte te winnen, niet direct naar boven had gevoerd, maar een beetje beneden de top, waar het pad zuidwaarts afbuigt en op hun rug tegen de bergwand had doen liggen, de armen nog steeds gebonden aan de dwarsbalken. Een grote massa volksmensen [hoofdzakelijk gemene lui, vreemdelingen, knechten, slaven, heidenen en vele vrouwen, allemaal mensen die niet voor verontreiniging bang hoefden te zijn] verdrong zich op de cirkelvormige plaats, terwijl er op de hoogten in de buurt altijd meer lieden bijkwamen, van hen die naar de stad trokken. In het Westen, op de berg Gibon, stond de hele bevolking van één van de Paaskampen tezamen in in groep. De meesten keken van ver toe, sommigen traden dichterbij.
Het was ongeveer kwart voor twaalf, toen Jezus, binnen de muur gesleept, onder Zijn kruis neerstortte en Simon van Cyrene werd weggejaagd. Zij trokken de Heer aan de touwen omhoog, bonden de dwarsbalken los en legden ze voorlopig naast de stam. Ach, hoe ellendig en droevig, hoe gebroken, bleek en met bloed bevlekt ...een beeld van verschrikking! ... stond de arme Jezus daar op de plaats van de marteling. Zij rukten Hem weer tegen de grond, en riepen spottend: "Wij moeten zien of de troon naar uw maat is, koning!" Maar Jezus ging zelf gewillig op het kruis liggen; was Hij niet zo ellendig er aan toe geweest, Hij zou het vlugger hebben gedaan en de rakkers hadden Hem niet eerst tegen de grond moeten rukken. Zij rekten Zijn leden uit en maakten tekens, waar de handen en voeten kwamen. De Farizeeërs schimpten en scholden de hele tijd.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 192]
Preken
Op wie heeft de duivel het gemunt?
Misschien denkt ge bij uzelf: "Wie zouden er nu eigenlijk het meest bekoord worden?" De dronkaard en de kwaadspreker natuurlijk, de wellusteling die zich met zijn hele lichaam in de vuiligheid stort, en ook de vrek, die alles grijpt en vangt wat hij kan! Neen, broeders, neen, die niet! Integendeel, de duivel veracht hen, of liever: hij houdt hen tegen! Hij is bang dat ze hun boosaardig leven te vroeg zullen beëindigen. Hoe langer ze leven en hoe meer kwaad ze doen, hoe meer zielen ze door hun slecht voorbeeld naar de hel zullen slepen.
Als de duivel bijvoorbeeld die oude onkuisaard zijn gang had laten gaan, zou hij misschien al op zijn vijftien- of twintigjarige leeftijd gestorven zijn. Dan had hij dat jong meisje niet meer van haar maagdelijkheid kunnen beroven. Dan had hij haar niet mee kunnen trekken in de afschuwelijke poel van zijn zonden, en ook die andere vrouw had hij dan niet kunnen verleiden en die jongeman zou het kwaad, waarin hij nu misschien tot zijn dood verstokt blijft, nooit hebben leren kennen. Als de duivel de dief er toe had aangezet om geen enkele kans onbenut te laten, zou hij allang gegrepen zijn en geen gelegenheid meer gehad hebben om zijn buurman tot diefstal te brengen. Als satan die dronkenlap bijvoorbeeld niet een beetje gematigd had, was hij beslist in zijn liederlijkheid omgekomen. Hoe langer hij nog drinken kan, hoe meer zielen hij zal meelokken op het slechte pad. Als de duivel die muzikant, die zaalhouder of die herbergier bij de een of de andere ruzie van het leven had beroofd, zouden er heel wat minder jongelui bedorven zijn. Sint Augustinus leert ons dat de duivel dergelijke mensen zelden lastig valt, integendeel, hij veracht en bespuwt hen.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 192]
Hoofdstuk 27. Mariaverschijningen
Nicky: Heeft Onze Lieve Vrouw van Medjugorje ooit gezegd dat de oorlog ginds deel uitmaakt van de waarschuwingen voor de wereld die aan de zieners zijn gegeven? Maria: De waarschuwingen zijn geheim, maar Vicka is daarover ondervraagd en haar antwoord was: "neen, de oorlog maakt geen deel uit van de waarschuwingen." Hier vroeg de persoon het volgende: "Als deze ongelofelijk verschrikkelijke oorlog geen deel uitmaakt van de waarschuwingen, hoe groot moeten de waarschuwingen dan wel niet zijn?" Hierop antwoordde Vicka: "U hebt zojuist uw eigen vraag beantwoord." En over hetzelfde onderwerp hebben twee anders ziensters, Marija en Mirjana ook geantwoord. Marija zei: "Deze oorlog is een kruis voor ons, Kroaten, en een waarschuwing voor jullie," terwijl Mirjana zei dat "alles wat we over de geheimen moeten weten zich in het Boek der Openbaringen bevindt."
Toch moeten we ons nooit of nooit ongerust maken, want elke vrees komt van satan. Als we bewust met God trachten te leven, elke dag, dan zal Hij ons beschermen voor alles wat er voor ons ligt. Biddende mensen zullen veilig zijn, maar zij die niet bidden zullen afgesneden worden van elke bescherming en alles moeten ondergaan. Zo eenvoudig is het, en wij moeten op God en Zijn Moeder vertrouwen met het vertrouwen van kleine kinderen.
Nicky: Het moet wel gevaarlijk geweest zijn om naar Medjugorje te reizen tijdens deze jaren. Maria: Ja; satan doet alles wat in zijn mogelijkheden ligt om ons niet aan Medjugorje te doen denken, maar, ondanks de verschrikkelijke, satanische oorlog, is Medjugorje nooit ontoegankelijk geweest. Als de mensen zich geroepen voelen om te gaan, moeten ze zich niet laten leiden door de verwarrende en oneerlijke pers. Ook mogen ze zich niet laten leiden door de verzekeringsmaatschappijen of verklaringen die gedaan zijn door hun regeringen. Zij moeten enkel vertrouwen op Onze Lieve Vrouw, Haar engelen en de Arme Zielen om hen te begeleiden in deze genadevolle bedevaart.
Nicky: Anders dan de kennis dat Medjugorje een plaats is waar Maria dagelijks verschijnt, wat betekent Medjugorje voor u en wat zal deze plaats worden voor de mensen die daarheen gaan? Maria: De verschijningen van Maria vinden ginds plaats, zeggen de Arme Zielen. Ze zeggen niet dat ze denken dat ze ginds plaats vinden. Maar wat uw vraagt betreft, voorspel ik dit voor diegenen die naar ginds gaan: eerst en vooral is het een leerschool voor het gebed en als iemand daaraan ook maar een beetje deelneemt, verandert het spoedig in een school van liefde. Daar leidt Maria ons weg van de goddeloze en liefdeloze wereld in een allesomvattende wereld van God en liefde, zoals wij nooit eerder hebben beleefd.
Nicky: Wat is de mening van de Paus over Medjugorje? Maria: Hij heeft dikwijls ten gunste van Medjugorje gesproken tijdens de afgelopen jaren, maar er zijn vele hooggeplaatsten in de Kerk die zijn uitspraken wensen verborgen te houden voor de gelovigen. Pas onlangs drukte hij zowel aan de regering als aan de kerkelijke leiders van Kroatië zijn wens uit om naar Medjugorje te gaan bij zijn volgende bezoek. Hij heeft ook diverse persoonlijke gesprekken gehad met een aantal zieners uit Medjugorje.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 35]
Lucia in slechte gezondheid
Kort daarna bereikte mij het nieuws dat zij opgenomen was naar de Hemel. Daarop werd haar lichaam teruggebracht naar Vila Nova de Ourem. Mijn tante nam mij er op een dag heen, om er te bidden naast de stoffelijke resten van haar kleine dochter, in de hoop van mij wat af te leiden. Maar tot lange tijd daarna, bleef mijn verdriet alleen maar groeien. Wanneer het kerkhof ook maar open was ging ik op Franciscos graf zitten, of naast dat van mijn vader en kon ik daar vele uren doorbrengen. Mijn moeder, besloot Godzijdank, enige tijd hierna om naar Lissabon te gaan en mij met haar mee te nemen. Met de vriendelijkheid van Dr. Formigao en een goede vrouw die ons bij haar thuis ontving, en aanbood om mijn opvoeding te betalen in een kostschool, nam ik het besluit om te blijven. Mijn moeder achtte het, na het raadplegen van een aantal artsen, nodig om te worden geopereerd aan de nieren en de wervelkolom, maar de artsen konden haar leven niet garanderen, daar zij ook aan haar hartzwakte leed. Daarom ging zij naar huis en liet zij mij over aan de zorgen van de vriendelijke dame. Toen alles klaar was en de dag overeengekomen was voor mijn intrede in de kostschool, werd er mij medegedeeld dat de overheid op de hoogte was van mijn verblijf te Lissabon en mijn verblijfplaats zocht. Daarom nam die lieve dame me mee naar het huis van Dr. Formigao en bleef ik voor een aantal dagen verborgen, zonder dat het mij werd toegestaan om de Heilige Mis bij te wonen.
Uiteindelijk kwam de zus van Zijne Excellentie om mij bij mijn moeder te nemen met de belofte om de toelating te regelen voor mij om kostschool te volgen bij de Zusters van de Heilige Dorethea in Spanje. Ze zou mij later komen halen. Al dit gebeuren verstrooide mij enigszins en zo begon de benauwende droefheid stilaan te verdwijnen.
Vertaling: Chris De Bodt
6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 37: "Ik zal uw Moeder zijn." [Aflevering 244]
Eugène staarde er wel vijftien minuten naar en meldde het dan aan zn vader, broer en buren. Ze konden niet allemaal de Maagd zien maar er waren tenminste vijf anderen die het wel konden zien en de verschijning duurde meer dan drie uren.
Terwijl de toeschouwers de Rozenkrans baden, werd Marias gedaante groter. Toen de Rozenkrans beëindigd was, begon zich in de lucht een ongelooflijk witte perkamentrol uit te rollen, en spelde woorden alsof elke letter door een onzichtbare hand geschreven werd.
Het speelde zich af onder de voeten van de Maagd, en de kinderen riepen elke letter die verscheen.
"Maar bid, mijn kinderen..."
De woorden waren van goud.
"God zal jullie spoedig verhoren," was de volgende zin die verscheen, gevolgd door "Mijn Zoon staat Zichzelf toe om ontroerd te worden."
Die woorden waren onderlijnd en achteraf kwam men te weten dat op dat moment, tijdens diezelfde nacht, Duitse troepen die zich klaar hielden om het nabijgelegen dorp Laval aan te vallen, plots teruggeroepen werden door het Opperbevel van Duitsland. Binnen de tien dagen was de oorlog met Frankrijk voorbij.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 137]
Hoofdstuk 8: Uit de patstelling
Het oecumenisch ongeduld
Op 26 januari 1966 en iets meer dan een maand na het einde van het tweede Vaticaans concilie gaf Broeder Roger een conferentie in Parijs over het concilie en de verwachting naar eenheid, in het kader van een oecumenische bijeenkomst in de kerk van Saint-Jean-de-Montmartre op initiatief van en voorgezeten door vicaris generaal Mgr. Hottot.
De onderlinge communie [de mogelijkheid voor een protestant om te communiceren in een katholieke, anglicaanse of orthodoxe dienst en omgekeerd] die al lang in omloop is bij de protestantse Kerken, was niet toegelaten door de katholieke Kerk. Deze wens werd al uitgedrukt in Dynamique du provisoire en Broeder Roger herhaalde het onvermoeibaar zonder zijn angst te verbergen: "De huidige golf van oecumene zal wegzakken als niet allen die in de Eucharistie geloven rond dezelfde tafel verzameld worden."
Enkele maanden later ging hij weer ten aanval in een boodschap aan de Saint-Victor abdij in Marseille ter gelegenheid van de plechtige wijding van het nieuwe hoofdaltaar in de abdijkerk: "De dialoog alleen is niet genoeg. De oecumenische golf zal wegvallen indien de dag uitblijft waarop al degenen die geloven in de werkelijke aanwezigheid van Christus in de Eucharistie verenigd rond dezelfde tafel zitten."
In maart 1966 publiceerde de Congregatie voor het geloof een Instructie die een lossere tuchtregel voor gemengde huwelijken [tussen katholieken en niet katholieken] beschreef. Zo werd de verbanning uit de Kerk opgeheven voor de katholieken die een huwelijk aangaan voor een niet katholieke minister. Daar waar vele niet katholieke prominenten [de secretaris generaal van de COE, de nationale synode van de hervormde Kerk in Frankrijk, de primaat van de anglicaanse Kerk] hun teleurstelling uitten, verheugde de prior van Taizé zich over een bevrijdende beslissing en loofde hij Paulus VI als een moedig man.
Hij hoopte weer: "We moeten volhouden in afwachting van God. De eenheid zal opduiken als we het niet meer verwachten, als een bliksem in de nacht."
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 80]
Eleazar, zoon van Yair
Massada
De leider van de joden, Eleazar Ben Yair, voorzag dat de Romeinen hen de volgende morgen zouden bereiken. Hij verzamelde zijn mensen om zich heen en hield een van de meest dramatische redevoeringen uit de geschiedenis: "Het leven is een ramp, niet de dood. In de dood zijn alle mensen gelijk. Hetzelfde lot wacht de lafhartige en de moedige. Kunnen wij de smaad van de slavernij verdragen? Kunnen wij toezien dat onze vrouwen onteerd worden en onze kinderen geknecht? Nu wij nog vrij zijn en in het bezit van onze zwaarden, laten wij ze gebruiken om onze vrijheid te behouden. Laat ons sterven als vrije mensen omringd door onze vrouwen en kinderen. Laten wij ons haasten. Eeuwige roem zal ons ten deel vallen, wij hebben de prijs uit de handen van onze vijanden gegrist en hun niets anders om over te triomferen overgelaten dan de lichamen van diegenen, die de dood verkozen door de eigen hand."
Zo beschreef Josephus het tragische einde van 960 mensen, die verkozen zelfmoord te plegen in plaats van zich over te geven aan hun vijanden. Nadat de mannen hun vrouwen en kinderen hadden gedood, werden door het lot tien mensen aangewezen om de anderen te doden. Iedereen die nu gekozen werd om gedood te worden legde zich neer naast de lichamen van zijn vrouw en kinderen, zichzelf overgevend aan de handen van diegene die hem moest doden. Nadat de tien mannen hun afschuwelijke taak volbracht hadden, lieten zij het opnieuw aan het lot over wie van hen de andere negen zou doden.
Massada en de houding van deze radicale Zeloten hebben in het huidige Israël een grote symbolische betekenis. 'Massada mag nooit meer vallen,' is een uitspraak die is opgenomen in de door de soldaten af te leggen eed.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 97]
Het wonder van Dubna, Polen [nu Rusland] [1867]
De mensen uit de parochie ... ze waren zeer devoot ... hielden in het geheim de Veertiguursaanbidding op 5 februari 1867. De monstrans stond op het altaar toen de gelovigen, die het er het dichtst bij stonden, zachte stralen licht zagen komen van de Hostie. Toen verscheen ineens het duidelijke beeld van Onze Heer in het midden van de Hostie!
De parochiepriester die de ceremonie leidde onderzocht het wonder gronding. Een aantal mannen van de congregatie kwamen ook naar het altaar om de verschijning voor zichzelf te zien ... maar, of uit angst of uit respect, was geen van hen instaat om het altaar te betreden. De verschijning duurde tot aan het eind van de aanbidding. Alle aanwezigen mochten het wonder aanschouwen ... zowel de katholieken die daar voor de aanbidding aanwezig waren, als de schismatieke mensen die uit nieuwsgierigheid waren gekomen.
Het nieuws van de gebeurtenis verspreidde zich snel door de buurt ook door het dorp. Omdat het wonder ook was aanschouwd door schismatieke mensen was dit wonder al gauw bekend bij de autoriteiten. De priester werd daarom voor het hoofd van de politie gebracht om een verklaring af te leggen. De gegevens werden toen naar de Gouverneur van Zjytomyr gebracht. Hij dreigde iedereen die over het wonder sprak gevangen te nemen. De priester gaf toch een gedetailleerde omschrijving aan zijn bisschop, die, bang dat de overheid de kerk zou sluiten, verzocht om stil te blijven over dit onderwerp.
Ondanks dat het nieuws over dit wonder in het geheim en in stilte werd verspreid was het al snel bekend in het hele land Polen .... tot grote Hoop en Vreugde van de gelovigen die in afwachting waren van het herstel van hun natie en de terugkeer van de vrijheid om hun katholieke geloof weer te mogen uitoefenen.
10. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Uiteindelijk kreeg ze te maken met voortdurende hartkloppingen. Anita wendde ze ten goede aan door te bidden: "Lieve Heer, elke hartklopping is er één van liefde voor U." De tumor zaaide zich uit van de darm naar de maag en in de luchtpijp. Er was een chirurgische ingreep nodig, die ze gehoorzamend toeliet.
Bovenop de pijnen die ze doorstond kwam er ook pijn van geestelijke aard, met name angst dat ze niet op de juiste manier zou sterven. Ze zei: "Ik streef in deze aanvallen om te vertrouwen in de liefde van God." Tijdens deze momenten werd ze bijgestaan door Pater Nazzareno, en gehoorzaamde ze blindelings naar de aanbevelingen van haar spirituele begeleider. "Ik neem mijn toevlucht tot gehoorzaamheid en dan wordt ik gekalmeerd," zei ze.
Naast alle reeds vermelde pijnen, kreeg Anita er nog drie andere te doorstaan: reuma, longproblemen, en ontsteking van de ingewanden. Anita was in staat om een kort bericht naar een priester te schrijven waarin ze vermeldde: "Jezus is zo goed voor mij dat hij me laat deelnemen in het lijden van het kruis."
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
11. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 82]
Aan haar broer Pierre
Nevers, 8 december 1872
Mijn lief broertje,
Ik dank je voor het goede nieuws over de familie. Ik ben vooral blij te vernemen dat onze neef Pierre Vignes bij jou in Garaison is. Ik raad jullie beiden aan lief te zijn, vlijtig je huiswerk te maken en veel te houden van de goede God en de Heilige Maagd, opdat zij ons mogen beschermen. Op die manier zullen jullie je lieve en gewaardeerde leraar tevredenstellen. Ga door, mijn lieve vriendjes, om welwillend tegemoet te komen aan zijn zorg en vaderlijke inspanningen, de goede God zal jullie liefhebben en zegenen. Ik ben heel tevreden met de goede voornemens die je op retraite gemaakt hebt, vooral dat je de goede God en de Heilige Maagd met heel je hart wilt liefhebben; dat vraag ik alle dagen voor jou. Bijna had ik aan jouw voornemens deze nog willen toevoegen: om Jezus te behagen zal ik bijzonder mijn best doen in de klas, om geen tijd te verliezen. Vaarwel, mijn lieve kleine Pierre, breng mijn respect over aan de Heer Overste door mij in zijn dringende gebeden aan te bevelen. Ik vraag hem mijn dank te aanvaarden voor al het goede dat hij voor jou doet. Ik omhels jullie, mijn lieve vrienden, allerinnigst, en ik beveel me aan in jullie gebeden opdat ik een ijverige religieuze mag worden. Laten we ook bidden voor de arme zondaars, en voor onze Heilige Vader, voor de heilige Kerk. Laten we de dierbare zielen in het vagevuur niet vergeten, vooral die van onze lieve verwanten.
Vaarwel, mijn lief broertje, vergeet mij niet bij de Heilige Harten van Jezus en Maria. Daar ontmoet ik jou,
Je toegewijde zus,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
Hier mijn adres:
Zuster Marie-Bernard Soubirous, Moederhuis van de Zusters van Barmhartigheid, Saint-Gildard, Nevers.
13. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Oratorio
De vier salesiaanse opvoedingsdoelen liggen volledig in de lijn van dit oratoriocriterium.
2010 werd door de salesianen uitgeroepen tot Don Ruajaar. Don Rua, de eerste opvolger van Don Bosco, overleed immers honderd jaar geleden.
Michele Rua werd op 9 juni 1837 geboren in Turijn, Valdocco, de wijk waar Giovanni Bosco enkele jaren later zijn Oratorio zou vestigen. Hij ontmoette Don Bosco voor het eerst in september 1845, in het Refugio van Markiezin de Barolo. Zijn moeder bereidde Michele voor om in de wapenfabriek van zijn vader te gaan werken, maar in het najaar van 1852 ging Michele op internaat bij Don Bosco en trok het kerkelijke habijt aan. Iets later schrijft hij zich in voor de lessen filosofie aan het seminarie. Op 26 januari 1854 wordt Michele de leider van het groepje dat op voorstel van Don Bosco belooft om een jaar lang een praktische oefening in de naastenliefde te doen. Het groepje noemt zichzelf salesianen, naar hun voorbeeld, Sint-Franciscus van Sales.
Stilaan wordt Michele de eerste medewerker van Don Bosco. Op 25 maart 1855 is hij de eerste salesiaan die geloften uitspreekt. Na zijn priesterwijding, in juli 1860, nemen zijn verantwoordelijkheden steeds toe. In 1865 wordt hij prefect van de congregatie. Don Bosco bereidt hem geleidelijk aan, maar ook nadrukkelijk voor om zijn opvolger te worden en in 1885 wordt hij benoemd tot vicaris. Iedereen ziet in hem de persoon die de erfenis van Don Bosco het beste kan verderzetten. Na de dood van Don Bosco wachtte Don Rua de zware taak om de congregatie te leiden. In 1894 bracht hij een bezoek aan onder andere België en Nederland. Don Rua stierf op 6 april 1910. Zijn zaligmakingproces startte in 1922 en op 29 oktober 1972 werd hij door Paulus VI zalig verklaard.
14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Levensbeschrijving
Paus Pius X [1903-1914] noemde hij "Ignis Ardens" [brandend vuur]. Zijn echte naam was Giuseppe Melchiarre Sarto en het was onder zijn pontificaat dat Wereldoorlog I begon en de wereld voor de eerste keer in brand stond. Benedictus XV [1914-22] was "Religio Depopulata." Tijdens zijn pontificaat begon het communisme, wat vernietigend was voor het geloof. Paus Pius XI [1922-1939] is "Fides Intrepida" [Onwankelbaar Geloof]. Hij regeerde onder ongelofelijke druk van de duistere krachten van het nazisme en het fascisme, maar sprak zich absoluut uit tegen hen en het communisme. Pius XII [1939-1958] "Pastor Angelicus" [Engelachtige Herder], toonde een grote affiniteit voor het spirituele en kreeg visoenen van zowel Jezus als Maria die nooit werden openbaar gemaakt. Na een van deze visioenen zei hij: "de mensheid moet zich voorbereiden op een lijden zoals ze nog nooit heeft meegemaakt." Om zijn vertrouwen in de Moeder van God te verstevigen, kreeg hij het identieke visioen van het zonnewonder in Fatima toen hij rondwandelde in de tuinen van het Vaticaan. Hij schreef tot een van zijn kardinalen; "Ik was aan het lezen en verhief mijn papieren toen ik getroffen werd door een fenomeen dat ik nog nooit gezien had. De zon, die toen hoog stond, werd zoals een matgele bol, omgeven door een stralenkrans, en ik kon, zonder het minste ongemak, blijven staren naar de zon. De zon begon rond zichzelf te spinnen, en bewoog zich in alle richtingen, van links naar rechts, van boven naar onder en omgekeerd."
Chris De Bodt
06-07-2010
6 juli 2010
6 juli 2010
1. Medjugorje: Mirjana gaf reeds eerder aanwijzingen dat het eerste geheim een regionale gebeurtenis betreft [deel 4 ]
Zij zegt dat de profetieën, zoals de Heilige Maagd het omschrijft, "vele gruwels" inhouden en dat vooral de verdere geheimen akelig zijn [Mirjana legt hier de nadruk op]. Ze zegt dat de verschijningen een voorbereiding zijn. "Precies zoals een moeder zorgt draagt voor haar kinderen," zei Mirjana van de Gezegende Maagd, "wil Zij dat wij God de Vader degelijk voorbereid ontmoeten. Zij wil niet dat we wenen en jammeren wanneer het te laat is. God zegt dat Hij ten allen tijde vergeeft, onder de voorwaarde dat de ziel oprecht berouw heeft. Het enige wat Zij vraagt, het enige waar Zij op wacht is dat we berouw zouden hebben, opdat ons zou vergeven worden. Wat zal volgen zijn de geheimen die echt gruwelijk zijn. Ik zou gelukkig zijn als iedereen uiteindelijk zou begrijpen dat Ik hen niet veel meer kan vertellen, maar ze moeten goed beseffen dat eens de geheimen zullen beginnen, het te laat zal zijn."
Geen tijd, noch data zijn door de zieners bekendgemaakt. Mirjana zegt dat ze het eerste geheim zal onthullen aan een priester die ze zelf heeft aangewezen, Fr. Pétar Ljubicic. Tien dagen voor het eerste geheim aanvangt, mag dit medegedeeld worden aan de wereld en drie dagen op voorhand zal de inhoud ervan worden bekendgemaakt: waar, wanneer, hoe, wat... Dit zal als bewijs gelden dat de geheimen echt zijn.
Alhoewel het op sommige punten niet altijd zo evident is om vertalingen te maken uit het Kroatisch en het daarom ook onduidelijk is welke van de drie eerste geheimen Mirjana bedoelt, heeft Mirjana meegegeven dat er drie waarschuwingen zullen worden gegeven aan de mensheid, vergezeld van een "groot teken." Mirjana weigert te zeggen of de gebeurtenis of gebeurtenissen van het eerste geheim in Medjugorje zullen plaatsvinden, maar zij benadrukte dat alles overtuigend zal zijn en dat iedereen die in Medjugorje zal zijn of in de plaatsen waar het geheim zich zal afspelen, er getuige zal van zijn. En zo blijft het ietwat onduidelijk of het eerste geheim zich op een of meerdere plaatsen zal afspelen, alhoewel het er sterk op lijkt dat het geen wereldgebeurtenis zal zijn, maar dat de hele wereld zich zal betrokken voelen.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Chris De Bodt
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 190]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Jeruzalems wenende dochters. Vierde en vijfde val van Jezus onder het Kruis
In het midden van de straatweg, bij de plaats waar het zijpad naar de Calvarieberg begint, had men aan een paal een bord gehangen, waarop het doodvonnis van onze Heiland, evenals dat van de twee moordenaars, met witte, verhoogde, als het ware op het bord gekleefde letters geschreven was. Niet ver daar vandaan, aan de kromming van het zijpad, stond een hele troep wenende en weeklagende vrouwen, deels jonge dochters en vrouwen met kinderen uit Jeruzalem, die de stoet waren voorgelopen, deels vrouwen van Bethlehem, Hebron en andere omliggende plaatsen, die naar het feest getrokken waren en zich bij de vrouwen van de stad hadden aangesloten.
Jezus viel hier weliswaar niet helemaal op de grond, maar zonk als bewusteloos in elkaar, zodat Simon, die achter Hem liep, het kruis liet zakken en de Heer naderde om Hem te ondersteunen. Jezus leunde tegen Simon aan. En dit is dan de vijfde val van de kruisdragende Heiland. Toen de vrouwen en maagden zagen hoe vreselijk ellendig de Heer daar voorkwam, begonnen zij luid te jammeren en te weeklagen, terwijl zij Hem, naar Joodse gewoonte, doeken toestaken, opdat Hij Zijn zweer er mee zou afdrogen. Jezus nu keerde Zich tot hen en sprak: "Gij, dochters van Jeruzalem [dit betekent ook: Gij, vrouwen uit de dochtersteden van Jeruzalem] weent niet over mij, doch over uzelf en uw kinderen, want een tijd zal komen, waarin men zeggen zal: Gelukkig de onvruchtbaren, zalig diegenen van wie de schoot niet gebaard heeft en van wie de borsten niet hebben gezoogd! Dan zal men roepen: Gij, bergen, valt op ons neer, en heuvelen, bedekt ons, want wanneer men zo doet met het groene hout, wat zal er dan met het dorre hout gebeuren?" Hij sprak tot hen nog vele andere, heerlijke woorden, die ik vergeten ben; Hij zegde onder meer, dat hun wenen beloond zou worden, dat zij van nu af andere wegen zouden gaan, enz...
Er kwam nu een pauze. Men liet het jong gespuis met de martelgereedschappen vooroptrekken naar Calvarië, waarheen zich eveneens een honderdtal Romeinse soldaten begaven uit de schaar van Pilatus, die de kruisstoet op enige afstand gevolgd had tot aan de poort en vandaar weer naar de stad was teruggekeerd.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 190]
Preken
Wij zijn niets
Sommige Christenen zijn jaloers op de verstervingen van de heiligen, als men ze hoort. Zij menen dat zij daartoe ook wel in staat zijn. Lezen ze het leven van een martelaar, dan voelen ze zich bereid om alles voor God te verduren. "Het zou wat," zeggen ze, "een paar uurtjes lijden en u wordt er een eeuwigheid lang voor beloond." Maar om hen een beetje zelfkennis bij te brengen, of beter, om hen te leren dat ze niets zijn, stelt de goede God hen op een ogenblik bloot aan de macht van de duivel. En zie, dezelfde christen die zojuist jaloers was op de heiligen, die zich evenals de kluizenaars in staat voelde om van wortels en van gras te leven en zijn lichaam meedogenloos te geselen, brult het plotseling uit van de hoofdpijn. Dagenlang loopt hij vervolgens te klagen over een speldenprik. Daarstraks nog wou hij alle boete van Gods lieve heiligen op zich nemen en nu vervalt hij om de eerste, de beste kleinigheid tot ware wanhoop.
Of nemen we die ander: hij wou voor de goede God de dood ingaan, geen enkele kwelling kon hem tegenhouden. En zie: een kleine beschuldiging, een lasterpraatje, ja zelfs een koel antwoord of een klein onrecht dat hem wordt aangedaan, een weldaad die niet bepaald met de grootste dankbaarheid wordt beloond, dat alles wekt in zijn hart terstond gevoelens van haat en afkeer. Dikwijls wil hij zijn evennaaste niet eens meer zien, of hij behandelt hem op een manier waarin zich maar al te duidelijk weerspiegelt wat er in zijn binnenste omgaat. Wraak is zijn eerste gedachte, als hij wakker wordt, en niet zelden houdt de wraak hem zelfs uit de slaap. Wat zijn we nietig, broeders! Hoe weinig kunnen we op al onze goede voornemens vertrouwen!
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 190]
Hoofdstuk 27. Mariaverschijningen
Nicky: Ook in Fatima vroeg één van de kinderen aan Onze Lieve Vrouw waar een zestien jaar oud vriendinnetje van haar nu verbleef, die denk ik, kort daarvoor was overleden. Onze Lieve Vrouw antwoordde dat zij in het Vagevuur was en daar zou moeten verblijven tot het einde der tijden. Hoe kan een zestien jaar oud meisje zoveel hebben misdaan om dit verdienen? Maria: O ja, dat is gemakkelijk mogelijk. Zij kon misschien uiterst ongehoorzaam of onbuigzaam zijn en zo vele genaden hebben tegengehouden en dat kan genoeg zijn om dit te veroorzaken.
Nicky: Sommige mensen stellen Medjugorje in vraag omdat de verschijningen nu reeds meer dan zeventien jaar duren. Vindt u dit een geldige reden om ons bezorgd over te maken? Maria: Neen, absoluut niet. De tijden zijn zo verschillend vandaag dan dat ze tijdens het tijdperk van Lourdes, La Salette of Fatima waren. Dit zijn nu de tijden die zijn voorspeld te Le Salette en Fatima, maar vele dingen die er werden gezegd zijn nooit degelijk gepubliceerd. Vandaag hebben de kinderen van Medjugorje deze voortdurende begeleiding nodig als beveiliging om niet te falen in de onmetelijke wereldse verleidingen van vandaag. Ook in Haar boodschappen ginds, zegt Onze Lieve Vrouw dat Zij na deze verschijningen, niet meer opnieuw op een dergelijke wijze zal verschijnen in de toekomst en ook dit onderwerp leidt tot twist. Vele dingen rond Medjugorje zijn nieuw, maar hoe durven wij Jezus toelating en wens om Zijn meest Heilige Moeder voor een dergelijke lange periode te laten verschijnen, uit te dagen? Kijk alleen maar eens naar de toestand waarin deze wereld zich bevindt. Het is onze plicht om zoveel hulp te verwelkomen als wij deze wereld en de mensheid niet willen vernietigen.
Nicky: Zijn er zielen tot u gekomen die gesneuveld zijn in die verschrikkelijke oorlog in voormalig Joegoslavië? En zo ja, hebben zij iets gezegd over hun spijt dat zij niet geleefd hebben naar de boodschappen van Onze Lieve Vrouw, toen ze nog in leven waren? Maria: Ja, drie gesneuvelde Kroatische soldaten hebben mij bezocht en één van hen heeft bevestigd dat Medjugorje van God komt, maar dat is alles wat hij heeft gezegd.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 34]
Lucia in slechte gezondheid
Een aantal mensen die van ver kwamen om ons te zien, merkten op dat ik er maar bleekjes en lusteloos uitzag en vroegen mijn moeder om mij te laten gaan om een aantal dagen bij hen te verblijven. De verandering van lucht zou mij misschien goed doen. Met dit in haar gedachte, verleende mijn moeder haar toestemming en namen ze mij met hen mee, nu eens naar de ene plaats, dan naar de andere. Maar, weg van zon goede thuis als bij mij, kreeg ik niet altijd dezelfde eerbied of genegenheid. Terwijl er waren die van mij hielden en naar mij opkeken als een heilige, waren er ook anderen die zegden dat ik misbruik maakte en mij schijnheilig, fantast of een tovenares noemden. Dit was de wijze van de Goede Heer om zout in het water te gooien om af te wenden dat alles zou slecht aflopen. Dankzij Zijn goddelijke Voorzienigheid, ging ik door het vuur zonder verbrand te worden of zonder vertrouwd te raken met de ijdelheid dat overal zijn weg vindt. Bij zulke gelegenheden dacht ik bij mezelf: "Ze hebben het allemaal verkeerd voor. Ik ben geen heilige, zoals sommige beweren, en ik ben ook geen leugenaar, zoals dan weer anderen zeggen. Enkel God weet wie ik ben." Toen ik weer thuis was, rende ik naar Jacinta, die zei: "Luister! Ga niet meer opnieuw weg. Ik ben zo eenzaam geweest. Sinds u weg was, heb ik met niemand meer gesproken. Ik weet niet hoe ik met andere mensen moet praten."
Spijtig genoeg kwam uiteindelijk de tijd eraan voor Jacinta om naar Lissabon te gaan. Ik heb ons afscheid reeds beschreven en daarom ga ik het hier niet herhalen, maar hoe erg was het om nu alleen te moeten zijn! Op zon korte tijd had Onze Lieve Heer mijn geliefde Vader naar de Hemel genomen, en dan Francisco en nu kwam Hij Jacinta halen, die ik nooit meer zou zien in deze wereld. Van zodra ik kon, glipte ik er tussen uit naar de Cabeco, om mij te verbergen in onze grot tussen de rotsen. Daar, alléén met God, stortte ik mijn verdriet uit en weende ik tranen in overvloed. Toen ik de helling afkwam, herinnerde alles mij aan mijn lieve maatjes: de stenen waarop we zo dikwijls zaten, de bloemen die ik niet langer plukte, nu ik niet langer iemand meer had aan wie ik ze moest geven. Valinhos, waar we alledrie de verrukking van het paradijs beleefden! Het was alsof ik alle zin voor de werkelijkheid verloren had en nog steeds half verstrooid, ging ik op een dag naar het huis van mijn tante, roepend op Jacinta voor het raam van haar kamer. Haar zus Teresa maakte mij er attent op dan Jacinta niet langer daar was!
Vertaling: Chris De Bodt
6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 37: "Ik zal uw Moeder zijn."[Aflevering 243]
Drie jaar later, in 1862, verscheen de Maagd in St. Louis aan een vrouw met de naam Mary Wilson, die door haar familie was afgewezen geweest toen ze aankondigde dat ze zich bekeerd had. "Ween niet," troostte Maria haar. "Ik zal je moeder zijn."
Er zouden nog andere verschijningen komen in Midden Amerika en ze zouden zich westwaarts verspreiden tot in San Francisco. De Maagd kwam vooral om persoonlijke redenen, maar ze was ook een wijsgeer en haar boodschappen waren ernstig. In Israël vertelde ze in 1858 aan een vrouw, Mirjam Banardy, dat de duivel nog valser was dan ooit, een duidelijke verwijzing naar de toegenomen duivelse activiteit. Acht jaar later bevestigde ze het in Anglet, Frankrijk, toen ze een non een visioen toonde van losgelaten duivels die vernieling zaaiden. Er waren waarschuwingen in Oostenrijk, met gebouwen die in vlammen gehuld waren, en voorspellingen van een tijd van "droevige duisternis" en "groot leed." De deur van de hel zwaaide niet langer open en dicht, maar werd open getrapt. In Frankrijk dreef een bitter koude winter wolven gevaarlijk dicht naar het dorp Pontmain, dat hard getroffen was geweest door de pokken en nu ook bedreigd werd door een aanval van de Pruisen.
Op 17 januari 1871 ging een jongen, die in Pontmain zn vader in een schuur aan het helpen was, tussen 17u30 en 18u naar buiten kijken om te zien welk weer het was. Er lag sneeuw op de daken van het gehucht en de lucht was helder, donkerblauw en bezaaid met sterren. Op dat moment zag Eugène Barbadette iets ongewoons. Boven een huis langs de weg leek er een deel van de lucht geen sterren te bevatten. Terwijl Eugène er naar staarde verscheen er plots een mooie vrouw, bewegingloos, maar ze lachte naar hem vanuit de vreemde leegte. Ze was gekleed in een blauw kleed met wijde mouwen en versierd met gouden sterren. Haar hoofd was bedekt met een zwarte sluier en ze droeg een gouden kroon met een rode band rond het midden.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 136]
Hoofdstuk 8: Uit de patstelling
De patstelling
Zelfs indien de stichter zich enkele vertrouwelijke aanwijzingen veroorloofde deed hij het steeds met schroom en allusie. "In deze paginas," schreef hij in het voorwoord bij de publicatie van het eerste boekdeel uit zijn dagboek, "probeer ik me ongedekt op te stellen en de illusies af te weren. Door me arm te voelen ben ik mezelf. Vanuit zijn armoede bemint, schept, bewondert de mens, maar betaalt een hoge prijs voor zijn vrijheid." Eens vernoemt hij Peter Rutishauser maar zonder te zeggen dat hij psychoanalyst is en vriend van Taizé. Hij vermeldde alleen de ziekte die hem weldra zou vellen.
In 1970 schreef hij over het Jongerenconcilie: "De drijfveer achter deze aankondiging was de patstelling die ons meer en meer opsloot en die we wilden verlaten."
'Patstelling is een groot woord. In die periode zal het dikwijls terugkomen in de geschriften van de stichter van Taizé, toegepast op een collectieve situatie maar ook als een persoonlijke bekentenis. Over de jaren 1960 zei Broeder Roger: "Precies of we waren op de grote markt gesmeten. Het vergde van ons zeven jaar, van 1962 tot 1969, om juist te weten wat ons overkwam."
In het jaar 1969 begon de gedachte Jongerenconcilie te broeden, maar ook dat katholieken Broeder van de Gemeenschap konden worden en zo de oecumenische doelstelling ten volle waar te maken. Een dubbel perspectief opende zich dat jaar en werd door de prior ervaren als een bevrijding, of tenminste de patstelling verlaten.
De vragen en twijfels van Broeder Roger in de jaren 1966-1969 zijn begrijpelijk. Wat bleef er over van de in de jaren 1940 gestichte gemeenschap van gebed en studie? Had ze haar roeping niet verloren door de vele ontmoetingen en bezoeken op te vangen? Een vermoeidheid die aan de zenuwinzinking grensde overviel soms de prior. Getuige deze enkele regels van 1968 op een avond aan zee geschreven: "Tijd van nadenken. Vanavond besef ik hoe zwaar de twee afgelopen jaren [sinds 1966] wegen. Zoveel momenten waarop ik niet inzie hoe de komende inspanningen dragen maar die ik wel uitvoer wanneer ze zich opdringen. Dat was me onbekend in de eerste vijfentwintig jaren van Taizé."
Ook uiterlijk was de prior veranderd. De boerenplunje van de jaren 1940-1950 is al lang vergeten. Ook de jas en das met speld die hij op persfotos droeg tot midden de jaren 1960. Voortaan draagt hij een dikke trui met opgerolde kraag. Wanneer hij het woord neemt in gebedsbijeenkomsten draagt hij de witte albe met grote mouwen. Het zelfzekere en overwinnende beeld van de man die voor het tweede Vaticaans concilie die op een elegant manager leek is verdwenen.
Uiteindelijk geraakten Broeder Roger en de Gemeenschap uit het straatje zonder einde door een nieuwe scheppende dynamiek: het Jongerenconcilie en het toetreden van katholieke Broeders.
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 79]
Eleazar, zoon van Yair
Massada
In het jaar 70 na Chr., toen de Romeinen het hele land Palestina veroverd hadden en Jeruzalem tot een ruïne hadden gemaakt, trok een groep joodse patriotten onder leiding van Eleazar Ben Yair op naar Massada. Ze overrompelden het Romeinse garnizoen en namen Massada in. Later voegde zich bij hen een andere groep, die aan de gevangenschap in Jeruzalem ontkomen was. Zij waren vastbesloten om hun strijd tegen de Romeinen voort te zetten en maakten van Massada een basis voor hun guerrilla. In het jaar 72 besloot Silva, één van de generaals van Titus, deze vesting tot elke prijs te veroveren. Met zijn beste soldaten, de keurtroepen van het tiende legioen, hulptroepen en duizenden gevangenen, die water moesten dragen en schansen opwerpen, trok hij op naar de rots van Massada.
Silva bereidde zich voor op een langdurig beleg, legde een vijf kilometer lange schans aan rond de vesting. Op strategische punten sloeg hij acht militaire kampen op. Overblijfselen hiervan zijn vandaag de dag nog steeds te zien. Massada werd hierdoor volledig afgesloten en de joodse strijders waren totaal afgesneden van de rest van de wereld. Maandenlang probeerden de Romeinen het fort te bestormen, maar steeds opnieuw werden ze teruggeslagen, omdat de joden zich met de moed der wanhoop verdedigden. Toen de Romeinen zagen, dat de bestorming niet lukte, bouwden zij een aarden wal tegen het fort en slaagden er zo in een bres in de muur te slaan. Dit was het begin van het einde. De verdedigers probeerden door middel van een binnenmuur van aarde, met hout versterkt, stand te houden, maar de Romeinen staken deze in brand door gebruik te maken van brandende fakkels.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 96]
Het wonder van Dubna, Polen [nu Rusland] [1867]
In 1865 eindige alle diplomatieke contact tussen Rusland en de Paus Piux IX, die sympathiek was voor de Poolse mensen. In plaats van dat de Paus de Kerk mocht leiden, was er een college van kanunniken in St. Petersburg dat het zeggenschap over de Kerk kreeg. De bisschoppen, de dekens, en de kapittels waren hier allemaal tegen, met als gevolg dat heel veel hooggeplaatste geestelijken van de Kerk gedeporteerd werden naar Rusland. De geestelijken volgden dit voorbeeld en hielden dus ook heldhaftig stand door de autoriteit van dit college van kanunniken niet te erkennen. Dit werd zeer gewaardeerd door de bevolking.
Vele bange katholieken, echter, gaven toe aan de afvalligheid toen de scheiding binnen de Kerk een feit was.
In deze moeilijke tijd keek De Verlosser neer op de strijdende Polen. Het was alsof Hij de Hoop van de mensen wilde vernieuwen en een teken wilde geven van Zijn Vaderlijke Bescherming. Hij verscheen daarom in een kleine katholieke kerk in Dubna, een klein dorpje in Polen. [Vandaag de dag zijn de grenzen veranderd en ligt Dubna in Rusland, zon 40 kilometer ten westen van Tula].
10. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Anita moest nu bijna constant braken, wat veroorzaakt werd door een tumor in de maag. Om die reden was de priester die haar de Heilige Communie kwam brengen, niet zeker of hij haar die kon geven, uit angst voor onvrijwillige oneerbiedigheid. Maar Anita stelde hem gerust: "Zodra ik voel dat de priester op komst is met de Eucharistische Jezus, stopt alles alsof mijn maag verrukt is door Zijn bezoek ... Er is geen gevaar zolang het Sacrament in mij blijft."
Bovenop het vele kokhalzen, kreeg ze door haar hoge temperatuur een mooie, rooskleurige gelaatskleur, die velen verkeerdelijk deed denken dat ze zich beter voelde vermits ze altijd glimlachte en goed geluimd was. Ze sprak met iedereen, maar nooit over haar lijden. Wanneer men een vraag stelde over haar toestand, glimlachte Anita altijd en veranderde van onderwerp. Maar het lijden van Anita "vormden een traag en aanslepend martelaarschap."
Tijdens haar laatste levensjaar kreeg Anita nog een andere ziekte, een tumor in "een delicaat deel van het lichaam." De dokter besloot dat een operatie nodig was, en deed de ingreep zonder verdovingsmiddel. Nadien zei hij: "Ze kloeg geen enkel moment, en bood geen enkele weerstand." Na deze operatie en tijdens haar hele lijden, aanvaarde ze nooit iets dat haar pijn zou verzachten, omdat ze haar hele toestand voor de liefde voor God en de redding van de zielen wou geven. In gehoorzaamheid aanvaarde ze echter inspuitingen die infecties moesten voorkomen.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
11. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 81]
Aan haar broer Pierre
Nevers, 5 januari 1879
Lieve broer,
Ik ontving je brief met voelbare vreugde. Dat vermoedde je wel, denk ik, omdat je mijn tedere gevoelens voor jou kent. Ik was ook blij te horen dat Jean-Marie een goede reis heeft gehad, want ik wachtte ongeduldig op nieuws van hem. Ik had hem zozeer op het hart gedrukt mij bij aankomst te schrijven omdat ik vreesde dat hem iets vreselijks was overkomen.
Ik heb van onze hooggeachte Moeder vernomen dat mijn zus ziek was, hetgeen me zeer bedroefd heeft, omdat ik niet wist hoe ernstig het was: het is al een tijdje terug. Ik wil heel graag weten hoe het zit. Misschien zat het haar dwars dat mijn broer mij is komen opzoeken zonder haar iets te vertellen. Als je daarover iets te weten kunt komen zonder te laten merken dat ik je daarover heb aangesproken, zou je me een groot plezier doen. Ik vraag je verstandig en zachtaardig te zijn, als je wilt dat de goede God je het genoegen schenkt waarnaar je kennelijk zo sterk verlangt, namelijk mij te komen opzoeken. Ik ga vooruit, ik hoest minder nu het weer een beetje zachter wordt. Onze hooggeachte Moeder heeft mij toegestaan een noveen te houden voor Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes om genezing voor mij te vragen. Die eindigt zaterdag. Ik nodig je uit je intenties daarmee te verenigen, dat vraag ik ook aan heel mijn familie. Mocht ik genezen, dan vraag ik jullie allemaal naar de Grot te gaan uit dankbaarheid voor deze grote gunst.
Je wilt wel zo vriendelijk zijn mijn diepe respect aan de Monseigneur over te brengen, ik hoop dat hij mijn goede wensen voor het nieuwe jaar wil aanvaarden. [...] Misschien wil je ook mijn gevoelens bij de familie vertolken, zeg hun dat zij altijd op mijn vurige wensen kunnen rekenen.
Met deze gevoelens neem ik afscheid van je, welbeminde broer, in de plezierige verwachting je te ontmoeten, duizend gelukwensen,
Adieu pour Dieu,
Je liefhebbende zus,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
12. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Oratorio
Wie wil opvoeden in de lijn van Don Bosco, heeft niets anders dan de integrale ontwikkeling van jongeren voor ogen. Bovendien hopen we dat ze dit realiseren in communicatie met hun medemensen en reflecterend op de werkelijkheid waarin ze staan.
Don Bosco wilde jongeren opvoeden tot goede christenen en eerlijke burgers. Daartoe is het vandaag belangrijk een viervoudige ruimte te creëren, die we het oratoriocriterium noemen.
Elk opvoedingsgebeuren wil jongeren namelijk een thuis bieden, een school, een speelplaats en een parochie. Een thuis bieden betekent dat we hun een ruimte of mogelijkheid bieden waar ze geborgenheid en nestwarmte kunnen vinden, tot rust kunnen komen, hun gevoelens mogen uiten, zichzelf kunnen zijn, hun persoon gestalte kunnen geven. Maar we willen hun ook een school aanbieden, de ruimte en de mogelijkheid om vaardigheden en kennis, kunde en levenswijsheid te leren, een plaats waar ze de vaardigheid verwerven om verantwoordelijkheid te dragen en te participeren aan het maatschappelijk leven.
Bovendien biedt iedere opvoeding een speelplaatsaan, de gelegenheid om relaties te leren leggen, mensen nabij te zijn, in een ontspannen sfeer en met de mogelijkheid om hun hobby's en interesses vorm te geven. Iedere opvoeding heeft ten slotte ook oog voor de parochie, waarbij jonge mensen op zoek kunnen gaan naar de grond van hun bestaan, naar zingeving en waar ze hun geloof leren kennen, vieren en beleven.
13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Levensbeschrijving
Ten eerste blijkt uit de geschiedenis van het Vaticaan dat het document wel degelijk werd toevertrouwd aan Innocentius II in 1140. Zoals vele andere belangrijke documenten uit het Vaticaan, behoorde de Malachiasprofetie tot de eerste die werd gedrukt op de Gutenbergpers in 1455, dus 135 jaar voor de veronderstelling dat Kardinaal Simoncelli deze zou geschreven hebben. Ten tweede is het geweten dat, hoewel de Malachiasprofetieën onbekend waren voor de buitenwereld, er exemplaren ervan rondcirkelden bij hooggeplaatste geestelijken vóór 1590. Tenslotte begint de Malachiasprofetie bij de opvolger van Innocentius II, Celestinus II. Indien Simoncelli deze zou geschreven hebben, zouden de profetieën aanvangen in 1590, dat net als 1978 een driepausenjaar was met namelijk Urbanus VII [Gambattista Castagna], diens voorganger Sixtus V [Felice Peretti], en de opvolger van Urbanus VII, Gregorius XIV [Nicolo Spondrati]. De profetie zou, in de veronderstelling dat Simoncelli ze zou geschreven hebben met het oog op de beïnvloeding van de verkiezing van de nieuwe paus, zeker niet begonnen zijn bij Celestinus II, die op dat moment reeds bijna 450 jaar overleden was, en wat de pausen tussen Celestinus II en Sixtus V betreft, zou elk profetisch element komen weg te vallen.
De toekomstige pausen werden beschreven door een sleutelgebeurtenis in hun persoonlijk leven of door een daad dat zijn pontificaat zou kenmerken. Zo was, Clement XIII, die 11 jaar paus was tussen 1758 en 1769, afkomstig uit Umbrië en had hij de Roos als embleem. Malachias refereerde naar hem als "Rosa Umbriae" [de roos uit Umbrië]. Pius II werd door Malachias omschreven als "De Parvo Homine" [van de kleine man]. Zijn familienaam was Piccolomini, het Italiaans voor "kleine man." Pius VI [Giovanni Angelico Braschi] werd tot paus gekozen in 1755. Op zijn naam staat het langste pontificaat uit de geschiedenis. Hij regeerde 44 jaar, tot 1799. Hij werd 82 jaar en regeerde meer dan de helft van zijn leven. Christelijke schrijvers uit zijn tijd verwezen naar hem als de "Apostolische pelgrim op Aarde." Malachias kenmerkte Pius VI als "Peregrinus Apostolicus" of de pelgrim paus. In ongewone omstandigheden, zoals dat het geval was bij Pius VII [Barnaba Chiaramonte] wiens pontificaat overschaduwd werd door Napoleon Bonaparte, is deze door Malachias omschreven als "Aquila rapax," de arend, het symbool waarvoor Napoleon bekend stond. Paus Leo, 1878-1903, [Gioacchio Vincenzo Raffaele] omschreef hij als "Lumen in Caelo". Op zijn embleem stond een vallende ster.
Chris De Bodt
05-07-2010
5 juli 2010
5 juli 2010
1. Medjugorje: Mirjana gaf reeds eerder aanwijzingen dat het eerste geheim een regionale gebeurtenis betreft [deel 3]
Alhoewel de Heilige Maagd de zieners de opdracht heeft gegeven om zich niet te veel in beslag te laten nemen door de geheimen [in de laatste jaren hebben ze volhardend elke verdere uitleg geleidelijk aan verminderd en in plaats hiervan de nadruk gelegd op de vreugde die dikwijls met de Gezegende Moeder gepaard gaat], heeft Mirjana tegelijkertijd ook de nood uitgedrukt om de wereld te waarschuwen en tijdens sommige verschijningen waren er zelfs tekenen van diepe smart te merken bij haar.
"Zal de uiting van het geheim slechts een korststondige gebeurtenis zijn of zal het iets zijn dat een langere periode zal aanhouden?" werd Mirjana ooit gevraagd door een priester.
"Het zal slechts een korte tijd aanhouden," antwoordde Mirjana in het interview.
"Zullen de gevolgen blijvend en duurzaam zijn of zullen de gevolgen slechts tijdelijk en van voorbijgaande aard zijn?"
"Hoe kan ik dit uitleggen zonder inbreuk te doen op het eerste geheim?" zei Mirjana, "laat het ons houden bij iets dat absoluut niet goed is en zeker niet prettig zal zijn."
"Zal de interval tussen het eerste en het tweede geheim lang duren?" was de volgende vraag.
"Dat varieert naargelang de geheimen," antwoordde Mirjana, "wat ik bijvoorbeeld bedoel is het volgende: de tijd tussen het eerste en het tweede geheim duurt een zekere periode, en deze tussen het tweede en het derde geheim is van een andere duur. Bijvoorbeeld, en ik leg er de klemtoon op: het eerste geheim kan vandaag plaatsvinden en het tweede reeds morgen."
"Zijn de geheimen van een merkwaardige aard of meer van een spirituele aard?"
"Goed waarneembaar, goed waarneembaar. Het zal zichtbaar zijn en dit is nodig om de wereld een beetje wakker te schudden. Het zal de wereld doen stilstaan en nadenken."
"Zoiets als een catastrofe?"
"Neen, het niet iets zijn dat zo gigantisch is. Dat zal later volgen. Het zal iets zijn dat de wereld genoeg stof zal geven tot nadenken, er ernstig over na te denken en de mensen toelaten om in te zien dat Onze Lieve Vrouw hier werkelijk was, inderdaad hier, om te zien en er zich bewust van te worden dat er een God bestaat."
"En zal er daarna nog iemand zijn die zal kunnen zeggen: Dit is een soort natuurlijke gebeurtenis of iets in die trend?" vroeg de priester.
"Misschien dat de onwrikbaarste ongelovigen iets in die aard zullen zeggen na het eerste en het tweede geheim," in haar grootste wenk om duidelijk te maken wanneer ze zullen plaatsvinden.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Chris De Bodt
2. Onbehagelijke zomer in 't verschiet
Het zijn op zijn zachtst gezegd stormachtige tijden. Wie merkt het niet op? Iedereen voelt dat er is op komst is. Er zijn tornados die hun karwei meer dan normaal afmaken [de hele stad Connecticut werd zowat met de vuist bewerkt]. Er zijn aardbevingen [recentelijk in Canada, voor de top van de G20] en die men voelde tot in Pennsylvania. Er is de economie, waarvan sommige vooraanstaande deskundigen zeggen dat we afstevenen op een nieuwe crisis die kan uitmonden in Americas derde "economische depressie" [Paul Krugman, Nobelprijswinnaar economie in 2008].
Het zijn onbehagelijke tijden met een gevoel dat we alle beheersing kwijt zijn [wat ook zo is] en het beste voorbeeld hiervan is het huidige onbeheersbare olielek in de Golf van Mexico. Deze crisis zorgt er nu ook voor dat velen hun visie over de kenmerken en de afkomst van olie beginnen te herzien. Tot nu toe denkt men dat aardolie ontstaat uit sedimenten rijk aan organisch materiaal die in het geologisch verleden zijn gevormd en daarna onder invloed van de afzetting van nieuwe sedimentpakketten op dit "brongesteente" zijn "gekookt". Maar vele geleerden beginnen daar stilaan anders over te denken. Men kent de echte samenstelling en de afkomst van olie niet en nog eigenaardiger: in de Arabische landen, waar men nu al zolang naar olie boort, lijken de oliebronnen wel onuitputtelijk en lijkt er in tegenstelling alsmaar olie bij te komen. Ons jaarlijks olieverbruik is genoeg om het water van de Niagarawaterval 25 dagen lang met olie te vervangen. Er is duidelijk iets anders aan de hand met aardolie waar de wetenschappers vooralsnog geen antwoord kunnen op vinden. Dit zijn interessante vragen: is olie wel een "fossiele brandstof?" afkomstig van vergaan organisch materiaal [wat het meer aanvaardbaar maakt om het aan te wenden als brandstof] of is het gedeeltelijk abiogenese en gedeeltelijk geofysisch, een proces dat we tot op heden nog niet begrijpen?
Onze technologie weet amper een fractie van wat er zich afspeelt onder de aardoppervlakte en ons meest gesofistikeerd materiaal kan amper zeven kilometer diep gaan in de onderste aardkorst. De bovenste aardkorst is gemiddeld tien kilometer dik. Kan al dit boren leiden tot ongekende gevolgen? In White County, Arkansas, waar er zich meer dan tweeduizend bronnen bevinden van aardgas, was er onlangs een vloed aan aardbevingen. "Wetenschappers zijn er nu zeker van dat sommige aardbevingen worden veroorzaakt door de mensen zelf," aldus Don Blakeman, een vermaard geofysicus aan bij de "US Geological Survey." Ondertussen duikt er ook een videoclip op van jaren geleden waarbij de Sovjets ooit een ondergrondse nucleaire explosie dienden aan te wenden om het vuur te kunnen stoppen van een geëxplodeerde boorinstallatie. Het vuur hield al jaren aan en een nucleaire explosie was zowat de laatste optie die overbleef om alles een halt toe te roepen.
Elk jaar verontreinigt het equivalent van twee maal de Exxon Valdez ramp de rivieren en waterbronnen, enkel en alleen al in Nigeria. Hier wordt in de pers geen aandacht aan besteed. Nigeria is het rijkste land van Afrika als het gaat over natuurlijk rijkdommen maar één van de armste als we naar de levensstandaard kijken. Vandaag is Nigeria de grootste olieproducent in de wereld. De bewoners van de Nigerdelta zijn het slachtoffer van mensenrechtenschendingen door oliebedrijven. Een rapport van Amnesty International "Petroleum, Pollution an Poverty in the Niger-Delta" maakt verslag van onderzoek naar olielekkages, het affakkelen van gas, afvallozing en andere milieu-effecten van de olie-industrie. De milieuschade heeft geleid tot ernstige schendingen van het recht op voedsel, water, gezondheid en de mogelijkheid een inkomen te verwerven. Het overgrote deel van de vervuiling en milieuschade die door Amnesty International in het rapport wordt beschreven gaat over operaties van Shell, het grootste op het vasteland opererende oliebedrijf in de Nigerdelta. Op 20 oktober 2002 vond er een grote olielekkage plaats in de pijpleiding van Shell in Batan, een plaats in de Nigerdelta. De lekkage veroorzaakte grote ecologische schade in de Nigerdelta, waardoor vele mensen in het gebied niet meer in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. De Batanrivier, die diende als de enige drinkwaterbron voor de gemeenschap en de omliggende beekjes waar gevist werd, waren ernstig vervuild door deze catastrofe. Shell lijkt zich in deze zaak te willen ontrekken aan haar verantwoordelijkheden.
Zonne-energie is tot nog toe duurder, maar het Vaticaan staat radicaal achter het aanwenden ervan en "olie" die "van boven" komt is daarenboven helder en goed voor de gezondheid [onder andere olijfolie], maar de olie die uit de aardkorst komt daarentegen is zwart, als in een metafoor. Ondertussen is de olijftak een symbool van vrede, terwijl ruwe olie oorlogen veroorzaakt. En welke vruchten brengt aardolie voort: macht, geld en machtige families die de hele wereldpolitiek beheersen, zoals de Rockefellers en de Bilderberggroep [machtige vrijzinnigen van over de hele wereld].
En dan komt de vraag of we onze technologie hebben aangewend in overeenstemming met de wetten van de Heilige Geest of in overeenstemming met de wetenschappers die in grote getale het bestaan van de Heilige Geest ontkennen?
Men ziet "aangezichten" in de wolken. Er zijn profetieën, in onze onbehagelijke tijd. In Argentina was er de kunstenaar Benjamin Solari Parravicini, overleden in 1974 [alles staat opgeschreven en is officieel erkend], en die vele toekomstige gebeurtenissen heeft voorspeld, te beginnen met een tekening waarop men Mussolini opgehangen met het hoofd naar beneden, [wat kort daarop ook gebeurde] met naast hem zijn echtgenote Clareta Pettacci. Ooit voorspelde Parravicini dat "het kwaad zou beginnen als de Noord-Amerikaanse olifant zwart water zou drinken, door zijn slurf en inderdaad stelt het schiereiland Baja Californië een slurf voor, als men met een beetje verbeelding de Verenigde Staten ziet als een olifant.
Maar Parravicini, een geboren katholiek, had ook andere "visoenen," waren het visioenen van buitenaardse ontmoetingen of waren het visioenen van engelen [hij was bevriend met een astronavigator] en had als kind ook ervaringen die leken op het poltergeistfenomeen [stenen werden toegeworpen uit het niets] en alhoewel men steeds voorzichtig moet blijven, worden beiden fenomenen [het eerste meer en meer de laatste jaren] ernstig genomen door het Vaticaan. Uiteraard moet men zich steeds de vraag stellen of dergelijke manifestaties bestaan en worden toegelaten door God, maar deze vraag moet men zich ook steeds stellen bij elke profetie en bij elke verschijning.
En in Zuid-Amerika is er ook de ziener Pedro Régis, die ondertussen hoger en hoger aangeschreven staat, die op 26 juni 2010 zei dat de Heilige Moeder hem had verteld "Lieve kinderen, Ik ben uw bedroefde Moeder en Ik lijd voor wat op u afkomt. Keer u niet af van het gebed. Dit is de tijd van smarten voor de mensen. De dood zal via de Golf gaan en grote vernielingen veroorzaken. Dergelijk lijden zal gebeuren in uw Brazilië. Wees gericht op de moed, het geloof en de hoop. Ik ken iedereen van u bij naam en kom voor u tussen bij Mijn Jezus. Verlies uw hart niet. Deins niet terug. U hebt nog een lange en moeizame weg te gaan, bezaaid met doornen. Zoek sterkte in Jezus.
Op 18 maart, ongeveer een maand voor de ramp, zei Regis al dat Maria het volgende [praktisch identieke] had voorspeld: "Geef niet op. De dood zal over de Golfkust komen, en zal een groot spoor van vernieling achterlaten."
Nu kan men zich de vraag stellen: waarom een tweede boodschap, dat identiek hetzelfde herhaalt? Waren het niet enkel de "doden" die stierven op het boorplatform of zullen er bijkomende doden vallen. Hier zijn gebeden gewenst, vooral omwille van het methaangas dat op elk moment kan tot ontploffing komen tot een soort "olievulkaan."
Pedros meest recente boodschap [30/6] belangt de Kerk aan "die grote beproevingen zal doorstaan. De Kerk van Mijn Jezus zal de last van de onrusten ondervinden en grote beproevingen moeten doorstaan. Er zal een grote vervolging zijn van de Kerk. De dogmas worden veracht en de mannen en vrouwen van het geloof zullen worden vervolgd. Wat er ook gebeurt, laat de duivel niet overwinnen. Een schandaal zal de wereld door elkaar schudden. Het masker van de duivel zal afvallen."
Terug naar de olie: het kan riskant worden, met uiterste en misschien gekke scenarios, waarmee met de allergrootste voorzichtigheid moet worden omgegaan.
Een mail gaat zowat overal rond over: "Wat de V.S. wetenschappers verboden is om aan het publiek over de Golf mede te delen." Er wordt geschat dat de druk die de olie in de Golf doet stromen tussen de 1.400 en de 5.000 bar is en dus onmogelijk om dit in bedwang te houden. Dit betekent dat er onder de wetenschappers een grote vrees bestaat voor de Obama-administratie [hadden de zienertjes in Garabandal niet voorzegd dat de wereld vol van "communisme" zou zijn, "communisme," eveneens een metafoor voor atheïsme?] en ze zijn staan onder de grootste bedreiging van ernstige vervolgingen. Wetenschappers, die deze bevindingen bevestigen, vragen om niet bij naam te worden genoemd, maar anderzijds willen ze ook niet dat de wereld er geen kennis zou van hebben.
"Door de druk zal het geboorde gat, onder het bronoverdekking, uit zichzelf vergroten op deze cruciale plaats. Daarop zal, onder de intense druk, de bekapping weggeslagen worden en zo zal de olie rechtstreeks en onbeperkt in de zee terechtkomen. Het gat zal blijven vergroten in afmeting, waardoor er nog meer en meer olie in de Golf zal terechtkomen. Na meerdere miljarden liters zal de druk in de immense holte van acht kilometer onder de oceaanbodem zich min of meer normaliseren, wat het water, onder de intense druk, op anderhalve kilometer diep, in het gat zal doen lopen, waar de olie zich bevond. Maar de temperatuur is daar ongeveer 200 graden, of misschien zelfs meer. Het water zal verdampen en zich tot stoom omvormen en zo een enorme kracht doen ontstaan, waarvan de gevolgen niet gekend zijn. Het is moeilijk om te meten hoeveel water binnenin zal terechtkomen en daarom is het niet mogelijk om precies uit te rekenen hoe hoog de druk de bodem zal doen opheffen, maar de tsunami golven die hieruit zullen ontstaan kunnen zowat tussen de zeven en de dertig meter hoog worden, zelfs meer. Daarna zal de bodem inzakken in de dan lege kamer. Op deze wijze zal de natuur het gat dichtmaken.
We mogen ook niet vergeten dat het gebied zich op een belangrijke breuklijn bevindt en een ontploffing kan de aanzet zijn tot een reeks aardbevingen.
Afhangend van de hoogte van de tsunami, zullen de oceaanafval, de olie en bestaande structuren naar de oevers weggevaagd worden en alles tachtig tot honderd zestig kilometer landinwaarts drukken. Zelfs als de afval daarmee zou weggevaagd zijn zullen de vervuilende stoffen uit de bodem en het water de herbevolking van deze gebieden verhinderen voor een ongekend aantal jaren. Neem de kaart van de Verenigde Staten en leg deze op de grond en meet minimum een totale vernietiging van vijftig kilometer landinwaarts en dit rond het hele gebied van het Golf van Mexico, en het noordelijke gebied, waar de bron zich bevindt zal een dubbele vernietiging ondergaan. De afslachting zal zo duizelingwekkend zijn, dat het uw adem zal afsnijden. Zal, wat de wetenschappers ons proberen te vertellen, de waarheid benaderen? Dan mag uw zich aan een volledig vernield Florida verwachten, met alles op en eraan.
"Deepwater Horizon" zou in augustus wel eens voor verrassingen kunnen zorgen! Een mooi vooruitzicht!
Bron: Michael Brown
Vertaling: Chris De Bodt
3. Eredienst in Basiliek van Koekelberg verstoord
Een groepje gemaskerde actievoerders heeft op 24 juni, de dag van de huiszoekingen in de zetel van het aartsbisdom Mechelen-Brussel en bij kardinaal Danneels, een eredienst voor de heilige Jean-Marie Vianney verstoord door onder meer condooms gevuld met shampoo te gooien.
De dienst, waarbij het relikwie van het hart de priester uit het Franse Ars in de basiliek ontvangen werd, moest worden voorgegaan door aartsbisschop André-Joseph Léonard, maar die kon door de huiszoekingen niet aanwezig zijn.
Tijdens de verering van het relikwie gooiden de actievoerders met condooms gevuld met shampoo en riepen ze slogans tegen de kerk. Ze strooiden pamfletten rond waarin de actievoerders zich afzetten tegen de kerk en monseigneur Léonard. Ze goten ook rode inkt in een wijwatervat
4. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 189]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Vierde en vijfde val van Jezus onder het Kruis. Jeruzalems wenende dochters
De stoet was nog een heel eind verwijderd van de stadspoort, maar de weg begon reeds in de diepte te gaan. Wij krijgen hier een lange, versterkte poort. Eerst stapt men onder een gewelf. De poort staat in de richting tussen Zuid en West. Buiten de poort loopt de stadsmuur enkele minuten ver, zoals van mijn woning tot aan de kerk, naar het Zuiden toe, wendt zich dan een eind westwaarts en loopt tenslotte weer in zuidelijke richting om de berg Sion heen. Rechts van de poort loopt de muur noordwaarts tot aan de Hoekpoort en wendt zich van hier, langs de noordzijde van Jeruzalem, naar het Oosten.
Toen de stoet de poort naderde, dreven de beulsknechten heviger tot spoed aan. Enkele stappen voor de poort, te midden van de oneffen, kapot gereden weg, lag een grote plas; de wrede rakkers trokken Jezus voort en men liep dicht opeen. Simon van Cyrene probeerde opzij te stappen, de kruislast verschoof en de arme Jezus stortte plots voorover in de modderige plas, zodat Simon ternauwernood nog het kruis kon houden. Dit was de vierde val van Onze Heer. Met hoge, weliswaar gebroken maar toch luide stem jammerde Jezus: "Wee, wee, Jeruzalem! Heb ik u daarom bemind zoals de klokhen die haar kuikentjes verzamelt onder haar vleugels, dat gij mij zo gruwelijk uitstoot en buiten uw poort wilt werpen." De Heer was bitter bedroefd, maar de Farizeeërs kwamen op Hem af en scholden: "De rustverstoorder gaat door met het spel, hij heeft weer wat te kletsen, en zo meer." Zij sloegen en stompten Jezus, sleurden Hem overeind en uit de plas. Toen ontstak Simon van Cyrene in gloeiende gramschap over de wreedheid van de beulsknechten en riep: "Indien gij niet ophoudt met uw schurkenstreken, gooi ik het kruis neer, het moge dan mijn leven kosten!"
Direct buiten de poort loopt van de straatweg uit, rechts, een ruw en niet al te breed zijpad in noordelijke richting; over dit pad is het enkele minuten klimmen naar de Calvarieberg. Wat verder splitst zich de straatweg in drie banen: links, tussen West en Zuid, door het dal Gihon naar Bethlehem, westwaarts naar Emmaus en Joppe en rechts, tussen West en Noord, om de Calvarieberg heen op de Hoekpoort toe, die de weg opent naar Bethsur. Wie hier van aan de poort waardoor Jezus buiten de stad wordt gebracht, de blik naar links richt, tussen Zuid en West, kan de Bethlehempoort zien; van alle stadspoorten te Jeruzalem liggen deze twee het dichtst bij elkaar.
5. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 189]
Preken
Wij zijn niets
De beproeving is noodzakelijk om ons te laten voelen dat we uit onszelf niets kunnen. Sint Augustinus zegt dat we God evengoed mogen bedanken voor de zonden waarvoor Hij ons heeft gespaard, als voor de zonden die Hij ons in Zijn grote liefde heeft willen vergeven. Dat we zo dikwijls in de valstrikken van de duivel lopen, komt omdat we teveel op onze eigen besluiten en beloften vertrouwen en te weinig op de goede God. Is het waar of niet, broeders? Zolang ons niets in de weg staat en alles naar wens verloopt, menen we dat niemand ons ten val kan brengen. We vergeten onze armzalige zwakheid, onze nietigheid. We verklaren plechtig dat we liever zouden sterven dan ons door het kwaad te laten overwinnen. Een duidelijk voorbeeld hiervan heeft de Heilige Petrus gegeven, toen hij tot Jezus zei: "Al zouden ook allen U verloochenen, ik nooit!"
Om te laten zien hoe weinig de mens over zichzelf te zeggen heeft, bediende de goede God zich niet van koningen of vorsten of grote legers, maar van een simpel dienstmeisje, dat de grote apostel zelfs op een tamelijk onverschillige manier aangesproken schijnt te hebben. Zojuist nog was Petrus bereid om voor Jezus te sterven, en nu beweert hij dat Hij hem niet kent, dat hij niet eens weet over Wie men het heeft. Hij doet er zelfs een eed op. Zo machteloos is de mens, broeders, wanneer hij aan zijn lot wordt overgelaten!
Vertaling: Chris De Bodt
6. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 189]
Hoofdstuk 27. Mariaverschijningen
Nicky: Gisteren vertelde u mij dat er een laatste dag komt. Vertellen deze waarschuwingen ons misschien dat de laatste dag op handen is? Maria: Neen, dit hoeft helemaal niet het geval te zijn. Ik geloof dat God Zichzelf heel duidelijk zal tonen en dit heel, heel spoedig, omdat we ons zozeer van Hem verwijderd hebben en Hem vergeten zijn. Maar zeggen dat het einde van de wereld op handen is, is naar mijn oordeel, naar wat de Arme Zielen mij verteld hebben, verkeerd. Vergeet niet dat de Zielen mij ook hebben verteld dat spoedig de dingen weer beter zullen gaan, en niets daar rond houdt eveneens in dat er een laatste strijd en enig einde van de wereld op ons afkomt. Maar het zal wel een totale en enorme verandering zijn of men zou het als een zuivering kunnen noemen. Maar alstublieft, men mag ook niet vergeten dat Gods genade eveneens oneindig is.
Nicky: Ik begrijp dat tijdens de begindagen van Fatima, de twee meisjes aan Onze Lieve Vrouw vroegen of ze naar de Hemel zouden gaan. Zij antwoordde "Ja." Toen stelden ze dezelfde vraag met betrekking tot Francisco, de kleine jongen die toen pas zeven jaar oud was. Hierop was Haar antwoord: "Enkel als hij vele Rozenkransen bidt." Maria, hoe kan dit waar zijn, als hij slechts zeven jaar oud is? Maria: Ja, dit kan waar zijn. Ziet u, dit is altijd afhankelijk aan wat de persoon is bijgebracht, zelfs als hij maar zeven jaar oud is. Met dit antwoord moeten wij ons voorstellen dat dit kind was bijgebracht om meer te bidden dan, laat ons zeggen, de kinderen van vandaag. En ik ben er zeker van dat, indien u dit moest gaan uitzoeken, dit ook het geval zou zijn. Dit aan de ongelovige kinderen van vandaag vragen zou ongevoelig zijn en Onze Lieve Vrouw is nooit ongevoelig. In Medjugorje vroeg Onze Lieve Vrouw aan de kinderen van in het begin, hoe en hoeveel ze baden en schikte Zij Haar verzoeken naar het antwoord dat zij gaven. Dit was het werk van Haar Moederlijke en liefdevolle Hart.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
7. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 33]
Lucias neefje en nichtje worden ernstig ziek
Ik denk dat ik reeds in mijn verslag over Jacinta heb geschreven, hoe dit scheiden ons leed veroorzaakte. Om deze reden, herhaal ik het hier niet. Jacinta was reeds ziek en de ziekte werd steeds erger. Het is niet nodig om dit nu te beschrijven, daar ik dit reeds heb gedaan. Ik zal eenvoudig verwijzen naar een of twee daden van deugdzaamheid, die ik haar heb zien doen, en die ik nog niet heb beschreven. Haar moeder wist hoe moeilijk het voor haar was om melk te drinken. En zo bracht ze op een dag een prachtige tros druiven mee met haar glas melk en zei: "Jacinta, neem dit. Als u de melk niet naar binnen krijgt, laat deze dan staan en eet de druiven." "Neen moeder, ik wil de druiven niet. Neem ze weg en geef me de melk in de plaats. Ik zal dat doen." En zonder het minste teken van verzet te tonen, nam ze de melk naar binnen. Mijn tante ging gelukkig naar buiten, met de gedachte dat de smaak van haar kleine meid aan het terugkeren was. Maar ze was nog maar weg of Jacinta draaide haar hoofd naar mij en zei ze: "Ik had zon verlangen naar die druiven en het was moeilijk om de melk te drinken! Maar ik wou deze versterving opofferen aan Onze Heer."
Op een morgen zag zij er vreselijk uit en ik vroeg haar of zij zich slechter voelde. "Vorige nacht," antwoordde zei, "had ik zoveel pijn en ik wou aan Onze Heer de versterving opofferen van niet uit mijn bed te vallen en daarom heb ik helemaal niet geslapen." Een andere keer, vertelde ze mij: "Als ik alleen ben, ga ik het bed uit om het gebed van de engel te bidden. Maar nu kan ik de grond niet meer raken met mijn hoofd, omdat ik omver zou vallen en zo kan ik enkel op mijn knieën bidden."
Op een dag had ik de gelegenheid om de Vicaris te mogen spreken. Zijne Eerwaarde vroeg mij over Jacinta en hoe zij zich voelde. Ik vertelde hem wat ik over haar toestand dacht en zei daarna nog dat ze de grond niet meer kon raken bij het bidden. Zijne Eerwaarde zond mij om haar te vertellen dat ze niet meer uit het bed hoefde om te bidden, maar dat ze gerust, liggend in het bed mocht bidden en dan nog enkel zo lang ze kon zonder moe te worden. Ik bracht deze boodschap over bij de eerstvolgende gelegenheid. "En zal onze Heer hiermeer verheugd zijn?" vroeg ze. "Hij is verheugd," antwoordde ik, "Onze Heer is gelukkig met alles wat de Eerwaarde Vicaris zegt om te doen." "Dan is het goed, ik zal niet meer opstaan."
Wanneer ik ook maar kon, hield ik ervan om naar de Cabeco te gaan, naar onze lievelingsgrot. Jacinta was dol op bloemen en toen ik de heuvel afkwam, naar huis toe, plukte ik heel wat irissen en pioenrozen, als die te vinden waren, en dan nam ik ze mee naar haar en zei: "Kijk! Deze zijn van de Cabeco!" Ze nam ze enthousiast aan en soms rolden de tranen van haar wangen, zei ze: "Ik moet er aan denken dat ik daar nooit meer zal heen gaan! Geen Valinhos, noch Cova da Iria! Ik zal dat alles zo erg missen!" Maar wat geeft het, als u naar de Hemel zult gaan om Onze Lieve Vrouw en Onze Lieve Heer te zien?" "Dat is waar"," zei ze. Toen lag ze daar tevreden, en plukte de blaadjes van de bloemen en telde ze één voor één.
Een aantal dagen nadat ze ziek werd, gaf ze met het snoer dat ze droeg en zei: "Hou het voor mij. Ik heb schrik dat mijn moeder het zal zien. Als het beter gaat, zal ik er opnieuw om vragen!" Dit snoer had knopen, met wat gestold bloed erop. Ik hield het verborgen tot op de dag dat ik mijn moeders huis verliet. Daarna, niet wetende wat ik ermee moest doen, heb ik het verbrand, samen met het snoer van Francisco.
Vertaling: Chris De Bodt
8. Manon des Sources [14/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
9. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 37: "Ik zal uw Moeder zijn." [Aflevering 242]
Toeval?
Volgens één bepaalde lijst verscheen Maria tussen 1800 en 1899 tenminste achtennegentig keer op belangrijke wijze.
Er waren honderden minder belangrijke of niet gemelde verschijnselen.
In Robinsonville, Wisconsin, zou Maria tussen twee bomen aan Adèle Brisse verschenen zijn, een Belgische immigrante die een non wou worden. "In Gods naam, wie bent u en wat verlangt u van mij?" vroeg Adèle.
"Ik ben de Koningin van de Hemel, die bidt voor de bekering van de zondaars, en ik wens dat u hetzelfde doet," was het antwoord. "Je was op de Heilige Communie deze morgen."
"Ja, lieve dame."
"Dat is goed, maar ik wil dat je meer doet. Bid gedurende negen dagen. Ga dan te biechten en draag je Communie op voor de bekering van de zondaars. Als ze zich niet bekeren en geen boete doen, zal mijn Zoon verplicht zijn hen te straffen."
Eén van de personen die Adèle vergezelde vroeg haar met wie ze aan het praten was. Ze leek tegen de lucht te praten. "Kniel neer," antwoordde Adèle vlug. "De dame zegt dat ze de Koningin van de Hemel is." Toen de vriendin haar bezorgdheid uitte omdat ze Maria niet zag, keek de Maagd teder in haar richting en zei Ze: "Gezegend zijn zij die geloven zonder te zien." Ze keerde zich dan terug tot Adèle en vroeg: "Wat loop jij hier niets te doen, terwijl je kameraden in de wijngaard van mijn Zoon werken?"
Adèle, die er naar verlangde om missiewerk te doen, begon te wenen. "Wat kan ik nog meer doen, lieve dame?"
"Onderwijs de kinderen," antwoordde Maria.
"Hoe zal ik hen onderwijzen, als ik zelf zo weinig weet?"
"Ik bedoel niet de wetenschap van de wereld," zei ze. "Onderwijs hen hun catechismus, opdat ze mijn Zoon zouden kennen en liefhebben."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
10. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 135]
Hoofdstuk 8: Uit de Patstelling
Na het slot van het tweede Vaticaans concilie, een historisch gebeuren dat de katholieke Kerk grondig veranderde, werd de prior van Taizé vreemd genoeg gedurende jaren door twijfel en inzinking overvallen. In het openbaar was daar weinig van te bespeuren en zij die het in de Gemeenschap zagen hebben er nooit over gesproken.
Alleen Broeder Jean-Luc [eerder Jean Jaquenod] vermelde het in een nooit uitgegeven boek dat hij vele jaren na zijn vertrek uit Taizé schreef. Hij had er tweeëntwintig jaar doorgebracht, werkte er in de wasserij en speelde orgel in de kerk. Hij vermeldt: "Daarna [na het concilie] was het voor hem een langdurige ontmoediging. Herhaaldelijk ging hij wandelen. Hij vroeg me hem te vergezellen, misschien omdat ik niet tot zijn intieme kring behoorde want hij leefde wat teruggetrokken, misschien omdat ik musicus ben, ook omdat ik aan onderzoek was onderworpen, en ook misschien omdat ik sterk en zwak ben en ik kan zwijgen. Ik vreesde dat zijn verdriet me zou aantasten. Hij sprak maar enkele woorden uit. Ik antwoordde voorzichtig. Ik dacht aan de muziek van de jonge David die de angsten van koning Saul bedaarde." Volgens dezelfde getuige deed de prior beroep op een psychoanalyst. Hij verklapt geen naam, maar via andere bronnen is hij gekend. Het gaat om Dr. Peter Rutishauser, psychiater in Zurich en lid van de Zwitserse Vereniging voor psychoanalyse. Twee à driemaal per jaar kwam hij naar Taizé voor enkele dagen en ontmoette Broeder Roger en degenen die het wensten. Deze gemeenschappelijke psychoanalyse liep tot aan de dood van Rutishauser in 1971.
Zonder stevig bewijs is het mogelijk dat het Rutishauser was die Broeder Roger de raad gaf zich meer bezig te houden met zijn dagboek en er uitreksels over te durven publiceren: het schrijven als een loutering om weer fit te worden. Durven onbeschut zijn zal Broeder Roger zeggen. Vanaf het boekdeel Violence des pacifiques [Geweld van de vreedzame] in 1968 uitgegeven, verschijnen er uitreksels zonder datum uit dit dagboek. Broeder Roger ging verder met sommige, nu chronologische, uitgekozen passages te publiceren.
Jean Jaquenod denkt dat de oproep van het Jongerenconcilie het persoonlijke en collectieve einde inluidde van de sombere jaren die Broeder Roger had doorstaan: "Meer dan de wanhoop [een formule die hij veel uitsprak in het Getijdengebed], verliet hij de pijnlijke rivaliteiten van de volwassenen. Alles behalve zijn interesse voor de jeugd sloot hij uit. Opnieuw was hij stichter. Hij nam afstand van een zeker Beeld va n Taizé. Hij wou niet dan zijn creatie hem ontsnapte. Hij nam de leiding van een beweging die de wereld zou beïnvloeden. Hij werd weer jong."
Vertaling: Broeder Joseph
11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 78]
Eleazar, zoon van Yair
Massada
Ongeveer vier kilometer ten westen van de Dode Zee in de woestijn van Judea ligt de rotsvesting Massada. Deze rijst ver boven het niveau van de Middellandse Zee uit en ligt vierhonderd veertig meter boven de oppervlakte van de Dode Zee, tegenover de bergen van Moab en het witte schiereiland 'Halasjon' [de Tong]. Het plateau heeft een lengte van zeshonderd meter en een breedte van tweehonderd veertig meter. Het is afgesneden van de bergketen door diepe ravijnen. Destijds kon men het plateau langs twee wegen bereiken: aan de westelijke zijde, vanuit Arad [zoals de Romeinen deden] of langs het "slangenpad" aan de oostelijke zijde, en dat zich met haarspeldbochten de helling opslingert.
De hogepriester Alexander Jannai was de eerste die in het midden van de 2de eeuw voor Christus een vesting bouwde op de top van de Massada. In het jaar 40 voor Chr. bouwde Herodes de Grote een kolossaal schitterend en versterkt fort op de top van Massada, volgens zijn eigen zeggen "om zichzelf tegen de joden te beschermen voor het geval dat ze zouden proberen hem af te zetten." Hij verfraaide het tot een residentie voor het geval dat zijn koninkrijk hem door Marcus Antonius zou worden ontnomen. De vesting werd versterkt door een zes meter hoge muur met 38 torens elk ongeveer vijfentwintig meter hoog. Binnen de muren bevonden zich voorraadschuren, kazernes, grote waterreservoirs, wapenopslagplaatsen, en allerlei andere koninklijke voorzieningen. Het was een meesterwerk op het gebied van vestingbouw. Massada is een heiligdom geworden voor de Joden omdat zich hier één van de meest dramatische episoden in hun lange geschiedenis afspeelde.
Vertaling: Broeder Joseph
12. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 95]
Het wonder van Dubna, Polen [nu Rusland] [1867]
Om het wonder van Dubna beter te waarderen moet men eerst iets weten van de politieke en kerkelijke verhoudingen in Polen in 1863, vier jaar voor het wonder.
De buurstaat Rusland oefende druk uit op Polen, met de bedoeling om de Poolse taal en nationaliteit te laten ophouden. De officiële taal van Polen werd Russisch en het Pools was strikt verboden op publieke plaatsen en in klaslokalen. De Poolse mensen mochten niet meer werken en alle verenigingen werden verboden. Poolse namen werden veranderd in Russische namen en Poolse landgoederen werden ingenomen.
Voor de Kerk in Polen was dit zowel onredelijk als moeilijk. Omdat het katholieke geloof de grootste religie was, werd ... met succes ... moeite gedaan om alle banden met de Paus te verbreken en daarmee de macht van de Paus over de Kerk te verkleinen. Kloosters werden onderdrukt, kerkeigendommen werden ingenomen, en publiekelijke aanbiddingen, processies werden verboden als ook de bouw of reparatie van schrijnen langs de wegen. Schismatische liturgische boeken en vereringen werden bij de Katholieke kerken opgedrongen.
13. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Omdat Anita haar bed en haar huis niet kon verlaten, werd de Mis soms in haar kamer gehouden, tot haar grote tevredenheid. Eén zon Mis werd opgedragen op het feest van de H. Agnes, die Anita in één van haar brieven vermelde. Anita bewonderde deze kleine heilige voor haar zuiverheid en standvastigheid waarmee ze de folteringen doorstond die haar martelaarschap voorafgingen.
Volgens Pater Nazzareno en haar spirituele begeleider, begon Anita mensen te ontvangen die vroegen om voor haar te bidden of die troost zochten in haar beproevingen. Na een tijdje werden de bezoekers zo talrijk, dat er een "constant komen en gaan" was. De bezoekers vonden troost en geïnspireerd advies. Velen hadden lichamelijke ziekten die nietig waren in vergelijking met het lijden van Anita, maar toch, ondanks haar pijn glimlachte Anita en bleef een troost zijn voor hen die gebukt gingen onder de wereldlijke problemen.
Een vriendin die soms voor haar zorgde zei, dat elke keer dat iemand op het punt stond te vertrekken, Anita een overweging uit haar lectuur of haar bezinning vermelde en op die manier een goeie gedachte meegaf. Op het einde van zon dagen kon ze niet verbergen dat ze uitgeput was.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
14. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 81]
Aan haar broer Pierre
Nevers, 7 oktober 1878
Lieve broer,
Onze hooggeachte Moeder-Overste had me, toen ze mij jouw lieve brief overhandigde, bijna berispt omdat ik jou zo lang niets over mijn gezondheid bericht heb. Ik ben blij je te kunnen zeggen dat mijn krachten beetje bij beetje terugkeren. Ik ben wel nog een beetje wankel. Sedert een maand of drie ben ik aan krukken overgeleverd. Maar wees niet bevreesd, het is niks ernstigs, gewoon gewrichtsontsteking in mijn knie, die me wel pijn bezorgd heeft, dat is waar, maar het is al voorbij.
Lieve vriend, ik kan deze brief niet versturen zonder je in mijn geluk te laten delen. Op 15 september, de dag die gewijd is aan de Zeven Smarten van de Heilige Maagd, is mij de buitengewone gunst verleend mijn grote religieuze geloften af te leggen. Steun mij door in je gebeden Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd te danken. De reden waarom ik je zo zelden schrijf, is deze: men heeft me verteld dat mijn brieven overal rondgaan. Dat heeft me veel verdriet gedaan, en als dat nog eens gebeurt, schrijf ik niemand meer.
Wat je tranen betreft, ik zal je zeggen dat bij het lezen van je brief mij dezelfde zwakheid overviel. Ik moest mijn toevlucht nemen tot mijn zakdoek. Je ziet dat ik begrijp wat je goede hart doormaakt. Laten we, goede vriend, een beetje mild voor elkaar zijn: als de goede God van ons het offer vraagt dat wij elkaar op deze aarde niet meer terugzien, moeten wij dat met vreugde brengen. Ik verzoek je mijn diepe respect aan Monseigneur over te brengen, door Zijne Hoogheid te vragen of hij mijn dank wil aanvaarden voor het feit dat hij zich verwaardigt zo'n groot belang in jou te stellen.
Het ga je goed, lieve broer, ik omhels je allerinnigst. Je geheel toegewijde zus, die je ontmoet bij de Geheiligde Harten van Jezus en Maria,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
P.S.: Ik sluit in mijn brief een klein Heilig Hart in dat ik gemaakt heb, draag het bij je.
15. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Opvoedingsdoelen
Zingeving
Naarmate het eigen levensproject duidelijker vorm krijgt, groeit ook de vraag naar de fundering ervan. De opvoeder communiceert daarom ook zijn diepere bestaansgrond. Hoe kijkt hij naar de onderliggende vragen van het leven? Opvoeden is met jongeren in dialoog gaan, in woord en daad. Het is hen laten voelen en weten waar je als opvoeder voor staat, wat je waardevol vindt in het leven, hoe je je eigen leven zin geeft en welke zin. Die zin kan ook gehaald worden in het leven en de boodschap van Jezus van Nazareth.
16. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Levensbeschrijving
Geschiedkundigen geloven dat Malachias zijn visoenen over de pauselijke opvolgingen kreeg tijdens zijn eerste pelgrimstocht naar Rome, in 1140. Er verscheen een lange lijst met 111 pausen voor zijn ogen. Deze voorspellingen zijn nauwkeurig bestudeerd en onderzocht en zijn, op enkele uitzonderingen na, bijzonder accuraat. Hij schonk ze aan paus Innocentius II om hem te helpen in noodsituaties. Innocentius II voegde het document bij de pauselijke archieven, waar het gedurende vier eeuwen verborgen bleef en enkel door de bibliothecaris en andere hooggeplaatste kardinalen werd geraadpleegd. Malachias zelf schreef dat hij het in de lijst had over de pausen vanaf Celestinus II tot de vernieuwing der tijden. In een visioen onthulde de Heilige Geest elke toekomstige paus met diens karaktereigenschappen, zijn geografische afkomst, spirituele achtergrond of zijn wapenschild. In totaal omschreef Malachias 111 toekomstige pausen.
Malachias gaf het document door aan paus Innocentius II om het veilig te laten bewaren. Claude François Menestrier, een bekende jezuïet uit de 18de eeuw, beweerde dat de profetieën in 1590 werden herschreven door Kardinaal Simoncelli, om de verkiezing te beïnvloeden van zijn favoriete kardinaal als paus dat jaar. Volgens Menestrier zou Malachias nooit geschreven hebben over de toekomstige pausen. Sceptici uit die tijd geloofden met name sterk dat Kardinaal Simoncelli de profetieën zelf geschreven had. Wat er ook moge zijn, drie simpele argumenten wijzen erop dat Menestrier zich vergiste en dat Malachias ze wel degelijk schreef.
Chris De Bodt
17. 365 dagen met mijn engelbewaarder
"365 dagen met mijn engelbewaarder" is bijgewerkt tot en met 1 augustus [zie rubriek gebeden].
Henk
02-07-2010
2 juli 2010
2 juli 2010
Maandelijkse boodschap van Maria aan Mirjana Dragicevic voor hen die Gods liefde nog niet kennen:
"Lieve kinderen, Mijn Moederlijke oproep die Ik vandaag tot u richt, is een oproep van waarheid en leven. Mijn Zoon, die het Leven is, houdt van u en kent u in de waarheid. Om uzelf te kennen en lief te hebben, moet u Mijn Zoon leren kennen en om anderen te leren kennen en liefhebben, moet u Mijn Zoon zien in hen. Daarom, bid, bid, Mijn kinderen opdat u dit zou begrijpen en uzelf overgeven met een geest die vrij is. Wees volledig veranderd en op deze wijze zult u het Koninkrijk van de Hemel in uw harten op aarde hebben. Dank u!"
1. Medjugorje: Mirjana gaf reeds eerder aanwijzingen dat het eerste geheim een regionale gebeurtenis betreft [deel 2]
Alhoewel de Heilige Maagd de zieners de opdracht heeft gegeven om zich niet te veel in beslag te laten nemen door de geheimen [in de laatste jaren hebben ze volhardend elke verdere uitleg geleidelijk aan verminderd en in plaats hiervan de nadruk gelegd op de vreugde die dikwijls met de Gezegende Moeder gepaard gaat], heeft Mirjana tegelijkertijd ook nood uitgedrukt om de wereld te waarschuwen en tijdens sommige verschijningen waren er zelfs tekenen van diepe smart te merken bij haar.
"Onze Heilige Moeder vertelde mij dat het nodig is om heel veel te bidden tot wanneer het eerste geheim wordt onthuld," zegt Mirjana, "maar bijkomend is het eveneens nodig om zoveel als mogelijk opofferingen te doen, om anderen zoveel als in onze mogelijkheden ligt te helpen met vasten, vooral nu, de tijden vóór het eerste geheim. Zij verklaarde dat het onze plicht is om onszelf voor te bereiden. Zij vraagt het niet enkel, Zij smeekt erom dat iedereen zich zou bekeren, bidden en vasten." Zij hebben geen idée van wat hen te wachten staat en dat is waarom Zij, als hun Moeder, diepe smart kent omwille van hen. Het is niet genoeg om enkel te bidden. Het is niet genoeg om vlug enkele gebeden te bidden zodat men kan zeggen dat men gebeden heeft en zijn plicht heeft volbracht. Wat Zij van ons wil is dat we bidden uit het diepste van onze ziel, om een diepgaand en ernstig gesprek met God te voeren. Dat is Haar boodschap."
Alhoewel het eerste geheim dus geen wereldomvattende gebeurtenis blijkt te zijn [en ook geen afzonderlijke, omvangrijke waarschuwing], bestaat er geen enkele twijfel over dat, wat Onze Lieve Vrouw haar heeft verteld, heel ernstig is.
Tijdens eens visoen, daterend van 25 oktober 1985, zei Mirjana [wiens dagelijkse verschijningen sedert geruime tijd zijn gestopt en sedert 1987 op maandelijke basis een verschijning krijgt] dat haar het eerste geheim is getoond in een reeks beelden, zoals men dia's projecteert op een scherm en dat het haar "heel erg heeft aangegrepen." Dat was uiteraard, omwille van het zien van het eerste geheim. "Als de mensen het geheim zouden zien, zoals het mij gisteren is voorgesteld, zou ieder van hen zeker genoeg door elkaar geschud zijn om een volledig nieuwe en andere kijk te krijgen op zichzelf en alles rondom zich. Ik weet nu dat deze dingen in het geheel niet prettig zijn. Ik geloof dat, indien iedereen zou weten wat ik weet, elkeen van deze mensen tot helemaal van binnen door elkaar zouden worden geschud en de wereld met een volledig nieuw licht zouden bekijken."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Chris De Bodt
2. Onze Lieve Vrouw van Anguera, Bahia, Brazilië: vroegere boodschappen
Boodschap 3327 van 03/06/2009
Lieve zonen en dochters, keer u tot de levende Heer. Zoek hem altijd in de Heilige Eucharistie, want Hij alleen is de absolute goedheid en kent ieder van u bij naam. U behoort de Heer toe. Dien Hem trouw met liefde. U bent niet van deze wereld. U bent wel in de wereld, maar uw leven behoort de Heer toe. Hij schiep u naar Zijn beeld en gelijkenis en Hij wacht op uw ja-woord. De mensheid is op weg naar een afgrond van vernietiging. Een afgrond die de mensen met hun eigen handen bereid hebben. De minachting voor het Heilige zal elke dag meer groeien. Mensen zullen verwerpen wat aan God toebehoort en valse leerstellingen en ideologieën omhelzen. De duivel zal grote verwarring stichten in de Kerk. U zult nog veel verschrikkingen zien. Velen zullen het geloof verliezen en weggaan van de ware leer. Valse profeten zullen tweedracht en verwarring zaaien. De duivel zal bedriegen met valse tekenen en wonderen. Brazilië zal het mikpunt van grote aanvallen van de duivel worden. Vlucht weg van alle leugens en bedrog. Blijf bij de waarheid van Mijn Zoon Jezus. Let op. Luister naar Mij om niet misleid te worden. Ik ben uw Moeder die uit de hemel komt om op te eisen wat van God is. Verdedig de liefde en de waarheid. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Vertaling: Frederick Deknudt
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 188]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Veronica met de zweetdoek
Lange tijd bleven veel goede mensen door dezelfde heilsverwachting met elkaar verbonden als door een stille liefde, waarvan de anderen niets afwisten. Toen de twaalfjarige Jezus te Jeruzalem was achtergebleven, om er te onderwijzen in de tempel, zag ik Seraphia nog als ongehuwde dochter. Zij bezorgde Jezus zijn eten in de kleine herberg, waar Hij verbleef wanneer Hij niet in de tempel was. Het was de herberg, een kwartier buiten Jeruzalem, naar de kant van Bethlehem toe, waar Maria en Jozef, toen zij na de Geboorte zich op weg hadden begeven voor de opdracht van Jezus, een dag en twee nachten bij twee oude mensen vertoefden. Die mensen waren Essenen, de vrouw was een verwante van Johanna Chusa, en zij kenden de heilige echtelingen. Een stichting voor armen was die herberg. Jezus en de discipelen vonden er dikwijls een toevlucht en in Zijn laatste jaren, als Hij het volk in de tempel kwam onderwijzen, zag ik Seraphia meer dan eens voedsel sturen naar het huis daarginds, dat nu door andere mensen werd opengehouden. Seraphia trad laat in het huwelijk.
Haar man, een nakomeling van de kuise Suzanna, zetelde in de tempelraad. Omdat hij in het begin heel scherp tegenover Jezus stond, had Seraphia het, wegens haar vriendschap met Onze Heer en de heilige vrouwen, vaak hard te verduren. Ja, verschillende keren werd zij een hele tijd lang opgesloten in een kelder. Nadat Jozef van Arimathea en Nicodemus Seraphias echtgenoot hadden bewerkt, liet deze, milder gestemd, zijn vrouw toe, Jezus te volgen. Tijdens het gericht over Onze Heer in het huis van Caïphas, gisterennacht en heden morgen, koos hij met Nicodemus, Jozef van Arimathea en de andere goedgezinden voor Jezus partij en verliet hij het Sanhedrin. Seraphia in nog een mooie, flinke vrouw, al moet zij toch meer dan vijftig jaar oud zijn. Toen Jezus Zijn triomfantelijke intocht te Jeruzalem hield, hetgeen wij op Palmzondag herdenken, zag ik haar met een kind op de arm temidden van andere vrouwen staan. Zij nam een doek, die zij als sluier om haar hoofd en om haar hals droeg, en spreidde hem vreugdevol over de grond uit, als een blijk van hulde. Diezelfde doek bracht zij nu naar Onze Heer toe om er de sporen van Zijn lijden mee af te wissen, Zijn smart te verzachten onder de droevige, maar nog eens zo triomfantelijke tocht met het kruis. Dit was dan het doek, waarmee de Heer aan zijn medelijdende bezitster de zegenaam "Veronica" meegaf, en die in onze tijd openlijk wordt vereerd door de Kerk.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 188]
Preken
We worden op de proef gesteld
Het meest te vrezen zijn de bekoringen waarvan we ons niet bewust zijn. Sint Gregorius vertelt ons van een kloosterling, die lange tijd zeer vroom was geweest. Plotseling overviel hem een hevig verlangen om het klooster te verlaten en terug te keren naar de wereld. Hij meende dat God een andere bestemming voor hem had.
"Vriend," sprak Gregorius, "het is de duivel. Hij kan het niet verkroppen dat je ziel hem ontgaat. Bestrijd hem!"
Maar neen, de andere bleef bij zijn mening. Tenslotte kreeg hij verlof om te gaan. Nog voor hij echter vertrokken was, wierp Gregorius zich op de knieën en smeekte de goede God dat zijn broeder op tijd het juiste inzicht zou mogen krijgen. Nauwelijks had deze een voet over de drempel van de kloosterpoort gezet of hij werd door een reusachtige draak overvallen.
"O Broeders! Help, schreeuwde hij. Hier is een draak die me wil verslinden!"
De andere monniken snelden toe en vonden de ongelukkige languit op de grond, halfdood. Ze droegen hem het klooster binnen en toen zag hij werkelijk in dat hij door de duivel was bekoord. Deze had zich uit loutere woede in de vorm van een draak op de ziel geworpen, die de Heilige Gregorius, hem door zijn gebed afhandig had gemaakt. Laten we hieruit leren, broeders, dat we vooral moeten vrezen voor de bekoringen die wij niet kennen. En we zullen ze nooit leren kennen, als we de goede God niet om inzicht vragen.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 188]
Hoofdstuk 27. Mariaverschijningen
Nicky: Eerder heeft u gesproken over de waarschuwing van Garabandal. Kunt u mij vertellen over Garabandal en de waarschuwing? En bent u daar ook geweest? Maria: Ja, ik ben daar verscheidene malen op bedevaart geweest. Garabandal is een bergdorp in Spanje waar Onze Lieve Vrouw verscheen aan een aantal kinderen in de jaren 60. Onze Lieve Vrouw gaf er een boodschap over de waarschuwing die voornamelijk het volgende inhoudt: Een ogenblik zal komen dat iedereen op aarde de staat van de eigen ziel zal zien en dat er velen, omwille van de hevige emoties die dat zal teweegbrengen, wanneer ze het zullen zien, hiervan zullen sterven. Het is hetzelfde wat er iedereen overkomt tijdens het overlijdensproces, maar dan zal het bij iedereen tegelijkertijd gebeuren. "Van waaruit Hij zal komen om te oordelen over de levenden en de doden."
Nicky: Moeten we angstig zijn voor dergelijke waarschuwingen? Maria: Enkel als we ver van God zijn en vol van zonde zijn, hebben we redenen om dit te vrezen. Als we voortdurend proberen om bij Hem te zijn, dan hoeven wij in het geheel niets te vrezen of eenvoudig gezegd: zij die bidden zullen veilig zijn. En ook komt Gods genade steeds voor Zijn oordeel.
Een goede vergelijking voor dit is een waarschuwing langs de kant van de weg. Het feit dat we het teken zien en lezen betekent niet dat we reeds zijn uitgeweken voor het gevaar waar het bord ons voor waarschuwt. Met een kinderlijk vertrouwen in onze liefhebbende God, zijn we steeds en zullen we steeds in de veiligste handen zijn.
Nicky: Hoe nog zou God ons tijdens de komende jaren kunnen waarschuwen? Maria: Hij waarschuwt ons zowel door natuurlijke rampen als door rampen waar de mensen de oorzaak van zijn en hier zijn aardbevingen, massale sterfte en ziekten, waarvan AIDS niet de laatste is, inbegrepen. Niemand kan ontkennen dat deze gebeuren. Zij gebeuren zelfs met een verbazingwekkende regelmatigheid, maar opnieuw, waar de minsten van ons op zijn voorbereid is een totale economische ineenstorting, en deze zal de hoogmoedigen en de machtigen letterlijk op de knieën krijgen.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 32]
Lucias neefje en nichtje worden ernstig ziek
Rond die tijd warden de zorgen rond Jacinta en Francisco ook erger. Jacinta vertelde soms: "Mijn borst doet zon pijn, maar ik zeg niets tegen mijn moeder! Ik wens te lijden voor Onze Heer, voor het herstel van de zonden die zijn begaan tegen het Onbevlekte Hart van Maria, voor de Heilige Vader en voor de bekering van de zondaars." Op een morgen, toen ik haar ging opzoeken, vroeg ze mij: "Hoeveel verstervingen hebt u aan onze Heer opgeofferd de vorige nacht?" "Drie. Ik ben driemaal opgestaan om de Engelengebeden te bidden." "Wel, ik heb Hem heel, heel veel verstervingen opgeofferd. Ik weet niet meer hoeveel het er waren, maar ik had enorme pijn en heb geen ogenblik geklaagd."
Francisco sprak heel weinig. Hij deed gebruikelijk na wat hij ons zag doen en stelde uitzonderlijk zelf iets voor. Zijn ziekte leed hij met een heldengeduld, zonder enig gekerm of geklaag dat over zijn lippen kwam. Op een dag, kort voor zijn dood, vroeg ik hem: "Lijdt u veel, Francisco?" "Ja, ik lijd veel, maar ik offer alles op uit liefde voor Onze Lieve Vrouw en Onze Lieve Heer." Op een dag gaf hij mij het touw waar ik reeds heb over gesproken en zei hij: "Neem het weg, voor mijn moeder het ziet. Ik kan het niet langer meer dragen rond mijn middel." Hij nam alles aan wat zijn moeder hem gaf, en ze kon niets ontdekken dat hem niet beviel. Zo ging het door tot de dag voor hem kwam om naar de Hemel te gaan. De dag voor zijn dood, zij hij tot Jacinta en mijzelf: "Ik ga naar de Hemel, maar als ik daar ben, zal ik veel bidden tot Onze Heer en Onze Lieve vrouw en hen vragen om u zo spoedig mogelijk naar ginds te brengen."
Vertaling: Chris De Bodt
7. Manon des Sources [13/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 36: Geleende tijd [Aflevering 241]
Het leven was een grote vergissing! Het heelal was mechanisch en levenloos! De vissen in het diepe water met lichtgevende eigenschappen zoals lampen, en de kameel met zn afkoelende bulten, en de hagedissen die van kleur konden veranderen om zichzelf te camoufleren ... om niet te spreken van vinnen, pluimen, armen, ogen, en hersenen, het geweldige spijsverteringsproces en een zenuwstelsel, en het creativiteitsproces ... werden door Darwin als ongelukken van de natuur beschouwd, samen met nog duizend andere voorbeelden, van amoebes tot mensen, met ongelooflijke complexiteit en ontelbare interacties die de mens allemaal nodig heeft om te kunnen bestaan.
Was dat allemaal een ongeval? Allemaal willekeurige mutaties die de natuur "selecteerde?"
Het was absurd en arrogant, een belediging voor de logica, maar het is wat de duivel wilde: afkeuring van het bovennatuurlijke. Als er niets bovennatuurlijks was, was er ook geen God. Als het bovennatuurlijke niet bestond, was er duisternis, en daarin was Satan op zn best. En het ondermijnde allemaal het geloof. Geloof was net dat geloven in het spirituele element. Geloof was de test van vertrouwen. Geloof was zichzelf overgeven aan God, die de mens dan in staat stelde om zich boven de valstrikken van Satan te verheffen.
Zo probeerde Satan het geloof te ondermijnen. Zo probeerde hij het spirituele te onderdrukken. Maar zn probleem was de Maagd Maria, die enkel al door haar aanwezigheid een gat maakte in het atheïsme.
In Baños, Ecuador, in het gebied waar Darwin zn grootste onderzoeken deed, bezocht een vrouw een warmwaterbron en vond een kegelvormige zandstenen rots waar Maria stond op afgebeeld.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 134]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Vierde sessie
Van de andere kant mag de verandering die Roger Schutz en Max Thurian door het concilie ondergingen niet onderschat worden. Ze woonden alle sessies gedurende vier jaar bij, ze hoorden al de tussenkomsten in het concilie, ze namen deel aan tal van discussies erbuiten. Ze ontmoetten tal van kardinalen, bisschoppen en theologen. Zo begonnen ze relaties aan te knopen met Mgr. Le Bourgeois later bisschop van Autun. Ook op het einde van het concilie ontmoette Broeder Roger Chiara Lubich die de Focolaribeweging stichtte en waarmee hij tot aan zijn dood een getrouwe band onderhield.
Pater de Lubac meldt een betekenisvolle gebeurtenis aangaande die dubbele invloed. Op zondag 21 november 1965 bevonden de prior en de onderprior zich per toeval in een Romeinse parochie waar Paulus VI ook op bezoek was. "Ze voegden hun wagen bij de stoet, zegt de theoloog, en kwamen de kerk binnen. Daar kregen ze stoelen in het hoogkoor, juist tegenover de paus die daarna een poos met hen praatte. Ze waren enthousiast over de preek: de paus sprak heel eenvoudig, als een goede herder, over de aanwezigheid van Christus te midden van de christelijke gemeenschap. Hij legde duidelijk het mysterie van de Eucharistie uit met heel de doctrine en zonder technische woorden. Max Thurian vond dit een model van predicatie over de Eucharistie."
Zeker hebben ze bepaalde punten in de aktes van het concilie, en nog meer tal van deelnemers, beïnvloedt. Maar zeker is ook dat het tweede Vaticaans concilie heeft bijgedragen tot het katholiek maken van Roger Schutz en Max Thurian.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 77]
Eleazar, zoon van Yair
De manschappen doodden eerst hun eigen families en doodden elkaar dan tot de laatste tien. De laatste doodde de negen andere alvorens zelfmoord te plegen. In totaal kwamen negenhonderd zestig rebellen om. Er bleven maar twee vrouwen en vijf kinderen over, in een ondergrondse gang verborgen en die als overlevenden dit tragische en heldhaftige einde konden vertellen. Josephus dateert die gebeurtenis op de vijftiende dag van Xanthicus [nisan], i.e. het paasfeest. Gewoonlijk werd 73 na J.C. opgegeven voor de dood van Eleazar en de val van Massada die het einde betekende van de eerste opstand tegen Rome. Maar, twee Latijnse opschriften bewijzen dat Flavius Silva niet als gouverneur van Judea benoemd werd voor 73. Dus kon het beleg van Massada niet besloten worden voor de lente van 74 na J.C. De naam zoon van Yaïr [ben Yaïr] stond op een scherf ontdekt in Massada tijdens de opgraving door Yigael Yadin geleid in de jaren 1960. Yadin nam aan dat dezelfde letters kunnen gelezen worden als zoon van het licht [beney or], een benaming toegepast op de leden van de gemeenschap van de handschriften aan de Dode Zee.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 92]
Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822]
Na deze getuigenis gaf de Moeder-overste, die knielde in de sacristie, een bevestiging. In het begin van haar verslag erkende ze dat, hoewel het gebruikelijk was om de ogen af te wenden voor de Jezus' Sacrament, ze toch de neiging had om naar de Hostie te blijven kijken. Ze ging verder:
Ik zag dat de Hostie was vervangen door Onze Verlosser, Jezus Christus, volledig lichtgevend. Ik kon Zijn hoofd zien, en zijn borstkas. Hij was omlijst met de cirkel van de monstrans, maar Hij bewoog Zijn Hoofd van links naar recht en het leek wel als Hij uit de cirkel wou komen, naar de plaats waar ik was. Ik zag licht flitsen aan alle kanten. Dit ging zo snel dat het wel leek op lange stammen licht die uitbarstten in mooie bloemen, voordat ze verdwenen. Hiermee was ik bezig tijdens de Hymne van het Heilig Sacrament, het Canticum en de lezingen. Ik had de kracht niet om te zingen omdat in mij een grote vurigheid heerste. Ik zei tegen mezelf dat ik heel blij zou zijn als het werkelijk mijn God was die Zichzelf aan mij wou laten zien, en ik zou blij zijn om Hem te zien, omdat ik vaak voor deze genade had gewenst. Ik ervoer het eerst als een illusie, maar ik bleef Onze Verlosser zien op dezelfde manier. Ik was zo bezig met deze aanwezigheid dat ik niet door had welk effect het had op de priesters en de anderen. Ik ging naar huis zonder met iemand te spreken, maar er kwamen mensen naar me toe om mij te vertellen wat ze hadden gezien. Ik zag toen dat ik geen fout begaan had en ik zegende Onze Verlosser voor de genaden die Hij ons nederige huis had geschonken. Ik bevestig al deze dingen in de aanwezigheid van Jezus, Maria en Jozef... Ook al zien we Hem niet altijd met de ogen van ons lichaam, Hij gaf mij toch de genade om Hem te mogen zien.
Dit document was getekend "Moeder-Overste van het huis van Loretto op 6 februari 1882"
12. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Toen haar spirituele begeleider, Monseigneur Pasquinelli, besefte dat menselijke remedies niet geschikt waren om haar gezondheid te doen terugkeren, besloot hij met haar naar Lourdes te gaan. Ze maakten de treinreis in september 1935. Voor Anita was de reis een boetedoening, en bij aankomst was ze volledig uitgeput door de pijn die nog verergerd leek te zijn. Maar, ze nam deel aan alle activiteiten of aanschouwde ze, en bedankte de Heilige Maagd voor de kracht om haar toestand te verdragen. Toen ze naar Lucca terugkeerde was ze heel rustig, en men kon zien dat de pijn een beetje verlicht was.
We weten dat Anita een aantal brieven schreef tijdens haar bedlegerigheid, maar het is moeilijk om er zelfs één te vinden waarin ze de Madonna of haar deugden, waarnaar ze streefde om ze na te volgen, niet vernoemde. Anita voelde dat ze altijd onder de moederlijke bescherming van de Heilige Maagd stond, en dat Ze altijd dichtbij was om haar te troosten in haar pijnlijke beklimming naar heiligheid.
De Katholieke Actie, waar ze deel van uitmaakte voordat ze ernstig ziek werd, werd niet vergeten. Als ze niet tussen de armen en de zieken kon werken, kon ze tenminste lijden voor hen en de redding van de zielen. Ze werd ook lid van de Female Association Group van de H. Gemma Galgani, wiens relikwieën te vinden zijn in Anitas geboortestad. Enkel de Hemel weet welke genaden verleend werden dankzij Anita.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 80]
Aan haar broer Pierre
Nevers, 17 juli 1877
Ik ben erg blij dat je bij de Zeer Eerwaarde Heer Sempe verblijft, die u goede raad zal kunnen geven. Ik meen dat u daar grote behoefte aan hebt. Het schijnt dat u zich met betrekking tot Marie en Joseph, onze schoonbroer, totaal ongepast gedragen hebt. Er is mij een verhaal verteld dat me veel verdriet gedaan heeft. Ik had nooit gedacht dat u in staat was zich tot een dergelijk punt te verlagen. Luister waar het om gaat: laatst zou u Joseph en Marie op de weg van Poueyferre ontmoet hebben, u [...] [...] uit de voeten, om hun vervolgens een 'lange neus' te geven. Als dat waar is, draag ik u op excuses aan te bieden voor uw gebrek aan respect jegens hen en het verdriet dat u hun hebt aangedaan.
Is dit de manier om de opvoeding die u van de goede Paters genoten hebt, te benutten? Denkt u hun dank te betuigen en troost te schenken door hun goede voorbeeld en hun vriendelijke lessen zo slecht in de praktijk te brengen?
Denkt u dat de goede God en de Heilige Maagd hiermee tevreden of vereerd zouden zijn? Zeker niet. Als u van hen houdt, toch!, moet u dat bewijzen door u voortaan onberispelijk te gedragen. U bent de jongste van het gezin, u bent respect verschuldigd aan Marie, aan Joseph en aan Jean-Marie, ik wil dat u van hen allemaal houdt, dat [...] [...] pater Sempe [...] zijn goede raad die u voordeel brengt, daar ben ik zeker van.
Ik ben erg blij dat je het beroep van tuinman uitoefent, wat je verder zal kunnen helpen, zeker als het je bevalt. Ik raad je aan om slecht gezelschap te mijden. Het zal je kwaad berokkenen zonder dat je het in de gaten hebt. Houd van je werk, je zult zien dat je jezelf erin kwijt kunt.
Ik hoop, lieve Pierre, dat dit de eerste en de laatste keer was dat men mij verwijten maakt over [..]
P.S. Mijn gezondheid gaat vooruit, ik wandel iedere dag in de tuin om kracht op te doen.
Het ga je goed.
13. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Opvoedingsdoelen
Verbondenheid
Een mens draagt niet alleen verantwoordelijkheid voor zijn medemens en maatschappij, maar zijn persoonlijk levensproject wint aan kwaliteit naarmate hij zich aan die medemens en de ruimere gemeenschappen kan toevertrouwen. Iedere mens heeft recht op geven en ontvangen in relaties, ook een jonge mens in zijn relaties tot volwassenen. Het levensproject van een mens is immers steeds getekend door vroegere generaties. De wijze waarop men die invloed gebruikt, bepaalt in grote mate iemands persoonlijk levensproject.
14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Levensbeschrijving
Hij trad in 1138 af in Armagh en keerde terug naar Down and Connor, waarbij hij het gebied herverdeelde en Connor behield. Hij stichtte de priorij van Austin Canons in Downpatrick en ging voort met zijn bisschoppelijke taak. Begin 1139 bracht hij een bezoek aan Rome via Schotland, Engeland en Frankrijk, waar hij een bezoek bracht aan St. Bernardus in Clairvaux. Hij verzocht paus Innocentius II om een palia voor de zetels van Armagh en Cashel en werd benoemd tot legaat van Ierland. Na zijn bezoek aan Clairvaux kreeg hij, op zijn terugreis, vijf monniken mee voor een stichting in Ierland, onder leiding van Christian, van Ierse afkomst. Op deze manier ontstond de beroemde abdij van Mellifont in 1142. Malachias was begonnen aan een tweede reis naar Rome in 1148, maar op het moment dat hij aankwam in Clairvaux werd hij ziek en stierf in de armen van St. Bernardus op 2 november.
De feestdag van St. Malachias wordt gevierd op 3 november om niet samen te vallen met Allerzielen.
Malachias bezat de gave om zieken te genezen. Daarbovenop bezat hij nog andere gaven, levitatie, helderziendheid en profetie. Vele mirakelen worden aan hem toegeschreven. Het meest bekend is zijn profetie over de toekomstige pausen, vanaf Paus Celestinus II [die paus werd in 1143] tot de paus die Johannes Paulus II zou opvolgen. En bij deze paus stopt de lijst. In zijn profetie wordt de lijn der opvolging abrupt afgebroken bij deze Paus. Hij werd in de profetieën van Malachias omschreven als "Gloria Olivae [Glorie der Olijven]".
Chris De Bodt
30-06-2010
30 juni 2010
30 juni 2010
1. Medjugorje: Mirjana gaf reeds eerder aanwijzingen dat het eerste geheim een regionale gebeurtenis betreft [deel 1]
Mirjana Dragicevic uit Medjugorje, gelegen in Bosnië-Herzegovina en gekend van de verschijningen wees er al op in een eerder niet nader genoemd interview dat de eerste van de tien geheime profetieën, die haar zijn doorgegeven door de Heilige Maria niet een algemeen mirakel inhoudt maar een "ernstige" locale gebeurtenis.
In een interview, afgenomen een dag na het visioen, waarin haar het eerste geheim werd getoond, zei Mirjana, die de eerste was van de zes kinderen die alle tien de geheimen ontving, dat het eerste voorval "iets zal zijn waar de mensen tot heel ver zullen over horen" en voegde er ook meteen aan toe "dat de mensen niet zouden staan te trappelen om de plaats waar het eerste geheim zich zal afspelen te gaan bezoeken, omdat niemand wenst rampen, ellende en tegenspoed te zien." Er zal dus geen soort ramptoerisme zijn, zoals we dat dikwijls zien bij rampen. "Ik denk helemaal niet dat dit soort dingen de mensen zal aantrekken. Waarom zou iemand iets van die aard willen zien? Er bestaat er verschil tussen het gaan waarnemen van een teken van een hele andere aard dan het gaan bezichtigen van lijden of een catastrofe."
Wie wenst er bijvoorbeeld naar Italië te gaan om er een dam te zien instorten? Ze zei eveneens dat het eerste geheim niets nodig heeft om eraan voor te gaan en dat het "ruimschoots voor zichzelf zal spreken." Ze zei dat de mensen in Medjugorje "onmiddellijk zullen weten dat de gebeurtenis in verband staat met de geheimen." Ook zal het iets zijn "waar iedereen, overal en onmiddellijk zal over horen."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Chris De Bodt
2. Onze Lieve Vrouw van Anguera, Bahia, Brazilië: vroegere boodschappen
Boodschap 3326 van 01/06/2009
Lieve zonen en dochters, let op niet te worden misleid. Geloof stellig in het evangelie van Mijn Zoon Jezus om gered te worden. Nu is de tijd van grote geestelijke verwarring. Vlucht weg van valse tekenen en wonderen. De duivel zal veel van Mijn arme kinderen misleiden in het land van het Heilig Kruis [Brazilië]. Velen worden misleid door valse tekenen. Vlucht weg van alle leugens en bedrog. Keer terug naar de waarheid en u zult gered worden. De dag breekt aan waarop, met de toestemming van God, een groot wonder zal gebeuren in Brazilië. Een priester zal hier een rol in spelen en dit zal de bekering van veel mannen en vrouwen die afgedwaald zijn bewerkstelligen. Ik ben uw Moeder die uit de hemel komt om u allen naar de waarheid te leiden. God heeft haast, kruis uw armen niet. Laat niet voor morgen wat u vandaag moet doen. Ik wil u tot niets verplichten, maar wat Ik zeg moet serieus genomen worden. Kniel neer in gebed en God zal u redden. De mensheid is ziek en moet genezen worden. Ik lijd omwille van wat u te wachten staat. Vlucht weg van de zonden en geef uw ja aan God. Sterkte. Ik spreek ten beste voor iedereen van u bij Mijn Zoon Jezus. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Vertaling: Frederick Deknudt
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 187]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Veronica met de zweetdoek
Nauwelijks had zij haar kamer betreden en de zweetdoek vóór zich op tafel gelegd, of zij zonk bewusteloos neer; het meisje knielde jammerend met de wijnkruik naast haar. Zo vond een huisvriend haar als dood bij het opengevouwen doek liggen, waarop het bloedig aangezicht van Jezus verschrikkelijk maar wonderbaar duidelijk was afgedrukt. Het ontstelde zeer, wekte Seraphia uit haar bewusteloosheid en toonde haar het Aanschijn van de Heer. Weeklagend nog, maar meteen vol vertroosting, knielde zij voor het doek en riep uit: "Nu wil ik alles verlaten, de Heer heeft mij een aandenken geschonken!"
De zweetdoek was een stuk fijne wollen stof, nagenoeg driemaal zo lang als breed. De Joden droegen gewoonlijk zon doek om de hals, dikwijls ook nog over de schouder. Het was een oude gewoonte, met een dergelijke doek naar zieken en treurenden, vermoeiden en lijdenden toe te stappen en hun gezicht er mee af te drogen, als teken van medelijden en deelneming. In de warme landen gaf men elkaar zon doek als geschenk. De wonderbare zweetdoek hing bij Seraphia altijd aan het hoofdeinde van haar bed. Na haar dood hebben de heilige vrouwen het doek aan de Moeder Gods gegeven, en door de apostelen is hij in het bezit gekomen van de Kerk.
Seraphia was een nicht van Johannes de Doper. Haar vader was de zoon van de broer van Zacharias vader. Zij was van Jeruzalem. Toen Maria als vierjarig meisje bij de tempelmaagden werd ondergebracht, zag ik Joachim en Anna, met anderen die waren meegekomen, het vaderhuis van Zacharias binnengaan, in de buurt van de vismarkt. Er woonde daar een zeer bejaarde verwant van Zacharias, waarschijnlijk zijn oom, de grootvader van Seraphia. Op dat ogenblik was Seraphia, naar ik kon vaststellen, een vijftal jaren ouder dan Maria. Ik zag haar later op de bruiloft van Jozef en Maria en vernam ook toen dat zij ouder was dan de Heilige Maagd. Zij was eveneens familie van de oude Simeon, die bij de opdracht van Jezus in de tempel geprofeteerd had, en kwam van jongsaf veel met zijn zonen tezamen. Die hadden reeds vroeg van hun vader het verlangen naar de Messias meegekregen, een verlangen dat Seraphia deelde.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 187]
Preken
We worden op de proef gesteld
Maar wat baat u Gods hulp, broeders, als ge zelf niet voelt dat ge in bijna al uw handelingen op de proef wordt gesteld: nu eens door de trots, de ijdelheid of de hoge dunk die we van onszelf hebben, dan weer door de jaloezie, de haat en de wraakzucht? Een andere keer tovert de duivel ons de smerigste en gemeenste beelden voor de ogen. Onder het gebed sleept hij onze geest van de ene verstrooidheid in de andere.
Overigens zult ge van Adam tot nu toe geen enkele heilige vinden die niet door God werd beproefd, de één zus, de ander zo, en de grootste heiligen het zwaarst. Wanneer zelfs Jezus Christus aan de verlokkingen van de duivel blootstond, hoeveel te meer dan wij? We moeten er ten allen tijde op bedacht zijn, broeders! Ge zult me misschien willen vragen wat de oorzaak van onze beproevingen is. Wel, niets anders dan de schoonheid en de waarde van onze ziel! De duivel begeert haar. Hij begeert zo hartstochtelijk, dat hij desnoods twee verdoemnissen zou willen verduren om haar naar de hel te kunnen sleuren.
We mogen nooit ophouden met over onszelf te waken, uit vrees dat de duivel ons zal verrassen op een ogenblik dat we er niet op voorbereid zijn. Sint Franciscus vertelt ons dat de goede God hem eens liet zien hoe zijn volgelingen door de duivel op de proef werden gesteld, vooral op het gebied van de zuiverheid. Hij zag een troep duivels die niets anders deden dan pijlen afschieten op zijn volgelingen. Sommige pijlen keerden terug en troffen de duivels zelf, die ze hadden afgeschoten. De getroffenen sloegen, onder vreselijk gehuil, op de vlucht. Andere pijlen schampten af en vielen op de grond, zonder Franciscus volgelingen enig letsel te veroorzaken. Slechts enkele pijlen troffen doel en doorboorden hun slachtoffers geheel en al. Wanneer de duivel ons bekoort, zegt Sint Antonius, moeten we hem met zijn eigen wapens trachten te verjagen. Bekoort hij ons met hoogmoed, dan moeten wij ons haastig vernederen voor God. Stelt hij onze zuiverheid op de proef, dan moeten we ons lichaam en onze zinnen tuchtigen en onszelf nog zorgvuldiger bewaken. Wil hij in ons een afkeer verwekken voor het gebed, dan moeten wij nog langer en aandachtiger bidden, en hoe vaker de duivel ons ertoe aanzet om het gebed achterwege te laten, hoe meer gebeden we moeten verrichten.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 187]
Hoofdstuk 27. Mariaverschijningen
Nicky: Heeft de Heilige Maagd Maria iets over de Arme Zielen gezegd via de zieners van Medjugorje? Maria: Ja, Zij heeft in Medjugorje diverse malen gesproken over het Vagevuur. De kinderen gaven vroeger reeds twee lange getuigenissen en een aantal kortere antwoorden over het Vagevuur en in 1986 en in 1987 was er een langere boodschap over dit onderwerp voor de hele wereld en in nog een ander werd de noodzaak van Missen voor hen vermeld.
Nicky: En bevestigen deze boodschappen wat u zegt? Maria: Ja.
Nicky: U zei eerder dat de zielen neigen samen te komen in gebedsvolle en heilige plaatsen. Weet u of er enige zielen zijn verschenen te Medjugorje? Maria: Ja, dat is het geval. Onze Lieve Vrouw heeft dat in een aantal visioenen voor de zieners bevestigd, maar de boodschappen waren enkel voor de aanverwanten bedoeld. Maar er is mij verteld over een visioen dat er geschiedde in een nabijgelegen restaurant, spoedig nadat Onze Lieve Vrouw begon te verschijnen in Medjugorje.
In de volgende, grotere stad, waar de Communisten en de Politie waren [beiden probeerden uiteraard de dorpelingen uit Medjugorje uit te lachen en zelfs de stuipen op het lijf te jagen], is er vandaag nog een restaurant dat enkel door mensen uit de stad wordt bezocht. Alle tafels waren altijd bezet, behalve een tafel in het midden en een tafel aan de muurkant. Op een dag zat, tegen de middag het restaurant bijna vol en sommigen zegden erge dingen over zowel de verschijningen als de mensen uit Medjugorje dat uiteindelijk maar een goede vijf kilometer verderop ligt. Plots keken sommigen van hen op, toen ze de stem van een vrouw hoorden, die hen streng berispte voor het zeggen van dergelijke erge dingen over zulke heilige aangelegenheden. Zij zagen haar zitten aan een tafel in het midden van het restaurant, die meestal niet bezet was. Zij was zon dertig jaar, aantrekkelijk en goed gekleed. Niemand, zelfs niet de kelner, had haar zien binnenkomen. Er bevond zich zelfs geen glas op de tafel. Toen de man hoorden dat ze werden uitgescholden, werden ze al vlug stilletjes. De volgende keer als ze opkeken, was de tafel leeg. Niemand had haar het restaurant zien binnenkomen of verlaten. Dit verhaal heeft zich heel vlug verspreid over de hele stad. Hoogstwaarschijnlijk was dit een ziel die door Onze Lieve Vrouw werd gezonden om de zaak weer recht te trekken. Ja, het is waar dat de zielen zichzelf meer dan gebruikelijk manifesteren rond heilige gebeurtenissen.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 31]
Lucias vader sterft
Onze goede Heer schonk mij deze troost, maar andermaal kwam Hij aan de deur kloppen om een nieuwe opoffering te vragen, en ook geen kleintje. Mijn vader was robuust en een gezonde man: hijzelf zei dat hij niet wist van hoofdpijn wist. Maar in minder dan 24 uren bracht een aanval van een dubbele longonsteking hem naar de eeuwigheid. Mijn verdriet was zo groot dat ik dacht dat ik ook ging sterven.
Hij was de enige die zich altijd haar voorgedaan als mijn vriend en de enige die mij verdedigde wanneer er twisten waren in huis omwille van mij. "Mijn God! Mijn God!" schreeuwde ik het uit in mijn eigen kamer: "Ik heb nooit gedacht dat u zon lijden voor mij in huis ging halen! Maar ik lijd uit liefde voor U, voor het hertel van de zonden die zijn begaan tegen het Onbevlekte Hart van Maria, voor de Heilige Vader en voor de bekering van de zondaars."
Vertaling: Chris De Bodt
7. Manon des Sources [12/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 36: Geleende tijd [Aflevering 240]
Maar de president had meer interesse voor Bijbelse verschijnselen. Hij was vooral geïnteresseerd in dromen. Hij had er zelf één gehad waarin hij een rouwende groep zag in het Witte Huis en men vertelde hem dat de president vermoord was geweest. "Ik bleef de paginas van het oude boek omslaan, en overal viel mn oog op passages waar ik zelf constant aan dacht: bovennatuurlijke bezoeken, dromen, visioenen," zei de president. Lincoln was ook geïnteresseerd in het concept van kastijding, want hij dacht dat de Burgeroorlog een straf was voor de slavernij. "De Almachtige heeft Zijn eigen doelstellingen," zei hij tijdens een toespraak enkele weken voordat het Zuiden zich op Palmzondag in 1865 overgaf:
"Als wij veronderstellen dat de Amerikaanse slavernij één van de ergernissen is,welke in Gods voorzienigheid moet komen,maar welke Hij, nu ze de door Hem bepaalde tijd heeft geduurd, wil wegnemen, en dat Hij aan Noord en Zuid deze vreselijke oorlog geeft als het wee dat moet komen omwille van diegene door wie de ergernis tot stand kwam, zullen wij daarin dan enige afwijking ontwaren van die goddelijke eigenschappen die diegenen die in een levende God geloven altijd aan Hem toeschrijven?Vol liefde hopen wij, vol vuur bidden wij, dat deze machtige gesel van de oorlog spoedig moge voorbijgaan. Maar als God wilt dat hij blijft duren tot de rijkdom, gedurende 250 jaar opgestapeld door de niet beloonde arbeid van de slaaf, is verdwenen en tot iedere druppel bloed veroorzaakt door de zweep zal betaald zijn met een andere veroorzaakt door het zwaard zoals het drieduizend jaar geleden gezegd werd, dan nog moeten wij zeggen: De oordelen van de Heer zijn volkomen waarachtig en rechtvaardig."
Lincoln wist dat de geschiedenis gevuld was met kastijdingen, en er lagen inderdaad nog grotere zuiveringen dat de Burgeroorlog op de loer. De Heer verachte valse goden en dat was net wat sciëntisme creëerde: een god van technologie. De telegraaf nam de plaats in van het gebed en de elektriciteit de plaats van de Heilige Geest. Met de scheikunde was de mens de realiteit aan het veranderen en daarom ontzegde sciëntisme ... het obsessieve gebruik van wetenschap ... God zelfs Zijn rol als Schepper. Toen hij op vakkundige wijze de evolutie bewees, wat gewoon een "ontplooiing" betekende, maakte Darwin de ernstige fout van het niet toewijzen van die ontplooiing aan God, maar aan "natuurlijke selectie." Zon theorie leverde het mechanische en rationalistische idee dat gedrochten van de natuur, mutatie, de touwtjes in handen hadden van de manier waarop organismen zich ontwikkelden.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 133]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Vierde sessie
De gemakkelijke omgang die de prior van Taizé aan de dag kon leggen en de mengeling van gezag en zachtheid die hij uitstraalde kon de best geluimde gesprekspartner wel eens prikkelen. Zo, op de laatste dagen van het concilie na een diner via del Plebiscito, noteerde pater Congar: "Ik ben niet op mijn gemak in het bijzijn van Broeder Roger Schutz want hij heeft de mond vol van dialoog en naar anderen luisteren, terwijl hij niet ophoudt zich uit te drukken en zich te bevestigen. Hij is een man van God, maar vanavond vond ik hem lastig."
Wat er ook van zij met het personage, de schok die hij met andere teweeg bracht is niet weg te cijferen. Mgr. Willebrands, rechterarm van kardinaal Bea op het Secretariaat voor de eenheid der christenen, had op het einde van de eerste sessie al gezegd aan Mgr. Moorman, leider van de anglicaanse afvaardiging: "De aanwezigheid van de waarnemers was zeer belangrijk. Hun invloed op het werk van het concilie is moeilijk naar waarde te schatten."
Op de laatste dag van het concilie vestigde de jonge katholieke student Enzo Bianchi zich in het Italiaanse gehucht Bose. Hij begon een gemeenschappelijk avontuur die onder andere door Taizé was ingegeven. Vanaf 1968 ontving de gemeenschap van Bose protestanten met de toestemming van kardinaal Pellegrino, aartsbisschop van Turijn.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 76]
Eleazar, zoon van Yair
Eleazar zoon van Yaïr behoorde tot de familie van de opstandige leider Judas de Galileër. Misschien was hij zijn kleinzoon. Hij was verwant met Menahem, de leider van de huurmoordenaars. Eleazar leidde de laatste groep Joodse weerstanders die Rome bestreden door hardnekkig het fort van Massada te verdedigen na de vernietiging van Jeruzalem in 70 na J.C. Door Herodes de Grote gebouwd en voor onneembaar gekend werd dit fort door de Romeinen aangevallen onder Flavius Silva. Voor de laatste stormloop door de legioenen, waarschijnlijk in 74 na J.C., spoorde Eleazar de verdedigers en hun familie aan om de dood boven de slavernij te verkiezen. In een lange toespraak [waarschijnlijk van de hand van Flavius Josephus] overtuigde hij de aanhangers zich voor elkaar op te offeren.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 91]
Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822]
Zodra ik de kapel uit kwam kwamen er allemaal mensen op mij af, zowel uit het huis als leken van de parochie, die mij vroegen of ik het wonder had mogen aanschouwen en ze vroegen mij vele vragen over dit onderwerp. Ik kon alleen dit zeggen: "Jullie hebben Onze Verlosser gezien, waarmee Hij duidelijk heeft willen laten blijken dat Hij altijd bij ons is en waarmee Hij wil vragen om Hem altijd lief te hebben. Nog meer dan eerst moeten we Hem lief hebben en de goede dingen doen, want Hij heeft ons deze genade gegeven." Toen ging ik naar huis, maar tijdens de nacht bleef ik denken over het wonder dat ik had gezien. De volgende dag, maandag, ging ik naar de parochie van St Eulalie en kwam ik priester Noailles tegen. Ik vertelde hem wat er was gebeurd, en er kwamen ook andere mensen op ons af en vertelden over het wonder.
Wat er ook gebeurde, ik verklaarde wat ik had gezien en bijna had aangeraakt. Ik weet niet wat de gevolgen zullen zijn van mijn getuigenis, maar ik zou een zeer ondankbare man zijn en schuldig zijn als ik weigerde om de waarheid te verkondigen.
Dit document was getekend: "Delort, priester" en was geschreven op 5 februari 1822.
12. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Uiteindelijk zorgde Anitas lichamelijk toestand opnieuw voor problemen met buikvliesontsteking en koorts, die haar de volgende acht jaar, tot aan haar dood, aan het bed gekluisterd hielden. Tijdens deze periode werd ze verzorgd door haar moeder en haar twee zussen Rita en Irma. Anita betreurde het dat ze hen zoveel tot last was, maar ze gaf zich over aan de wil van God, klaagde nooit, en slaagde er altijd in te glimlachen, ook al leed ze enorm. Haar spirituele begeleider, Monseigneur Pasquinelli, vermeldde haar spirituele vurigheid, en onthulde dat ze de precieze dag en uur van haar dood kende.
Bovenop haar lijden, deed Anita nog op andere manieren boete. Eén ervan was dat ze at zonder te klagen wat ze te eten kreeg, of zonder haar verlangen te uiten om iets anders te eten. Toen ze dorst had, vooral tijdens de hitte van de zomer, onderbrak ze haar eucharistische vasten niet, en als ze om water vroeg omdat haar mond dikwijls droog was, klaagde ze nooit als men het haar niet onmiddellijk bracht. Ze gebruikte ook voorwerpen om boete te doen, waarvan er een aantal nog altijd bewaard zijn als relikwieën.
Ze sprak nooit over haar lijden, tenzij men het haar opdroeg en ze moest gehoorzamen. Ze was echter eerlijk en rechtuit met haar dokter, en was heel nauwgezet in het opvolgen van de voorschriften. Maar ze vond meer troost in haar liefde voor Jezus en de Heilige Maagd.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 79]
Aan haar broer Pierre
Nevers, 3 november 1876
Lieve broer,
Ik heb vernomen dat je in de vakantie veel bij de Grot gewerkt hebt. Men heeft me verteld dat je dit jaar misschien niet meer naar Garaison zult terugkeren. Als je werkelijk gelooft dat de goede God je niet tot het religieuze leven roept, vind ik dat je moet besluiten een betrekking te nemen. Het gaat erom, mijn lieve vriend, dat je over je toekomst nadenkt. Wat mij betreft, ik zou er niet blij mee zijn als je bij de Grot bleef werken zoals je dat tot nu toe gedaan hebt. Straks zul je nog zonder baan zijn. Als je in plaats daarvan een vak leert en van je werk houdt, heb je altijd een inkomen en kun je jezelf behelpen.
Ik vind, mijn lieve broer, dat je het met de goede God moet overleggen. Voor niets in deze wereld zou ik willen dat je priester wordt alleen maar om een positie te verwerven. Nee, dan zou ik nog liever hebben dat je voddenraper werd.
Ik hoop, lieve vriend, dat je begrijpt dat ik zo spreek vanwege het grote belang dat ik in je ziel stel. Nogmaals: bid, denk na en vraag vooral aan Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd dat zij jou Hun heilige willen bekendmaken. Ik druk je op het hart je religieuze plicht trouw te vervullen en gehoorzaam te zijn aan Joseph en Marie. Laat me zo spoedig mogelijk lets van je horen. Het ga je goed, lief petekind, ik omhels je innig,
Je geheel toegewijde zus en meter,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
14. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Opvoedingsdoelen
Verbondenheid
Een mens draagt niet alleen verantwoordelijkheid voor zijn medemens en maatschappij, maar zijn persoonlijk levensproject wint aan kwaliteit naarmate hij zich aan die medemens en de ruimere gemeenschappen kan toevertrouwen. Iedere mens heeft recht op geven en ontvangen in relaties, ook een jonge mens in zijn relaties tot volwassenen. Het levensproject van een mens is immers steeds getekend door vroegere generaties. De wijze waarop men die invloed gebruikt, bepaalt in grote mate iemands persoonlijk levensproject.
15. Valentina Papagna: nieuwe boodschappen
Valentina Papagna verhuisde in 1955 van Slovenië naar Australië, na eerder moeilijke tijden tijdens haar kinderjaren. Na de plotse dood van haar man, in 1988, startten haar visoenen en boodschappen van Onze Heer Jezus en Onze Hemelse Moeder. Vanaf die tijd evolueerde ze tot een zeer vrome, Rooms-Katholieke vrouw. Zij krijgt de volledige steun van haar geestelijke begeleider en parochiepriester, Vader Valerian Jenko. Zij wenst haar ervaringen en boodschappen te delen, dit enkel om de mensen te helpen dichter bij God te komen en te groeien in heiligheid naar Jezus' en Maria's wens. Als grootmoeder leidt ze nu een eenvoudig en rustig familieleven. Zij vermijdt elke publiciteit, maar is wel genoodzaakt om de boodschappen die haar worden doorgegeven, openbaar te maken, omdat ze niet enkel voor haarzelf zijn. Voortaan zullen haar boodschappen in dit blog worden vermeld.
3 mei 2010:
De Heilige Maria verscheen in een schitterend, blauw en lang kleed, onversneden en glanzend, met lange mouwen tot bijna over de vuisten. Zij hield de kleine Jezus in Haar armen. Ze zei "Troost Mijn Zoon omdat Hij zoveel beledigd wordt door zoveel zonden en misdrijven die er vandaag in de wereld worden begaan."
Onze Lieve Vrouw lichtte verder toe: "U weet, Mijn kinderen, dat men in vele landen erge rampen ondergaat. U kunt er niet op rekenen dat deze zullen stoppen. Dit is om u wakker te maken, Mij kinderen, om terug te keren tot God. Hij is uw enige redding. Van zodra men hersteld is van de ene ramp, zal er een andere komen."
Hierop overhandigde de Gezegende Moeder de kleine Jezus in mijn armen en zei Ze: "Heb Mijn Zoon lief, zoals Ik Hem liefheb. Hij is nog steeds mijn kleine jongen."
Zij herinnerde er ons aan dat we elke dag de Rozenkrans moeten bidden om Gods genade en barmhartigheid te bekomen.
16. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Levensbeschrijving
De invloed van Malachias in Ierland betreffende kerkelijk zaken wordt wel vergeleken met die van Bonifatius in Duitsland. Hij hervormde en reorganiseerde de Ierse Kerk en bracht deze onder het gezag van Rome.
Gedurende drie jaren in Armagh, zoals is overgeleverd door St. Bernardus, herstelde St. Malachias het gezag van de Kerk, die was verwaterd door een serie van leken-abten en introduceerde de Rooms-Katholieke liturgie. Het verhaal van de Heilige Bernardus was dat hij, nadat hij het barbarisme met wortel uitroeide en de christelijke moraal herstelde, alle zaken helderder zag en begon na te denken over zijn eigen rust.
Chris De Bodt
29-06-2010
29 juni 2010
29 juni 2010
1. Medjugorje: Mirjana geeft vroeger reeds aanwijzingen gegeven dat het eerste geheim een regionale gebeurtenis betreft.
Vanaf morgen exclusief in een reeks afleveringen op dit blog.
2. Onze Lieve Vrouw van Anguera, Bahia, Brazilië: vroegere boodschap
Boodschap 3324 van 25/05/2010
Lieve zonen en dochters, Ik ben uw Moeder die uit de Hemel komt om u allen te leiden naar Mijn Zoon Jezus. Open uw harten om lief te hebben en laat u omvormen. Wees zachtmoedig en nederig van hart. Aanvaard Mijn boodschappen want Ik wil de bekering van al Mijn arme kinderen die ver van Mij verwijderd zijn. Verlies de moed niet. Wanneer u het gewicht van het kruis voelt, aanroep dan Jezus. Hij zal naar u komen en u zult zegevieren. De mensheid is geestelijk arm en leeft ver weg van God. Ik lijd omwille van hen die als blinden door het leven gaan. Keer terug tot Hem, Hij die de absolute goedheid is en ieder van u bij naam kent. U zult nog vele grote beproevingen meemaken. De mensheid zal drinken uit de bittere beker van het lijden vóór de glorieuze komst van Mijn Zoon Jezus. De Heer zal de aarde veranderen en allen die correct zijn zullen gelukkig leven. Ik vraag jullie om voor iedereen goed te zijn. Streef er naar om in alles Mijn Zoon Jezus na te volgen. In de definitieve triomf van Mijn Onbevlekte Hart zullen Mijn toegewijden de rechtvaardige beloning ontvangen. Deins niet terug en blijf bij de waarheid. Verdedig het evangelie van Mijn Zoon Jezus en weet dat Ik altijd aan uw zijde sta. Sterkte. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Vertaling: Frederick Deknudt
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus [Aflevering 186]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Veronica met de zweetdoek
De weg die de kruisstoet nu volgde, was een lange, ietwat naar links afbuigende straat, waarop verschillende zijstraten uitliepen. Van alle kanten trokken goedgeklede mensen naar de tempel. de meesten wendden zich af, uit Farizeïsche vrees voor verontreiniging, sommigen betoonden enig medelijden. Ongeveer tweehonderd schreden ver had Simon de Heer Zijn kruis helpen dragen, toen uit een fraai woonhuis, aan de linker kant van de straat, een grote, mooie vrouw, die een klein meisje aan de hand hield, op de kruisstoet kwam snellen. De vrouw die daar het huis verliet, wiens voorhof met stevige muur en blinkend hek een trappenterras heenleidde, was Seraphia, de vrouw van Sirach, een lid van de tempelraad. Door de daad die zij vandaag volbracht, kreeg zij de naam Veronica [van vera icon: de echte beeltenis].
Seraphia had een kostbare, gekruide wijn bereid en haar vroom verlangen was, de Heer daarmee op Zijn bittere lijdensweg te verkwikken. Reeds eenmaal was zij, vrezend en hopend tegelijk, van huis weg en de stoet tegemoet gegaan. Ik zag haar gesluierd, vergezeld van het meisje dat zij als kind had aangenomen, naar de kruisstoet lopen, toen Jezus Zijn heilige moeder ontmoette. In het gedrang dat ginder ontstond had zij geen gelegenheid gekregen om de Heer te laven, en was haastig teruggekeerd naar haar woning, waar zij Hem verwachten zou.
Zij kwam nu, het hoofd gesluierd, de straat opgelopen met een doek over haar schouder en het meisje aan haar zijde, dat zowat negen jaar oud kon zijn. Zij droeg de kruik met wijn, verborgen onder een lap. Tevergeefs probeerden zij die vóór de stoet liepen, haar terug te drijven, want zij was van liefde en medelijden buiten zichzelf. Met het kind, dat haar kleed vasthield, drong zij door het gepeupel, de rij soldaten en de troep beulsknechten heen, knielde bij Jezus neer en hief het doek, aan één kant opengevouwen, naar Hem op, terwijl zij smeekte: "Gewaardig U, o Heer, dat ik Uw aangezicht maf afwissen!" Jezus nam het doek met Zijn linkerhand en drukte het tegen Zijn bloedend aangezicht. Dan schoof Hij het doek naar Zijn rechterhand, dat van onder de dwarsbalk van het kruis uitstak, plooide hem met beide handen tezamen en gaf hem dankbaar terug. Seraphia kuste het doek, verborg het onder haar mantel, tegen haar hart, en stond op. Toen hief het meisje schuchter de wijnkruik omhoog, maar de schimpende rakkers en soldaten lieten niet toe, dat Seraphia Jezus ook nog laven zou. Door de snelheid en de dapperheid van haar optreden, dat een gedrang van nieuwsgierigen teweeg bracht, had zij de stoet dan toch gedurende twee minuten in zijn gang gestuit, wat voldoende was geweest om Jezus de zweetdoek aan te reiken. De Farizeeërs en de beulsknechten ontstaken in woede over deze nieuwe vertraging, en meer nog over het feit, dat Jezus hier zo openlijk werd vereerd. Zij begonnen de Heiland te slaan en Hem heen en weer te trekken. Seraphia vluchtte met het kind haar woning binnen.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 186]
Preken
Maar Hij zal ons helpen
Ja, broeders, bij alles wat we zien, bij alles wat we horen, bij alles wat we zeggen en doen, voelen wij ons geneigd tot het kwade. Als we aan tafel zitten, in de genotzucht en de onmatigheid. Als we een ogenblik ontspanning zoeken, is het de lichtzinnigheid en de tijdverspilling. Als we werken, laten we ons meestal leiden door eigenbelang, gierigheid en afgunst of zelfs door ijdelheid. Als we bidden, is het de achteloosheid, de verstrooidheid, de tegenzin en de verveling. Als we in moeilijke of trieste omstandigheden verkeren, zijn we dadelijk geneigd tot klagen en morren. Maar gaat het ons goed, dan vervallen we in eigenliefde, verwaandheid en verachting van onze evennaaste. Als we geprezen worden, zetten we een hoge borst op, maar de eerste, de beste belediging brengt ons tot woede. Deze broze neigingen, broeders, hebben de grootste heiligen doen sidderen en hebben de woestijnen met kluizenaars bevolkt. Zij zijn de reden van zoveel tranen, zoveel gebeden, zoveel verstervingen!
Ja, het is waar! Ook de heiligen die zich in de wouden verborgen hielden, waren niet vrij van bekoringen, maar zij hadden in ieder geval geen last van de slechte voorbeelden die ons voortdurend omringen en die tal van zielen in het verderf storten. En toch lezen we in hun levensbeschouwingen, broeders, dat zij onophoudelijk bleven waken en bidden, uit angst voor de zonde, terwijl wij, arme blinden, ons te midden van zoveel dodelijke gevaren, nergens druk schijnen over te maken. Velen van ons weten niet eens wat het zeggen wil om bekoord te worden, omdat zij bijna nooit, of tenminste heel zelden aan de verleiding weerstaan. Maar wie van ons zal er gered worden? Neen, broeders, iemand die zich op dit alles wil bezinnen, zou van pure angst niet meer kunnen leven! Eén ding slechts kan ons troosten en geruststellen: dat we een Vader in de hemel hebben die nooit zal toelaten dat onze strijd onze krachten te boven gaat. Telkens als we Hem aanroepen, zal Hij ons helpen en ons uiteindelijk de overwinning schenken.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 186]
Hoofdstuk 27: Mariaverschijningen
Nicky: Als er een aanhanger van deze valse verschijningen tot u komt, geeft u daar dan uw mening over? Maria: De zielen hebben mij verteld dat, als het gebeurt dat een persoon het mij vraagt, ik deze moet zeggen dat over dit of dat verschijnsel de zielen "neen" hebben gezegd. En precies dat gebeurde er een aantal maanden geleden met de meer bekende Zwitserse "verschijning."
Nicky: Om openhartig te zijn is het niet moeilijk voor mij om te weten naar wie u hier verwijst. Maar vertel mij, waarom doet een persoon zoiets, of wordt het onbewust gedaan door hen? Maria: Bewust of onbewust, maar waarschijnlijk omwille van sommige zwakheden van hen, waarschijnlijk hoogmoed. En satan laat het hen doen. En door haar optreden wordt het ook duidelijk dat ze allen wensen om verdeeldheid te zaaien en mensen weg te houden van Medjugorje. Mijn vriend-exorcist, naar wie ik eerder verwees, kon dit ook bevestigen.
Nicky: Ik begrijp dat u geen namen wenst te noemen van levende mensen die anderen op deze wijze misleiden, maar zou u ons een naam kunnen vertellen van een overleden persoon van wie de zielen u hebben verteld er "voorzichtig" mee te zijn? Maria: De Arme Zielen vertelden mij "voorzichtig" toen ik vroeg naar Maria Voltartas boeken. Maar hier kan het gebeurd zijn dan er dingen zijn gebeurd na haar overlijden. Opnieuw, satan ligt steeds dichtbij op de loer om verwarring te brengen en zo betekent "voorzichtig" hier dat de mensen zich geen zorgen hoeven te maken over Maria Voltarta zelf.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 30]
Lucias moeder wordt ernstig ziek
Mijn lijden moet de Heer wel hebben behaagd, want hij was voor mij de meest bittere kelk aan het voorbereiden die ik spoedig zou moeten drinken. Mijn moeder werd zo ernstig ziek, dat we op een gegeven moment dachten dat ze ging sterven. Al haar kinderen waren rond haar bed verzameld bij het ontvangen van de laatste sacramenten en om de hand te kussen van hun stervende moeder. Ik was de jongste, dus mijn beurt was de laatste. Toen mijn moeder mijn gelaat een beetje zag stralen, hield zij haar armen rond mijn nek en zei ze met een diepe zucht: "Mijn arme dochter, wat zal er van u geworden zonder uw moeder! Ik sterf met een doorboord hart, omwille van u." Toen barstte ze in tranen uit en weende bitter en greep ze mij nog dieper en dieper in haar armen. Mijn oudste zus nam me toen weg van mijn moeder, nam mij naar de keuken en legde mij het verbod op om nog in de ziekenkamer te komen, met de woorden: "Moeder gaat sterven van verdriet omwille van alle kommer die u haar hebt doen doorstaan." Ik knielde neer met mijn hoofd op de bank en meer dan ik ooit in verwarring ben geweest, offerde ik mijn boete op aan Onze Lieve Heer. Een aantal minuten later kwamen mijn twee oudste zusters, die dachten dat de zaak hopeloos was, bij mij en zeiden; "Lucia! Als het waar is dat u Onze Lieve Vrouw zag, ga dan nu meteen naar de Cova da Iria en vraag Haar om onze moeder te genezen. Beloof Haar wat u maar wilt, we zullen alles doen en dan zullen wij u geloven."
Zonder een ogenblik te verliezen rende ik, zoals nooit tevoren, naar buiten en liep tussen de velden, langs kleinere paden en bad de hele tijd de Rozenkrans. Toen ik daar was, gaf ik ons verzoek door aan Onze Lieve Vrouw en bevrijdde ik mij mezelf van alle verdriet, door overvloedig te wenen. Daarop spoedde ik mij naar huis, getroost met de hoop dat mijn geliefde moeder zich reeds een beetje beter zou voelen. Drie dagen lagen kon ze opnieuw het werk in en buiten het huis hervatten. Ik had Onze Lieve Vrouw beloofd dat, wanneer ons verzoek zou worden ingewilligd, ik voor negen opeenvolgende dagen naar de Cova da Iria zou gaan, samen met mijn zussen, om er de Rozenkrans te bidden en ondertussen op onze knieën van de weg naar de steeneik te gaan en dat we op de negende dag, negen arme kinderen met ons zouden meenemen en hen daarna een maaltijd zouden geven. We kwamen onze belofte na en ons moeder ging mee. "Hoe vreemd!" zei ze: "Onze Lieve Vrouw heeft me genezen en op de een of andere manier kan ik het nog niet geloven! Ik weet niet hoe dit kan."
Vertaling: Chris De Bodt
7. Manon des Sources [11/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 36: Geleende tijd [Aflevering 239]
De gemoederen begonnen oververhit te geraken maar het werd duidelijk dat er vreselijke gebeurtenissen te gebeuren stonden en dat de Rozenkrans de oplossing was. De oplossing waren Jezus en Maria. De verschijningen waren een cruciale tegenaanval voor de Franse Revolutie die de geschiedenis radicaal veranderde en overal een bedreiging bleef voor de Christenen.
Al wat we moeten weten over de geheimen van LaSalette is dat de paus de term "kastijdingen" gebruikt had.
Was het dàt waar Europa op afstevende? Was dat waar de wereld op afstevende? Lag er opnieuw een tijd van beproeving en zuivering om de hoek?
Als de heropleving van het heidendom een aanduiding was, was het antwoord bevestigend. Tijdens de Middeleeuwen was de mensheid begonnen een godvruchtig pad te bewandelen, maar ze was er serieus van afgeweken. De goddeloosheid van het rationalisme werd vergezeld van de goddeloosheid van het occulte, dat nu trancemediums en "spiritualisme" bevatte. Er werden seances gehouden van het Victoriaanse Engeland tot Boston, New York, en Washington. Duizenden beweerden dat ze met geesten communiceerden via mediums of kloppende geluiden. Onder hen waren Koningin Victoria en Mary Todd Lincoln. In Parijs integreerde een berucht medium met de naam Madame Blavatsky, spiritualisme met Oosterse overtuigingen en die van Vrijmetselaars, zodat er al gauw een mengelmoes van occultisme was dat bij de "verlichtten" gekend was als deel van het Waterman tijdperk of "new age." Naar verluid was Lincoln in 1862 zelf getuige van een bijeenkomst van spiritualisten in het "Rode Salon" van het Witte Huis.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 132]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Vierde sessie
De laatste sessie van het concilie was bijzonder belast. Elf van de zestien constituties, decreten en verklaringen, goedgekeurd door Vaticaan II werden afgewerkt en gestemd tussen oktober en december. Op 11 oktober s namiddags, terwijl het decreet over het ministerie en het leven van de priesters in voorbereiding was, gaf Broeder Roger aan alle Franse bisschoppen drie conferenties over het celibaat. Andere sprekers waren Mgr. Scrima, orthodox waarnemer, en Mgr. Ancel, katholiek bisschop. Op 29 oktober vielen eindelijk, na vier jaar werkzaamheden, de laatste stemmingen over het schema van de Openbaring. Max Thurian had hard gewerkt aan die tekst en publiceerde een bijdrage waarin hij zijn voldoening uitte. Hij meende dat de oecumenische invloed een belangrijke rol had gespeeld in de uitwerking van dit document dat een einde maakte aan de simplistische twist onder de protestanten en de katholieken. Er had zich volgens hem, een overstijgen voorgedaan: de katholieke Kerk beweerde het bestaan van twee verschillende bronnen in de Openbaring (Schrift en Overlevering) niet meer, maar vermeldde het bestaan van een overlevering die van de apostels komt en zich voortzet in de Kerk onder de bijstand van de Heilige Geest. Na het concilie publiceerden Roger Schutz en Max Thurian een commentaar over die dogmatische constitutie die voor hen de best uitgewerkte van alle conciliaire documenten was.
Nog in oktober, terwijl pater Congar het schema over de missieactiviteit in de Kerk bewerkte, voegde hij er een nota van Max Thurian over het oecumenisch aspect van de missies in.
Het concilie liep ten einde. Broeder Roger wilde niet dat de bisschoppen uit Latijns Amerika die hem zo nauw aan het hart lagen Europa verlieten zonder Taizé te hebben gezien. Op zijn uitnodiging eind oktober hielden eenentwintig onder hen, die op bedevaart naar Ars en Paray-le-Monial gingen, twee dagen halt in Taizé onder de leiding van kardinaal Silva Henriquez, aartsbisschop van Santiago de Chili en van Mgr. Larrain. Een zestigtal jonge Zuid-Amerikanen, studenten aan de katholieke faculteiten in Parijs, Rijsel en Leuven waren uitgenodigd. Twee dagen lang dachten de bisschoppen, de jongeren en de broeders van de Gemeenschap na over het apostolaat onder de armen en de mogelijkheden van een oecumenische samenwerking in dit domein. Op het einde van de ontmoeting verheugde Mgr. Larrain zich over het onschatbare resultaat van de bijeenkomst: voor de eerste keer en zo diepgaand hadden bisschoppen uit negen landen in Zuid-Amerika langdurig kunnen vergaderen en meningen kunnen delen met jongeren van hun werelddeel, zodat heel wat misverstanden van beide kanten wegvielen.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 69]
Eleazar, zoon van Simon
Besluit
Aangestoken door de Romeinse onderdrukking en zijn politieke ambities, wijdde Eleazar ben Sim zijn leven aan de zaak van de Zeloten om een onafhankelijke Joodse staat op te richten te Jeruzalem. Hoewel zijn beslissend gevecht te Beit-Horon kracht gaf aan de Joodse opstand, leidden Eleazars verwerping van elke gematigde politiek tijdens een tijdperk van hachelijke Joods-Romeinse relaties, alsmede zijn onbekwaamheid om een verenigde en stabiele Joodse weerstand op te bouwen, tot de gewelddadige val van Jeruzalem in 70 na Christus en nog een eeuw van een demoraliserende Romeinse onderdrukking.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 90]
Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822]
Zijn uitstraling was erg wit en Hij had het postuur van een jonge man van een jaar of dertig. Hij was enorm mooi. Hij droeg een donkerrode sjaal over Zijn schouder en borstkas. Zijn hoofd hing af en toe naar links, en dan weer naar rechts. Verward door dit wonder dacht ik dat dit een illusie was, omdat ik mijn ogen niet kon geloven, maar het wonder bleef duren. Ik kon niet langer in onzekerheid blijven en dus vroeg ik de misdienaar, die het wierookvat droeg, om dichterbij te komen. Ik vroeg hem of hij iets buitengewoons zag. Hij antwoordde dat hij het wonder al had gezien, en nu nog steeds kon zien. Ik vroeg hem om de overste te halen. Daar, in de sacristie, was ze zelf verstomd over het wonder en volledig overmand door gevoelens. Ik zelf, ik stond gebogen tegen de vloer. Ik richtte alleen mijn ogen op en was nederig in de aanwezigheid van mijn Verlosser. Tranen van vreugde overvielen mij door deze genade. Het wonder duurde tijdens alle hymnen van het Gezegende Sacrament, het Canticum en de Lezingen. Toen het Canticum voorbij was naderde ik het altaar, ik weet niet helemaal hoe ik dat deed, want ik had de moed niet om dichterbij te komen. Ik pakte de monstrans op en gaf daarmee de zegen. De hele tijd dacht ik na over De Goddelijke Verlosser die in mijn handen zichtbaar was. Ik gaf de Vrouwen van Loreto de wonderlijke zegen welke, zonder twijfel, erg vruchtbaar was voor deze nieuw orde. Ik plaatste de monstrans weer op het altaar, maar toen ik de monstrans opende zag ik de Hostie niet meer. De Hostie waarin Onze Verlosser was gekomen om zijn zegen te geven. Trillend en met tranen in mijn ogen verliet ik de kapel.
12. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Anita besefte al gauw dat ze nooit naar het instituut zou terugkeren om een non in de Karmelietenorde te worden, maar niets weerhield haar om toe te treden tot de Derde Orde van de Karmelieten, en kort erna, op 1 juli 1935, werd ze tot Ongeschoeide Karmeliet van de Derde Orde uitgeroepen. Ze werd tot deze beslissing geïnspireerd door de H. Theresa van het Kind Jezus en door haar overgave, haar vertrouwen in God, en volkomen trouw in de kleine dingen die ze in haar dagelijkse leven opdroeg. Anita las de werken van de H. Theresa van Jezus en die van de H. Johannes van het Kruis. Sommige van haar gedichten weerspiegelen haar liefde voor deze twee grote heiligen. Eens schreef ze: "Ik hou van Carmel met een drukkende liefde, maar bovenal hou ik van de wil van mijn Heer." Anita kende ook de aanbeveling van de H. Johannes van het Kruis goed en schreef: "Om het bezit van Alles te bereiken, moeten we langsheen de weg van Niets."
Anita kende ook een andere Karmelietenheilige, de H. Theresa Margaret Redi, wiens heiligdom ze in Firenze bezocht. Ze bezocht ook het heiligdom van de Madonna der Karmelieten, dat onder toezicht stond van de Karmelietenmonniken, en ze kende ook de spirituele leer van de H. Elisabeth van de Drie-eenheid goed.
Twee jaar nadat lid was geworden van de Derde Orde, werd Anita ingelijfd bij de Katholieke Actie, en als één van haar goede daden was ze blij om kinderen voor te bereiden op hun Eerste Communie. Ze stond in de organisatie bekend als een levendig en gelukkig persoon, die de vermoeiende liefdadigheidswerken door zichzelf en anderen opfleurde.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 78]
Aan haar broer Pierre
Nevers, 25 juni 1876
Lieve Pierre,
Ik vind het erg lui van je dat je mij niet schrijft. Heb je mijn brief van 29 februari niet ontvangen of was je soms ziek? Laat me iets weten. Ik ben ongerust over je. Laat me ook weten als je zekerheid hebt over je roeping. Wat denk je te doen? Je weet, lieve vriend, hoeveel oprechte belangstelling ik in je ziel heb. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik voor jou bid tot Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd om je te verlichten over je roeping en je op de hoogte te stellen van Zijn heilige wil. Dit is tenslotte niet zomaar iets, het betreft heel ons leven. Ons eeuwige geluk hangt simpelweg af van onze roeping. Bid dus veel, lieve vriend, opdat de goede God je zal verlichten over de levenskeuze die je omarmen zult voor Zijn liefde en voor de redding van je ziel.
Je zou misnoegd over mij zijn als ik mijn brief de deur uit liet gaan zonder je over mijn gezondheid in te lichten. Ik ga vooruit, ik kan zondag de heilige mis bijwonen. Bid altijd voor mij. Vergeet niet mijn diepe respect te betuigen aan de zeer Eerwaarde Vader Overste. Ik verzoek hem mij toe te staan mezelf in zijn dringende gebeden aan te bevelen, evenals in die van de zeer Eerwaarde Vader Sempe.
Het ga je goed, lieve broer, ik neem afscheid door je te omhelzen en aan te bevelen om altijd vroom en verstandig te blijven. Tot ziens, lieve vriend, ik laat je in de Heilige Harten van Jezus en Maria.
Zuster Marie-Bernard Soubirous
14. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Opvoedingsdoelen
Verbondenheid
Een mens draagt niet alleen verantwoordelijkheid voor zijn medemens en maatschappij, maar zijn persoonlijk levensproject wint aan kwaliteit naarmate hij zich aan die medemens en de ruimere gemeenschappen kan toevertrouwen. Iedere mens heeft recht op geven en ontvangen in relaties, ook een jonge mens in zijn relaties tot volwassenen. Het levensproject van een mens is immers steeds getekend door vroegere generaties. De wijze waarop men die invloed gebruikt, bepaalt in grote mate iemands persoonlijk levensproject.
15. Valentina Papagna: nieuwe boodschappen
Valentina Papagna verhuisde in 1955 van Slovenië naar Australië, na eerder moeilijke tijden tijdens haar kinderjaren. Na de plotse dood van haar man, in 1988, startten haar visoenen en boodschappen van Onze Heer Jezus en Onze Hemelse Moeder. Vanaf die tijd evolueerde ze tot een zeer vrome, Rooms-Katholieke vrouw. Zij krijgt de volledige steun van haar geestelijke begeleider en parochiepriester, Vader Valerian Jenko. Zij wenst haar ervaringen en boodschappen te delen, dit enkel om de mensen te helpen dichter bij God te komen en te groeien in heiligheid naar Jezus' en Maria's wens. Als grootmoeder leidt ze nu een eenvoudig en rustig familieleven. Zij vermijdt elke publiciteit, maar is wel genoodzaakt om de boodschappen die haar worden doorgegeven, openbaar te maken, omdat ze niet enkel voor haarzelf zijn. Voortaan zullen haar boodschappen in dit blog worden vermeld.
30 april 2010:
Ik loofde onze Gezegende Moeder en dankte de Heer voor de ontvangen genaden. Ik zei: "Gezegende Moeder, waarom beelden zij onze Heer naakt af in uw armen? In mijn visioenen zie ik Hem steeds mooi gekleed."
Onze Lieve Vrouw glimlachte en zei: "U kunt Hem aankleden terwijl u tot de mensen spreekt en Hem voorstellen en hen vertellen om Hem lief te hebben en hoe goed en genadig Hij wel is. U kunt hem zelf aankleden door Hem te vereren. Uzelf en al wie naar u luistert, zult hele bijzondere genaden ontvangen."
Ik was verbaasd toen ik dit hoorde van onze Heilige Moeder. Zij is zo lief en goed en geeft goed onderricht.
Vertaling: Chris De Bodt
16. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Levensbeschrijving
Hij werd in 1119 op de leeftijd van 25 jaar tot priester gewijd. Hij vervolgde zijn theologische studies in Lismore. Malachias werd in 1123 tot abt van Bangor gewijd. Een jaar later werd hij aartsbisschop van Down en Connor. In 1132 werd hij bevorderd tot primaat van Armagh, de titel voor primaat van geheel Ierland. Bernard van Clairvaux heeft vele interessante anekdotes overgeleverd van Malachias. Diens bezieling voor religie in Connor en Armagh wordt door hem zeer geprezen. In 1127 bracht Malachias een tweede bezoek aan Lismore en diende als biechtvader voor Cormac MacCarthy, de vorst van Desmond en die later Koning van Ierland zou worden. Tijdens zijn ambtsperiode als bisschop van Connor bleef hij resideren in Bangor en toen enkele plaatselijke vorsten Connor belegerden, liet hij de monniken van Bangor overbrengen naar het schiereiland Iveragh [graafschap Kerry]. Aldaar was hij welkom bij de inmiddels tot koning gekroonde Cormac. Na de dood van St. Celsus [die in 1129 begraven werd in Lismore], werd St. Malachias in 1132 aangewezen tot aartsbisschop van Armagh, een ambt dat hij met grote dankbaarheid aanvaardde. Dankzij intriges was het twee jaar lang niet mogelijk om zijn ambtszetel te bezetten en ook nadien moest hij de Bachal Isu [de Staf van Jezus] nog zien te verkrijgen van Niall, de pretendent en leek-primaat. Malachias stierf tijdens zijn tweede pelgrimstocht naar Rome in 1148. Hij werd Heilig verklaard door Paus Clement III op 6 juli 1199. Interessant om weten is dat in zijn profetieën, exact de dag en het uur van zijn dood zijn vermeld [Clairvaux, 2 november 1148].
Chris De Bodt
28-06-2010
28 juni 2010
28 juni 2010
1. Medjugorje: Statistieken voor mei 2010
Aantal uitgedeelde communies: 172.500 Aantal concelebrerende priesters: 3.692 [199 per dag]
2. Israel en Deepwater Horizon
En dit staat er te wachten: eenmaal de olie mee opgenomen wordt in de regen, worden alles gewassen vernietigd. Olie is zowat de grootste gewassenverdelger. Er staan Amerika grote hongersnoden te wachten en vergeet niet, dat ons hetzelfde kan overkomen wanneer de olievlek nog verder uitdeint en regen meebrengt van over de Atlantische Oceaan.
En ook dit is een mogelijk scenario
3. En deze profetie?
4. Onze Lieve Vrouw van Anguera, Bahia, Brazilië: vroegere boodschappen
Boodschap 3325 van 29/05/2010
Lieve zonen en dochters, de mensheid zal drinken uit de bittere beker van het lijden. Japan zal lijden en de pijn zal groot zijn voor Mijn arme kinderen. De mensheid zal grote momenten van pijn beleven met een grote oorlog in het Oosten. Vuur zal de hemelen doorkruisen en vele mensen zullen verbrand worden. Ik ben uw Moeder die uit de hemel komt om u allen te leiden naar Mijn Zoon Jezus. U bent geliefd, ieder van u, door de Vader, in de Zoon en door de Heilige Geest. Kruis uw armen niet. Laat niet voor morgen wat u vandaag moet doen. God heeft haast. Geef naar iedereen het goede voorbeeld en leef volgens Mijn Zoon Jezus. Hij is uw ene en ware Redder en zonder Hem zal de mensheid nooit vrede kennen. Ik ben uw Moeder die veel van u houd. Indien u zoudt weten hoeveel ik van u houd, zoudt u tranen van vreugde vergieten. Deins niet terug. Bid. Bid. Bid. Ik lijd omwille van wat u te wachten staat. Mensen gaan naar een groot veld, maar zullen de dood ontmoeten. Velen zullen wenen en klagen. Sterkte. Ik dank u voor uw aanwezigheid. Ik spreek voor u ten beste bij Mijn Zoon Jezus. Ga voorwaarts met kracht en vreugde. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Vertaling: Frederick Deknudt
5. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 185]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Simon van Cyrene. Derde val van Jezus
De kruisstoet volgde de brede straat en trok door de gewelfde poort van een oude binnenmuur van de stad. Aan de kant van die poort was een betrekkelijk groot plein, waarop drie straten uitliepen. Jezus moest hier weer over een grote steen stappen, wankelde, zonk ineen en het kruis viel naast Hem neer. Hijzelf viel tegen de steen ellendig op de grond en kon zich niet meer oprichten. Er kwamen groepjes goedgeklede mensen langs, die naar de tempel gingen, en zij riepen vol medelijden: "O wee, de arme mens sterft!" Er ontstond opnieuw een gedrang, zij konden Jezus niet van de grond krijgen, en de met de kruisstoet meerijdende Farizeeërs zegden tot de soldaten: "Wij brengen hem niet levend naar ginder: gij moet iemand zoeken, die hem helpt zijn kruis te dragen." Toen kwam daar juist, uit de middelste van de drie straten, Simon van Cyrene aangestapt, een heidense man, vergezeld van zij drie zoontjes. Hij droeg een bundel rijshout onder de arm, was een hovenier en had vandaag gewerkt in de tuinen die bij de oostelijke stadsmuur liggen. Ieder jaar, in de dagen vóór het feest, kwam hij met vrouw en kinderen naar Jeruzalem om er, zoals vele andere mannen van zijn vak, de hagen te snoeien. Het gedrang verhinderde Simon uit te wijken, en de soldaten, die hem aan zijn kleding herkenden als een heiden en geringe handwerker, pakten hem beet: hij moest het kruis van de Galileeër helpen dragen. Simon weerde zich, stribbelde hevig tegen, maar zij dwongen hem met geweld. Zijn zoontjes schreiden en riepen. Enige vrouwen, die de man kenden, namen de kinderen onder hun hoede. Simon voelde grote walging en tegenzin: de arme Jezus zag er zo vreselijk ellendig en gehavend uit, Zijn kleren waren vol modder en straatvuil; maar Hij weende en keek Simon zo erbarmelijk aan. Deze moest eerst Onze Heer helpen opstaan. Toen bonden de rakkers de ene dwarsbalk meer naar achteren aan de kruisstam en schoven het touw met een strop over de schouder van de Cyrener. Simon stond dicht achter Jezus, die nu een minder zware vracht te dragen zou krijgen. Nadat zij Onze Heer de doornenkroon anders op het hoofd hadden gezet, vervolgde de treurige stoet eindelijk zijn weg.
Simon was een kloeke veertiger. Hij ging blootshoofds, droeg een kort, spannend bovenkleed en zijn lenden waren met lappen omwonden; zijn sandalen, voorzien van riemen die om de benen waren vastgemaakt, hadden spitse punten. Zijn zoontjes droegen bontgestreepte rokken. Twee van hen waren volwassen kereltjes, zij heetten Rufus en Alexander en werden later onder de discipelen opgenomen. De derde was een kleine dreumes. Ik heb hem later nog als knaap bij Stephanus gezien. Een korte tijd had Simon de Heer Zijn kruis helpen dragen, toen hij een diepe ontroering in zich gewaar werd.
6. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 185]
Preken
Ge zijt er geen baas meer over
Wat denkt ge van zoiets, moeder? Herkent ge uzelf niet? Is uw gedrag soms anders? Zeg me moeder, als ge een greintje zin voor godsdienst en een greintje zin voor liefde voor uw kinderen had, zoudt ge dan niet uit alle macht proberen om hen af te houden van het kwaad waaraan ge in uw jonge jaren zelf ten offer zijt gevallen? Laten we er ons geen doekjes om winden. Ge vindt het nog niet erg genoeg dat ge zelf ongelukkig zijt en ge wilt ook uw kinderen ongelukkig maken. En gij, meisje? Voelt ge u niet tevreden in uw huwelijk. Dat spijt me, dat doet me verdriet, maar eerlijk gezegd verwondert het me niet. Het zou me eerder verwonderen als ge gelukkig waart. Met zon voorbereiding kunt ge van het huwelijksleven moeilijk iets anders dan ellende verwachten!
Ja broeders, het verderf heeft onder de jongelui van tegenwoordig zo een hoge trap bereikt dat het bijna onmogelijk is om nog een paartje te vinden dat het sacrament van het huwelijk ongerept ontvangt, om zo als een verdoemde de hemel te zien binnengaan.
"Maar," zult ge zeggen, "er zijn er toch nog wel."
"En waar dan vriend?"
Onze vaders en moeders laten hun dochter s avond of onder de vespers, rustig drie of vier uur alleen met een jongeman.
"Ja maar," hoor ik u al zeggen, "ze zijn toch oud en wijs genoeg."
Zeker, ze zijn oud en wijs genoeg. De liefde verbiedt me het tegendeel te beweren. Maar, vertel me eens, moeder, waart gij ook wel zo wijs en verstandig, toen gij de leeftijd van uw dochter had? Als een jongeman en een jong meisje tegenwoordig tot een huwelijk willen komen, schijnt het absoluut nodig dat ze de goede God de rug toekeren... Neen, laten we er niet verder op ingaan, we bewaren dit punt voor een volgende keer.
Houden we het vandaag bij deze korte beschouwing ... kom aanstaande zondag terug, vaders en moeders, en laat uw kinderen bij die gelegenheid thuis. Dan zullen we in bijzonderheden treden.
En wat jullie betreft, arme kinderen ... luister naar de raad die ik u als geestelijke vader te geven heb. Als je ziet dat je ouders niet naar de kerk gaan en op zondag werken, dat ze hun vasten niet houden, dat ze weigeren om regelmatig de sacramenten te ontvangen, dat ze elkaar niet op hun plichten wijzen, doe dan in alles het tegendeel. Misschien zullen ze door jullie goed voorbeeld tot inkeer komen. Wanneer je dat geluk hebt, is alles gewonnen. Ik wens jullie van harte hetzelfde toe.
Vertaling: Chris De Bodt
7. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 185]
Hoofdstuk 27. Mariaverschijningen
Nicky: Verschijnt de Moeder van Jezus werkelijk aan de mensen? U hebt Medjugorje nu reeds bij meerdere gelegenheden vermeld. Alstublieft, vertel mij hier meer over. Maria: Jazeker verschijnt Zij aan de mensen en het is vandaag dat ze in Medjugorje, Herzegovina aan een groep van jonge mensen verschijnt. Ik ben daar reeds drie maal geweest, maar ik hoefde er niet heen te gaan om uit te vinden of de verschijningen echt of vals waren. Spoedig nadat de verschijningen in 1981 begonnen, vroeg ik aan een Arme Ziel of ze echt waren, en het antwoord was bevestigend. Dit was ook zo voor Vader Gobbi, San Damiano, Kibeho en andere minder belangrijke verschijningen in de wereld.
Weet u, met Medjugorje bestaat er één enkel groot gevaar en dat is indien de wereld deze niet zou willen kennen. Maar er zijn ook veel andere gevallen van boodschappen van "hierboven" waarover de Arme Zielen me hebben verteld er voorzichtig mee te zijn, of waarover ze gewoon zeggen dat ze vals zijn.
Nicky: "Neen" is gemakkelijk te begrijpen. Kunt u mij zon geval of twee opsommen die vals zijn? En hoe vat u "voorzichtig" op? Maria: Ik wil geen namen noemen, maar ik weet van gevallen hier in Europa die volledig satanisch zijn. In het buurland Zwitserland zijn er zo twee gevallen, een in het Duitstalig gedeelte met een relatief klein aantal volgelingen en een in het Franstalig gedeelte met een groot aantal volgelingen over de hele wereld [Vassula Ryden]. Er geschiedt een heel verwarrende verschijning in Australië, een valse verschijning in Engeland, een valse verschijning in Zuid-Amerika en vele volledig duivelse verschijningen in de Verenigde Staten, maar, nogmaals, ook hier gebeuren er echte verschijningen. We moeten zoveel bidden voor al deze valse verschijningen!
"Voorzichtig" kan om verschillende redenen zijn, maar het betekent dat er enige belemmering gebeurt of gebeurd is rond de betrokken persoon. En zo moeten we extra voorzichtig zijn. Dit kan het geval zijn als de persoon niet zoveel geeft om het spirituele of ook geen spirituele begeleider zoekt die goed het onderscheid kan maken. Als er enige theologische fouten zijn, mentale of lichamelijke hinder van vrijheid of veel moeite gedaan wordt om de aandacht er rond te trekken ... het is in deze gevallen dat we voorzichtig moeten zijn en onmiddellijk afhaken. Ook het nemen en aanvaarden van enig geld kan de mensen waarschuwen dat er iets gaande is. Een ander mogelijk teken is, wanneer de "ziener" zijn of haar eigen familie verwaarloost. Er zijn vele tekenen waar we moeten naar uitkijken.
En vergeet alstublieft niet dat satan de waarheid kent en dit aanwendt om vele mensen beet te nemen. Wanneer ons wordt verteld om "voorzichtig" te zijn, dan is het beter om het hele geval onmiddellijk te negeren om zo het risico te vermijden om te worden misleid. satan kan alles vervalsen wat hij wenst, zelfs stigmata en allerlei genezingen. We moeten veel bidden voor de vele vervalsingen in de wereld vandaag en ook voor hen die een spiritueel leiderschap weigeren, geen testen willen ondergaan of totaal ongehoorzaam zijn aan de Kerk als het op deze aangelegenheden aankomt.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
8. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 29]
Tegenstand van de overheid
Toen we een stuk grond bereikten aan de rand van Aljustrel, waar er een kleine bron was en een aantal gleuven waren gegraven om wijnranken te platen, stopten ze en zegden ze tegen elkaar, waarschijnlijk om mij angst aan te jagen: "Hier zijn open sleuven. Laat ons haar hoofd afhakken met onze zwaarden en haar hier voor dood en begraven achterlaten. Dan zijn we voor eens en voor altijd af van deze zaak." Toen ik deze woorden hoorde, dacht ik werkelijk dat mijn laatste uur was geslagen, maar ik was zozeer in vrede dat ik absoluut niet bezorgd was. Na zon twee minuten, terwijl ze deden alsof ze erover nadachten, antwoordde de andere: "Neen. We hebben geen opdracht gekregen om zoiets te doen." Ze gaven me het bevel om verder te gaan en zo ging ik recht af om ons klein dorpje, tot we aan het huis van mijn ouders kwamen. Alle buren stonden aan de ramen of deuren kijken om te zien wat er gaande was. Sommigen lachten en spotten met mij, terwijl anderen treurden om mijn benarde toestand. Thuis gaven ze mij het bevel om mijn ouders te roepen, maar ze waren blijkbaar niet in huis. Een van hen stapte af om te zien of mijn ouders zich niet verstopten. Hij doorzocht het huis maar vond niemand, waarop hij mij het bevel gaf om voor de rest van de dag binnen te blijven. Daarop besteeg hij opnieuw zijn paard en reden ze beiden weg.
Laat in de namiddag ging het nieuws rond dat de troepen waren weggegaan, verslagen door de mensen. Tegen zonsondergang was ik mijn Rozenkrans aan het bidden bij de Cova da Iria, vergezeld door honderden mensen. Toen ik onder arrest was, waren sommigen mijn moeder gaan vertelden wat er gebeurde en zij antwoordde: "Als het waar is dat zij Onze Lieve Vrouw zag, dan zal Onze Lieve Vrouw haar verdedigen en als ze liegt is het maar juist dat ze hiervoor gestraft wordt." En ze bleef vredevol, zoals ervoor. Nu zullen er sommigen zich afvragen: "En waar bleven Jacinta en Francisco die hele tijd?" Ik weet het niet. Ik kan met helemaal niets meer herinneren van hun handel en wandel die dag. Misschien dat ze in het licht van het nieuws dat zich had verspreid, van hun ouders het huis niet uitmochten die dag.
Vertaling: Chris De Bodt
7. Manon des Sources [10/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
9. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 36: Geleende tijd [Aflevering 238]
Natuurlijk zou hij het opnieuw proberen. Natuurlijk probeerde hij het opnieuw. Het was het eindspel. Hij wist dat hij in geleende tijd handelde. Hij hield die zandloper in de gaten. Het zand was aan het slinken. Dit waren bijzondere tijden. Elk decennium, tot in de twintigste eeuw [die in een sneltreinvaart naderde] zouden de tijden steeds meer bijzonder worden naarmate Satan, die handelde in het nieuwe rijk van de wetenschap maar met dezelfde oude verdorvenheid, nooit geziene pogingen deed om iedereen die op de planeet leeft te misleiden en te vernietigen.
Ook Bernadette kreeg drie geheimen, maar ze waren persoonlijk. Ze maakte het duidelijk dat zelfs de paus ze niet hoefde te weten. Met de geheimen van LaSalette was natuurlijk het tegenovergestelde gebeurd, en die waren nu het onderwerp van een krachtige geruchtenmolen. Er deden in Frankrijk al snel verschillende teksten de ronde, die beweerden gedeelten van de geheimen te onthullen. Van sommige wist men al dat ze niet juist waren, zoals de voorspellingen van grote gebeurtenissen die in 1856 zouden plaatsvinden en die het einde van de wereld zouden inluiden. Dat jaar ging voorbij, maar de hevigheid niet. Uiteindelijk zouden er brochures zijn die beweerden Melanies geheim te onthullen, maar die zouden door de Kerk veroordeeld worden [ondanks de goedkeuring van één bisschop] en er waren mensen die bezorgd waren dat de voorspelling door buitenstaanders beïnvloed was geweest, vermits het nu al vijfentwintig jaar geleden was dat de verschijning had plaatsgevonden.
Sommigen vreesden dat de voorspelling kon afgeleid zijn van soms morbide voorspellingen van niet-Maria zieners tijdens vroegere jaren van de eeuw. Dat waren mystici die spraken over enorme natuurrampen, vreselijke vervolgingen, en verwoestende oorlogen die de spirituele turbulentie, die zich uitte in schandalen, afvalligheid, en een verbannen of op een andere manier ongeschikte paus, weerspiegelden.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
10. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 131]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Vierde sessie
Op 14 september 1965 werd de vierde zitting van het concilie geopend. Vooraleer Frankrijk te verlaten publiceerde Broeder Roger een Boodschap aan twee vijandige katholieken. Het brede debat in de Kerk, verwekt door en rond het concilie en de steeds diepere oppositie tussen uiteenlopende opvattingen van de Kerk hadden, vooral in Frankrijk, voor een breuk gezorgd tussen progressieven en integristen, reformisten en conservatieven. Een groot kasstuk van de boekenmarkt in de eerste manden van 1965 was de roman van Michel de Saint-Pierre Les nouveaux prêtres die een eerste bevraging over priesters aankaartte. Het werk had harde discussies teweeg gebracht. Een tijd later had Michel de Saint-Pierre samen met Jean Madiran, die het blad Itinéraires, bestuurde een open brief gepubliceerd Aan onze bisschoppen en priesters waarin ze hun tussenkomst vroegen om "recht van bestaan in heel de christelijke gemeenschap te geven aan hele groepen priesters en gelovigen die uitgesloten zijn van het katholieke sociale en institutionele leven onder de beschuldiging van integrisme, anticommunisme, van mariale devotie en andere gelijkaardige voorwendsels."
De prior van Taizé, attent voor de discussies die het katholicisme bedreigden, kende deze uitbreidende breuk. Zijn Boodschap was voor de twee kanten bestemd. Hij herkende de rechtmatige angst van zij die bij de kracht van secularisering willen oproepen tot steeds meer zin voor het gewijde, het aanbidden van het Kerkmysterie en de nood aan gezag als factor van eenheid. Maar hij begreep ook zij die aan de andere zijde zover als mogelijk mensen willen tegemoet komen aan diegenen die in onze tijd niet kunnen geloven. Aan de ene en de andere vroeg Broeder Roger om niet te bezwijken aan de bekoring zich te verschuilen aan de veilige kant van de afsluiting, en de broeders te belasten die een andere zending hebben met op hen een etiket te kleven. In andere omstandigheden wendde Broeder Roger zich opnieuw rechtstreeks tot zij die traditionalisten genoemd werden. In tegenstelling tot een zeker aantal bisschoppen zelfs, bleef zijn wil tot dialoog zonder grenzen.
In oktober 1965 kreeg Taizé het bezoek van iemand die nog niet beroemd was: de latere Johannes Paulus II. In die tijd was Karol Wojtyla aartsbisschop van Krakau en nog geen kardinaal. De zitting van het concilie had een week vrijaf van 17 tot 24 oktober, zonder voltallige congregatie. Mgr. Wojtyla maakte er, zoals vele bisschoppen, gebruik van om verschillende bezoeken in Frankrijk te brengen, zoals aan de Poolse gemeenschap die talrijk was in de streek van Montceau-les-Mines. Hij ging ook naar het heiligdom van Paray-le-Monial. En het was heel onverwachts dat hij besloot om naar Taizé te trekken. Broeder Roger was er niet, daar hij in Rome was gebleven in afwachting dat de werkzaamheden van het concilie zouden hervatten. De Broeders van de Gemeenschap vroegen aan een van de franciscanen die in Taizé verbleven, pater Thaddée Matura van Poolse afkomst, om de bisschop van Krakau te ontvangen en hem in het domein rond te leiden. Toen de prior van Taizé hoorde van dit onverwachts bezoek speet het hem dat hij afwezig was en nodigde de aartsbisschop van Krakau uit om terug te komen volgend jaar. De latere paus bracht een tweede bezoek in 1966 en daarna was het de prior van Taizé die tweemaal in 1970 de genodigde van Mgr. Wojtyla was.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 69]
Eleazar, zoon van Simon
Geschiedkundige evolutie
Met het voorbijgaan van de tijden, werd Eleazar ben Simon en zijn Zeloten geleidelijk aan minder hard voorgesteld: van een tirannieke despoot [Josephus] werd het een toegewijde leider met zijn zwakke plekken en strategieën. De voornaamste bron van de biografische informatie komt uiteraard an Falvius Josephus "De Bello Judaico" [De Joodse Oorlog]. In deze geschiedenis van de Joodse opstand , omschrijft Josephus Eleazar ben Simon als een moordlustige en impulsieve Zeloot die zijn eigen ambities verhief boven deze van het Joodse volk. Hij wijdt het verlies van de Joodse oorlog aan "een niet-typerende Joden en een te groot Zelotisch fanatisme," Eleazar inbegrepen. Maar verder onderzoek naar zijn leven en politieke omgang, onthult dat Josephus zelf één der traditionele aristocratische leiders was die de controle hadden over Judea en Galilea, vóór de opstand der Zeloten. Hij ging zelf een alliantie aan met gematigde Joodse leiders, onder Ananus ben Ananus. Bij aanzet van de oorlog wou Jan van Gischala, de toekomstige bondgenoot van Eleazar, niet gehoorzamen om een Romeinse graanschuur aan te vallen, wat de oorzaak was van een bittere haat tussen de twee Joodse leiders. Bij hun latere bondgenootschap, erfde Eleazar veel van Josephus haat en werd hij het slachtoffer van een harde en bittere ontheiliging in "De Bello Judaico."
Met deze kennis in het achterhoofd van zijn conflict met Josephus, zien de hedendaagse geschiedkundigen met veel mindere afkeuring en bitterheid naar hem. Hun bewering is dat de conflicten tussen de Joodse leiders, eerder dan de kijk op de zaken door de Zeloten, aan de oorzaak liggen van de val van Jeruzalem en de nederlaag van de Joden. En alhoewel nog niet helemaal gezuiverd van een misleidend leiderschap, worden Eleazar en het overgrote gedeelte van de Zeloten, niet langer aanzien aan gewelddadige tirannen die de stad vernietigden nog vóór de Romeinen de stad aanvielen.
Vertaling: Broeder Joseph
12. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 89]
Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822]
We zullen de aanwezige priester de feiten rond het wonder laten vertellen, aangezien hij ze keurig en nauwkeurig heeft vastgelegd. Het volgende stukje is een vertaling van een deel van het document dat hij geschreven heeft:
Ik wil verklaren dat ik een priester ben die wonende is in de beurt van de parochie van St. Eulalie bij Bordeaux. Ik heb geen andere bedoelingen, behalve publiekelijk de gegevens rond de gebeurtenis, die plaatsvond bij de Vrouwen van Loreto, te bevestigen. Ik was zelf getuige van dit wonder. Ik wil verklaren voor de ogen van mijn Schepper, mijn God, dat de volgende gegevens waar zijn en betrouwbaar zijn.
De priester Noailles, hoofd van het Instituut van Loreto, was niet in staat om zelf het lof te vieren voor de gemeenschap van Loreto en smeekte mij daarom om hem voor deze viering te vervangen. Ik ging toen naar het huis van deze zusters, op de derde van deze maand, de eerste zondag van de Paaskring, vier uur in de namiddag. Toen ik daar aankwam was ik meteen bereid om het lof te beginnen. Uiteraard stelde ik het heilige Sacrament uit met wierook, en toen keek ik naar de monstrans. Ik had de Heilige Hostie daar neergezet, maar in plaats van de Heilige Hostie zag ik daar Onze Verlosser, hoofd, schouders en armen, in het midden van cirkel dat om Hem heen hing als een lijst, zoals bij een schilderij. Maar dit was geen schilderij, want Hij leek levend te zijn.
13. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Na haar terugkeer naar huis bleven de problemen met haar darmen en buikvlies voortduren, maar ondanks de ernstige beslissing van de dokter en de bezorgdheid van haar gezin, vond Anita dat ze Jezus moest danken voor de kracht die Hij haar had gegeven om rustig te blijven, en ze herhaalde regelmatig de woorden: Deo Gratias.
In een brief aan Zuster Carmelitane van het instituut, schreef Anita: "Ik ben blij dat je het doel dat je nastreeft bereikt, maar ik benijd je niet omdat Jezus voor mij een verheven missie gekozen heeft, die van het lijden."
Anita stelde voor zichzelf een levensregel en dagelijkse voorschriften op. Ze schreef dat ze, wanneer ze s morgens wakker werd, de dag met al zn problemen en pijn aan God opdroeg, en "een eindeloos aantal intenties" maakte die ze opdroeg voor Zijn glorie, de bekering van de zondaars, en de heiligmaking van zielen. Tot het achtste uur vereerde ze het Heilig Sacrament. Als ze ertoe in staat was, bezocht ze elke eerste donderdag van de maand het Heilig Sacrament. Elke morgen maakte ze tijd voor bezinning, en s middags deed ze een gewetensonderzoek. s Avonds waren er gebeden voor een gelukkige dood en nog een gewetensonderzoek. Iedere eerste zaterdag bracht ze door met de Madonna van de Rozenkrans en bad ze de Rozenkrans. Voor Anita was dagelijkse bezinning een belangrijk aspect van haar leven, omdat het ook opgelegd werd door de Karmelietenorde.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
14. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 76]
Aan haar broer Jean-Marie
Nevers, 1 juli 1876
Lieve broer,
Ik had je brief die me zo veel vreugde bracht, graag eerder willen beantwoorden, temeer omdat het zo lang duurde dat ik bericht van je ontving. Ik verzeker je dat me dit veel verdriet gedaan heeft. Ik wist niet waaraan ik je lange stilzwijgen moest toeschrijven. Ik hoop, lieve vriend, dat je me deze keer niet zo lang zult laten wachten. Pak je luiheid een beetje aan, alsjeblieft. Mijn nicht Nicolau vertelde me dat je dit jaar verwacht af te zwaaien. Houd me een beetje op de hoogte van wat je denkt te gaan doen, je weet dat ik evenveel belang in je stel op afstand als van dichtbij. Als ik deze vraag stel, begrijp dan dat het geen nieuwsgierigheid is, die me drijft. Nee lieve vriend, maar gegeven het feit dat we geen ouders meer hebben, lijkt het mij mijn plicht, als oudste van het gezin, over jullie te waken. Het is onnodig te zeggen dat ik jullie met grote aandacht volg, alle drie. Ik verzeker je dat ik, op dit moment, sterk bezig ben met jouw toekomst en die van Pierre.
Ik bid Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd elke dag om jullie te verlichten. Ik raad je vooral aan trouw te blijven aan je plicht als christen. Daar vind je kracht en licht voor al je zorgen en moeilijkheden. Ik weet dat de militairen veel moeten lijden. Ook in stilte. Zouden ze het kunnen opbrengen elke dag bij het opstaan deze korte woorden tot Onze-Lieve-Heer te zeggen: 'Mijn God, vandaag wil ik alles doen en doorstaan uit liefde voor u', welk een vruchten zouden ze dan niet verwerven voor de eeuwigheid. Een soldaat die zijn plicht als christen trouw zou uitvoert, zoveel als hij kon, zou evenveel verdienste hebben als een geestelijke. Inderdaad, de geestelijke kan als loon voor zijn werk en zijn lijden niet meer verwachten dan hij geleden en gewerkt heeft om Onze-Lieve-Heer te behagen.
Denk niet dat het onverschilligheid van mij is dat ik je pas zo laat antwoord, nee, mijn dagelijkse staat van lijden is het enige motief dat me deze tekortkoming oplegt. Het gaat overigens vooruit, ik kan al een week of drie weer de heilige mis op zondag bijwonen. Ik hoop dat met het verstrijken van de tijd mijn krachten nog eens terugkeren. Ik heb sedert je brief van thuis nog geen nieuws gehad.
Het ga je goed, mijn goede broer, ik neem afscheid door je allerinnigst te omhelzen en met het advies altijd verstandig te zijn.
Je altijd liefhebbende zus,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
15. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Vlaanderen: Maria Mazarrello
Maria Mazzarello, ook wel 'Maïn' genoemd, werd geboren in Mornese, een dorpje in Noord-Italië, op 9 mei 1837. Ze groeide als oudste van tien kinderen op in het gehucht 'Mazzarelli', enkele kilometers van de dorpskern.
Toen ze 12 jaar was, verhuisde het gezin naar de Valponasca, waar ze werkten in de wijngaarden van de markies Doria. Maïn was in die periode ook geëngageerd in de parochie, waar ze zich aansloot bij een groepje jonge vrouwen die hun geloof via gebed, vorming en engagement gestalte wilden geven. Daar leerde ze geloof en inzet met elkaar te combineren. Haar vensterraam, dat uitkeek op de parochiekerk van Mornese, is intussen legendarisch geworden.
In het Italië van die tijd brak de industrialisatie door. De levensomstandigheden waren er ongemeen hard. Maria Mazzarello werd geraakt door de aanblik van de jonge meisjes in Mornese, die steeds minder kansen kregen. Daarom richtte ze voor hen een naaischooltje op, zodat ze de kans kregen een ambacht te leren, zich te vormen, te ontspannen, ...
Net in die tijd [1864] bracht Don Bosco een bezoek aan Mornese. Maria Mazzarello bleek gefascineerd door de manier waarop Don Bosco zich tussen zijn jongeren bewoog. In hem zag ze gerealiseerd wat zij in Mornese wilde uitbouwen.
Er groeide een samenwerkingsverband en in 1872 kwam de vraag van Don Bosco om een zustercongregatie op te richten die 'voor de meisjes zou doen wat hij en zijn salesianen voor de jongens deden'. Maria Mazzarello werd de eerste overste van de zusters van Don Bosco. In haar voetspoor ontstond een heuse congregatie.
Maïn stierf op 14 mei 1881. Tien jaar later zetten de eerste zusters van Don Bosco voet aan wal in België.
16. Valentina Papagna: nieuwe boodschappen
Valentina Papagna verhuisde in 1955 van Slovenië naar Australië, na eerder moeilijke tijden tijdens haar kinderjaren. Na de plotse dood van haar man, in 1988, startten haar visoenen en boodschappen van Onze Heer Jezus en Onze Hemelse Moeder. Vanaf die tijd evolueerde ze tot een zeer vrome, Rooms-Katholieke vrouw. Zij krijgt de volledige steun van haar geestelijke begeleider en parochiepriester, Vader Valerian Jenko. Zij wenst haar ervaringen en boodschappen te delen, dit enkel om de mensen te helpen dichter bij God te komen en te groeien in heiligheid naar Jezus' en Maria's wens. Als grootmoeder leidt ze nu een eenvoudig en rustig familieleven. Zij vermijdt elke publiciteit, maar is wel genoodzaakt om de boodschappen die haar worden doorgegeven, openbaar te maken, omdat ze niet enkel voor haarzelf zijn. Voortaan zullen haar boodschappen in dit blog worden vermeld.
30 april 2010: Vroege Paasochtend
Deze ochtend bij het bidden loofde ik de Verrezen Heer. Ik zei: "Heer, laat Uw Verrijzenis vandaag de hele wereld zegenen, gelovigen als ongelovingen, want allen hebben ze hulp nodig.
Ik zat op de rand van mijn bed terwijl de Heer Jezus verscheen en naast mij ging zitten. Ik zat aan zijn rechterhand. Hij was gekleed in een een mooi wit kleed en een rode mantel. Hij glimlachte en zei: "Valentina, Mijn kind. Ik heb uw gebed gehoord. Ik zegen de hele wereld en elkeen. Ik ben te zeer beledigd door die ongelovigen. Elk jaar, als u Mijn Verrijzenis viert, hernieuw ik de genaden om hoop te bieden in de levens. Ik breng u een betekenisvol nieuw doel in uw leven. Hoe bedroefd ben ik omwille van de wetenschappers en de mensen die boven mij trachten te staan. Zij proberen de mensen ervan te overtuigen dat u afstamt van de apen. Valentina, vertel hen dat dit allemaal leugens zijn. Zij misleiden vele mensen. Ik ben de Schepper en Ik schep de wereld. Ik maakte alles mooi en gaf alles zijn plaats. Maar toen dacht ik: er zit geen leven in en zo schiep ik de dieren en de mensen. Toen was alles mooi en Ik was gelukkig. Zonder zou het maar heel droevig en leeg zijn.
Onze Heer herhaalde: "Ik ben de Schepper van alles. Ik ben het begin en het einde, de Alpha en de Omega. Niets staat boven Mij."
Heer, ik kniel voor U, Majesteit en vraag om uw handelingen in onze levens en de wereld. Voer uw plan uit, nu, Vader, om al uw mensen naar U terug te brengen in liefde, wroeging en berouw. Laat Uw gerechtigheid, samen met Uw genade, over de wachtende wereld vloeien die Uw liefde en macht kent. Breng ons terug in Uw liefdevolle armen en neem ons op in uw liefde en genade. U bent onze God en onze Schepper. Onze Redder en Verlosser. Ik smeek u, Vader, ontvang ons gebed en beantwoord ons. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt
16. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen
Woord vooraf: Er is lang gewerkt aan dit document. Het eindresultaat mag gezien worden en brengt verrassend een aantal nieuwe elementen aan het licht, vooral in de levensbeschrijving en in de interpretatie van de profetieën. Opnieuw is Medjugorje België en Nederland fier om u het meest volledige document te brengen over de merkwaardige profetieën over de Pausen van de Heilige Malachias.
Levensbeschrijving
In 1094 werd in Armagh, gelegen in het huidige Noord-Ierland, een zoon en erfgenaam geboren uit een adellijke familie, genaamd OMorgair met landbezittingen. Het jongetje kreeg als doopnaam Maelmhaedhoc. Later kwam hij voor zijn eerste scholing terecht bij Imbar OHagan, in de Abdij Van Armagh. Maelmhaedhoc's kreeg een Latijnse naam, Malachias. Zijn Ierse familie zou later ook zijn doopnaam als familienaam adopteren. Na een lange reeks studies, besloot de jonge Maelmhaedhoc, op ingeven van zijn vader, om Rooms Katholiek priester te worden.
Zoals gezegd, werd hij dus opgeleid door Imhar O'Hagan, destijds de abt van Armagh. Na een lange studie werd hij tot priester gewijd door St. Celsus in 1119. Om zichzelf te vervolmaken in heilige liturgie en theologie ging hij naar Lismore [graafschap Waterford] waar hij twee jaren verbleef onder leiding van St. Malchus. Hierna werd hij in 1123 verkozen tot abt van het klooster Bangor.
Chris De Bodt
21. 365 dagen met mijn engelbewaarder
"365 dagen met mijn engelbewaarder" is bijgewerkt tot en met 25 julii [zie rubriek gebeden].
Henk
25-06-2010
25 juni 2010: 29ste verjaardag van de verschijningen
25 juni 2010: 29ste verjaardag van de verschijningen
Maandelijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Marija Pavlovic voor de hele wereld:
"Lieve kinderen! Met vreugde, Ik vraag u om al Mijn boodschappen te beleven met vreugde. Enkel op deze wijze, kleine kinderen, zult u dichter bij Mijn Zoon kunnen zijn. Ik wens u enkel tot Hem te leiden en in Hem zult u de ware vreugde en vrede van uw hart vinden. Ik zegen u allen en Ik hou van u met een onmetelijke liefde. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."
Jaarlijkse boodschap aan Ivanka Ivankovic:
Ivanka kreeg haar laatste dagelijke verschijning op 7 mei 1985. Daarna ziet Ivanka Onze Lieve Vrouw nog één keer per jaar, op de verjaardag van de Verschijningen:
De verschijning, die zes minuten duurde, gebeurde bij Ivanka thuis. Enkel de familieleden van Ivanka waren aanwezig. Na de verschijning zei Ivanka: "Onze Lieve Vrouw sprak mij over het vijfde geheim en op het einde zei ze: "Lieve kinderen, ontvang Mijn moederlijke zegen."
Boodschap aan Ivans gebedsgroep
Onze Lieve Vrouw verscheen aan Ivan op de top van de Verschijningsberg om 11 uur 's avonds. Hierop zei Ivan: Ook deze avond, zoals bij elke ontmoeting, zal ik u deze, zoals altijd, beschrijven. De ontmoeting was waarlijk uitzonderlijk en erg vreugdevol. Waarlijk kwam Onze Lieve Vrouw, na deze 29 jaar van verschijningen zo vreugdevol en gelukkig, meer dan ooit. Onze Lieve Vrouw droeg een gouden kleed en begroette ons in grote vreugde met de woorden: "Geloofd zij Jezus, Mijn lieve kinderen." Hierop zei Onze Lieve Vrouw:
"Lieve Kinderen, ook vandaag roep Ik u, als Moeder, op tot vreugde: Lieve kinderen, wees mijn uitdragers. Verspreid Mijn boodschappen in deze vermoeide wereld. Lieve kinderen, Ik wens van u om Mijn teken te zijn, Mijn levend teken. Daarom vraag Ik u deze avond om ook de boodschap te aanvaarden die Ik vandaag heb gegeven. Beleef ze. Weet, lieve kinderen dat Ik, als Moeder, altijd bid met u en altijd voor u bid bij Mijn Zoon. Ook vandaag dank Ik u, lieve kinderen, om Mijn boodschappen te hebben aanvaard en ze te beleven."
Hierop bad Onze Lieve Vrouw voor een langere tijd, met Haar uitgestrekte handen, over iedereen hier aanwezig. Zij zegende ons allen met Haar Moederlijke Zegen en ook alles wat u meebracht om te zegenen. Daarna beval ik ieder van u aan, vooral uw noden, intenties en families en op een bijzondere wijze de zieken. Daarna vervolgde onze Lieve Vrouw Haar gebed over ons allen. Ik bad een Onze Vader en een Glorie Zij de Vader en hierop verdween Onze Lieve Vrouw in het lichtgevend teken van het Kruis, met de groet: "Ga in vrede, mijn lieve kinderen."
Op de ochtend van 29 augustus 2005 slaat de Orkaan Katrina in op de kusten van New Orleans, de staat Louisiana. De orkaan Katrina was één der krachtigste orkanen ooit en de gevolgen ervan zijn vandaag nog steeds niet uitgewist. De orkaan begon zich pas op 23 augustus te vormen over de Bahama's en kon dus niet geweten zijn door Rita Ring van de Shepherd of Christ Ministries in Clearwater, Florida. Father Carter [inmiddels overleden] en Rita Ring zijn hevige voorstanders van Medjugorje. Niemand van de lezers zal nu nog kunnen ontkennen dat de Orkaan Katrina niet was voorspeld en dat er geen God bestaat.
Medjugorje, 2 april 2010: Onze Hemelse Moeder geeft aan Mirjana de volgende duidelijke afzonderlijke zin door: "Wees klaar, Mijn Kinderen." Dit is enig in de geschiedenis van Medjugorje.
20 april 2010: De explosie vindt plaats van "Deepwater Horizon," de grootste milieucatastrofe op aarde, waarvan het einde bijlange nog niet in zicht is. Men kan gewoonweg geen oplossing vinden. Ondertussen blijven miljoenen liters olie per dag in de Golf stromen, dezelfde plaats waar Orkaan Katrina plaatsvond. Ondertussen heeft de zwarte olievlek de kusten van Florida bereikt en zal deze nog verder reiken. De explosie vond bijna tot op de minuut plaats, precies één jaar na het overlijden van Mari-Loli Mazon, het enige meisje waaraan Onze Lieve Vrouw in Garabandal de datum van de "Waarschuwing" heeft onthuld; een datum die Maria zelfs niet heeft onthuld aan Conchita Gonzalez, de hoofdzieneres. Zij weet enkel dat het "Mirakel" zal plaatsvinden binnen het jaar na de "Waarschuwing." Precies 121 jaar geleden werd er op deze datum ook iemand geboren die de volgende naam meekreeg: "Adolf Hitler."
Medjugorje, 2 mei en 2 juni 2010: 2 maal na elkaar kondigt onze Hemelse Moeder een "Hemelse ontmoeting" aan, een duidelijke verwijzing naar zoiets als de "Waarschuwing."
Besluit: de code zal oranje blijven tot Maria zal afkondigen dat deze zal worden verhoogd en overgaan naar rood. Van Mari-Loli Mazon is geweten dat onze Hemelse Moeder aan haar heeft medegedeeld dat de Waarschuwing zal plaatsvinden op een gebeurtenis die aanvangt met de letter "A." Er is niets verkeerd aan het mededelen van gegevens die zelf van God komen. Ik breng ze enkel in herinnering. Vermits Maria steeds persoonljk verschijnt aan mensen die het Katholieke geloof bezitten, ben ik als Katholiek geneigd te denken aan een "Katholieke gebeurtenis," die aanvangt met de letter A. In principe kan dit al geschieden op de dag dat er ieder jaar in Medjugorje het meeste volk Maria komt bezoeken en deze dag is Onze Lieve Vrouw Hemelvaart, 15 augustus. Een gebeurtenis die in alle westerse wereldtalen aanvangt met de letter "A." Dit is echter geen vaststaand gegeven. Er zijn nog katholieke gebeurtenissen die aanvangen met de letter A.
Ik wil er enkel de mensen zich ervan bewust maken dat er zich momenteel heel ernstige dingen aan het afspelen zijn. En vermits de oproep van Onze Lieve Vrouw is om elke dag "klaar te zijn" is er niets verkeerd aan om de mensen hieraan te herinneren, zolang men maar bij feiten blijft die van God zelf komen, ook al zijn er lezers die mij hiervoor voortdurend een schuldgevoel pogen op te leggen, omdat dit de enige Medjugorje site is die zo ver durft te gaan. Sedert het ontstaan van dit blog is inderdaad alles beginnen wijzigen in Medjugorje en wist ik dat alles naderbij kwam, alleen weet ik het niet exact.
En aldus weet u, beste lezers, dat de zinspeling "code oranje" en "code rood" niet van mijzelf komt, maar van God. Ook al weten wij dat er ernstige gebeurtenissen staan te wachten, mogen we niet vergeten dat we het voorrecht hebben om getuige te zullen zijn van de meest wonderbaarlijke feiten die zich ooit zullen afspelen in de geschiedenis, namelijk dat uiteindelijk niemand op aarde nog zal kunnen ontkennen dat er geen God bestaat.
Sceptici en ongelovigen mogen zeggen of denken wat ze willen, hier krijgen de lezers zwart op wit het bewijs van het bestaan van Hemelse voorspellingen en een God die de geschiedenis van de mensheid in handen heeft. Alles komt van God en alles is door God geweten. En zij die denken het beter te weten, mogen het gerust weten: U bent niets zonder de genade van God en deze hebt uzelf in de hand. Dat dit nieuws zou mogen verspreid worden onder zoveel mogelijk mensen, omdat het de waarheid is.
Chris De Bodt
2. De Waarschuwing [14/14]
Lees dit
De Liefde zal in u zijn en het is met Mijn Liefde in u dat u al deze tekortkomingen zult voelen. Uzelf zult kunnen oordelen, maar u zult uw eigen oordeel niet ontvluchten. U, die door Mijn Vader gegeven zijt, zult dit alles beleven, alsook allen wiens naam niet in het Boek des Levens staan opgetekend. Zelfs al weten Wij wie een "neen" aan de Liefde in zich draagt, toch zullen ook zij het beleven. U zult het kwade in zijn zuivere staat aanvaard hebben, kort na de Grote Zuivering, want dan zal de aarde zich openen om u op te slorpen opdat er nog nooit kwaad zal zijn op de aarde van Liefde. Het ware beter voor u geweest om nooit te zijn geboren.
U, die een "ja" aan de liefde in zich draagt, daar ik u allen ken, zult van mijn genaden kunnen genieten, want ik wil u in mij voor de eeuwigheid. Wanneer u Mij voor u zult zien staan, zult u weten dat Ik diegene ben die u van de hel heeft verlost. Ik zal u alles wat u heeft doen lijden, volledig doen verdwijnen, want ik wil al het kwade uit u wegrukken. Ik ben uw Goede Herder en u Mijn schapen. Mijn schapen kennen Mij en daarom laat u zich zuiveren. U, die vanaf nu nog altijd niet wilt beginnen met de zuivering, u zult de Grote Zuivering kennen, die zal gepaard gaan met grote pijnen. Waarom aan Mijn oproep vanaf nu niet beantwoorden? Ik heb geantwoord voor uw redding en Ik kan voor u dus geen onachtzaam Wezen zijn, omdat u dat niet wenst. Het zij zo.
Mijn kinderen, hoezeer heb Ik u lief! Ik geef Mij voortdurend op al de altaren van de wereld, om al uw offers te zuiveren. Kom Mij uw liefde geven, opdat ik elke dag alles zou kunnen zuiveren. Ik vraag u zelfs niet om elke dag naar de mis te gaan, ook al verlangt Mijn Hart daar iedere dag naar, maar kom dan toch minstens op Zondag. Geef uzelf die moeite en doe uw best. Is het dan zo zwaar om u op deze wijze te laten leven, zonder te veel te lijden? Ik durf u nog te zeggen dat het einde van deze haatdragende wereld gekomen is en dat deze aarde zal worden omgevormd door de Liefde: dus kom, Mijn kinderen. Ik, Jezus, Ik wacht u op in het licht van uw binnenste. Ik bemin u. Amen.
Bron: deze tekst over de waarschuwing is een gedeeltelijke vertaling uit een Boek, "Liefde voor al de Mijnen, deel 4," van en is mij toegestuurd per mail. Hoewel ik de oorsprong ervan niet ken, heb ik zowat alle boeken over Garabandal gelezen, inclusief het bekendste boek, "She Went in haste to the Mountains," van de hand van Conchita Gonzalez zelf. In eer en geweten kan ik verklaren dat ik in deze tekst niets in tegenspraak heb gevonden met wat in Garabandal over 'de Waarschuwing" is onthuld. De Waarschuwing zal echter een gebeurtenis zijn, die iedereen verschillend zal ervaren, omdat niemand van ons dezelfde is. Het is pas wanneer onze levensstijl volledig tegen God is gericht, dat we komen tot een soort "Worst Case Scenario," met een combinatie van alle hierboven beschreven feiten. En uiteraard bestaat er ook nog zoiets als het Sacrament van de Biecht.
Chris De Bodt
3. Medjugorje: Mijn keuze, mijn roeping! [4/4]
Hieronder volgt een getuigenis uit de mailbox van een achttienjarige jongen, die een roeping als priester kreeg te Medjugorje.
Getuigenis Medugorje: 9/07/2008 [van een zeventienjarige jongen]
Dan zijn we zo goed bezig de weg van God te volgen, en dan laat hij [satan] mij op die rechte weg vallen in de modder!! En dan?? Wat moeten we nu doen?? Eenmaal in de modder, altijd in de modder? Nee !!!!!! Ik denk dan aan Jezus: hij vergeeft ons onze zonden. Bid tot hem om vergeving. Bid bid bid voor de zondaars! En ga biechten om satan van u weg te jagen, wel wetend dat hij u nooit gerust laat!
In Medugorje kom ik altijd terug uit de modder. Je voelt terug de genade die God ons geeft, uw hart staat dan terug open. Je bent genezen!!! je leeft terug!!! en zo gaat de weg van God, met vallen en opstaan. Mijn weg is deze dagen enorm vooruitgegaan meer dan al mijn andere bedevaarten naar Medugorje. nog nooit ben ik zo diep geraakt geweest bij pater Jozo Zovko. Hij heeft mijn wereld er helemaal anders laten uitzien. Na de eerste keer in Medugorje dacht ik van: mooier kan het niet meer! Maar deze bedevaart heeft het voor mij nog mooier gemaakt!
Lieve mensen, iedereen, elk van u. heeft mij een stapje verder geholpen tot mijn roeping tot priester.
Dank u God!!! Voor onze Heer en onze God voor het grootste geschenk dat Hij ons gaf tijdens Zijn lijden op het kruis!!!!! Dank u Jezus voor onze Moeder Maria. Zij heeft mij en ieder van u zoveel liefde gegeven!!!!!! Onze Moeder is altijd bij ons!! Laten wij ons ook altijd bij Haar zijn !!!
Amen.
Schrijver gekend bij de redactie
4. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 184]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Jezus en zijn Moeder
Toen de groep jonge beulsknechten met al het gereedschap voor de kruisiging daar brutaal en triomfantelijk kwam aanstappen, sidderde en jammerde de Moeder van Jezus, en wrong de handen. Een van de jeugdige knechten richtte zich tot het meelopende volk en vroeg: "Wat is dat voor een vrouw die zon misbaar maakt?" En iemand antwoordde: "De moeder van de Galileeër." Toen de schurken dit hoorden, begonnen zij de klagende moeder te beschimpen, wezen met de vinger naar haar, en één van die jonge vlegels greep de nagels voor de kruisiging en hield ze spottend de Heilige Maagd onder de ogen. Zij echter keek alleen naar Jezus, wrong de handen en leunde smartelijk tegen één van de stijlen van de poort. Zij was bleek als een lijk en haar lippen waren blauw. De Farizeeërs reden voorbij, dan volgde de knaap met het opschrift, en ach, een paar schreden achter hem: Gods Zoon, hààr zoon, de Heilige, de Verlosser ... wankelend, gebogen, Zijn hoofd met de doornenkroon moeizaam afwendend van de zware last op Zijn schouder. De beulen trokken Jezus, haar liefste zoon, aan de touwen vooruit. Zijn aangezicht was bleek, met bloed bevlekt, geschonden van de slagen. Zijn baard stond spits van het bloed. Met Zijn roodbelopen, diepliggende ogen staarde Hij van onder het vreselijke, warrige vlechtsel van de doornenkroon vol ernst en medelijden naar Zijn jammerende moeder. Hij struikelde, en viel voor de tweede maal, ditmaal op Zijn knieën en handen, op de aarde neer. De moeder, in de hevigheid van haar smart en liefde, zag geen soldaten, geen beulen en beulsknechten, zij zag enkel haar bemind, ellendig mishandeld kind. In twee stappen was zij van aan de poort bij Jezus; zij knielde naast Hem neer en omarmde Hem. Ik vernam de woorden: "Mijn zoon!" "Mijn moeder!" Maar ik weet niet meer of zij die spraken met de lippen, dan wel in de geest.
Er ontstond een gedrang, Johannes en de vrouwen wilden Maria wegtrekken, de beulsknechten schimpten en scholden en één van hen sprak: "Vrouw, wat zoekt gij hier? Als gij hem beter had opgevoed, dan was hij niet in onze handen terechtgekomen." Ik voelde dat verschillende soldaten enigszins ontroerd waren. Zij dreven echter de Heilige Maagd achteruit. Geen één van de beulsknechten raakte haar aan. Johannes en de vrouwen leidden Maria naar de kant van de weg, en tegen een hoeksteen van de poort, welke steen ook de muur te schoren had, zonk zij als dood van smart op de knieën. Zij keerde nu de kruisstoet haar rug toe, en haar handen lagen zo hoog mogelijk aan de steil oplopende, groendooraderde steen. Niet slechts de handen van Jezus Moeder, ook haar knieën werden in die steen afgeprint: de sporen of tekens waren tamelijk vlak en niet zeer scherp, precies zoals de indrukken die men bekomt wanneer met op een deeg slaat. Het was een zeer harde steen. Ik heb hem teruggezien in de eerste katholieke kerk te Jeruzalem, de kerk aan de vijver Bethesda. Hij werd hierheen gebracht toen Jacobus de Mindere bisschop was. Ik herhaal wat ik reeds eerder zei: dat ik meer dan eens, bij grote, bijzondere gebeurtenissen, dergelijke indrukken door een heilige aanraking en stenen heb zien ontstaan. Dit is even waar en echt als het gezegde: "Zo iets moet ook een steen vermurwen," even echt als het woord: "indruk maken." De eeuwige Wijsheid heeft in haar barmhartigheid nooit de boekdrukkunst nodig gehad om voor het nageslacht een getuigenis van het heilige te bewaren.
Toen de met lansen bewapende soldaten wilden dat de stoet verder zou trekken, deden de twee discipelen Jezus Moeder naar binnen gaan door de poort, welke daarna gesloten werd.
De rakkers hadden Onze Heer intussen overeind gesleurd en het kruis een beetje anders op Zijn schouder gelegd. De dwarsbalken die men boven aan de stam had vastgebonden waren losgeraakt en één hing in de touwen te bengelen naast het kruis. Jezus nam deze balk onder Zijn arm, en de kruisstam zakte nu achter Hem iets meer naar de grond.
Onder het volk, dat meestal spottend en jouwend de stoet vergezelde, ontwaarde ik enkele gesluierde, wenende vrouwen.
5. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 184]
Preken
Ge zijt er geen baas meer over
Is het niet zo broeders, dat ge de hele dag over uw kinderen klaagt? Ge kunt er geen baas over blijven, zegt ge. Dat klopt. Maar ge zijt misschien de dag vergeten waarop ge tegen uw jongen of uw meisje hebt gezegd:
"Wou je soms naar de kermis van Montmerle, of naar het café? Vooruit dan! Als je maar op tijd thuis bent."
"Natuurlijk," verzekert het meisje u.
"Je mag er ook wel eens uit, je hebt toch al zo weinig."
In ieder geval verbiedt ge t haar niet. Maar later hoeft ge haar niet meer aan te sporen, ge hoeft haar zelfs geen verlof meer te geven. Dan zit het u dwars dat zij van huis gaat zonder u iets te zeggen. Kijk achterwaarts, moeder, en ge zult u herinneren dat ge haar vroeger eens en voor altijd verlof hebt gegeven ... Zij moest toch weten wat er in de wereld te koop was. Nu is zij beslist op de hoogte."
"Laat meneer pastoor maar rustig praten," hebt ge haar gezegd. "Toe maar, wees verstandig, kom op tijd naar huis en hou je hoofd koel." Mooi zo moeder, maar luister nu ook eens een keertje naar mij. Ik kwam op een zekere dag langs een groot vuur. Ik pakte een handvol stro, gooide het in de vlammen en zei dat het niet mocht verbranden. Maar de omstanders lachten me uit en riepen: "Dat zullen we wel eens zien! Meent u vuur tegen te kunnen houden?" "En waarom niet," vroeg ik hen. "Ik heb toch duidelijk gezegd dat het stro niet mocht verbranden!"
Vertaling: Chris De Bodt
6. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 184]
Hoofdstuk 26. Geld en Werk
Nicky: Als het een zonde is om intrest te vragen aan iemand, is het dan ook een zonde om iets te kopen, gewoonlijk grotere dingen, op intrest? Maria: Als men dit werkelijk nodig heeft is het geen zonde, maar de persoon die het geld uitleent moet ook de ware noodzaak ervan met liefde inzien, eerder dan zichzelf ermee te verrijken.
Nicky: Onderricht de Kerk van vandaag ons over het juiste en het ethische gebruik van geld? Maria: Talloze Pauzen hebben sinds het ontstaan van de Kerk gesproken over de waarde van het werk en hebben het voortdurend gebruik van intrest veroordeeld. Veel te weinig wordt onderwezen over het aanwenden van geld en de huidige Heilige Vader zo een goed werk verrichten voor de wereld indien hij er een encycliek zou over schrijven.
Nicky: En dan nog een laatste vraag over het werk. Helpen zielen u op enige wijze in uw eigen dagelijkse werk? Maria: Ja, dat doen ze, maar enkel als het werk betreft dat de zielen zelf aangaat. Als ik een bepaald stuk papier nodig heb, om er bijvoorbeeld een antwoord op te schrijven, dan zullen ze mij dit geven. Alles wat ik hoef te doen is een papier uit de stapel te nemen en het is elke keer het juiste papier, elke keer. En zo helpen ze mij en helpen ze elkaar, maar dat is alles.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
7. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 28]
Tegenstand van de overheid
Ondertussen toonde de overheid haar afkeuring over het verloop van de zaken. Op de plaats van de Verschijningen hadden sommige mensen masten opgericht die een boog vormden, waaraan ze lantaarns hingen en er voorzichtig voor zorgden dat deze steeds brandend bleven. Op een dag werd aan sommige mensen het bevel gegeven om deze masten neer te halen en ook de steeneik, waarop de Verschijningen hadden plaatsgevonden, neer te halen en alles met een kar weg te slepen. Tegen de ochtend had het nieuws zich verspreid als een wild vuur. Ik rende naar de plaats om te zien of het waar was. Maar hoe groot was mijn opluchting toen ik zag dat de arme mannen zich hadden vergist en in plaats van de steeneik, hadden ze de andere eiken in de nabijheid, weggenomen. Ik vroeg dan aan Onze Lieve Vrouw om deze armen mensen te vergeven en ik bad voor hun bekering.
Enige tijd later, op een dertiende mei, ik weet niet van het jaar 1918 of 1919, deed het nieuws de ronde dat een cavalerie naar Fatima was gekomen om de mensen te verhinderen om naar de Cova da Iria te gaan. Iedereen was gealarmeerd en kwam mij het nieuws berichten en mij verzekeren dat dit zonder twijfel de laatste dag van mijn leven zou zijn. Zonder dit nieuws al te ernstig te nemen, ging ik naar de Kerk. Toen ik Fatima bereikte, ging ik langs de paarden die zich overal op de kerkelijke gronden bevonden. Ik woonde de mis bij, die werd opgedragen door een priester die mij onbekend was, ontving de Heilige Communie, maakte een dankgebed en ging naar buiten zonder dat iemand ook maar een woord toe mij zei. Misschien dachten sommigen dat ik de belangstelling niet waard was. Het nieuws bleef binnenstromen dat de toepen tevergeefs poogden om de mensen weg te houden van de Cova da Iria. Desondanks ging ik erheen om de Rozenkrans te bidden. Op mijn weg werd ik al spoedig vergezeld door een groep vrouwen die van ver waren gekomen. Terwijl we de plaats naderden, gaven twee cavaleriemensen hun paarden een zweepslag en renden in volle vaart naar de groep. Ze duwden ons naast hen en vroegen ons waarheen wij gingen. De vrouwen antwoordden stoutmoedig dat dit hen niets aanging. Opnieuw sloegen ze met de zweep op de paarden alsof ze de bedoeling hadden om te chargeren en ons te vertrappelen. De vrouwen renden in alle richtingen en een ogenblik later bleef ik alleen achter voor de cavalerie. Zij vroegen mijn naam, die ik zonder twijfel gaf. De volgende vraag was of ik een zieneres was; en ik antwoordde bevestigend. Daarop gaven ze mij het bevel om mij richting Fatima te begeven, tussen twee paarden in.
Toen wij de vijver bereikten waarover ik eerder reeds sprak, zag een arme vrouw die daar woonde en waarover ik reeds heb gesproken, me van ver aankomen, geleid tussen de paarden. Zij rende naar mij in het midden van de straat, zoals een nieuwe Veronica. De soldaten lieten geen tijd voorbijgaan om haar opzij te duwen en de arme vrouw barstte in een tranenvloed uit, luid wenend om mijn tegenspoed. Een paar passen verder stopten ze en vroegen ze mij of de vrouw mijn moeder was. Ik zei van neen. Ze geloofden mij niet en vroegen of dat huis mijn thuis was. Opnieuw zei ik: "neen"!" Blijkbaar schenen zij mij nog niet te geloven en gaven ze mij het bevel om lichtjes voorop te lopen tot wij bij het huis van mijn ouders zouden komen.
Vertaling: Chris De Bodt
8. Manon des Sources [9/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
9. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 36: Geleende tijd [Aflevering 237]
Op een dag deed het gerucht de ronde dat Bernadette een verschijning zou krijgen. De menigte stroomde samen en zagen een vrouw met een gezwel in het gezicht.
Het was Bernadette niet. Het was iets boosaardigs. "Met haar rug naar de menigte, waste ze zich in de bron, dronk van het water, at het gras, viel op haar knieën, zuchtte bevend, en fluisterde, Berouw! Berouw!," schreef Franz Werfel in The Song of Bernadette (Het lied van Bernadette). "De imitatie was zo perfect dat bijna niemand van de getuigen van de voorgaande veertien dagen verbaasd was. Maar de hele opvoering bleef vreemd genoeg zonder resultaat, zoals iets dat afgezaagd was geweest. Na tien minuten sprong de gedaante op, gooide de kap van haar hoofd en onthulde een grijnzend, bruin, met pokken bedekt meisjesgezicht. Ze hief haar rok omhoog en begon te dansen. Nog voor men haar kon vastgrijpen ontsnapte ze over de rots zoals een beest dat in de bergen leeft."
Er waren meer dan vijftig valse of duivelse zieners in Lourdes, samen met berichten van een vreemde, vlammende "ballon," zoals men er één boven Parijs gezien had tijdens de pest. Maar niets, zelfs niet de meest schaamteloze pogingen om verwarring te zaaien, konden het werk van God vernietigen.
Zou satan het opnieuw proberen?
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
10. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 130]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Taizé bestaat 25 jaar: de voorlopige dynamiek
Na de inwijding van de orthodoxe kapel van zaterdagavond waren er zondag drie Eucharistievieringen. Kardinaal Martin, Aartsbisschop van Rouen, concelebreerde een katholieke mis met vier paters franciscanen in de oude Romaanse kerk, terwijl de Gemeenschap het Avondmaal vierde in de kerk van de Verrijzenis. Daarna, in dezelfde kerk, werd een mis geconcelebreerd in de ritus van Johannes Chrysostomus en in het Frans, Grieks en Slavisch door Mgr. Meletios, exarch van de patriarch van Konstantinopel, Mgr. Antoine, exarch van de patriarch van Moskou en vier orthodoxe priesters. Tijdens de plechtigheid werd de boodschap die patriarch Athenagoras had opgestuurd gelezen. Hij begroette het ontstaan van ons orthodox centrum [een opmerkelijk bezittende verklaring] en herinnerde de toegewezen zending: aan de westerse wereld een juist beeld geven van het liturgisch leven en de orthodoxe spirituele schatten.
Ondanks de glimlach en de omhelzing van de inhuldiging staken dubbelzinnigheid en misverstand meteen weer de kop op. Terwijl de patriarch van Konstantinopel met de metochion in Taizé een soort voorpost van orthodoxie in West-Europa zag, was voor Broeder Roger het orthodoxe Centrum, naar het voorbeeld van de franciscaanse fraterniteit, en jaar eerder opgericht, een kleur meer in de oecumenische regenboog waarvan hij droomde.
De archimandriet Damaskinos Papandreou werd door patriarch Athenagoras verantwoordelijk benoemd voor het orthodoxe Centrum. Hij had broeder Roger voordien nooit ontmoet. In Griekenland geboren en na studies aan de katholieke faculteit in Bonn en Marburg (waar hij onder andere leerling was van Joseph Ratzinger, later Benedictus XVI), beëindigde hij een doctoraat theologie aan de faculteit in Athene. Zijn eerst wankele vestiging, zijn vele verplaatsingen en andere redenen eigen aan de orthodoxe Kerk, zorgden er voor dat de gemeenschap in Taizé altijd beperkt bleef. De regelmatige diensten (vespers, metten en zondagsliturgie) in de orthodoxe kapel en het onthaal van bezoekers maakten het grootste gedeelte van de activiteit van de metochion uit. Ontgoocheling en tegenstelling in doctrine legden het Centrum stil.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 69]
Eleazar, zoon van Simon
Analyse van de feiten
Hoewel de Grote Joodse Opstand gedoemd was om te mislukken tegen een klaarblijkelijk onoverwinnelijk Romeinse Keizerrijk, konden het aantal doden en de vernietiging van de tempel worden vermeden. Als Zeloot, verhinderde Eleazar ben Simons radicale opvattingen om zich bezig te houden met enige vredesgesprekken met Rome. Zijn politieke strijd om de gematigde Joden te Jeruzalem, tussen 67-70 uit te roeien, sloot de mogelijkheid uit om zich over te geven aan Titus en zo een medeogenloze afslachting van de inwoners te vermijden. Sommige geleerden zijn van oordeel dat Eleazars overwinning te Beit-Horon bij het Joodse volk een soort valse hoop van een Joodse bevrijding van Rome opwekte. Dit geloof in de Zelootse zaak trok vele Joden aan om mee helpen te vechten tegen Rome, wat resulteerde in grote aantal slachtoffers. Bezield door Eleazar en de overwinning van de Zeloten, schoten de opstandelingen als paddenstoelen uit de grond te Galilea, die enkel konden worden tegengehouden door de Romeine troepen in 67.
En alhoewel het louter een denkpiste is, is het zeker dat de onbekwaamheid van Eleazar ben Simon om een eenheid te vormen met Simon bar Gioras en Johannes van Geschala tijdens de periode van de "onafhankelijke Joodse staat" de zaak zeker niet ten goede kwam en de val van Jeruzalem zelfs bespoedigde. Ondanks het feit dat een stabiele Joodse staat waarschijnlijk nooit zou opkunnen tegen de Romeinse strijdkrachten, kon de vernietiging worden verzacht en zelfs voorzien in het ophouden van de toekomstige opstanden. Ondanks het falen van de Zeloten om een politieke en religieuze bevrijding te bekomen, hielp Eleazar mee om het idee op te wekken van een onafhankelijke Joodse staat en prentte hij een gevoel van vrees in bij de toekomstige Romeinse leiders in het Midden Oosten. Volgend op de nederlaag van de Joden en de vernietiging van de tempel, bracht het gebrek aan een centrale leiding in de Joodse gemeenschap een spiritueel vacuüm tot stand. De val van Jeruzalem dreef de Joden uiteen en de periode van de diaspora begon, die zou eindigen na de Tweede Wereldoorlog, met de oprichting van een Onafhankelijke Joodse staat.
Vertaling: Broeder Joseph
12. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 88]
Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822]
Toen de rust weer was hersteld na de Franse revolutie [1793-1798], ontstond er in de Kerk een grote bereidheid om de schade te herstellen die was aangericht tijdens deze verschrikkelijke jaren van ommekeer, verwardheid en verwoesting. Zo begon een mooie periode voor de Kerk in Frankrijk, met de stichting van vele religieuze organisaties die zich bezig hielden met verschillende goede bezigheden.
De stad Bordeaux werd gezegend met drie nieuw religieuze gemeenschappen. Pater Guillaume-Joseph Chaminade stichtte de gemeenschap van de Marianisten. Moeder de Laourous stichtte een congregatie voor de zorg van berooide vrouwen; en pater Peter de Noailles organiseerde een gemeenschap van vrouwen die de naam kreeg: De Heilige Familie van Bordeaux, waarvan de leden de kerk op verschillende manieren steunde. Deze laatste gemeenschap, waarvan de leden vaak ook wel de "Vrouwen van Loreto" worden genoemd, werd opgericht in 1820, twee jaar voor het wonder. De stichter, Pater de Noailles was toen de parochiepriester van de kerk van St, Eulalie. De congregatie van de Heilige Familie van Bordeaux groeide zeer snel, met vele huizen die werden gebouwd in en rond Bordeaux. Het was in de kapel van een van deze huizen dat het wonder van Bordeaux plaats vond ... om precies te zijn op De Rue Mazarin nummer 22-24.
13. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Met spijt gaven de zusters haar terug aan haar gezin, en zeiden haar dat ze snel moest beter worden en naar hen terugkeren. Anita verliet het klooster in augustus 1931, na vijftien maanden kloosterleven. Toen haar moeder haar kwam ophalen, zei de overste tegen haar: "Dit kind is een engel." Anita aanvaardde haar diepe teleurstelling met tranen, maar ze aanvaardde dit opnieuw als de wil van God en zei: "Ik ben er zeker van dat ik mezelf nog volledig aan Jezus kan geven als ik thuis ben, en dat ik door mijn lijden veel zielen kan redden." Ze zou echter nooit meer naar het klooster terugkeren.
Anita bleef steeds in hartelijk contact met de zusters, en op de feestdag van de H. Theresa van Jezus, stuurde ze een paar van haar eenvoudige gedichtjes naar de gemeenschap van Corpus Domini. Op die manier trad ze in de voetsporen van de H. Theresa van Jezus en de H. Johannes van het Kruis, wiens gedichten als klassiekers worden beschouwd in de melodieuze, Castiliaanse taal.
Hoewel Anitas gedichten niet als echt artistiek beschouwd worden, onthult de inhoud de liefde van haar hart, de gevoelens van haar ziel en de teergevoeligheid van haar liefdadigheid. In sommige van deze gedichten onthulde ze hoeveel moeite het haar kostte om het religieuze leven achter te laten, maar ook de bereidwilligheid om zichzelf conform te maken aan de wil van God, om zielen te redden, en om een heilig leven te bereiken in de wereld.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
14. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 75]
Aan haar broer Jean-Marie
Nevers, 17 juli 1877
Lieve broer,
Naar het schijnt, vormen jij en je vrouw de oorzaak dat Pierre thuis is weggegaan.
...] Vertel me eens welke indruk het maakt dat vreemden thans verplicht zijn over onze broer te waken. Arme Jean-Marie, let goed op, denk na [...]
[...] Ik schaam me voor jullie: wat moeten de mensen uit de stad denken wanneer zij zien dat jullie onenigheid hebben, jullie die toch het goede voorbeeld zouden moeten geven? [...]
[...] thans waar jullie je, de een voor de ander, door toorn laten leiden. Ik verzeker jullie dat het me veel verdriet doet als ik zie hoe weinig eenheid er is tussen jullie, terwijl jullie toch gelukkig en tevreden zouden kunnen leven als ieder daaraan een klein beetje zou werken en het zijne zou bijdragen.
Ik ben van plan Joseph te schrijven, maar ik wil eerst weten hoe de zaken zover konden komen. Ik verzoek je mij [...] details [...] te verschaffen [...]
[...] P.S. Ik verzoek je mijn groeten over te brengen aan mijn peettante en haar gezin, en aan mijn andere ooms en tantes en hun gezinnen.
15. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Oratorio
De vier salesiaanse opvoedingsdoelen liggen volledig in de lijn van dit oratoriocriterium.
2010 werd door de salesianen uitgeroepen tot don Ruajaar. Don Rua, de eerste opvolger van Don Bosco, overleed immers honderd jaar geleden.
Michele Rua werd op 9 juni 1837 geboren in Turijn, Valdocco, de wijk waar Giovanni Bosco enkele jaren later zijn Oratorio zou vestigen. Hij ontmoette Don Bosco voor het eerst in september 1845, in het Refugio van Markiezin de Barolo. Zijn moeder bereidde Michele voor om in de wapenfabriek van zijn vader te gaan werken, maar in het najaar van 1852 ging Michele op internaat bij Don Bosco en trok het kerkelijke habijt aan. Iets later schrijft hij zich in voor de lessen filosofie aan het seminarie. Op 26 januari 1854 wordt Michele de leider van het groepje dat op voorstel van Don Bosco belooft om een jaar lang een praktische oefening in de naastenliefde te doen. Het groepje noemt zichzelf salesianen, naar hun voorbeeld, Sint-Franciscus van Sales.
Stilaan wordt Michele de eerste medewerker van Don Bosco. Op 25 maart 1855 is hij de eerste salesiaan die geloften uitspreekt. Na zijn priesterwijding, in juli 1860, nemen zijn verantwoordelijkheden steeds toe. In 1865 wordt hij prefect van de congregatie. Don Bosco bereidt hem geleidelijk aan, maar ook nadrukkelijk voor om zijn opvolger te worden en in 1885 wordt hij benoemd tot vicaris. Iedereen ziet in hem de persoon die de erfenis van Don Bosco het beste kan verderzetten. Na de dood van Don Bosco wachtte don Rua de zware taak om de congregatie te leiden. In 1894 bracht hij een bezoek aan onder andere België en Nederland.
Don Rua stierf op 6 april 1910. Zijn zaligmakingproces startte in 1922 en op 29 oktober 1972 werd hij door Paulus VI zalig verklaard.
16. Profetieën
Exclusief vanaf maandag op dit blog: Het levensverhaal van de Heilige Malachias en zijn 111 profetieën over de toekomstige pausen. De profetie der profetieën. Onze lezers worden andermaal extra verwend.
23-06-2010
23 juni 2010
23 juni 2010
1. De Waarschuwing [13/14]
Lees dit
Wee U, die de volgende zaken begaan hebben: zwarte missen, offers, toverspreuken, satanische verafgoding, enz... en ook u die eraan deelnamen, want u zult voor de Liefde staan die u hebt verraden. Omdat u zwarte missen hebt gevoerd en offers hebt gemaakt met als doel de ondergang van de zielen, de kinderen van God, te schaden en door geweld uw honger naar macht te stillen, door de opoffering van mensen en door bloed te laten vloeien van schepselen van God, zult u getekend zijn door het bloed van het Beest. Hoe zult u lijden, verraders! Waarom hebt u voor zoveel lijden gekozen! U hebt ervoor gekozen om te leven, zonder u te bekommeren om het leven in u. U hebt uzelf veroordeeld voor de eeuwigheid en u zult alles zien wat u tegen Mij hebt misdaan. Al uw daden en uw gedachten zullen zich samenbundelen om u te geselen. U zult weten wat het betekent om met ijzer aan handen en voeten te zijn gekluisterd en zo in het kokende water te worden geworpen. Al de folterwerktuigen die u hebt gebruikt zullen zich tegen u keren en uzelf folteren. Al uw kwetsende woorden zullen tot in het diepste van uw wezen binnendringen. Alles in u zal smart zijn omdat u geen enkel verweer zult hebben tegen deze folteringen. Wat nog erger voor u is, is te weten dat alles wat u mij hebt aangedaan er niet in geslaagd is om Mij te vernietigen, noch het geloof te vernietigen van zij die mij liefhadden. U zult begrijpen dat alles wat u zult ondergaan, alles zal zijn wat u mij hebt doen afzien. O! Dat alles zal uw ondergang zijn, want nog een grotere woede zal zich meester maken van u en zich tegen u keren: de wezens van satan! Acht u niet geslepener dan u bent, want satan heeft u bedrogen en u zult spoedig weten wat hij voor u heeft voorbehouden. En dan is wat u wacht in de hel nog niets in vergelijking met wat ik u hier beschreven heb.
2. Medjugorje: Mijn keuze, mijn roeping! [3/4]
Hieronder volgt een getuigenis uit de mailbox van een achttienjarige jongen, die een roeping als priester kreeg te Medjugorje.
Elf jaar oud
Na nog veel intense momenten van gebed en aanbidding, gingen we terug naar huis. In de bus op weg naar huis heb ik dan ook een getuigenis gehouden voor iedereen.
Getuigenis Medugorje: 9/07/2008 [van een zeventienjarige jongen]
Dag lieve mensen.
Als jongere zou ik graag willen vertellen over mijn getuigenis van Medugorje. In Medugorje is mijn leven totaal omgekeerd. Toen ik voor de eerste keer in Medugorje kwam [toen was ik 11 jaar], dan voelde ik iets, heel diep in mijn klein kinderhartje . Ik voelde liefde, echte onbeperkte liefde!!! Ik weet nog dat iemand in Medugorje tegen mij zei: "het is hier toch zo rustig, zo vredig en iedereen is hier zo vriendelijk voor elkaar." Ik wou daar nooit meer weg , omdat ik mij daar thuis voelde!! bij mijn Hemelse Moeder. De goddelijke liefde die ik daar voelde, daar moest ik als kind wel van getuigen. Mijn bekering in Medugorje, de uitnodiging van onze Hemelse Moeder Maria, was voor mij daar voltooid. Het was daar in Medugorje waar ik ben beginnen te geloven!!!
Ja !!! ik geloofde in de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en niet te vergeten in onze Hemelse Moeder Maria samen met alle engelen en heiligen. Als ik in dat geloofde! dan groeide mijn geloof almaar door.
Tot de dag van vandaag ben ik al enorm gegroeid met mijn geloof, maar we mogen niet vergeten dat we niet kunnen groeien zonder onze zwakheden te kennen. Nu probeer ik de weg naar God te volgen met geheel mijn hart en ziel! Als 17 jarige is het ook niet altijd gemakkelijk om die weg te volgen. Voor niemand is dit gemakkelijk! Voor zowel jongeren als voor ouderen is het een weg met vallen en opstaan!! Zoals pater Lode ons gezegd heeft: "satan is sterk!!! Hij pakt ons waar hij ons pakken kan, vooral bij onze zwakheden!"
Schrijver gekend bij de redactie
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 183]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Jezus en zijn Moeder
Gebroken van smart, had Jezus Moeder ongeveer een uur geleden, nadat het onrechtvaardige vonnis over haar kind was uitgesproken, met Johannes en enkele vrouwen het Forum verlaten. Zij hadden nog eens een aantal plaatsen bezocht op de heilige lijdensweg die Jezus reeds had afgelegd, en toen het geloop van het volk, het bazuingeschal en het uitrukken van de soldaten onder Pilatus bevel haar aankondigden dat de kruisstoet zich in beweging had gezet, was Maria niet langer te houden: zij moest haar goddelijke zoon in Zijn nieuwe marteling zien en vroeg Johannes, haar ergens te brengen, waar Jezus voorbij zou trekken.
Zij waren uit de buurt van de Sionberg gekomen, schreden langs de plaats van de veroordeling, en vervolgens door poorten en lanen, die anders gesloten waren voor het volk. Dan kwamen zij door het westelijk gedeelte van een paleis, waarvan één van de poorten toegang gaf tot de brede weg, die de stoet, na de eerste val van Jezus, insloeg. Ik weet niet meer juist of het een vleugel was van Pilatus paleis, verbonden met het hoofdgebouw door hoven en lanen, dan wel, zoals ik mij meen te herinneren, het eigenlijke woonhuis van de hogepriester Caïphas, die zijn ambtswoning op Sion had. Johannes kreeg van een medelijdende dienaar of deurwachter de toelating om met Maria en haar geleide hier binnendoor naar de overkant te gaan, en de man opende voor hen ook de poort die op de brede straat uitkwam. Bij Maria bevond zich één van de neven van Jozef van Arimathea. De vrouwen die haar volgden waren: Suzanna, Johanna Chusa en Salome van Jeruzalem.
Ik huiverde, geheel ontsteld, toen ik de Moeder van de Heer door dit gebouw zag gaan: bleek, haar ogen rood van het wenen, sidderend en bevend, van het hoofd tot de voeten, in een soort blauwgrauwe mantel gehuld. Men hoorde het lawaai van de stoet over de huizen heen klinken, vernam door het bazuingeschal en de roep van de straathoeken, dat er één ter kruisiging werd gevoerd. Toen de dienaar de poort opendeed, werd het lawaai duidelijker en schrikwekkender. Maria bad en zei tot Johannes: "Moet ik het zien, of zal ik liever weglopen? O, hoe zal ik het kunnen dragen!" Johannes antwoordde: "Als gij niet blijft om het te zien, zult gij later bittere spijt hebben." Zij traden dan buiten de poort, bleven en speurden naar rechts de weg af, die ginds een beetje omhoogliep, maar bij de plaats waar Maria stond, weer vlak en effen werd.
Ach, hoe sneed het bazuingeschal door haar hart! De stoet naderde, hij was nog tachtig schreden verwijderd, toen zij uit de poort kwamen. Er liep hier geen volk voorop. Alleen naast en achter de stoet zag men enkele scharen. Veel volk, dat het laatste het Forum verlaten gehad, rende langs zijstraten naar andere plaatsen om de stoet te zien voorbijtrekken.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 183]
Preken
Ze moeten weten wat er te koop is
Ge spreekt hen over de wereld. Een moeder vertelt aan haar dochter dat die en die getrouwd is met die en die: "Zij heeft het toch getroffen met hem, ik hoop dat jij het ook zo treft. De moeder heeft niets anders in het hoofd dan haar dochter en doet alles wat ze kan om haar in de ogen van de wereld te laren schitteren. Ze hangt haar allerlei ijdelheden aan het lijf, waardoor ze zich misschien zelfs in de schulden zet. Ze leert haar een bevallige houding aan te nemen. Als je zo krom loopt," zegt ze, "weet je gewoon niet waar je op lijkt."
Verwondert het u dat er zulke verblinde moeders zijn? Helaas, het getal van degenen die de ondergang van hun dochters schijnen te zoeken, is groter dan je denkt. Als ze hen s morgens uit zien gaan, kijken ze haastig of hun hoed wel goed staat, of hun aangezicht en handen wel schoon zijn, maar of zij ook het morgengebed hebben gedaan en hun dag hebben opgedragen aan de goede God, wordt er niet gevraagd. Over dergelijke dingen praten ze niet. Een andere keer krijgen de meisjes te horen dat zij niet zo schuw uit de hoek moeten komen, dat zij vriendelijk moeten zijn tegen iedereen, dat zij ook eens aan de trouw moeten gaan denken. Veel moeders zeggen bijvoorbeeld tegen hun kinderen: "Als je nu lief bent en je dit of dat voor me doet, mag je straks naar de kermis van Montmerle." Dat wil zeggen: "Als je gehoorzaam bent en je doet wat ik wil, zal ik je naar de hel slepen."
O, mijn God, dat is dan de taal van Christelijke ouders, die dag en nacht voor hun arme kinderen moeten bidden ... Nog droeviger is het dat er ook kinderen zijn die er niets voor voelen om uit te gaan. Maar de ouders zelf vragen het hen en sporen er hen toe aan: "Je zit altijd en eeuwig thuis. Zo krijg je nooit een vrijer. Ze kennen je niet eens."
Ge wilt dus, moeder, dat uw dochter weet wat er in de wereld te koop is? Wees gerust, ze zal er best wel achter komen, ook zonder dat ge u zo druk maakt. Wacht nog een poosje en je zult zien hoe goed zij het allemaal weet ... Ge hebt haar de eerste duw gegeven, maar zult gij haar ook terug weten te trekken? Misschien zult gij later in tranen uitbarsten. Tevergeefs ...
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 183]
Hoofdstuk 26. Geld en Werk
Nicky: Wanneer men geld leent aan iemand, mag men dan intrest terugeisen bij de terugbetaling ervan? Maria: Volgens God niet. We zouden het uit naastenliefde moeten doen en niet om er onszelf rijker van te maken. We mogen enkel geld verdienen met ons eigen werk.
Nicky: U zegt dat er een tijdperk van vrede afkomt, maar enkel wanneer er iets heel groots zal gebeuren om de mensheid te bekeren. Zal dit tijdperk van vrede ook een volledige herverdeling van de rijkdom inhouden? Maria: Jawel.
Nicky: U zegt dat er samen met deze grote gebeurtenis een grote wereldwijde financiële ineenstorting zal gebeuren. Hoe is het gemakkelijker voor de mensen om zich voor te bereiden voor deze veranderingen waarvan, als ik u goed heb begrepen, u zegt dat deze immens zullen zijn? Maria: Ja, het zal enorm zijn! De mensen moeten vandaag terugkeren tot God en zichzelf volledig aan Hem geven! Als ze dat doen, zullen de veranderingen die voor allen op komst zijn, gemakkelijker te verduren zijn.
Nicky: Hebt u reeds gehoord over de Kerkelijke Organisatie Opus Dei? Het grootste gedeelte van hun leden bestaat uit getrouwde mannen over vrouwen voor wie de heiliging van de plichten in het gezin voorop staat. En indien zo, weet u of het goed is en van God komt? Maria: Ja, ik ken de organisatie en ja, deze komt van God.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 27]
Vrienden in medeleven en opofferingen
Andere keren zei Jacinta: "Onze Heer moet behaagd zijn met onze opofferingen, omdat ik zo dorstig ben, ja, zo dorstig! Maar ik wens niets te drinken. Ik wens te lijden uit liefde voor Hem.' Op een dag zaten we aan de ingang van het huis van mijn oom, toen wij meerdere mensen zagen naderen. Omdat we de tijd niet hadden om iets anders te doen, gingen Francisco en ik ons verbergen onder de bedden, hij in de ene kamer, ik in de andere. Jacinta zei: "Ik ga mij niet verstoppen. Ik ga dit opofferen aan Onze Heer." Deze mensen kwamen dus en praatten met haar en wachtten een hele poos tot ik zou gevonden worden. Uiteindelijk gingen ze verder. Ik kwam uit mijn schuilplaats gekropen en vroeg aan Jacinta: "Wat heb u geantwoord toen ze u vroegen of u wist waar we waren." Ze zei: "Absoluut niets. Ik hield het hoofd naar beneden, hield mijn ogen op de grond gericht en zei niets. Ik doe dat altijd als ik de waarheid niet vertel, want ik hou ook niet van het liegen, omdat liegen een zonde is."
Ze had inderdaad de gewoonte om dit te doen en het was nutteloos om haar dan vragen te stellen, want zij die zulke vragen stelden, kregen toch nooit antwoord. Als ontsnappen bijna onmogelijk was, voelden wij ons geneigd om dit als een soort offer aan te bieden. Op een andere dag zaten we in de schaduw van twee vijgenbomen die over de weg naar het huis van mijn oom hingen. In die tijd was het mode om hoeden met randen te dragen, zo wijd als een zeef. We waren dan ook zeker dat, met zon hoofdwerktuig, de mensen nooit aan ons zicht zouden ontsnappen. Van zodra de dames kwamen, snelden we zo vlug mogelijk naar beneden, namen de hielen en verboren ons in het graanveld.
Deze gewoonte die we hadden aangenomen om steeds aan alles te ontsnappen, was een andere oorzaak van klagen voor de parochiepriester. Hij kloeg bitter over de manier waarop wij hem in het bijzonder probeerden te vermijden. Zijne Eerwaarde had het zeker bij het rechte eind. Het waren vooral de priesters die ons de meeste kruisverhoren oplegden. Daarna keerden ze terug om alles opnieuw over te doen. Wanneer we ook in de aanwezigheid waren van een priester, bereidden wij ons voor om aan God een der grootste opofferingen aan te bieden.
Vertaling: Chris De Bodt
7. Manon des Sources [8/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 36: Geleende tijd [Aflevering 236]
Op een dag deed het gerucht de ronde dat Bernadette een verschijning zou krijgen. De menigte stroomde samen en zagen een vrouw met een gezwel in het gezicht.
Het was Bernadette niet. Het was iets boosaardigs. "Met haar rug naar de menigte, waste ze zich in de bron, dronk van het water, at het gras, viel op haar knieën, zuchtte bevend, en fluisterde: Berouw! Berouw!," schreef Franz Werfel in The Song of Bernadette [Het lied van Bernadette]. "De imitatie was zo perfect dat bijna niemand van de getuigen van de voorgaande veertien dagen verbaasd was. Maar de hele opvoering bleef vreemd genoeg zonder resultaat, zoals iets dat afgezaagd was geweest. Na tien minuten sprong de gedaante op, gooide de kap van haar hoofd en onthulde een grijnzend, bruin, met pokken bedekt meisjesgezicht. Ze hief haar rok omhoog en begon te dansen. Nog voor men haar kon vastgrijpen ontsnapte ze over de rots zoals een beest dat in de bergen leeft."
Er waren meer dan vijftig valse of duivelse zieners in Lourdes, samen met berichten van een vreemde, vlammende "ballon," zoals men er één boven Parijs gezien had tijdens de pest. Maar niets, zelfs niet de meest schaamteloze pogingen om verwarring te zaaien, konden het werk van God vernietigen.
Zou satan het opnieuw proberen?
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 129]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Taizé bestaat 25 jaar: de voorlopige dynamiek
De prior van Taizé stelde voor het eerst in het openbaar twee vragen. Ze bleven het middelpunt van zijn oecumenisch gedrag in de komende jaren. De eerste ging over de overheid, factor van eenheid. Ze was niet de aan de protestanten voorbehouden, maar richtte zich tot alle christenen: "Als de Kerk aan het hoofd van elke gemeenschap een man eist die eensgezindheid verwekt, die samenbrengt wat steeds splitst, moet ze dan ook niet een dominee der dominees en gemeenschappen aanvaarden om deze onvermoeid weer samen te brengen?" De tweede vraag richtte zich meer tot de katholieke Kerk hoewel ze niet duidelijk werd vernoemd. De prior van Taizé vroeg dat de katholieke Eucharistie toegankelijk zou zijn voor ieder die in de werkelijke aanwezigheid gelooft: "De oecumenische golf zal verdwijnen als de dag niet nadert waarop degenen die nu confessioneel gescheiden zijn en geloven in de werkelijke aanwezigheid van Christus in de Eucharistie samen rond dezelfde tafel verenigd zijn."
In de volgende jaren hernam Broeder Roger onvermoeibaar deze twee themas, pauselijk gezag en toegang tot de katholieke Eucharistie, die veel weerstand teweeg brachten.
De vijfentwintigste verjaardag viel samen met de inhuldiging van de orthodoxe kapel waarvan de eerste steen in 1963 was gelegd. Deze plechtigheden verliepen op 28 en 29 augustus in het bijzijn van talrijke personaliteiten die verschillende geloofsstrekkingen vertegenwoordigden. Paulus VI liet een telegram opsturen, Vissert Hooft en dominee Boegner, voormalig voorzitter van de Protestantse Vereniging in Frankrijk, stuurden hartelijke boodschappen. Van katholieke kant hadden de uitnodiging van de prior van Taizé beantwoord: de abten van meerdere cisterciënzerabdijen, dominee de Boquen, meerdere bisschoppen, pater de Lubac en zelfs René Brouillet, ambassadeur van Frankrijk bij de Heilige Stoel. Taizé had na vijfentwintig jaar niets aan durf voor initiatief ingebonden en Broeder Roger zou, als altijd, zijn bedrevenheid in bekendmaken opdrijven.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 69]
Eleazar, zoon van Simon
Dood
De dagen voor de belegering van Jeruzalem, werd Eleazar ben Simon door Johannes van Gischala verraden en ter dood gebracht. Volgens Josephus zond Johannes enkele mannen naar de Tempel om er te offeren voor het komende Paasfeest. Toen Eleazar en zijn Zeloten de poorten openden om hen toegang te verlenen, slachten de mannen van Johannes Eleazar en zijn naaste omgeving af, met het oog om de steun te verkrijgen van de Zeloten. Kort na de dood van Eleazar, in de zomer van 70 na Christus, vernietigde Titus Flavius alle overblijvende opstandelingen, waarbij er buiten de stad duizenden opstandelingen werden gekruisigd. Josephus schat dat zon miljoen Joden werden gedood bij de belegering, om de vernietiging van de Tempel niet te noemen.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 87]
Het wonder van Paterno, Italië [1772]
In gemeenschap met vele parochianen bracht de priester deze tweede verzameling Hosties ook naar de kerk, maar deze keer met nog meer vreugde en plechtigheid. Toen ze bij de kerk aankwamen brachten ze alle hartelijke eer en dank voor de Hemelse tekenen die het bewijs waren van de Werkelijke Aanwezigheid van de Heer in dit Hoogheilig Sacrament.
De verschijning van de mysterieuze lichten in het veld moet men niet beschouwen als iets triviaals, of als een soort bijkomstigheid. Een soortgelijke gebeurtenis gebeurde namelijk ook bij de mensen van Annaya, in de bergen van Libanon, in 1899. Deze lichten verschenen voor 45 nachten na de begrafenis van de Heilige Sjarbel Makhlouf, een Libanees kloosterling en een kluizenaar. Voor onderzoek naar deze lichten werd het lichaam van hem opgegraven, en zagen ze dat zijn lichaam nog niet vergaan was. Niet alleen was zijn lichaam onaangetast, maar voor jarenlang ontstond er uit zijn lichaam een mysterieuze vloeistof die geen wetenschapper kon verklaren. De Heilige Sjarbel werd heilig verklaard op 9 oktober 1977.
De aartsbisschop van Napels is in het bezit van papieren die geschreven zijn Kardinale Sersale, die aartsbisschop was toen het wonder van Paterno plaatsvond. Deze documenten geven een gedetailleerde verklaring van betrouwbare mensen die de ongewone gebeurtenissen rond de ontdekking van de Wonderlijke Hosties hadden mogen aanschouwen, en ze verklaarden de echtheid.
11. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Wanneer men vroeg hoe ze zich voelde, verborg ze het feit dat ze ziek was met een voortdurende glimlach, maar de kleur van haar gelaat onthulde haar trieste toestand. Andere keren lachte ze en zei ze dat ze zich goed voelde, omdat Jezus het zo wilde.
Vermits ze altijd ten dienste van de gemeenschap wou staan, stond men haar soms toe om iemand te vervangen wanneer het diens tijd was voor de aanbidding. "In de Eucharistie leek ze een serafijn," zei één van de zusters. "Ze opende bijna nooit een boek, en bleef constant met haar ogen op de hostie gericht. Ik heb haar nooit een comfortabele houding zien aannemen. Ze zat onbeweeglijk zonder tegen haar stoel te leunen."
Om haar herstel te bevorderen zonden de goede zusters haar naar een dorpje tussen de heuvels aan de rand van Firenze, maar haar toestand bleef verslechteren.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
12. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 74]
Aan haar broer Jean-Marie
Nevers, [tussen maart en juni] 1877
[...] omdat hij [Pierre] sedertdien daar bij jou was, [zodat je erover kunt oordelen en zien welk beroep hij zou kunnen nemen. Het kan niet zo blijven. Het wordt tijd dat hij aan zijn toekomst denkt. Jullie willen allemaal je eigen zin maar doen. Mij zeggen jullie de dingen pas nadat ze gebeurd zijn, wanneer jullie alles al beslist hebben: waarom wordt het mij niet eerder gezegd dan Joseph [...]
[...] daarover evenals Pierre; en zo vroeg mogelijk, jullie moeten het in orde maken.
Ik bid je mijnerzijds duizend lieve dingen aan Madeleine te zeggen, mijn schoonzus, en haar mijn allerliefste groeten te doen.
Het ga je goed, ik omhels jullie allen allerinnigst en beveel me aan in jullie gebeden.
13. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Oratorio
Wie wil opvoeden in de lijn van Don Bosco, heeft niets anders dan de integrale ontwikkeling van jongeren voor ogen. Bovendien hopen we dat ze dit realiseren in communicatie met hun medemensen en reflecterend op de werkelijkheid waarin ze staan.
Don Bosco wilde jongeren opvoeden tot goede christenen en eerlijke burgers. Daartoe is het vandaag belangrijk een viervoudige ruimte te creëren, die we het oratoriocriterium noemen.
Elk opvoedingsgebeuren wil jongeren namelijk een thuis bieden, een school, een speelplaats en een parochie. Een thuis bieden betekent dat we hun een ruimte of mogelijkheid bieden waar ze geborgenheid en nestwarmte kunnen vinden, tot rust kunnen komen, hun gevoelens mogen uiten, zichzelf kunnen zijn, hun persoon gestalte kunnen geven. Maar we willen hun ook een school aanbieden, de ruimte en de mogelijkheid om vaardigheden en kennis, kunde en levenswijsheid te leren, een plaats waar ze de vaardigheid verwerven om verantwoordelijkheid te dragen en te participeren aan het maatschappelijk leven. Bovendien biedt iedere opvoeding een speelplaats aan, de gelegenheid om relaties te leren leggen, mensen nabij te zijn, in een ontspannen sfeer en met de mogelijkheid om hun hobby's en interesses vorm te geven. Iedere opvoeding heeft ten slotte ook oog voor de parochie, waarbij jonge mensen op zoek kunnen gaan naar de grond van hun bestaan, naar zingeving en waar ze hun geloof leren kennen, vieren en beleven.
14. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën
Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 17
Ik zie de nieuwe, geplande aarde: de afgronden zullen zich verheven en de bergen zullen vallen: er zullen nog slechts zachte heuvelen en mooie valleien zijn. Sedert ik ben zoals ik ben, zie ik nu voor mij slechts eenheid, vereniging en gemeenschap. De hele wereld zal elkaar liefhebben en allen zullen elkaar helpen: men is gelukkig. Er zal bijna geen industriële landbouw meer zijn, maar verfijnde landbouw, tuinen, mooie vruchten, overal bloemen. Met Maria is de hele natuur één bloembed in de heerlijkste geuren. Alles zal dienen ter ere van Maria in God.
Vertaling: Chris De Bodt
22-06-2010
22 juni 2010
22 juni 2010
1. De Waarschuwing [12/14]
Lees dit
U, die Mij niet bent komen aanbidden, u zult uw tekortkoming zien en u onbehaaglijk voelen voor de Liefde, de Koning der Koningen en u zult u onwaardig voelen voor zoveel liefde.
U, die het niet nodig achtte om te knielen en de hoofden te buigen om Mij te aanbidden tijdens de opheffing van Mijn Lichaam en Mijn Bloed, daar u dat maar als een banale verering zag, u zult zich schamen voor uw gebrek aan eerbetuiging voor Mij, de Koning der Koningen. Ik zal u laten zien wat u niet kunt hebben: Mijn ontelbare genaden, die Ik enkel voorbehoud aan Mijn onderdanen.
U, die Mijn Heilige Plaats onteerd hebt en alles wat Zij in Zich bergt, u zult uzelf onteigend zien van elke handeling. U zult willen vluchten, want u zult uzelf ontdekt voelen. Daar u Mijn ruimte onteerd hebt, zullen uw ledematen de onbeweeglijkheid voelen en zult u weten dat dit gebeurt omdat u dat hebt gedaan.
U, de afvalligen, zult verstoken zijn van alle zelfrespect, omdat u geen respect had voor al wat heilig is. Heel uw wezen zal in smart zijn, want u zult voelen wat Ik heb gevoeld onder het plegen van uw heiligschennis tegen Mijn plaats van Liefde.
2. Medjugorje: Mijn keuze, mijn roeping! [2/4]
Hieronder volgt een getuigenis uit de mailbox van een achttienjarige jongen, die een roeping als priester kreeg te Medjugorje.
Elf jaar oud
Na de ontmoeting met de pater kwamen er nog vele gevoelige en emotionele momenten tijdens de diverse activiteiten. Wat we ook gingen doen, het ging altijd over "priesterroepingen." Die nacht ben ik nog een keer naar het heiligdom van Medugorje gegaan [het beeld van de Verrezen Christus]. Ik zie het nog voor mij: er was niemand, alleen ik en God in mijn hart, ik ging plat op de grond liggen, voor het kruis en zij tot hem: "God! Help mij bij mijn roeping tot priester, vergeef me al mijn zonden en zegen mij." Na mijn roeping te aanvaarden ben ik nog even blijven bidden en bezinnen.
De volgende dag gingen we de kruisweg bidden [Krizevac ]. Eenmaal bovenop de berg heb ik aan de pater die met ons op bedevaart ging gevraagd of hij mij de handen zou opleggen als teken van hulp en trouw op mijn lange weg tot priester. Het was toen dat ik wist dat mijn toekomst, tussen God en de mensen zal zijn als priester.
Schrijver gekend bij de redactie
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 181]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Eerste val van Jezus onder het Kruis
Tegen het einde aan buigt de nauwe straat naar links af, en de weg wordt nu breder en gaat een weinig omhoog. Er komt daar een onderaardse waterleiding uit de richting van de berg Sion. Ik meen dat zij langs het Forum, waar zich eveneens overmetselde greppels bevinden, naar de vijver bij de Schapenpoort loopt. Ik hoorde het water klokken en murmelen in de buizen. Voordat de weg begint te stijgen, is er een diepe plaats die, als het regent, dikwijls vol water en modder staat. Zoals men meermaals ziet in de straten van Jeruzalem, welke gedeeltelijk zeer ruw zijn, ligt hier een grote steen, waarvan men gebruik maakt om over de diepte heen te schrijden.
Toen de arme Jezus met Zijn zware last bij deze plaats aankwam, kon Hij niet verder meer. De rakkers trokken en duwden Hem zonder erbarmen voort, en de goddelijke kruisdrager viel tegen de steen in Zijn ganse lengte op de grond. Het kruis plofte naast Hem op de grond. De rakkers vloekten, rukten aan de touwen en schopten naar Jezus. Er ontstond een stemming in de stoet en een hoop drukte rondom Onze Heer. Tevergeefs stak Hij Zijn hand uit, opdat men Hem helpen zou. "Ach, het zal spoedig voorbij zijn," sprak Hij, en bad. De Farizeeërs schreeuwden: "Op! Trek hem van de grond en vooruit met hem! Anders sterft hij nog te vroeg." Hier en daar, langs de weg, stonden vrouwen te wenen; de kinderen die zij bij zich hadden, huilden van angst. Dankzij bovennatuurlijke hulp, hief Jezus Zijn hoofd weer omhoog en de jonge beulsknechten, die wreedaardige, duivelse vlegels, namen de doornenkroon en drukten die om Zijn slapen.
Toen zij dan Jezus, onder allerlei mishandelingen, hadden doen opstaan, werd het kruis op Zijn schouder gelegd, en Hij moest nu, om de zware last te kunnen dragen zonder door de bede kroon te worden gehinderd, Zijn ellendig gemarteld hoofd helemaal naar de ene kant houden, wat Hem in een verschrikkelijke nood bracht. Zo schreed Hij wankelend de brede, klimmende weg op. En de pijnen die Hij leed, waren dubbel zo groot als voordien.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 181]
Preken
Ze verjagen de Heilige Geest
Let op! Er zijn ouders die dag in, dag uit, zonden uitbraken over hun kinderen, zogenaamd om ze zoet te houden. De tobbers schijnen niet in te zien dat ze die arme kleinen daardoor in het onheil storten, dat ze de Heilige Geest uit hun hart verjagen en er hun leugen en bedrog voor in de plaats geven.
"Maar," zullen de vader en moeders die hun plichten nooit begrepen hebben, me tegenwerpen, "ze zeuren ons de oren van het hoofd. Je moet er nu en dan iets op verzinnen om ze stil te krijgen. Daar steekt toch geen kwaad in."
Meent ge dat eerlijk, vriend? Steekt er geen kwaad in de Heilige Geest van u te verwijderen en de bron van alle genade af te sluiten? Steekt er geen kwaad in de vloek van de hemel af te roepen over uw arme kinderen? Steekt er geen kwaad in de hand te slaan aan Jezus Christus zelf en Hem naar de Calvarieberg te slepen? O God, laat ons toch eens begrijpen wat een verwoesting de zonde aanricht in diegene die het ongeluk heeft haar te bedrijven!
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 181]
Hoofdstuk 26. Geld en werk
Nicky: Rijkeren hebben steeds de bedoeling om hun rijkdom nog doen toe te nemen. Men kan dit zien aan hun levensstijl. Dikwijls leeft men volgens het principe van enkel de rente uit te geven. Vandaag zijn er mensen die enkel leven van het handelen in diverse muntwaarden en andere vormen van transacties. Zijn deze levenswijzen of hun handelingen volgens de wil van God? Maria: Duidelijk niet! God wenst van de rijken dat ze van hun bezit delen voor de armen en goede daden doen voor hen en niet op hun rijkdom te blijven zitten. Beide groepen zullen zich danig moeten aanpassen in de komende jaren en we moeten bidden dat de Heilige Geest hen zo veel mogelijk verlicht.
Nicky: En voor de mensen die reeds zien dat het geldssysteem van vandaag, niet van God komt ... wat zou u hen aanraden om met hun geld dat ze hebben bijeengestapeld te doen, als ze het wensen aan te wenden volgens Gods wil? Maria: Goede dingen te doen met het geld omdat het later zal verdwenen zijn en men er niets goed meer mee zal kunnen aanvangen.
Nicky: Is het idee van de antichrist juist? Maria: Ik vrees van wel. Sommige andere zieners dan deze te Medjugorje zeggen dat de antichristus reeds leeft vandaag. Hij zal komen als een grote financiële tovenaar, een krachtig charisma bezitten en ook worden beschouwd als een grote genezer en iemand die mirakelen kan bewerkstelligen. Enorme aantallen mensen zullen voor hem vallen terwijl hij, in feite, de grootste openbaring van satan ooit zal zijn. De mensen zouden onophoudelijk moeten bidden om niet door satan en zijn onbegrensde begaafdheid door zichzelf te vermommen onder enig welke vorm die zijn arrogantie bevalt, te worden beetgenomen.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 26]
Vrienden in medeleven en opofferingen
Deze door de hemel gezonden "liefdevolle behandelingen" vielen nooit te beurt aan Jacinta en Francisco, want hun ouders zouden nooit aan iemand toestaan dat ze hen iets zouden misdoen. Maar zij leden toen zij mij zagen lijden en dikwijls liep er een traan langs hun wangen wanneer ze me zo vernederd en verward zagen. Op een dag zei Jacinta tot mij: "Waren mijn ouders maar zoals de uwe, zodat de mensen mij ook zouden een pak rammel geven, dan zou ik nog meer opofferingen kunnen doen voor Onze Heer." Niettemin wist ze hoe ze van bijna elke gelegenheid een versterving kon maken. Bij gelegenheid hadden we de gewoonte om aan God de versterving van negen dagen of een maand zonder drank aan te bieden. Ooit maakten we deze belofte eens tijdens de maand augustus, als het snikkend heet is.
Toen we op een dag terugkeerden van de Cova da Iria, waar we de Rozenkrans hadden gebeden, kwamen we aan een vijver naast de straat en zei Jacinta tot mij: "O, ik heb zon dorst en mijn hoofd doet zon pijn! Ik ga een beetje van dit water drinken." "Niet dat water," antwoordde ik, "Onze moeder wil niet dat wij het drinken omdat het niet goed is voor ons. We gaan nu verder en zullen wat water vragen aan Maria dos Anjos [zij was een buurvrouw van ons, die onlangs was gehuwd en nu naast ons leefde, in een klein huis]. "Neen, ik wil geen goed water. Ik drink liever dit water, want in de plaats van onze dorst op te offeren aan de Heer, kan ik hem het offer schenken van het drinken van dit vuile water." En het water was vuil. De mensen wasten er hun kleren in en de dieren kwamen er uit drinken en er in waden. Dat was de reden waarom mijn moeder waarschuwde om niet van dit water te drinken.
Vertaling: Chris De Bodt
7. Manon des Sources [7/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 36: Geleende tijd [Aflevering 235]
Het was de meest schilderachtige van alle verschijningen en hoewel de Heilige Moeder niet echt mooi was, had ze een onaardse schoonheid, haar huid was zuiver en rooskleurig, ze had een schittering in haar donkere ogen, een aangename glimlach als ze aan de jonge Bernadette verscheen, en sprak met een zachte en spaarzame, maar rijke stem.
Acties spraken luider dan woorden. Ze hield een rozenkrans vast. "Bid" voor de zondaars," zei ze wanneer ze wél sprak. "Berouw!." En ze bad samen met de zienster. Bernadette vertelt:
"Zonder na te denken bij wat ik deed, nam ik mijn Rozenkrans in mn handen en knielde neer. De Dame maakte een goedkeurend gebaar met haar hoofd en nam zelf ook een rozenkrans, die aan haar rechterarm hing, in haar handen. Toen ik de Rozenkrans wilde beginnen en mijn hand naar mn voorhoofd wou brengen, bleef mijn arm als verlamd, en het was pas nadat de Dame begonnen was dat ik hetzelfde kon doen. De dame liet me helemaal alleen bidden; ze liet de kralen van de rozenkrans tussen haar vingers glijden maar zei niets; alleen bij het einde van elk tientje zei ze het "Gloria" samen met mij. Toen het bidden van de Rozenkrans voorbij was, keerde de dame terug in de grot en de gouden wolk verdween met haar.
Cholera woedde, er waren oorlogsdreigingen, en een plaatselijke kerk was een "tempel van de rede" geworden, maar Maria had nooit iemand van haar kudde verlaten. Naarmate de tijden harder en killer werden, naarmate de mensheid in een structuur van filosofie stapte die misschien erger was dan die van de oude heidenen, naarmate grote geweldplegingen en oorlogen werden voorbereid tegen de Christenen, kwam Maria met grotere duidelijkheid. Ze kwam duidelijker vanachter de sluier. Tijdens de verschijningen in Lourdes vond men een geneeskrachtige bron, en ambtenaren telden meer dan tweeduizendvijfhonderd "buitengewone" of "onverklaarbare" genezingen. Zij die kwamen werden bevrijd van epilepsie, zweren en tuberculose. De elegantie van Lourdes overtrof elke verschijningsplaats, en schoonheid was kracht. Lourdes was het bastion voor Europa terwijl Satan woedend was op de vrouw, terwijl hij haar met een stortvloed wilde wegvegen [Openbaring 12:15], terwijl hij de mensheid benevelde met zijn pretentie, en zelfs als directe aanval tegen de verschijning een bende valse zieners stuurde.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 128]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Taizé bestaat 25 jaar: de voorlopige dynamiek
Het jaar 1965 zag het aantal bezoekers en retraitanten in Taizé nog groeien. De bedevaarten van studenten en schoolkinderen kwamen steeds meer voor, begeleid door hun aalmoezeniers of pastoors. Er waren ook bijeenkomsten van enkele dagen door jongeren ingericht en werven van twee weken waar afwisselend handwerk, uitwisseling en gebed de inhoud was. Als jong priester noteerde de theoloog Bruno Chenu, Assumptionist, tijdens een verblijf in de zomer van 1965: "Vanaf de eerste dag vormt de uiteenlopende menigte een liturgische gemeenschap. Men stapt meteen in de liturgie van Taizé elke morgen, middag en avond. Een diep gevoel van waarheid en echtheid vervult ieder. De kwaliteit van de stilte. Het beslissende experiment was het gebed: gezamenlijk en persoonlijk."
Soms waren er beroemde bezoekers. In juni 1965 bvb kwam Mgr. Marella, die naar het heiligdom van Paray-le-Monial was gekomen als pauselijk afgevaardigde op de plechtigheid van de tweehonderdste verjaardag van het feest van het Heilig Hart, naar Taizé voor enkele uren. Hij droeg de mis op in de crypte van de kerk van de Verzoening en sprak daarna de Broeders een half uur toe om daarna met hen in de kerk de Getijden te bidden.
Het stijgende aantal bezoekers zette Broeder Roger aan om een onthaalgebouw op te trekken nabij de kerk van de Verzoening. Het kreeg de naam El Abiodh naar de kluis in de Sahara waar Charles de Foucauld geleefde had en, wat weinige bezoekers wisten, waar Broeder Roger een retraite deed in 1952-1953.
In augustus 1965 vierde Taizé haar vijfentwintigste verjaardag, een symbolische maar vooral historische datum, als wordt gedacht dat in augustus 1940 de latere Broeder Roger maar kortstondig langs kwam in Taizé. Voor dit jubileum liet de prior drie speelplaten persen: twee om 25 jaar gemeenschap te vertellen en een derde om 25 jaar oecumene aan te halen. Hij publiceerde ook een boek waarvan de titel de vaandeldrager van geest en praktijk in Taizé zal worden: "La Dynamique du provisoire [De dynamiek van het voorlopige]
In dit werk pleitte hij voor een nieuwe inspiratie, een nieuwe dimensie van de oecumene. Hij roept op om uit een statische confessionele vrede te stappen. Confessionalisme is een houding van zelfverdediging, meende hij. Ook aan de protestanten vroeg hij om zich te herbronnen, zoals de katholieke Kerk had ondernomen in het tweede Vaticaans concilie: "Als de instellingen van de ene en de andere zich hervormen zal de dag komen dat we niet anders kunnen, dan elkaar ontmoeten. Als de herbronning aan beide kanten gebeurt zal de bijeenkomst aan het einde van de weg liggen. Ze zal de zich aanvullende strekkingen uit de Hervorming en de katholieke traditie harmoniseren."
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 69]
Eleazar, zoon van Simon
De Joodse opstand
Als resultaat van zijn despotisch leiderschap en hun onvoldoende vertegenwoordiging in de regering, waren vele Idumeërs overgelopen naar een gewelddadige extremistische groep buiten de stadsmuren, de Sicariërs, die onder de leiding stonden van Simon van Gioras. Tegen 69 na Christus, en met de steun van de Idumeërs, bezette Simon Jeruzalem en verminderde Eleazar en Johannes tot een machteloze staat, beperkt tot de Tempel en het binnentribunaal. Simon ben Gioras controle over de Jeruzalem maakte Eleazar en Johannes coalitie overbodig en de Zeloten splitsen zich af van Johannes en barricardeerden zichzelf in de Tempel. Terwijl de troepen van Ananus hem in 69 na Christus omsingelden, bevond Eleazar zich in een gelijkaardige situatie van hulpeloosheid. Deze jaren werden gekenmerkt als een bittere burgeroorlog tussen Simon, Johannes en Eleazar. Volgens Tacticus: "Zij hadden drie generaals, en drie legers en tussen hen was er een onophoudelijk gevecht, verraad en brandstichting. [Histories 5.12.3]"
Alhoewel Titus Flavius, de zoon van keizer Vespianus, en zijn leger Jeruzalem naderden, verenigden Eleazar en de twee andere lieden zich niet voor de aanval, zodanig waren ze tegen 70 na Christus verzwakt. Zo verbrandden de Zeloten bijvoorbeeld grote voorraden voedsel die de Joden jaren zouden hebben gediend, om zo hun zekerheid en veiligheid te ontnemen. Ook dwongen ze iedereen tot het vechten.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 86]
Het wonder van Paterno, Italië [1772]
Ze waren net terug bij de plek aangekomen toen ze alle vier werden gegrepen door een onzichtbare en onweerstaanbare kracht die hen op de grond drukte. Met grote moeite stonden ze op en toen werden ze gegroet door een grote lichtbal die uit een nabijgelegen dennenboom kwam. In het midden van deze bol was er een oogverblindende witte duif. Deze steeg een paar meter boven de grond en vloog toen terug naar de boom en verdween in een vloed van licht.
Meerdere mensen begonnen gelijk te graven aan de voet van de boom en uiteindelijk ontdekte één van de gravers de Heilige Hosties, welke maar een paar centimeter onder de grond waren begraven. Een priester van de kerk verzamelde de Hosties in een schone linnen doek en, tussen grote vreugde en opluchting, werden de Hosties terug gebracht naar het tabernakel.
Maar het eindigde hier niet. De volgende avond verscheen er opnieuw een licht op het veld. Daarom dachten de meeste mensen dat er nog meer Hosties waren die gevonden moesten worden. Een nieuwe zoektocht werd begonnen, maar zonder resultaat. De nacht daarna verschenen er een aantal vlammetjes in de buurt van een baal stro. Een lichtgevende gloed leek wel van de aarde te komen om daarna weer in de grond te verdwijnen. Opnieuw begonnen de mensen met een zoektocht en toen ze een stuk weggegraven hadden vonden ze een groot aantal Heilige Hosties onder de grond.
12. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Het klooster Corpus Domini in Firenze was het huis voor de proefperiode voor de kandidaten voor het instituut, waar ze intellectueel onderwijs en spirituele vorming kregen. De nonnen hielden er een kleuterschool, in de basisklassen gaf men les in naaien, muziek en talen, en in de hogere klassen gaven ze een tijdje les in commerciële vaardigheden, maar het klooster is in Firenze vooral gekend als het Instituut van Eeuwigdurende Aanbidding. Anita was verrukt toen ze zag dat twee nonnen, gekleed als Karmelietes, dag en nacht afwisselend doorbrachten bij het Heilig Sacrament. Dit godsvruchtige gebruik, dat uitdrukkelijk werd ingesteld door de Eerbiedwaardige stichtster, ging zelfs door tijdens de jaren van de Tweede Wereldoorlog, terwijl luchtbombardementen in de omgeving alles vernielden.
Op de avond van Anitas intrede in het klooster, stelde de overste de gebruikelijke vraag aan Anita: "Waarom kwam je naar Karmel?" Hierop antwoordde ze: "Om heilig te worden zoals de Heilige Theresa." Anita paste zich goed aan het religieuze leven aan. Ze aanvaardde nederig verwijten die voor anderen bedoeld waren die overtredingen hadden begaan, en zei niets wanneer anderen de eer kregen voor een goeie daad die zij had verricht. Ze schreef naar huis: "Ik leef een gezegend leven en ik heb zo veel gelukkige dagen..." In een andere brief vertrouwde ze haar moeder toe dat ze kleine maagproblemen had, die ze onbeduidend vond.
Maar haar gezondheid, die tot dan uitstekend was geweest, begon te verslechteren door de zwakte en de koorts die met tussenpozen terugkwamen. De dokters die Anita raadpleegden, stelden de diagnose van darmkoorts, die men toen de Maltakoorts noemde. Dit waren de eerste tekenen van een ziekte die haar uiteindelijk tot aan haar dood aan het bed zouden kluisteren.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 73]
Aan haar broer Jean-Marie
Nevers, [eind februari] 1877
[...] Ik zal je zeggen dat ik verrast was toen ik uit je brief vernam dat je getrouwd was. Ik was zelfs een beetje verdrietig. Niet omdat ik boos ben dat je trouwt, nee. Maar mij lijkt dat het toch fatsoenlijk was geweest indien ik het twee of drie dagen voor je huwelijk had vernomen: het ware me een groot geluk geweest mijn gebeden, hoe zwak ook, op die dag met die van jullie te verenigen om Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd te vragen
[...]
[...] onder ons gezegd en gezwegen vond ik je brief vrij koel. Je vertelt me nog wel de naam van je vrouw, maar kost het nu zo veel moeite om mij te vertellen of ze uit Lourdes komt, en vooral of ze tot een christelijke familie behoort. Ik hoop, lieve vriend, dat je de volgende keer dat je me schrijft, iets vriendelijker bent.
Ik ben zeer teleurgesteld dat Pierre zijn studie niet doorzet. Hij had binnen afzienbare tijd een plaats op een bureau kunnen vinden. Hij moet proberen zich [...]
14. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Opvoedingstijl
In de lijn van de pedagogische ervaringen van Don Bosco, werden in het pedagogisch-pastoraal project een aantal krijtlijnen uitgetekend voor een salesiaanse opvoedingsstijl.
In de eerste plaats gaat het om een communicatieve stijl, die spontaan en beredeneerd is. Opvoeding is immers een dagelijks gebeuren, het gebeurt terwijl jongeren en opvoeders met alledaagse zaken bezig zijn, zoals lesgeven, spelen, een lokaal inrichten, spreken, ... Er is een dosis gezond verstand nodig om deze situaties goed in te schatten, ernaar te handelen en het gesprek met de jongere telkens opnieuw aan te gaan. De voortdurende wisselwerking tussen jongeren en opvoeders is een spontaan, dynamisch en veelzijdig gebeuren, en vraagt van de opvoeder tegelijk een degelijk reflectiekader om het eigen handelen scherp te stellen. Salesiaans opvoeden, is voordoen-in-dialoog.
Tegelijk gaat het om een assisterende stijl. Dit houdt in dat de opvoeder het gesprek durft aangaan met een jongere en er niet voor terugdeinst zich op een authentieke en kwalitatieve manier onder jongeren te begeven. Wie voor jongeren aanspreekbaar en betrokken is, werkt aan wederzijds vertrouwen, wie oprecht geïnteresseerd is, zich op een speelse, hartelijke en redelijke manier onder hen durft te bewegen en zich onvoorwaardelijk voor hen inzet, kan realiseren wat Don Bosco omschreef als 'je liefde voelbaar maken'.
Tot slot gaat het ook om een evangelisch bewogen stijl. Het zou een eenzijdige benadering zijn van Don Bosco's opvoedingspraxis indien we geen aandacht zouden besteden aan die andere, wezenlijke dimensie van zijn leven en werk, namelijk zijn evangelische bewogenheid. Het evangelie van Jezus is voor velen geen evidentie meer, maar blijft een wezenlijke zinhorizon voor een opvoeding in de lijn van Don Bosco.
15. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën
Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 16
Ziehier de Onbevlekte Ontvangenis van Gods Rijk, die de komst van Jezus Christus zal voorafgaan. Het is het Huis van God op de aarde, die zich zal zuiveren, om zo te kunnen voorzien in de ontvangst van Emmanuel. Jezus Christus kan in geen geval in deze krottenwereld komen! ... God zal Zijn Geest moeten zenden om het gezicht van de aarde te hernieuwen voor een andere schepping, om een waardig verblijf te worden voor de Godmens. En na het vuur beneden om alles te verbranden en door elkaar te schudden, komt het Vuur van Hierboven, de Liefde, om alles te verzengen en een ander aanzien te geven!
Vertaling: Chris De Bodt
21-06-2010
21 juni 2010
21 juni 2010
1. Medjugorje: Boodschap van 18/6 van Maria aan Ivan Dragicevic
Onze Lieve Vrouw stelde dezen niet teleur die met Haar waren op de top van de Verschijningsberg om 10 uur deze avond in Medjugorje, waarbij Zij een mooie en ongebruikelijke boodschap gaf voor hen die deze Verschijning aan Ivans gebedsgroep niet wilden missen. Alhoewel in de loop van de namiddag de hemel bewolkt werd en er regendruppels begonnen te vallen, klaarde het weer tegen de avond op en daalde de nacht neer met een heldere sterrenhemel en aangenamere, koele temperaturen die deden verfrussen na de lange en hete klim op de berg.
Met nog amper een week te gaan voor de verjaardag van de verschijningen, was het volk niet zo talrijk zoals tijdens de verschijningen van de tweede van de maand, of op bijzondere feestdagen tijdens het jaar, maar toch waren er nog duizenden bedevaarders die de berg beklommen deze avond en de grote massa zal spoedig komen, volgende week. Onder de ongekende gezichten van de pelgrims, waren er de vele bekende gezichten van hun die ofwel in Medjugorje wonen, of die er regelmatig komen, allen reeds jaren wachtend op Haar Verschijningen. Velen onder hen zijn veel ouder nu, maar nog steeds deden ze de ruwe klim, omdat ze er niet willen aan denken om een Verschijning te missen. Deze eerste zomerverschijning op de berg waar met een grote vreugde en met grote verwachting werd naar uitgekeken. Hoewel Onze Lieve Vrouw aan elke ziener in andere omstandigheden verschijnt, is er iets bijzonders aan de Podbrdo verschijningen, misschien omdat het daar is waar alles bijna dertig jaar geleden begon en de geest van deze eerste dagen wordt nog steeds erg gevoeld, als Onze Lieve Vrouw verschijnt. Wat volgt is Ivans beschrijving van de verschijning deze avond, 18 juni, om 10 uur:
Deze avond kwam Onze Lieve Vrouw vreugdevol en gelukkig. Zoals altijd, bij elke ontmoeting, begroette Zij ieder van ons met Haar Moederlijke groet "Geloofd zij Jezus, Mijn lieve kinderen." Daarna strekte ze Haar handen over ieder van ons uit en bad voor een tijd. Toen zegende Zij ons allen met Haar Moederlijke Zegen en zegende Zij alle voorwerpen die hiertoe werden meegebracht. Hierop zei Zij:
"Lieve Kinderen, ook vandaag roep ik tot u, doorheen deze tijd van genade, bid. Hernieuw Mijn boodschappen, lieve kinderen. Beleef Mijn boodschappen. Lieve kinderen, deze tijd is een tijd van verantwoordelijkheid, leef mijn boodschappen verantwoordelijk na. Lieve kinderen, Ik wens van u om werken en niet om woorden. Als Moeder bid Ik voor u en kom bij Ik Mijn Zoon tussen voor u allen. Dank u, lieve kinderen, ook vandaag, om Mij en Mijn boodschappen te hebben aanvaard en voor het naleven van Mijn boodschappen."
Hierna prees ik ieder van u aan, al uw noden, uw intenties, uw families en op een bijzondere wijze, ale zieken die hier aanwezig zijn. Ik bad een "Onze Vader" en een "Glorie Zij de Vader "en toen verdween Onze Lieve Vrouw in gebed in het verlichte Teken van het Kruis en zei: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."
2. Nieuws uit de Golf: Niet de olie is het gevaarlijkst, maar wat vrijkomt met de olie vormt het grootste gevaar
Er is iets catastrofaal en onverwachts geraakt dat niet in bedwang te houden is
BP boorde zo'n 10.000 meter in de aardbodem, zoals nooit voorheen, en reeds startend vanop een diepte van 1600 meter: we spreken dus van bijna 12 kilometer diepte in de aardbodem. Ook Rusland is zo diep gegaan, maar zij gebruikten nog een beetje hun verstand en deden het vanop land.
Er is iets zo rampzalig en onverwachts geraakt dat het niet in bedwang te houden is. Ze hebben een bron geraakt met een druk van zowat tussen de 135.000 en de 500.000 kPa. Toen de werfleider werd gezegd dat de veiligheidsklep het had begeven, deed hij verder. Wat er wegvloeit is veel meer dan BP ons wil doen laten geloven. Momenteel stroomt er dagelijks 15 miljoen liter olie in zee.
BP, de Amerikaanse overheid en president Obama wisten reeds na enkele uren tot wat deze ramp zou leiden. En er is nog veel slechter nieuws: ook de leidingen van de oliebron onder de zeebodem zijn stuk en lekken. Voor wie de stiel kent, was het falen van de top kill-operatie een bevestiging van wat gevreesd werd: dat er ook onder de zeebodem er van alles mis is. De hele bron is aan het stukgaan en daar is eigenlijk niks aan te doen."
Dit betekent met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat BP er niet zal in slagen om het olielek te dichten: hoe meer ze proberen het lek bovenaan kleiner te maken, hoe erger de lekken onder de zeebodem worden.
Maar toch vormt de olie niet het grootste gevaar, het zijn de toxische gassen die dodelijk zijn voor mens en dier en bij de volgende orkaan kan het reeds zover zijn. De oostelijke staten van de VS zijn in groot gevaar.
En de atoombom dan? Het zou twee maanden duren om het gat te boren en het is heel riskant. De superexplosie zou alles nog erger kunnen maken! Neen, u zult niets zien gebeuren. Het gaat alleen van kwaad naar erger gaan.
Vertaling: Chris De Bodt
3. Politieke correctheid: Politici die BP moeten aanpakken hebben zelf de grootste oliebelangen
Zeker 30 leden van de parlementaire commissies die nu bezig zijn met het onderzoek naar de olieramp in de Golf en die onder de loep moeten nemen of oliebedrijven wel de veiligheidsnormen respecteren blijken zware persoonlijke financiële belangen te hebben in de sector.
De senatoren en volksvertegenwoordigers hebben samen voor ongeveer 15 miljoen aan aandelen in ondermeer BP, Exxon, ConocoPhillips en Shell. De bekendste onder hen is ex-presidentskandidaat John Kerry, een Democraat. Afgelopen woensdag was "financial disclosure day on Capitol Hill", de dag dat verkozenen bekend moeten maken wat hun persoonlijk fortuin was op 31 december van vorig jaar. Het gaat om schattingen, want de verkozenen moeten niet echt specifiek zijn en juiste bedragen doorgeven; een "ongeveer" volstaat. De bedragen zullen dus eerder lager dan hoger zijn volgens analysten.
The Washington Post nam de aangiften door en stelde vast dat olie en gas één van de absolute fovoriete investeringen van politici zijn. En het aandeel van die sector wordt steeds groter in hun portefeuille. Zo namen de persoonlijke investeringen van de commissieleden in de oliesector met 12 procent toe in 2009.
John Kerry heeft bijvoorbeeld voor 750.000 dollar aandelen van BP. De politicus beweert dat die van zijn vrouw zijn, Teresa Heinz Kerry, de schatrijke erfgename van het Heinz-ketchupimperium. Kerry is in de Amerikaanse senaat de "leidende kracht" inzake energiebeleid en werd onlangs door zijn partij nog omschreven als "the Senate's best environmental champion for more than 25 years" [al 25 jaar de milieukampioen in de senaat]. Hij blijkt in totaal voor meer dan 6 miljoen te hebben geïnvesteerd de jongste jaren in oliebedrijven.
4. Het verband tussen Israël en de Chileense aardbevingen
Chili, 2010
Op 27 februari 2010 trof een enorme aardbeving van 8,8 Chili. Het was de vijfde grootste gedocumenteerde aardbeving. De aarbeving gebeurde net voor de kust en het landgedeelte dat het ergst werd getroffen was dun bevolkt. Het verlies aan mensenlevens was klein als men dit vergelijkt met de kracht van de beving. Toch was de schade aan de gebouwen en de overige infrastructuur aanzienlijk en uitgebreid.
Het interessante gegeven aan deze aardbeving [wat toen op het blog ook werd medegedeeld] is dat het epicentrum op het landgebied midden de stad Concepción [genoemd, naar Jezus, de Onbevlekte Ontvangenis van Maria] gelegen was. Deze stad en de omliggende omgeving is het centrum van de grootste Palestijnse bevolking buiten het Midden-Oosten. Een soort Palestijns diasporacentrum dus. Er leven ongeveer 500.000 Palestijnen in Chili en het epicentrum bevond zich vlak onder hun voeten en verschoof zowaar de stad Concepción zo'n drietal meter naar het Westen!
In 2009 begon Chili erg gunstig te staan tegenover de Palestijnse kwestie. President Mahmoud Abbas bezocht het land en probeerde de Chilenen te overhalen om een Palestijnse Staat te erkennen binnen de Verenigde Naties. Tijdens dit bezoek werd de volgende verklaring vrijgegeven over het land Israël: "In een gemeenschappelijke verklaring met de Chileense President Michelle Bachelet, herbevestigde Abbas de nood om druk te zetten op Israël om op te houden met het bouwen van onwettelijke nederzettingen op Palestijns grondgebied."
Precies drie maanden later tot op de dag, na deze gezamenlijke verklaring werd Chili getroffen door een enorme aardbeving. Ook een erg betekenisvol gegeven is, dat op 11 Maart 2010, de dag van de inhuldiging van Chili's nieuwe president, het land getroffen werd door vier hevige naschokken, waarvan de grootste een kracht 7,2 had. Dat deze naschokken gebeuren op hetzelfde ogenblik als de inhuldiging wijst er op dat er iets gaande is tussen de Heilige Vader en Israël. Het gegeven dat het epicentrum van deze enorme aardbeving letterlijk gebeurde onder de voeten van de Chileense Palestijnen, bevestigt dit des te meer. Op het ogenblik van de aardbeving waren de Palestijnen in Israël de orde aan het verstoren omdat de Israëlieten meerdere Bijbelse plaatsen als nationale parken opeisten. De Chileense Palestijnen protesteerden mee.
Chili, 1960
Alhoewel de aardbeving van 2010 uiterst krachtig was, verbleekt deze echter met de aardbeving die Chili trof op 22 mei 1960. Deze aardbeving, die gekend staat als de "Valdivia Aardbeving" [genoemd naar haar Spaanse stichter Pedro de Valdivia] had een kracht van 9,6 en was meteen de krachtigste aardbeving ooit gemeten in de geschiedenis. Deze aardbeving heeft alvermogende profetische betrokkenheden en waarschuwingen. Het is een beeld van de enorme aardbevingen zoals omschreven in de Bijbel die zullen plaatsvinden tijdens de Dag van de Heer.
Tsunami
De kracht en de de vernietiging van deze aardbeving was ongeëvenaard in de moderne geschiedenis. De aardbeving veroorzaakte een breuklijn van bijna duizend kilometer en vernielde de kustgebieden van Chili, maar de kracht ervan had een effect op het hele gebied rond de grote Oceaan. Hevige tsunamigolven trokken over de hele Stille Oceaan. Golven tot 35 meter hoog sloegen in op de kustgebieden van Alaska tot Nieuw Zeeland. Japan en Hawaii leden hevige schade door deze tsnunamis. De golven veegden hele steden van de kaart op de kleine eilanden buiten de kust van Chili. Kleinere golven troffen de kusten van Zuid- en Centraal-Amerika, samen met deze van de Verenigde Staten.
De aardbeving trok de trekker los van vijf Chileense vulkanen en veroorzaakte ook het ontstaan van een nieuwe vulkaan. Dit had dan weer enorme landverschuivingen tot gevolg, waarbij alle verkeer, zowel via de weg, lucht als vermogen, werd afgesloten. Een van de meest frappante gegevens was dat twee bergen volledig verdwenen! Er waren ontelbare naschokken en de Chilenen werden echt achtervolgd door deze gebeurtenissen. Voor velen leek het alsof dit het einde van de wereld was.
De Israëlische connectie
Op 11 mei 1960 slaagde de Israëlische geheime dienst om Adolf Eichmann te vatten in Argentinië en op 21 mei werd hij in één der grootste geheime operaties het land buitengesmokkeld per vliegtuig om in Israël te worden berecht. Dit alles werd door Israël wereldkundig gemaakt op 23 mei. Eichmann was de Nazi architect van de holocaust en was verantwoordelijk voor de dood van meer dan zes miljoen Joden. Eichmann kreeg zijn proces in Israël en werd uiteraard schuldig bevonden voor deze massamoord. In 1961 werd hij terechtgesteld.
Op de dag dat het vliegtuig landde op Israëlisch grondgebied, waren er vier waarschuwingsschokken van 7,0 en hoger in Chili. De grootste voorschok had een kracht van 7,9. Het epicentrum van deze 7,9 aardbeving was verbazingwekkend genoeg ook onder dezelfde stad Concepción, zoals reeds vermeld de grootste Palestijnse diaspora buiten het Midden-Oosten. Deze vier aardbevingen alleen al waren een enorme gebeurtenis, maar ze werden overschaduwd door de monsteraardbeving van 9,6 die daags daarop zou plaatsvinden.
En zo waren er vijf van de krachtigste aardbevingen binnen de 48 uren nadat de Nazi-architect van de Holocaust voet had gezet op Israëlisch grondgebied. De aarde werd toen letterlijk door elkaar geschud en beide gebeurtenissen werden uitgebreid beschreven op de hoofdpagina's van alle wereldkranten. Zowel op radio als op televisie volgden de mensen de gebeurtenissen op de voet. Alle ogen van de wereld waren gericht op Chili, Adolf Eichmann en Israël.
Wat zijn de kansen dat de grootste aardbeving uit de moderne geschiedenis zou plaatsvinden op hetzelfde ogenblik dat de architect van de holocaust werd gearresteerd en dat dan deze beide gebeurtenissen voorpaginanieuws zijn over de hele wereld? Dit lijkt eerder op een waarschuwing van de Heilige Vader van het Israëlische Volk dat de holocaust voorbij is en dat in de toekomst dergelijke aanvallen op het Joodse Volk zullen gepaard gaan met aardbevingen van ongekende krachten zoals beschreven in beide Testamenten van de Bijbel. Deze aardbeving was een duidelijke waarschuwing van wat er staat te gebeuren bij de Slag van Armageddon, wanneer de landen van de wereld zullen proberen af te maken wat Eichmann en de Nazis waren begonnen.
Aardbevingen in de Bijbel
Aardbevingen worden vernoemd in de Bijbel, maar wat interessant is, is de timing van de gebeurtenis. God dateert de aardbevingen op een dergelijke wijze dat deze een waarschuwing of een wapen worden. Een aardbeving gebeurde op het ogenblik van de dood van de Heer Jezus aan het Kruis, welke iedereens aandacht trok.Toen de centurio en degenen die met hem Jezus bewaakten de aardbeving voelden en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige angst overvallen en zeiden ze : "Hij was werkelijk Gods Zoon." [Mattheüs 27:54]
De Bijbel geeft heel specifieke details vrij over de timing en de kracht van de aardbevingen die gebeuren rond de wedergeboorte van het land van Israël. Het Joodse volk werd gedurende een bepaalde periode uit Israël verdreven en verspreid over alle landen voor een bepaalde periode. Op een dag zouden ze terugkeren naar Jeruzalem, dat zou verdrukt wordt tot "de Tijden van de Heidenen" [niet-Joden] waren volbracht. Deze gebeurtenis duidt op verschrikkelijke en nabije natuurlijke gebeurtenissen die staan te gebeuren. De Bijbel geeft heel specifieke details over wat er zal gebeuren wanneer de landen van de wereld zullen samenspannnen in een poging om Israël en het Joodse Volk te vernietigen. Als deze enorme legers Israël zullen aanvallen met al hun wapens en geweld, zal de Heilige God antwoorden met Zijn wapens en één van deze wapens zijn de krachtigste aardbevingen. Met een perfecte tijdsduiding zullen hevige aardbevingen worden losgelaten op de invallers. Aardbevingen lijken de eerste linie verdediging te zijn in het verdedigen van het land van Israël.
Bron: Spirit Digest
Vertaling: Chris De Bodt
5. Medjugorje: Mijn keuze, mijn roeping! [1/4]
Hieronder volgt een getuigenis uit de mailbox van een achttienjarige jongen, die een roeping als priester kreeg te Medjugorje.
Elf jaar oud
Ik ben als 11 jarige jongen veranderd [bekeerd] in Medugorje. elk jaar opnieuw in de grote zomervakantie ging ik op bedevaart naar Medugorje. nu ben ik 18 jaar oud en ben er al zes keer geweest. Dit jaar ga ik dus voor de zevende keer. Vorig jaar in Medugorje is er iets speciaals gebeurd. Het was alsof God mij echt uitnodigde, ik weet nog dat we tijdens de bedevaart naar een bijzondere pater [Jozo Zovko] gingen luisteren. We wisten niet over wat de pater ging preken maar toen hij begon wisten we allemaal dat het over priesters ging. Hij heeft me wakker geschud, hij vertelde over de realiteit en wat we er aan moesten doen. hij vertelde over onze Hemelse Moeder die nog altijd dagelijks verschijnt aan 3 zieners...
Ik weet niet wat me was overkomen maar ik kon niets anders meer dan mijn woorden in tranen om te zetten na de preek van de pater Jozo. Tijdens de terugreis naar het hotel [± 30 minuten] had ik heel de weg terug tranen in de ogen. Wat ik meemaakte kan ik niet in woorden of gedachten beschrijven. Alleen God en ik begrepen elkaar.
Schrijver gekend bij de redactie
6. De Waarschuwing [11/14]
Lees dit
Alle gedoopten van Mijn Kerk, alle kinderen van alle religies en alle kinderen zonder religie, maar die toch geloofden in de goedheid, zullen voor hun geloof geplaatst worden. Zij zullen hun eigen rechter zijn voor al hun veronachtzaamheden tegenover God die de Goedheid is, voor de liefde van de naaste en voor de liefde voor zichzelf.
U, die gedoopt werd en die geweigerd hebt om u te voeden met Mijn Lichaam en Mijn Bloed, u zult de belangrijkheid van de Eucharistie verstaan. Omdat u ervoor gekozen hebt om Mij niet in u te ontvangen, zult u zich voelen als minderwaardige wezens tegenover hen die Mijn Aanwezigheid wel hebben ontvangen.
U, die Mij ontvangen hebt in een staat van dagelijkse zonde, u zult de schaamte kennen van niet vlugger te gaan biechten. Uw innerlijke zal u de onverschilligheid tonen om Mij niet te willen behagen.
U, die Mij ontvangen hebt in staat van doodzonde, U zult zelf tegenover uw eigen zo zwarte daden gesteld worden en u zult Mijn Liefde voor u ontdekken, Ik die de Calvarie beklommen heb. Ik zal u mijn liefdesdaad tonen en uw onzuivere daden zullen u een hevige smart doen voelen, zoals een bankschroef die uw koude harten omklemd voor Mijn wonden die zich openden, elke keer dat u Mijn ontving.
U, die Mijn Zuiver Lichaam met onzuivere handen hebt aangeraakt, u zult de vuilheid van uw handen voelen die een geur van zwavel hebben. U zult beseffen dat Ik Mij heb laten nemen uit Liefde, terwijl Ik Mij gaf in de vergetelheid van Mijn zuiver Wezen, dat uw nalatigheden tegenover Mij, het volmaakte Wezen van de Zoon van God de Vader, aan het licht brengen.
U, die geen aandacht schonk aan Mijn Aanwezigheid in u, terwijl Ik Mij aan u gaf tijdens de Eucharistie, u zult uzelf herkennen als weinig waardig voor de tegenwoordigheid van God. U zult een innerlijke eenzaamheid voelen en u zult voelen wat u Mij, de Tegenwoordige, hebt aangedaan.
7. Goed nieuws: Stonehenge wordt niet gerenenoveerd
Door de strenge besparingen in Groot-Brittannië zal de renovatie van de toeristische trekpleister Stonehenge niet verlopen zoals gepland of zelfs helemaal niet worden uitgevoerd. De subsidie voor het nieuwe bezoekerscentrum op de site zou door de sombere financiële situatie wegvallen, deelde het ministerie van Financiën in Londen mee.
Het is een van de vele "tegenslagen" voor het nieuwe gebouw dat 30 miljoen euro zou gaan kosten [25 miljoen Britse pond]. De vorige regering besliste vorig jaar, na heel wat gehakketak, om tien miljoen Britse pond uit te trekken voor vernieuwingen op Stonehenge, zegt een woordsvoerster van de erfgoedorganisatie English Heritage.
Aan de stenencirkel uit de Neolithische periode in het graafschap Wiltshire zou tegen de Olympische Spelen van 2012 in Londen een nieuw bezoekerscentrum moeten komen en een nieuwe weg moeten worden aangelegd.
De overheid benadrukt dat het project nog steeds kan doorgaan als er private fondsen worden gevonden. English Heritage zegt zeer teleurgesteld te zijn over het besluit en hoopt dat dit niet het einde is van het project. De voorbije jaren werden verschillende renovatieplannen voor Stonehenge geannuleerd omdat ze te duur waren.
8. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 180]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Jezus draagt Zijn Kruis naar Golgotha
Op enige afstand van de kruisstoet volgde de stoet van Pilatus: eerst een bazuinblazer te paard, dan de landvoogd in wapenrok, tussen de officieren, voor een ruiterschaar, en tenslotte driehonderd soldaten van het voetvolk. Deze stoet trok over het Forum en sloeg dan een brede straat in. De kruisstoet met Jezus werd door een zeer enge straat, tussen achtergevels, geleid, om plaats te laten voor het volk dat naar de tempel toog, en ook om de stoet van Pilatus niet in de weg te treden.
Het grootste gedeelte van de volksmassa had zich dadelijk na de uitspraak van het doodvonnis verspreid. De meeste Joden begaven zich huiswaarts of gingen naar de tempel; zij hadden in de loop van de morgen veel tijd verspeeld en haastten zich dan ook om verder te gaan met de voorbereidingen voor het slachten van het Paaslam. Toch was er op de markt nog een grote menigte achtergebleven: mensen van allerlei slag, vreemdelingen, slaven, arbeiders, knapen, vrouwen, gepeupel. Ook deze menige kwam, na het vertrek van de kruisstoet, in beweging. Honderden renden de straten in, om de stoet ergens een tweede maal te kunnen beschouwen; zij moesten, gehinderd door Pilatus soldatenschaar, die hen belette, zich direct bij de kruisstoet aan te sluiten, langs zijstraten en omwegen hun doel zien te bereiken. De meeste liepen maar ineens door naar Golgotha.
De straat waardoor Jezus werd heengevoerd, was nauwelijks een paar stappen breed; zij liep tussen achtergevels en er lag veel vuilnis. Jezus kreeg het hier weer zwaar te verduren. De rakkers gingen dichter naast Hem, uit vensters en muurgaten riep allerlei slecht volk Hem achterna. Slaven die daar hun werk hadden, wierpen met keukenafval en ander vuil, godvergeten deugnieten goten zwarte, stinkende aal op Hem neer, terwijl kinderen, daartoe aangehitst, stenen in hun rokken verzamelden, door de stoet heendringend, die stenen voor de voeten van Onze Heer kwamen gooien, onder geschimp en gespot. Ja, dit is wat de kinderen Jezus aandeden, die hen zozeer had bemind, die hen gezegend had en geprezen als gelukzalig.
9. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 180]
Preken
Ik moet het zeggen
Ge moogt uw dienstmeisjes en uw dochters niet te slapen leggen in de vertrekken waar uw knechten s morgens uw rapen of uw aardappelen komen halen. Tot schande van veel vaders en moeders moet ik het zeggen: de arme kinderen zien zich genoodzaakt om op staan en zich aan te kleden voor het oog van kerels die evenveel godsdienst bezitten als iemand die nooit van de ware God gehoord heeft. Dikwijls hangen er niet eens gordijnen voor hun bed.
"Maar," zult ge zeggen, "als we alles moesten doen zoals u het in uw hoofd hebt, hadden we er de hele dag onze handen aan vol."
Dit zijn dingen waar ge niet langs kunt, vriend. Doet ge het niet, dan zult ge veroordeeld en gestraft worden: Kijk ... ik weet dat ge zo goed als niets zult doen aan hetgeen ge in u voorhoudt. Maar dat komt er niet op aan, ik zal u altijd zeggen wat ik u moet zeggen. Trouwens, de gevolgen van uw zonden zij voor u, niet voor mij ... Wanneer de goede God u zal veroordelen, hoeft ge niet met het smoesje aan te komen dat ge t niet wist. Ik zal u nog wel eens in herinnering roepen wat ik u vandaag heb gezegd.
Vertaling: Chris De Bodt
10. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 180]
Hoofdstuk 26. Geld en werk
Nicky: In deze oorlog tussen armen en rijken is de beschikbaarheid van een job, of beter gezegd in deze tijden, het gebrek er aan, uiteraard het onderwerp van grote discussie. Laat mij u een aantal eenvoudige vragen stellen over werk en geld. Of wenst u eerst zelf iets te zeggen hierover? Maria: De grootste oorlog vandaag, ondergeschikt echter aan de oorlog tegen de onschuldige kinderen en de families, is deze tussen de armen en de rijken. De vrijzinnigen zitten achter de beweging om één wereldmunt en één wereldregering te scheppen, de zogenaamde Nieuwe Wereldorde en het Nieuwe Tijdperk en deze wereldorde zal al haar krachten aanwenden om de Kerk te vernietigen. Zelfs de gruwelijke oorlog in de Balkan is gefinancierd door de Vrijmetselaars, en het kan dan ook geen verrassing zijn dat Onze Lieve Vrouw verkoos om te verschijnen in het midden van een gebied waarvan tien jaar geleden niemand aan dacht dat het er tot een oorlog zou komen.
De Wereldbank, De Verenigde Naties, De Europese Unie en het Internationale Rode Kruis zijn er allen mee verbonden en, ondanks alle tegenspraken op televisie, werken zij niet voor het welzijn in de wereld. Achter dit alles zit er een netwerk van banken die geleid worden door de Vrijmetselaars en een sliert overige geheime verenigingen, waarvan het grootste gedeelte van de bevolking zelfs niet het bestaan van kent. De hebzucht van de mensen en hun angst voor de armoede staat hen toe om satan de nodige fondsen te overhandigen die hij zal proberen aan te wenden om de Kerk en daardoor ook God te ontmantelen, maar hij zal hierin uiteindelijk falen. Het zal op dat precieze ogenblik zijn dat Onze Lieve Vrouw met Haar volgelingen zullen overwinnen, zelfs al zullen de dingen niet zo lijken tot het allerlaatste moment.
Nicky: U hebt de hebzucht van het Westen bij diverse aangelegenheden vernoemd en u hebt eveneens gezegd dat de Heer hiervoor een ernstig herstel zal eisen. Volgt hieruit dan dat de centra van de hebzucht, waar deze banken het meest zijn gevestigd, meer zullen leiden dan gebieden waar nederigheid meer de levenswijze is? Maria: Ja, ik dank dat dit het geval zal zijn.
Nicky: Raadt u deze mensen aan om deze steden te verlaten voor meer nederige omgevingen? Maria: Ik geef de mensen de raad om terug te keren tot God en het gebed en God wenst dat wij nederig zijn, zodat Hij ons kan helpen. Dan zal Hij hen, in hun gebeden, adviseren wat te doen.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
11. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 25]
Onrust in Lucias familie
Binnen onze eigen familie was er opnieuw onrust en de schuld hiervoor werd op mij gestoken. Cova de Iria was een stuk grond dat toebehoorde aan mijn ouders. In die uitholling was het meer vruchtbaar en we kweekten er erwten en maïs en andere groenten. Op de hellingen groeiden er olijfbomen, eiken en steeneiken. Nu dat de mensen naar ginds gingen, konden we absoluut niets meer kweken. Omdat de meerderheid te voet ging, aten hun dieren alles op wat ze konden vinden en vernietigden ze het hele land. Mijn moeder betreurde dit verlies. "Weet u," zei ze tegen mij, "als u iets wenst te zeggen, vraag het dan aan Onze Lieve Vrouw!" Mijn zussen waren het hier allen mee eens: "Ja, u mag hebben van wat er nog groeit op de Cova de Iria!"
Deze opmerkingen sneden mij zozeer in het hart dat ik nog amper een stuk brood durfde mee te eten. Om mij te dwingen de waarheid te vertellen, kreeg ik meer dan gewoonlijk slaag van de bezemstok en een stuk hout van naast de haard. Maar ondanks dit, probeerde mijn moeder daarna, zoals ze was, om mijn kracht weer wat op te beuren. Ze was vol bezorgdheid toen ze mij zo dunnetjes en bleekjes zag en ze was bevreesd dat ik ziek zou worden. Arme moeder! Nu begrijp ik volkomen de toestand waarin zij zich bevond. Hoe spijt me dit voor haar! Waarlijk, zij had gelijk dat ik zon genade onwaardig was en daarom dacht dat ik loog.
Door een bijzondere genade van God heb ik nooit de minste gedachte of het minste gevoel van ontstemdheid gehad over haar manier van handelen met mij. Daar de Engel had aangekondigd dat God mij lijden zou zenden, zag ik de Hand van God in alles. De liefde en de eerbied die ik haar schuldig was, groeide er alleen maar door, precies zoals ik heel lief werd behandeld. En nu ben ik haar meer dankbaar om mij zo te hebben behandeld, dan dat ze zou doorgegaan zijn met mij te knuffelen en te liefkozen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Manon des Sources [6/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
13. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 36: Geleende tijd [Aflevering 234]
Aan de andere kant van het land, in een grot langs de Gave rivier, was het antwoord van de hemel een dame die na het geluid van een onweer uit een goudkleurige wolk verscheen.
"Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis," zei ze, niet als een doorzichtig of geestachtig beeld, niet als een droombeeld, maar als een zachte en sierlijke jonge vrouw van vlees en bloed. Ze was klein en bedaard, en haar sneeuwwit gewaad was totaal verschillend dan de mode van die tijd. Golvende krulletjes van lichtbruin haar kwamen vanonder een sluier. Ze had een ongelooflijk blauw lint rond haar, licht geknoopt ter hoogte van de borst, en op de slanke tenen van elke voet lag een gouden roos.
Het was de beroemde verschijning aan Bernadette Soubirous van Lourdes. De grot was altijd een plaats geweest waar de dorpelingen bang waren van duivels en geesten. Nu was ze overgenomen door een machtigere kracht. De boodschap van wat één van de krachtigste verschijningen in de geschiedenis zou worden was, dat als de duivel van zich liet horen, als hij dreigde, als hij vervloekte, God de mensheid niet in de steek zou laten. In Rue du Bac had Maria zichzelf getoond als strijdster tegen de krachten van de duisternis. Nu, in Lourdes in 1858 toonde ze dat ze de oorlog niet met de wapens van de duivel, hoogmoed en woede, streed, maar met nederige schoonheid. Ze bevestigde het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis. Ze zou de oorlog winnen, rustig en met goedheid. Dat toonde ze in een reeks van achttien verschijningen in de granieten grot die versierd was met klimplanten, naast een rivier.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
14. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 127]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Eén miljoen exemplaren van het Nieuwe Testament
Tijdens deze sessie ondernam Broeder Roger een ander initiatief dat kenmerkend was voor zijn steeds attente naastenliefde en zijn wil om de oecumene te promoten.
Hij had vernomen dat een afdeling van de bisschoppenraad van Latijns Amerika, de CLAF [Comité Latino-Américain de la Foi] het project koesterde om één miljoen exemplaren van het Nieuwe Testament uit te delen in Latijns Amerika. Dit opzet eiste belangrijke financiële middelen. Broeder Roger stelde voor om al de drukkerskosten op zich te nemen. De fondsen zouden ingezameld worden door een nieuwe oecumenische collecte als nevenactiviteit voor de actie Hoop.
Dat Taizé interesse toonde voor deze Bijbelse campagne was niet verwonderlijk, gezien het Woord Gods het middelpunt van het hervormde geloof uitmaakt. Door haar oecumenische roeping wenste de Gemeenschap ook dat de Bijbel in Latijns Amerika een ontmoetingspunt voor de verdeelde christenen werd: "Door beluisteren en bezinnen van Gods Woord moeten allen zich aangesproken voelen in hun geloof en aangespoord worden tot gezamenlijk handelen in dienst van de mensheid."
Een vertrouwelijk document, waarschijnlijk van de hand van Broeder Robert, toont aan hoe de Gemeenschap dit oorspronkelijk katholieke project droeg en hoe Broeder Roger het ombuigt om er een oecumenisch perspectief aan te verbinden.
Enerzijds vroeg de prior van Taizé, in overleg met Mgr. Larrain voorzitter van de CELAM en met de steun van sommige Roomse autoriteiten (niemand weet welke), dat het miljoen exemplaren van het Nieuwe Testament niet alleen aan katholieken maar ook aan de protestanten in Latijn Amerika uitgedeeld worden. Hij wou ook dat de daarvoor gebruikte Spaanse versie in tekst en notas herzien werd in een oecumenisch opzicht. Tenslotte vroeg hij dat bij de uitgegeven vertaling, het taalgebruik eigen aan Latijns Amerika, zou in acht worden genomen.
Een al uitgegeven Spaanse vertaling nazien was te moeilijk. Tijdens de diverse vergaderingen met Latijns Amerikaanse deskundigen en Broeder Robert besliste de CLAF in november 1964 zijn project te verbinden met een bestaand uitgeversprogramma. Sinds meer dan een jaar was een nieuwe vertaling van de Bijbel in het Spaans in voorbereiding bij de uitgeverij Herder in Barcelona, onder de leiding van de eminente Spaanse Bijbeldeskundige pater kapucijn Serafin de Ausejo. De datum van publicatie was nog niet vastgelegd. Uitgever Herder en pater Ausejo aanvaarden het project van de CLAF en Taizé, alsook dat een commissie voor herziening met drie protestanten en een katholiek het al uitgevoerde werk zou verbeteren en met de bestaande ploeg zou samenwerken. Pater Ausejo en zijn drie katholieke medewerkers werken dus samen met de commissie vanaf juli 1965. "De herziening gebeurt aandachtig, noteerde het aangehaalde document. De bestaande vertaling wordt regel per regel nagekeken, vergeleken met de originele teksten, besproken, veranderd. Inleidingen en beknopte notas worden ook samen opgesteld."
Op 16 november 1965, op het einde van vierde en laatste sessie van het concilie, organiseerde de CELAM een uitgebreide openbare conferentie in de zaal van Radio Vaticaanstad in Rome. Twaalf kardinalen, een honderdtal bisschoppen en meerdere Zuid-Amerikaanse ambassadeurs bij de Heilige Stoel waren aanwezig. In een wat geestdriftige visie, die velen deelden in het laatste jaar van het concilie, herhaalde Broeder Roger de noodzaak van verzoening met de christenen van Latijns Amerika. Na de actie Hoop (die eenentwintig bescheiden initiatieven doorheen Latijns Amerika mogelijk maakte legde hij uit), kondigde hij de uitgave van een oecumenische versie van het nieuwe Testament aan. Hij besloot zijn toespraak van de voorstelling door te verklaren: "De lente in de Kerk is in aantocht. Ook de zichtbare eenheid nadert. Ze zal ontspruiten als een bliksem in de nacht."
De prior van Taizé gaf geen details over de actie, maar voorspelde dat er weldra exemplaren zouden opgestuurd worden. Maar het werk was niet af. Slechts vier jaar later in de lente van 1968 werd het boek uitgegeven. Om de ver afgelegen dorpen van Zuid-Amerika te bereiken werden de boeken gereed gemaakt in pakjes van vier kilo gemakkelijk te dragen. Elke pakje bevatte achttien exemplaren van het Nieuwe Testament. Een nota op de eerste pagina van het boek vroeg aan degene die een exemplaar kreeg om tien ongeletterden op te roepen en hen regelmatig uit het gewijde boek voor te lezen.
Vertaling: Broeder Joseph
15. Jezus' tijdgenoten [aflevering 70]
Eleazar, zoon van Simon
De Joodse opstand
De Zelotische controle over Jeruzalem was beperkt tot het binnenste gedeelte van de stad en de Tempel zelf. Sterk uitgedund en geisoleerd door de troepen van Ananus die de Tempel omsingelde, werd de controle over de Tempel door Eleazar tussen de winter van 67 en de lente van 68 na Christus, gevoerd. Maar, in 68 na Christus, sloot de held Johannes van Gischala, de ontsnapt was aan de Romeinse verovering van Galilea, zich aan bij de troepen van Eleazar ben Simon te Jeruzalem en werden de gemachtigde toepen opnieuw hevig ondermijnd. De alliantie kon plaatsvinden dankzij hun onderlinge afhankelijkheid: zo had Johannes wanhopig het geld nodig van Eleazars fondsen om zijn aanhangers te ondersteunen, en Eleazar had de bescherming nodig van Johannes grote aanhang om aan Ananus te kunnen weerstaan.
Amper een jaar later hadden Eleazar en Johannes de macht verworven over de hele stad. Tijdens de zomer van 1968 zorgden de Idumeërs vanuit het zuiden voor het bijstaan van de Zeloten door Johannes en Eleazar te helpen om Ananus en de overige gematigden te Jeruzalem te verslaan. Omwille van hun angst dan Ananus de nationalistische zaak zou verraden en zich zou overgeven aan de Romeinen om zo zijn machtpositie te hertellen, gaven de Idumeërs al hun steun aan Eleazar en Johannes coalitie in de hoop om een meer radicale regering te vestigen om te kunnen weerstaan aan de onvermijdelijke Romeinse tegenaanval. Van 68 tot 69 na Christus werd Jeruzalem aldus geleid door een onstabiele alliantie van Eleazar met zijn Zeloten, Johannes van Gidchala en de Idumeërs. Met deze volledige controle over Jeruzalem wendden Eleazar en Johannes hun macht aan om de resterenden van Ananus gematigde partij op een ziekelijke manier af te slachten. Tijdens deze periode had Johannes afstand genomen van Eleazar en de Zeloten om enige verband omwille van diens tirannieke gedrag en zijn eis op het enige leiderschap te vermijden.
Vertaling: Broeder Joseph
16. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 85]
Het wonder van Paterno, Italië [1772]
Het was 18 januari 1772 toen de mensen van de Petruskerk er voor het eerst achterkwamen dat het tabernakel van de kerk was onteerd en dat de twee cibories, met de daarin geconseacreerde Hosties, werden vermist. Verward, maar ook kwaad, zochten de mensen de stad af voor de Hosties, en voor de vandaal die ze had meegenomen. Hun motivatie nam na een paar weken echter af omdat ze noch de Hosties, noch de vandaal konden vinden.
Enige tijd later, in een landhuis van de Hertog van Grottolelle niet zo ver buiten de stad, waren de buren verbaasd toen ze s nachts op het landgoed licht zagen komen van de grond dat leek op schijnende sterren. Elke nacht straalde die plek, en uiteindelijk dacht men dat het ging om een bovennatuurlijke kracht die de plaats aanwees waar de gestolen Hosties gevonden konden worden. Daarom gingen een paar vrome mannen naar het landgoed om het gebied te onderzoeken en te zoeken naar de Hosties, maar zonder resultaat.
Toen, op 24 februari, zagen de mensen een grote vlam huppelend rond een baal stro dat op het veld lag. Toen ze van dit nieuwe fenomeen hoorden, kwam er nog een grotere groep mensen om dit te zien met eigen ogen. Maar na grondig onderzoek gaven de meeste mensen, teleurgesteld, de hoop toch weer op. Ze gingen terug naar de stad toen ze weer door een paar mannen, die waren achtergebleven, werden terug geroepen. Vier mannen uit de groep keerden terug: Tommaso Piccido. Giuseppe en Giovanni Orefice, en Carlo Marotta.
17. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
De keuze van een religieuze orde liet ze volledig over aan haar biechtvader, Monseigneur Angelo Pasquinelli, die te rade ging bij geestelijken die Anita kenden. Ze waren het erover eens dat Anita een leven als Karmelietenzuster leek te overwegen, en hiervoor ook geschikt was. De goede Monseigneur koos voor Anita het Instituut van de Nonnen van de Derde Orde der Karmelieten, een orde die in 1874 gesticht werd door Zuster Theresa Maria van het Kruis, wiens Reden voor zaligverklaring lopende is.
Over de beslissing om de keuze van religieuze orde aan iemand anders over te laten, zei één van Anitas vriendinnen: Ik stelde me ook de vraag welke orde ik zou vervoegen. Op een dag zei Anita me:Ga naar Monseigneur Pasquilini en vraag hem:Monseigneur, waar wil Jezus dat ik heen ga?. En dan gehoorzaam je hem alsof God tot je gesproken heeft. Ik deed dit, en mijn zorgen waren voorbij. Ik was zo gelukkig als nu.
De twee vriendinnen waren voorbestemd voor hetzelfde klooster, en traden op 24 mei 1930 toe tot het Corpus Domini klooster in Firenze. Toen ze arriveerden zei haar vriendin dat Anita sprong van vreugde en uitriep: We zijn eindelijk aangekomen.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
18. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 72]
Aan haar broer Jean-Marie
Nevers,
Lieve broer,
Bezorgd las ik in je laatste brief over het misnoegen dat je ondervindt van de kant van mijn zwager en mijn zus. Ik ben bang dat je je te boos maakt. Als je je ergert, moet je niet spreken of schrijven. Eerst moet je bedaren en nadenken, en dan pas handelen. Marie heeft tegen mij absoluut niets gezegd, niet over de rots en ook niet over de molen. Je kunt niets regelen nu Pierre nog niet oud genoeg is. Ik raad je aan rustig te blijven en vooral de vrede en de saamhorigheid, die het geluk van een familie uitmaken, te bewaren. Je kunt gerust zijn, ik zal met niemand spreken over wat je me in je brieven vertelt.
Ik heb geen brief van thuis meer ontvangen sedert de maand augustus. Pierre schreef me om me te berichten over de dood van mijn lieve nichtje. Het schijnt dat Marie zeer bedroefd is over de dood van dit lieve kind. Dat is het leven: leed en offers, die ons moeten laten zien dat het geluk niet van deze wereld is.
Wat zal ik je over mijzelf vertellen? Mijn gezondheid gaat iets vooruit. Desondanks ben ik verplicht veel voorzorgsmaatregelen te nemen om me tegen de kou te beschermen, die nadelig voor me is. Wees niet bang; ik verblijf op de ziekenzaal, lekker verwarmd, en de lieve Zuster-verpleegster bewijst me alle mogelijke attenties. Alle lieve Zusters zijn vol goede zorg voor mij. Ik ben er geheel beduusd van.
Ik raad je aan vooral je religieuze plicht niet te verzaken. Vergeet niet dat willen kunnen is. Ik kan niet wachten op nieuws van jou; geef het me zo snel mogelijk. Het ga je goed, lieve vriend, je geheel toegewijde Zus, die je innig omhelst,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
19. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Opvoedingsdoelen
Zingeving
Naarmate het eigen levensproject duidelijker vorm krijgt, groeit ook de vraag naar de fundering ervan. De opvoeder communiceert daarom ook zijn diepere bestaansgrond. Hoe kijkt hij naar de onderliggende vragen van het leven? Opvoeden is met jongeren in dialoog gaan, in woord en daad. Het is hen laten voelen en weten waar je als opvoeder voor staat, wat je waardevol vindt in het leven, hoe je je eigen leven zin geeft en welke zin. Die zin kan ook gehaald worden in het leven en de boodschap van Jezus van Nazareth.
20. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën
Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 15
Het is Haarzelf in hoogsteigen persoon! Maar Zij heeft Haar wegbereiders: de heilige apostolische vrouwen, die de wonden van het lichaam zullen genezen met de zonden van het hart. Het zal de heilige vrouw, het beeld van Maria, gegeven zijn, om mirakelen te verrichten. En dan zal Maria komen, om plaats te maken voor Haar Zoon in een triomfantelijke Kerk.
Vertaling: Chris De Bodt
21. 365 dagen met mijn engelbewaarder
"365 dagen met mijn engelbewaarder" is bijgewerkt tot en met 30 juni [zie rubriek gebeden].
Henk
18-06-2010
18 juni 2010
BREAKING MEDJUGORJE WEBCAM NIEUWS
18 juni 2010
1. Komeet McNaught C/2009 R1 op 2 juli op zijn helderst
De komende weken is een paar uur voor zonsopkomst komeet McNaught C/2009 R1 te zien, ontdekt op 9 september 2009 door Robert McNaught. Op het noordelijk halfrond is de komeet laag in het oosten of noordoosten met verrekijker waarneembaar, maar als hij over een paar dagen de zon nadert en helderder wordt ook met het blote oog. Kometen worden helderder als zij de zon dichter naderen, waardoor het ijs verdampt en een enorme wolk van waterdamp wordt gevormd, die het zonlicht weerkaatst. Soms ontstaat er ook een lange uitgestrekte staart.
Komeet McNaught
Komeet McNaught trekt nu door het sterrenbeeld Perseus. Eind juni en begin juli bereikt hij zijn grootste helderheid, op 2 juli is de afstand tot de zon het kleinst. De komeet bevindt zich dan in het sterrenbeeld Voerman. Tussen nu en 24 juni zal de komeet het beste te zien zijn bij een maanloze nacht, maar na 26 juni zal de komeet zich te dicht bij de zon bevinden om nog waar te nemen.
Een vorige komeet, ook genoemd naar dezelfde ontdekker, McNaught C/2006 P1, zorgde reeds voor spektakel aan de lucht in 2007. Het was een van de helderste en grootste kometen.
2. De Waarschuwing [10/15]
Lees dit
U, Mijn gewijde zielen, u zult zelf staan tegenover al de woorden die u gesproken hebt en tegenover alle daden die u gesteld hebt in Mij, de Liefde, tegen uzelf en tegen uw naaste. U zult alle gevolgen van uw daden zien en alles zal u worden ontsluierd. Omdat u de oorzaak bent geweest van vele smarten, zult u verschrikkelijke emoties kennen, erger nog, u zult instaan voor al de beledigingen die u tijdens uw priesterschap, tegenover Mij, de Christus-priester, hebt veroorzaakt en tegenover elk actief lid dat deel uitmaakt van Mijn Mystieke Kerk. Elk gevolg dat te wijten is aan uw ontrouw, zal aan het licht komen. U zult alle zielen kennen die door uw onachtzaamheid verloren zijn gegaan.
U, gedoopten van Mijn Kerk, alle kinderen van alle gosdiensten en alle kinderen zonder godsdienst, maar die toch geloofden in de goedheid, zullen voor uw geloof geplaatst worden. U zult uw eigen rechter zijn tegenover uw Liefde voor God, die de Goedheid is, voor de liefde van de naaste en voor de liefde tegenover uzelf.
3. Medjugorje: De Onderzoekscommissies [slot]
Sedert het begin van de verschijningen zijn er rond Medjugorje een aantal officiële kerkelijke onderzoeken geweest. Voor de lezer wordt het echter moeilijker om moeilijker om een duidelijk inzicht te krijgen hoe alles, in verband hiermee, tot hiertoe is verlopen. Daarom dit overzicht. Hoewel de hoofdrolspelers in Medjugorje uiteraard Onze Lieve Vrouw en de zieners zijn, spelen de Commissies die zijn ingesteld door de Kerkelijke overheden een heel belangrijke rol. Daarom dit overzicht.
Aanmaning om "klaar te zijn" brengt de vraag naar voor wat hiermee wordt bedoeld
Er is ook de snelheid waarmee het resultaat van de derde Medjugorje Commissie resoluut "van tafel werd geveegd," en de nog mogelijk vluggere samenstelling van een nieuwe Commissie, met de meest bekwame deskundigen en waar Bisschop Ratko Peric niet aan deelneemt. Dit betekent een blaam voor Peric. Het Vaticaan wantrouwt hem. Het is immers de eerste maal in de geschiedenis dat dergelijke bevoegdheden uit handen van de plaatselijke bisschop worden genomen. Tegenstanders van Medjugorje hebben ons jaren overstelpt met "al het slechte" wat Medjugorje te bieden had, met de negatieve resultaten van de derde Commissie. Zij hebben bijna dertig jaar lang gepoogd om ons af te doen als "eenvoudigen van geest." Ondanks alles bleef Medjugorje massa's bedevaarders aantrekken.
Indien men echter rustig over alles nadenkt kan men al gauw tot het besluit komen dat het Vaticaan op het hoogste niveau alles al gepland had, zo vlug zijn de dingen gegaan. En kardinaal Christoph Schönborn heeft met zijn autoriteit Bisschop Peric duidelijk gemaakt dat het stilletjes aan wel begint te worden. Bijna was Medjugorje ontnomen aan zijn bevoegdheid, en dit laatste is nog lang niet uitgesloten in de verdere toekomst.
Zij die de vruchten van Medjugorje wensen te onderzoeken moeten toegeven dat deze inderdaad talrijk zijn. Er zijn honderdduizenden verhalen van bekeringen en van terugkeringen tot het Katholieke geloof. De Cenacolo gemeenschap heeft er een afdeling opgericht om jonge drugsverslaafden en herrieschoppers te helpen. De resultaten ervan zijn buiten alle verwachtingen "succesvol." Het weeshuis, oorspronkelijk opgericht voor de weeskinderen van oorlogsslachtoffers, maar nu ter beschikking van ieder weeskind, bloeit voorspoedig, vooral dankzij de mildheid van de bedevaarders. Vele bisschoppen, aartsbisschoppen en kardinalen van over de hele wereld, zijn ervan overtuigd dat Medjugorje onvervalst is. Er zijn ook anderen die een andere kijk hebben op Medjugorje. Paus Johannes Paulus II rekende zichzelf onder de "gelovers" en verklaarde meer dan eens zijn wens om er een bedevaart heen te maken. Spijtig genoeg heeft geen van beide Bisschoppen hem dit genoegen ooit gegund, daar, politiek gezien, zelfs de Paus er niet heen kan gaan, zonder een formele uitnodiging van de plaatselijke bisschop. Zij zorgden ervoor dat deze uitnodiging er nooit zou komen.
Nochtans zou een verlichtende retraite in het rustige dorp tussen de bergen, de andersdenkenden meer dan goed doen. Misschien zouden ze er best eens tezamen met de, volgens hen, overige duizenden "idioten," knielen voor het Heilig Sacrament of er de dagelijkse missen bijwonen, allen in verschillende talen en met verschillende tientallen of meer vrome priesters, zeven dagen en avonden per week, en er naar uitzien om er te biechten te gaan, wat zowel in de kerk als er buiten kan gebeuren, soms zelfs tot middernacht. Is dit het "bedrog" en de "verslaving die onze gezondheid schaadt?" zoals er ooit een priester schreef?
Chris De Bodt
4. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 179]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Jezus draagt Zijn Kruis naar Golgotha
Voor de kruisstoet ging een bazuinblazer, die tot taak had, aan iedere straathoek de terechtstelling bekend te maken. Enige passen achter hem liepen jonge beulsknechten en andere vlegels, die kruiken met drank, touwen, wiggen, spijkers en korven vol allerlei werktuigen droegen. Grotere knechten droegen lange staken, ladders, evenals de stammen van de kruisen voor de twee moordenaars. De ladders hadden maar één stijl, waar de sporten doorheen staken. Op de knechten volgden enkele bereden Farizeeërs, en dan een knaap, die het opschrift van Pilatus voor zijn borst droeg en, aan een stok over zijn schouder, de doornenkroon, welke men Jezus had afgenomen. Deze knaap was niet van de slechtsten.
En nu kwam daar Onze Heer en Verlosser onder de zware last van het kruishout: naar de grond gebogen, wankelend, het lichaam één pijn, als geradbraakt van vermoeidheid. Sinds het Laatste Avondmaal had Hij niet geslapen, geen spijs of drank tot Zich genomen. Aanhoudend had Hij dodelijke mishandelingen moeten lijden. Door bloedverlies, wondkoorts, dorst en onuitsprekelijke zielssmarten en angsten uitgeput, strompelde Hij voort op Zijn blote, gekwetste voeten. Zijn rechterhand lag aan de zware last op Zijn schouder; met de linker probeerde Hij herhaaldelijk het brede kleed een weinig omhoog te heffen vóór zijn onzekere schreden. De vier rakkers die de touwen vasthielden, liepen een eind van Hem af. De twee voorste trokken Hem mee, en zij die achter Hem kwamen, trokken eveneens, om Hem tot spoed aan te manen, en zo kon Jezus geen enkele vaste stap zetten, terwijl de touwen Hem hinderden telkens als hij Zijn kleed wilde vatten. Zij handen waren gewond en gezwollen door het vroegere nijpen van de boeien. Zijn aangezicht was bedekt met bloed en builen, Zijn hoofdhaar, en ook Zijn baard, verwoest en vol bloedklonters. Het wegende kruis en de spannende gordel drukten de zware, wollen kleding tegen Zijn doorwond lichaam, en waar de wonden weer opengingen, kleefde de wol eraan vaste. Rondom Hem was louter hoon en boosheid. Hijzelf was onbeschrijfelijk ellendig gesteld, van martelingen verzadigd, maar tegelijk van liefde vervuld. Zijn mond bad, Zijn smartelijke blik smeekte en vergaf. De twee beulsknechten die de kruisstam zwevende hielden met behulp van de aan het uiteinde bevestigde touwen, maakten Jezus het dragen van de last, die zij voortdurend in de hoogte hieven en lieten vallen, dubbel zo moeilijk.
Naast de stoet stapten veel soldaten met lansen. Achter Jezus kwamen de twee moordenaars, elk van hen door een paar beulsknechten geleid aan gordelkoorden. Zij droegen de losse dwarsbalken van hun kruisen in de kin, en hun armen waren aan die balken gebonden. Zij hadden een doek om de lenden, een soort scapulier over het bovenlijf en op het hoofd een vlechtsel van stro. Men had hun iets te drinken gegeven, waarvan zij een beetje verdwaasd waren. Toch was de goede moordenaar ook nu zeer stil, maar de slechte deed boos en brutaal en liep te vloeken. De beulsknechten waren een hoop bruine, kleine maar stevige kerels, met korte, zwarte, warrig-kroezelige haren: zij hadden niet veel baard, slechts hier een daar een plukje. Joodse trekken vertoonden zij helemaal niet. Het waren kanaalarbeiders, behorend tot een Egyptische slavenstam. Zij droegen een korte voorschoot en een lederen borstbekleding. Beestachtig was al hun doen. Aan het eind van de tocht kwam de helft van het troepje bereden Farizeeërs. Zolang de tocht naar Golgotha duurde, reden er van deze mannen ook afzonderlijk naast de stoet heen en weer, om orde te houden en tot haast aan te porren. Onder het jong gespuis dat voorop liep met gereedschappen en drank, bevonden zich enkele schurkachtige Joodse knapen, die uit vrije wil de groep waren komen vergroten.
5. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 179]
Preken
Gij zijt verantwoordelijk voor hun zielen
"Ja maar," zult ge zeggen, "we kunnen ze toch niet de hele dag achterna lopen. We hebben wel iets anders te doen."
En ik wil u niet tegenspreken, broeders. Alles wat ik weet is dit: dat ge voor hun zielen verantwoordelijkheid draagt als voor uw eigen ziel.
"Maar we doen toch wat we kunnen."
Dat weet ik niet broeders. Wat ik wel weet is dit: als de kinderen, die u zijn toevertrouwd, verloren gaan, zijt gij ook verloren. Dat weet ik en anders niets. Ge kunt het ontkennen als ge wilt. Ge moogt gerust beweren dat ik te ver ga. Maar als ge nog een greintje geloof hebt in u, zult ge het met mij eens zijn. Dat alleen al moest u in een onoverkomelijke wanhoop storten. Maar nee, ge zult na deze woorden heus geen stap méér verzetten om uw plichten tegenover uw kinderen te vervullen. Ik maak mij geen illusies. Ge zult u door dit alles niet laten verontrusten en bijna zou ik zeggen: ge hebt gelijk, want heel de eeuwigheid kunt ge uzelf nog plagen. Laten we verder gaan.
Vertaling: Chris De Bodt
6. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 179]
Hoofdstuk 21. Huwelijk, familie en kinderen
Nicky: Alstublieft, vertel mij over uw ervaring die u had tijdens uw kinderjaren wat u bijzonder gelukkig maakte en dat u voor een groot gedeelte heeft beïnvloed? Maria: Zeker een van mij gelukkigste momenten gebeurde toen ik vijftien haar oud was, in de jaren dertig of zoiets.
Een van mijn broers en ik werkten op een boerderij in Beieren. Toen we om werk vroegen, had de boer ginds, ons zeer duidelijk beloofd dat we steeds op zondag zouden mogen naar de Heilige Mis gaan, maar het duurde niet lang voor ik doorhad dat deze belofte enkel gold voor mijn broer en niet voor mij. Dit was zo omdat de echtgenote van de boer elke zondagmorgen op een eigenaardige manier ziek was en aandrong dat ik thuis bij haar zou blijven, eerder van mij naar de kerk te laten gaan, met mijn broer. Toen kwam Pinksteren er aan en ik vroeg mij opnieuw af wat de boer zijn vrouw nu van plan was. Zelfs nog op zaterdagavond laat was ze nog steeds gezond en wel en zo hoopte ik met grote verwachtingen dat ik de volgende morgen naar de Heilige Mis zou kunnen gaan. Maar om negen uur die zondagmorgen werd zij opnieuw ziek, met een raadselachtige hoofdpijn of iets van die aard en ze vertelde mij onverbloemd dat ik opnieuw bij haar moest blijven omdat ik haar gewoon niet mocht alleen laten als ze ziek was! Ik was kapot! Tegen één uur in de namiddag was de hoofdpijn weg en zei ze dat ik mocht gaan. Ik rende buiten en speelde rond een onbewoond bijgebouw, met daarachter banken vanwaar men een heel mooi en vredevol zicht had. Toen weende ik in wanhoop omdat ik opnieuw de Mis, waar ik zo van hield, moest missen en dit juist op zo een voorname dag. Plotseling werd ik omringd door een wolk van witte duiven die allemaal rond mij kwamen vliegen en rondsprongen op de grond in het gras ... overal. In het gras, op mijn schoot, overal rondom mij.
Nicky: U vernoemt een wolk, Maria. Hoeveel duiven waren het? Vijftig? Honderd? Maria: O, minstens honderd. Bij zon pracht heb ik hen zeker niet geteld, maar ze bevonden zich overal rondom mij en ze bleven daar tenminste een uur lang! Mijn tranen gingen vlug over in tranen van vreugde en ik werd door zon gelukzaligheid overspoeld dat al mijn zorgen verdwenen. Toen vlogen ze weg. Ik vertelde het verhaal aan mijn broer, maar wij vertelden het aan niemand anders. De daaropvolgende weken vroegen we de boeren uit de buurt of er witte duiven in de omgeving waren en het antwoord was steeds hetzelfde ... neen. Ik denk niet dat enige andere ervaring uit mijn kinderjaren mij zo heeft geraakt. Het was pure schoonheid.
Nicky: Wow ... en ik bemerk dat dit u waarlijk heel diep raakte, maar sta me toe om te vervolgen. Is het waar dat veel van de aanvaarde Verschijningen met kinderen gebeurden? Maria: Ja, dat is zo! Kinderen staan zo open voor het bestaan van God en zijn hele Koninkrijk. Hun onschuld, hun natuurlijke nederigheid, hun afhankelijkheid, gevoeligheid en vertrouwen staat hen toe om dingen heel anders en op een meer verfijnde wijze te ervaren dan volwassenen. Wij moeten deze zuiverheid in hen bewaren en hen toelaten om kinderen te zijn zolang het mogelijk blijft. Als de wereld van vandaag hen in de schimpende, arrogante en ongelovige maatschappij werpt, verdwijnt veel van hun schoonheid en kan het nooit worden hersteld. Ik heb vele kinderen gekend die, bijvoorbeeld, engelen hebben gezien, en ik twijfel ook geen minuut aan hun verhaal. God geeft zo veel aan de kleinsten onder ons en dat is waarom Onze Lieve Vrouw in Medjugorje al haar boodschappen begint met "Lieve kinderen." Zij wil dat we klein en nederig van hart zijn zodat God ons meer genaden en geschenken kan geven.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
7. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 24]
De bedreigingen van de overheid
Niet vele dagen later waren onze ouders op de hoogte gebracht wat wij alle drie, samen met onze vaders, op een aangeduid uur en een aangeduide dag moesten verschijnen voor de overheid van Vils Nova Ourem. Dit betekende dat we zon vijftien kilometer moesten stappen, een aanzienlijke afstand voor drie kleine kinderen. De enige middelen van transport waren ofwel te voet gaan, ofwel met de ezel naar ginds gaan. Mijn oom zei onmiddellijk dat hijzelf zou verschijnen, maar de kinderen niet zou meenemen.
"Zon afstand houden ze nooit uit te voet," zei hij, "en omdat ze niet gewoon zijn om met een ezel te rijden, heeft dat ook al geen zin. En tenslotte heeft het toch geen enkele zin om zon twee kleine kinderen voor een rechter te roepen." Mijn ouders dachten het tegengestelde: "Mijn dochter gaat! Ikzelf begrijp niets van deze dingen. Als zij liegt is het een goede zaak dat ze ervoor gestraft wordt."
Heel vroeg de volgende morgen, plaatsen ze mij op een ezel en vertrokken we, in het gezelschap van mijn vader en mijn oom. Onderweg viel ik drie maal van de ezel. Ik denk dat ik Zijne Excellentie reeds heb verteld hoeveel Jacinta en Francisco die dag hebben geleden omdat ze dachten dat ze mij gingen doden. Wat mijzelf het ergste trof was de onverschilligheid van mijn ouders. Dit werd nog meer duidelijk, daar ik zag hoe gevoelsmatig zij hun kinderen benaderen. Ik herinner mij hoe ik onderweg tegen mezelf zei: "Hoe verschillend zijn mijn ouders van mijn oom en tante. Zij nemen alle risico om hun kinderen te verdedigen, terwijl mijn ouders tegenover mij de grootste onverschilligheid aan de dag leggen en hen laten doen wat ze maar willen met mij! Maar ik moet geduldig zijn..." In herinner mezelf uit het binnenste van mijn hart: "Dit betekent dat ik het geluk heb om hiervoor meer te mogen lijden voor U, O mijn Heer en voor de bekering van de zondaars."
In het kantoor werden wij ondervraagd in het bijzijn van mijn vader, mijn oom en diverse andere mannen die mij vreemd waren. Het hoofd was vastbesloten om mij te dwingen het geheim te onthullen en hem te beloven om nooit meer terug te keren naar de Cova de Iria. Om dit doel te bereiken, spaarde hij noch beloften, noch bedreigingen. Toen hij bemerkte dat hij niets bereikte, mocht ik beschikken, evenwel onder het protest dat hij zijn doel wel zou bereiken, zelf als zou dit betekenen dat hij mij het leven moest ontnemen. Daarna gaf hij een sterke uitbrander aan mij oom, omdat hij zijn bevelen niet had uitgevoerd. Uiteindelijk mochten we terug naar huis.
Vertaling: Chris De Bodt
8. Manon des Sources [5/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
9. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 35: Catherina's geheim [Aflevering 233]
De vraag was nu of de Kerk en de maatschappij de middelen gingen gebruiken die God hen had verleend, of dat de mensheid naar een soort van vergetelheid zou schuiven, recht in een reeks van kastijdingen zoals in het Romeinse Keizerrijk, met bevingen, vuur, en eeuwen van aanvallen tot de hele oude klasse uiteindelijk vernietigd was. Er deden veel geruchten de ronde over de geheimen, en geruchten, valse geruchten, werden verspreid dat Cathérine Labouré op bedevaart naar LaSalette was gekomen en een openbaring over de Wederkomst had gekregen. Men beweerde ook dat een tweede non uit Soissons een verschijning en een geheim had gekregen, naarmate vertrouwelijke boodschappen de voornaamste steun werden van Mariale verschijningen.
Elders dan in LaSalette ging het er ook hevig aan toe. In Parijs beweerde Zuster Justine Bisqueyburu, een non die de Groene Scapulier aanbeval, dat ze tijdens een ervaring in Rue du Bac openbaringen had gekregen, terwijl in dezelfde stad een priester bij O.L.V. der Overwinningen een stem gehoord had die zei, "Wijd uw parochie toe aan het Allerheiligst en Onbevlekt Hart van Maria."
Bij wijze van nog meer waarschuwingen, zag men in Duitsland flitsende lichten in en rond een kapel, en op 12 mei 1848 zag Johann Stichlmayer Maria in een Beierse wei zitten, wenend, zoals in LaSalette. Naar verluid zou ze uiteindelijk aan tenminste vijfenzestig mensen in Obermauerbach verschenen zijn, waar ze plagen en oorlogen voorspelde. "Ik kan de straffen van God niet langer tegenhouden," zei ze vrijwel bij iedere verschijning.
Twee jaar later was er een opmerkelijke verschijning aan de vrouw van een Protestants officier uit Frankrijk, die beweerde dat ze de Maagd in het Vaticaan had gezien!
Maria verscheen datzelfde jaar ook in het Poolse Lichen, met dramatische boodschappen. Ze smeekte de mensen om de Rozenkrans te bidden en voorspelde een bloedig en wereldwijd conflict als ze dat niet zouden doen. Ze zei dat er miljoenen zouden sterven door epidemieën en bloedvergieten.
De boodschappen van Lichen waren interessant omdat ze officiële Kerkelijke erkenning kregen. Ze waren ook interessant omdat kort erna, in 1854 en 1855, in Frankrijk 152.000 mensen verhongerden en cholera duizenden doden eiste. Tussen 1849 en 1854 stierven er wel 750.000 mensen doorheen heel Europa, inclusief wat nu Rusland is.
Dit was op het moment dat Karl Marx in Parijs een ontmoeting had met Friedrich Engels. Marx slaagde erin de tijdsgeest te omschrijven toen hij het gedicht Oelanem schreef, dat op huiveringwekkende en duivelse manier zweerde: "spoedig zal ik de eeuwigheid in mijn boezem sluiten, en spoedig zal ik gigantische vloeken over de mensheid uitroepen."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
10. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 126]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Derde sessie
Op 14 september 1964 begon de derde sessie van het concilie. "Wat een vooruitgang!" noteerde pater Congar in zijn dagboek: "Concelebratie door vierentwintig paters, mis in dialoog en gezang met de menigte en de paus die zelf de communie uitreikt aan een dozijn aanwezige leken. De communie van de concelebranten duurt lang, maar het gevoel van gezamenlijk banket is duidelijk. We wonen dus een gezongen, geconcelebreerde en gedialogiseerde mis bij."
Een ander meer onopvallend teken van de mentaliteitsevolutie werd aan de Broeders van Taizé gegeven door kardinaal Ottaviani, nochtans als de voortrekker van de conservatieven beschouwd, toen hij aanvaardde met hen het avondmaal te gebruiken. Na het eten heeft hij met hen de Completen gebeden in het brevier van Taizé. Dom Helder Camara die dit gebeuren aanhaalde voegde er niet zonder reden aan toe: "Roger bekomt wat hij wil bij Ottaviani. Ik denk dat de arme kardinaal [die ik nu veel beter ken en van wie ik van ganser harte hou] lijdt als hij ziet dat iedereen hem vreest. Roger duikt op als een kind dat zich op een politieagent werpt, de hand op zijn gezicht legt en zijn tong uitsteekt. [...] God weet dat er geen gebrek aan respect in dit beeld schuilt." Deze derde sessie bezorgde Broeder Roger tegenstrijdige gevoelens.
Op 22 september, in voltallige congregatie, werden verschillende stemmingen gehouden over het schema rond de Kerk. De achtste stembeurt ging over het episcopaat als sacrament, met name deze bewering: Door de handoplegging en de wijdingformule is de genade van de Heilige Geest gegeven en de gewijde stempel gedrukt, zodat de bisschoppen op een uitgesproken en zichtbare wijze de plaats bekleden van Christus zelf, meester, herder en opperpriester en zijn rol vervullen. Deze herbevestiging van de doctrine scheen een overwinning voor degenen die, zoals Dom Helder Camara, de overdreven centralisatie van de Kerk laakten. Na het afroepen van de uitslag van die achtste beurt deed hij teken aan Broeder Roger die op de tribune voor waarnemers zat. Ze ontmoetten elkaar in een zijkapel van de onmetelijke basiliek om samen een dakgebed te zeggen, schreef Dom Helder en ook om op te komen voor degenen die verbitterd waren.
Het ander feit heeft betrekking op de zogenoemde Zwarte week, eind november. Keer op keer deed Paulus VI in extremis aan het schema over de Kerk een verklaringsnota toevoegen, die de bisschoppelijke collegialiteit beperkte: hij bracht op het laatste ogenblik amendementen aan in het schema over oecumene en verwees naar de volgende sessie met het debat over godsdienstvrijheid. Deze persoonlijke tussenkomsten van Paulus VI waren evenveel nederlagen voor de conciliaire meerderheid en overwinningen voor de conservatieve minderheid.
Dom Helder Camara getuigde dat vele protestantse waarnemers bitter tot zeer bedroefd waren. Broeder Roger vertrouwde hem toe: "De waarnemers staan op het punt het concilie te verlaten..." Pater de Lubac getuigde fijngevoeliger dat Broeder Roger tegelijk spijt had en verzoenend was. Maar deze autoritaire daden van Paulus VI hadden geen breuk tot gevolg. De derde sessie liep ten einde en andere belangrijke teksten lagen op debat en stemming te wachten tijdens de vierde en laatste sessie.
Pater Congar had wel de bezorgdheid van de prior van Taizé opgemerkt: "Vele priesters en monniken, ook religieuzen gaan naar hen (naar Taizé). Schutz vertelt me dat hij in vertrouwen diepe ontreddering hoort. Niet alleen vele jonge katholieken en jonge gezinnen stellen ZEER radicaal de kerkstructuren in vraag, niet alleen ontbreekt het de jongeren aan traditie, aan een elementaire kennis van de geschiedenis, van HUN geschiedenis, maar er is ook een diepe bevraging van priesters en monniken over hun roeping." Broeder Roger ontwaarde in de Kerk de crisis die openlijk zou uitbreken na het concilie.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 69]
Eleazar, zoon van Simon
De Joodse opstand
In 66 na Christus begonnen de Zeloten met de Grote Joodse Opstand, toen de hogepriester Eleazar ben Ananius weigerde om te offeren voor de Romeinse Keizer en het Romeinse garnizoen van Florus afslachtten te Jeruzalem en ook het twaalfde legioen van Cestius Gallus, dat uit 5.000 manschappen bestond, werd in een hinderlaag gelokt en verslagen te Beit-Horon in 66 na Christus. 2.400 zeloten namen er aan deel, onder leiding van Eleazar ben Simon. Eleazar plunderde het legioen en keerde terug naar Jeruzalem met een wezenlijke oorlogsbuit. Deze buit zou hij aanwenden om zich als politieke leider op te werpen tijdens de onderlinge machtstrijd in Jeruzalem tussen 67 en 69 na Christus.
Na zijn overwinning op de troepen van Cestus, werd Eleazar van alle macht ontdaan te Jeruzalem door de Hogepriester Ananus ben Ananus. Ook al toonde hij bewijs van zijn godsvrucht en zijn leiderschap in de slag bij Beit-Horon, werd er aan Eleazar ben Simon geen macht verleent, omwille van zijn "tiranniek karakter." Tegengesteld aan de anti-Romeinse agenda van de Zeloten, wensten Ananus en de andere gematigde leiders van Jeruzalem het conflict te stabiliseren en op te lossen met Rome. Zij vreesden dat het verheven van een Zeloot tot een machtspositie, een aanval zou uitlokken van de Romeinen die hun macht nog meer zou beperken. Ondanks dit afhouden van een machtspositie, bleef Eleazar te Rome de zaken van de Zeloten verdedigen vanuit zijn hoofdkwartier in de Tempel. Tijdens de zomer van 67, poogden Eleazar ben Simon en zijn Zeloten de gematigde regering van Ananus omver te werpen door officiëlen op te sluiten en verspreidde de angst dat de gematigde Tempelaristocratie de Joodse nationale zaak zou ondermijnen. Terwijl de Romeinse generaal de grenzen van Judea en Galilea bestookte, sloten duizenden Joodse vluchtelingen zich aan in de hoop om de weerstand tegen de Romeinen te versterken. Met een groeiende steun slaagde Eleazar erin om een stroman als Hogepriester aan te stellen te Jeruzalem om zo de macht van Ananus te breken en zo een volledige controle te verwerven over de tempel.
Vertaling: Broeder Joseph
12. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 84]
Het wonder van Faverney, Frankrijk [1608]
We zullen het wonder in iets meer detail bespreken: Verbrand waren het altaar [dat behalve zijn onderstel volledig tot as was vergaan] de altaardwalen, en bepaalde versieringen. Een van de twee kandelaren die de zijkanten van het altaar versierden bleek door de hitte gesmolten ... maar ondanks deze hitte was de monstrans onbeschadigd. De twee Hosties in deze monstrans waren ook intact, en hadden alleen last van lichte schroeiplekken. Vier objecten bewaard achter kristal dat aan de monstrans was bevestigd bleven ook gespaard; hieronder viel de reliek van de Heilige Agatha, een klein stukje van beschermend zijde, een pauselijke verklaring voor een aflaat, en een bisschoppelijk brief, waarvan de was gesmolten was en over het perkament was gelopen zonder de brief aan de tasten.
Wat betreft de zweving van de monstrans: 54 getuigen, waaronder vele priesters, getuigden dat de monstrans lichtelijk hing in de richting van het traliewerk, maar dat deze het traliewerk niet raakte. Het bleef er zelfs een flink afstand vandaan. De getuigen verklaarden ook dat de monstrans voor 33 uur bleef zweven.
Deze getuigen, die onder ede zworen, hebben ook een document ondertekend dat nog steeds in de kerk wordt bewaard. Ze zweerden ook dat de zweving van de monstrans niet werd beïnvloed door de vibraties van de mensen die er kwamen, ook niet door het in en uit gaan van de kerk, of door mensen die stonden en fluisterden naast het verbrande altaar, alsook niet door de mensen die het traliewerk aanraakten. Ook de handelingen van de kloosterlingen die de rommel opruimden en een nieuw altaar plaatsten had geen invloed op de monstrans.
Een marmeren plaat werd er geplaatst onder de plaats waar de monstrans zweefde. Op deze marmeren plaat stond geschreven: Lieu Du Miracle [Plaats van het wonder].
In december van het jaar van het wonder, 1608, werd één van de twee Hosties die in de monstrans bewaard was tijdens het wonder, plechtig overgeplaatst naar Dole, dat toen de hoofdstad van het gebied was.
Tijdens de Franse Revolutie is de monstrans van het wonder jammer genoeg vernietigd, maar de Hostie was gered door de gemeenteraad van Faverney, die de Hostie verborg tot het gevaar geweken was. Later is de monstrans nagemaakt aan de hand van schilderijen uit de tijd van voor de revolutie. In deze nieuwe monstrans wordt de Hostie bewaard, die 33 uur zweefde, nadat deze een vuur had overleefd waardoor zelfs een kandelaar gesmolten is.
13. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
De rijpheid van haar ziel was tot die mate gevorderd, dat ze zichzelf aan God wilde geven. Uit een nota die ze schreef weten we, dat Anita voor het eerst een religieuze roeping had gehad toen ze twaalf jaar oud was. Tijdens één van haar uitstapjes voor de missies, keerde ze terug naar huis en reed met haar fiets een steile helling af toen haar remmen het begaven. De dood leek onvermijdelijk, maar ze had het besef om zichzelf volledig aan Jezus te geven als ze ongedeerd bleef. Ze kwam thuis, ongedeerd en uitermate gelukkig. Vermits ze ongedeerd was gebleven, besefte ze dat God haar aanbieding had aanvaard.
Naarmate ze ouder werd zorgden haar contacten met de Zusters van de H. Dorothy en de gesprekken met haar biechtvader ervoor, dat haar verlangen naar een religieus leven versterkt werd. Haar ouders waren echter niet zo blij om haar te moeten verliezen. Ze hadden altijd gehoopt dat één van hun zonen voor het priesterschap zou kiezen, maar geen van hen leek daartoe geneigd. Vooral haar moeder probeerde Anita van mening te doen veranderen, maar de tussenkomst van bepaalde priesters die Anita kenden, brachten haar moeder op andere gedachten.
Op voorstel van haar vader liet ze zich fotograferen met haar lange vlechten over haar schouders. Ze gaf toe dat ze zich hier ongemakkelijk bij voelde omdat ze het ijdel vond, maar ze gehoorzaamde.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
14. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 71]
Aan moeder Augustine Ceyrac
Lourdes, 28 april 1866 J.M.J.
Lieve Moeder,
Eerst wil ik u danken voor de pillen die u zo goed was mij toe te sturen. Vanaf het moment dat ik ze voor het eerst ingenomen heb, had ik geen terugval meer, want ik heb een betrekkelijk rustige winter doorgemaakt. Ik beschouw dat als een geschenk van God. Ik geloof dat hij u naar Lourdes gestuurd heeft om mij te genezen. Hoewel mijn gezondheid verbeterd is, blijf ik ook de nieuwe pillen nemen die u mij liefdevol hebt toegestuurd. Ik ben u zeer erkentelijk, lieve Moeder, voor de dringende gebeden die u zo goed was voor mij tot de Heer te richten. Ik geloof dat zij reeds verhoord zijn, want ik voel meer dan ooit de drang deze wereld te verlaten. Ik ben geheel en al besloten en neern me voor binnenkort te vertrekken. O, lieve Moeder, hoe verlang ik ernaar die mooie dag te beleven, dat ik het geluk zal proeven in het Noviciaat te treden, want dat moet een hemel op aarde zijn. Ik vraag u daarom, lieve Moeder, uw dringende gebeden te verdubbelen voor dit doel. Van mijn kant beloof ik u dat mijn gebeden voor u niet in gebreke blijven. Ik bid voor u elke keer wanneer ik naar de grot ga, evenals voor al uw lieve zusters. Ik verenig mijn smeekbeden met de uwe om de genade te verkrijgen waarom u vraagt.
Ik stuur u een rozenkrans die het Heilige Graf van onze Heer Jezus Christus beroerd heeft. Hij is gezegend door onze Heilige Vader, de Paus, en ik heb ermee gebeden. Ik vraag u deze een keer voor mij te bidden. Wat zilver betreft, is hij niet veel waard, maar hij is niet minder kostbaar dan een die ik u in zilver met de post verstuurd zou hebben. Voor het overige denk ik dat u deze prefereert boven een andere.
Ik neem afscheid van u door u nogmaals te bedanken voor al uw goedheid voor mij. Ik zal die nooit vergeten. Ontvang, lieve Moeder, de respectvolle gevoelens van uw deemoedige dienares,
Bernadette Soubirous
15. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Opvoedingsdoelen
Verbondenheid
Een mens draagt niet alleen verantwoordelijkheid voor zijn medemens en maatschappij, maar zijn persoonlijk levensproject wint aan kwaliteit naarmate hij zich aan die medemens en de ruimere gemeenschappen kan toevertrouwen. Iedere mens heeft recht op geven en ontvangen in relaties, ook een jonge mens in zijn relaties tot volwassenen. Het levensproject van een mens is immers steeds getekend door vroegere generaties. De wijze waarop men die invloed gebruikt, bepaalt in grote mate iemands persoonlijk levensproject.
16. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën
Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 14
De Vredesduif zal tot ons komen uit de hemel, met een wit kruis op haar hart, en het teken van de verzoening en een zwaard van vuur tot beweging brengen, welke de liefde vertegenwoordigt. Zij zal gezeten zijn op een massief gouden troon, die de Ark van Noach uitbeeldt, daar Zij het einde van de zondvloed van het slechte zal komen afkondigen. Daar komt Zij, onze Moeder De Kerk bereidt alles voor, voor de glorierijke komst van Maria. De Kerk zal voor Haar een erewacht worden om de engelen tegemoet te gaan. De triomfboog is klaar. Het uur is niet veraf!
Vertaling: Chris De Bodt
17-06-2010
17 juni 2010
17 juni 2010
1. Nieuws uit Medjugorje van Patty De Vos
Beste Chris,
Hoe gaat het met U. Goed hoop ik. Ik telefoneerde vandaag naar Medjugorje naar mijn hotelier. Hij zegde mij dat er verschrikkelijk veel volk aanwezig is in Medjugorje. Hij heeft gehoord van zijn vrienden dat Pater Jozo terug op zijn eiland Badja [nabij Dubrovnik] is. Vicka is ziek te bed en zal zeker niet voor het jeugdfestival aanwezig zijn. De komende dagen bel ik nog wel met iemand anders en laat je de nieuwtjes weten.
Dikke knuffel
Patty
2. De Waarschuwing [9/15]
Lees dit
U, die spreekt tegen de Kerk van Rome en alle kerken die er deel van uitmaken, uw aantal is veel groter dan u denkt, want waar Mijn Tegenwoordigheid is, is Mijn Kerk. U zult de gevolgen kennen van uw woorden, uw afwijzingen tegenover Mijn Kerken, die een geheel zijn van Mijn Koninklijke Woning.
U, die spreekt tegen mijn gewijde personen, u zult leren dat u, net zoals zij, leden bent van Mijn kerk en u zult alles zien wat u gedaan hebt tegen Mijn Mystiek Lichaam dat Ik ben, zij en u. Omdat u hen hebt willen verlagen tot uw niveau door hun menselijke fouten uitvoerig te beschrijven, zonder u er rekenschap van te geven dat u er deel van uitmaakt. U zult daaronder lijden, want u zult zien dat het Mystieke Lichaam bestaat uit mannen en vrouwen die hun leven gegeven hebben door God liefde te schenken. Deze mannen en vrouwen hebben alles verlaten om langs moeilijke wegen anderen hun hulp aan te bieden. Zij hebben de kinderen van God les gegeven zonder hun tijd af te wegen, zij hebben de kinderen van God verzorgd, zonder rekening te houden met hun eigen pijnen. Zij hebben de meest onfortuinlijken onbaatzuchtig geholpen.
3. Medjugorje: De Onderzoekscommissies [aflevering 35/36]
Sedert het begin van de verschijningen zijn er rond Medjugorje een aantal officiële kerkelijke onderzoeken geweest. Voor de lezer wordt het echter moeilijker om moeilijker om een duidelijk inzicht te krijgen hoe alles, in verband hiermee, tot hiertoe is verlopen. Daarom dit overzicht. Hoewel de hoofdrolspelers in Medjugorje uiteraard Onze Lieve Vrouw en de zieners zijn, spelen de Commissies die zijn ingesteld door de Kerkelijke overheden een heel belangrijke rol. Daarom dit overzicht.
Aanmaning om "klaar te zijn" brengt de vraag naar voor wat hiermee wordt bedoeld
Maria maande ons in Haar boodschap van "Goede Vrijdag" aan "om klaar te zijn." Mirjana spreekt weinig over de geheimen, ook al heeft ze er in de beginperiode de meeste informatie over vrijgegeven. Zij heeft universitaire studies gedaan en is heel intelligent. Precies daarom wakkert dit het voorgevoel aan dat er "ernstige zaken" op komst zijn. Mirjana zou nooit lichtzinnig omgaan met woorden als "wees klaar," in het bijzonder als het aan niets is verbonden en helemaal apart staat aan het einde van de boodschap. En in vorige boodschappen verwees Maria dikwijls naar de "tekenen van de tijden." Neen, Mirjana is er de persoon niet naar om dubbelzinnigheden naar buiten te brengen.
De zienertjes van Garabandal en Medjugorje hebben ons gewaarschuwd dat de dingen zouden aanvangen op het moment dat alle geloof in God bijna helemaal zou verdwenen zijn. De kerk heeft de laatste vijftig jaar enorm veel gelovigen moeten inleveren. De recente onthullingen over het kindermisbruik, geven 95% van de media de gelegenheid om de Kerk nog meer af te maken, zelfs tot op het hoogste niveau. Er blijven maar enkele "echte gelovigen" meer over. Er zijn het groot aantal "verlichte" reacties op dergelijke persartikels van de ongelovigen, die het vuur nog meer aanwakkeren. Er zijn grote meningsverschillen binnen de kerk. Alleen al in de zaak Medjugorje is het, zoals het te Garabandal en Akita was voorspeld, Bisschop tegen Bisschop en Kardinaal tegen Kardinaal. Of het om in Pater Pétar Ljubicics woorden te zeggen: "God moet tussenkomen, hij moet satan stoppen. De wereld kan zo niet langer blijven doorgaan. Nog nooit is de maatschappij zo ziek geweest zoals nu. De dingen kunnen niet lang meer uitblijven." En ook de voorstanders van Medjugorje voelen dat alles wel eens heel vlug zou kunnen gaan. Er zal nog worden nagepraat over de "Goede Vrijdag" boodschap.
4. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 178]
Hoofdstuk 6. De Kruisiging
Jezus draagt Zijn Kruis naar Golgotha
Toen Pilatus Gabbatha verliet, volgde een deel van de soldaten hem. Zij stelden zich op vóór het paleis om vervolgens in de kruisstoet te stappen. Een klein deel bleef bij de veroordeelden. 28 gewapende Farizeeërs, onder wie de zes grimmigste vijanden van Jezus, die bij de gevangenneming op de Olijfberg waren geweest, kwamen naar het Forum gereden met de bedoeling de stoet te vergezellen. De beulen leidden Jezus tot het midden van de markt. Door de poort aan de westkant naderden verschillende slaven, die het kruishout droegen; zij wierpen het met veel lawaai vóór Jezus voeten. De twee dunne kruisarmen waren voorlopig aan de brede, zware stam vastgebonden; de spieën, het blokje voor de voeten en het verlengstuk werden gedragen door een aantal jonge beulsknechten, die ook nog andere dingen meebrachten.
Toen het kruis daar vóór Jezus lag, wierp Hij Zich op de knieën, sloeg Hij Zijn armen om het martelhout heen en kuste het driemaal, terwijl Hij stil een ontroerend gebed sprak, waar Hij Zijn hemelse Vader dankte voor het begin van de verlossing van de mensen. Zoals de heidense priesters een nieuw opgericht altaar omhelzen, zo omhelsde de Heer Zijn Kruis, het eeuwig altaar van het verzoenende, bloedige offer. De beulen trokken Jezus uit Zijn liggende houding omhoog. Geknield, moet hij de zware balk dan op Zijn rechterschouder tillen en hem met Zijn rechterarm omvatten; de weinige menselijke hulp die Hij kreeg, was hulp van woestelingen. Ik zag echter dat Onze Heer geholpen werd door engelen, die voor de anderen onzichtbaar bleven. Zonder die hulp uit de hemel had Hij zeker niet gekund het kruis op Zijn schouder te nemen, ook nu boog Hij nog door onder de last. Terwijl Jezus bad, traden enkele beulen naar de twee moordenaars toe, legden hun de losse dwarsbalken van de voor hen bestemde kruisen in de nek en bonden hun handen daaraan vast. Die dwarsbalken waren een beetje krom en werden bij de kruisiging aan het bovenste uiteinde van de stammen bevestigd. Slaven droegen deze stammen der veroordeelde moordenaars achterna.
Nu weerklonk het bazuinsignaal van Pilatus ruiterij, en één van de bereden Farizeeërs naderde de plaats waar Jezus knielde onder Zijn kruis, en sprak: "Het is uit en gedaan met alle mooie woorden, zorg dat wij van hèm verlost geraken; voorwaarts, voorwaarts!" Toen trokken zij Jezus helemaal overeind; de hele last van het kruis, die wij, naar Zijn heilige, eeuwig ware woorden, Hem ter navolging moeten dragen, rustte op Zijn schouder, en de hier ter wereld zo schandelijke, in de hemel zo zalig geroemde triomftocht van de koning der koningen nam een aanvang.
Aan het onderste uiteinde van de kruisstam had men twee touwen geknoopt, en twee van de beulsknechten hielden daarmee het kruis zwevende. Ver genoeg van Jezus af stonden de vier rakkers, die de touwen strak hielden, welke waren vastgemaakt aan de gordel, die men het laatst om Zijn middel had gelegd. Zijn mantel had men, samengerold, om Zijn bovenlijf gebonden ... Jezus herinnerde mij levendig aan Isaak, toen deze het hout voor zijn eigen slachtoffering naar de top van de berg ging dragen ... Door het bazuingeschal wou Pilatus te kennen geven, dat de kruisstoet zich in beweging moest zeggen, daar hijzelf met een schare soldaten wou uitrijden om een mogelijke opstand in de stad te voorkomen. Hij zat in volle wapenuitrusting te paard, omringd door zijn officieren en een troep ruiters, terwijl ongeveer driehonderd soldaten van het voetvolk, allemaal mannen uit het grensgebeid tussen Italië en Zwitserland, hem zouden volgen.
5. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 178]
Preken
De plichten van de ouders
Ik zeg u dat ge ook over uw kinderen moet waken, als ge ze naar buiten stuurt. Want in uw afwezigheid halen ze allerlei kwaad uit dat hun door de duivel wordt ingegeven. Als ik goed durfde, zou ik u zeggen dat ze zich de helft van de dag vermaken met onbetamelijkheden en gruwelen. Ja, ik weet het wel: de meesten van hen beseffen niet wat ze doen. Maar gij, ouders, hebt hun dat besef bij te brengen. De duivel zal immers niet nalaten hun later in herinnering te roepen wat ze in hun kinderjaren hebben gedaan en zo zal hij er hen toe verleiden dat ze zich op rijpere leeftijd aan soortgelijke dingen bezondigen. Zijt ge er u wel van bewust, broeders, wat er uit uw achteloosheid of uw onwetendheid kan voortkomen? Luister en onthoud goed wat ik u zeg! Een groot deel van de kinderen die ge naar buiten stuurt, bedrijven heiligschennis, reeds bij de eerste Heilige Communie. Ze hebben van tevoren al schandelijke gewoonten aangenomen, die ze ofwel niet durven te biechten, ofwel niet uitgeroeid hebben. Wanneer een priester, die hen niet in het verderf wil storten, hen dan weigert, krijgt hij van de ouders verwijten te horen: "Die van mij zijn zeker niet goed ..."
Ga naar huis, tobbers, en pas voortaan beter op uw kinderen, dan zullen ze heus niet geweigerd worden. Ja, ik zeg u dat het grootste deel van uw kinderen hun zondig leven beginnen in de tijd waarin ze alleen naar buiten gestuurd worden.
Vertaling: Chris De Bodt
6. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 178]
Hoofdstuk 25. Huwelijk, familie en kinderen
Nicky: Wat het meisje betreft die kaarsvet had gestolen op het Kerkhof, merkte ik op dat u werd gevraagd om twee gezegende kaarsen te doen branden voor die ene kaars die werd gedoofd. Is dit een voorbeeld van wat "bijkomend herstel" wordt genoemd? Maria: Precies, ja.
Nicky: Eerder zei u dat kinderen nog steeds dicht bij God zijn en dit is, uiteraard, vanwege hun onschuld. Gebeurt het ook dat kinderen bijzondere genaden ontvangen omwille van hun goed gedrag dat hen is bijgebracht door het voorbeeld van hun ouders? Maria: O ja, en zelfs heel dikwijls. Ik weet van kinderen die elke dag naar de Mis wensten te gaan en kinderen die heel veel hielden van het horen van verhalen uit de Bijbel. Dit zijn bijzondere genaden. Sommige kunnen zelfs aanvankelijk als extreem worden beschouwd, maar de ouders mogen nooit tussenkomen bij zulke aangelegenheden en het contact tussen God en hun kinderen laten groeien, want dit ligt in Gods plan. Ik heb verhalen gehoord van kinderen die voor een langere periode op kiezel wensten te knielen en te bidden. De ouders zullen hiervoor echter lang moeten boeten wanneer ze zoiets willen tegenhouden. God spreekt heel duidelijk tot de kinderen omdat hun zielen, zoals men zou zeggen, veel zuiverder, helderder en onschuldiger zijn dan de onze.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
7. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 23]
Lucias moeder heeft twijfels
Dankzij Onze Goede Heer deed deze verschijning de wolken van voor mijn ziel wegdrijven en werd mijn innerlijke vrede hersteld. Mijn arme moeder werd meer en meer bezorgd toen ze het volk van alle kanten zag komen. "Deze arme mensen," zei ze, "zijn allen naar hier gekomen door uw bedrog, daar kunt u zeker van zijn en ik weet werkelijk wat ik moet doen om hen dit bedrog te doen inzien." Een arme man die opschepte en ons belachelijk maakte, ons beledigde en zelfs zo ver ging door ons te slaan, vroeg op een dag aan mijn moeder:
"Wel moeder, wat hebt u te zeggen over de visioenen van uw dochter?" "Ik weet het niet," antwoordde ze "Voor mij lijkt het erop dat ze doet alsof en de halve wereld op een dwaalspoor zet." "Zeg dat niet te hardop, want dit zou anderen op de gedachte kunnen brengen om haar te doden. Ik denk dat er hier mensen genoeg zijn die dit maar al te graag zouden doen." "O, daar geef ik allemaal niet om, zolang als ze haar maar kunnen dwingen om de waarheid op te biechten. Ikzelf zal altijd de waarheid vertellen, of dat nu tegen mijn kinderen is of tegen anderen, of zelfs tegen mijzelf."
En dit was waarlijk ook zo. Mijn moeder vertelde altijd de waarheid, zelfs tegen haarzelf. Wij, haar kinderen, kunnen getuigen van haar goede voorbeeld. Op een dag besloot ze om een nieuwe poging te doen om mij alles wat ik had gezegd, te doen herroepen. Ze had het besluit genomen om met mij de volgende dag opnieuw naar de pastorij te gaan. Daar moest ik opbiechten dat ik loog en vergiffenis moest vragen en elke daad van boete te doen die de Eerwaarde pastoor goed achtte of verlangde om mij op te leggen. Deze keer was haar aanval zo erg dat ik niet meer wist wat ik moest doen. Op onze weg, toen wij langs het huis van mijn oom gingen, rende ik naar binnen om aan Jacinta, die zich nog steeds in haar bed bevond, te vertellen wat er gaande was. Daarop spoedde ik mij naar buiten en volgde ik mijn moeder.
In mijn relaas over Jacinta, heb ik Zijne Excellentie reeds verteld over haar rol en dat die van haar broer tijdens deze beproeving die de Heer ons had gezonden, en hoe zij baden terwijl ze op mij aan de bron wachtten, en zo verder. Op onze weg, spelde mijn moeder mij goed de les. Op een bepaald punt zei ik bevend tot haar: "Maar moeder, hoe kan ik zeggen dat ik dit alles niet heb gezien, als ik het wel heb gezien?" Mijn moeder werd stil. Toen we nabij de pastorij kwamen, zei mijn moeder: "Luister enkel naar mij! Wat ik wil is dat u de waarheid vertelt. Als u het zag, moet u het ook zo zeggen! Maar als u het niet zag, moet u toegeven dat u loog."
Zonder enig ander woord, bestegen we de trappen en ontving de goede priester ons in zijn studeerkamer, met, moet ik toegeven, de grootste genegenheid. Hij ondervroeg mij ernstig, maar heel hoffelijk en zocht zijn toevlucht tot diverse strategieën om mijzelf te doen tegenspreken of mij onsamenhangend te doen zijn in mijn verklaringen. Uiteindelijk liet hij ons gaan en trok hij zijn schouders op: "Ik weet niet wat ik hier allemaal moet uit opmaken."
Vertaling: Chris De Bodt
8. Manon des Sources [4/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
9. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 35: Catherina's geheim [Aflevering 232]
Volgens Sandra L. Zimdars-Swartz, een professor die de situatie grondig bestudeerd heeft, nam Maximins gezicht een "onuitsprekelijke" uitdrukking aan en zei hij op lage toon, "Ach, het is iets goeds" toen Marquise de Moneteyard, de zus van de bisschop van Moulins hem vroeg of hij kon zeggen of het geheim goed of slecht was. Toen men hem verder ondervraagde of iemand ooit het geheim zou kennen, antwoordde jongen op cryptische wijze, "Ja, wanneer alle mensen zullen beoordeeld worden." Aanwijzingen dat de twee geheimen niet alleen op de zieners persoonlijk betrekking hadden, maar op iedereen, werden voor het eerst vastgesteld door een plaatselijke advocaat met de naam Armand Dumanoir, die de zieners kende en zei dat elk kind een geheim had gekregen "dat lijkt te bestaan uit de aankondiging van een grote gebeurtenis, goed voor sommigen, slecht voor anderen." Verdere pogingen om meer informatie los te krijgen faalden, doordat de zieners blijk gaven van een buitengewone vaardigheid om vragen met terughoudende, precieze en vastberaden antwoorden af te weren. Deze eenvoudige kinderen waren m.a.w. in staat om de slimste ondervragers te slim af te zijn.
Maar in 1851, vijf jaar na hun verschijning, kwam er een wijziging in de situatie. Een vertegenwoordiger van Bisschop Philibert de Bruillard van Grenoble, vroeg aan Maximin en Melanie of ze akkoord gingen om hun geheimen neer te schrijven en ze in een verzegelde omslag naar Paus Pius IX te sturen. Ondanks al die jaren van onwrikbare weigering, gingen ze allebei akkoord, wat een aanduiding was dat ze ondertussen bovennatuurlijke signalen hadden gekregen ... in het geval van Melanie mogelijkerwijze een verschijning ... die hen toelating gaven. Men bracht Maximin naar een school in Rondeau en daar schreef hij zijn geheim neer terwijl twee mannen, één met de naam Canon de Taxis, de andere een plaatselijke ingenieur, toekeken. Maximins geheim bestond uit zeven genummerde paragrafen. Op een bepaald moment vroeg men hem om het nog eens netjes over te schrijven. Toen hij dat deed, vroeg hij hoe het woord "paus" geschreven werd. Het geheim werd dan, zoals beloofd, verzegeld in een omslag.
De volgende dag was het de beurt aan Melanie. Ze twijfelde meer, weende zelfs, maar ging uiteindelijk zitten en schreef een geheim neer dat langer was dan dat van Maximin. Onder toezicht schreef ze gedurende een uur rustig en serieus door, zonder pauze, en vulde drie bladzijden. Zonder het na te lezen verzegelde ze haar geheim in een omslag en adresseerde die aan "Zijne Heiligheid Pius IX in Rome." Een paar uur later realiseerde ze zich dat ze zich vergist had door te schrijven dat er op één bepaalde datum twee gebeurtenissen zouden plaatsvinden, terwijl ze in feite op verschillende datums ging gebeuren. Dus ze vroeg om het geheim opnieuw te mogen neerschrijven, wat haar toegelaten werd. Ze deed het opnieuw op een rustige manier, en pauzeerde enkel om de betekenis van het woord "onfeilbaar," en de schrijfwijze van "Antichrist" en "bedorven" te vragen. Op haar verzoek werd het geheim nagelezen door Bisschop Bruillard, die tijdens het lezen in tranen uitbarstte. Het werd dan verzegeld, en beide geheimen werden naar Pius IX gebracht. Pius geloofde in Marias bemiddeling (hij geloofde dat ze hem ooit van epilepsie genezen had) en toonde grote emoties bij het lezen van de profetieën. Zijn lippen trokken samen en naar verluid werd zn gezicht strak. Toen hij gedaan had met lezen zei hij met ernstige stem, "Ik moet deze brieven opnieuw lezen wanneer ik ontspannen ben. Er zijn kastijdingen die Frankrijk bedreigen, maar Duitsland, Italië en heel Europa zijn schuldig en verdienen kastijdingen." Toen het Hoofd van de Missionarissen van O.L.V. van LaSalette meer informatie vroeg, antwoordde Pius, "Je wil dus de geheimen van LaSalette kennen? Wel, hier zijn ze: tenzij je berouwvol bent, zal je sterven."
De pauselijk gezant voor Parijs, Kardinaal Nicolo Fornari, was directer. "Ik ben doodsbang," zei hij, "voor deze voorspellingen; we hebben in onze godsdienst alles wat we nodig hebben voor de bekering van zondaars; en als de hemel zulke middelen gebruikt, moet het kwaad heel groot zijn."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
10. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 125]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Franciscanen in Taizé
Het jaar 1964 werd gekenmerkt door de vestiging van een franciscaanse fraterniteit in Taizé, een historische gebeurtenis dat meteen een voorsmaak was van de komst van katholieke Broeders in de Gemeenschap in 1969.
De banden tussen Taizé en de franciscanen dateerden van 1945. Sinds 1957 was pater Damien Grégoire provinciale overste van de franciscanen. Hij kende Taizé en zijn prior sinds een tiental jaren en was er biechtvader geworden. Na het begin van het concilie dat nieuwe perspectieven en mogelijkheden scheen te bieden had Broeder Roger meermalen bij pater Damien de mogelijkheid aangehaald dat franciscanen permanent in Taizé zouden verblijven, niet alleen om een blijvende priesteraanwezigheid voor de katholieke bezoekers te waarborgen, maar ook om zoveel mogelijk een zelfde gemeenschapsleven te delen met de Broeders van de Gemeenschap, een soort integratie met de onvermijdelijke begrenzingen.
Sommige Broeders van de Gemeenschap stonden weigerachtig tegenover dit project dat voor hen trok op een paard van Troje dat de Roomse Kerk ons stuurt. Maar de prior drukte zijn plan door. Van zijn kant was pater Damien bereid het experiment te wagen, maar niet zonder toestemming van zijn oversten. Een van de Broeders die in Taizé verbleef heeft getuigd van de vrees bij de Roomse overheid: "Een dergelijk experiment kent geen voorgaande in de Kerk. Het concilie heeft nog geen standpunt ingenomen over de oecumene. Onbevoegd zegt onze generale minister dat hij zich moet wenden tot de Congregatie van Religieuzen die, ook onbevoegd, zich moet wenden tot het Heilig Officie, de huidige Geloofszaken. En het zal kardinaal Ottaviani zelf zijn die in brief aan de bisschop van Autun (die ons later die brief las) de toelating toestond met duizend aanbevelingen van waakzaamheid. [...] Het licht staat op groen voor ons."
Op paaszondag 7 april 1964 vestigden de twee eerste Broeders franciscanen, paters Louis Coolen en Max de Wasseige, zich in Taizé. Later vervoegden andere hen: pater Thaddée Matura al vanaf oktober en in de volgende jaren Broeder Azzimonti vanaf 1967, pater Damien Grégoire een zijn ambt als provinciale overste in 1969 was volbracht. Nog andere die niet zo lang zouden blijven.
De Broeders franciscanen bewoonden een huis in het dorp. Iedere dag droegen ze de mis op in de crypte van de kerk van de Verzoening en namen in burger deel aan het onthaal van de bezoekers. s Morgens baden ze de Getijden in de kleine gebedsruimte in hun huis. s Middags en s avonds woonden ze, steeds in burger, het gebed van de Broeders bij. De inburgering in het gemeenschapsleven door Broeder Roger gewenst verliep geleidelijk: de Broeders franciscanen namen deel aan de werkzaamheden van de Gemeenschap (onder andere de keuken) en leidden werkgroepen tijdens de jeugdbijeenkomsten die steeds talrijker werden. Ze woonden de vieringen bij, ditmaal in pijkleed, te midden van de Broeders en namen deel, een heel symbool, aan de kleine raad die dagelijks de Broeders verzamelde rond de prior.
De franciscaanse aanwezigheid duurde slechts acht jaar en werd plots onderbroken na haar grenzen te hebben aangetoond. Maar die breuk was niet aan de prior van Taizé te wijten. Broeder Roger heeft tot op het laatste moment gedacht dat het getuigenis van eenvoud, armoede en liefde dat de franciscanen brachten nog beter kon opgenomen worden in de Gemeenschap die hij gesticht had.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 67]
Woordenboek: Letter D
Eleazar, zoon van Simon
Oorzaak van de opstand
De radicale anti-Romeinse ideologie van Eleazar ben Simon is het gevolg van een levenslange onderdrukking van Israël door de Romeinen. Sedert 63 voor Christus was er een uitbuiting over geheel Israël door de Romeinse garnizoenen, met zeer hoge belastingen, die de officiële quota van de Romeinse overheid overtroffen. De rest diende gewoon voor henzelf. De Romeinse procurators onderwierpen ook de Joodse Hogepriesters, door Romeinsgezinden aan te stellen. Eveneens werden de Joodse religieuzen praktijken ontheiligd door de Romeine heidense gebruiken. In 39 na Christus verklaarde de Romeinse keizer Caligula zichzelf "goddelijk" en beval zijn troepen om zijn naam op de Tempel van Jeruzalem aan te brengen. Toen de Joden dit weigerden, dreigde hij ermee om hun tempel te vernietigen, maar zijn plotselijke overlijden spaarde Jeruzalem van een eerste belegering. Maar de bedreiging van Caligula had wel tot gevolg dat vele gematigde Joden radicaler werden en toen de Romeinse last nog drukkender werd, stapten de priesters, die eerst nog samenspeelden met de Romeingezinde hogepriesters, over naar de partij van de Zeloten om zoveel mogelijk politieke en religieuze vrijheden te herwinnen en dit met alle mogelijke middelen. De Zeloten, gesticht door Judas de Galileër, begonnen aan een anti-Romeinse campagne in Galilea en Judea.
Vertaling: Broeder Joseph
12. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 83]
Het wonder van Faverney, Frankrijk [1608]
Nieuws over dit wonder verspreidde zich snel, en de dorpelingen en priesters uit de omgeving vulden al snel de hele kerk. De Kapucijnenbroeders van Vesoul snelden ook naar de kerk om de gebeurtenis te aanschouwen. Velen knielden in ontzag voor de hangende monstrans, maar ook waren er velen die sceptisch bleven en het wonder voor zichzelf wilde onderzoeken. De rest van de dag en de daaropvolgende nacht waren er geen regels gesteld en mochten alle belangstellenden vrij de plaats van het wonder betreden.
In de vroege ochtend van dinsdag, 27 mei, droegen de priesters uit de hele omgeving om buurten de mis op, zodat er constant een mis was terwijl het wonder plaatsvond. Rond tien uur in de ochtend, tijdens de consecratie van de Mis die Pater Nicolas Aubry, de zielenpriester van Menoux, opdroeg, zag de gemeenschap de monstrans verschuiven naar een verticale positie en de monstrans daalde langzaam af naar het altaar, dat vervangen was omdat het oorspronkelijk altijd was vernietigd door de vlammen. Het zweven van de monstrans duurde 33 uur.
Al op 31 mei werd door de aartsbisschop, Ferdinand de Rye, een onderzoek ingesteld. Vierenvijftig getuigenissen van kloosterlingen, priesters, boeren en dorpelingen. Twee maanden later, op 30 juli 1608, na de getuigenissen te hebben bestudeerd besloot de aartsbisschop in voorkeur voor het wonder.
13. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Haar liefde voor Jezus was groot, zo groot dat wanneer haar kameraden naar haar op zoek gingen, ze haar vaak in de kerk vonden, waar ze lange tijd bij het Heilig Sacrament verbleef.
Na een aantal lezingen in 1929 door Pater Anzuini van het Gezelschap van Jezus, begonnen Anita en haar kameraden in de parochie te werken voor het Apostolaat van het Gebed. Pater Anzuini was in Italië goed gekend als apostel van de devotie aan het Heilig Hart van Jezus, en als begeleider van zielen. Nadat hij Anitas biecht had afgenomen, zei hij: "Dit is geen gewone ziel ... maar een die reeds heel geavanceerd is van geest."
Anita werkte vooral graag voor de missies, en maakte kledingstukken voor de niet-Christelijke kinderen. Ze vroeg aan haar kameraden, de parochie, en het hele land ook geld voor de missies. Ze ontfermde zich ook over de armen die weinig of geen geld hadden om aan de priester te geven, na het doopsel van hun kinderen. Om hen niet in verlegenheid te brengen, zamelde ze geld in en gaf het aan zuster Felicita. De zuster vertelde: "Anita kwam bij mij en gaf me in alle stilte een klein geldbedrag. Ze deed al haar liefdadigheidswerken met zo veel nederigheid dat niemand haar liefdadigheid opmerkte."
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
14. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 70]
Aan Moeder Augustine Ceyrac, overste van Hospitaal Figeac
Nevers, 3 September 1866
Lieve Moeder,
Ik ben blij u te kunnen schrijven hoe dankbaar ik ben voor de tabletten die u mij in uw goedheid hebt toegestuurd. Ik weet echt niet hoe u mijn grote erkentelijkheid te betuigen voor al het goede dat u mij schenkt. Ik geloof dat de goede God nog niet klaar is mij te beproeven, want sedert ik in Nevers ben, lijd ik alle dagen aan maagpijn en hoofdpijn, maar dat verhindert me niet tevreden en gelukkig te zijn in het Noviciaat, waar iedereen me vertroetelt.
Mijn lieve Moeder, ik reken op uw grote barmhartigheid en die van uw lieve Zusters om de Heer te danken voor de genade die hij onophoudelijk over me uitstort. Ik beloof hetzelfde te doen voor u en voor uw huis. Wees zo goed, mijn lieve Moeder, mijn groeten over te brengen aan uw zus. Ik beveel me bijzonder aan in haar gebeden opdat ik een ijverige novice zou worden.
Aanvaard, mijn lieve Moeder, de verzekering van mijn hoogachting waarmee ik de eer heb uw deemoedige en dankbare dienares te zijn,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
15. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Opvoedingsdoelen
Verantwoordelijkheid
Opvoeden is de jongere steunen om zich los te maken uit het isolement van een louter ik-gerichte ontwikkeling. Het is ruimte geven om verantwoordelijkheid te oefenen in zeer concrete situaties, aangepast aan de leeftijd en reeds verworven vaardigheden. Het is hem bewust maken van de verbanden waarin hij leeft en waarvan hij voor een stuk afhankelijk is. Het is hem ook bewust maken van het gegeven dat die verbanden levend gehouden moeten worden. Het is jongeren voorbereiden op hun rol in de kleinere en grotere maatschappij en hun situaties aanbieden waarin ze die verantwoordelijkheid kunnen beleven.
16. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 13
En zo zal Maria de verkozen der aarde inzamelen. Wat de zielen van de slechten betreft, zal een grote gebeurtenis hen afschrikken, maar ten goede van hen. Daarna zal Maria de hele maatschappij veranderen in goede korenaren. Alles zal goed worden. De farizeeërs zullen de laatsten zijn. De grote schurken zullen echter eerst komen. De joden, die Jezus Christus in zijn vernedering niet hebben willen erkennen, zullen Hem erkennen in de glorierijke komst van Maria. Niemand kent het zicht van de Voorzienigheid op ons, want ook al was de Heilige Augustinus één der grootste zondaars, nadien was hij één der grootste lichten voor de kerk. Vraag het aan de Verloren Zoon! U ziet dat de Verloren Zoon op weg is naar zijn veroordeling, omdat hij niet wil terugkeren tot zijn Vader om Hem vergiffenis te vragen! Ja, maar Maria zal hem opheffen: een moeder!
Vertaling: Chris De Bodt
16-06-2010
16 juni 2010
16 juni 2010
1. De Waarschuwing [8/15]
Lees dit
U zult voor al diegenen staan die door uw schuld geleden hebben zoals: uw wederhelft, kinderen, ouders, broers, zussen, dierbaren, vrienden, leraars, werkgevers en collega's, de geaborteerde kinderen, de actieve leden van de Kerk, de religieuzen, uw broers en zussen van alle rassen, talen, naties en religies. Ja, u zult uw schaamte voelen, want ik zal ze voor u brengen door mijn machtige tegenwoordigheid, daar ik ze allen in mij draag.
U zult kennis nemen van alle vijandigheid tegenover mij, de Liefde en uw naaste.
U zult tegenover de schade staan die u hebt aangericht tegen uw naaste, door uw slecht gedrag.
U, die het plezier verkoos boven de liefde tegenover uw naaste, zal ik laten zien hoeveel u dezen die voor u hebben gebeden, hebt doen lijden, terwijl u zichzelf hebt belachelijk gemaakt.
2. Medjugorje: De Onderzoekscommissies [aflevering 34/36]
Sedert het begin van de verschijningen zijn er rond Medjugorje een aantal officiële kerkelijke onderzoeken geweest. Voor de lezer wordt het echter moeilijker om moeilijker om een duidelijk inzicht te krijgen hoe alles, in verband hiermee, tot hiertoe is verlopen. Daarom dit overzicht. Hoewel de hoofdrolspelers in Medjugorje uiteraard Onze Lieve Vrouw en de zieners zijn, spelen de Commissies die zijn ingesteld door de Kerkelijke overheden een heel belangrijke rol. Daarom dit overzicht.
Overzicht van de laatste ontwikkelingen
Met dit overzicht wordt het meteen duidelijk dat alles erop wijst dat er tijdens de voorafgaande zomer gesprekken op het hoogste niveau hebben plaatsgevonden binnen het Vaticaan, met als hoofdrolspelers Paus Benedictus zelf, Kardinaal Christoph Schönborn, Kardinaal Camillo Ruini en het hoofd van de Congregatie voor de geloofsleer, de Amerikaanse Kardinaal William Levada, kardinaal van Long Beach, Californië, Verenigde Staten. Met zijn bezoek aan Medjugorje van 28 december 2009 tot 2 januari 2010, heeft Kardinaal Christoph Schönborn duidelijk te kennen gegeven dat het Vaticaan absoluut niet onder de indruk blijkt te zijn van de verklaringen van de Derde Onderzoekscommissie en allesbehalve achter de mening van Bisschop Ratko Peric staat. Maar er zit nog meer achter deze bijzonder snelle ontwikkeling van de zaken en dat wordt duidelijk in de boodschap die de Hemelse Moeder doorgeeft aan Mirjana Dragicevic op 2 april 2010:
"Lieve kinderen. Vandaag zegen Ik u op een bijzondere wijze en bid Ik voor u opdat u zou terugkeren op het juiste pad van Mijn Zoon, uw Redder, uw Verlosser, tot Hem die u het eeuwige leven schonk. Denk na over al het menselijke, over alles wat u verhindert om u op de weg te begeven naar Mijn Zoon, over de vergankelijkheid, de gebreken en de beperkingen, en denk dan aan Mijn Zoon, aan Zijn Goddelijke Oneindigheid. Veredel uw lichaam en vervolmaak uw ziel, door uw overgave en gebed. Wees klaar, Mijn kinderen. Dank u."
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 177]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus tot de kruisdood veroordeeld
De twee moordenaars stonden rechts en links van Jezus. Hun handen waren geboeid en, zoals onze Heiland tijdens het geding, droegen ook zij een keten om de hals. Hun kleding bestond uit een lendendoek en een soort wambuis van slechte stof, open aan de zijden en zonder armen, zoals een scapulier. Hun hoofdbedekking, van stro gevlochten en met een dikke rand, leek op een valhoed voor kinderen. Zij waren vuil, vertoonden striemen en blaren van de hun eerder toegediende geselingen. Hij die zich later zou bekeren, was nu reeds stil en in zichzelf gekeerd: de andere, kwaad en brutaal, vloekte en schimpte met de beulen mee tegen Jezus die de beide gezellen aankeek vol liefde en vol verlangen naar hun heil, want hij offerde ook al Zijn lijden op tot hùn verlossing.
De beulen raapten nu hun werktuigen bijeen en alles werd in gereedheid gebracht voor de treurige, gruwzame tocht, waarop de minnende Heiland, de Man van Smarten, de zondelast van ons, ondankbaren, wou dragen tot het einde en tot boetedoening Zijn allerheiligste bloed vergieten wou uit de kelk van Zijn lichaam, dat door de slechtsten onder de mensen werd doorboord.
Na veel getwist waren Annas en Caïphas dan toch overeengekomen met Pilatus. Ze kregen een paar lange perkamentrollen, die afschriften van het vonnis bevatten en haastten zich naar de tempel. Het zou hun nauwelijks lukken om er ten gestelde tijd te verschijnen.
Hier namen de opperpriesters afscheid van het ware Paaslam en spoedden zich naar de tempel van steen om het zinnebeeldige lam te slachten en te eten. Zij lieten het échte Lam Gods, dat de vervulling was van het beeld, door schandelijke beulen naar het altaar der kruisen voeren. Zij lieten het reine, waarlijk verzoenende Offerlam Gods, dat zij zoveel mogelijk getracht hadden uiterlijk te bekladden, te bevuilen met wat hun gruwelijke snoodheid ook maar bedenken kon, in de handen van onreine, wreedaardige beulen en liepen naar de stenen tempel om er de gereinigde, gewassen en gezegende lammeren te offeren. Zij hadden alles, ook het geringste, in acht genomen, ten einde zichzelf uiterlijk niet te verontreinigen, en ondertussen hadden haat, nijd en spotzucht, die in hun binnenste overkookten, hen bezoedeld.
"Zijn bloed komt over onze kinderen!" Met deze woorden hadden zij de ceremonie volbracht, die erin bestaat dat de offerende zijn handen legt op het hoofd van het slachtoffer. Hier liepen de wegen naar het altaar der Wet en naar het altaar van de Genade uiteen. Pilatus echter, de trotse en twijfelende, voor God sidderende en de goden dienende van de wereldse heidenen, een slaaf van de dood, heersend in de tijd tot hij schandelijk in de eeuwige dood zou neerzinken, trok met zijn dienaren en wachten, tussen de twee wegen door, naar zijn paleis. En de bazuinblazer stapte voorop.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 177]
Preken
De plichten van de moeder
Ge moogt uw kinderen niet naast u laten slapen, voor ze twee jaar zijn. Doet ge het toch, dan bedrijft ge een zonde. De Kerk heeft dit voorschrift immers niet voor niets gegeven. Ge zult verplicht zijn om het in acht te nemen.
"Maar," zult ge mij tegenwerpen, "soms is het zo koud en vaak ben je ook te moe om ze nog in een ander bed te stoppen."
Dat zijn geen van alle redenen, broeders, die u in de ogen van God kunnen verontschuldigen. Trouwens, als ge gehuwd zijt, weet ge dat ge u hebt te houden aan de taak die aan de huwelijke staat is verbonden. Ja, broeders, tal van vaders en moeders zijn zo slecht op de hoogte van hun godsdienst en slaan zo weinig acht op hun plichten, dat ze kinderen van vijftien tot achttien jaar naast zich laten slapen en dikwijls zelfs jongens en meisjes bij elkaar leggen. O God, wat een onwetendheid heerst er onder zulke ouders! "Maar," zult ge zeggen, "we hebben niet genoeg bedden." Hebt ge geen bedden? Leg dan uw kinderen in een stoel of breng ze bij uw buren. O God, er gaan zoveel ouders en zoveel kinderen verloren in de hemel!
Maar ik kom nog eens op mijn onderwerp terug en ik zeg u dat ge God beledigt, telkens als ge uw kinderen naast u laat slapen, voor ze twee jaar zijn. Hoe dikwijls gebeurt het helaas niet dat een moeder haar kind s morgens dood terugvindt, verstikt? Ook onder u zijn er vele moeders aan wie dit ongeluk is overkomen! En mocht de goede God het u voor gespaard hebben, dan wil dat nog niet zeggen dat ge minder schuldig zijt: iedere keer als ge uw kind naast u laat slapen en ge t er gelukkig afbrengt, bedrijft ge even groot kwaad als wanneer ge het dood zou terugvinden. Maar ge geeft uw fout niet toe, ge weigert u te beteren. Laten we de dag des oordeels afwachten en ge zult noodgedwongen erkennen wat ge nu niet erkennen wilt.
Je hebt moeders die zo weinig godsdienstzin bezitten of die, als ge wilt, zo onwetend zijn, dat ze hun kinderen uitkleden om tegen een of andere buurvrouw te snoeven over hun gezond uiterlijk. Anderen laten hen bij het verschonen naakt op de tafel liggen voor het oog van iedereen. Neen, zelfs wanneer ge alleen zijt, moogt ge dit niet doen. Of hoeft ge soms geen eerbied te hebben voor de aanwezigheid van hun engelbewaarder? Hetzelfde geldt voor de ogenblikken waarop ge uw kinderen moet voeden. Mag een Christenmoeder haar borsten onbedekt laten? Ja, zelfs wanneer zij zich niet ontbloot heeft, behoort zij zich af te wenden van de anderen. Sommige vrouwen lopen de hele dag halfnaakt rond, onder het voorwendsel dat ze een kind te voeden hebben. Wat een onbeschaamdheid! Zou zelfs een heidin niet blozen bij zon gedrag? Eenieder die zich niet tot onreine blikken wil laten verleiden, is verplicht het gezelschap van zulke vrouwen te ontvluchten.
"Maar," zult ge ten antwoord geven, "we moeten onze kinderen toch voeden of verschonen, als ze huilen?" En ik zeg u: als ze huilen, moet ge alles doen wat ge kunt om ze te sussen, maar het is beter om ze een beetje te laten schreien dan de goede God te beledigen. Veel moeders geven helaas aanleiding tot onreine blikken, tot slechte gedachten, tot ongepaste aanrakingen! Zeg me, zijn dat Christenmoeders? Moet een Christenmoeder integendeel niet één en al terughoudendheid zijn? O God, welk vonnis zal hen te wachten staan? Anderen zijn zo wreed, dat ze hun kinderen s zomers de hele morgen halfnaakt aan hun lot overlaten. Zeg me, broeders, horen dergelijke mensen niet tussen de wilde dieren thuis? Waar zit uw godsdienst en uw plichtsgevoel? Helaas, de godsdienst ontbreekt u en uw plichten hebt ge blijkbaar nooit gekend! Dat bewijst uw gedrag iedere dag opnieuw. Arme kinderen, wat een ongeluk om aan zulke ouders toe te behoren!
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 177]
Hoofdstuk 25. Huwelijk, familie en kinderen
Nicky: Wat nog, als er iets is, hebben de Arme Zielen gezegd over wat moet en niet moet gebeuren in de scholen? Maria: Ze hebben opgesomd dat seksuele opvoeding niet tot de taak van het onderwijs behoort. Het is een zaak van de ouders om hierover te praten van zodra het kind hier vragen over stelt. Het kind zou verder onder hun begeleiding en zorg moeten blijven omdat kinderen de blijvende liefde enkel van hun ouders leren. Opnieuw is er vandaag veel te veel macht verleend aan de wereldse onderwijzers die geen zaken hebben met opvoeding als het aankomt op geestelijke aangelegenheden, waarvan liefde en seks een groot gedeelte uitmaken. Onderwijzers moeten hun handen afhouden van de heiligheid van de familieband.
Op dit gebied brengt de televisie vandaag ook heel wat kwaad in de huiskamer. Het bestempelt de liefde als een of ander nuttig voorwerp om te consumeren en weg te gooien. Dit is een grote vertekening en aldus een grote zonde tegen de ware liefde, en daarom ook tegen God zelf!
Nicky: Zijn er zielen aan u verschenen, die toen ze hier op aarde waren, seksuele afwijkingen begingen? Maria: Ja, en ze lijden heel veel.
Nicky: Wat moeten ouders doen om het geweten van hun kinderen te vormen? Maria: Het goede voorbeeld geven is het belangrijkste. Maar ook door veel voor hen en met hen te bidden. Ook door hen vaak te zegenen. Ook dat is heel wat waard. En dan behoort een goede opvoeding vooraleer ze naar het lagere school gaan ook tot het belangrijkste. Jezus leerde ons de kinderen tot Hem te brengen en niet om de weg te versperren voor Hem.
Nicky: U zegt dat sommige kinderen uit het Vagevuur u hebben bezocht. Kunt u mij over twee of drie zulke gevallen vertellen? Maria: Een elfjarig meisje kwam mij bezoeken en vertelde mij dat ze een kaars had uitgedoofd op een kerkhof en een beetje van het kaarsvet had genomen om ermee te spelen. Zij wist dat ze dat niet mocht doen en moest daarvoor een tijdje in het Vagevuur verblijven. Ze vroeg mij om twee gezegende kaarsen te doen branden en alle andere dingen te doen die nodig waren om haar te bevrijden.
Dan kwam er een ander jong meisje naar mij toe omdat ze en haar tweelingzus poppen hadden gekregen met kaarten voor Kerstmis en hun moeder had hen gevraagd om er zorg voor te dragen. Het meisje dat tot mij kwam had als spoedig haar pop beschadigd en had deze, om niet te worden betrapt, in het geheim verwisseld met de pop van haar tweelingzus. Dit moest ze verder afregelen in het Vagevuur, maar uiteraard heb ik gebeden en haar op de weg geholpen.
Dan is er een andere geval, maar hier valt meer uit te leren dan dat er zich louter kinderen in het Vagevuur bevinden. Er leefden twee families juist naast elkaar. De ene familie was rijk, de andere eerder arm. Op een dag ging het kleine kind naar haar moeder en vertelde haar dat ze al haar mooie klederen en speelgoed wou weggeven aan het arme kind daarnaast. De moeder was klaarblijkelijk verward en vroeg haar kind waarom ze dat wou doen. Haar antwoord was dat ze niet altijd naar ginds kon gaan om met het andere kind te spelen. Hierop antwoordde de moeder dat het andere kind altijd bij hen kon komen om te spelen. "Neen, neen," drong het meisje aan, "Ik moet het doen, ik wil het doen." De ouders probeerden alles wat ze konden, maar niets kon het kind op andere gedachten brengen. Uiteindelijk gaven de ouders toe: "Goed, ga en doe maar, maar verwacht niet van ons dat we al deze mooie dingen opnieuw zullen kopen. Dat zullen we niet doen." "Geen probleem," zei het meisje en deed precies wat haar voornemen was te doen.
Twee dagen later rende ze uit de voordeur zonder te kijken en werd ze aangereden door een auto en overleed. De ouders kwamen in hun onmenselijk leed tot mij om te vragen waarom dit was gebeurd. Ik stemde ermee in om het aan de Arme Zielen te vragen en spoedig kreeg ik het volgende antwoord mee: "Hun lijden in het verliezen van hun meisje heeft gewaarborgd dat ze één van hun jongens niet zouden verliezen." Dit was dus een herstel voor iets was God zag komen. God is een heel liefdevolle God, want nu zullen beide kinderen spoedig bij Hem zijn en niet enkel één van hun kinderen.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 21]
Aanmoedigingen van Jacinta en Francisco
De dertiende juli kwam dichterbij en ik had nog steeds twijfels of ik zou gaan. Ik dacht bij mijzelf: "Als het de duivel is, waarop zou ik dan gaan om hem te zien? Als ze me vragen waarom ik niet ga, zal ik zeggen dat ik bevreesd ben voor de verschijning en dat ik daarom niet meer terug ga naar de Cova de Ira." Mijn beslissing was genomen en ik was vastbesloten om er naar te handelen.
Op de avond van de twaalfde begonnen de mensen zich reeds te verzamelen, in afwachting van de gebeurtenissen van de daaropvolgende dag. Daarom riep ik Jacinta en Francisco en vertelde hen over mijn besluit. "Wij gaan," antwoorden zij, "De Dame heeft gezegd dat wij moeten gaan." Jacinta zou uit eigen beweging tot de Dame spreken en zij was zo ontsteld over mijn beslissing, dat zij begon te wenen. "Omdat u niet wil gaan!"
"Neen, ik wil niet gaan! Luister! Als de Dame naar mij vraagt, vertel haar dan dat ik niet ga omdat ik bevreesd ben dat het de duivel is." En zo liet ik hen achter en verborg mij om zo te vermijden om op alle vragen te moeten antwoorden van de mensen die ondertussen waren afgezakt. Mijn moeder dacht dat ik met de kinderen uit het dorp speelde, terwijl ik mij de hele tijd verborgen hield in de braamstuiken van onze buurman, dat aan de Arneiro grensde, een beetje oostwaarts van de bron die ik reeds zo dikwijls heb vermeld. Toen ik die avond thuiskwam, schold zij mij uit: "Wat een mooie schijnheilige bent u, wees daar maar zeker van. Al de tijd die er was voor de schapen te hoeden hebt u verspild om enkel maar te gaan spelen en wie weet wat meer u nog had te doen, want niemand kon u vinden!"
De volgende, wanneer het bijna tijd was om te vertrekken, voelde ik plots, gedreven door een vreemde kracht waar ik amper kon aan weerstaan, dat ik moest gaan. Ik stapte op, belde aan bij mijn nonkel om te zien om Jacinta nog steeds daar was. Ik vond haar in haar kamer, samen met haar broer Francisco, knielend en wenend naast het bed: "Gaat u dan niet?" vroeg ik. "Niet zonder u! Wij durven niet. Ga mee!" Ik antwoordde: "Ja, ik ga mee." Hun gezichten klaarden op van vreugde en samen gingen we op stap. Een massa volk bevond zich lang de weg, wachtend op ons, en enkel met veel hinder konden we uiteindelijk de plaats bereiken. Dit was de dag waarop Onze Lieve Vrouw ons het geheim zou onthullen. Hierna, zei Zij ons, om onze hangende hartstocht opnieuw op te flakkeren: "Offer uzelf op voor de zonden en zeg dikwijls tegen Jezus, vooral wanneer u een opoffering maakt: O Jezus, dit is uit liefde voor U, voor de bekering van de zondaars en tot eerherstel van de zonden tegen het Onbevlekte Hart van Maria."
Vertaling: Chris De Bodt
7. Manon des Sources [3/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 35: Catherina's geheim [Aflevering 232]
Over de hele wereld was er een grote versnelling aan verschijningen, inclusief Amerika, naarmate de mensheid (bedwelmd door nieuwe uitvindingen zoals de stoomboot en spoorwegen) nog dieper in het materialisme verwikkeld raakte. Er was de verbazingwekkende verschijning van Maria in een indianentent in Montana, waar een jonge Flathead indiaan haar zag zoals ze op de Wonderdadige Medaille staat (ze verscheen met een ster boven haar hoofd en een slang onder haar voeten en straalde in een ongelooflijk licht), terwijl twee kinderen in Frankrijk, Maximin Giraud en Melanie Mathieu haar wenend zagen zitten op een grote berg in de Franse Alpen, net boven LaSalette, waar ze op 19 september 1846 elk van de zieners een geheim toevertrouwde en waarschuwde dat de "grote hongersnood" op komst was.
Dat jaar werd niet alleen getroffen door schaarste in de oogst in Frankrijk, maar ook door de Ierse Grote Hongersnood, die tussen1840 en 1850 een miljoen levens eiste.
Maria waarschuwde dat kinderen onder de zeven jaar rillend in de armen van hun ouders zouden sterven, en inderdaad, de hongersnood werd vergezeld van terugkerende epidemieën van tyfus, dysenterie, en de pokken, waardoor kinderen stierven zoals ze voorspeld had. De ziektes herhaalden zich met wat een historicus noemde, "een bijna apocalyptische hevigheid."
Dat waren de gekende voorspellingen. Er waren er ook die niet gekend waren, geheimen op een niveau dat voorheen nog niet gemeld werd en waarvan voor het eerst aanwijzingen waren tijdens de week na de verschijning, toen Maximin ondervraagd werd door de pastoor van Corps. Op de vraag of Maria nog iets anders verteld had, antwoordde Maximin: "Ja, er is nog iets, maar de Heilige Maagd heeft me verboden het te verklappen." Men kwam te weten dat, nadat Maria een aantal zonden van de bevolking had opgesomd, inclusief het ijdele gebruik van Jezus Naam en het werken op zondagen, en nadat ze de hongersnood voorspeld had (evenals kleinere problemen met de oogst), ze elke ziener afzonderlijk had toegesproken. Hoewel Melanie haar lippen kon zien bewegen, kon ze niets horen van wat ze tegen Maximin zei en Maximin kon niets horen toen Maria het geheim aan Melanie toevertrouwde.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 124]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Tweede sessie
Eind september 1963 herneemt het tweede Vaticaans concilie zijn werkzaamheden in een tweede sessie van drie maanden. Broeder Roger en Max Thurian vervoegen opnieuw hun appartement op de Via del Plebiscito. Ook wonen ze weer dagelijks de zittingen van het concilie bij. De bisschop van Montauban noteert dat onder het vijftigtal niet katholieke waarnemers de Broeders van Taizé de best bekende zijn, veel meer dan de Franstalige bisschoppen. Ze zijn onder ons op hun gemak. Bij aankomst voor de mis zijn ze al in de Sacramentskapel, waar ze hun gebed voortzetten, witte vlekken tussen de bisschoppen. In de zijbeuken worden ze tegengehouden, geven commentaar op de laatste tussenkomst of maken afspraken.
Broeder Roger is blij met het weerzien van Dom Helder Camara die ook verheugd is. Op acht oktober noteert deze: "Een gesprek met hem is een verrukking. Hij verheugt zich diep bij de stemmingen over liturgie zoals vandaag. Maar hij is ook bedroefd als hij denkt aan de kleine groep (tussen twaalf en vijfentwintig stemmen) waarvan hij hoopt dat ze de bitterheid zullen vermijden. Zoals wij droomt ook hij van een hervorming binnen de Romeinse Curie, maar is bezorgd dat iemand door het puin van de Oude Curie zou verpletterd raken."
Tijdens een maaltijd die vele bisschoppen uit Brazilië, andere Zuid-Amerikaanse landen, Afrika en zelfs Italië bijeenbracht, werd er naar de prior van Taizé geluisterd als naar een orakel. Hij verheugde zich over de teksten van het schema rond de Kerk, dat toen ter sprake kwam, met het episcopaat als sacrament, de collegialiteit van de bisschoppen en de mogelijkheid om gehuwde mannen tot diaken te wijden als onderdelen. Hij zag in de twee eerste doctrinepunten de wil om de maximalistige opvatting van het pauselijk primaat te temperen en de opkomst van een decentralisatie in de Kerk. De hervormingen die de Kerk zelf onderneemt, zo legde hij uit, zouden wel eens kunnen zorgen dat de protestantse Hervorming overbodig wordt.
Wat later op 28 oktober werd Max Thurian uitgenodigd om de Franse bisschoppen toe te spreken in de kerk van Saint-Louis-des-Français. Hij zette voor hen de werkzaamheden uiteen van de commissie Geloof en Constitutie van de COE die in Montréal samenkwam en waaraan hij had deelgenomen. Een Franse bisschop verheugde zich dat er nieuwe wind blies: "[Max Thurian] tracht ons alles te tonen wat in de aangenomen teksten van de Commissie kan dienen, zelfs in de doctrine, om de christenen te verenigen. Ook daar was het aangrijpend te kunnen vaststellen wat enkele jaren terug ondenkbaar scheen: Franse bisschoppen die met religieuze aandacht luisteren naar een protestantse dominee en op vele vlakken zijn ideeën delen."
In de geest en in de teksten speelde het tweede Vaticaans concilie zich gedeeltelijk buiten de aula af. Een orthodoxe waarnemer, Mgr. Timiadis, getuigde hoe het appartement van de via del Plebiscito een van de vurige haarden [zeker niet de enige] was geweest van het zogenaamde paraconcilie: "Hoe kunnen we de vriendschappelijke avonden vergeten waarop de waarnemers door de prior van Taizé en Max Thurian in hun huis werden uitgenodigd om commentaar te geven bij het verloop van de conciliaire discussies om vrijuit en eerlijk onze mening te uiten? Waren daar aanwezig kardinaal Tisserand, de Canadese kardinaal Mgr. Roy, Charles Moeller, kardinaal Suenens, pater Yves Congar. Als waarnemers: Oscar Cullmann, Lukas Vischer, Nikos Nissiotis, Paul Evdokimov en vele andere. In een broederlijke sfeer werden opmerkingen geuit waarvan Paulus VI zeker kennis nam."
Het schema over de Maagd Maria, in de eerste sessie verworpen, lag weer op alle tongen. Op een losse vergadering in de Domus Mariae pleitte de prior van Taizé in het bijzijn van een tiental bisschoppen om het weg te laten: "Heel zacht verwees hij naar het schema over Onze Lieve Vrouw: om te vragen dat uit liefde voor Christus, uit liefde voor de eenheid en uit liefde voor de Heilige Maagd zelf we onze kinderlijke gretigheid zouden intomen. Ieder nieuw mariaal dogma geeft een schijnbaar gelijk aan de protestantse prediking die benadrukt dat de Romeinen Maria boven Christus plaatsen." Tenslotte vroeg Paulus VI dat Maria niet meer in een aparte tekst werd behandeld, maar in een hoofdstuk van dogmatische constitutie over de Kerk (Max Thurian werkte er aan mee door een modi). Maria kreeg de titel van Moeder van de Kerk zodat er geen nieuw dogma bijkwam.
Op 4 december liep de tweede sessie ten einde. s Anderdaags op de middag werd de prior van Taizé door Paulus VI ontvangen. Het was de eerste ontmoeting met hem sinds zijn verkiezing. Door jaarlijkse ontmoetingen onderhouden bleven hun relaties openhartig, meer door ongeduld getekend bij Broeder Roger, en door voorzichtigheid uiteindelijk vanwege Paulus VI.
Daags na die sessie publiceerde de dominee een bijdrage waarin hij erkende dat het concilie bij hem vele vragen opriep en zelfs een interne strijd: "ik stelde me vragen over het concilie, of de doelstelling van Johannes XXIII overgenomen door Paulus VI wel degelijk zou vervuld worden, of het concilie wel onderweg was naar het fundamentele ofwel verloren liep in bijkomstige discussies." Uiteindelijk dacht hij het doel te bereiken onder de volgende sessie: de universele boodschap voor de hedendaagse mens aanpassen en vertalen.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 66]
Woordenboek: Letter D
Eleazar, zoon van Simon
Vroege leven
De historische bewijsvorming rond Eleazar begint in 66 na Christus, toen hij de Beit-Horon, het twaalfde Romeinse legioen van Cestus Gallus versloeg. Er is echter weinig gekend over zijn vroege leven en hoe hij opklom tot de macht. Men kan echter uit de geopolitieke bewegingen het Israël van de eerste eeuw, afleiden dat hij opgroeide in Galilea, het centrum van de Zeloten. Voor de oorlog, werden de Zeloten gemeden door de Hogepriesters van Jeruzalem. De verdeeldheid tussen de diverse soorten aanhangers van het Judaïsme, beperkt hun werkgebied tot zijn geboorteplaats in Galilea. Toen de opstand uitbrak in 66 na Christus, vluchtten de Zeloten uit Galilea voor de Romeinse afslachtingen en zochten ze hun toevlucht in het laatste Joodse bolwerk: Jeruzalem. Daar Eleazar aan het hoofd stond van een groot Joods leger in de slag tegen Cestius legioen, was hij reeds opgeklommen tot een machtpositie binnen het priesterschap, voorafgaand aan zijn militair succes.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 82]
Het wonder van Faverney, Frankrijk [1608]
Het Eucharistische wonder dat plaatsvond in Faverney, in Frankrijk, ging niet over een Hostie die veranderde in vlees, ook niet over een Hostie die begon te bloeden, maar over een Hostie die de gave had om de zwaartekracht te weerstaan.
De abdij, in wiens kerk het wonder plaatsvond werd opgericht door de Heilige Goedele in de achtste eeuw. Het werd opgericht onder de richtlijnen van de Heilige Benedictus, en droeg de naam: Notre Dame de la Blanche, [Onze Lieve Vrouwe van het Wit], ter ere van een klein beeldje dat staat in de kapel aan de rechterkant van het priesterkoor. Oorspronkelijk werd de abdij gerund door nonnen, maar kloosterlingen namen de abdij over in 1132.
Het religieuze leven in de abdij in het begin van de 17e eeuw was niet zo vurig als men zou verwachten. De gemeenschap telde maar zes kloosterlingen en twee ingewijden. Om het geloof van de mensen op peil te houden, dat toen door de protestante invloeden werd verzwakt, hielden de kloosterlingen verschillende jaarlijks feesten, waaronder de aanbidding van het Hoogheilige Sacrament met de viering van Pinksteren en de maandag daarna. Ter voorbereiding van deze vieringen was er een rustaltaar voor een traliewerk in de buurt van het priesterkoor.
In 1608 kwamen er vele mensen bijeen op Eerste Pinksterdag. Met de avondval, toen de deuren van de kerk werden gesloten en de kloosterlingen zich klaarmaakten om naar bed te gaan, lieten ze twee olielampen branden naast het Hoogheilig Sacrament, welke op het altaar verbleef in een simpele monstrans.
De volgende dag, maandag 26 mei, toen de koster, Don Garnier, de deuren opende zag hij de hele kerk gevuld met rook en vlammen die langs de zijden van het altaar omhoog kropen. Hij rende naar het klooster om de kloosterlingen te wekken. Onmiddellijk probeerden ze de kerk te redden. Terwijl de vlammen werden geblust merkte een jonge ingewijde, hij was pas 15 jaar, dat de monstrans zweefde in de lucht, lichtelijk hangend in de richting van het traliewerk aan de achterkant van het altaar.
12. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Eén van de nonnen die Anita onderwees, schreef dat ze "een voorbeeld van heel wat mooie deugden was. Ze was leerzaam en gehoorzaam aan de leraressen. Ze was vriendelijk, barmhartig, stil, behulpzaam voor haar trage medeleerlingen en men zag haar vaak bidden."
Een andere non, Zuster Felicita, het hoofd van de school, vertelde dat Anita stil was en onopgemerkt, en dat ze de vijf punten van schilderen en borduren leerde en er een grote aanleg voor had. "Ze verspilde nooit haar tijd, maar werkte hard en hielp haar medeleerlingen en aarzelde niet om problemen van anderen op zich te nemen om de anderen straffen te besparen."
De zusters merkten keer op keer haar deugdzaamheid op. Eén van haar leraressen gaf een voorbeeld van toen het hard regende aan het einde van de schooldag. Anita had geen paraplu, dus wilde zuster Felicita er haar één lenen. Het was een paraplu voor een volwassen man, geen stijlvolle paraplu voor een jong meisje. Anita deed haar best om het aanbod af te slaan, maar toen de zuster zei dat ze hem moest nemen, gehoorzaamde Anita en nam de paraplu met een glimlach en dankwoordje aan.
Er was ook een voorval met haar dagelijkse ontvangst van de Heilige Communie. Toen de eucharistische vasten op middernacht begon en duurde tot het tijdstip van de ontvangst, at Anita geen ontbijt en ging ze onmiddellijk na de Mis naar school. Vermits ze te laat op school zou zijn als ze eerst naar huis ging ontbijten, verkoos ze te blijven vasten, in navolging van Onze Heer die vaak maaltijden oversloeg tijdens Zijn publieke ambt. Toen haar moeder vaststelde dat ze geen ontbijt at, bereidde ze er elke dag één voor haar, en pakte het in zodat Anita kon eten voordat de lessen begonnen. Men zag dikwijls dat ze haar ontbijt weggaf aan de eerste de beste arme die ze op straat tegenkwam.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 69]
Aan Moeder Alexandrine Roques, overste van het hospitium te Lourdes
Nevers, 3 april 1872 J.M.J.
Lieve Moeder,
Ik begin mijn brief met u te informeren over onze dierbare en vereerde Moeder-Overste, die nu al drie maanden aan haar ziekbed is gekluisterd. De communiteit is, zoals u zich kunt voorstellen, bijzonder bedroefd. Wij hebben de maand van de Heilige Jozef aangewend om genezing voor haar te vragen. Wij hebben ongetwijfeld niet goed gebeden, omdat mijn geliefde Moeder niet genezen is. Het gaat wel iets beter, maar niet veel. Bid de Heilige Maagd om deze genade te verlenen als het tot meerdere glorie van haar goddelijke Zoon strekt. Eigenlijk wil ik de Heilige Jozef, die ik zeer liefheb, geen verdriet doen, maar in de hemel wordt niemand kwaad. Ik wacht vol ongeduld op juffrouw Leontine, ze komt binnenkort toch? Wat heeft men in mijn land toch veel tijd nodig om een beslissing te nemen. Veroorloof mij, mijn lieve Moeder, u een goed Hallelujah te wensen, evenals alle lieve Zusters. Wij zouden veeleer moeten treuren dan ons verblijden over ons arme Frankrijk. Dit is zo verhard en blind dat het een belediging is voor Onze-Lieve-Heer. Laten we veel bidden voor deze arme zondaars dat zij zich mogen bekeren. Per slot van rekening zijn het onze broeders. Laten we Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd vragen of zij deze wolven willen veranderen in schapen.
Vergeet mijn lichaam. Dat gaat wel. Maar bid veel voor mijn arme ziel. Betuig, alstublieft, mijn nederige en respectvolle complimenten aan mijnheer Pastoor. Vraag hem om een kleine gedachte in zijn dringende gebeden voor een van zijn lammetjes.
Aanvaard, mijn lieve Moeder, evenals alle lieve Zusters, mijn gevoelens van respect waarmee ik uw dankbare dienares ben,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
14. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Opvoedingsdoelen
Het uitschrijven van algemene opvoedingsdoelen is steeds een hachelijke onderneming, maar ze zijn nodig willen we het erfgoed van Don Bosco levend houden en vertalen naar deze tijd. In de lijn van Don Bosco's oratorio heeft een salesiaanse opvoedingsstijl vier hoofddoelen van ontwikkeling voor ogen: de groei in vrijheid, verantwoordelijkheid, verbondenheid en zingeving.
Opvoeden is de jongere bijstaan bij zijn zoektocht naar vrijheid en zelfstandigheid. Het is hem helpen zich vrij te maken van eenzijdigheid en beperktheid. Het is hem helpen zich te verlossen van angst en vervreemding. Zich integreren in de maatschappij, maar er zich tegelijkertijd kritisch tegenover opstellen, is de opgave. Men kan dit een kritische socialisatie noemen en dat hoort het ook te worden, binnen de concrete situatie waarin de jongere zich bevindt en waarin de opvoeding plaatsheeft.
15. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën
Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 12
Maar, de Onbevlekte Maagd Maria wil ons absoluut gezuiverd zien, opdat onze werken puur zouden worden. Als de boosaardigen hun kinderen zullen weggerukt zien in de glorie van Maria, zullen zij hun kinderen met Haar laten meegaan en door Maria zullen ze tot God stijgen. En zo zal de Heer in zijn glorie zelfs de slechten optrekken. Ziet u dit veld, waar er tussen de slechte planten allerlei soorten verrotte granen staan, met ook enkele mooie korenaren: dat is de maatschappij die aangetast is door het kwaad. Wat ermee te doen? Men mag de mooie zielen niet laten verloren gaan. De mooie zielen zijn de mooie korenaren.
Vertaling: Chris De Bodt
15-06-2010
15 juni 2010
15 juni 2010
1. De Waarschuwing [7/15]
Lees dit
Uw nalatigheid in de liefde voor uw naaste, dat de oorzaak was van uw lijden, u zult ze zien.
Weet dat u hebt bijgedragen in laagheden zoals het racisme, het atheïsme, uitsluitingen, gebrek aan medelijden, opstandigheden, meineed, samenzweringen: al dit zijn redenen om u liever te verbergen om niet te moeten zien dat u tekort geschoten hebt in uw liefde voor uw naaste.
Uw koude blikken, hoogmoedige, kleingeestige, snobistische, hatelijke blikken en andere, u zult ze tegenkomen.
2. Medjugorje: De Onderzoekscommissies [aflevering 33/36]
Sedert het begin van de verschijningen zijn er rond Medjugorje een aantal officiële kerkelijke onderzoeken geweest. Voor de lezer wordt het echter moeilijker om moeilijker om een duidelijk inzicht te krijgen hoe alles, in verband hiermee, tot hiertoe is verlopen. Daarom dit overzicht. Hoewel de hoofdrolspelers in Medjugorje uiteraard Onze Lieve Vrouw en de zieners zijn, spelen de Commissies die zijn ingesteld door de Kerkelijke overheden een heel belangrijke rol. Daarom dit overzicht.
Overzicht van de laatste ontwikkelingen
Sedert december 2009 is er heel wat beweging geweest in Medjugorje. Er was het bezoek van Kardinaal Christoph Schönborn en daarna waren er de nieuwsfeiten rond de nieuwe Commissie. Daarom volgt er dit korte overzicht.
13.12.2009: Officieus wordt het geweten dat kardinaal Christoph Schönborn een bezoek zal brengen aan Medjugorje van 28 december 2009 tot 2 januari 2010. Sedert eind de jaren tachtig is Schönborn een grote voorstander van Medjugorje. In 1989 vertelde hij aan Jozef Ratzinger, toen nog Voorzitter van de Congregatie voor de Geloofsleer: "Als Medjugorje wordt gesloten, mogen we meteen ook ons seminarie opdoeken, omdat de meeste seminaristen hun roeping hebben gekregen door Medjugorje." Ratzinger antwoordde hierop: "Medjugorje sluiten, daar is geen sprake van!"
28.12.2009: Kardinaal Christoph Schönborn komt aan te Medjugorje.
29.12.2009: Kardinaal Schönborn houdt een eerste toespraak in de Kerk over de Goddelijke Barmhartigheid en omschrijft Medjugorje als een "Supermacht van Genade."
30.12.2009: De kardinaal ontmoet de zieners die zich in Medjugorje bevinden en verkent, samen met Marija Pavlovic, de Podbrdo.
01.01.2010: Kardinaal Schönborn is hoofdcelebrant van de Middernachtmis op Nieuwsjaarsnacht.
02.01.2010: De kardinaal keert terug naar Wenen.
05.01.2010: Kardinaal Schönborn geeft interviews weg aan de Oostenrijkse Media met een resumé over zijn bezoek aan Medjugorje.
08.01.2010: De kardinaal zegt dat hij later zeker nog terugkeert naar Medjugorje.
10.01.2010: Kardinaal Schönborn spreekt op de Oostenrijkse TV over de reactie van Bisschop Peric over zijn bezoek aan Medjugorje.
15.01.2010: De kardinaal heeft een privé-ontmoeting met Paus Benedictus XVI.
15.01.2010: Kardinaal Schönborn dient Bisschop Peric schriftelijk van antwoord.
18.01.2010: Samen met Kardinaal Ersilio Tonini spreekt Kardinaal Schönborn op de Italiaanse televisie.
19.01.2010: De bisschop van Mostar, Ratko Peric wenst het openlijk debat te sluiten over zijn uitval naar Kardinaal Schönborn.
22.01.2010: Christoph Schönborn spreekt met kath.net. over het rapport van de voormalige Commissie.
23.01.2010: Kardinaal Bertone wijdt een nieuwe en vijfde Bisschop, Pétar Rajic, voor Bosnië en Herzegovina in.
22.02.2010: Het Pauselijke vastengebed bevat de woorden: "Dat de Heilige Maagd Maria ons, geleid door de Heilige Geest, mag helpen tijdens deze tijden van genade en van vreugde en vruchten ..."
06.03.2010: De eerste officieuze berichten komen door dat de Heilige Stoel een nieuwe Commissie, op internationaal niveau, zal samenstellen zijn rond Medjugorje. In feite komt dit neer op een hevige berisping voor Ratko Peric, dat deze zijn werk allerminst goed gedaan heeft.
09.03.2010: De Kroatische pers rapporteert de mogelijkheid van de oprichting van een nieuw Bisdom voor Medjugorje.
13.03.2010: De Paus heeft een ontmoeting met de Kroatische eerste minister Jadranka Kosor. Er wordt onder meer gesproken over de Katholieke situatie in Bosnië-Herzegovina.
17.03.2010: De Vaticaanse pers maakt officieel de oprichting van een nieuwe Internationale Commissie openbaar, die het Medjugorje fenomeen zal onderzoeken. De Commissie zal worden voorgezeten door Kardinaal Camillo Ruini.
18.03.2010: De voormalige parochiepriester van Medjugorje, Pater Ivan Cesar, zegt niet verrast te zijn door het bericht over de nieuwe Commissie.
19.03.2007: De eerste namen van de Commissieleden worden "officieus" bekendgemaakt.
20.03.2007: De Pauselijke Nuntius in Bosnië en Herzegovina, Aartsbisschop Allessandro D'Errico, geeft verder informatie over de motivering van de Paus voor de oprichting van de nieuwe Commissie. Deze verklaring wordt uitgezonden door Radio Mir Medjjugorje. Duidelijk wordt dat de Paus steeds altijd heel geïnteresseerd bleek in de verschijningen en dikwijls de positieve invloed er van heeft aangehaald.
20.03.2010: De Italiaanse verslaggever over het Vaticaan, rapporteert nu in de zaterdagse uitgave van de krant "Il Giornale," een Italiaanse krant, over de nieuwe mogelijkheid van de oprichting van een bisdom dat Medjugorje onafhankelijk zou maken van het bisdom van Mostar, dat geleid wordt door Bisschop Ratko Peric. Tornielli schreef dat de beslissing om een nieuw bisdom op te richten, met als mogelijke zetel Makarska, in september jongstleden bijna was genomen, maar in laatste instantie werd afgewezen door het protest van Bisschop Peric. Het nieuwe bisdom zou gevormd worden uit gebieden die momenteel vallen onder de bisdommen van Dubrovnik, Mostar en Split.
24.03.2010: Start van de eerste driedaagse zitting in Rome van de Internationale Commissie.
29.03.2010: Officieus worden nu de namen vrijgegeven van 17 Commissieleden.
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 176]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus tot de kruisdood veroordeeld
Toen het doodvonnis was uitgesproken en het schrijven begon, alsook het geruzie tussen Pilatus en de opperpriesters, werd Jezus prijsgegeven aan de beulen. Voordien hadden zij zich, uit respect voor het gerecht, een beetje ingehouden, maar nu handelden die verschrikkelijke mensen met Jezus gewoon als met een prooi. Men bracht de kledij die men Onze Heer, bij de bespotting vóór Caïphas, van het lichaam had gerukt. Zij waren terzijde gelegd en ik geloof dat meevoelende mensen ze gewassen hadden want ze waren nu opnieuw rein.
Ik geloof ook dat het de gewoonte was bij de Romeinen om, aan diegenen die zouden worden terechtgesteld, hun kledij terug te geven. De schandelijke beulen ontnamen Jezus de spotmantel die nog een weinig zijn naaktheid bedekte en bonden dan Zijn handen los om Hem te kunnen aankleden. Zij trokken de rode, wollen mantel zo ruw van hem af dat vele van zijn wonden opengingen. De Heer legde zelf, rillend en bevend, de doek om zijn lenden, en het wollen scapulier wierpen de beulen Hem om de hals. Daar zij de bruine, naadloze rok, die Maria voor Hem gemaakt had, niet over de brede doornenkroon konden krijgen, rukten zij die kroon van Zijn Hoofd en al de wonden, door de doornen teweeggebracht, begonnen opnieuw te bloeden en onuitsprekelijk pijn te doen.
Nadat zij de rok over Zijn gemartelde leden hadden getrokken, deden zij Hem ook Zijn breed witwollen kleed aan, Zijn gordel en zijn mantel. Tenslotte snoerden zij om Zijn middel nog een gordel, waar de touwen waren aan vastgeknoopt, die zij onder het gaan in de handen hielden. Dit alles gebeurde met ontzettende ruwheid, terwijl zij de Heer voortdurend schopten en sloegen.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 176]
Preken
De plichten van de vrouw en haar zwangerschap
Ik zal u alles zo eenvoudig mogelijk proberen uit te leggen, opdat ge uw plichten goed begrijpen en goed vervullen zult. Ik zeg u:
Dat een vrouw, van zodra ze zwanger wordt, een gebed moet bidden of een aalmoes geven. Beter nog is het, als zij dat kan, een heilige mis te laten opdragen om de bescherming af te smeken van de allerheiligste Maagd en om van God te verkrijgen dat het arme kind niet zal sterven, alvorens het Heilig Doopsel ontvangen te hebben. Als een toekomstige moeder werkelijk godsdienstzin heeft, zal zij tot zichzelf zeggen: "Had ik toch het geluk mijn kind te zien opgroeien tot een heilige! Moge ik het heel de eeuwigheid aan mijn zijde hebben en het de lof van de goede God horen zingen! Wat een vreugde zou dat zijn voor mij!"
Maar neen, broeders, zulke gedachten koestert een vrouw in haar zwangerschap niet. Haar gezegende staat is voor haar eerder een bron van ergernis en verdriet. Misschien denkt ge er zelfs aan om de vrucht van haar schoot te vernietigen. O, mijn God, hoe kan een Christenvrouw tot zon misdaad komen? En toch, op de dag des oordeels zullen we zien dat tal van moeders de gedachte aan een moord in zich hebben gedragen.
Ik zeg u dat een zwangere vrouw die haar kind wil redden voor de hemel, twee dingen moet vermijden: ten eerste, zware lasten dragen en de armen opheffen om iets op te pakken, want daardoor kan het kind een letstel krijgen en sterven. Het tweede ding dat zij moet vermijden, is het innemen van geneesmiddelen die een verkeerde invloed uit kunnen oefenen op het kind, terwijl zij zich ook niet mag laten meeslepen door een driftbui, ten gevolge waarvan het nieuwe leven in haar schoot verstikt zou kunnen worden. De echtgenoot moet veel dingen laten en veel dingen doen, die hij anders niet zou laten of doen.
Als hij het niet wil doen omwille van de moeder, laat hij het dan doen omwille van het kind. De genade van het Heilig Doopsel staat immers op het spel en deze te verliezen zou het grootste van alle ongelukken zijn!
Zodra een vrouw haar weeën voelt naderen, moet zij haar biecht spreken, en wel om verschillende redenen. Ten eerste omdat veel vrouwen in het kraambed sterven en zij dus in staat van genade dient te zijn, wil zij zich verzekeren van haar eeuwige zaligheid. Ten tweede, omdat de smarten en pijnen die zij te verduren heeft, geen verdiensten voor de hemel af zullen werpen, zolang zij in staat van doodzonde verkeert. Ten derde opdat zij de zegen die zij de goede God over haar kind afsmeekt, ook werkelijk zal verkrijgen. Een moeder moet ook in haar kraambed zoveel mogelijk haar schaamtegevoel en haar bescheidenheid trachten te bewaren en nooit uit het oog verliezen dat zij zich in de tegenwoordigheid van de goede God en in het gezelschap van haar engelbewaarder bevindt. Zij mag op onthoudingsdagen, zonder verlof, geen vlees gebruiken, want daardoor roept zij enkel onheil af over zichzelf en over haar kind.
Binnen 24 uur tenslotte zal zij haar kind laten dopen.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 176]
Hoofdstuk 25. Huwelijk, familie en kinderen
Nicky: Wat is uw antwoord op de welbedoelende Christelijke ouders die zeggen dat hun kinderen de toelating moet worden verleend om zelf hun godsdienst te kiezen, omdat dit hun recht is wanneer ze opgroeien? Maria: Deze laten eenvoudigweg satan toe om hen in een goddeloze maatschappij weg te leiden van de absolute waarheid over onze liefdevolle God. Welke liefdevolle ouder kan zijn kind laten kiezen tussen voedsel dat ondersteunt en geneest en voedsel dat langzaam iemand kan verzwakken, vergiftigen en zelfs doden? Welke ouder kan bij volle kennis zijn kind zonder liefde en warmte laten vertrekken? Ouders die dit zeggen en doen hebben nooit of nooit gebeden en hun eigen goedheid gevoed en in combinatie met deze, wordt God vergeten en wordt Hij dus heel erg gekwetst wanneer dit gebeurt.
Nicky: U hebt reeds gezegd dat er zich kinderen in het Vagevuur bevinden. Zijn deze ook reeds aan u verschenen? Maria: Ja, er zijn ook reeds kinderen aan mij verschenen. Zelfs kinderen tot de leeftijd van vier jaar. Weet u, kinderen hebben een heel scherper geweten dat de meeste volwassenen. Van zodra het kind het verschil kent tussen slecht en goed, draagt het de verantwoordelijkheid ervoor. Dikwijls wordt onderwezen dat de scheidingslijn de leeftijd van het logisch nadenken is en dit is een heel sterke fout vanwege de verantwoordelijke volwassen in de omgeving van het kind. Ik ken het geval van een kind iets van ouder dan vier jaar dat aandrong op het biechten van een zonde. En het was heel duidelijk wat het had misdaan.
Nicky: U blijkt ook een bijzondere liefde en zorg te hebben voor de kinderen van vandaag. Ik zeg dit omdat ik heb gehoord dat u de kleine kinderen hier in het dorp onderwijst. Maria: Ja, ik heb vele kinderen rond mij, nu reeds voor een hele lange tijd en ik leer hen de Catechismus.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 20]
Aanmoedigingen van Jacinta en Francisco
Hoezeer deze insinuatie mij deed lijden, weet enkel God, want enkel Hij kan in het binnenste van het hart kijken. Ik begon te twijfelen dat deze verkondigingen eventueel van de duivel zouden komen, die misschien op deze wijze mijn ziel wou doen verloren gaan. Toen ik de mensen hoorde zeggen dat de duivel altijd onenigheid en verwarring zaait, begon ik waarachtig te twijfelen, daar dat de sfeer in ons huis niet meer dezelfde was, want de vreugde en de vrede was verdwenen, sinds deze dingen begonnen. Welke smart voelde ik! Ik maakte mijn twijfels bekend aan mijn neefje en nichtje. "Neen, het is de duivel niet!" antwoordde Jacinta, "helemaal niet! Er wordt gezegd dat de duivel heel lelijk is en dat hij zich onder de grond bevindt, in de hel. Maar die dame is zo mooi, en we zagen haar opstijgen naar de Hemel!"
Onze Heer maakte hiervan gebruik om mijn twijfels die ik had wat te verminderen. Maar tijdens de loop van de maand verloor ik al mijn enthousiasme om opofferingen en daden van versterving te doen, zodanig zelfs dat ik mijzelf begon af te vragen of het niet beter was om te zeggen dat ik gelogen had, zodat aan alles een einde zou komen. "Doe dat niet!" schreeuwden Jacinta en Francisco het uit. "Ziet u dan niet dat u nu juist een leugen gaat vertellen, en is liegen dan geen zonde?" In deze gemoedstelling kreeg ik bovenop een droom die enkel de duisternis in mijn geest nog deed toenemen. Ik zag de duivel lachen omdat hij mij voor de gek gehouden had, terwijl hij probeerde om mij in de hel te trekken. Terwijl ik mijzelf in zijn klauwen zag, begon ik zo hardop te schreeuwen en op Onze Lieve Vrouw te roepen om hulp, dat ik mijn moeder had wakker gemaakt. Zij was ontdaan en vroeg mij wat er gaande was. Ik kan mij niet meer herinneren wat ik haar antwoordde, maar ik herinner mij wel nog dat ik verlamd was door de angst en dat ik die nacht niet meer kon slapen. Deze droom had mijn ziel bedekt met wolken van angst en lijden. Mijn enige troost was mij terug te trekken en mijn hart te laten uitwenen. Zelfs het gezelschap van mijn neefje en nichtje werd mij een last en daarom begon ik mij ook voor hen te verbergen. De arme kinderen! Ze zochten mij, schreeuwden mijn naam uit en kregen geen antwoord, terwijl ik de hele tijd daar was, dicht in hun baijheid verborgen in een hoek, waar ze nooit zouden gaan zoeken.
Vertaling: Chris De Bodt
7. Manon des Sources [2/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 35: Catherina's geheim [Aflevering 231]
Ratisbonne had moeite om nog meer te vertellen, maar hij zei wel dat toen hij zn ogen naar het gezicht van de Maagd wou wenden, hij niet hoger kon kijken dan haar handen. "Er zijn geen woorden om uit te drukken hoeveel genade en vrijgevigheid ik in die handen kon zien," zei hij, en voegde er aan toe dat hij op dat moment de waarheid van het traditionele Christendom begreep en aanvaardde. Kort daarna liet hij zich dopen en gaf hij zn leven als rijke zakenman op om een Jezuïetenpriester te worden. Zijn bekering was zo indrukwekkend dat het door een kerkelijk tribunaal onderzocht werd, dat de volmaakte en plotse bekering bestempelde als "een waar en buitengewoon mirakel."
Zon goede resultaten bevestigden de authenticiteit van Cathérines verschijningen, maar er blijven toch nog mysteries rond hangen. We weten niet of de Heilige Moeder geheimen toevertrouwde aan Cathérine. Het is bijna zeker van wel. De reden van haar verschijningen in de negentiende en twintigste eeuwen bevatten dikwijls vertrouwelijke boodschappen over het persoonlijke leven van de ziener, de toestand van de Kerk, of de wereld. Sommige geheimen gingen over alle drie. Cathérine moet op zn minst een persoonlijk geheim over haar eigen dood gekregen hebben, want ze wist wanneer hij zou komen.
Marias belangrijkste geheimen, de geheimen van het leven op aarde, gingen over het praktiseren van het geloof, nederigheid, en liefde, maar er waren altijd verborgen betekenissen aan Marias verschijningen, en de boodschap was dikwijls tijdsgebonden. Het geheim zat hem in de timing en de plaats. Cathérines verschijningen gebeurden toen Charles Darwin onderzoek deed voor zn evolutietheorie en terwijl de werken van Hegel alles in gereedheid brachten voor Karl Marx. Enkel zij die niet wisten hoe de hemel werkt, zouden zulke gebeurtenissen als toeval beschouwen.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 123]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Verhoudingen met de orthodoxen
De Gemeenschap stond er ook op goede relaties te onderhouden met de orthodoxen. Op 21 december 1962, na de eerste sessie van het concilie, had Mgr. Nikodim, gelast met de externe relaties aan het patriarchaat in Moskou, een bezoek gebracht tijdens zijn reis door meerdere Europese landen. Mgr. Timiadis, vertegenwoordiger bij de COE van de patriarch van Konstantinopel, was aanwezig om hem te ontvangen. Tijdens een lange gezongen dienst, herinnerde Broeder Roger zich, zegende Mgr. Nikodim de icoon van de Maagd Maria die door velen vereerd wordt in Taizé.
Op paasmaandag 15 april 1963, werd de eerste steen gelegd van het orthodox Centrum waarvan het project ter sprake kwam tijdens de eerste ontmoeting tussen patriarch Athenagoras en Broeder Roger. Dit Centrum, dat ontstond dank zij een gezamenlijk initiatief van Taizé en de orthodoxen, hing altijd af van de patriarch van Konstantinopel. Het was officieel een metochion (gemeenschap), canoniek verbonden aan de patriarchale zetel van Konstantinopel. Op een honderdtal meters van de kerk van de Verzoening gelegen was er een klein klooster en een kapel voorzien.
De plechtigheid werd voorgegaan door Mgr. Meletios, exarch van de patriarch van Konstantinopel in Parijs. Behalve vele orthodoxe Griekse en Russische bisschoppen, waren er twee katholieke bisschoppen [Mgr. Martin, aartsbisschop van Rouen en gelast met het Frans nationaal Secretariaat voor de Eenheid der christenen, en Mgr. Lebrun, bisschop van Autun], dominee Westphal, voorzitter van de Franse protestantse Vereniging, en een vijftiental dominees. Hier verzoenen zich drie kerken titelde Paris Match boven zijn verslag over de viering. Deze losse formule verdoezelde de grenzen van dit gebeuren. In feite wees de patriarch van Konstantinopel in een tijdens de viering gelezen boodschap aan het Centrum een eerder veroverende zending toe. Het zou de eerste patriarchale metochion in Frankrijk en zelfs in Europa zijn. Vertegenwoordigers van de orthodoxie zullen zich hier vestigen om liturgische vieringen voor te gaan en ontmoetingen te leiden. Dit centrum zal een getuige zijn van de geest van het Oosters christianisme in het hart van het Westen. [...] het zal de brug zijn om de rijkdommen van het spirituele, liturgische en theologische erfgoed van de orthodoxie aan het Westen over te dragen. Mgr. Timiadis legde van zijn kant de nadruk op de noodzaak om in de oecumenische dialoog een betere plaats te geven aan bepaalde aspecten van het mystieke en liturgische leven die de orthodoxie belicht heeft.
Het orthodoxe Centrum van Taizé werd twee jaar later ingehuldigd en zou voor de tweehonderd vijftig orthodoxe ministers in West Europa een plaats om samen te bidden en na te denken zijn.
Op 3 juni 1963 stierf Johannes XXIII, op Pinkstermaandag. Er waren veel bezoekers en pelgrims in Taizé. Broeder Roger vertelt: "We gingen s avonds naar de kerk toen zijn dood vermeld werd. Ik dacht dat God moest bedankt worden voor zijn leven door een woord te zeggen aan de mensen die bij ons waren voor het gebed, maar het woord kwam niet. Het scheen alsof de grond onder mijn voeten wegzakte als ik dacht dat dit enorm vertrouwen dat we in de Kerk kregen er niet meer was. Ik ging naar mijn kamer en bleef er alleen." Veel later vertrouwde de prior van Taizé toe: Bovenop het verlies van een geliefde, een heilige getuige, een profeet, bevatte me een angst: wat met de Gemeenschap zonder Johannes XXIII? De persoonlijke secretaris van de paus, Mgr. Capovilla, gaf aan de Broeders van Taizé het brevier van de paus als aandenken van een diepe spirituele nabijheid.
Broeder Roger woonde zijn uitvaart in Rome bij, waarna hij per schip naar Griekenland vertrok om er het millennium van de berg Athos bij te wonen waarop patriarch Athenagoras hem had uitgenodigd. Op het schip vernam hij op 21 april 1963 dat kardinaal Montini tot paus werd verkozen onder de naam van Paulus VI. De prior van Taizé was blij want hij kende de man al meer dan tien jaar.
De berg Athos staat op het einde van een lang bergachtig schiereiland dat in de Egeïsche zee duikt. De Heilige Berg biedt sinds eeuwen plaats aan een twintigtal moeilijk te bereiken kloosters. Het eerste werd er in 963 gesticht. Van 22 tot 24 juni volgden plechtigheden en diensten elkaar op, onder het voorzitterschap van patriarch Athenagoras en in het bijzijn van talrijke orthodoxe patriarchen uit verschillende landen. De oecumenische Raad der Kerken was vertegenwoordigd door de secretaris generaal Vissert Hooft. Verschillende katholieke congregaties waren ook uitgenodigd om vertegenwoordigers te sturen.
Het tweede Vaticaans concilie en de buitengewone belangstelling van de media rond het gebeuren hebben aan Taizé openbare ruchtbaarheid gegeven, vooral in katholieke middens. Van zijn kant toonde Taizé haar groot talent voor communicatie. Behalve aankondigingen en mededelingen dikwijls door de pers opgenomen, gaf de Gemeenschap vanaf 1963, tussen de eerste en tweede zitting van het concilie, een driemaandelijks tijdschrift uit onder de naam Aujourdhui, om verslag uit te brengen over de activiteiten, ontmoetingen en retraites en het programma van de komende maanden bekend te maken. Het aantal bezoekers, sessiegangers en retraitanten bleef maar stijgen. Vanaf juli 1963 verbleven twee Zusters van de Gemeenschap van Grandchamp zonder onderbreking in een huis op het dorp. Eén ervan bracht meerdere uren door in de kerk om de bezoekers te ontvangen, want Broeder Roger had geopperd dat er in de kerk van de Verzoening een profetes Anna moet zijn die waakt, bidt en ontvangt. Dat was meer dan een wens. Het jaar daarop werden er katholieke zusters gevraagd, dominicanessen en franciscanessen, om aan het onthaal mee te werken.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 65]
Woordenboek: Letter D
Eleazar, zoon van Simon
Ondubbelzinnigheid
Ondanks vele misvattingen hierover, is Eleazar ben Simon, de Zeloot, niet dezelfde persoon als Eleazar ben Yair, de leider van de Sicariërs van Massada. In Josephus Flavius "De Bello Judaico," de allereerste bron over de Joods-Romeinse oorlog, maken we kennis met belangrijke historische figuren, met hun erfelijke naam en toenaam. Daar "Eleazar, de zoon van Simon" en "Eleazar, de zoon van Yair" afzonderlijk worden voorgesteld met hun erfnaam, maakt Josephus duidelijk dat deze twee leiders niet één en dezelfde persoon zijn.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 80]
Het wonder van Paterno, Italië [1772]
In gemeenschap met vele parochianen bracht de priester deze tweede verzameling Hosties ook naar de kerk, maar deze keer met nog meer vreugde en plechtigheid. Toen ze bij de kerk aankwamen brachten ze allen hartelijke eer en dank voor de Hemelse tekenen die het bewijs waren van de Werkelijke Aanwezigheid van de Heer in dit Hoogheilig Sacrament.
De verschijning van de mysterieuze lichten in het veld moet men niet beschouwen als iets triviaals, of als een soort bijkomstigheid. Een soortgelijke gebeurtenis gebeurde namelijk ook bij de mensen van Annaya, in de bergen van Libanon, in 1899. Deze lichten verschenen voor 45 nachten na de begrafenis van de Heilige Sjarbel Makhlouf, een Libanees kloosterling en een kluizenaar. Voor onderzoek naar deze lichten werd het lichaam van hem opgegraven, en zagen ze dat zijn lichaam nog niet vergaan was. Niet alleen was zijn lichaam onaangetast, maar voor jarenlang ontstond er uit zijn lichaam een mysterieuze vloeistof die geen wetenschapper kon verklaren. De Heilige Sjarbel werd heilig verklaard op 9 oktober 1977.
De aartsbisschop van Napels is in het bezit van papieren die geschreven zijn Kardinale Sersale, die aartsbisschop was toen het wonder van Paterno plaatsvond. Deze documenten geven een gedetailleerde verklaring van betrouwbare mensen die de ongewone gebeurtenissen rond de ontdekking van de Wonderlijke Hosties hadden mogen aanschouwen, en ze verklaarden de echtheid.
12. Recente heiligenlevens
Eerbiedwaardige Anita Cantieri [1910-1942]
Met de uitdrukking "een bloem is op aarde verschenen," sprak Eerwaarde Lawrence van St. Albert, de provinciaal van de Ongeschoeide Karmelieten van Toscane, geestdriftig over deze Eerbiedwaardige die geduldig leed, die "uiterst eenvoudig, uiterst aantrekkelijk en aardig" was, die een heilige ziel was in de geest van de Karmelieten. Hoewel Anita Cantieri een uitverkoren ziel was die jarenlang met pijn aan het bed gekluisterd was, werd haar heiligheid welbekend. Haar begrafenis werd bijgewoond door een aantal priesters, en er was een grote en indrukwekkende processie van mensen, die bewondering hadden voor haar deugden en haar liefde voor God.
Anita werd op 30 maart 1910 geboren in Lucca, als dochter van David Cantieri en Annunziatia Fanucchi, die door God met 12 kinderen gezegend werden waarvan Anita de voorlaatste was. Een aantal van de kinderen stierf tijdens de kinderjaren, maar Anita was een heel gezond, klein meisje met een levendig karakter die een goede verstandhouding had met haar broers en zussen. Ze ontving de sacramenten en op zesjarige leeftijd ging ze naar school. Ze leerde graag en ging goed vooruit.
Toen ze dertien was, ging ze naar een school van de Dorotheaanse nonnen in Lucca. Voor deze periode uit haar leven hebben we waardevolle getuigenissen die ons een kijk geven in de vroege spiritualiteit van deze Eerbiedwaardige.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 68]
Aan Moeder Alexandrine Roques, overste van het hospitium te Lourdes
Nevers, 23 april 1872
Lieve Moeder,
Ik hoop dat u niet meer op me moppert en me niet meer beschuldigt van nalatigheid u te schrijven. Ik ben blij u te kunnen mededelen dat het genezingsproces van onze dierbare en vereerde Moeder zich voortzet. Bid steeds voor haar. De communiteit houdt op dit moment een novene tot onze goede moeder Marcelline.
Onze gewaardeerde en lieve Zuster-Assistente dankt u voor het water en de bloemen die u zo goed was om haar te sturen. Ze vraagt me u te zeggen dat onze vereerde Moeder het [water] heeft gedronken. Zij heeft twee vazen met rozen in haar kamer gezet. Daar beleeft ze veel plezier aan. Onze vereerde Moeder wil dat u de postulantes met die van Bagneres meestuurt. Onze lieve en gewaardeerde meesteres gelast me u te vertellen dat zij het besluit genomen heeft het u niet meer moeilijk te maken. Mijn lieve Zuster Nathalie, assistente, gaat naar Lourdes, maar zij moet een lange reis maken en ze zal hen niet kunnen meenemen. Dan zouden zij te lang onderweg zijn. Ik vraag u mijn lieve Zuster Nathalie eraan te herinneren wat zij mij beloofd heeft bij mijn beminde Grot te zullen doen.
Mijn lieve Zuster Eleonore moest u daarover schrijven, maar zij ligt al twee dagen op bed met een ontsteking. Mijn lieve Zuster Melanie laat u groeten en betuigt haar vriendschap aan de lieve Zusters.
Ik vergeet mijn lieve Zuster Damien niet, een hartelijke groet aan alle lieve Zusters, in het bijzonder aan mijn lieve Zuster Victorine. Vertel mij, vraag ik u, hoe het met de kinderen van tante Lucile gaat, en of Bernadette al naar school gaat. Omhels haar namens mij, zeg haar dat ze braaf moet zijn. Ontvang, mijn lieve Moeder, evenals de lieve Zusters, mijn respectvolle gevoelens en zusterlijke liefde,
Uw toegewijde kind
Zuster Marie-Bernard Soubirous
14. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Mensbeeld
Mens zijn of worden doet men bovendien niet alleen. De mens is een relationeel wezen, is verwevenheid, verbondenheid en dialoog. Hij leert zichzelf maar kennen in relatie met anderen en met de maatschappij. Op hun beurt zijn dit wegen om verbonden te raken met een transcendente werkelijkheid, die wij God noemen.
Tegelijk is de mens meer dan het product van zijn genetische, sociale en toevallige mogelijkheden. Het is ook een wezen dat openstaat voor het mysterie. Alles wat leeft en beweegt is meer dan wat het op het eerste gezicht lijkt en wat wij ervan verstaan. Er is steeds een element dat alles overstijgt, dat niet te vatten is, dat mysterie blijft. Die mogelijkheid laat de mens toe zinvolheid te ontdekken in de wisselvalligheden van het bestaan.
Door al die aspecten heen ervaart de mens voortdurend een aantal spanningsvelden, daarom beschouwen we de mens als een wezen levend in fundamentele spanningsvelden, zoals leven en dood, orde en chaos, geven en ontvangen, rede en gevoel, ideaal en werkelijkheid, ... Het is een uitdaging en opgave om die werkelijkheid te doorleven.
15. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 11
satan is de geest van het kwade en zijn dienaren in de zichtbare wereld zijn de slechte mensen, de tegenstanders van Christus. Tijdens de tegenstand zal Maria de mens zoeken en hem de doorn van het kwade laten voelen. En zo zal de slechte mens, vermurwd, zich tot Maria en tot het goede keren en bevrijd worden van het kwaad. Vanaf dan zal de mens worden bevrijd van de bezetenheid van satan en opnieuw het kind van God worden. Een stuk ijzer uit de oven en komt er gezuiverd uit. Zo gebeurt het ook met de ziel in het vuur van de hemel. Vandaag biechten wij het kwade op, maar wij verjagen het kwade niet. Wij halen het slechte gras er uit, maar laten de wortels ervan steken. Wij blijven vastgeroest in de gewoonten van de vroegere mens.
Vertaling: Chris De Bodt
14-06-2010
14 juni 2010
14 juni 2010
1. De Waarschuwing [6/15]
Lees dit
Al uw handelingen tegen Mij, de Liefde en tegen uzelf, zoals moorden, verkrachtingen, incest, verboden verkoop, illegale aankoop, fraude, pedofilie, overmatig seksueel genot, fysiek geweld, snoeplust, luiheid, overspel, heerszucht, manipulaties, complotten, opsluitingen, opstandigheden, verzet, liefdesweigeringen, ongehoorzaamheden, drankmisbruik, misbruik van medicijnen, drugsmisbruik, idolatrie, schandalen, immorele optochten, nalatigheden in verdelingen, handelingen tegen de natuur, handelingen tegen elk dierlijk wezen en hoeveel andere, alles wat van u is zal aan bod komen: u zult uw innerlijke ontdekken dat u al dit kwaad heeft laten doen.
De reden die u ertoe heeft gebracht om het kwade te doen door uw weigering om er u van Mij te verwijderen en waardoor u Mij, de Liefde hebt geweigerd, waardoor u uw naaste en uzelf hebt geweigerd om Mijn Liefde te geven, zal u getoond worden.
Ook de slechte invloeden van de televisie, radio, slechte films, duivelse muziek, wilde en smachtende dansen, ongezonde spelen, heimelijke plaatsen, plaatsen van losbandigheid, occulte wetenschappen, smokkel van verboden goederen, toverkunsten [en u weet, net als Ik, dat er nogal wat zijn], dat alles zult u kennen, want het zal niet mogelijk zijn om uw laagheid te verbergen.
2. Medjugorje: De Onderzoekscommissies [aflevering 32/36]
Sedert het begin van de verschijningen zijn er rond Medjugorje een aantal officiële kerkelijke onderzoeken geweest. Voor de lezer wordt het echter moeilijker om moeilijker om een duidelijk inzicht te krijgen hoe alles, in verband hiermee, tot hiertoe is verlopen. Daarom dit overzicht. Hoewel de hoofdrolspelers in Medjugorje uiteraard Onze Lieve Vrouw en de zieners zijn, spelen de Commissies die zijn ingesteld door de Kerkelijke overheden een heel belangrijke rol. Daarom dit overzicht.
Nieuw bisdom?
Rome, Italië, 20 maart 2010. Volgend op de aankondiging van verleden week, dat er een nieuwe commissie gevormd wordt om de mogelijke Mariaverschijningen te Medjuorje te onderzoeken, heeft een doorgaans goed geïnformeerde journalist over het Vaticaan, gerapporteerd dat er een nieuw bisdom zou kunnen worden gevormd in het gebied, waar Medjugorje zou ondervallen. Bepaalde gebieden, Mostar inbegrepen [waar Medjugorje zich nu onder bevindt], onder de bevoegdheid van een nieuw bisdom plaatsen, zou "een beter beheer van de toevloed van bedevaarders" betekenen.
De ervaren verslaggever over het Vaticaan, Andrea Tornielli, rapporteerde in de zaterdagse uitgave van "Il Giornale", een Italiaanse krant, over de nieuwe mogelijkheid van de oprichting van een bisdom dat Medjugorje onafhankelijk zou maken van het bisdom van Mostar, dat geleid wordt door Bisschop Ratko Peric. Deze laatste heeft zich meerdere malen minachtend uitgelaten over de authenticiteit van de verschijningen.
Tornielli schreef dat de beslissing om een nieuw bisdom op te richten, met als mogelijke zetel Makarska, in september jongstleden bijna was genomen, maar in laatste instantie werd afgewezen door het protest van Bisschop Peric. Het nieuwe bisdom zou gevormd worden uit gebieden die momenteel vallen onder de bisdommen van Dubrovnik, Mostar en Split.
Hiermee wordt duidelijk hoezeer het Vaticaan de huidige omstandigheden rondom de houding van de Bisschop van Mostar, Ratko Peric, betreurt. Ongetwijfeld wordt dit verhaal nog vervolgd.
3. Wetenschappers ontdekken doodsoorzaak van de Heilige Rosa van Viterbo [1234-6 maart 1252]
De heilige Rosa van Viterbo stierf in 1252. Vrijwel iedereen dacht dat tuberculose de boosdoener was, maar dat is onjuist, zo concludeerde een Italiaanse onderzoeksteam. Ze onderwierpen het stoffelijk overschot van de Middeleeuwse heilige aan een röntgenscan.
De onderzoekers scanden eerst het hart van Rosa. Daar vonden ze een bloedklonter dat waarschijnlijk tot een hartaanval heeft geleid. Daarna zochten ze in het lichaam van het meisje naar overblijfselen die erop wezen dat ze tbc had. Ze vonden niets. De wetenschappers sluiten dan ook uit dat de heilige Rosa door tuberculose om het leven is gekomen.
Rosa van Viterbo werd in 1457 heilig verklaard en is patroonheilige van ballingen en mensen die in het klooster geweigerd worden. Op driejarige leeftijd zou ze een persoon opnieuw tot leven hebben gebracht. Vanaf haar tiende preekte ze in de straten van Viterbo. Hoewel ze graag wilde intreden bij de Clarissen, werd ze keer op keer geweigerd. Wel was ze lid van de Derde Orde van de Franciscanen. Na haar dood werd ze, in opdracht van paus Alexander IX, in een glazen reliekhouder in het klooster bijgezet in het hetzelfde klooster dat haar keer op keer weigerde. Het lichaam van de Heilige Rosa ligt uitstekend bewaard opgeborgen in een glazen kist.
Het ongeschonden lichaam van de Heilige Rosa van Viterbo
In 1921 haalde een priester het hart van Rosa uit de reliekhouder om er een afzonderlijk reliek van te maken. De kerk in Viterbo gaf wetenschappers begin dit jaar de opdracht dat hart te bestuderen en met adviezen te komen om het te bewaren. Daarbij stuitten de onderzoekers op de bloedklonter dat Rosa het leven kostte. Op basis van de autopsie kon ook de leeftijd van Rosa min of meer worden vastgesteld. Ze was achttien of negentien jaar oud toen ze stierf.
4. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 175]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus tot de kruisdood veroordeeld
Pilatus echter werd ongeduldig en met verachting schreeuwde hij hen toe: "Wat ik geschreven heb, blijft geschreven!" Dan wilden zij weer dat het kruis van Christus niet hoger boven Zijn Hoofd zou uitsteken dan dat van de moordenaars. Het moest echter hoger gemaakt worden, want door een aantal mislukkingen die zich bij het werk hadden voorgedaan, was het bovenstuk te kort geworden, zodat men daar Pilatus opschrift niet kon aanbrengen. De opperpriesters wezen eerst op het feit dat er geen ruimte was voor dat opschrift en vervolgens protesteerden zij tegen de verhoging van het kruis en dat allemaal omdat zij wensten af te komen van de aan Jezus verleende titel, waarin zij voor zichzelf een belediging zagen. Pilatus verwierp hun protest en zo werden zij verplicht om de kruisstam een eind te verlengen.
Aldus verkreeg het kruis, omwille van allerlei omstandigheden, deze zinrijke vorm, die mij herhaaldelijk te zien werd gegeven. Ik zag namelijk het kruis altijd zo, dat de twee armen, zoals de takken van een boom, uit de stam naar omhoog liepen en zonder het verlengstuk zou het er nagenoeg als een Y hebben uitgezien. De twee kruisarmen waren dunner dan de stam waarin zij, door middel van een verbinding met een opening en een pen, werden bevestigd. Om het geheel sterker te maken sloeg men onder elke verbinding nog een spie. Daar nu de stam aan de bovenkant te kort was geworden en geen plaats kon bieden voor het opschrift, moest men er een stuk aan toevoegen. De stam werd tevens voorzien van een blokje, als steunpunten voor de voeten van de gekruisigde.
Terwijl Pilatus het onrechtvaardige vonnis uitsprak, zag ik dat Claudia Procle, zijn vrouw, hem het pand terugzond en de verbintenis met hem verbrak. Ik zag ook hoe zij s avonds heimelijk uit het paleis zou wegvluchten naar de vrienden van Jezus en verborgen zou worden in een overwelfde ruimte onder Lazarus huis te Jeruzalem. In verband met het schandelijk vonnis van Pilatus en de vlucht van zijn vrouw, zag ik eveneens hoe een van Christus vrienden twee regels ging krassen in een groene steen aan de achterkant van het Gabbatha. Ik herinner mij dat in die twee regels de naam van Pilatus vrouw voorkwam, alsmede de woorden "judex injustus." Ik weet niet meer juist of dit laatste vandaag is gebeurd, dan wel een tijd na deze dag, alleen weet ik nog dat daar op het Forum een dichte troep mannen stonden te praten en een soort haag vormden rondom hèm die de regels in de steen grifte. Ook heb ik gezien dat die steen zich thans, door niemand herkend, nog te Jeruzalem bevindt, onderaan een huis of een kerkfundering, op de plaats waar vroeger het Gabbatha was. Claudia Procle kreeg de nieuwe naam Christine en zocht later de apostel Petrus op en werd bijzonder met hem bevriend.
5. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 175]
Preken
Alles wat ge meer zegt komt van de duivel
Hebt ge nooit uzelf vervloekt: "Ik wou dat ik nooit geboren was ... Was ik maar dood ... Ik wou dat ik dit leven nooit had gekend?" Ook dat zijn grote zonden, broeders, maar velen vinden het niet de moeite waard om ze te biechten, ze denken er zelfs niet aan! Ik zeg u nogmaals dat ge niets moogt vervloeken: noch uw kinderen, noch uw vee, noch het weer, want met dat alles vervloekt ge wat de goede God heeft geschapen volgens zijn heilige wil. De kinderen moeten zorgen dat ze hun ouders nooit aanleiding geven om hen te verwensen, want dat is het grootste van alle ongelukken. Maar al te dikwijls wordt een kind dat door zijn ouders is vervloekt, ook door God vervloekt. Iemand die u iets gedaan heeft wat u ergert, zult ge niet naar de duivel wensen, maar veel beter is het tot hem te zeggen: "God zegene u!" Dan zult ge werkelijk goede dienaren zijn van Hem, die het kwade met het goede vergeldt.
Tenslotte vallen onder het tweede gebod nog de zogenaamde geloften. Nooit moogt ge geloften afleggen zonder u van tevoren te bezinnen. Er zijn mensen die alle heiligen des hemels iets beloven, als ze ziek zijn, maar later doen ze niet de minste moeite om hun geloften te volbrengen. Bovendien moet ge zorgen dat ge ze volbrengt zoals het hoort, dit wil zeggen, in een staat van genade. Hoeveel zonden worden er niet bedreven doordat men zijn geloften niet of niet goed nakomt! In plaats van God te behagen, beledigt men Hem!
Als ge mij nu zoudt vragen, broeders, waarom er zo velen zijn die vloeken, die valse eden afleggen, die hun evennaaste verwensen, die de goede God belasteren of verloochenen, dan zou ik u antwoorden dat diegenen die zich aan dit afschuwelijke kwaad overleveren, godsvrucht, noch geloof, noch geweten, noch deugdzaamheid bezitten. Het zijn voor een groot deel mensen die God te rug hebben toegekeerd. Hoeveel gelukkiger zouden we ons voelen, wanneer we onze tong, die door het Heilig Doopsel aan God is toegewijd, enkel en alleen zouden gebruiken om te bidden en Gods lof te zingen! Want daarvoor heeft de Schepper ons een tong gegeven. Laten we haar aan God opdragen, broeders, opdat we Hem na dit leven voor eeuwig mogen prijzen in de hemel. Dat wens ik u toe!
Vertaling: Chris De Bodt
6. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 175]
Hoofdstuk 25. Huwelijk, familie en kinderen
Nicky: Vele ouders zeggen vandaag dat Christelijke ouders veel te autoritair zijn met hun kinderen. Wat is uw antwoord op deze opmerking. Maria: Geen enkele ouder mag te autoritair zijn over zijn kinderen, want als ze dit doen, zullen ze spoedig hun gehoorzaamheid, genegenheid en steun verliezen. Er zijn veel ouders die te autoritair zijn met hun kinderen en die helemaal geen Christen zijn. Die opmerking is dus niet echt verdedigbaar. Christelijke ouders zouden veel meer gezaghebbend moeten zijn in plaats van autoritair. Bepaalde striktheden komen al vlug in het leven van een kind. De ouders die de waarheid kennen over God moeten hen later groot brengen met veel liefde. Steeds alles weerhouden door te zeggen "doe dit niet," of "doe dat niet" is in geen enkel geval Christelijk. De ouders zouden rechtlijnig het "doe wel" moeten benadrukken, het positieve, maar er eveneens onmiddellijk alle nodige uitleg bij verschaffen zodat het kind dit kan begrijpen. Vertel hen dat het goede tot hen komt met het positieve. De ouders zouden Gods Barmhartigheid moeten navolgen en altijd deze barmhartigheid en vriendelijkheid moeten tonen aan hun kinderen.
Nicky: We weten dat zonder de plichten binnen de familie, de maatschappij helemaal geen kans maakt, maar waarom hebben we ook de plicht om anderen, buiten onze familie, te helpen? Maria: Het begrip familie is een betrekkelijk begrip. Ergens zijn we allen verbonden met elkaar, ongeacht wat wetenschappers ook anders mogen zeggen. We zijn één familie en enkel één familie.
Over dit onderwerp vertelde mij een Arme Ziel dat iemand die niet zijn best doet voor de anderen, het leven niet waard is. In onze zoektocht naar Gods rechtvaardigheid, denk ik dat de zaken veel duidelijker worden wanneer we binnen een familie-eenheid kijken zoals we dit normaal definiëren. Wij zijn verantwoordelijk en bekwaam om onze overgrootouders te helpen zoals we voor de achterkleinkinderen moeten zorgen. Voor de eersten moeten we bidden en goede daden doen en de laatsten moeten we een vredevol, vruchtdragend, gezond en vreugdevol leven in geloof schenken.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
7. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 19]
Lucias twijfels en verzoeken
Rond deze tijd kwam onze parochiepriester te weten wat er allemaal gebeurde en vroeg mijn moeder om mij mee te nemen naar zijn pastorie. Het was alsof mijn moeder opnieuw kon ademen, nu ze dacht dat de priester de verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen op zich zou nemen. Daarom zei ze tot mij: "Morgen is het eerste was we gaan doen, naar de Mis gaan en dan gaat u naar de pastorij van de Eerwaarde Vader. Laat hem maar doen om de waarheid te achterhalen, op welke manier ook. Laat hem u straffen. Laat hem doen wat hij maar wenst te doen met u, zolang hij er maar in slaagt u te doen toegeven dat u gelogen hebt. Pas dan zal ik tevreden zijn."
Mijn zussen namen het op voor mijn moeder en vonden eindeloze bedreigingen uit om mij schrik aan te jagen voor mijn gesprek met de parochiepriester. Ik vertelde Jacinta en Francisco er alles over. "Wij gaan ook," antwoordden zij, "De Eerwaarde Vader vertelde aan onze moeder om ons eveneens daarheen te nemen, maar zij heeft zo geen dingen tot ons gezegd. Oh, het geeft niet! Als ze ons verslaan, zullen we lijden uit liefde voor Onze Heer en voor de zondaars."
De volgende dag stapte ik naast mijn moeder zonder de hele weg een woord tot elkaar te spreken. Ik moet toegeven dat ik beefde van de gedachte van wat er stond te gebeuren. Tijdens de Mis offerde ik mijn lijden op aan God. Daarna volgde ik mijn moeder vanuit de kerk naar de pastorij. We begonnen aan de trappen die leidden tot de veranda. We hadden maar een paar treden beklommen toen mijn moeder zich omdraaide en het uitriep: "En verveel mij niet langer meer! Vertel de Eerwaarde Vader dat u gelogen hebt, zodat hij op zondag in de kerk kan zeggen dat het allemaal een leugen was en dat daarmee een einde is gekomen aan de hele zaak. Wat een mooie verhaal is dit! Al het volk loopt naar de Cova de Ira, gewoon om te bidden voor een steeneik."
Vervolgens klopte ze aan de deur. De priestermeid opende en nodigde ons uit om neer te zitten op een zitbank en er te wachten. Tenslotte verscheen de parochiepriester. Hij nam ons in zijn studeerkamer en wenkte mijn moeder om te gaan zitten. Hij bekeek mij vanachter zijn bureel. Toen ik bemerkte dat Zijne Eerwaarde mij heel vriendelijk en rustig ondervroeg, stond ik verbaasd. Ik was nog steeds bevreesd, maar enkel van wat nog moest komen. De ondervraging was heel gedetailleerd en, ik zou durven zeggen, vermoeiend. Zijne Eerwaarde besloot met de korte opmerking: "Het lijkt me niet dat dit een onthulling uit de Hemel is. Het is in dergelijke gevallen gebruikelijk dat Onze Heer de zielen vertelt voor wie deze onthullingen bestemd zijn zodat zij hun biechtvader of parochiepriester rekenschap kunnen geven van het gebeurde. Maar dit kind daarentegen, houdt zoveel mogelijk alles voor zichzelf. Dit kan ook een misleiding van de duivel zijn. We zullen zien. De toekomst zal ons tonen wat we hier allen moeten over denken."
Vertaling: Chris De Bodt
8. Manon des Sources [1/14]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Manon des sources is een Italiaans-Franse dramafilm uit 1987, geregisseerd door Claude Berri. De film is gebaseerd op de tweedelige roman van Marcel Pagnol uit 1966 en is een vervolg op Jean de Florette.
Tien jaar na de dood van Jean, gaan de zaken goed voor Ugolin en zijn oom César Papet Soubeyrans [Yves Montand]. De bron die ze voor Jean verstopt hadden, zorgt nu voor een bloeiende anjerkweek. Manon [Emmanuelle Béart], de dochter van Jean, werkt in de streek als geitenhoedster en is ondertussen opgegroeid tot een mooie, schijnbaar argeloze, jonge vrouw. Haar ontwapenende schoonheid brengt het hoofd van Ugolin op hol. Uiteindelijk wreekt zij zich voor het onrecht dat tot haar vaders dood heeft geleid.
Dit Franse drama is uitgebracht in 1987 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu, Hyppolyte Girardot en Emmanuelle Béart. In 1987 won Emmanuelle Béart de César voor beste vrouwelijke bijrol. De film duurt 113 minuten.
9. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 35: Catherina's geheim [Aflevering 230]
"Haar gezicht was van zon schoonheid dat ik het niet kon beschrijven. Plots zag ik ringen aan haar vingers, drie aan elke vinger, de grootste aan de basis van de vinger, een middelgrote in het midden en de kleinste aan de vingertop. Elke ring was bezet met edelstenen, de ene al wat mooier dan de andere. Er kwamen grote stralen uit de grotere edelstenen en kleine uit de kleinere edelstenen. De stralen verlichtten de basis, zodat ik de voeten van de H. Maagd niet kon zien. Op dat moment, terwijl ik haar aanschouwde, keek de H. Maagd me aan. Ik hoorde een stem die de volgende woorden sprak: Deze wereldbol die je ziet vertegenwoordigd de hele wereld, vooral Frankrijk, en ieder persoon apart."
Maria toonde aan Cathérine het Heilig Hart, omringd door doornen, en haar eigen hart, doorstoken met een zwaard. Dan strekte de H. Moeder haar stralende handen uit en zei: "Aanschouw het symbool van de genaden die ik uitstort over zij die er om vragen." Er vormde zich een ovalen omlijsting rond haar met daarop de woorden: "Oh Maria zonder zonde ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot u nemen!" Er waren ook twaalf sterren rond haar hoofd zoals in [Openbaring 12:1]. Ze zei aan Cathérine om een medaille te laten maken naar het model van de verschijning. In haar handen hield ze een kleine wereldbol met een kruis bovenop, en ze bad terwijl ze hem aan Jezus opdroeg. "Ik hoorde het niet maar begreep dat ze voor de hele wereld aan het bidden was," zei Cathérine, "en ze hield de wereldbol dicht bij haar genadig hart terwijl ze hem met onuitsprekelijke liefde bekeek." Op het moment dat Maria de wereldbol tegen haar borst drukte, "schoten er lichtstralen uit de diamanten en andere edelstenen aan haar handen."
Cathérine gaf deze informatie in het geheim aan haar biechtvader en ging vervolgens in het klooster, waar ze zich volledig van de wereld terugtrok en als een gewone wasvrouw voor de zwakken werkte, en ouder werd terwijl ontelbare medailles verspreid werden. In een periode van tien jaar werden er, door een Parijse firma alleen al, twintig miljoen geslagen. Zesenveertig jaar lang verzweeg Cathérine dat zij het was die de visioenen van de Wonderdadige Medaille had gekregen, tot ze zichzelf net voor haar dood bekend maakte om een ander verzoek van de Maagd, in verband met een bepaald beeld, in te willigen.
De medaille werd één van de drie sacramentaliën die liturgisch zouden vereerd worden, samen met de bruine scapulier en de rozenkrans. Een Engelse bisschop verklaarde: "Behalve het Heilig Kruis werd er geen ander Christelijk symbool zo wijd verspreid of gebruikt als instrument voor zo vele prachtige resultaten." Eén van de mirakels was dat van een koppige Joodse atheïst, een rijke advocaat en bankier met de naam Alphonse Ratisbonne, die een verachting had voor het Christendom. Hij droeg één van de medailles om een vriend een plezier te doen of als een soort uitdaging, maar kreeg dan zelf een verschijning van Maria toen hij in de Kerk van SantAndrea in Rome op zn vriend wachtte. "Ik was pas een minuut of twee in de kerk toen ik bevangen werd van een angstig gevoel," vertelde de Franse atheïst achteraf. "Ik keek rond en het hele gebouw leek verdwenen te zijn, behalve één kleine kapel, en daar, te midden van een zee van licht boven het altaar, stond de Heilige Maagd zoals ze te zien is op de Wonderdadige Medaille. Ik ging naar haar toe. Ze gebaarde me om neer te knielen en leek dan te zeggen, "Zo hoort het"
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
10. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 122]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Het "testament" van Johannes XXIII
Op 25 februari 1963 had Broeder Roger een allerlaatste onderhoud met Johannes XXIII die een diepe indruk op hem naliet en voor hem het geestelijk testament van de paus betekende. Broeder Max en Broeder Alain vergezelden de prior. "Mgr. DellAcqua had een dag uitgekozen waarop de paus geen pijn had, zei Roger Schutz later, zodat we tijd hadden om te praten. [...] De Kerk bestaat uit steeds verbredende concentrische cirkels, zei Johannes XXIII. In welke cirkel we thuishoorden zei hij niet. Maar we begrepen dat we ons, in onze situatie, geen zorgen moesten maken, we behoorden tot de Kerk."
De paus had begrepen dat het niet om bekering ging in Taizé, maar om een oecumene, dus een toenadering. Tijdens het gesprek stelde hij zich streng op tegenover het Heilig Officie en, vertelde Broeder Roger, "we zagen tranen op zijn wangen rollen omdat, zo zei hij ons, omdat sommige van zijn voornemens onlangs verdraaid werden."
Dit was een beslissend moment in de geestelijke en kerkelijke evolutie van de prior van Taizé. Hij herhaalde het dikwijls: "Voor de rest van mijn leven ben ik getekend door die man en misschien vooral door het laatste onderhoud dat ik meemaakte met hem. Sinds de dood van Johannes XXIII ben ik overtuigd dat zijn profetische zending voor eenheid werd geweigerd en dat zodoende het uur van de oecumene werd gemist."
De ontgoocheling zou maar opkomen daags na het concilie. Nu kon de prior van Taizé de nieuwe belangstelling voor de Gemeenschap van vele katholieken aanvoelen. In maart 1963 werd hij uitgenodigd om in Sevilla de openingsrede van het colloquium van katholieke Intellectuelen te houden. Kardinaal Bueno y Monreal ontving hem op het aartsbisdom. Hij gaf een persconferentie die in vele Spaanse dagbladen en in "La Croix" verscheen. In dit diep katholieke land trachtte hij Luther kritisch te bekijken zoals hij niet zonder fierheid aan Vissert Hooft meedeelde. Hij wou aantonen hoe Luther een scherp gevoel voor de Kerk had en hoe een gewetensdrama het was die hem leidde tot de genomen en gekende beslissing. Maar de prior van Taizé verzweeg voor de secretaris generaal van de COE dat hij in dezelfde mededeling ook het Opus Dei loofde: "als ik zie hoe een man als lid van een seculier instituut zich beroepshalve inzet en tegelijk niet vergeet aan het enige noodzakelijke te voldoen, namelijk de Heer aanschouwen die zich dag na dag in de Eucharistie vernieuwt."
Tegelijk maakten de Broeders Robert en Didier een veertiendaagse rondreis door het land om de vertegenwoordigers van de verschillende protestantse strekkingen in Spanje te ontmoeten. Terug thuis schreef Broeder Robert een uitgebreid en vurig verslag dat hij naar de protestantse instanties en de secretaris generaal van de COE zond.
Om nog beter zijn verankering in het protestantisme te onderstrepen nam Taizé in 1963 deel aan de stichting van de Afdeling voor gemeenschapsonderzoek dat door de Vereniging van het Franse protestantisme was opgericht en maakte de facto deel uit van de FPF.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 64]
Woordenboek: Letter D
Eleazar, zoon van Simon
Eleazar ben Simon was de leider van de Zeloten, een bende Joodse opstandelingen die de Romeinen bestreden tijdens de eerste opstand tegen Rome [66-70 na J.C.]. Ze waren nog meer gekant tegen de andere groepen Joden van Jeruzalem. Bij de aanvang van de vijandelijkheden vielen Eleazar en zijn manschappen de aanhangers van Menahem aan, zoon van Judas de Galileër en doodden hem met zijn luitenant Absalom. Ze dragen ook de verantwoordelijkheid over de moord van de vroegere hogepriester Ananias, zoon van Nebedeus, en van zijn broer Ezechias.
Zij vochten tegen de legers van Cestius Gallus, Vespianus en Titus Flavius. Tijdens deze oorlog, die begon in 66 na Christus en eindigde met de volledige vernietiging van de Joodse tempel in 70 na Christus, vocht hij hevig tegen de Romeinse garnizoenen in Judea en tegen zijn Joodse tegenstanders en dit met het oog op het vestigen van een onafhankelijke Joodse Staat te Jeruzalem.
Alhoewel de Joodse nederlaag niet volledig kan worden toegeschreven aan Eleazar ben Simon, resulteerde zijn onvermogen om eenheid te sluiten met Johannes van Gischala en Simon bar Giroas in een bittere burgeroorlog die de Joodse weerstand tegen de Romeinen erg verzwakte. Eleazar ben Simon en zijn radicale anti-Romeinse poltiek en het uitroeien van de gematigde aristocraten uit Jeruzalem in 67 na Christus, verhinderde eveneens enige vredevolle coalitie met Rome om zo het einde van een tijdperk voorkomen, welke zich voltrok in 70 na Christus.
Vertaling: Broeder Joseph
12. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 79]
Het wonder van Paterno, Italië [1772]
Het was 18 januari 1772 toen de mensen van de Petruskerk er voor het eerst achterkwamen dat het tabernakel van de kerk was onteerd en dat de twee cibories, met daarin geconsacreerde Hosties, werden vermist. Verward, maar ook kwaad, zochten de mensen de stad af voor de Hosties, en voor de vandaal die ze had meegenomen. Hun motivatie nam na een paar weken echter af omdat ze noch de Hosties, noch de vandaal konden vinden.
Enige tijd later, in een landhuis van de Hertog van Grottolelle niet zo ver buiten de stad, waren de buren verbaasd toen ze s nachts op het landgoed licht zagen komen van de grond dat leek op schijnende sterren. Elke nacht straalde die plek, en uiteindelijk dacht men dat het ging om een bovennatuurlijke kracht die de plaats aanwees waar de gestolen Hosties gevonden konden worden. Daarom gingen een paar vrome mannen naar het landgoed om het gebied te onderzoeken en te zoeken naar de Hosties, maar zonder resultaat.
Toen, op 24 februari, zagen de mensen een grote vlam huppelend rond een baal stro dat op het veld lag. Toen ze van dit nieuwe fenomeen hoorde, kwam er nog een grotere groep mensen om dit te zien met eigen ogen. Maar na grondig onderzoek gaven de meeste mensen, teleurgesteld, de hoop toch weer op. Ze gingen terug naar de stad toen ze weer door een paar mannen, die waren achtergebleven, werden terug geroepen. Vier mannen uit de groep keerden terug: Tommaso Piccido. Giuseppe en Giovanni Orefice, en Carlo Marotta.
Ze waren net terug bij de plek aangekomen toen ze alle vier werden gegrepen door een onzichtbare en onweerstaanbare kracht die ze op de grond drukten. Met grote moeite stonden ze op en toen werden ze gegroet door een grote lichtbal die uit een nabijgelegen dennenboom kwam. In het midden van deze bol was een oogverblindende witte duif. Hij steeg een paar meter boven de grond en vloog toen terug naar de boom en verdween in een vloed van licht.
Meerdere mensen begonnen gelijk te graven aan de voet van de boom en uiteindelijk ontdekte één van de gravers de Heilige Hosties, welke maar een paar centimeter onder de grond waren begraven. Een priester van de kerk verzamelde de Hosties in een schone linnen doek en, tussen grote vreugde en opluchting, werden de Hosties terug gebracht naar het tabernakel.
Maar het eindigde hier niet. De volgende avond verscheen er opnieuw een licht op het veld. Daarom dachten de meeste mensen dat er nog meer Hosties waren die gevonden moesten worden. Een nieuwe zoektocht werd begonnen, maar zonder resultaat. De nacht daarna verschenen er een aantal vlammetjes in de buurt van een baal stro. Een lichtgevende gloed leek wel van de aarde te komen en daarna weer in de grond te verdwijnen. Opnieuw begonnen de mensen met een zoektocht en toen ze een stuk weg gegraven hadden vonden ze een groot aantal Heilige Hosties onder de grond.
13. Recente heiligenlevens
Praxedes Ferdandez, Dienares van God [1886-1936]
Zij was een moeder van vier kinderen en een mishandelde echtgenote
Er zijn getuigenissen in overvloed over de hulp van Praxedes aan de armen en zelfs aan hen met besmettelijke ziektes, en zij die de sacramenten nodig hadden. Al diegenen die Praxedes kenden waren meer dan dankbaar voor haar hulp, en beschouwden haar als een heilige. Eén bedelaar noemde haar "de moeder van de armen." Die uitspraak moet Praxedes plezier gedaan hebben.
Toen de plagen van tyfeuze koorts en darminfecties door de buurt trokken, was Praxedes één van de getroffenen. Ze had dysenterie en moest overgeven, en ze was genoodzaakt in bed te blijven. Dit was de eerste keer dat ze ernstig ziek was geweest. Naast deze problemen had ze ook pijn door appendicitis, en dit alles offerde ze aan God. Uiteindelijk kreeg ze buikvliesontsteking, wat enorme pijn veroorzaakt maar die ze verbeet zonder ook maar één kreun. Na een paar dagen overleed Praxedes, in het bijzijn van twee priesters. In haar rouw riep Amalia, Praxedes moeder uit: "Mijn dochter was een heilige."
De begrafenis vond de volgende dag plaats, op 7 oktober, het feest van de Heilige Rozenkrans. Door de burgeroorlog die toen in Spanje woedde, werden er meerdere begrafenissen tegelijk gedaan. Al wie op het Oude Kerkhof van Oviedo was begraven, werd achteraf overgebracht naar een gemeenschappelijk graf op het moderne kerkhof van San Esteban de la Cruces. Om die reden werd het graf van deze heilige vrouw nooit teruggevonden, maar later stelde men vast dat ze was begraven geweest op de plaats waar vandaag het Aartsbisschoppelijk seminarie van Oviedo staat.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
14. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 45]
Aan Paus Pius IX
Ik bid elke dag tot het Geheiligde Hart van Jezus en het Onbevlekte Hart van Maria om u nog lang onder ons te houden, omdat u hen zo goed doet kennen en liefhebben. Ik heb het zoete vertrouwen dat de Geheiligde Harten zich verwaardigen deze in mijn hart zo dierbare wens te verhoren. Het schijnt me toe, wanneer ik overeenkomstig de intenties van Uwe Heiligheid bid, dat de Heilige Maagd vanuit de hemel vaak haar moederlijke blik op u doet neerkomen, zeer Heilige Vader, omdat u haar Onbevlekt hebt geproclameerd. Ik geloof graag dat u bij de heilige Moeder bijzonder geliefd bent, omdat zij, vier jaar nadien, zelf op aarde is komen zeggen: "Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis."
Ik wist niet wat dit betekende, ik had dat woord nog nooit gehoord. Sedertdien, wanneer ik erover nadacht, zei ik vaak tegen mezelf dat de Heilige Maagd goed is. Men zou zeggen dat zij gekomen is om de uitspraak van onze Heilige Vader te bevestigen. Ik hoop dat deze goede Moeder mededogen met haar kinderen zal hebben, en dat zij zich verwaardigen zal nogmaals haar voet op het hoofd van de kwaadaardige slang te zetten, om aldus een einde te maken aan de beproevingen van de Heilige Kerk en de pijn van haar Verheven en Welbeminde Pontifex.
Ik kus in alle nederigheid uw voeten en ik ben, met het diepste respect,
Zeer Heilige Vader, Van Uwe Heiligheid, Uw nederige en dienstwillige dochter,
Zuster Marie-Bernarde Soubirous Religieuze van de Barmhartigheid en het Christelijk Onderwijs te Nevers
15. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Mensbeeld
Elke menselijke handeling wordt gedragen door een al dan niet uitgedrukte of verwoorde visie op de mens. Alles wat we doen, getuigt dus van een bepaalde manier van kijken. Het salesiaanse opvoedingsproject vertrekt van een eigen mensbeeld, gebaseerd op Don Bosco's integrale visie op de mens. Het ziet in elke jongere verschillende, elkaar aanvullende dimensies.
Dit mensbeeld vertrekt van een kijk op de mens in zijn totaliteit. Niemand kan immers herleid worden tot een deelaspect van zijn bestaan. In het omgaan met mensen, ook in de opvoeding, horen alle aspecten aan bod te komen: het lichamelijke, technische, muzische, politieke, spirituele, ... Al die aspecten samen maken de mens tot een uniek wezen.
De mens is bovendien een dynamisch wezen, is door tal van factoren steeds in ontwikkeling en nooit 'af'. Ontwikkeling is echter geen continu en rechtlijnig gebeuren; de mens leert voortdurend bij, maar soms ook af, en dat op verschillende domeinen. De mens is met andere woorden nooit dezelfde. Er is steeds evolutie.
Omdat iedere mens op een eigen wijze en eigen ritme alle aspecten van het bestaan integreert, is hij ook een uniek wezen. Hij is nooit een kopie van een ander, maar heeft een originele persoonlijkheid met een aantal typerende trekken en een eigen karakter. Dat betekent dat ieder mens ook in zijn eigenheid erkend moet worden.
16. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën
Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 10
Maria, o Mysterie, Maria komt tot voor de verloren kinderen en deze verloren kinderen zijn wij allen, de hele mensheid, en zij zegt: "Kom, Ik hou van u! Maria; Zouden de generaties mij gelukzalig verklaard hebben, zonder uw gelukkige erfzonde? Ik heb aan jou mijn glorie te danken, arm kind: ontvang van mij het heil!"
Vertaling: Chris De Bodt
17. 365 dagen met mijn engelbewaarder
"365 dagen met mijn engelbewaarder" is bijgewerkt tot en met 27 juni [zie rubriek gebeden].
Henk
11-06-2010
11 juni 2010
11 juni 2010
1. De Waarschuwing [5/15]
Lees dit
De gevoelens van wrok, afgunst, begeerte, woede, frustratie, hoogmoed, gierigheid, angst, jaloezie, haat, superiorteit, hypocrisie, onverschilligheid, perversheid, egoïsme, van kwaadwilligheid en andere, die schadelijk geweest zijn voor uw ziel en die van uw naaste en die ingingen tegen de Liefde, zullen niet meer in u verborgen kunnen blijven. U zult weten wat ze met u hebben aangericht, of wat u anderen hebt aangericht en er het gewicht van dragen.
Uw kleinste gedachten tegen Mij, de Liefde, tegen uw naaste en tegen uzelf, zoals de gedachten van onzuiverheid, begeerte, vernietiging, wraak, gulzigheid, oordeel, ontrouw, valsheid, luiheid, ontucht en vele anderen gedachten die u hebben gevoed, zullen u getoond worden.
Al uw woorden, zelfs deze die enkel in uzelf zijn uitgesproken, die gericht waren tegen Mij, de Liefde, tegen uw naaste en tegen uzelf, zoals uw opmerkingen, oordelen, zwarte humor, leugens of heiligschennissen, uw beledigingen, onbeschaamdheden, de spot, het kwetsen en het pesten, valse meningen, laster, kritiek, meineed, dwaasheid, slechte onderscheidingen en andere: niets van dit alles zal voor u verborgen blijven en u zult niet kunnen zeggen dat u onschuldig bent aan deze feiten.
2. Medjugorje: De Onderzoekscommissies [aflevering 31/36]
Sedert het begin van de verschijningen zijn er rond Medjugorje een aantal officiële kerkelijke onderzoeken geweest. Voor de lezer wordt het echter moeilijker om moeilijker om een duidelijk inzicht te krijgen hoe alles, in verband hiermee, tot hiertoe is verlopen. Daarom dit overzicht. Hoewel de hoofdrolspelers in Medjugorje uiteraard Onze Lieve Vrouw en de zieners zijn, spelen de Commissies die zijn ingesteld door de Kerkelijke overheden een heel belangrijke rol. Daarom dit overzicht.
Vierde Onderzoekscommissie
De samenstelling van deze Commissie
In de Commissie zetelen vijf kardinalen: Jozef Tomko, Julian Herranze Casado, Vinko Puljic, Josip Bozanic en Camillo Ruini. Deze laatste zetelt als voorzitter.
Secretaris is Achim Schütz, bijgestaan door Krysztof Nykiel.
Overige namen zijn David Maria Jaeger, Salvatore Perrelli, Pierangelo Sequeri, Josef Kijas, Tony Anatrella, Franjo Topic, Nela Veronica Gaspar, Mijo Nikic and Mihaly Szentmartoni.
Kardinaal Camillo Ruini: Italië, gewezen Vicaris-generaal van Rome, gewezen voorzitter van de Italiaanse Bisschoppelijke Conferentie. Voorzitter van de Commissie. Geboren op 19 februari 1931.
Kardinaal Vinko Puljic: Bosnië-Herzegovina, Aartsbisschop van Vrhbosna, Sarajevo. Geboren op 8 september 1945.
Kardinaal Josip Bozanic: Kroatië, Aartsbisschop van Zagbreb. Geboren op 20 maart 1949.
kardinaal Jozef Tomko; Slovakije, gewezen secretaris generaal van de Wereldbisschoppensynode en voormalig pro-prefect van de Congegratie voor de Evangelisatie van de Volkeren, gewezen voorzitter van de Pauselijke Commissie voor de Internationale Eucharistische Congressen. Geboren op 11 maart 1924.
Kardinaal Julian Herranz Casado: Spanje, voormalig voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Wetteksten. Herranz is slechts één van de twee kardinalen die lid zijn van Opus Dei. Hij is de hoogste geestelijke in Opus Dei, volgens de Rooms-katholieke hiërarchie. Hij is tevens een groot expert op het gebied van het canonieke recht en werd vlak voor de dood van paus JP II gezien als een van meest invloedrijke mannen in het Vaticaan. Geboren op 31 maart 1930.
Aartsbisschop Angelo Amato: Italië, Voormalig secretaris van de Congregatie voor de Geloofsleer. In die hoedanigheid ondertekende hij de kerkelijke sancties tegen de voormalige Broeder Tomislav Vlasic. Pro-prefect van de Congegatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprecoessen. Geboren op 8 januari 1938.
Fr. Franjo Topic: Kroatië, Prof. in de Theologie, Voorzitter van de Koratische Culturele Gemeenschap "Progress" in Sarajevo.
Fr. Mijo Nikić: Kroatië, Voorzitter van de Jezuïetenorde en Professor in de religieuze psychologie aan het Jezüïeteninstituut van de universiteit van Zagreb.
Zuster Nela Veronica Gaspar: Kroatië, Prof. in de Theologie te Rijeka [enig vrouwelijk Commissielid].
Fr. Szentmartoni Mihaly: Servië, Jezuïet Voorzitter van het Geestelijk Instituut aan de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit te Rome. Als professor in de klinische psychiatrie, maakte hij reeds deel uit van het medische comité van de eerste commissie die geleid werd door de Joegoslavische Bisschoppenconferentie. Het was dit comité, dat bestond uit zes deskundigen, dat tot het besluit kwam dat er mentaal niets verkeerd was met de zieners en dat er zich ook geen tekenen vertoonden bij hen van psychotische aandoeningen, of enig ander fenomeen van die aard. Geboren op 22 februari 1945.
Fr. David Maria Jaeger: Franciscaan, Israël, Raadgever van de Pauselijke Raad voor de Wetteksten, Woordvoerder van de Franciscanen te Israël. Zijn ouders waren beiden Joods. Hijzelf bekeerde zich tot het Katholieke godsdienst. Voormalig priester te Austin, Texas.
Salvatore M. Perella: Mariaal Priester, Vice Deken en Docent-Marioloog aan het Pauselijke Marianum Faculteit.
Mgr. Pierangelo Sequeri: Professor in de fundamentele theologie voor Noord-Europa te Milaan, auteur, musicus. Een van de meest vooraanstaande Italiaanse theologen en vorig jaar door Benedictus XVI aangeduid om te zetelen in de Internationale Theologische Commissie. Geboren in 1944.
Fr. Zdzislaw Jozef Kijas, Franciscaan, secretaris van de Pauselijke Academie van Maria Immaculata te Rome, Docent aan de theologische faculteit Sint Bonaventure in Rome.
Mgr. Tony Anatrella Frankrijk, Psychoanalyst en Marioloog, professor aan de Universiteit van Parijs en raadgever van de Pauselijke Raad voor het Gezin en de Pauselijke Raad voor de Gezondheidswerkers.
Dr. Achim Schütz: Duitsland, Secretaris van de Commissie, Prof aan de Lateraanse Universiteit van Rome en deskundige inzake religieuze fenomenen.
Krzysztof Nykiel: Polen, afgevaardigde en assistent-secretaris van Achim Schütz, afgevaardigde in de Congregatie voor de Geloofsleer. gewezen lid van de Pauselijke Raad voor Pastorale Zorg van Migranten en Reizigers: Geboren op 28 februari 1965.
Op 24 maart jongstleden heeft de Commissie, gedurende een periode van drie dagen, reeds een eerste maal beraadslaagd te Rome.
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 174]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus tot de kruisdood veroordeeld
Van op zijn rechterstoel schreef Pilatus ook nog het vonnis en enkelen, die achter hem zaten, schreven het meer dan driemaal over. Boden werden uitgestuurd want bepaalde dingen moesten door andere personen mede ondertekend worden. Terwijl ik hem daarbij bezig zag, was het alsof hij het tegen zijn wil neerschreef, in een pijnlijke verwarring van het gemoed, en alsof een toornige engel zijn handen vasthield.
Iets algemeen herinner ik me wel daarover: de inhoud was ongeveer als volgt: "Noodgedwongen en ertoe gedreven door de opperpriesters, het Sanhedrin en het met opstand dreigende volk, die de dood van Jezus van Nazareth eisten, door hem te beschuldigen van opruien, godslastering, overtreding der de wetten, etc., beschuldigingen die ik echter niet gegrond kon vinden, heb ik de Joden, ten einde te vermijden dat ze mij bij de keizer zouden aanklagen als een voor hen onrechtvaardige rechter en een bevorderaar van de opstand, de genaamde Jezus als een misdadiger tegen hun wetten overgeleverd om gekruisigd te worden met twee andere, reeds veroordeelde misdadigers, wiens terechtstelling was uitgesteld op aandringen der hogepriesters, die wensten dan Jezus tegelijk met de bedoelde booswichten sterven zou."
Hier schreef de ellendeling dus iets totaal anders dan de eerste keer. Nadien schreef hij ook nog in drie regels het opschrift voor het kruis, met vernisverf op een donkerbruin plankje. Het stuk, waarvan ik de inhoud zojuist heb weergegeven, werd ontelbare keren overgeschreven. Men stuurde afschriften naar verschillende plaatsen. De opperpriesters waren er niet mee akkoord en twistten erover met Pilatus. Zij waren vooral tegen het gedeelte waarin hij geschreven had, dat zij hadden verlangd om de terechtstelling van de twee andere moordenaars te zien uitstellen, opdat Jezus samen met die booswichten zou kunnen worden gekruisigd. De twist ging verder ook nog over het opschrift en de titel die Pilatus daarin had gegeven aan Onze Heer. De opperpriesters zagen er liever "die zich uitgaf voor een Koning der Joden" staan, in plaats van "Koning der Joden."
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 174]
Preken
Alles wat ge meer zegt komt van de duivel
Wat verstaat men nu onder vervloekingen en verwensingen, zult ge me vragen. Wel broeders, daaraan maakt ge u schuldig, wanneer ge in een ogenblik van wanhoop of woede mensen, dieren of dingen vervloekt. Ge wilt hen dan vernietigen of ongelukkig maken. De Heilige Geest zegt ons dat degene die altijd een verwensing in de mond heeft, er moet voor oppassen dat God zijn verlangen niet inwilligt. Er zijn er ook die overal de duivel bij halen en hem alles willen geven wat hen ergert. Als hun paard niet wil werken zoals zij het willen, vervloeken ze het of wensen het naar de duivel. Als het weer hen tegenvalt, zeggen ze: Vervloekt rotweer! Ach, wat is het vervloekt koud! Vervloekte plagen! ... Laten we toch niet vergeten, broeders, dat een lichtvaardig uitgesproken verwensing volgens de Heilige Geest niet zonder gevolgen blijft.
Sint Tomas zegt dat het doodzonde is om tegen onze medemensen een verwensing uit te spreken, als we werkelijk menen wat we zeggen. Sint Augustinus vertelt ons van een moeder die haar zeven kinderen had vervloekt. Zij werden allen bezeten van de duivel. Veel kinderen zijn door de vloek van hun ouders voor hun hele leven ongelukkig geworden. We lezen dat er een moeder was die woedend werd op haar dochter en haar toeriep: "Ik wou dat je arm verdorde!" En werkelijk, de arm van het kind verdorde bijna op hetzelfde ogenblik.
Ook gehuwden moeten er zich voor hoeden om elkaar te vervloeken. Er zijn ongelukkige echtgenoten die hun vrouw, hun kinderen, hun ouders, en allen die zich met hun huwelijk hebben bemoeid, verwensen. Maar ge hebt uw ongeluk aan uzelf te wijten, vriend, omdat ge met een onzuiver geweten de huwelijke staat bent ingegaan. Bedenk dat ge voor het aangezicht van de goede God zult zien dat het de waarheid is.
De arbeiders mogen noch hun werk, noch hun opdrachtgevers vervloeken. Door uw verwensingen zullen uw zaken trouwens geen steek beter gaan, broeders. Integendeel, als ge geduld betracht, als ge uw lijden aan de goede God weet op te dragen, zult ge grote verdiensten verwerven voor de hemel. Hebt ge nooit instrumenten vervloekt, waarvan ge u bij uw werk bedient: Vervloekt ondier! Vervloekt mes! Vervloekte kar, en zo verder? Kijk, broeders, dat zijn woorden die allerhande onheil afroepen over uw vee, uw werk en uw landerijen. Daarom wordt ge zo vaak door hagel, regen en vorst geplaagd.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 174]
Hoofdstuk 25. Huwelijk, familie en kinderen
Nicky: Hebben de Zielen iets gezegd over lichamelijke straffen op kinderen? Maria: Ja, ze hebben dat gedaan en het is hierop dat ik ben aangevallen dat het Duitse blad "Der Spiegel," een aantal jaren geleden. Ze schreven dat ik voorstander was van het slaan van kinderen. Dat is een leugen. De Arme Zielen hebben gezegd dat een mep of een slag nodig en goed is wanneer het gaat om een heel onbuigzaam en ongehoorzaam kind. Een kleine mep doet geen kwaad en zal vlug vergeten worden in het bewustzijn, maar de gevolgen van de onbuigzaamheid zullen later voor een heel lange tijd worden herinnerd in het onderbewustzijn. Uiteraard mag dit enkel gebeuren wanneer de omstandigheden dit vereisen, maar als men het niet doet zal het te laat zijn wanneer het kind te oud is, en dan zullen de ouders eerder leiden onder de dwingelandij van hun kinderen. Een ouder kind die zich in het onderbewuste een mep herinnert heeft maar enkel een welbepaalde blik van de ouders nodig om juist te handelen. Vele ouders van vandaag weten maar al te best welke vruchten een te grote tolerantie oplevert. Lichamelijk en geestelijk geweld is een grote zonde tegen de liefde, maar voorzichtig beraamde discipline is iets dat God nodig acht wanneer dit nodig is.
Nicky: Weegt eenzelfde zonde tegen een kind zwaarder dan tegen een volwassene? Maria: Jazeker, veel zwaarder. Zonden tegen een kind, zullen later door het kind als aanvaardbaar en normaal worden beschouwd, als ze niet vlug en voorzichtig worden hersteld. Dit is zo omdat de ouderlijk rol zo machtig en diep ingeworteld is. Een echtscheiding of een daad van geweld, oneerlijkheid, ontrouw, laster of wat dan ook, kan zo gemakkelijk een kettingreactie teweegbrengen op sommige van de telgen. Ouder zijn is zo veel ernstiger dan dat de huidige maatschappij ons tracht voor te houden. De mensen delegeren veel te gemakkelijk deze dingen aan zogenaamde beroepsmensen die niet de door God geschonken verbondenheid hebben zoals de ouders deze hebben, zelfs als de ouders een aantal fouten begaan, zoals mensen doen.
Nicky: Brengen mentaal achtergestelde kinderen enige tijd door in het Vagevuur? Maria: Ja, maar uiteraard is dit herstel veel lichter dan dat van normale, gezonde kinderen. Het hangt er allemaal van af van wat een kind kan begrijpen.
Nicky: Wat zijn de ergste zonden die kinderen kunnen begaan, laat ons zeggen, tussen de leeftijd van zes en twaalf? Maria: Ongehoorzaamheid en onwelluidendheid tegen de ouders zijn de twee grootste zonden.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 18]
Verschijningen van Onze Lieve Vrouw
Ik ga niet langer de beschrijving van de verschijning van 13 mei uitstellen. Het is u wel bekend, Zijne Excellentie, en het zou verloren tijd zijn om er heel diep op in te gaan. U weet ook hoe mijn moeder zich bewust werd van wat er gebeurde, en ze zou niets sparen om me te doen toegeven dat ik loog. We kwamen overeen om de woorden die Onze Lieve Vrouw tot ons gesproken had, die dag, te zeggen. Na ons te hebben beloofd om ons naar de Hemel te nemen, vroeg Zij: "Bent u bereid zichzelf op te offeren om al het lijden te dragen dat God u zal zenden, als een daad van herstel voor de zonden door dewelke Hij zo erg beledigd wordt en te bidden voor de bekering van de zondaars?" "Ja, dat willen wij," was ons antwoord. "Dan zult u veel te lijden hebben, maar Gods genade zal uw troost zijn."
Op 13 juni, het feest van de Heilige Antonius, waren er steeds grote festiviteiten in onze parochie. Op die dag lieten we gewoonlijk onze kudde heel vroeg in de morgen buiten, om hen om negen uur s ochtend reeds op te sluiten. Toen gingen we naar de "festa." Mijn moeder en mijn zussen, die wisten hoezeer ik van een festa hield bleven maar zeggen: "We moeten nog zien dat u de festa verlaat om naar de Cova de Ira te gaan om tegen die Dame te praten!" Op die dag zal niemand een woord tot mij. Insofa en ik waren bezorgd. Zij deden alsof ze wensten te zeggen: "Laat haar alleen, en we zullen spoedig zien wat ze doet."
Ik liet de kudde bij dageraad uit met de bedoeling om tegen negen uur terug te zijn en naar de mis te gaan van tien uur, en daarop naar de Cova da Ira. Maar de zon was nog maar op of mijn broer kwam mij roepen. Hij vertelde mij om terug naar huis te gaan omdat er verschillende mensen waren gekomen om mij te spreken. Hij bleef bij de kudde en ik ging kijken wat ze wilden. Ik zag een aantal mannen en vrouwen, die kwamen uit plaatsen als Minde, Tomar, Carrascas, Boleiros, en zo verder. Ze wensten me te vergezellen naar de Cova de Ira. Ik vertelde hen dat het nog vroeg was en nodigde hen uit tot de mis van acht uur. Daarop keerde ik naar huis terug. Deze goede mensen wachtten ondertussen in de tuin, in de schaduw van onze vijgenbomen. Mijn moeder en mijn zussen hielden hun minachtende houding aan, en dit brak mijn hart, want het was inderdaad even pijnlijk als de beledigingen. Rond elf uur verliet ik het huis en naar het huis van mijn oom, waar Jacinta en Francisco reeds op mij aan het wachten waren. Toen ging het rechtstreeks richting Cova de Ira, voor het langverwachte ogenblik. Al deze mensen volgden ons en vroegen duizenden vragen. Die dag was ik bedolven van bitterheid. Ik kon zien dat mijn moeder diep verward was en ze zou alles doen wat binnen haar mogelijkheden lag om mij te doen toegeven dat ik loog. Ik wou allemaal zo graag doen wat ze wou, maar de enige manier om dit te doen was door een leugen te vertellen. En vanuit de wieg, heeft ze steeds haar kinderen de grote gruwel van de leugen voorgehouden en iedereen die onwaarheden durfde te zeggen zou streng worden gestraft.
"Ik heb altijd geweten," zei ze dikwijls, "dat mijn kinderen steeds de waarheid spraken en moet ik nu mijn jongste dochter met zoiets zien laten aandraven? Als het maar een kleine, kleine leugen was ...! Maar een leugen van deze afmetingen, die zoveel mensen misleidt en hen allemaal hierheen leidt!" Na deze bittere klachten, draaide ze zich tot mij en zei: "Maak uw besluit over wat u wenst! Ofwel ontdoet u zich van al dit bedrog door de mensen te vertellen dat u hebt gelogen, ofwel sluit ik u op in een donkere kamer waar u zelfs het licht van de zon niet kunt zien. Na al deze moeilijkheden die ik heb meegemaakt, moet mij nu zoiets overkomen!" Mijn zussen zaten allen naast mijn moeder en rondom mij was de sfeer er een van geringschatting en misprijzen.
Toen herinnerde ik mij de oude dagen en zei bij mezelf: "Waar is al de genegenheid nu heen die mijn familie tot voor kort voor mij toonde?" Mijn enige troost was te wenen voor de Heer en Hem deze opoffering te schenken. Het was op deze dag dat, bijkomend op wat ik reeds heb verteld, Onze Lieve Vrouw, alsof ze kon raden wat er gaande was, tot mij zei: "Lijdt u veel? Verlies de moed niet. Ik laat u nooit in de steek. Mijn Onbevlekte Hart zal uw toevluchtsoord zijn en de weg die u tot God zal leiden."
Toen Jacinta mij in tranen zag, wou zij me troosten: "Ween niet. Zeker zijn dit de beproevingen waarover de Engel het had die God tot ons zou zenden. Daarvoor dient uw lijden, voor uw herstel tot Hem en voor de bekering van de zondaars."
Vertaling: Chris De Bodt
7. Jean de Florette [13/13]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Hoe het ook zij, beide films zijn ondertussen bekend geraakt als klassiekers van de Franse cinema. Jean de Florette [Gérard Depardieu], een gebochelde onderwijzer uit de grote stad komt, samen met zijn vrouw en jong dochtertje, naar de Provence om er zijn geluk te beproeven als boer. Hij heeft moderne ideeën over de landbouw en een stapel boeken bij zich. Doordat de Soubeyrans, een rijke herenboer [Yves Montand] en zijn lichtelijk achtergebleven neef Ugolin [Daniel Auteui], stiekem de waterbron hebben dichtgemetseld mislukt zijn plan op dramatische wijze.. Jean de Florette is, zeker samen gezien met zn tweede deel, een prachtig werkstuk over de manier waarop eenvoudige hebzucht kan leiden tot de vernieling van alle vooruitgang en van nieuwe ideeën. De moraal van het verhaal is genieus prachtig in beeld gebracht. Na deze film "Jean de Florette," volgt het vervolg, "Manon des Sources."
Dit Franse drama is uitgebracht in 1986 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu en Elizabeth Depardieu. De film duurt 120 minuten.
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 35: Catherina's geheim [Aflevering 229]
En dat was nog een teken dat het spirituele conflict, het knarsen van de hemelse tektonische platen, echt was en groeide. Terwijl de revolutie bedaard was en Napoleon als snel geen macht meer had, waren de zaden van het goddeloze humanisme aan het ontspruiten. Frankrijk was het spirituele slagveld. Er waren verschijningen in Bordeaux, Grandchamps, en Bretagne, dan opnieuw in Bordeaux, en in 1830 weende een beeld in de Notre Dame zo hevig, dat een conciërge het in een handdoek moest wikkelen.
Er was iets groots op komst. De tijden werden weer kritiek. In 1830, hetzelfde jaar als het wenende beeld, verscheen Maria in de beroemde verschijningen van de Wonderdadige Medaille aan Cathérine Labouré in een Parijse kapel, gelegen Rue de Bac 140. De boodschap was: "De tijden zijn zeer slecht. Rampen zullen zich op Frankrijk storten. De troon zal omvergeworpen worden. De hele wereld zal door allerlei ongelukken getroffen worden [Hier keek Maria heel bezorgd]. Maar kom naar de voet van dit altaar. Daar zullen de genaden worden geschonken aan allen, die er om vragen."
Maria ging verder: "Mijn kind, het Kruis zal worden veracht. Het zal ter aarde geworpen worden. Er zal bloed vloeien. De zijde van Onze Heer zal opnieuw worden geopend. De straten zullen stromen van bloed. De Aartsbisschop zal sterven. [Nu keek ze met zoveel smart dat ze nog nauwelijks kon praten]. Mijn kind, de hele wereld zal in smarten worden ondergedompeld."
Het was waar. Er zou een aartsbisschop ter dood worden gebracht. De wereld zou somber en zwart worden. De Middeleeuwse Kastijding dreigde zichzelf te herhalen. Maar Maria kwam niet om angst in te boezemen. Ze gaf haar boodschappen met bevalligheid. Men beschreef haar als iemand van gemiddelde grootte en gekleed in witte kledij, in een stijl die men "à la Vièrge" noemde. Ze droeg een sluier die over haar hoofd hing en tot de vloer reikte. Haar haren waren gekruld en samengebonden met een hoofdband die met kant versierd was. Haar voeten stonden op een grote witte wereldbol en ze trapte op een groene slang met gele vlekken. "Soms richtte ze haar ogen naar de hemel, en soms niet," herinnerde Cathérine zich uit een verschijning op 27 november 1830.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 121]
Hoofdstuk 7. Naar het Tweede Vaticaans Concilie
De actie "Hoop"
De ontmoeting met Dom Helder Camara en sommige Zuid-Amerikaanse bisschoppen had Broeder Roger gevoelig gemaakt voor de ongelijke verdeling van de rijkdom in dit werelddeel en over de landhervorming. De katholieke Kerk had beslist zelf het initiatief te nemen gezien de falende landbouwpolitiek: Mgr. Larrain was begonnen met het uitdelen aan de landbouwers van gronden van het bisdom en met het oprichten van boerenbonden. Andere Zuid-Amerikaanse bisschoppen koesterden gelijkaardige plannen. Meerdere onder hen vroegen aan de prior van Taizé om een geldinzameling te starten die hun projecten kon ondersteunen. Eerst heb ik dat geweigerd, duidde Broeder Roger. Ik dacht dat niet strookte met de doelstelling van Taizé, waar nooit geld gevraagd wordt. Maar, gezien ze bleven aandringen, heb ik het aanvaard.
Op 28 januari 1963 lanceerde Broeder Roger, na een persconferentie in Parijs op de zetel van de protestantse Vereniging in Frankrijk, een interconfessionele geldinzameling voor Latijns Amerika. Onder de naam Deel je brood moest deze campagne de solidariteit van de Westerse christenen met de Derde Wereld, de wereld der armen te kennen geven. In het oud christelijk Westen zijn we steeds bekoord om op onszelf terug te vallen en gaat onze beste bezieling dikwijls verloren. De terugval op een gesloten wereld dient te worden bestreden.
De oecumenische dimensie van het opzet bleek niet alleen uit het feit dat Taizé een oproep deed tot de vrijgevigheid van allen (katholieken, protestanten, orthodoxen en ongelovigen), maar ook omdat de opbrengst ongeveer evenredig moest verdeeld worden onder de christenen van Latijns-Amerika: 80% naar projecten van katholieke boerenbonden, 10% naar een orthodox project. De oecumenische Raad der Kerken reageerde negatief en directeur Cooke schreef aan Broeder Roger dat hij spijt had dat, ondanks de raadgevingen, Taizé toch een oproep deed tot steun aan een overheersende Rooms-katholieke onderneming. De COE meende dat Taizé eerst de vertegenwoordigers van het Chileense protestantisme had moeten raadplegen en met hen de nodige actie overeenkomen. De prior van Taizé, steeds meer weigerachtig om zich te laten opsluiten in een confessionele benaming, antwoordde lichtjes bitter: "Op ieder van onze initiatieven buiten de muren van Taizé volgt rechtstreeks of niet je weigering." Dan paste hij het oorspronkelijk project aan volgens de suggesties van Vissert Hooft, waarschijnlijk afgeschrokken door zijn eigen durf en om toegeeflijk te zijn. Om 10 mei schreef hij hem dat hij zijn raadgeving had opgevolgd: Het protestantse deel zou aan de Chileense protestanten gegeven worden door de COE en de Adjudad Evangelica (de Evangelische Hulp, een protestants organisme). Het orthodoxe deel zou een consultatiebureau op het eiland Patmos ondersteunen. De prior van Taizé voegde eraan toe dat, op vraag van de protestantse Vereniging in Zwitserland, van de benaming Deel je brood werd afgezien ten voordele van de naam Actie Hoop. Broeder Roger gaf op 15 mei een nieuwe persconferentie in het Grand Hôtel op de Boulevard des Capucines. Hij kon al gewag maken van enkele uitslagen: een hulp aan de boerenbond Los Silos, het jaar daarvoor door Mgr. Larrain opgericht, een steun aan een landelijke coöperatieve bank door de bisschop van São Luis de Maranho gelanceerd, een gift aan het consultatiebureau op Patmos en hulpverlening aan arme protestantse boeren. Twaalf andere projecten lagen ter studie. In het geheel waren twee miljoen franken nodig. Een enorm bedrag.
Taizé sloot zich aan bij de Secours catholique en de protestantse organisatie van CIMADE voor de geldomhaling. Een beheer- en toezichtraad werd opgericht om heldere financiële transacties te waarborgen. Prominenten uit het burgerleven en zonder verband met Taizé, een oud-minister, de directeur generaal van Insee of ook de voorzitter van de wereldraad van het FAO waren er leden van.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 63]
Woordenboek: Letter D
Eleazar, zoon van Annas
Zie Annas, zoon van Seth
Eleazar, zoon van Boethos
Zie Joazar, zoon van Boethos
Eleazar, zoon van Simon
Eleazar ben Simon was de leider van de Zeloten, een bende Joodse opstandelingen die de Romeinen bestreden tijdens de eerste opstand tegen Rome [66-70 na J.C.]. Ze waren nog meer gekant tegen de andere groepen Joden van Jeruzalem. Bij de aanvang van de vijandelijkheden vielen Eleazar en zijn manschappen de aanhangers van Menahem aan, de zoon van Judas de Galileër en doodden hem met zijn luitenant Absalom. Ze dragen ook de verantwoordelijkheid over de moord van de vroegere hogepriester Ananas, zoon van Nebedeus, en van zijn broer Ezechias.
Zij vochten tegen de legers van Cestius Gallus, Vespianus en Titus Flavius. Tijdens deze oorlog, die begon in 66 na Christus en eindigde met de volledige vernietiging van de Joodse tempel in 70 na Christus, vocht hij hevig tegen de Romeinse garnizoenen in Judea en tegen zijn Joodse tegenstanders en dit met het oog op het vestigen van een onafhankelijke Joodse Staat te Jeruzalem.
Alhoewel de Joodse nederlaag niet volledig kan worden toegeschreven aan Eleazar ben Simon, resulteerde zijn onvermogen om eenheid te sluiten met Johannes van Gischala en Simon bar Giroas in een bittere burgeroorlog die de Joodse weerstand tegen de Romeinen erg verzwakte. Eleazar ben Simon en zijn radicale anti-Romeinse poltiek en het uitroeien van de gematigde aristocraten uit Jeruzalem in 67 na Christus, verhinderde eveneens enige vredevolle coalitie met Rome om zo het einde van een tijdperk te voorkomen, welke zich voltrok in 70 na Christus.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 78]
Het wonder van Alcalà de Henares, Spanje [1597]
In 1904 werd de Heilige Magistraalkerk een nationaal monument, maar in 1931, toen de politieke condities zich ontwikkelden in wat later de Spaanse burgeroorlog zou worden, verbood de regering alle religieuze activiteiten die buiten plaatsvonden. Hierdoor werden de vieringen tot binnen de kerk beperkt. Deze werden ook steeds meer beperkt en uiteindelijk verboden in 1936 toen de Spaanse burgeroorlog begon.
Dankzij de toenemende oppositie van revolutionairen troepen en het grote uithoudingsvermogen van de Spaanse mensen die beïnvloed waren door de niet-katholieke haat van de revolutionairen, werden alle Heilige objecten verstopt op verschillende plaatsen om ze veilig te houden. De monstrans met de 24 wonderlijk bewaarde Hosties werd door een priester verstopt in de kerk op een geheime plek, die maar bekend was bij een paar priesters van de gemeenschap.
Uiteindelijk werd de kerk ingenomen en omgebouwd tot militaire bunker. Een kanon werd er geplaatst in één van de torens, en machinegeweren werden er geplaatst voor de ramen. Later werden de stad en de Heilige Magistraalkerk gebombardeerd. Om de verwoesting af te maken werd een vlambare vloeistof over de kerk uitgegoten en aangestoken.
Vlak voor of tijdens de vernietiging van de kerk ging een priester, die wist van de geheime plek, de kerk binnen en redde de Heilige Hosties, maar hij was gezien en vervolgens vermoord, net zoals vele andere priesters en nonnen tijdens de Spaanse burgeroorlog. Hoewel het bekend is dat de Hosties gered waren van hun geheime schuilplaats in de kerk, is het onbekend hoe of waar de Hosties zich vandaag de dag bevinden.
De mensen bidden tegenwoordig voor een nieuw wonder waardoor de 24 Hosties teruggevonden worden, die ze graag willen plaatsen in het hoofdaltaar van de gerestaureerde Basiliek.
Tekst onder de afbeelding [wordt later toegevoegd]:
De monstrans met 24 Hosties, welke zijn teruggegeven na te zijn gestolen door de Moren van drie verschillende kerken in Spanje in 1597. Deze Hosties bleven wonderbaarlijk vers en onaangetast en werden voor eeuwen vereerd, maar werden verborgen op een geheime plek toen de Spaanse burgeroorlog in volle antikatholieke haat uitbrak. Hoewel bekend is dat de Hosties zijn weggehaald uit de kerk voordat deze was verwoest door de revolutionairen, is het onbekend hoe en waar de Hosties zich vandaag de dag bevinden. De mensen bidden tegenwoordig voor een nieuw wonder waardoor de 24 Hosties teruggevonden worden, zodat ze deze opnieuw kunnen aanbidden.
12. Recente heiligenlevens
Praxedes Ferdandez, Dienares van God [1886-1936]
Zij was een moeder van vier kinderen en een mishandelde echtgenote
Tijdens deze tijd, toen priesters nergens welkom waren door de communistische haat voor alles wat godsdienstig was, weigerden de mensen om hun stervenden de laatste sacramenten te laten ontvangen. Praxedes vulde deze leegte op door niet alleen de zieken bij te staan, maar ook de stervenden, die ze zo goed ze kon op de dood voorbereidde. Men liet toe dat Praxedes deze daden van liefdadigheid uitvoerde omwille van haar reputatie van heiligheid, haar bevalligheid, en haar ware liefde voor anderen.
Zoals de H. Theresa van Avila, met wiens geschriften ze vertrouwd was geworden, vastte Praxedes volgens de regels van de Ongeschoeide Karmelieten en de grote heiligen van de Kerk. Op vrijdag at ze enkel een eetlepel kikkererwten, en op zaterdag vastte ze op water en brood. Snoep, waar ze zo dol op was, at ze slechts op één dag: Paaszondag. Al deze boetedoeningen irriteerden haar familie, die meerdere keren hun bezwaren uitspraken.
Praxedes kreeg financiële verademing toen haar broer haar een aanzienlijk geldbedrag gaf. Daarbovenop ontving ze geld voor Arturos dood, en dit, samen met de huur die ze ontving van het huis dat ze geërfd had, liet haar toe om gul te zijn voor de armen. Ze hielp hen door geld onder de kussens van de zieken die ze geholpen had, achter te laten. Praxedes zei ooit: "Men doet geen liefdadigheid voor de armen met wat men over houdt. Ze moeten de kwaliteit en kwantiteit krijgen die men aan een familielid zou geven."
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 67]
Aan Moeder-Overste Josephine Imbert
Nevers, 15 mei 1870
Geliefde en vereerde Moeder,
Al enige tijd voelt mijn hart het verlangen om u te schrijven, maar sedert uw vertrek voel ik me bijna voortdurend te beroerd of ben ik bezig met onze dierbare zieken. Op dit moment is het alleen mijn Zuster Nathalie, die flink vooruit gaat, zij loopt al enkele keren de gang van de ziekenzaal op en neer. Wat mij betreft, ik heb net een zwelling gehad, er heeft zich een abces in mijn mond gevormd, dat me flink gekweld heeft. Nu ik weer rechtop sta, hoewel mijn mond nog wat scheefhangt, laat ik niet na al mijn kleine leed en opofferingen die de goede God mij oplegt, overeen-komstig uw intenties aan te bieden, opdat Onze-Lieve-Heer en de Heilige Maagd de wensen mogen zegenen en inwilligen die uw Moederhart koestert voor de hogere eer van God en voor de heiliging van de zielen die u zijn toevertrouwd.
In mijn gebeden, hoe zwak ook, vergeet ik niemand van degenen die u mij in uw goedheid aanbevolen hebt bij uw vertrek. Het is vooral gedurende de dagen van communie, dat ik me van deze schuld kwijt, ik voel mijn ziel vervuld met kracht en vertrouwen bij de gedachte dat ik het niet meer ben die bid, maar Jezus in mij. Ik bid heel in het bijzonder voor onze Heilige Vader, de Paus, ten behoeve van het Concilie en de Congregatie. Ach, hoe gelukkig zou het mij maken om zijn zegen te mogen ontvangen. Het bedroefde mij te horen, mijn lieve Moeder, dat u voortdurend geleden hebt. Toch hoop ik dat wij het geluk mogen beleven u weldra terug te zien. Voor ons lijkt de tijd lang te duren.
Aanvaard, mijn geliefde en vereerde Moeder, de uitdrukking van diep en warm respect van uw toegewijde en erkentelijke dochter in onze Heer Jezus Christus,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
14. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Don Bosco was niet zozeer een groot theoretisch, pedagogisch denker, maar in de eerste plaats een man van de praxis, een gedreven man die vanuit zijn apostolische bekommernis jongeren op een zinvolle en aangepaste manier tot een beter, rijker, dieper leven wilde brengen.
Don Bosco was een priester, een zielzorger, bekommerd om het geestelijk welzijn van de mens en in het bijzonder van zijn 'jongens'. Hij was niet een priester die toevallig in het opvoedingswerk was terechtgekomen; hij was in de eerste plaats zielzorger en die opdracht viel voor hem noodzakelijk samen met het opvoedingswerk bij kansarme jongeren. Opvoeden was voor Don Bosco wezenlijk catechetisch en pastoraal werk. "Geef mij de zielen, de rest mag je houden", is één van zijn legendarisch geworden uitspraken.
Toch had Don Bosco ook oog voor de materiële noden die zijn jongens troffen. Hij hield ook vast aan het christelijke geloof, de evangelische waarden, de opdracht van de Kerk en de devotie tot Maria. Zijn roeping bestond erin de mens tot God, Christus, Maria en de Kerk te brengen.
Hoewel we bij Don Bosco niet echt van een uitgeschreven, pedagogisch systeem kunnen spreken, kwamen een aantal principes in alles wat hij deed, schreef en zei toch steeds weer aan de oppervlakte. Met het oog op het doorgeven en vertalen van het erfgoed van Don Bosco naar deze tijd, hebben de Vlaamse salesianen daarom een salesiaans, pastoraal-pedagogisch project uitgeschreven, dat als basis en maatstaf dient voor alle salesiaanse organisaties in Vlaanderen.
Hieronder vindt u de belangrijkste krijtlijnen van het mensbeeld, de opvoedingsdoelen en de salesiaanse opvoedingsstijl die beschreven worden in het opvoedingsproject.
15. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën
Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 9
Maar welke verwarring! Welke afschuw van zichzelf! Welke wroeging! Welke smart wanneer iedereen in het aanschijn van de stralende zuiverheid van Maria, zijn eigen zwartheid zal aanschouwen! En welke tranen van boete om alles weg te wassen! De arme satan! Hij denkt allen tegen God verbonden te hebben, maar dat is buiten Maria gerekend. Zij zal hem treffen en hem met de hiel de kop verpletteren.
Vertaling: Chris De Bodt
10-06-2010
10 juni 2010
10 juni 2010
1. De Waarschuwing [4/15]
Alles zal u worden getoond
Mijn kinderen, Ik die het Leven ben, Ik kan u niet verder laten leven met uw misvattingen. Men moet mij geloven als ik zeg dat Ik in u zal komen om al uw fouten te laten zien. Ik lach er niet mee! Ik ben God-Liefde. Ik heb uw wereld geschapen. Ik kan u dus niet bedriegen. Als u dus denkt u te kunnen verschuilen achter uw gewilde onwetendheid, dan bedriegt u uzelf, want ik kom in u om het u te bewijzen. Ja, ik kom, of u dat nu wilt of niet. U, die al zolang in zonde leeft, alles zal volbracht worden, laat dat heel duidelijk zijn.
Alles is klaar voor u allen, de kinderen van God: van alle rassen, talen, godsdiensten en alles naties, eenieder van u zal geroepen worden bij zijn eigen naam, want ik ken u allen. U zult Mijn Liefde zijn en u zult uw leven zien: niets zal worden overgeslagen. U zult de kleinste details van uw innerlijk en uiterlijk leven kennen en niets zal u bespaard blijven. Alle woorden die u gesproken hebt en alle gebaren die u gemaakt hebt, zij het goede of kwade, zullen gekend zijn: niets is zo machtig als mijn gerechtigheid.
Door dit schrijven wil ik u tonen dat u zich moet voorbereiden op een Grote Zuivering. Alle schade aangericht aan uw geest, lichaam, hart en ziel zal verlicht worden door het vuur van Liefde. Zoals het ijzer dat zich laat zuiveren door het vuur, zal alles in u komen wat u in uzelf bent.
2. Medjugorje: De Onderzoekscommissies [aflevering 30/36]
Sedert het begin van de verschijningen zijn er rond Medjugorje een aantal officiële kerkelijke onderzoeken geweest. Voor de lezer wordt het echter moeilijker om moeilijker om een duidelijk inzicht te krijgen hoe alles, in verband hiermee, tot hiertoe is verlopen. Daarom dit overzicht. Hoewel de hoofdrolspelers in Medjugorje uiteraard Onze Lieve Vrouw en de zieners zijn, spelen de Commissies die zijn ingesteld door de Kerkelijke overheden een heel belangrijke rol. Daarom dit overzicht.
Vierde Onderzoekscommissie
Op 18 maart verklaarde Mgr. Alessandro dErrico, de Apostolische Nuntius in Bosnië-Herzegovina: "Bij elk van mijn ontmoetingen met de Heilige Vader heeft deze heel veel belangstelling getoond voor Medjugorje. Als opperste gezagsdrager van de Kerk moet hij zich duidelijk uitspreken over dit fenomeen. Hij kent Medjugorje heel goed en heeft het me al dikwijls herhaald.
De Heilige Vader is zich zeer goed bewust van het vele goede, dat hier door de priesters, de zusters, de Franciscanen en de leken verwezenlijkt wordt en hij vraagt zich af waarom er zoveel vijandige informatie is tegenover dit fenomeen. Daarom wil hij een commissie oprichten van zeer hoog gehalte om zich een algemeen idee te kunnen vormen over dit gebeuren, dat onderzocht zal worden door zeer bekwame mensen. Hij heeft Kardinalen, Bisschoppen en deskundigen van over de ganse wereld uitgenodigd om deel te nemen aan deze commissie. Het was het verlangen van de Heilige Vader dat deze commissie zou aangekondigd worden aan de gelovigen op hetzelfde moment in het Vaticaan als te Mostar, wat een bewijs is van de solidariteit van de Heilige Vader met dit land.
Ik weet dat de media al lang over deze commissie spreken en dat de verwachtingen hoog gespannen zijn. Op heden kunnen we zeggen dat we gelukkig zijn en erkentelijk tegenover de Heilige Vader voor de belangstelling, die hij toont voor Mostar en onze Katholieke gemeenschappen. Zo heb ik op 17 maart, in de naam van de Heilige Vader, deze belangrijke beslissing meegedeeld op hetzelfde moment, dat ze ook in Rome werd bekend gemaakt. Het is klaar dat de taak van deze commissie moeilijk zal zijn en ik nodig al onze gemeenschappen uit om het werk van deze commissie toe te vertrouwen aan de bescherming van de Heilige Jozef, van Maria, de Moeder van de Kerk, en aan de heilige patronen van Mostar."
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 173]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus tot de kruisdood veroordeeld
Nadat Pilatus de Heer openlijk ten toon had gesteld vóór het volk en het volk zijn moordgeschreeuw had aangeheven, was de Heilige Maagd weggegaan. Zij keerde thans, vergezeld van een aantal vrouwen, terug naar het Forum en drong door de menigte heen om de veroordeling van haar Zoon bij te wonen. Jezus stond aan de voet van Pilatus tribunaal, omringd door beulsknechten, terwijl zijn vijanden hem vol haat en spot bekeken. Bazuingeschal weerklonk en in de stilte die volgde, sprak Pilatus, laf en snood, het doodvonnis over Jezus uit. Zijn laaghartigheid en gespleten persoonlijkheid drukten mij volledig te neer. De houding van deze opgeblazen schurk, de triomf van de bloeddorstige, door al hun hotsen en opstoken afgematte, maar nu bevredigde opperpriesters, de ellende en de diepe smart van de arme Heiland, de onuitsprekelijke angst en pijn van Zijn Moeder en van de heilige vrouwen, het begerige en grimmige loeren van de Joden, het koude en trotste doen en laten der soldaten, de gruwelijke bedrijvigheid van de duivelsbenden onder de menigte, wiens bedrijvigheid ik ook te aanschouwen kreeg: dat alles was voor mij vernietigend geweest.
Ach, ik voelde nog dat ik had moeten staan op de plaats waar Jezus, mijn liefste bruidegom, stond: dan had het vonnis gerecht en verdiend mogen heten. Ik leed echter zoveel, ik was zo gebroken, dat ik niet meer juist weet hoe het toen allemaal is gegaan. Wat ik me nog herinner, zal ik proberen te zeggen.
Pilatus hield eerst een holle inleiding, waarin hij de keizer, Claudius Tiberius, met hoge naam prees. Hierna volgde de aanklacht tegen Jezus, dat inhield dat Hij als opruier, rustverstoorder en overtreder van de Joodse wetten [daar Hij zich de Zoon van God en de Koning der Joden liet noemen] door de opperpriesters tot de doodstraf was veroordeeld, terwijl het volk eenstemmig Zijn kruisiging had geëist. Toen Pilatus hieraan toevoegde dat hij het vonnis van de opperpriesters rechtvaardig achtte, hij die uren lang niets anders had verklaard dan dat Jezus onschuldig was, vergingen mij het horen en zien van deze gemene, dubbelzinnige mens. Hij zei nog: "Zo veroordeel ik van mijn kant, Jezus Nazarenus, Koning der Joden, om aan het kruis te worden genageld." Meteen beval hij de beulsknechten om het kruis te gaan halen. Als ik het me goed herinner, heeft hij daarbij ook een lange stok, met daarin wat merg, doormidden gebroken en de stukken vóór Jezus voeten geworpen.
Bij de laatste woorden van Pilatus zonk de moeder van Jezus bewusteloos neer, alsof zij sterven ging. Nu was het zeker, nu viel er aan de smartelijke, smadelijke dood van haar allerheiligste, allerliefste Zoon en Verlosser niet meer te twijfelen. Johannes en de heilige vrouwen leidden haar heen, opdat de blinde mensen zich niet aan het spotten met de smart van de moeder van hun Heiland zouden bezondigen. Maria kon echter niets anders doen dan de lijdensweg van Onze Heer bewandelen. Haar gezellinnen moesten haar van de ene plaats naar de ander voeren. De ijver van een geheimzinnige religie van het medelijden zette er de Moeder van Jezus toe aan, overal waar de uit haar geboren Verlosser voor de zonden van Zijn broers, de mensen, geleden had, het offer van haar tranen te brengen. Zo wijdde Maria vooraf, met haar tranen, al de heilige plaatsen op de aarde die ons aller Moeder, de Kerk, eens vereren zou, zoals eertijds Jacob de gedachtenissteen met olie zalfde, waarbij hem de belofte werd gedaan.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 173]
Preken
Alles wat ge meer zegt komt van de duivel
Hebt ge zo gesproken, vriend? Sla dan uw ogen op en ge zult zien wie ge gekruisigd hebt? Is het geen godlastering als ge zegt dat ge te zwaar op de proef gesteld wordt, dat ge niet anders kunt, dat het uw noodlot is ...? Weet ge wel, broeders, wat die woorden inhouden? Ge beweert niets anders dan dat de goede God u tot weerspannigen, driftkoppen, tot zedelozen, tot echtbrekers en tot godslasteraars heeft gemaakt! Ge gelooft niet aan de erfzonde, die de mens van de oorspronkelijke gerechtigheid, waarin hij werd geschapen, heeft beroofd. Zeker, die zonde is sterker dan gij ... Maar, mijn vriend, komt de godsdienst u dan niet te hulp om u uit het verderf te redden? En gij, ellendeling, ge durft nog te lasteren tegen Hem, die u deze godsdienst heeft geschonken als de grootste gave die Hij u schenken kon.
Hebt ge nooit gelasterd tegen de heiligen en tegen de Moeder Gods? Hebt ge nooit gespot met hun deugden, hun verstervingen of hun wonderen? Hoeveel goddelozen zijn er helaas niet in deze rampzalige tijd, die er niet voor terugschrikken om de heiligen in de hemel en de rechtvaardigen op aarde te verachten! Hoevelen lachen er niet met de strengheid waarin de heiligen hebben geleefd! Zij wensen de goede God niet meer te dienen en kunnen zelfs niet verdragen dat anderen Hem dienen. Zie toe, broeders, dat uw kinderen uw vloeken en uw godslasteringen niet overnemen. Anders zullen de straffen die u in het andere leven te wachten staan, ondraaglijk zijn.
Maar, zult ge me vragen, welk verschil bestaat er tussen de godslastering en de verloochening van God? We willen hier niet uitweiden over degenen die de goede God verloochenen door de ware godsdienst vaarwel te zeggen: we noemen zulke personen afvalligen of overlopers. Maar ik wil u spreken over hen die de afschuwelijke gewoonte hebben in drift of woede de heilige naam van God te verloochenen. Zo verheffen sommigen zich tegen God wanneer hun zaken mislukken of wanneer ze verliezen bij het spel, alsof Hij daar de oorzaak van was. Bij het minste of geringste dat hen tegenvalt, moet de goede God het ontgelden, alsof Hij de oorzaak was van hun verlies of van het ongeluk dat hen overkomt. Ach, hoe durft ge, armzaligen, die door God uit het niets zijt voortgebracht, die door Hem in leven gehouden wordt en dagelijks wordt overladen met zijn weldaden, Zijn Heilige Naam te verachten, te ontheiligen en te verloochenen? Als God gehoor gegeven had aan Zijn rechtvaardigheid, zoudt ge reeds lang in de afgrond van de hel zijn neergestort! Je zult gewoonlijk zien dat iemand die zich in zijn leven aan dit grote kwaad bezondigt, een ongelukkig einde heeft. De geschiedenis vertelt ons van een man die of zijn sterfbed aan de diepste ellende ten prooi was gevallen. Er trad een priester bij hem binnen om hem te zien en zijn biecht te horen en toen sprak de zieke: "Ach vader, de goede God straft me voor zijn drift, voor mijn godlasteringen en verloocheningen. Ik ben al zo lang ziek. Ik ben straatarm en al mijn ondernemingen zijn op niets uitgelopen. Mijn kinderen verachten me en laten mij in de steek. Ze deugen niet, omdat ik hen een slecht voorbeeld heb gegeven. Hoe lang lig ik hier nu al te lijden? Mijn tong is ontstoken en ik kan niet meer slikken zonder de hevigste pijn? En ik ben bang, vader, dat ik, na op deze wereld zoveel geleden te hebben, ook in het andere leven zal moeten lijden."
Zelfs in onze dagen zien we, broeders, dat degenen die God vervloeken, lasteren of verloochenen, bijna altijd een rampzalig einde hebben. Waak daarom tegen die slechte gewoonte, beter nu, want als ge in dit leven geen berouw krijgt, zult ge het ook in het hiernamaals niet meer krijgen. Vergeet niet dat uw tong alleen mag worden gebruikt om tot God te bidden en Zijn lof te zingen. Als ge geneigd zijt tot vloeken, spreek dan dikwijls met diepe eerbied de heilige naam van Jezus uit, opdat uw lippen gezuiverd mogen worden.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 173]
Hoofdstuk 25. Huwelijk, familie en kinderen
Nicky: Als een moeder haar kind geen borstvoeding geeft, of haar kind niet draagt, is dit dan een zonde? Maria: Als zij hiertoe lichamelijk bekwaam is en dit doet omwille van enige zelfzuchtige reden, dan is dit het geval. En het niet knuffelen en dragen ervan leidt later tot belemmering van groei en ontwikkeling en aldus is dit ook een zonde.
Nicky: Is het beter om arm te zijn met vele kinderen dan rijk te zijn met enkel één of twee kinderen? Maria: We mogen nooit Gods plan verhinderen om ons kinderen te schenken. In Zijn Plan zal Hij altijd voor het nodige onderhoud voorzien voor hen. Ik ken veel gelukkiger mensen onder de armen dan onder de rijken, en ik ken heel wat mensen van beide categorieën. De rijkeren dragen veel meer de lasten van de zonden van hun voorouders. Ook meer rijkere mensen komen op dit gebied tot mij. En dit is niet omdat de armen mij niet kunnen bereiken. Ze komen ook.
Nicky: Nochtans spreken de wereldleiders, zoals onlangs, tijdens de meeting in Cairo, over de ernstige bedreiging van overbevolking? Wat is uw antwoord hierop? Maria: Dat is zelfzuchtige misleidende onzin en opnieuw volledig in elkaar gezet door diezelfde banken! Van de ongeveer zes miljard inwoners vandaag, is het inderdaad zo dan er één derde van sterven, maar dit is enkel omwille van de hebzucht van een klein aantal. Er zijn statistieken die aantonen dat de wereld vijftig miljard mensen of meer kan voeden, indien de energie en het voedsel op een rechtvaardige manier zouden worden aangewend. De hebzucht van het Westen vertoornt God erg en Hij zal hier spoedig iets aan doen, daar ben ik zeker van. Ik weet dat Hij het zal doen.
Wie is het wiens kinderen negentig maal meer verbruiken als een kind uit India? En wie is het die zo bezorgd is over de overbevolking? Het antwoord op beide van deze vragen is hetzelfde: het Westen met zijn banken. Hebzucht en de misleidende angst van armoede doen de mensen geloven in grote leugens en er hen naar handelen. Bovendien zeggen ze deze leugen door aan anderen.
Nicky: Op welke leeftijd mag een moeder haar kinderen voor een poos achterlaten bij een niet-familielid? Maria: Dit hangt er uiteraard van af, wat de omstandigheden zijn, maar in regel is dit een zonde voor de leeftijd van vier jaar. De wonden die voor de leeftijd zijn aangebracht zijn het moeilijkste om helen omdat ze zo diep in het onderbewustzijn zitten.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Fatima's in Lucia's eigen woorden: Hoofdstuk 2. Lucia's kinderjaren [aflevering 17]
Problemen thuis
Het was een van de droevigste taferelen die ik ooit meemaakte: verlangend uitkijkend naar mijn zussen en mijn moeder zo ellendig te zien. Dit deed mijn hart breken. Ook al was ik nog maar een kind, ik begreep precies de situatie waar we waren in beland. Toen herinnerde in mij de woorden van Engel: "Boven alles, aanvaard nederig de opofferingen die de Heer u zal zenden." Op zulke momenten trok ik mij gewoonlijk terug naar een andere plaats en liet ik haar alleen om mijn moeders lijden niet te vergroten. Deze plaats was dan gewoonlijk onze bron. Daar leunde ik op mijn knieën over de rand van de stenen en ik kon geen woord uitbrengen. Mijn tranen vermengden zich met het water beneden en ik offerde mijn lijden op aan God. Soms vonden Jacinta en Francisco mij in deze staat, in bitter verdriet. Ik kon geen woord uitbrengen want mijn stem was afgesneden door mijn wenen en zij deelden mijn lijden tot zon hoogte dat ze ook overvloedig begonnen wenen. Toen zei Jacinta luidop: "Mijn God, onze offers zijn een daad van herstel en voor de bekering van de zondaars. Aanvaard al leed en onze opofferingen." De formule van de opoffering was niet altijd precies dezelfde, maar de betekenis was wel dezelfde.
Zoveel lijden begon de gezondheid van mijn moeder te ondermijnen. Zij kon niet langer werken en zij vroeg mijn zus Gloria om voor haar en het huis te zorgen. Alle artsen en dokters uit de omgeving waren reeds bezocht. We hadden toevlucht voor elke ziekte, maar er was geen enkele verbetering te merken. De goede parochiepriester bood mijn moeder aan om haar mee te nemen met zijn ezelskar, om in Leiria de dokter te raadplegen. Vergezeld door mijn zuster trok zij naar Leiria. Maar ze keerde halfdood van haar reis terug, uitgeput van zo vele raadplegingen, zonder enig resultaat of wat ook. Uiteindelijk werd er een dokter S. Mamede geraadpleegd. Hij verklaarde dat mijn moeder een verzwakking had aan het hart, een verschoven ruggenwervel en falende nieren. Hij schreef haar een rare behandeling voor met roodhete naalden en van alles en nog wat en dit bracht wel enige verbetering aan haar toestand.
Dit waren de dingen thuis bij ons toen de dertiende mei van 1917 aankwam. Het was ook rond deze tijd dat mijn broer de leeftijd had bereikt om zich in te laten schrijven voor het leger. En daar zijn gezondheid goed was, hadden we elke reden om aan te nemen dat hij zou aanvaard worden. Daarnaast, was er oorlog en zou het moeilijk zijn om voor hem een uitzondering te verkrijgen. Mijn moeder die bang was om er thuis alleen voor te staan en niemand had om om het land te latten, vroeg eveneens aan mijn zus Carolina om naar huis te komen. Ondertussen beloofde de peter van mijn broer om zijn uitzondering voor hem te bekomen. Hij sprak enkele woorden met de dokter die verantwoordelijk was voor zijn medisch onderzoek en aldus verleende de Heer mijn moeder deze verlichting.
Vertaling: Chris De Bodt
7. Jean de Florette [12/13]
In 1986 maakte regisseur Claude Berri zijn verfilming van het tweeluik "Jean de Florette/Manon des Sources," van befaamd auteur Marcel Pagnol. Twee films die niet van elkaar kunnen gescheiden worden, die samen één verhaal vertellen, maar die met enkele maanden tussentijd werden uitgebracht aan het einde van 86 en het begin van 87. De neiging blijft evenwel bestaan om Berris films als twee afzonderlijke prenten te blijven beschouwen, omdat een tijdssprong tussen de twee delen eerder het gevoel geeft dat het hier twee verschillende verhalen betreft. Niet dus.
Hoe het ook zij, beide films zijn ondertussen bekend geraakt als klassiekers van de Franse cinema. Jean de Florette [Gérard Depardieu], een gebochelde onderwijzer uit de grote stad komt, samen met zijn vrouw en jong dochtertje, naar de Provence om er zijn geluk te beproeven als boer. Hij heeft moderne ideeën over de landbouw en een stapel boeken bij zich. Doordat de Soubeyrans, een rijke herenboer [Yves Montand] en zijn lichtelijk achtergebleven neef Ugolin [Daniel Auteui], stiekem de waterbron hebben dichtgemetseld mislukt zijn plan op dramatische wijze.. Jean de Florette is, zeker samen gezien met zn tweede deel, een prachtig werkstuk over de manier waarop eenvoudige hebzucht kan leiden tot de vernieling van alle vooruitgang en van nieuwe ideeën. De moraal van het verhaal is genieus prachtig in beeld gebracht. Na deze film "Jean de Florette," volgt het vervolg, "Manon des Sources."
Dit Franse drama is uitgebracht in 1986 en staat onder regie van Claude Berri. Hoofdrolspelers zijn Yves Montand, Daniël Auteuil, Gérard Depardieu en Elizabeth Depardieu. De film duurt 120 minuten.
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 35: Catherina's geheim [Aflevering 228]
De signalen bleven brullen en woester worden. Het begon een herhaling te worden van de middeleeuwse waarschuwingen. In 1807 sloeg de bliksem in op een houten beeld in een klooster in Guadalajara. Het Kindje Jezus overleefde het in de armen van Zijn moeder, maar het was duidelijk een voorteken.
En er waren er nog. In Italië werd de opmars van Napoleon en zn voorbereiding om de Pauselijke Staten te veroveren niet alleen door tranende afbeeldingen voorspelt, maar ook door beelden die raar bewogen. In Rome leek een afbeelding van de Moeder van Genade, die over een boog nabij het Piazza Santa Apostoli stond, de ogen te openen en te sluiten. De oude afbeelding, bijna onherkenbaar door de ouderdom, toonde plots duidelijke kenmerken en keerde terug naar haar oorspronkelijke schoonheid. "In de loop van diezelfde dag werd hetzelfde bovennatuurlijke verschijnsel in zes andere afbeeldingen vastgesteld, in straten en in kerken, in verschillende delen van de stad," schreef James Northcote.
Het was een spirituele omwenteling en in Amerika was het gebrul er letterlijk. In 1811 en 1812 waren er in New Madrid, Missouri een aantal bevingen die zo krachtig waren dat de rivier van de Onbevlekte Ontvangenis, nu gekend als de Mississippi, eventjes achterwaarts stroomde. Stroomafwaarts in New Orleans was men geconcentreerd op een beeld bij de Ursulinen nonnen. Een beslissende overwinning tijdens de slag om New Orleans werd aan het beeld toegedragen, toen zesduizend Amerikanen die onder Generaal Andrew Jackson vochten, een Britse troepenmacht van tenminste vijftienduizend man versloegen.
"Vanuit de vensters van hun klooster konden de Ursulinen de rook van het slagveld zien opstijgen en schoten van de geweren en de donder van de kanonnen horen," schreef historicus William J. Walsh. "Jackson had gezworen dat, als hij overwonnen zou worden, de vijand New Orleans in puin zou vinden. Om dit gevaar te helpen afweren zat de kapel van de Ursulinen voortdurend vol met vrome dames die weenden en baden aan de voet van het heilig beeld dat op het hoge altaar werd geplaatst. Bij de H. Communie kwam een boodschapper de kapel binnen om het goede nieuws van de nederlaag van de vijand aan te kondigen." Niemand kon aan de tussenkomst van de hemel twijfelen, door de bemiddeling van O.L.V. van Goede Bijstand. Jackson zelf, de held van de dag, aarzelde niet om de goddelijke tussenkomst in zijn voordeel toe te geven en in zn eerste verklaring aan het leger, zei hij: Door de zegen van de hemel, die de dapperheid van de troepen onder mijn commando leidt, hebben we één van de meest briljante overwinningen in de annalen van de oorlog behaald."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 120]
Hoofdstuk 7: Naar het Tweede Vaticaans Concilie
Een invloed
Zoals Hilari Raguer opmerkt waren de niet katholieke waarnemers geen passieve toeschouwers van het gebeuren, ze beïnvloedden zelfs in positieve zin verschillende documenten van het concilie.
Het Secretariaat voor de Eenheid verzamelde wekelijks de waarnemers in het hotel Columbus. Bekwame katholieke personaliteiten (leden van het Secretariaat, bisschoppen of theologen) hielden toespraken over op het concilie besproken onderwerpen. De waarnemers mochten opmerkingen maken en bezwaren aantekenen die werden overgemaakt aan de conciliaire commissies. Er werden ook losse bijeenkomsten aan toegevoegd tussen waarnemers en verschillende leden van het Secretariaat voor Eenheid, met notas door de waarnemers opgesteld en bestemd voor de bisschoppen en theologen, gelast met het bewerken van een of ander thema dat ter sprake lag. Pater de Lubac bevestigde dat: "Kardinaal Bea zou voor zorgen dat hun waarnemingen aan het concilie worden voorgelegd. Misschien kunnen ze zelfs als waarnemers toegelaten worden tot enkele commissies."
In feite hebben de waarnemers de inhoud en de formulering van diverse constituties en decreten beïnvloed, maar het blijkt onmogelijk om ze specifiek op te sporen.
In oktober 1962 stelde Max Thurian een nota op over liturgie, bestemd voor de betrokken commissie. Dan, toen het schema De fontibus (de twee geloofsbronnen: Schrift en Overlevering) op 21 november 1962 uit de agenda van het concilie genomen werd om volledig te worden herschreven, nam Max Thurian met de protestantse theologen Oscar Cullmann en Hébert Roux deel aan een vergadering rond pater Congar om een nieuwe tekst te schrijven. In januari 1963, na de sluiting van de eerste sessie werd de onderprior van Taizé uitvoerig geraadpleegd voor het nieuwe schema over "oecumene" dat Gustave Thils als theoloog bij het Secretariaat voor Eenheid voorstelde.
Kortom, en volgens Etienne Fouilloux, zonder een vroom optimisme te belijden, reiken de waarnemers een stevige en meestal genuanceerde steun aan de stelling van de meerderheid dat al gauw duidelijk werd in de vergadering. [...] het Secretariaat voor Eenheid maakt gebruik van de aanwezige waarnemers om zijn invloed op het concilie uit te breiden.
Na de eerste sessie die eindigde op 8 december 1962 verheugde Broeder Roger zich over de diepe verstrengelingen die in het concilie aan het licht kwamen, en over een scheppende dynamiek die tegelijk katholieken en niet katholieken trof.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 62]
Woordenboek: Letter D
De Egyptenaar
Hij pretendeerde dat op zijn commando de muren van Jeruzalem zouden instorten. De soldaten van Felix maakten een einde aan de illusies. De overlevenden, waaronder de Egyptenaar, sloegen op de vlucht. In De Oorlog der Joden wordt beweerd dat een meerderheid van de dertigduizend rebellen werd gedood of gevangen genomen en dat slechts een handvol met de Egyptenaar kon vluchten. Het Nieuwe Testament haalt dit incident aan. Toen Paulus in het jaar 57 in Jeruzalem werd gevangengenomen, was dit nog maar net gebeurd, want de tribunus vroeg hem: "Bent u dan niet die Egyptenaar die enige tijd geleden een opstand heeft ontketend en met vierduizend sicariërs naar de woestijn is getrokken?" [Handelingen 21:38].
Ondanks het mislukken van deze poging de Romeinen te verdrijven brandde het vuur van de opstand verder. De Zeloten riepen de mensen op de wapens tegen de Romeinen op te nemen. Wie dat niet wou, werd met de dood bedreigd. Ook onder stadhouder Festus [59-62] waren de Zeloten bijzonder actief. Opnieuw was er een valse profeet die een nieuwe uittocht beloofde en de mensen naar de woestijn leidde. Zo kwam Jezus' waarschuwing uit: "Als iemand dan tegen jullie zegt: Kijk, hier is de Messias, of "daar, vertrouw het niet. Want er zullen valse messiassen en valse profeten opstaan, en ze zullen grote tekenen en wonderen laten zien om, als het mogelijk zou zijn, zelfs de uitverkorenen op een dwaalspoor te brengen. Kijk, Ik heb het jullie van tevoren gezegd. Als ze jullie dan zeggen: Kijk, Hij is in de woestijn, trek er niet op uit: "Kijk, Hij is ergens binnenskamers, vertrouw het niet." [Matteüs 24:23-26].
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 76]
Het wonder van Alcalà de Henares, Spanje [1597]
Toen ze hoorden dat de beroemde en geleerde doktoren geen wetenschappelijke verklaring konden geven voor het niet vergaan van de Hosties, liet Don Pedro Garcia Carrero, een arts en professor aan de universiteit, een publieke onderzoek plaatsvinden. Tijdens dit onderzoek werden vijf Hosties gebroken. Hun behoud en frisheid overtuigde de professor dat het echt om een wonder ging, omdat de Hosties zich niet hielden aan de natuurwetten.
Toen de prominente theologen, religieuzen en professoren allemaal tot de conclusie kwamen het behoud van de Hosties een wonder was, schreef de rector, Don Francisco Robledillo, een brief aan de vicaris-generaal van Alcalá, op 16 juli 1619, waarin hij toestemming vroeg om het wonder bekend te maken en de Hosties publiekelijk uit te stellen, want hij wist dat de mensen enthousiast waren om dit religieuze wonder te aanbidden en te vereren.
De plaats waar de Hostie uit werd gesteld was een kapel in de Jezuïetenkerk. Hier werden de Hosties, in een grote processie door de straten van de stad, naar toe gebracht. De straten van de stad waren voor deze gelegenheid versierd met honderden kleden, vlaggen en bannieren.
Een noemenswaardig bezoek werd gebracht aan de Wonderlijke Hosties, in 1620, door de monarch, Filips III, die samen met zijn Koninklijke familie en zijn hele huishouden langskwam. Hij schonk aan de Hosties een kostbare doos gemaakt van parelmoer en zilver. De binnenkant van deze kist was bekleed met kostbaar brokaat. De Hosties werden in deze doos bewaard totdat er een monstrans geschonken werd door Kardinaal Spinola, de aartsbisschop van Sevilla en Santiago.
De Monstrans was iets meer dan 86 cm hoog en had de vorm van een vierzijdige lantaarn. Rond een centraal punt waren acht delen gemaakt, ieder deel huisde drie vertikaal geplaatste Hosties. Deze delen vormden een achthoek rond dit centrale punt, en het geheel was aan vier kanten omsloten door glas. Een klein koepeltje aan de bovenkant was versierd met een klein elegant kruis aan de bovenkant. Er wordt gezegd dat er ooit een gouden ring aan dit kruis hing, dat geschonken was aan de Wonderlijke Hosties op 18 september 1810, tijdens een bezoek aan Jozef Bonaparte, die koning van Spanje was gekroond door zijn broer Napoleon.
De Hosties verbleven in de kapel van de Jezuïetenkerk tot 1777, toen koning Karel III een koninklijk beval gaf aan kanunnik Ramon de los Herreros, om de Heilige Hosties te verplaatsen naar De Heilige Magistraalkerk. Toen werden de Hosties in grote plechtigheid naar de nieuwe kerk overgebracht. Ook werden de beelden, juwelen, versieringen, vazen, lampen en alles wat herinnerde aan de Hostie, of gegeven was aan de Hosties, mee verplaatst.
In de Heilige Magistraalkerk werden de Hosties bijzonder vereerd op het Hoogfeest van Hemelvaart, een feestdag toegewijd aan het wonder. Elk jaar op die dag kleedden de mensen van Alcalá de Henares zich in de mooiste kleden en namen deel aan de vieringen die zou uitgebreid waren dat het onmogelijk is om ze omschrijven.
12. Recente heiligenlevens
Praxedes Ferdandez, Dienares van God [1886-1936]
Zij was een moeder van vier kinderen en een mishandelde echtgenote
Rond het jaar 1927 deden antigodsdienstige overtuigingen hun intrede in de vallei, waarbij duivelse uitlatingen gebeurden tegenover iedereen die zich aan God toewijdde. Door de parochiepriester te helpen, deed Praxedes al wat ze kon voor de kerk. Haar eigen kinderen brachten andere kinderen, die op straat bedelden, mee naar huis, waardoor haar liefdadigheid voor de zieken en de armen nog toenam. Praxedes was opgetogen dat ze deze arme ongelukkigen kon voeden en kleden.
Ondanks het communistische antiklerikalisme en tot groot genoegen van Praxedes, trad haar zoon Enrique toe tot het Dominicaans seminarie. Ze had altijd gewild dat één van haar zonen priester zou worden. Op een keer toen ze Enrique een bezoekje bracht in het seminarie, vertelde Vader Felix Velez, bij wie Praxedes te biechten ging, aan één van de moeders: "Enriques moeder is een heilige." Tijdens de laatste jaren van haar leven, trad Praxedes toe tot de Derde Orde van de H. Dominicus, een vereniging voor leken.
Arturo, de kleine deugniet van het gezin die van school gegaan was om in de mijnen te gaan werken, werd gedood door een trein, op bijna dezelfde wijze als zn vader. Door deze tragedie vond Praxedes een zekere verlichting in haar geloof en vertrouwen in Gods genade. Toen men haar geld gaf voor bloemen, spendeerde ze het aan dertig Gregoriaanse Missen voor de rust van zijn ziel. Tijdens de derde Gregoriaanse Mis voor Arturo, zag Praxedes in haar scapulier haar zoon in de armen van de Heilige Maagd. Vol van vreugde keerde Praxedes terug naar huis en zei: "Nu ben ik gelukkig, want mijn zoon werd gered."
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: Brieven van Bernadette [Aflevering 66]
Aan Mijnheer Pastoor Peyramale
Nevers, 25 februari 1868
Mijnheer Pastoor,
Ik vraag u mij te verontschuldigen dat ik tot deze dag gewacht heb om u deelgenoot te maken van de vreugde die ik geproefd heb op de dag waarop ik het geluk had mijn religieuze professie te doen. Ik zou deze schuld, die de erkentelijkheid me oplegt, eerder hebben ingelost als de goede God mij niet met verscheidene zware ziekten aan het bed gekluisterd hield. Laat mij u bedanken, Mijnheer Pastoor, voor de dringende gebeden die u zo goed was voor mij op die dag tot de hemel te richten, en u vragen deze welwillend voort te zetten om mij te helpen Onze-Lieve-Heer en zijn Heilige Moeder te danken voor alle genade waarmee zij mij hebben overladen. Ik vraag u zo goed te zijn, Mijnheer Pastoor, mijn respect te betuigen aan de Zeer Eerwaarde Heer Pomian, alsook aan de Heren Vicarissen. Ik dank hen voor de dringende gebeden die zij zo goed waren voor mij op te dragen. Ik heb de afgelopen dagen een dame ontmoet die mij veel over u verteld heeft, Mijnheer Pastoor, en over uw reis naar Rome, waar zij met u heeft kennisgemaakt; ook vernam ik met vreugde dat u het geluk had de Heilige Vader te ontmoeten en met hem te spreken; Ik hoop, Mijnheer Pastoor, dat ik een klein beetje deel mag hebben aan de zegening die u van Zijne Heiligheid hebt mogen ontvangen voor de groep die u was toevertrouwd. Ik besluit, Mijnheer Pastoor, me aanbevelend in uw dringende gebeden, vooral gedurende het Heilig Misoffer vraag dan voor mij, bid ik u, om de deugd van de nederigheid en een grote offeringsgezindheid.
Wees zo goed, Mijnheer Pastoor, mij aan te bevelen in de gebeden van de Congregatie, ik zou alle juffrouwen erkentelijk zijn als zij zo goed zouden willen zijn enkele gebeden te richten tot Onze-Lieve-Heer en Zijn Heilige Moeder voor mijn intentie, om te bedanken voor de genade die zij mij hebben geschonken, vooral wanneer zij naar mijn geliefde grot gaan. Ik zal proberen dit terug te betalen door mijn gebeden, hoe zwak dan ook, tot Onze-Lieve-Heer in zijn Heilige Tabernakel te richten. Ontvang, Mijnheer Pastoor, de uitdrukking van het diepe respect waarmee ik Uw dienstwillige en dankbare dienares ben,
Zuster Marie-Bernard Soubirous
14. Ongeschonden Lichamen: Don Bosco [1815-1888]
Mama Margherita
Als Margherita Occhiëna tot op vandaag in verschillende levensbeschrijvingen 'Mama Margherita' wordt genoemd, dan is het omdat ze niet alleen voor Jan Bosco een echte moeder was, maar ook voor heel wat jongens die in het oratorio van Don Bosco terechtkwamen.
Margherita Occhiëna werd geboren in 1788, in Serra di Capriglio, een dorp in de provincie Asti, Noord-Italië. Haar jeugd tekende zich vooral af op het platteland en in 1812 huwde ze met Francesco Bosco, een jonge landbouwer en weduwnaar, die in het gehucht Becchi woonde. Ze trok in bij hem en zijn zoon Antonio. Samen kregen ze twee kinderen: Giuseppe en Giovanni, de latere Don Bosco. Francesco stierf echter op 33-jarige leeftijd en vanaf 1817 kwam Margherita er alleen voor te staan, met de zorg voor drie kinderen en de verantwoordelijkheid voor de boerderij.
Toch is niets haar teveel geweest om er te zijn voor haar kinderen, als een moeder en vader tegelijk. Ze wist een evenwicht te bewaren tussen beide: een voldoende krachtig moederschap om de afwezigheid van een vader op te vangen en een voldoende zacht vaderschap om de onmisbare moederlijke warmte niet verloren te laten gaan. Ze werd een sterke vrouw, teder, maar vastberaden, vol geduld en begrip en toch onwrikbaar.
Al de tijd tot aan zijn priesterwijding en enkele jaren erna heeft Margherita naast haar zoon Jan Bosco gestaan. Toen hij priester werd, waarschuwde ze hem voor de ernst van zijn keuze: "Het is niet het kleed dat je groot maakt, maar de echtheid van je inzet en overgave. Liever een arme boer dan een priester die zijn plicht niet doet."
Tijdens de beginjaren van Don Bosco's patronaat bleef Margherita op de Becchi, als trotse grootmoeder van een groep kleinkinderen. Maar het aantal jongeren rond Don Bosco groeide aan en in 1846 vergezelde zijn moeder hem naar Valdocco. Wilde het huis van Pinardi een echt verblijf voor zijn jongens worden, dan hoorde zij erbij. Margherita Occhiëna werd 'Mama Margherita' voor de jongens van Don Bosco's patronaat. Ze betekende veel voor het oratorio, zoveel dat ze er wel eens de verpersoonlijking van wordt genoemd.
Mama Margherita stierf op 25 november 1856. "God weet hoeveel ik van je heb gehouden," zei ze aan Don Bosco, "van daarboven zal ik het nog beter kunnen." Op 25 november 2006 werd Margherita Occiëna door paus Benedictus XVI eerbiedwaardig verklaard.
15. Madeleine Porsat [1773-1843]: 17 profetieën
Zuster Madeleine Porsat, van de Orde der Clarissen, was een nederige dienares die leefde van 1773 tot 1843. Zij heeft heel helder de voorafgaande tekenen voorspeld van de crisis die ons bedreigt, de algemene verwarring die moet voorafgaan aan "de grote slag" en vooral de komst van Maria die voorafgaat aan de Tweede Komst van Jezus en het einde der tijden.
Profetie 8
Alle mensen van goede wil zullen binnentreden. Voor God is alles mogelijk. Maria komt! Zij komt tot iedereen en aan iedereen zal zij het boek van hun geweten tonen. Het boek is niet geopend naar de wereld toe: dit is voorbehouden voor het laatste oordeel, maar naar ieders eigen ogen gericht. God zal deze eerste openheid van het geweten tot stand brengen door de zorgen van Maria, zachte Moeder! Het zal een geheimzinnig aanschouwing zijn, zonder echter de eigenliefde te kwetsen tussen de Moeder en haar kinderen. Het is de biechtstoel van Maria ...