1. Medjugorje: kort overzicht van alle gebeurtenissen sedert december 2009.
Sinds afgelopen december zijn er heel wat dingen vlug gegaan in Medjugorje. Daarom dit overzicht.
13.12.2009: Officieus wordt het geweten dat kardinaal Christoph Schonborn een bezoek zal brengen aan Medjugorje van 28 december 2009 tot 2 januari 2010. Sedert eind de jaren tachtig is Schonborn een grote voorstander van Medjugorje. In 1989 vertelde hij aan Jozef Ratzinger, toen nog Voorzitter van de Congregatie voor de Geloofsleer: "Als Medjugorje wordt gesloten, mogen we meteen ook ons seminarie opdoeken, omdat de meeste seminaristen hun roeping hebben gekregen door Medjugorje." Ratzinger antwoordde hierop: "Medjugorje sluiten, daar is geen sprake van!"
28.12.2009: Kardinaal Christoph Schönborn komt aan te Medjugorje.
29.12.2009: Kardinaal Schönborn houdt een eerste toespraak in de Kerk over de Goddelijke Barmhartigheid en omschrijft Medjugorje als een "Supermacht van Genade."
30.12.2009: De kardinaal ontmoet de zieners die zich in Medjugorje bevinden en verkent, samen met Marija Pavlovic, de Podbrdo.
01.01.2010: Kardinaal Schönborn is hoofdcelebrant van de Middernachtmis Op Niewsjaarsnacht.
02.01.2010: De kardinaal keert terug naar Wenen.
05.01.2010: Kardinal Schönborn geeft interviews weg aan de Oostenrijkse Media met een resumé over zijn bezoek aan Medjugorje.
08.01.2010: De kardinaal zegt dat hij later zeker nog terugkeert naar Medjugorje.
10.01.2010: Kardinaal Schönborn spreekt op de Oostenrijkse TV over de reactie van Bisschop Peric over zijn bezoek aan Medjugorje.
15.01.2010: De kardinaal heeft een privé-ontmoeting met Paus Benedictus XVI.
15.01.2010: Kardinaal Schönborn dient Bisschop Peric schriftelijk van antwoord.
18.01.2010: Samen met Kardinaal Ersilio Tonini spreekt Kardinaal Schönborn op de Italiaanse televisie.
19.01.2010: De bisschop van Mostar, Ratko Peric wenst het openlijk debat te sluiten over zijn uitval naar Kardinaal Schönborn.
22.01.2010: Christoph Schönborn spreekt met kath.net. over het rapport van de voormalige Commissie.
23.01.2010: Kardinaal Bertone wijdt een nieuwe en vijfde Bisschop, Pétar Rajic, voor Bosnië en Herzogovina in.
22.02.2010: Het Pauselijke vastengebed bevat de woorden: "Dat de Heilige Maagd Maria ons, geleid door de Heilige Geest, mag helpen tijdens deze tijden van genade en van vreugde en vruchten ..."
06.03.2010: De eerste officieuze berichten komen door dat de Heilige Stoel een nieuwe Commissie, op internationaal niveau, zal samenstellen zijn rond Medjugorje. In feite komt dit neer op een hevige berisping voor Ratko Peric, dat deze zijn werk allerminst goed gedaan heeft.
09.03.2010: De Kroatische pers rapporteert de mogelijkheid van de oprichting van een nieuw Bisdom voor Medjugorje.
13.03.2010: De Paus heeft een ontmoeting met de Kroatische eerste minister Jadranka Kosor. Er wordt onder meer gesproken over de Katholieke situatie in Bosnië-Herzegovina.
17.03.2010: De Vaticaanse pers maakt officieel de oprichting van een nieuwe Internationale Commissie openbaar, die het Medjugorje fenomeen zal onderzoeken. De Commissie zal worden voorgezeten door Kardinaal Camilllo Ruini.
18.03.2010: De voormalige parochiepriester van Medjugorje, Vader Ivan Cesar, zegt niet verrast te zijn door het bericht over de nieuwe Commissie.
19.03.2007: De eerste namen van de Commissieleden worden "officieus" bekendgemaakt.
20.03.2007: De Pauselijke Nuntius in Bosnië en Herzegovina, Aartsbisschop Allessandro D'Errico, geeft verder informatie over de motivering van de Paus voor de oprichting van de nieuwe Commissie. Deze verklaring wordt uitgezonden door Radio Mir Medjugorje. Duidelijk wordt dat de Paus steeds altijd heel geïnteresseerd bleek in de verschijningen en dikwijls de positieve invloed er van heeft aangehaald.
20.03.2010: De Italiaanse verslaggever over het Vaticaan, rapporteert nu in de zaterdagse uitgave van de krant "Il Giornale," een Italiaanse krant, over de nieuwe mogelijkheid van de oprichting van een bisdom dat Medjugorje onafhankelijk zou maken van het bisdom van Mostar, dat geleid wordt door Bisschop Ratko Peric. Tornielli schreef dat de beslissing om een nieuw bisdom op te richten, met als mogelijke zetel Maskrska, in september jongstleden bijna was genomen, maar in laatste instantie werd afgewezen door het protest van Bisschop Peric. Het nieuwe bisdom zou gevormd worden uit gebieden die momenteel vallen onder de bisdommen van Dubrovnik, Mostar en Spalato.
24.03.2010: Start van de eerste driedaagse zitting in Rome van de Internationale Commissie.
29.03.2010: Officieus worden nu de namen vrijgegeven van 17 Commissieleden.
Deze maand is de "Medjugorje Special" gewijd aan Nedjo Brecic, de oprichter van Ivans gebedsgroep. Deze vangt aan vanaf komende maandag. In de "Medjugorje Special" van volgende maand wordt uitgebreid aandacht besteed aan de inmiddels vier opgerichte Commissies om de authenticiteit van de verschijningen te onderzoeken.
2. Recente boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Anguera, Bahia, Brazilië
Boodschap 3298 van 27/03/2010
Lieve zonen en dochters, verlies de moed niet. God staat aan uw zijde, zelfs als u Hem niet ziet. Zoek de kracht in Hem voor uw weg van het geloof. De tijd van de grote geestelijke verwarring is gekomen. Kniel neer in gebed, de enige manier waarop u de overwinning kunt bereiken. Ik ben uw moeder en Ik ben onvermoeibaar. Ik kom uit de hemel om u tot een oprechte bekering op te roepen. Open uw hart en laat de genade van de Heer u veranderen. Vertel iedereen dat God Mij heeft gezonden en dat heden een goede tijd is voor uw bekering. Ik lijd omwille van wat u te wachten staat. Vlucht van het kwaad en behoor alleen toe aan de Heer. Iets geweldigs zal in het land van het Heilig Kruis [Brazilië] tijdens de Heilige Eucharistie gebeuren in de schaduw van een boom in Brazilië. Het eerste en enige Eucharistische Mirakel in Brazilië. Door dit wonder zullen velen die de kerk verlaten hebben terugkeren.Open uw hart voor Mijn oproep. Ik wil u leiden naar Mijn Zoon Jezus. Wees standvastig. Ik kom niet uit de hemel om u tot iets te verplichten, maar Ik vraag u mijn boodschap ernstig te nemen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Boodschap 3299 van 30/03/2010
Lieve zonen en dochters, kniel neer in gebed en smeek de barmhartigheid van God af voor uw leven. Bid voor de kerk. De kerk van Mijn Zoon Jezus zal drinken uit de bittere beker van het lijden. Zeer droevig, want het zal komen. De kerk is op weg naar Golgotha. U zult een grote geestelijke verwarring zien en de vrienden van de Koning zullen Hem verwerpen. Ik ben uw Moeder en Ik weet wat u te wachten staat. Streef in deze dagen naar een intiem wonen met Mijn Zoon Jezus door gebed en het luisteren en mediteren van Zijn Woord. Geef de moed niet op. Na de pijn zal voor de rechtvaardigen de overwinning komen. Sterkte. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Vertaling: Frederick Deknudt
Opmerking: Frederik heeft ook bijkomende vertalingen gedaan voor het jaar 2009. Zie OLV van Anguera.
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 127]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus voor Pilatus
Pilatus was een verwarde, bijgelovige en wispelturig heiden. Hij koesterde allerlei donkere voorstellingen betreffende de zonen van zijn goden, die op aarde geleefd hadden, en het was hem ook niet onbekend dat de profeten der Joden van oudsher een gezalfde van God, een verlosser en bevrijder, een koning hadden voorspeld en dat deze door vele Joden werd verwacht. Hij wist eveneens dat koningen uit het Morgenland bij de oude Herodes waren gekomen en navraag hadden gedaan naar een nieuwgeboren Koning der Joden, die zij hun hulde wensten te brengen en dat, tengevolge daarvan, vele kinderen op Herodes bevel werden vermoord. Hij wist genoeg van de sagen over een Messias, een Jodenkoning, maar als een ijverig dienaar der goden hechtte hij er geen geloof aan en kon hij zich ook niet inbeelden wat voor een koning dat eigenlijk mocht zijn. Hij zou, ten hoogste, in zulk een koning hebben kunnen geloven op de wijze der verlichte Joden en Herodianen, die hem als een machtige, triomfantelijke heerser zagen: aldus vond hij de beschuldiging dat Jezus, die daar zo ellendig, arm en gehavend voor Hem stond, die Zichzelf de Gezalfde van God, zo'n Koning noemde, méér dan belachelijk. Daar echter Jezus vijanden de beschuldiging op een dergelijke wijze hadden ingekleed, als ging het om een krenking van de rechten van de Keizer, nam hij de Heiland apart voor verhoor.
Pilatus keek Jezus vol verwondering aan en sprak tot Hem: "Gij zijt dus de Koning der Joden?" Jezus antwoordde: "Hebt gij dit uit uzelf, of hebben anderen u dit van mij gezegd?" Hierop zei Pilatus op een minachtende toon, heimelijk denkend dat Jezus hem voor dwaas zou kunnen houden door aan zon arme, ellendige mens te vragen of hij een koning was: "Ben ik soms een Jood, dat ik iets zou moeten afweten van dergelijke flauwe geschiedenislessen? Het volk en zijn priesters hebben u onder die aanklacht, schuldig aan de dood, aan mij overgeleverd, opdat ik u zou vonnissen. Zeg wat u gedaan hebt." Hierop gaf Jezus plechtig ten antwoord: "Mijn Rijk is niet van deze wereld. Indien mijn Rijk van deze wereld was, dan zou ik ook wel dienaars hebben, die zich te weer zouden hebben gesteld, om te verhinderen dat ik aan de Joden werd overgeleverd, maar Mijn Rijk is niet van hier beneden."
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 127]
Preken
Net als de anderen
"Ik ben niet als de anderen." Dat, broeders, is het gewone gezegde van de valse deugd en van de hoogmoedige die, altijd tevreden over zichzelf, ook altijd klaar staat om het gedrag van anderen af te keuren. Dat is bovendien het gezegde van de rijken, die op de mensen neerzien alsof zij van een andere natuur waren, en hen ook zo behandelen. Kortom broeders, dat is het gezegde van bijna iedereen! Er zijn er maar weinig, zelfs op de laagste zedelijke trap, die geen hoge dunk hebben van zichzelf, die zich niet boven hun gelijken stellen en die er zich niet op laten voorstaan meer waard te zijn dan veel anderen. Vandaar broeders, dat de hoogmoed de bron is van alle kwaad en de oorzaak van alle misdrijven de er gepleegd zijn en nog gepleegd zullen worden in de loop van de eeuwen. Wij gaan in onze verblinding zelfs zo ver, dat we ons dikwijls beroepen op dingen die ons met schaamte moeten vervullen. Sommigen baseren hun hoogmoed op de veronderstelling dat ze meer geest bezitten. Anderen op een paar akkers grond of een handvol geld, terwijl ze zouden moeten beven bij de gedachte dat God hen eenmaal rekenschap zal vragen. Laten zij allen, broeders, het gebed herhalen dat Sint Augustinus tot God heeft gericht: "Geef, o Heer, dat ik zou mogen inzien wat ik ben, en ik zal geen andere zorg meer kennen dan mijzelf te schamen en te verachten."
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 127]
Hoofdstuk 18. Bescherming en begeleiding
Nicky: Kunt u mij een ander verhaal vertellen over, laat ons zeggen, algemene begeleiding, eerder dan geestelijke of lichamelijke begeleiding? Maria: Het volgende gebeurde in Frankrijk. Een vrouw had de belofte gemaakt om elke maand een Mis te laten opdragen voor de Arme Zielen. Zij was een bescheiden en vrome vrouw die in een kuisploeg werkte. Toen gebeurde het dat ze haar werk verloor, zelfs voor een langere periode dat zij had gedacht. Haar geld was volledig op, maar op een dag, bij het verlaten van de Mis, werd zij er zich plots van bewust dat ze die maand nog geen Mis had laten opdragen en nu stond ze werkelijk voor een groot probleem. Als zij een mis zou laten opdragen, zou ze waarschijnlijk voor enkele dagen zonder geld zitten die maand, en zo begon zij te twijfelen. Maar al spoedig vertrouwde zij op Jezus en wist ze dat Hij haar niet zou in de steek laten in haar noodsituatie.
Zij ging naar de priester en, zoals gewoonlijk, vroeg ze om een mis op te dragen voor de zielen in het Vagevuur. Daarop ging ze huiswaarts. Zij verliet de kerk en een goed uitziende man stapte naar haar toe en zei dat hij had gehoord dat zij nieuw werk nodig had. Zij gaf dit toe, maar bleef zich uiteraard afvragen hoe hij dit kon geweten hebben. Hij was vriendelijk, maar overtuigend en vertelde haar dat zij een bepaalde weg moest nemen en aan het derde huis rechts aankloppen. Zij vond al spoedig het huis en wat zij zag stond haar bovendien onmiddellijk aan. Ze ging naar de deur en klopte aan. Een heel vriendelijke, oude dame liet haar met vreugde binnen toen ze alles vernam over haar nood aan werk, en dat zij ervaring had in poetswerk. Het duurde niet lang voor ze beiden tot een overeenkomst kwamen. Bovendien waren beiden zo gelukkig en opgelucht omdat ze hadden gevonden waar zij beiden zo naar zochten. Terwijl de dame in kwestie door de lange en mooie leefruimte wandelde, merkte ze een ingekaderde foto op aan de schoorsteenmantel boven het haardvuur. Het was deze man die zich enkele minuten daarvoor, buiten de kerk, tot haar had gericht!
"Mevrouw," vroeg zij vriendelijk, "wie is die meneer op die foto?" "O," antwoordde de oude vrouw, "dat is mijn zoon, Henri, die vier jaar geleden is gestorven."
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Documentaire: The End Times [1/7]
7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 28: Ik wacht op u [Aflevering 181]
Rond haar veranderde het landschap op een manier die doet denken aan de beschrijving van de hemel in [Openbaring 4:3]. Ze had iets van een andere wereld, een hemelse eigenschap. Toen hij haar naderde, was hij verbaasd over haar bovenmenselijke grootheid, schreef een auteur in de jaren 1500, die gekend was onder het vermeende pseudoniem Antonio Valeriano. Haar gewaad scheen als de zon. De rots waar haar voeten op rustten schitterde, zoals een enkelring met kostbare stenen, en de aarde fonkelde als de regenboog. De kruiden die er groeiden leken wel smaragden, hun gebladerte als turkoois en hun takken en doornen glinsterenden als goud. Hij boog voor haar en hoorde haar woord, zacht en beleefd, zoals iemand die charmeert en die hoog aanzien voor je heeft.
De vrouw vroeg Juan waar hij heen ging en nadat hij vertelde dat hij op weg was om te gaan bidden zei ze: "Weet en begrijp goed, jij de meest nederige mijner zonen, dat ik de eeuwige maagd, de Heilige Maria ben, Moeder van de Ware God voor Wie we leven, van de Schepper van alle dingen, Heer van de hemel en de aarde. Ik wens dat hier spoedig een kapel wordt gebouwd, zodat ik daarin al mijn liefde, medeleven, hulp, en bescherming kan tonen en geven, aan u en alle bewoners van deze aarde en allen die me liefhebben, aanroepen en me in vertrouwen nemen, want ik ben je barmhartige moeder; en luisteren naar hun geweeklaag en al hun ellende, kwellingen en zorgen genezen. En om te bewerkstelligen wat mijn goedertierenheid beweert, ga naar het paleis van de bisschop van Mexico, en zeg hem dat ik mijn groot verlangen uitdruk dat hier een kapel voor mij wordt gebouwd. Je zal exact vertellen wat je gezien en bewonderd hebt, en wat je gehoord hebt."
Het was een verschijning van enorm belang. Op een dag zou deze plaats het tweede meest bezochte heiligdom zijn in het Christendom (na het Vaticaan) en het was hier dat Maria begon met de heidense godin te vervangen, Tepeyac van Tonantzin los te rukken net zoals ze Venus uit Genazzano had verdrongen. Nadat Juan de bisschop, Juan de Zummarraga, had bezocht, keerde hij terug en vond Maria op dezelfde plek. Hij vertelde haar dat ondanks het feit dat de bisschop een heel vriendelijke man was, hij zijn verhaal niet leek te geloven. De arme Azteek drong er bij Maria op aan om iemand van hoger aanzien te kiezen, zodat Bisschop Zummarraga het verhaal ernstig zou nemen.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 78]
Hoofdstuk 5: De beslissende stappen
Het gezang in Taizé
"Vanaf de eerste jaren van de gemeenschap ben ik met mijn broeders begonnen te zingen. Enkelen konden muziek lezen, meerstemmig, wondermooie koren. Toen heb ik begrepen dat gezang een onvervangbare steun is voor het gezamenlijk gebed," vertrouwde de stichter van Taizé toe, die in een muzikale familie was opgegroeid. De ontmoeting in 1949 me pater Gelineau, pionnier van de Franstalige liturgische zang, was beslissend.
Als jonge jezuïet afkomstig uit de Anjou, musicus en vroegrijpe componist, begon hij vanaf 1946 te werken met het Centrum voor het Liturgisch Pastoraat, zojuist gesticht door de paters dominicanen Pie Duployé en Aymon-Marie Roguet. In 1949 was hij al begonnen enkele psalmen te componeren. Dit werk bracht dominee Schutz in vervoering. Al bij zijn eerste bezoek vroeg hij hem hoe de gebruikte aanroeping die de Getijden opende en in het Frans kon gezongen worden: Deus, in adjutorium meum intende/Domine, ad adjuvandum me festina. Op een hoek van de tafel schreef pater Gelineau een melodie voor aangepaste vertaling: God, kom me te hulp/Heer onze toevlucht. Dit openingsvers ontstond in Taizé, werd beroemd en aanvaard in tal van katholieke gemeenschappen.
Pater Gelineau werd dikwijls gevraagd door Taizé om muziek en ook volledige missen te componeren. Zodra de vertaling van de 24 meest gezongen psalmen af was en door hem op muziek gezet, werd zijn werk in Taizé gebruikt, nog voor het werd opgenomen.
Broeder Robert, die een zo belangrijke rol speelde in de muziek en de zang van Taizé, bekende: "Begin de jaren 1950 beantwoordde de nieuwe vorm van psalmodie van Joseph Gelineau, juist op tijd, aan de noden van onze dagelijkse liturgie."
Vertaling: Broeder Joseph
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 40]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Ondoordachte moord
De moordenaars hadden echter een fout gemaakt: ze hadden Marcus Antonius laten leven, omdat het volgens Brutus fout zou zijn geweest hem ook te doden. Het was tenslotte alleen hun bedoeling te voorkomen dat Caesar koning werd. Marcus Antonius zette een wraakactie op touw om de moordenaars te straffen, maar die waren allen gevlucht voor de woede van het Romeinse volk, dat bepaald niet blij was met de moord op Caesar.
Marcus Antonius bracht het dode lichaam van Caesar naar buiten en liet het op een baar leggen. Naast de dode Caesar onthulde hij de namen van de moordenaars, en na een melodramatische necrologie las hij het testament van Caesar voor. De dictator bleek zijn tuinen aan de stad te hebben vermaakt en aan iedere burger 300 sestertiën, dat was 10 weken loon te hebben geschonken. De menigte stond verbijsterd. De scepsis ten opzichte van Caesar sloeg om in een wilde verering. De mensen richtten een gigantische brandstapel op van allerlei materiaal. En aan de vlammen die hoog om Caesars lijk opvlamden, ontstaken zij fakkels om de huizen der moordenaars in brand te steken. Zo kreeg Marcus Antonius de macht binnen Rome in handen.
Maar de samenzweerders bezetten verscheidene provinciae, terwijl Marcus Brutus en Cassius met een legertje in de buurt van Rome lagen. Er diende zich evenwel een onverwachte concurrent voor Antonius aan, Caesars neef en adoptiezoon Octavianus. Hij was nog geen 19 jaar. Brutus sloeg de hand aan zichzelf toen hij twee jaar later, in 42 v.Chr., door Marcus Antonius bij de stad Philippi in Griekenland verslagen was.
Caesar liet bijna al zijn rijkdommen na aan Octavianus. Na nog een aantal jaren van burgeroorlogen wist Octavianus zijn meeste tegenstanders uit te schakelen en verleende de senaat hem in 27 v.Chr. de eretitel Augustus [de verhevene]. Verder kende de senaat Augustus een aantal bevoegdheden toe waardoor hij als keizer kon regeren en de rust in het rijk herstellen. Zo werd de jonge Octavianus de alleenheerser die Caesar had willen zijn en kreeg het Romeinse volk alsnog één grote almachtige leider. Na Octavianus volgden nog vele andere keizers.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 60]
De twee wonderen van Siena, Italië [1330 en 1730]
Tweede Wonder
Het tweede Eucharistische wonder van Siena heeft zijn begin in de dertiende eeuw, toen er speciale missen en vieringen werden geïntroduceerd ter ere van het Hoogfeest van Maria Ten Hemelopneming. Deze missen werden later een traditie en werden nog steeds gevierd ten tijde van het wonder. Zo was het ook op 14 augustus 1730. Tijdens de vieringen voor dit feest was het grootste gedeelte van de bevolking en de geestelijken aanwezig bij de mis waardoor de kerk van de Heilige Franciscus dus verlaten was. Er waren toen dieven die de verlaten kerk binnen gingen. Ze maakte misbruik van de afwezigheid van de broeders en gingen naar de kapel waar ze het slot van het tabernakel forceerden en de ciborie met geconsacreerde Hosties meenamen.
De diefstal werd de volgende ochtend pas opgemerkt, toen de priester het tabernakel opende om de communie te kunnen uitdelen. Toen een parochiaan later het deksel van de ciborie vond, wisten ze zeker dat het om heiligschennis ging. De angst van de parochianen leidde uiteindelijk tot de annulering van de traditionele feesten ter ere van het Hoogfeest van Maria Ten Hemelopneming. De aartsbisschop riep op tot gezamenlijk gebed voor herstel, terwijl de autoriteiten een zoektocht begonnen naar de Heilige Hosties en de dieven de ze gestolen hadden.
11. Recente heiligenlevens
Zalige Ceferino Jimenez Malla [1861-1936]
Velen hebben getuigd dat uit dankbaarheid voor zijn vrijspraak velen gezien hebben dat Ceferino op zijn knieën door de Calle San Hipolitostraat ging, terwijl hij twee grote kaarsen vasthield, om zijn dankbaarheid te tonen tegenover God omdat hij vrijgesproken was. Zijn biograaf schrijft: "Indien iemand anders dit had gedaan, dan zou hij bespot geweest zijn hierom. In het geval van de zigeuner was dit natuurlijk niet het geval, omdat iedereen wist hoe eerlijk en religieus hij was. Rekening houdend met het feit dat dit rond 1922 gebeurde, moeten we zeggen dat hij al als erg religieus beschouwd mag worden."
Kort na dit voorval met de ezels stelde God zijn dienaar opnieuw op de proef. Ceferinos geliefde vrouw Teresa stierf onverwacht op 4 december 1922. Nu zijn vrouw gestorven was bleef Ceferino alleen achter met zijn geadopteerde nicht Pepita, die nog geen 16 jaar oud was. Om een schandaal te vermijden liet hij haar trouwen met Juan Alfredo Jinenez, zijn neef, de zoon van zijn broer Felipe. De trouwceremonie was zo weelderig dat de celebranten het zich nog jaren lang herinnerden. De pasgehuwden woonden verder bij Ceferino en weldra was het huis gevuld met kinderen, die Ceferino allemaal graag zagen.
Van Ceferino is het geweten dat hij elke dag plechtig de eucharistie bijwoonde in de kerk van de Clarissen. Meerdere getuigen die hem kenden zeiden dat hij gewoonlijk op de laatste rij zat en de rozenkrans bad. Naar verluidt bad hij elke dag de rozenkrans om zich aan een belofte te houden voor een bekomen mirakel door Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans. Op de leeftijd van 65 jaar werd Ceferino lid van de Franciscaanse Derde Orde en was hij lid van de Nocturnal Adoration Society [Genootschap van de Nachtelijke Aanbidding] in zijn parochie.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
12. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 21]
De boodschap van Lourdes
De Boodschap van Lourdes is het geheel van gebaren en woorden die tussen de Maagd en Bernadette bij de Grot van Massabielle werden uitgewisseld, tijdens de 18 verschijningen tussen 11 februari en 16 juli 1858. Om de gebeurtenissen goed te begrijpen en de "Boodschap van Lourdes" beter te benaderen, is het goed de context van de verschijningen te kennen.
Halfweg de 19e eeuw is Lourdes de hoofdplaats van een kanton met ongeveer 4.000 inwoners, waaronder men notabelen telt, notarissen, advocaten, artsen, officieren, schoolmeesters, maar ook handarbeiders, zoals ambachtslui, steenkappers en heel wat molenaars. De molens zijn talrijk, er liggen er verschillende buiten de stad, als de parels van een paternoster langs eens van de beekjes die in de Gave uitmonden: de Lapaca. Bernadette wordt in een van die molens, de Boly-molen op 7 janauri 1844 geboren.
In 1858 leeft de geruïneerde familie Soubirous in het cachot.
Op 11 februari 1858 gaat Bernadette, samen met haar zuster Toinette en hun vriendin Jeanne Abadie hout sprokkelen. Zij gaan zich naar "de plaats waar het kanaal in de Gave stroomt," vlak bij de Grot van Massabielle. Toinette en Jeanne waden door het ijskoude water van het kanaal. Bernadette aarzelt omwille van haar astma. Dan "hoort zij het lawaai als van een windstoot," hoewel "geen enkele boom bewoog." Het hoofd opheffend, ziet zij in een holte van de rots een klein meisje door licht omgeven, die haar aankijkt en glimlacht. Het is de eerste verschijning van Onze Lieve Vrouw.
13. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 18
Wanneer de heerschappij van de antichrist nabij komt, zal er een valse religie naar voor treden, die de eenheid van God zal ontkennen en die zich tegen de Kerk zal opstellen. Dwalingen zullen vernietiging veroorzaken zoals nooit voorheen.
Vertaling: Chris De Bodt
14. Ongeschonden Lichamen: Catherine Labouré
Ik verander niet!
In de nacht van 18 op 19 juli wordt zuster Catharina gewekt door iemand die haar roept: "Zuster! Zuster!" Een klein kind van 4 à 5 jaar staat voor haar, gekleed in het wit: "Sta snel op en kom mee naar de kapel, de Heilige Maagd wacht op u!" "Maar ze zullen me horen!" "Wees gerust, het is half twaalf, iedereen slaapt." Ze kleedt zich aan en loopt achter het kind aan in de bundels licht die het verspreidt waar het maar gaat. In de kapel zijn alle kaarsen en fakkels ontstoken. Na even wachten ziet zuster Catharina een rijzige dame die, na te zijn neergeknield voor het Tabernakel, in een stoel gaat zitten.
Met één sprong is ze bij haar, met haar handen op de knieën van de Heilige Maagd: "Lief kind, zegt Maria tegen haar, de Goede God wil je belasten met een opdracht die veel moeilijkheden met zich mee zal brengen... Je moet alles aan je biechtvader vertellen. Ongelukken zullen Frankrijk overvallen... Kom aan de voet van dit altaar. Daar zullen de genaden worden uitgestort over alle mensen die met vertrouwen en met godsvrucht erom vragen. Het zal lijken of alles is verloren. Maar ik zal bij jullie zijn. Heb vertrouwen, ik zal je bezoeken en de bescherming van God en de H. Vincentius zal op jullie gemeenschappen rusten."
Wanneer Maria tegen 2 uur in de ochtend weggaat is het alsof een licht uitgaat. Zuster Catharina gaat onder geleide van het kleine kind weer naar haar bed. Ze slaapt niet opnieuw in: dat bewijst dat ze niet heeft gedroomd. Meneer Aladel wordt op de hoogte gesteld, maar hij ziet in dat alles niet meer is dan «zinsbedrog» en «verbeelding». De voorspelling van een nieuwe revolutie komt hem erg onwaarschijnlijk voor: Frankrijk verkeert in welvaart en vrede. Maar de revolutie breekt onverwacht uit, op 27 en 28 juli. De oproerlingen vervolgen priesters en geestelijken. Het geweld komt echter de drempel van de door Sint Vincentius gestichte huizen niet over.
Op de daaropvolgende 27ste november ziet zuster Catharina tijdens het avondgebed een tableau opdoemen waarop de Heilige Maagd is afgebeeld: Maria strekt de armen naar haar uit en uit haar handen stralen lichtbundels van een verrukkelijke schittering. Op hetzelfde ogenblik is een stem te horen die zegt: "Deze lichtbundels zijn het symbool van de genaden die Maria voor de mensen verkrijgt." Rondom het tableau ziet zuster Catharina in gouden letters het volgende opschrift: "O, Maria, zonder zonden ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot u nemen." Dan wordt het tableau omgedraaid en verschijnen op de achterkant de letter M, initiaal van Maria met daarboven een kruis en onderaan de heilige Harten van Jezus en Maria. De stem voegde er duidelijk aan toe: "Laat een medaille slaan naar dit model. De personen die haar zullen dragen zullen een aflaat ontvangen en zij die die korte aanroeping uitspreken met vroomheid, zullen heel in het bijzonder de bescherming van de Moeder Gods genieten."
Zuster Catharina brengt van alles verslag uit aan de eerwaarde Aladel door wie ze alles behalve vriendelijk wordt ontvangen: "Zuiver zinsbedrog! Als u Onze-Lieve-Vrouw wilt eren, volg haar deugden na en hoedt u voor verbeelding!" De zuster trekt zich kalm en beheerst terug en maakt zich verder niet ongerust. De shock kwam echter hard aan.
15. Monsters van de Rivier Kwai [deel 1]
Alistair Urquhart was net 20 toen hij opgeroepen werd in de Tweede Wereldoorlog. Zestig jaar lang sprak hij niet over de meedogenloze brutaliteit van het Japanse leger die hij doorstaan had. Nu onthult hij de volledige verschrikking van zijn 750 dagen als krijgsgevangen in het Verre Oosten. In het eerste deel van zijn boeiende autobiografie komen we meer te weten over zijn gevangenneming enzijn dwangarbeid aan de beruchte "Dodenspoorlijn."
De aanleg van de Dodenspoorlijn was één van de grootste oorlogsmisdaden van de 20ste eeuw. Er werd gezegd dat er een man stierf voor elke dwarsbalk die gelegd werd. Het was routine om de gevangenen te slaan.
Er was constant de dreiging van op het hoofd geslagen te worden met een geweerkolf. Er werden zweepslagen op de rug gegeven, tot bloedens toe en zonder reden. Sommige bewakers sloegen met een bamboestok op de open, tropische zweren op je benen, met enorme pijnen tot gevolg.
De meest sadistische man in het Japanse kamp was de commandant van het kamp, luitenant Usuki, die ik de Zwarte Prins noem. Hij was een echte schoft. Hij was donkerder van huid dan de andere Japanse soldaten, en liep trots rond alsof hij van adel was. Zijn dikke buik puilde uit vanonder zijn armzalig uniform. Hij verachtte ons. Voor hem waren we uitschot.
Sergeant Seiichi Okada was zijn rechterhand. Hij stond bij ons Britten ook gekend als Dokter Dood. Hij was klein en dik, deed het appel, en voerde alle bevelen van de commandant uit. Hij was extreem meedogenloos en hield ervan ons te martelen. Hij genoot vooral van een ziekelijke vorm van marteling met water. Bewakers hielden zijn slachtoffer vast terwijl hij met emmers en een waterslang liters water door hun keel goot. De maag van de gevangene zwol op van de enorme hoeveelheden water. Triomfantelijk sprong Okada dan steeds op de gevangene. Soms bonden de bewakers prikkeldraad rond de buik van de gevangene. De meesten stierven, weinigen overleefden het.
Maar hoe hard die twee afschuwelijke mannen ons ook dwongen, door de dichtbegroeide jungle konden we niet meer doen dan zes meter per dag.
Bron: Alistair Urquhart
Vertaling: Mario Lossie
16. 365 dagen met mijn Engelbewaarder
365 dagen met mijn Engelbewaarder [Henk] is aangevuld tot 18 april. Zie rubriek gebeden.
02-04-2010
2 april 2010: Goede Vrijdag
2 april 2010: Goede Vrijdag
Maandelijkse boodschap van Maria aan Mirjana Dragicevic voor hen die Gods liefde nog niet kennen:
"Lieve kinderen. Vandaag zegen Ik u op een bijzondere wijze en bid Ik voor u opdat u zou terugkeren op het juiste pad van Mijn Zoon, uw Redder, uw Verlosser, tot Hem die u het eeuwige leven schonk. Denk na over al het menselijke, over alles wat u verhindert om u op de weg te begeven naar Mijn Zoon, over de vergankelijkheid, de gebreken en de beperkingen, en denk dan aan Mijn Zoon, aan Zijn Goddelijke Oneindigheid. Veredel uw lichaam en vervolmaak uw ziel, door uw overgave en gebed. Wees klaar, Mijn kinderen. Dank u."
Toen Onze Lieve Vrouw verdween, zag Mirjana een groot, gouden kruis achter Maria.
1. Medjugorje: Commissieleden bijna allen gekend [officieus bericht]
Diverse bronnen uit Kroatië en Bosnië-Herzogovina onthulden de afgelopen dagen meerdere namen van de leden die deel gaan uitmaken van de nieuwe Onderzoekscommissie rond Medjugorje.
In de Commissie zetelen vijf kardinalen: Jozef Tomko, Julian Herranze Casado, Vinko Puljic, Josip Bozanic en Camillo Ruini. Deze laatste zetelt als voorzitter.
Secretaris is Achim Schültz, bijgestaan door Krysztof Nykiel.
Overige namen zijn David Maria Jaeger, Salvatore Perrelli, Pierangelo Sequeri, Josef Kijas, Tony Anatrella, Franjo Topic, Nela Veronica Gaspar, Mijo Nikic and Mihaly Szentmartoni.
Kardinaal Camillo Ruini: Italië, gewezen Vicaris-generaal van Rome, gewezen voorzitter van de Italiaanse Bischoppenconferentie. Voorzitter van de Commissie. Geboren op 19 februari 1931.
Kardinaal Vinko Puljic: Bosnië-Herzegovina, Aartsbisschop van Vrhbosna, Sarajevo. Geboren op 8 september 1945.
Kardinaal Josip Bozanic: Kroatië, Aartsbisschop van Zagbreb. Geboren op 20 maart 1949.
kardinaal Jozef Tomko; Slovakije, gewezen secretaris generaal van de Wereldbisschoppensynode en voormalig pro-prefect van de Congegratie voor de Evangelisatie van de Volkeren, gewezen voorzitter van de Pauselijke Commissie voor de Internationale Eucharistische Congressen. Geboren op 11 maart 1924.
Kardinaal Julian Herranz Casado: Spanje, voormalig voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Wetteksten. Herranz is slechts één van de twee kardinalen die lid zijn van Opus Dei. Hij is de hoogste geestelijke in Opus Dei, volgens de Rooms-katholieke hiërarchie. Hij is tevens een groot expert op het gebied van het canonieke recht en werd vlak voor de dood van paus JP II gezien als een van meest invloedrijke mannen in het Vaticaan. Geboren op 31 maart 1930.
Aartsbisschop Angelo Amato: Italië, Voormalig secretaris van de Congregatie voor de Geloofsleer. In die hoedanigheid ondertekende hij de kerkelijke sancties tegen de voormalige Broeder Tomislav Vlasic. Pro-prefect van de Congegatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprecoessen. Geboren op 8 januari 1938.
Vr. Franjo Topic: Kroatië, Prof. in de Theologie, Voorzitter van de Koratische Culturele Gemeenschap "Progress" in Sarajevo.
Vr. Mijo Nikić: Kroatië, Voorzitter van de Jezuïetenorde en Professor in de religieuze psychologie aan het Jezüïeteninstituut van de universiteit van Zagreb.
Zuster Nela Veronica Gaspar: Kroatië, Prof. in de Theologie te Rijeka [enig vrouwelijk Commissielid]
Vr. Szentmartoni Mihaly: Servië, Jezuïet Voorzitter van het Geestelijk Instituut aan de Pauselijke Gregoriaanse Universiteit te Rome. Als professor in de klinische psychiatrie, maakte hij reeds deel uit van het medische comité van de eerste commissie die geleid werd door de Joegoslavische Bisschoppenconferentie. Het was dit comité, dat bestond uit zes deskundigen, dat tot het besluit kwam dat er mentaal niets verkeerd was met de zieners en dat er zich ook geen tekenen vertoonden bij hen van psychotische aandoeningen, of enig ander fenomeen van die aard. Geboren op 22 februari 1945.
Vr. David Maria Jaeger: Franciscaan, Israël, Raadgever van de Pauselijke Raad voor de Wetteksten, Woordvoerder van de Franciscanen te Israël. Zijn ouders waren beiden Joods. Hijzelf bekeerde zich tot het Katholiscime. Voormalig priester te Austin, Texas.
Salvatore Perella: Mariaal Priester, Vice Deken en Docent-Marioloog aan het Pauselijke Marianum Faculteit
Mgr. Pierangelo Sequeri: Professor in de fundamentele theologie voor Noord-Europa te Milaan, auteur, musicus. Een van de meest vooraanstaande Italiaanse theologen en vorig jaar door Benedictus XVI aangeduid om te zetelen in de Internationale Theologische Commissie. Geboren in 1944.
Fr. Zdzislaw Kijas Josef, Franciscaan, secretaris van de Pauselijke Academie van Maria Immaculata te Rome, Docent aan de theologische faculteit Sint Bonaventure in Rome.
Mgr. Tony Anatrella Frankrijk, Psychoanalyst en Marioloog, professor aan de Universiteit van Parijs en raadgever van de Pauselijke Raad voor het Gezin en de Pauselijke Raad voor de Gezondheidswerkers.
Dr. Achim Schütz: Duitsland, Secretaris van de Commissie, Prof aan de Lateraanse Universiteit van Rome en deskundige inzake religieuze fenomenen.
Krzysztof Nykiel: Polen, afgevaardigde en assistent-secretaris van Achim Schutz, afgevaardigde in de Congregatie voor de Geloofsleer. gewezen lid van de Pauselijke Raad voor Pastorale Zorg van Migranten en Reizigers: Geboren op 28 februari 1965.
Op 24 maart jongstleden heeft de Commissie, gedurende een periode van drie dagen, reeds een eerste maal beraadslaagd te Rome. Sinds december 2009 is er heel wat beweging geweest in Medjugorje. Er was het bezoek van Kardinaal Christoph Schönborn en daarna waren er de nieuwsfeiten rond de nieuwe Commissie. Daarom volgt er maandag een kort overzicht van alle gebeurtenissen sindsdien.
Vertaling: Chris De Bodt
2. Foto van Jezus [genomen te Israël]
Geschiedenis van deze foto: Deze foto is gemaakt door een Duitser tijdens een bezoek aan het Meer van Galilea. Tijdens de ontwikkeling van het filmrolletje kwam het volgende beeld te voorschijn. Van links naar rechts betreft het Petrus, Jezus en Johannes [over deze laatste denken sommigen dat het over Maria Magdalena zou gaan, maar dit is waarschijnlijk niet zo. Over Johannes is geweten dat hij een mooi en jong gelaat had]. De foto moet ongeveer een veertigtal jaar oud zijn. Indien lezers meer informatie weten over deze foto is deze steeds welkom. Er is geen enkele truckage mee gemoeid. [deze foto is geen aprilgrap].
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 126]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus voor Pilatus
De tweede hoofdklacht was dat Jezus het volk opstookte, met de woorden geen belasting te betalen aan de keizer. Hier onderbrak Pilatus hen wederom, en zoals iemand tot wiens taak het hoort om op zulke dingen te letten, riep hij zeker van zijn stuk: "Dat is een grove leugen, dat moet ik beter weten!" De Joden gingen echter voort met hun geraas en grepen weldra naar een derde hoofdklacht en zegden: "Het is in ieder geval een feit dat deze mens van lage, duistere en verdachte afkomst, die zich van een grote aanhang wist te verwerven in en rond Jeruzalem Ach en wee! geroepen heeft.
Hij verspreidt onder het volk dubbelzinnige gelijkenissen, over een koning die voor zijn zoon het bruiloftsfeest toebereidt, en dergelijke meer... Eenmaal reeds heeft de menigte, die boven op een berg rond Hem verzameld was, Hem tot koning willen uitroepen, maar het leek Hem te vroeg en Hij is Zich toen gaan verbergen. De jongste tijd trad Hij herhaaldelijk weer in het openbaar op en liet Hij Zich zelfs te Jeruzalem met veel lawaai inhalen, en liet het gebeuren dat het volk Hem toeriep: Hossanah de Zoon van David! Hooggeprezen het Rijk van onze vader David, dat in aantocht is! Hij stond toe dat men Hem koninklijke eer bewees, want Hij verklaart dat Hij Christus is, de Gezalfde des Heren, de Messias, de beloofde koning der Joden, en laat zich aldus ook betitelen." Zoals de vorige, werd ook deze klacht door tien getuigen bevestigd.
Bij de woorden dat Jezus zich de Christus, de koning der Joden liet noemen, was Pilatus beginnen nadenken. Hij verliet nu het open terras, trad in de aanpalende gerechtskamer, wierp in het voorbijgaan een scherpe blik naar Jezus en beval de wachten om Onze Heer vóór hem te brengen in de kamer.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 126]
Preken
Wij zijn ontstellend blind
Wij moeten wel ontstellend blind zijn, broeders. Alles wel beschouwd zou niemand van ons kunnen zeggen dat hij klaar is om voor Jezus Christus te verschijnen. En ofschoon we weten dat we niet klaar zijn, zal niemand van ons een voet verzetten om dichter bij God te komen! O God, wat zijn de zondaars blind! Hoe bedroevend is hun lot! Nee, nee, broeders, laten we niet langer als dwazen leven, want op het ogenblik dat we er het minste aan denken, zal Jezus Christus aan onze deur kloppen. Gelukkig dan degene die zich tijdig voorbereid heeft en niet tot dit ogenblik heeft gewacht! Dat wens ik u toe.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 126]
Hoofdstuk 18. Bescherming en begeleiding
Nicky: Als wij hen vragen om ons hier te beschermen, kunnen we dan ook de zielen in het hoogste van de drie lagen vragen om tot het onderste niveau neer te dalen om de zielen ginds te beschermen? Maria: Neen, dat niet. De reden hiervoor is dat ze enkel weet hebben en handelen naar wat voor hen ligt. Ze zoeken en verlangen naar het Licht van God en streven enkel in die richting. We moeten aan de Heilige Aartsengel Michaël en aan de overigen engelen vragen om deze in de lagere niveaus te helpen.
Nicky: Hoe nog kunnen ze ons helpen? Maria: Ik denk dat dit enkel wordt beperkt door onze verbeelding, tot op het punt dat onze intenties goed en heilig zijn. Ze zullen ons nooit helpen bij het bereiken van iets dat tegen Gods wil is. En verlies alstublieft ook de hoop niet wanneer, bij gelegenheid, de wijze van hun hulp niet onmiddellijk duidelijk is. Vergeet niet dat ze voor alles wat ze doen de toelating van Jezus, door bemiddeling van Zijn Heilige Moeder, nodig hebben. En zoals we allen weten liggen Jezus plannen voor ons niet altijd in de lijn van onze verwachtingen, zelfs als onze wensen goed bedoeld zijn. Ook blijft hun werk dikwijls onopgemerkt, omdat de vrede die voortvloeit uit hun bescherming dikwijls in alle stilte gebeurt en onzichtbaar is.
Neem nu bijvoorbeeld dat u over een kruispunt wandelt, wanneer het licht groen is en er komt een auto af vanuit de andere richting. Wat u niet kan weten is, dat de bestuurder van die auto misschien in slaap is gevallen. Een Arme Ziel kan deze persoon heel vlug wakker maken en op deze wijze de auto laten stoppen, zonder dat u iets hebt gemerkt. Uw leven was gered en toch zal u het nooit beseffen. En zo komen ze dikwijls tussen voor ons, zonder dat wij het zelf weten.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Film: The Passion of the Christ [11/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 28: Ik wacht op u [Aflevering 180]
Het was op de heuvel Tepeyac, in hetzelfde jaar als de Komeet van Halley, dat één van de grootste gebeurtenissen in de spirituele geschiedenis zou plaatsvinden. Op 9 december 1531, een twaalftal jaar nadat Mexico veroverd werd door Hernán Cortéz, wandelde een arme Azteekse boer uit Cuautitlán [die eens gekend was als "Zingende Arend" maar onlangs gedoopt was als "Juan Diego,"] in de buurt van die heuvel op weg naar de Mis toen hij bij het aanbreken van de dag een zacht geluid hoorde dat van bovenaan de heuvel kwam. Het geluid leek op het gezang van verspreide vogels maar was toch verschillend, mooier dan vogelzang. Het gezang was zo wonderlijk dat Juan zn geestestoestand in vraag stelde en zich afvroeg of hij aan het dromen was. Het leek wel een aards paradijs. Toen het gezang plots gestopt was, keek Juan naar het oosten, naar de top van de heuvel. Er was een rare stilte. Dan hoorde hij iemand, een vrouw, zeggen: "Juanito, Juan Dieguito."
Het leek te komen van waar de vogels waren. Hij kon het niet zien. De top van de Tepeyac was verborgen in een nevel, een heldere wolk. Toen Juan, die ondanks zijn leeftijd van vijftig jaar nog altijd heel kwiek was, omhoog klom om op onderzoek uit te gaan, zag hij een vrouw die hem wenkte om dichterbij te komen. Een vrouw! Dit was geen godin. Ze had iets "anders." Er was een onmiddellijk gevoel van ontzag en troost. Juan was niet bang. Hij was blij. Ze leek veertien jaar oud en ze straalde als gouden stralen.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 77]
Hoofdstuk 5: De beslissende stappen
De verbintenis voor het leven
De afwezigheid van vertegenwoordigers van de Franse en Zwitserse hervormde Kerken spreekt boekdelen over de afstand die ze wilden bewaren tegenover een gemeenschap die toen nochtans zichzelf hervormd protestants noemde. Noch Roger Schutz, noch Max Thurian behoorden tot de hervormde Kerk van Frankrijk [ERF]. In die tijd stonden hun namen zelfs niet op de lijst van dominees van het Protestantse Jaarboek. Trouwens, een verkeerde informatie vanwege de oecumenische pers- en informatie dienst van Genève die aankondigde dat de gemeenschap officieel herkend werd door de hervormde Kerk van Frankrijk werd krachtdadig rechtgezet door het Bureau van de nationale Raad van ERF.
Enkele maanden later vergezelde een jonge artiest, Eric de Saussure, zijn vader dominee Jean de Saussure op bezoek in Taizé. Het werd een openbaring: "Roger Schutz startte zijn gemeenschap op en mijn vader was de enige dominee in Genève die zijn project ondersteunde, omdat het door velen in strijd werd geacht met de protestantse geest. Ik wist niet goed wat me te wachten stond. We kwamen bij valavond aan en s anderendaags nam ik mijn beslissing nadat ik met Broeder Roger gesproken had. Het was niet echt een keuze, eerder een antwoord op een innerlijke oproep: Ga die weg op!"
De motieven die een jongeman bereid vinden om zijn leven aan God toe te wijden zijn niet allen redelijk. Eric de Saussure stak de diepe indruk, die zijn ontmoeting en gesprek met Roger Schutz naliet, niet weg. Later is het de beurt aan Jean Jaquenod, een groot musicus: "[...] op mijn negentiende ben ik verleid door een religieuze gemeenschap, de Gemeenschap van Taizé, toen ik er naartoe ging en Max Thurian ontmoette. Ik denk dat ik daar beelden uit mijn kinderjaren heb gevonden: mannen om te vrezen en te bewonderen, enkele uitverkorenen en een dichterlijke godsdienst. Ik heb een wereld gezien zonder vrouwen, zonder seks, zonder geld." Hij werd Broeder en bleef tweeëntwintig jaar in de Gemeenschap voor deze te verlaten.
Andere getuigen hebben de mengeling van zachtheid en gezag die van de prior uitging vermeld: zijn moederlijke kant, het vrouwelijke dat van hem uitging en tegelijk de voorrang die hij wilde bewaren, de uiteindelijke beslissing die hij opdrong na meerdere adviezen te hebben ingewonnen. Het charisma van de leider of de stichter legde hij eerst zichzelf op, scherpzinnig of onbescheiden: "Dienaar of dienares van de eensgezindheid zijn in een gemeenschap." Soms vertaalt zich dat in eenzelfde persoon, door een manhaftig temperament verbonden aan een bijna moederlijke houding van onthaal.
Johannes XXIII had dit alles in zich, tot de barmhartige moederschoot toe. De heilige Theresia van Avila verenigde haar zin voor moederschap en harding als stichtster.
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 39]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Caesars dood
Toch bleef Caesar ook in Rome politieke tegenwind ondervinden. De leden van de senaatspartij waren het niet eens met de reorganisatie van het staatsbestel [dictatuur], omdat de laatste keer dat zij een koning hadden [Tarquinius Superbus] hij de Romeinen alle rechten ontnam. Dus wilden zij het Republikeinse staatsbestel behouden, hoewel dat oude systeem slecht berekend was op de gigantische omvang die het Rijk gekregen had.
Op 15 maart, de Iden van maart [volgens de overlevering had een waarzegster hem al onheil voorspeld voor deze dag] vond er een aanslag op zijn leven plaats. Die dag van het jaar 44 v.Chr. werd de vergadering van de senaat gehouden in de curia van het Theater van Pompeius. De Curia Julia op het Forum was op dat moment buiten gebruik door een grote brand. Zodra Caesar binnenkwam, stonden alle senatoren op als teken van respect. Enkele mannen gingen achter de stoel van Caesar staan terwijl de rest naar hem toeliep. Cimber trok met beide handen de mantel van Caesars rug waarbij Caesar uitriep: "vanwaar dit geweld", waarna Casca zijn dolk trok en Caesar in de nek probeerde te steken. Caesar kon zich echter nog net omdraaien, zodat hij alleen een ondiepe snee opliep. Caesar stak Casca met zijn griffel waarbij hij de arm van Casca doorboorde.
Geen van de senatoren en toeschouwers die dit zagen dorsten iets te doen en allen deinsden geschrokken achteruit. Ze dorsten niet weg te rennen en ook niet te proberen Caesar te helpen. Vervolgens trokken alle samenzweerders hun wapens en duwden ze Caesar heen en weer terwijl ze hem met hun messen en zwaarden steek- en snijwonden toebrachten. Toen Caesar onder zijn aanvallers het gezicht van Brutus zag, zijn vriend die hij altijd door en door had vertrouwd, riep hij in het Latijn: "Et tu Brute, tu quoque fili mi? [Ook gij, Brutus, mijn zoon?]."
Hierna trok hij zijn mantel over zijn hoofd en stortte hij op de grond. De moordenaars raapten hem op en duwden hem tegen het standbeeld van zijn oude vijand Pompeius. Ze probeerden hem zo vaak mogelijk te raken en liepen hierbij ook zelf verwondingen op. Uiteindelijk liep Caesar 23 dolksteken op.
De historicus Jörg Meidenbauer verwijst het verhaal van de door Caesar uitgesproken zin voor zijn dood overigens naar het rijk der fabelen. Hij merkt op dat Suetonius en Cassius Dio expliciet melden dat Caesar stierf zonder een woord te zeggen.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 59]
De twee wonderen van Siena, Italië [1330 en 1730]
Eerste Wonder
Er is ook nog een andere fenomeen. De bloedvlek, als je er door een zwakkere lens naar kijkt, laat dit het portret zien van een man die zichtbaar verdrietig is. Dit is ook te zien op fotos van de bloedvlek.
In 1930 was er in Cascia een Eucharistisch congres dat samenviel met de viering van het zeshonderdjarig bestaan van het wonder. Hiervoor werd een nieuwe monstrans gezegend voor het reliek.
Op deze manier heeft de basiliek van de heilige Rita in Cascia drie heilige relieken in bezit: Het ongeschonden lichaam van de Heilige Rita. Het geraamte van de Zalige Pater Simone Fidati en de reliek van het Eucharistische Wonder uit 1330 welke nu voor 650 jaar bewaard is gebleven.
10. Recente heiligenlevens
Zalige Ceferino Jimenez Malla [1861-1936]
In die tijd leefden mensen in angst voor tuberculose en Cerefinos daad werd gezien als een heldendaad. Als dank gaf Don Simon, een rijk man, aan Cerefino een grote som geld, met het advies om daarmee naar Frankrijk te gaan om paardenkarren te kopen die de Franse Regering verkocht op het einde van de Wereldoorlog. Blijkbaar kocht Cerefino de wagens, verkocht ze en bracht een kocht een groot aantal muilezels, die hij snel verkocht in het dorp Somontano. Hij herhaalde de hele operatie meerdere keren en verdiende genoeg om als een welstellend man beschouwd te kunnen worden.
Eens een nomade, was Cerefino nu in staat om een huis te kopen in het district San Hipolito, waar hij als huurder had geleefd. Hij was ook in staat om een paardenstal te bouwen, die hij steeds goed gevuld hield. Verschillende getuigen melden dat zowel zigeuners als niet-zigeuners in zijn stallen samenkwamen om paarden te kopen omwille van Cerefinos reputatie van eerlijkheid. Eén getuige merkt op dat "hij als paardenkoopman geen bedrog probeerde te plegen en dit feit bracht hem prestige ... als er iets mis was met een paard, zou hij dat aangeven. Je kon mensen horen zeggen : Vertrouw op El Pele om je een goed advies te geven. El Pele ging zelfs zo ver dat hij de zigeunerverkopers corrigeerde die bedrog probeerden te plegen met niet-zigeuners, door te zeggen dat dat iets was dat ze beter niet deden. Hiervoor werd hij erg geliefd en geapprecieerd."
Een vernoemenswaardig feit in Ceferinos leven deed de inwoners van het district opkomen voor hun betrouwbare en genereuze vriend. Ceferino was enkele ezels aan het verkopen op een markt in Vedrell toen hij ervan beschuldigd werd dat hij ezels verkocht die gestolen waren. Ceferino kon in het gerecht rekeningen tonen die bewezen dat hij de ezels gekocht had zonder de afkomst ervan te kennen. De ezels waren inderdaad gestolen van de rechtmatige eigenaar, maar nadat de rechter de rekeningen onderzocht had, sprak hij in zijn vonnis de vrijspraak uit en zei in zijn rede in het gerecht: "Pele is noch een dief, noch een zwendelaar. Hij is Heilige Ceferino Jimenez Malla, Patroon van de Zigeuners."
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
11. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 20]
De heiligverklaring van Bernadette
Op 8 december 1933 spreekt paus Pius XI plechtig de woorden van de heiligverklaring van Bernadette uit:
"Tot eer van de allerheiligste en ondeelbare Drie-eenheid, tot glorie van het katholieke geloof en voor de groei van de christelijke godsdienst, onder het gezag van onze Heer Jezus Christus, van de heiligen Petrus en Paulus, en ons eigen gezag, na rijpe overweging en na het afsmeken van de goddelijke hulp, in overeenstemming met de overtuiging van onze eerbiedwaardige broeders de kardinalen van de heilige Roomse Kerk, de patriarchen, de aartsbisschoppen en bisschoppen, verklaren wij en noemen wij heilig de zalige Marie-Bernard Soubirous, en wij schrijven haar in op de lijst van de heiligen, beslissend dat haar gedachtenis door de Wereldkerk vroom zal worden gevierd op 16 april van elk jaar, de dag van haar geboorte in de hemel. In naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest."
Na de plechtige eucharistieviering, voorgegaan door Paus Pius XI, werd spontaan het Ave Maria van Lourdes gezongen, zoals het dagelijks in het Heiligdom van Lourdes klinkt.
12. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 17
Op een dag zei de Heer tot mij: "Een aantal jaren voor de komst van mijn vijand, zal satan valse profeten doen opstaan die de antichrist zullen aankondigen als de ware Messias en ze zullen ons Christelijk Geloof trachten volledig te vernietigen. Maar ik zal de kinderen en de ouderen doen profeteren. Hoe dichter we bij de heerschappij van de antichrist komen, hoe meer satan zijn duisternis over de aarde zal verspreiden en hoe meer pogingen zijn volgelingen zullen ondernemen om de gelovigen in hun netten te strikken."
Vertaling: Chris De Bodt
13. Ongeschonden Lichamen: Catherine Labouré
Ik verander niet!
In Châtillon-sur-Seine brengt het meisje een bezoek aan de Dochters van Liefde. Daar herkent ze tot haar verbazing op een portret de priester die haar in een droom was verschenen.
"Wie is dat?" vraagt ze. "Het is onze goede vader de heilige Vincentius a Paulo," is het antwoord van een zuster. Ze zegt niets maar deze keer is ze er zeker van dat God haar wil als Dochter van Liefde. Wanneer ze meerderjarig is geworden, in die tijd 21 jaar, kondigt ze haar vader haar beslissing aan zich aan God te wijden. Meneer Labouré wil daar niets van weten: hij heeft al een dochter aan God afgestaan en dat is voldoende. En daarbij is Catharina van nut, zij is opgeruimd, gaat niet met tegenzin naar de feesten in het dorp en de omgeving en men heeft haar zelfs ten huwelijk gevraagd. Maar het meisje is vastbesloten: "Ik wil niet trouwen." Tonine probeert haar op andere gedachten te brengen maar Catharina antwoordt haar: "Ik heb je al gezegd dat ik niet zal trouwen. Ik ben verloofd met de Heer." "Dus sinds je twaalfde denk je er niet anders over?" "Nee, ik verander niet".
Hier verzorgde Catherine dagelijks de duiven
Na enige maanden geduld te hebben geoefend, verkrijgt Catharina tenslotte de toestemming van haar vader. Op 21 april 1830 vertrekt ze naar de rue du Bac in Parijs om haar noviciaat bij de Dochters van Liefde te beginnen. Vanaf de eerste maanden van haar religieuze leven wordt ze begunstigd met buitengewone genaden: Jezus vertoont zich aan haar in het Heilig Sacrament tijdens de Mis. het Hart van de H. Vincentius a Paulo verschijnt haar en ze voorvoelt de op handen zijnde Revolutie. Ze vertelt alles aan haar biechtvader, de eerwaarde Aladel, Lazarist, die zo zijn twijfels heeft en haar aanmaant tot rust te komen en de zaak te vergeten.
14. 216 Belgische volwassenen treden met Pasen toe tot de Kerk
De Belgische kerk verwelkomt dit jaar 143 catechumenen die in de paasnacht het doopsel, het vormsel en de eerste communie ontvangen. Daarnaast zijn er 73 volwassenen die als kind werden gedoopt, maar niet gevormd. De meesten van hen ontvangen het vormsel met Pinksteren, meldt het christelijk weekblad Tertio.
Die volwassen vormelingen zijn verwant aan de zogenaamde 'herbeginners' die de initiatiesacramenten ontvingen, maar vervreemd raakten van de kerk. Zij herontdekken op latere leeftijd het christelijke geloof en willen het weer bewust een plaats geven in hun leven, aldus Tertio.
In 2006 waren er in België 181 volwassendopen, in 2008 ging het nationaal om 164 volwassenen die gedoopt en gevormd werden en vorig jaar waren het er in totaal 154.
Een rondvraag van Tertio leert dat er nu in België 216 volwassenen mannen en vrouwen toetreden tot de kerk. In het bisdom Brugge is er 1 catechumeen en 1 volwassen vormeling, in het bisdom Gent zijn er 7 catechumenen en 3 vormelingen, in het bisdom Antwerpen 7 catechumenen en 10 vormelingen en in het bisdom Hasselt 5 catechumenen en 3 vormelingen. Wat het aartsbisdom Mechelen-Brussel betreft, is er 1 vormeling in Vlaams-Brabant en zijn er 39 catechumenen in Franstalig Brussel en 14 in Waals-Brabant. Het bisdom Luik heeft 22 catechumenen. In het bisdom Doornik zijn er 37 catechumenen en 51 vormelingen en in het bisdom Namen tenslotte gaat het over 11 catechumenen en 4 vormelingen.
31-03-2010
31 maart 2010
31 maart 2010
1. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 125]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus voor Pilatus
De vijanden van Jezus waren vol van woede en ergernis en zij deden alles met grote haast en gejaagdheid, teneinde vóór de wettelijke feesttijd de zaak van Jezus afgehandeld te krijgen en het Paaslam te kunnen slachten. Zij wisten niet dat dit het Paaslam was, die zijzelf naar het rechthuis van de heidense afgodendienaar hadden gesleept. Naar dat rechthuis waarvan ze de drempel niet wilden overschrijden om zich niet te verontreinigen, daar zijn ànders vandaag het Paaslam niet zouden kunnen eten.
Terwijl nu de landvoogd van hen eiste om met hun beschuldigingen naar voren te treden, spraken zij drie hoofdklachten tegen Jezus uit en stelden voor elke klacht tien getuigen aan. Zij kleedden de klachten op een zodanige wijze in, dat Jezus als een misdadiger tegen de Keizer zou voorkomen en derhalve door Pilatus gevonnist zou moeten worden. Het was immers zo dat, wanneer het om dingen ging die louter de wetten van hun godsdienst en van de tempel betroffen, zij dan zelf het recht hadden om dit te doen.
Hun eerste hoofdklacht luidde: "Jezus van Nazareth is een misleider van het volk, een rustverstoorder en een opruier," en ze trachtten dit, aan de hand van getuigenissen, te bewijzen. Zij zeiden: "Hij trekt her en der, houdt grote vergaderingen, schendt de Sabbat, geneest zieken op de Sabbat..." Toen onderbrak Pilatus hen spottend: "Gij lieden zijt gewis niet ziek, anders zoudt gij u over dat genezen niet zo kwaad maken." Zij spraken echter verder: "... Hij leidt het volk om de tuin met zijn afschuwelijke leerstellingen en hij zegt dat men zijn vlees moet eten en zijn bloed moet drinken, zo men het eeuwig leven wil hebben." De woedende haat waarmee zij deze beschuldiging naar Jezus hoofd slingerden, ergerde Pilatus. Hij keek glimlachend zijn officieren aan, maar de Joden voegde hij scherpe woorden toe, zoals: "Het heeft er waarachtig alle schijn van dat gij zijn leer volgt en het eeuwig leven wilt bezitten, want hij doet precies alsof gij zijn vlees wilt eten en zijn bloed wilt drinken."
2. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 125]
Preken
Ze zijn voor het kwaad
Wij zijn als een reiziger die de schoonheid geniet van de landschappen waardoor hij verder trekt. Nauwelijks heeft hij ze gezien of hij moet ze alweer verlaten. Zo gaat het ook met de goederen en de genoegens waaraan we ons hart verpand hebben. Tenslotte komen wij aan de grens van de eeuwigheid die alles in haar afgrond zal verzwelgen. Dan broeders, zal de wereld voor altijd uit onze ogen verdwijnen en zullen we erkennen dat het dwaas is geweest om onszelf aan haar te hechten. En we zullen ons herinneren wat men ons gezegd heeft over de zonde ...
"Dat alles was dus toch waar," zullen we zeggen, "Helaas, ik heb alleen geleefd voor de wereld. Ik heb de wereld gezegd bij alles wat ik deed en de goederen en de genoegens van de wereld betekenen nu niets meer voor mij! Alles glijdt mij uit de handen: de wereld waarvan ik zoveel gehouden heb, de goederen en het genot die mijn hart en geest zo intens in beslag hebben genomen."
Nu moet ik terug naar mijn God! Ach broeders, hoe troostend is deze gedachte voor de mens die in zijn leven niets heeft gezocht dan God alleen! Maar hoe wanhopig is zij voor allen die hun God en het heil van hun ziel uit het oog verloren hebben.
Vertaling: Chris De Bodt
3. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 125]
Hoofdstuk 18. Bescherming en begeleiding
Nicky: Is het mogelijk dat deze geldtas, om te zeggen, op een zekere avond uit zichzelf "terugvloog" naar die welbepaalde plaats? Maria: Met God is alles mogelijk, maar ik denk dat de Zielen op het onderbewustzijn van de dief hebben ingepraat. En het was deze druk op het geweten van de "goede" dief die hem de tas deed terugbrengen, omdat hij niet langer met de gedachte kon leven. Maar ging hij terug in het geheim het huis binnen om de tas precies terug te leggen waar hij ze gevonden had? Dat is nogal raadselachtig, moet ik zelf toegeven. Of had hij gewoon vrije toegang tot het huis? Het geeft niet, de Arme Zielen hebben hun negen missen gekregen en ze zullen nooit vergeten van voor hen te bidden en te handelen.
Nicky: Weet u van een gelijkaardig geval van bescherming dat betekenisvol kan zijn voor een groot aantal mensen? Maria: Voor een groot aantal mensen? Ja. Het volgende zou betekenisvol moeten zijn voor de hele wereld! De Arme Zielen hebben mij verteld en ze geholpen hebben bij het doven van het vuur in de kernreactor van Chernobyl en meer recentelijk ben ik er ook achter gekomen dat ze de Golfoorlog mee helpen inkorten. Dit hebben ze gedaan omdat zo veel mensen hiervoor hebben gebeden.
U kunt niets opnoemen waarvoor ze niet kunnen tussenkomen voor ons! Zij hebben een groot gedeelte van het volgende dorpje hogerop gered in 1954, wat een verschrikkelijk lawinejaar was. Over de gehele vallei hebben er toen meer dan 75 mensen het leven gelaten door de grote hoeveelheden sneeuw. Blons werd bijna volledig verwoest, maar daarboven in het dorpje Fontanella zijn de zielen tussengekomen omdat er ginds een sinds dertig jaar een bedlegerige vrouw woont die al haar gebeden en lijden opoffert voor het goede van die Parochie. En zo kan men zeggen dat het werkelijk zij was die daar vele levens heeft gered en vele huizen ongemoeid gelaten heeft. Toen de deskundigen daags daarop de situatie bekeken, merkten ze allen op dat hier iets krachtig achter zat: iets dat veel krachtiger was dan de lawines zelf, had alles tegengehouden.
Zo ziet u wat ze kunnen doen. Hen elke dag overslaan voor uw bescherming is een groot verlies. Alstublieft, vergeet hen nooit!
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
4. Film: The Passion of the Christ [10/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
5. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 28: Ik wacht op u [Aflevering 179]
Of het nu als spiritueel symbool was of enkel als versiering, de swastika werd ook gevonden in Yucatan, evenals op rammelaars die gemaakt werden van pompoenen die de Pueblo Indianen gebruikten in hun religieuze dansen. Swastikas of zonnetekens werden ook gevonden op een kalebas van de Lenguas-stam in Zuid Amerika, net zoals ze oude symbolen waren geweest in Azië en Europa en net zoals ze gevonden werden op bronzen voorwerpen uit Afrika.
Het feit dat zulke verschillende en gescheiden volkeren allen dezelfde symbolen en dezelfde overtuigingen konden hebben, wees meer op een spirituele dan antropologische bron. Ik benadruk dat de meeste Inheemse Amerikanen goede, edelmoedige mensen waren met een bewonderenswaardige affiniteit voor Gods schepping en voor het kostbare milieu, maar ik moet er ook de nadruk op leggen [vermits historici het niet meer willen vermelden] dat Indianen vaak in geweld en tovenarij vervielen.
De meest flagrante waren de rituelen van de Azteken, die verbazingwekkend gelijkaardig waren aan de oude Egyptenaren op het gebied van het bouwen van piramiden en die een onlesbare dorst naar bloed leken te hebben. Tussen de twintigduizend en tachtigduizend gevangenen werden aan de goden geofferd toen de Azteken de grote tempel Tenochtitlán nabij Mexico Stad inwijdden rond de tijd van Columbus. Er was ook de sekte die volgelingen waren van Quetzalcoatl, god van de lucht, die ook de "Morgenster" en "Gevleugelde Slang" was. Op een heuvel met de naam Tepeyac stond een grote tempel ter ere van de godin Tonantzin, "kleine moeder" van het graan en de aarde.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 76]
Hoofdstuk 5: De beslissende stappen
De verbintenis voor het leven
Op paaszondag 17 april 1949 zetten de prior en de zes eerste Broeders de beslissende stap. Na de preek van de prior begon een plechtige samenspraak met iedereen:
Wil je uit liefde voor Christus je met heel je wezen toewijden aan hem? Dat wil ik.
Wil je voortaan de dienst van God volbrengen, verbonden met je broeders? Dat wil ik.
Wil je door aan elke eigendom te verzaken leven met je broeders, niet alleen in gemeenschap van goederen, maar ook van spirituele rijkdom door te trachten naar openheid van hart? Dat wil ik.
Wil je, om meer bereid te zijn je broeders te dienen en je onverdeeld over te geven aan de liefde van Christus, het celibaat beleven? Dat wil ik.
Wil je, opdat we één in hart en ziel zouden zijn en onze eenheid van dienst volledig werkelijkheid wordt, de beslissingen van de gemeenschap door de prior uitgesproken aanvaarden? Dat wil ik.
Wil je, door Christus en je broeders te ontwaren, waken over hen in goede en kwade dagen, in overvloed en armoede, in pijn en vreugde? Dat wil ik.
De gebeurtenis verliep onopvallend. Buiten een oecumenisch informatiebulletin, de SPI, bracht de protestantse pers geen verslag over het gebeuren. Een enkele geestelijke woonde de viering bij, de anglicaan Oliver Tomkins die Roger Schutz had leren kennen in Amsterdam en 1939, die bisschop van Bristol werd en nauw verbonden bleef met Taizé waar hij meerdere malen terugkwam.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 38]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Cleopatra
In de herfst van 48 bracht Ptolemaeus echter zijn eigen macht in gevaar door onwettelijke inmenging in de zaken van Rome. Toen Pompeius, verslagen bij Pharsalus en op de vlucht voor de zegevierende Julius Caesar, in Alexandrië bescherming zocht, liet Ptolemaeus hem vermoorden om bij Caesar in de gunst te komen. Caesar vond dit verraad echter zodanig verachtelijk dat hij de Egyptische hoofdstad innam en zichzelf als scheidsrechter tussen de rivalen Ptolemaeus en Cleopatra benoemde. Genoemd dient te worden dat Pompeius getrouwd was met de dochter van Caesar, die gestorven was bij de geboorte van hun zoon. Na een korte oorlog (Alexandrijnse oorlog) werd Ptolemaeus gedood en Caesar herstelde Cleopatra op de troon, met een andere jongere broer, Ptolemaeus XIV, als nieuwe medeheerser en echtgenoot (48-44 v.Chr.).
Caesar overwinterde in Egypte in 48-47 v.Chr. en Cleopatra versterkte haar politieke positie door zijn minnares te worden. Egypte bleef onafhankelijk, maar drie Romeinse legioenen bleven achter om het te verdedigen. Cleopatra's winterse affaire met Caesar leverde een zoon op, Ptolemaeus Caesar (bijgenaamd Caesarion, kleine Caesar). Om de Romeinse Senaat niet voor het hoofd te stoten, weigerde Caesar echter de zoon te benoemen als zijn opvolger. In plaats daarvan benoemde hij [later, in zijn testament] zijn achterneef Octavianus.
Cleopatra en Caesarion waren op bezoek in Rome tussen 46 en 44 v.Chr. en waren er ook aanwezig toen Caesar werd vermoord. Voor of net na haar terugkeer naar Egypte stierf Ptolemaeus XIV. Cleopatra maakte vervolgens Ptolemaeus XV Caesarion [beter bekend als Caesarion] tot haar medeheerser en opvolger [44 tot 30 v.Chr.], uiteraard zonder huwelijk.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 58]
De twee wonderen van Siena, Italië [1330 en 1730]
Eerste Wonder
Het wonder werd ook geëerd door Paus Bonifatius IX, die de verering van de reliek goedkeurde in een pauselijke brief gedateerd op 10 januari 1401. Zijne Heiligheid de Paus gaf ook een aflaat aan iedereen die de Kerk van de Heilige Augustinus bezocht op het feest van het Lichaam van de Heer.
Op 7 juni 1408 keurde Paus Gregorius XII de continue aanbidding van het reliek goed en voegde een nieuwe aflaat toe voor iedereen die de kerk bezocht waarin de reliek werd bewaard. Het reliek werd geëerd door verschillende Pausen: Sixtus IV, Innocentius XII, Clemens XII en Pius VII.
In 1962 was er een grondig onderzoek naar het reliek. De afmetingen van het papier waarop de bloedvlekken zich bevonden waren 52 bij 44 millimeter. De diameter van de bloedvlek was 40 mm. De kleur van de vlek was te omschrijven als lichtbruin, maar door een vergrootglas leek de vlek roder. Door een vergrootglas waren ook deeltjes van gestold bloed duidelijk zichtbaar. De conditie van het reliek is nog steeds goed.
13. Recente heiligenlevens
Zalige Ceferino Jimenez Malla [1861-1936]
Informatie over Cerefinos opleiding bestaat niet. Cerefino "ging nooit naar school en was totaal ongeletterd. Hij kon niet lezen, schrijven of rekensommen oplossen." Omdat hij niet kon schrijven, kon hij zelfs zijn naam niet zetten op de trouwpapieren. Iemand anders schreef zijn naam voor hem.
Toen Cerefino ongeveer 18 of 19 jaar oud was, was hij gehuwd in de stijl van de zigeuners met Teresa Jimenez, een gedoopte katholiek. Het was pas 32 jaar later dat hij toelating vroeg om in de Kerk te huwen. We weten dat het huwelijk werd gevierd in Lerida, de geboorteplaats van de bruid, op 19 januari 1912, in de parochiekerk van Sint Laurentius de martelaar.
Czerefino en Teresa bleven kinderloos, maar ze adopteerden een van Teresas nichten, Pepita Jimenez. Cerefino beschouwde het kind altijd als zijn eigen dochter en hij voorzag in een goede katholieke opvoeding door haar naar een internaat te sturen in het Sint Vincentius à Paolo College, dat geleid werd door de Dochters van Liefdadigheid.
Cerefinos succes in de paardenhandel schijnt te zijn gegroeid vanuit een daad van liefdadigheid. Op een dag was de voormalige burgemeester van Barbastro, Don Simon, aan het wandelen langs de straat, toen hij plots bloed begon op te hoesten. Cerefino ging meteen naar hem toe en naam de man mee naar huis om voor hem te zorgen.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
14. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 19]
De zaligverklaring van Bernadette
Op 2 juni 1925 verklaarde Paus Pius XI in het Consistorie dat men Bernadette kon zalig verklaren.
Op zondag 14 juni, feest van het Heilig Sacrament, trilde de Sint-Pietersbasiliek van Rome van vreugde en ze schitterde van de vele lichten. Onder haar gewelven en gouden koepels had zich rond Moeder Marie-Thérèse Bordenave, de algemene overste van de Zusters van Liefde van Nevers, en een groot aantal van haar medezusters een grote menigte verzameld. Na de voorlezing van de tekst van de zaligverklaring klonk van alle zijden het applaus. Samen zongen ze het Te Deum en luidden de klokken van de Sint-Pietersbasiliek.
Tegelijkertijd werd een doek neergelaten met de afbeelding van de zieneres die door engelen tot bij de Onbevlekte Maagd werd gedragen, die haar armen voor opende. Vanaf die dag heeft de zalige haar eigen feest, haar eigen koorgebed voor alle plaatsen die Rome toestaat. Haar relikwieën mogen in het openbaar worden uitgestald en vereerd. Midden in het koor zit Pius XI geknield te bidden terwijl iemand zich naar hem begeeft: het is de jongste broer van Bernadette, Pierre, die aan het Hoofd van de Kerk een relikwie aanbiedt van zijn zalige doopmeter. Op 3 augustus wordt het stoffelijke overschot van Bernadette in het koor van de grote kapel van het Sint-Gildardklooster te Nevers [Frankrijk] uitgestald.
13. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 16
Ik zie in God dat de Kerk een diepe vrede zal kennen voor een voor mij tamelijk aanzienlijke periode. Dit uitstel zal de langste van allen zijn die zal plaatsvinden tussen de opstanden vanaf heden tot het Laatste Oordeel. Hoe dichter we bij het Algemene Oordeel komen, hoe dichter de opstanden tegen de Kerk nabij zijn. Het soort vrede die er na elke soort opstand zal komen, zal eveneens steeds korter worden. Dit is zo, omdat we het Einde der Tijden naderen en er zal nog weinig tijd over zijn voor de verkozenen om goed te doen, of voor de slechten om kwaad te doen.
Vertaling: Chris De Bodt
14. Ongeschonden Lichamen: Catherine Labouré
Waar vindt ze de kracht?
Hoe komt het dat zij in staat is een dergelijke loodzware taak te volbrengen? Van tijd tot tijd is ze weg van de boerderij, dat is haar geheim. Iedere dag verdwijnt ze een tijd lang om naar de kerk te gaan die dichtbij is en waar ze geruime tijd neerknielt op de koude stenen vloer. Het tabernakel is leeg want het dorp is sinds de Revolutie zonder priester. Maar de aanwezigheid van de Heer openbaart zich diep in het hart van het meisje. Daar vindt ze de kracht om zich altijd vriendelijk en dienstbaar te betonen. "Met bidden schiet het werk niet op, het is verloren tijd," zeggen de buurvrouwen wel eens. Catharina bekommert zich daar niet om: zij bidt en het werk wordt op tijd gedaan. Het is haar diepste wens om kloosterzuster te worden.
Ze wordt bevestigd in haar roeping door een droom. Ze ziet een bejaarde priester, één en al goedheid, die haar nadrukkelijk aankijkt... daarna zit ze, nog altijd in de droom, aan het bed van een zieke. De nog altijd aanwezige priester zegt tegen haar: «Meisje, het is goed voor zieken te zorgen... Op een dag zul je naar mij komen. God heeft plannen met jou, vergeet dat niet». Om kloosterzuster te kunnen worden moet je echter kunnen lezen en schrijven. Een nicht komt met het voorstel Catharina in Châtillon-sur-Seine in een bekend pensionaat, dat onder haar leiding staat, op te nemen. Tonine is nu zestien en kan het werk op de boerderij op zich nemen. Ondanks enig voorbehoud van haar kant, laat Meneer Labouré Catharina vertrekken.
Met toelating van: abdij@clairval.com en Abbaye Saint-Joseph de Clairval, F-21150 Flavigny-sur-Ozerain, Frankrijk.
30-03-2010
30 maart 2010
30 maart 2010
1. Meest recente boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Anguera, Bahia, Brazilië
Boodschap 3292 van 13/03/2010
Lieve zonen en dochters, Ik ben uw Moeder en Ik lijd om wat u zal overkomen. Kniel neer in gebed, want enkel in het gebed zullen u de kracht vinden om het gewicht van het kruis te dragen. De dood zal over de San Francisco [rivier] gaan en Mijn arme kinderen zullen momenten van grote tegenspoed kennen. Raak niet afgedwaald van de Heer. Zoek Hem altijd, want Hij houdt van u en wacht op u met open armen. Hij kent ieder van u bij naam. Ik weet wat uw noden zijn en Ik kom uit de Hemel om u te helpen. Blijf standvastig in het geloof en u zult overwinnen. Keer u niet af van Mijn Zoon Jezus, zelfs niet tijdens de moeilijke momenten. Uw volmaakte geluk ligt in Hem, en zonder Hem zal niemand ooit gered worden. Ga voorwaarts zonder angst. Dit is de boodschap die Ik u vandaag geef, in naam van de Allerheiligste Drievuldigheid. Dank dat u Mij opnieuw heeft toegelaten om u hier te ontmoeten. Ik zegen u in de naam van De Vader, en De Zoon, en De Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Boodschap 3293 van 16/03/2010
Lieve zonen en dochters, verlies de moed niet omwille van uw moeilijkheden. God is met u. In vreugde of in leed, neem Mijn Zoon Jezus volledig in vertrouwen. Heb moed. Ik ben uw Moeder en Ik kom uit de Hemel om u tot bekering op te roepen. Blijf niet in de zonde zitten, maar hoor de roep van De Heer en keer terug. Hij houdt van u en wacht met open armen op u. De mensheid leeft in grote spanning, en het ogenblik van uw terugkeer is aangebroken. Doe uw best in de opdracht die de Heer u heeft toevertrouwd, en u zult royaal beloond worden. Die december van smart zal terugkeren om Mijn arme kinderen te kwellen. Azië zal sidderen en er zal een groot leed zijn voor Mijn arme kinderen. Kniel neer in gebed, want enkel door het gebed zult u de Genade van God verkrijgen. Ga voorwaarts zonder angst. Dit is de boodschap die Ik u vandaag geef, in naam van de Allerheiligste Drievuldigheid. Dank dat u Mij opnieuw heeft toegelaten om u hier te ontmoeten. Ik zegen u in de naam van De Vader, en De Zoon, en De Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Boodschap 3294 van 18/03/2010
Lieve zonen en dochters, heb vertrouwen, geloof, en hoop. God staat aan u zijde. Vertrouw in Hem en u zult overwinnen. Ik vraag u om te blijven bidden. Bid voor de verwezenlijking van Mijn plannen. Ik heb u nog meer grootse zaken te onthullen. Wees aandachtig en luister naar de stem van God. Geef gevolg aan Zijn oproep tot bekering. De mensheid is ziek en moet genezen worden. Ik kom uit de hemel om u het pad naar het goede en de heiligheid te wijzen. Geef niet op. De dood zal over de Golfkust komen, en zal een groot spoor van vernieling achterlaten. Ik ben uw bedroefde Moeder en Ik lijd omwille van uw lijden. Heb moed. Laat de vlam van het geloof binnen u niet verzwakken. Dit is de boodschap die Ik u vandaag geef, in naam van de Allerheiligste Drievuldigheid. Dank dat u Mij opnieuw heeft toegelaten om u hier te ontmoeten. Ik zegen u in de naam van De Vader, en De Zoon, en De Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Boodschap 3295 van 20/03/2010
Lieve zonen en dochters, open uw harten voor de God van de redding en de vrede. Aanschouw de tijden die ik voorspeld had: ze zijn gekomen. De mensheid gaat een afgrond van vernieling tegemoet, die de mensen met hun eigen handen gecreëerd hebben. Ik vraag u om mannen en vrouwen van gebed te zijn, want dit is de enige manier die u in staat zal stellen om de last van de naderende beproevingen te dragen. Ik wil u zeggen dat het nu de tijd van Genade is. Er komt een tijd van leed voor u. Ik ben uw Moeder en Ik ben bij u. Raak niet verdwaald van het pad dat ik u gewezen heb. Laat niets liggen tot morgen dat je vandaag moet doen. Een reusachtige aardbeving zal Japan door mekaar schudden en Mijn arme kinderen zullen wenen en weeklagen. Er is nooit eerder zon pijn geweest. Ik lijd omwille van wat u te wachten staat. Kniel neer in gebed. Ik kom niet uit de hemel voor de grap. Dit is de boodschap die Ik u vandaag geef, in naam van de Allerheiligste Drievuldigheid. Dank dat u Mij opnieuw heeft toegelaten om u hier te ontmoeten. Ik zegen u in de naam van De Vader, en De Zoon, en De Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Boodschap 3296 van 21/03/2010
Lieve zonen en dochters, vertrouw in De Heer. Uw overwinning ligt in Hem. Wees niet verontrust of ontmoedigd. De Heer zal komen om u te helpen. Geloof vast in de macht van God en alles komt goed voor u. Ik vraag u om standvastig te blijven bidden. Er is geen overwinning zonder het kruis. Ik ben uw Moeder en Ik wil u reeds hier op aarde gelukkig zien, en later bij Mij in de hemel. Ik ken uw noden en zal u voorspreekster zijn bij Mijn Jezus. Ga voor het kruis staan en bid veel. De mensheid moet genezen worden door de liefde van De Heer, en het ogenblik van uw terugkeer is gekomen. Vervul u met de liefde van de Heer. Enkel door liefde van De Heer zult u kracht vinden om de last van uw kruis te dragen. Geef gehoor aan Mijn oproep en raak niet verdwaald van het pad dat Ik u gewezen heb. Er zullen moeilijke dagen komen en de mensen zullen niet weten waarheen te gaan. Ik kom uit de hemel om u voor te bereiden. Zij die door God zijn uitgekozen zullen geen nederlaag lijden. Uw overwinning zal komen, samen met Mijn eindoverwinning van Mijn Onbevlekte Hart. Heb moed! God zal u te hulp komen en u zult nooit verslagen worden. Bid! Bid! Bid! Iets angstaanjagends zal gebeuren in Assisi en Mijn arme kinderen zullen wenen en weeklagen. Ik lijd omwille van wat u te wachten staat. Dit is de boodschap die Ik u vandaag geef, in naam van de Allerheiligste Drievuldigheid. Dank dat u Mij opnieuw heeft toegelaten om u hier te ontmoeten. Ik zegen u in de naam van De Vader, en De Zoon, en De Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Boodschap 3297 van 23/03/2010
Lieve zonen en dochters, al wat u in dit leven doet uit liefde voor God en uw naaste zal niet onbeloond blijven. Open uw harten voor liefdadigheid in deze Vastentijd. Bid en doe boete. Wijd een deel van uw tijd in stilte aan het gebed, en luister naar de stem van De Heer Die u oproept tot heiligheid. Wees een goed voorbeeld voor allen. Toon met uw woorden en daden dat u enkel aan Christus toebehoort. Wat er ook moge gebeuren, vertrouw in Mijn Zoon Jezus. Alleen Hij is uw Alles, en zonder Hem bent u tot niets in staat. Zoek kracht in de Eucharistie en in de woorden van Mijn Zoon Jezus. De mensheid gaat een toekomst van leed tegemoet. De aarde zal beven en er zullen afgronden verschijnen. Mijn arme kinderen zullen een zwaar kruis dragen. De aarde zal haar evenwicht verliezen en er zullen zich schrikwekkende verschijnselen voordoen. Ik lijd omwille van wat u te wachten staat. Wees standvastig in het gebed. Enkel door het gebed zult u de kracht vinden om de last van de beproevingen te dragen. Heb moed. Ik ben uw Moeder en Ik hou van u. Dit is de boodschap die Ik u vandaag geef, in naam van de Allerheiligste Drievuldigheid. Dank dat u Mij opnieuw heeft toegelaten om u hier te ontmoeten. Ik zegen u in de naam van De Vader, en De Zoon, en De Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
Vertaling: Mario Lossie
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 124]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus voor Pilatus
Twee zoontjes van Hem waren op het plein voor het rechthuis, samen met nog andere onschuldige kinderen, door Herodes soldaten vermoord. Sedertdien leefde hij, volledig teruggetrokken met zijn vrouw, in onthouding, zoals een Esseen. Eénmaal had hij de Meester gezien, ten huize van Lazarus, en zijn lerend woord gehoord. Nu hij de onschuldige Jezus zo ellendig naar de trap van Pilatus zal sleuren, brak de smartelijke herinnering aan zijn zoontjes, die ginds om het leven waren gebracht, in hem open en met een krachtige stem getuigde hij van de schuldeloosheid van de Heer.
Jezus aanklagers waren te zeer van hun eigen gevoelens en begeerten vervuld en te zeer geërgerd over de houding van Pilatus en de nederigheid die zij jegens hem in acht moesten nemen, dan dat zij veel zouden hebben gegeven om Zadochs geschreeuw.
Jezus werd thans door de beulen de vele marmeren treden opgesleept en kwam te staan op het achterplein van het terras, vanwaar Pilatus sprak met zijn aanklagers. Terwijl de landvoogd hier Onze Heer, over wie reeds tal van geruchten tot hem waren doorgedrongen, zo vreselijk mishandeld en gehavend, en tevens zo onverstoorbaar waardig, zag voorbijgaan, groeide zijn diepe verachting voor de priesters, die hem hadden laten melden dat zij hem Jezus van Nazareth, schuldig tot de dood, zouden overleveren, en hij liet hen voelen dat hij niet geneigd was om Jezus te vonnissen zonder degelijke bewijzen van zijn onschuld. En zo zei hij, tegelijk trots en honend, tot de hogepriesters: "Wat hebt gij dan zoal tegen deze mens in te brengen?" Hierop antwoordden zij geërgerd: "Indien wij Hem niet misdadig hadden bevonden, zouden wij hem ook niet aan u hebben overgeleverd." Toen sprak Pilatus: "Wel, neem Hem terug mee en vonnis Hem volgens uw wetten." Hierop antwoordden zij dan: "Gij weet dat ons het recht om een doodvonnis te voltrekken niet onbeperkt toekomst."
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 124]
Preken
Ze zijn voor het kwaad
Toe maar, wereld, ga uw gang, er komt vanzelf een dag dat ge zult zien wat ge niet hebt willen zien. Ge zoudt uw hart in tweeën willen verdelen. Maar dat is onmogelijk vriend, ge zult u ofwel geheel aan God, ofwel geheel aan de wereld moeten geven. Wilt ge de sacramenten ontvangen? Kom, zeg dan de speeltafel en de danstafel en de kroeg vaarwel! Anders loopt ge gevaar vandaag in de biechtstoel en aan de heilige tafel te knielen om het brood der engelen te eten, misschien al eerder, de nacht door te brengen te midden van dronkaards die wijn braken en, erger nog, de afschuwelijke vergrijpen tegen de kuisheid begaan. Doe maar, wereld, stoor u niet! Ge zult weldra in de hel belanden. Daar zal men u leren wat ge had moeten doen om in de hemel te komen, die ge door uw schuld verloren hebt ...
Wee de wereld! Ga, wereld, volg uw meester zoals ge tot nu toe gedaan hebt. Ge zult heus gauw genoeg inzien dat ge uzelf hebt misleid. Maar zult ge er dan wijzer van worden, broeders? Neen, volstrekt niet! Als iemand ons bedrogen heeft, zeggen we: "Dat is de eerste en de laatste keer. Die man is niet te vertrouwen. De tijd zal het leren." Maar de wereld bedriegt ons doorlopend en toch blijven we er van houden.
"Wacht u er wel voor," zo waarschuwt Sint Jan, "de wereld te beminnen en u te hechten aan datgene wat van de wereld is." "Het is zinloos," zegt de profeet, "om het licht uit te dragen onder dat soort mensen. Ze zijn bedrogen en ze blijven bedrogen. Hun ogen zullen pas opengaan wanneer de hoop om naar God terug te keren vervlogen blijkt." Ach, broeders, wanneer het diep tot ons door zou dringen wat de wereld eigenlijk is, zouden we haar de rug toekeren en vaarwel zeggen. Toen wij vijftien jaar werden, hebben we de vermaken van onze kinderjaren vaarwel gezegd. We gingen het als onnozelheid beschouwen steeds maar achter vlinders aan te lopen en huizen te bouwen van kaarten of klei, zoals kinderen dat doen. Rond ons dertigste levensjaar begonnen wij afscheid te nemen van de luidruchtige genoegens waaraan een onstuimige jeugd zich zo graag overgeeft. Dat alles begon ons toen langzamerhand te vervelen. Kortom broeders, wij zeggen de wereld steeds opnieuw vaarwel, elke dag.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 124]
Hoofdstuk 18. Bescherming en begeleiding
Nicky: U zegt dat ze ons altijd wel wat beschermen, maar zouden zij ons nog meer beschermen, wanneer wij vaker voor hen zouden bidden? Maria: Uiteraard. Veel meer! Men zou kunnen zeggen dat ze ons adres dan kennen. Wanneer we voor hen beginnen de bidden, gaat dit nieuws heel vlug rond onder hen. Ze hebben onze aandacht zo broodnodig en ze zullen heel wat doen om te kunnen verwezenlijken wat wij van hen vragen. Wanneer ik hen om een bepaalde hulp vraag, zeg ik: "Help mij met dit of met dat en ik zal voor jullie een extra Mis laten opdragen volgende week, en als u het niet doet, dan laat ik ook de Mis niet opdragen." U zou nu kunnen denken dat dit een soort "op akkoord gooien" is met God of dat dit enige uitdaging tot God kan zijn, maar ik denk van niet, om de eenvoudige reden dat tijd of ruimte gebeden niet bindt. Als de bedoeling maar eerlijk is, kunnen hun activiteiten en timing niet gemeten worden vanuit ons standpunt. Probeer het en u zult merken dat ze heel actief zullen worden.
Nicky: Kunnen ze verloren voorwerpen tot ons terugbrengen? Maria: Ook dat en ik heb hier een mooi voorbeeld van. Twee jaar geleden ging er een Zuster [ongetwijfeld gaat het hier om Zuster Emmanuel Maillard] mee op gesprektournee door Frankrijk met Vicka, een van de zieneressen van Medjugorje. Uiteraard ging alles vlug en hectisch en toen ze vertrokken, had ze heel wat geld bij in haar reistas. Dit geld was verzameld om de kamers te betalen waar Vicka zou verblijven. Dikwijls deelden zij dezelfde kamer en op een ochtend, heel vroeg, enkele minuten vooraleer ze moesten vertrekken voor hun volgende ontmoeting, konden ze de tas niet vinden. De Zuster wist nog precies waar ze de tas de vorige dag had achtergelaten, maar kon hun vertrek niet langer uitstellen omdat er vele duizenden mensen stonden te wachten om Vicka te zien en te horen, en zo vertrokken ze zonder tas. Vooraleer weg te gaan, vroegen ze de huisbazin om de hele kamer onderste boven te keren en, indien nodig, zelfs het hele huis, omdat het over heel wat geld ging en het reeds verschuldigd was. De reis vervolgde en de tas was nergens in het huis te vinden. Vervolgens ging Vicka verder naar Duitsland en ging de Zuster terug naar Medjugorje, nog steeds wanhopig over het verlies. Begrijpelijk voelde de Zuster zich hiervoor ook verantwoordelijk. Toen zij in Medjugorje aankwam, riep zij de hulp in van de Arme Zielen: "Vind deze tas voor ons terug en ik zal jullie een noveen aan Missen schenken."
Nog geen drie dagen later kwam er een brief aan in Medjugorje van de huisbazin uit Frankrijk, waar ik het zo juist over had. Er stond in: "We hebben de tas pas nu teruggevonden en al het geld bevindt er zich nog in, zonder enig verlies. Het was precies op die plaats waarvan u dacht, dat u deze daar daags ervoor had achtergelaten."
Dit verbaast mij niet in het minste. Een noveen aan Missen neemt zeker heel wat zielen mee naar de Hemel. Ik kwam hier enkel achter toen de Zuster mijzelf bezocht en de vraag achterliet voor een Arme Ziel: "Heeft een Arme Ziel de verloren geldtas teruggebracht tijdens Vickas reis naar Frankrijk?" Een maand of zowat later kreeg ik hierop een bevestigend antwoord.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Film: The Passion of the Christ [9/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 28: Ik wacht op u [Aflevering 178]
Op de Dominicaanse Republiek werd in Santo Cerro, in een heiligdom dat gekend was als O.L.V. van Genade, een kruis neergezet en van daaruit verspreidden de heiligdommen van de Maagd zich als vuur. Men vond haar afbeeldingen al snel van Quebec tot Tierra del Fuego. Ze stonden er als een palladium, een middel voor duiveluitdrijving, in een wereld vol afgoden. Hoewel geleerden het kwaad in Amerika hebben gezuiverd, net zoals ze geprobeerd hebben om de verwezenlijkingen van Columbus uit te wissen, en terwijl veel van de Inheemse Amerikanen goede, vriendelijke mensen waren, blijft het feit dat het Westelijk Halfrond leed onder een niveau van heidendom dat vergelijkbaar was aan dat van het oude Rome, Egypte en Babylonië.
Tijdens zn allereerste reis was Columbus in contact gekomen met de Taino godsdienst, met hun zon- en maangoden. De Tainos waren vriendelijk, maar dat kon niet gezegd worden van de Cariben, kannibalen op het eiland Guadeloupe die tijdens rituelen menselijke hoofden ophingen (of tenminste voor decoratieve doeleinden). Op manieren die verbazingwekkend gelijkaardig waren aan de gebruiken van de Oude Wereld, deden de Inheemse Amerikanen ook aan totemmagie en trances of riepen hun goden op door op trommels te slaan. Er waren medicijnmannen met rammelaars net zoals er onder de Hunnen en Mongolen zingende sjamanen waren. Er waren schrikwekkende rituele maskers zoals in het diepste van Afrika. Er waren veel stammen die in één God geloofden, de "Grote Geest," maar er was ook aanbidding van de slang, hetgeen deed denken aan Chinas draken en Indias slangenaanbidding. De superieure goden van de Zuni waren gelijkaardig aan Neptunus of Poseidon, en stammen zoals de Navajos waren ondergedompeld in zwarte magie die zich uitstrekte tot de Eskimos in het verre noorden.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 75]
Hoofdstuk 5: De beslissende stappen
De verbintenis voor het leven
Een kentering in het perspectief bracht de Gemeenschap van Taizé ertoe te overwegen dat een levenslange verbintenis mogelijk was: niet door zich te onderwerpen aan een wet door anderen beslist, maar een roep van God te beantwoorden door een hoopvolle houding: Is het jawoord van het celibaat geen jawoord van vertrouwen, zoals in het huwelijk? vroeg Roger Schutz.
Onder de bestaande gemeenschappen bij de protestanten in Duitsland, namelijk deze van de Zusters van Maria in Darmstadt was de verbintenis voor het leven een feit sinds 1947. Roger Schutz en Max Thurian kenden dat voorbeeld en daarbij namen de Zusters van Darmstadt later deel aan sommige activiteiten in Taizé.
Een andere belangrijke invloed kwam van Suzanne de Dietrich die met Roger Schutz in contact kwam op het congres van Amsterdam in 1939. Ze verlichtte hem op beslissende wijze en nam zijn laatste twijfels weg. De prior van Taizé vernoemde haar nooit, maar ze is te herkennen achter zijn woorden: "Ik had een tekst geschreven over onze zoektocht en ik kan een onderhoud met een vrouw die mijn tekst las niet vergeten. Ik had een diep respect voor haar. Van geboorte invalide schreef ze en kende ze grondig het Nieuwe Testament. Ze zei me: Je vreest niet te kunnen volharden? Maar de Heilige Geest is aanwezig en sterk genoeg om een heel leven lang een roeping te ondersteunen."
Toen bezat de Gemeenschap nog geen schriftelijke regel. Voor de aankomende viering stelde de prior de preek en de formulering van de verbintenis voor het leven op, zoals tot op heden gebruikt wordt voor nieuwe Broeders.
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 37]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Huwelijken
Caesar huwde in 85 of 84 v.Chr. Cornelia Cinna minor, de dochter van consul Lucius Cornelius Cinna, die de leider van de populares was. Hij verbreekt voor dit huwelijk zelfs zijn verloving met Cossutia, de dochter van een rijke equitesfamilie, hoewel dit mogelijk ook te maken had met zijn ambitie om flamen Dialis te worden: deze moest immers getrouwd zijn volgens het confarreatio [een huwelijk met een speltkoek], dat voorbehouden was voor huwelijken binnen de patricische families.
In 68 v.Chr., één jaar na de dood van Cornelia, huwt Caesar Pompeia Sulla, de kleindochter van Quintus Pompeius Rufus major en Lucius Cornelius Sulla, beiden overtuigde optimates die als consules van 88 v.Chr. zich fel verzet hebben tegen de tribunicia potestas, het voornaamste wapen van de populares. De intussen pontifex maximus geworden Caesar, die toentertijd ook praetor was, zal in 62 v.Chr. van haar scheiden nadat Publius Clodius Pulcher een opmerkelijke entree in diens huis gemaakt zou hebben. Hoewel Pompeia geen directe schuld trof, vond Caesar dat het zijn vrouw niet betaamde zelfs maar vermeld te worden in dergelijke roddels.
In 59 v.Chr. huwde Caesar tenslotte Calpurnia Pisonis, de dochter van Lucius Calpurnius Piso Caesonius, die was verkozen tot consul voor 58 v.Chr.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 57]
De twee wonderen van Siena, Italië [1330 en 1730]
Eerste Wonder
In staat van diepe berouw ging de priester naar het Klooster van de Heilige Augustinus. Daar vertelde hij de details rond het wonder aan Pater Simone Fidati, een man met een diep geloof, die ook een geëerd preker was [Na zijn dood is Pater Simone zalig verklaard door Paus Gregorius XVI, die in zijn eer een Gebed en Mis heeft goedgekeurd].
De priester liet Pater Simon de twee bebloede paginas zien, en hij vertrouwde de brevier toe aan hem. Na de absolutie te hebben gekregen voor zijn zondig omgaan met de geconsecreerde Hostie ging de priester weg, en verdwijnt daarmee uit de geschiedenis van het wonder, dat verder gaat met Pater Simone.
Na een tijdje haalde Pater Simone één van de bebloede paginas uit het boek en maakte daar een gift van voor zijn medebroeders, de Augustijnenpriesters in Perugia. Dit geschenk is jammer genoeg verloren gegaan in 1866, in de tijd dat de religieuze orden werd onderdrukt.
De andere bladzijde was gesloten in een zilveren houder en werd, na een nieuwe periode van onrust, gebracht naar Cascia, de stad van Pater Simone vandaan kwam. Daar ontving het onmiddellijk de verering door de priesters, de gelovigen, en de autoriteiten van de stad. Het stadsregister van 1387, dat bewaard wordt in het stadhuis van Cascia, geeft de details voor een jaarlijks feest: Corpus Domini [Het Lichaam van de Heer]. Tijdens deze viering kwamen de burgemeester en de gemeenteraad, samen met alle inwoners van de stad samen in de kerk om dit kostbaar reliek te eren met een processie en Hoogmis. Voor deze viering moest de stad zelf zorgen voor een kaars van 5 kilo.
10. Recente heiligenlevens
Zalige Ceferino Jimenez Malla [1861-1936]
Cerefinos familie leefde als nomaden, rondtrekkend van dorp naar dorp in Catalonië en Boven-Aragon. Hij werd geboren in 1861 in Fraga als zoon van Juan Jimenez en Josefa Malla. Hij had een broer, Filipe, en een zus, Encarnacion. Het gezin was heel arm en Cerefino leed vaak honger. Op jonge leeftijd werkte hij door manden te verkopen, samen met een van zijn ooms. Het is geweten dat hij soms hulp kreeg van de befaamde bandiet Cucaracha. Cerefino leerde hem onderweg kennen terwijl hij rondtrok met zijn oom. Pater Angel M. Fandos, C.M.F., die onderzoek deed naar het leven van deze zalige en de eerste biografie over hem schreef, interviewde diegenen die Cerefino gekend hadden gedurende die jaren. Er werd Pater Fandos verteld dat Cerefino geleerd werd zijn brood te verdienen van toen hij nog heel klein was, door manden te weven en te verkopen in de dorpen.
Wat zijn religieuze opvoeding betreft, merkt Pater Fandos op dat Cerefino wellicht zijn eerste gebeden leerde toen hij heel klein was, omdat hij in het Catalaans bad van het district Catalonië, het gebied waarin de familie van Cerefino rondtrok. Pater fandos denkt dat Cerefino als kind zijn Eerste Communie deed, wat werd bevestigd omdat hij daarna werd toegelaten tot het vieren van het huwelijk, in overeenstemming met de katholieke canon.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
11. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 18]
Lichaam blijft intact
Bernadette wordt opgegraven in september 1909, april 1919 en april 1925 en telkens is het lichaam intact teruggevonden. Het lichaam wordt sinds 3 augustus 1925 in een schrijn bewaard, in de kapel van het vroegere Sint-Gildardklooster, dat nu Espace Bernadette Soubirous-Nevers wordt genoemd.
Het lichaam van Bernadette is volgens de uitdrukking van de artsen "gemummificeerd." Er werden alleen maar enkele relikwieën weggenomen. Op het gezicht en de handen werd een fijn masker van was gelegd, volgens rechtstreekse afdrukken gemaakt.
Wanneer de pelgrim komt vertoeven bij het lichaam van Bernadette, ziet hij het gezicht dat zich 18 keer naar Maria heeft gewend, de handen die op vraag van de maagd Maria in de bodem hebben gekrabd en de bron achteraan in de Grot hebben doen ontspringen, en de lippen die de woorden van de Onbevlekte Maagd en de boodschap van Lourdes hebben doorgegeven.
Het lichaam en het gezicht van de heilige Bernadette kan men in Nevers zien, op 800 km van Lourdes. Toch heeft het Heiligdom van Lourdes ook een schrijn met een relikwie van de heilige, namelijk een rib, die kan worden gezien in de Crypte, in de St.-Jozefskapel. Op 18 februari, feestdag van de heilige Bernadette, wordt deze relikwie in de stad rondgedragen en daarna voor het gebed uitgestald.
12. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 15
Alle valse vereringen zullen worden afgeschaft. Alle misbruiken van de opstand zullen worden vernietigd en de altaren van de ware God zullen in eer worden hersteld. De vroegere gebruiken zullen opnieuw van kracht worden, en onze godsdienst zal [minstens in een zeker opzicht] meer dan ooit bloeien.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Ongeschonden Lichamen: Catherine Labouré
Waar vindt ze de kracht?
Die zeer bescheiden zuster, die eveneens de Allerheiligste Maagd had gezien en die Paus Pius XII later de Heilige van het Stilzwijgen zal noemen, is geboren op 2 mei 1806 in het Bourgondisch dorp Fain-les-Moutiers. Een dag later ontving ze bij de doop de voornaam Catharina. Haar vader, Pierre Labouré was een welgestelde herenboer. Catharina is het achtste van tien kinderen. Ze is pas negen wanneer haar moeder op 46-jarige leeftijd, 9 oktober 1815, sterft. Catharina klimt op een stoel, gaat op haar tenen staan om bij het beeld van de Allerheiligste Maagd te komen dat boven op een meubelstuk troont en geheel in tranen smeekt ze haar haar moeder te willen zijn. Meneer Labouré roept de oudste dochter, Marie-Louise, 20 jaar, die in Langres bij een tante verblijft, naar huis terug om de moeder op de boerderij te vervangen.
Op 25 januari 1818 doet Catharina vol overgave haar eerste communie. Marie-Louise die ziet dat haar zusje al vroeg rijp is maakt haar vertrouwd met het werk in het huishouden zodat zij niet langer meer hoeft te wachten met het verwezenlijken van haar plan zich aan God te geven. Gedecideerd zegt Catharina dan tegen haar zusje Tonine: «Met ons tweetjes zullen wij het huis wel runnen». Nu is Catharina dus de koningin op de grote boerderij. 's Morgens is zij als eerste op. Haar voornaamste dagelijks werk is het maken van drie maaltijden. De boerin is tevens dienares; meer dan ieder ander kwijt ze zich met hart en ziel van haar taken. Ze moet ook voor de beesten zorgen. Catharina melkt de koeien 's morgens en 's avonds; ze verdeelt het veevoeder en brengt de kudde naar de drinkplaats in het dorp. De varkens krijgen een verdikte soep te eten waarna ze de eieren in het kippenhok gaat rapen om zich vervolgens bezig te houden met de 700 à 800 duiven die vertrouwd op haar neerstrijken wanneer ze met gulle hand graankorrels uitstrooit. Daarbij haalt ze nog water op uit de put, doet de was, kneedt het deeg voor het brood, gaat donderdags naar de markt van Montbard (15 km), enz. De lange winteravonden worden doorgebracht voor het open haardvuur: dan worden de nieuwtjes uitgewisseld, herinneringen opgehaald, verhalen verteld en daarna volgt het avondgebed. Op zondag gaat Catharina op bezoek bij de armen en de zieken.
Hoe komt het dat zij in staat is een dergelijke loodzware taak te volbrengen? Van tijd tot tijd is ze weg van de boerderij, dat is haar geheim. Iedere dag verdwijnt ze een tijd lang om naar de kerk te gaan die dichtbij is en waar ze geruime tijd neerknielt op de koude stenen vloer. Het tabernakel is leeg want het dorp is sinds de Revolutie zonder priester. Maar de aanwezigheid van de Heer openbaart zich diep in het hart van het meisje. Daar vindt ze de kracht om zich altijd vriendelijk en dienstbaar te betonen. «Met bidden schiet het werk niet op, het is verloren tijd», zeggen de buurvrouwen wel eens. Catharina bekommert zich daar niet om; zij bidt en het werk wordt op tijd gedaan. Het is haar diepste wens kloosterzuster te worden.
Ze wordt bevestigd in haar roeping door een droom. Ze ziet een bejaarde priester, één en al goedheid, die haar nadrukkelijk aankijkt... daarna zit ze, nog altijd in de droom, aan het bed van een zieke. De nog altijd aanwezige priester zegt tegen haar: «Meisje, het is goed voor zieken te zorgen... Op een dag zul je naar mij komen. God heeft plannen met jou, vergeet dat niet». Om kloosterzuster te kunnen worden moet je echter kunnen lezen en schrijven. Een nicht komt met het voorstel Catharina in Châtillon-sur-Seine in een bekend pensionaat, dat onder haar leiding staat, op te nemen. Tonine is nu zestien en kan het werk op de boerderij op zich nemen. Ondanks enig voorbehoud van haar kant, laat Meneer Labouré Catharina vertrekken.
Met toelating van: abdij@clairval.com en Abbaye Saint-Joseph de Clairval, F-21150 Flavigny-sur-Ozerain, Frankrijk.
29-03-2010
29 maart 2010
29 maart 2010
1. Medjugorje: Over Bisschop Ratko Pérics minachting voor de verschijningen
Bisschoppelijk secretariaat, 27 juni 2008
The Kroatische krant "Večernji list" publiceerde op 27 Juni 2008 het volgende sensatiebericht op de voorpagina: "Vaticaanstad. De hoogste kringen van de Katholieke Kerk hebben besloten om het fenomeen van Medjugore op te volgen: een nieuwe Commissie voor Medjugorje is opgericht.", terwijl er vijf bladzijden verder en nog mogelijk sensationelere bericht stond: "Een niewe Commissie is opgericht," met daaronder de subtitel: "Medjugorje: Kardinaal Puljić op de verjaardag van het fenomeen van de verschijningen van de Madonna." Over deze tekst wordt de volgende verklaring voorgesteld:
De tekst verspreidde de leugen aan dat "zeventien jaar eerder, de Commissie van de Bisschoppelijk Conferentie van voormalig Joegoslavië een beslissing had genomen dat er bovennatuurlijke verschijningen waren en beval verdere onderzoeken..." De waarheid is echter dat er geen Commissie van de Bisschoppelijke conferentie enige beslissing heeft genomen, noch dat de Commissie enig verder onderzoek heeft bevolen, maar dat deze beslissing volledig genomen was door die Bisschoppelijke Conferentie, die op 10 april 1991 in de zogenaamde "Zadar-verklaring" had besloten: "Op basis van de tot dus ver gedane onderzoeken en op basis van de destijdse onderzoeken en besluiten van de Commissie die in 1987 is ingesteld door de Bisschoppelijke Conferentie, kan er niet worden bevestigd dat er bovennaturlijke gebeurtenissen of onthullen zijn betrokken bij de verschijningen."
De tekst van het artikel begint met de bevestiging: "De Voorzitter van de Bisschoppelijke Conferentie van Bosnië en Herzogovina, Kardinaal Aartsbisschop van Sarajevo, kondigde de samenstelling aan van een nieuwe Commmissie die het verschijnsel zal onderzoeken en onder de rechtsbevoegdheid valt van de Heilige Stoel." Deze bevestiging wordt dan gevolgd door verwarring brengende aanspraken die de Kardinaal zelf in de hiernavolgende tekst en deze verklaring, in het radio-interview, gepuliceerd door "Večernji list," weerlegt.
Eerst is er dat deze Commissie "waarschijnlijk niet onder de jurisdictie van de Heilige Stoel" zal vallen. Dit is echter enkel een verkeerde voorstelling van de feiten en gewoon een zuivere gissing.
"Voorts zal deze Commissie, als deze wordt samengsteld, wat mogelijk zo zal zijn, eerder een internationale commissie zijn, die onze rechtsbevoegdheid teniet doet."
Ten derde: "Het is zeker dat deze internationale commissie, als deze wordt opgericht, verschillende richtlijnen zal ontvangen, die nog moeten bekeken worden."
Men kan zich herbij afvragen welk soort uiterst twijfelijlachtige beweringen de volgende zijn: "waarschijnlijk," gevolgd door "mogelijk," "eerder," en dan "als," "het is zeker," "als ze wordt opgericht," "die nog moet bekeken worden." Hierop volgt er een tegenspraak daar deze zogenaamde en waarschijnlijke Commissie "onze rechtsbevoegdheid teniet doet", met daarna: "Nochtans zal de plaatselijke Bisschop nooit worden uitgesloten, daar hij de meest bekwame persoon is voor alles wat er gebeurt binnen zijn Bisdom."
Na dit te hebben gelezen, blijft zelfs de gemiddelde lezer van "Večernji list" achter met de volgende vragen: Is de samenstelling van een Commissie enkel een voorafkondiging of is deze in werkelijkheid al opgericht? Zal het uiteindelijk zover komen en wanneer? Zal deze wel worden samengesteld en zo ja, wanneer? Zal deze onder de bevoegdheid vallen van de Heilige Stoel en onder welke vorm? Zal ze de bevoegdheid van de Bisschoppelijke Conferentie van Bosnië en Herzegovina teniet doen, maar niet deze van de plaatselijke Bisschop? Het enige wat zeker is dat al deze aankondigingen in de media en verzinsels van verslaggevers en Radio Medjugorje raden dat de plaatselijke bisschop hier helemaal niets over weet!! We vragen ons hierbij af: "Waarom hebben wij zo'n bezoedelende verklaringen nodig en wie heeft er wat aan deze radio-interviews over Medjugorje, naar aanleiding van de verjaarddag van de zogenaamde verschijningen?"
Alsof we geen belangrijkere Kerkelijke aangelegenheden om handen hebben in deze moeilijke tijden en alsof er geen dringende socialer zaken bestaan die onze aandacht vereisen in dit land, onder ons volk en in deze regio, dan het verspreiden van ongegronde, onsamenhangende en zichzelf tegensprekende berichten over het fenomeen, dat in 1991 theologisch en gezaghebbend reeds was opgelost op het niveau van de Bisschoppelijke Conferentie die de volgende verklaring heeft vrijgegeven: "Op basis van de uitgebreide onderzoeken over het volledig verschijnsel Medjugorje, is er tot op vandaag geen geldig bewijs dat deze gebeurtenissen bovennatuurlijke verschijningen en onthullingen inhouden!"
Don Ante Luburić, Secretaris Bisschoppelijk Secretariaat
2. Mars voor het leven
Brussel, 28 maart 2010. Op het Koningsplein in Brussel verzamelden zondagmiddag zo'n 550 manifestanten voor een 'Mars voor het leven', een initiatief van studenten die het niet pikken dat abortus al twintig jaar niet meer strafbaar is in België. Aartsbisschop Léonard liep ook mee. Aan de andere kant van het plein stonden enkele tientallen tegenbetogers.
Michel De Keukelaere, een van de initiatiefnemers van de anti-abortusmars, wil de stilte doorbreken. 'Het blijft een taboe dat veel vrouwen lijden onder abortus. Uit solidariteit willen we opkomen voor de rechten van het ongeboren kind en de vrouw.'
De organisatoren van de manifestatie wijzen erop dat abortus ook gevaren inhoudt. 'Het verhoogt de kans op borstkanker en leidt tot zelfmoord want vrouwen met een postabortussyndroom zijn psychologisch extra kwetsbaar. Bovendien is zwanger raken na een abortus ook niet evident. Toch leven we in een maatschappij waar abortus bijna normaal is geworden. Er zijn ook alternatieven zoals adoptie', verduidelijkt studente Liesbeth Ronsmans.
De betogers begrijpen volgens Ronsmans niet dat organisaties als JongerenInfoLife of Levensadem [Souffle de Vie] die aan abortuspreventie doen, niet gesubsidieerd worden door de overheid. Daarom organiseren we deze pluralistische mars. Alle deelnemers krijgen een witte of rode roos om te wijzen op het vreedzame karakter van hun optocht, die van het Koningsplein naar het Brusselse justitieplein gaat. Volgens de Brusselse politie zijn er zo'n 500 betogers aanwezig.
Ons Marieke was er ook bij en mailde het volgende door:
Dag Chris,
Ik ben net thuis van de mars voor het leven, het was echt heel mooi. Er waren 1700 mensen aanwezig, uit verschillende landen. Er waren kleine spreekbeurtjes van mensen uit Amerika, Frankrijk, Duitsland, Nederland enzo... Sommige sprekers hadden zelf een abortus ondergaan, of hebben een abortus overleefd, of hebben er als koppel voor gekozen het niet verwachte kind te houden, en hadden dat kindje zelf mee! De mars verliep heel sereen, niet zoals een gewone betoging. Er werd ook gebeden tijdens de mars. Abortus is in europa de eerste doodsoorzaak...
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 123]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus voor Pilatus
Het was, volgens onze tijdrekening, omstreeks zes uur in de morgen toen de stoet der opperpriesters en farizeeërs met de vreselijk mishandelde Heiland voor het paleis van Pilatus verscheen. Aan beide kanten van de weg, tussen de markt en het paleis, waren er stenen banken: Annas, Caïphas en de meegekomen raadslieden gingen niet verder en vatten post bij die banken. Jezus werd door de beulen, die de touwen strak hielden, iets meer naar voor geleid, tot aan de voet van de marmeren trap. Toen zij aankwamen lag Pilatus op een vooruitspringend terras op een soort rustbed. Naast hem stond er een tafeltje met drie poten, waarop enige waardigheidstekens lagen, naast nog andere dingen, die ik mij niet meer herinner. Officieren en soldaten stonden om hem heen. Er waren ook Romeinse machtsinsignes opgesteld. De opperpriesters en de Joden verbleven ver genoeg van het rechthuis, ten einde zich niet te verontreinigen. Daar was er een grens afgetekend, die niet werd overschreden.
Toen Pilatus hen zo hals over kop en zo wild en rumoerig zag naderen, en meteen de mishandelde Jezus in het oog kreeg, die naar de trap van het paleis werd geleid, verhief hij zich van zijn rustbed en sprak tot hen vol minachting, ongeveer zoals een hovaardige Franse maarschalk tot de afgevaardigden uit een klein en arm stadje: "Wat hebt gij weer zo vroeg aan de hand? Waar hebt gij die mens zo ellendig toegetakeld? Ik heb de indruk dat gij vroeg begonnen zijt met het villen en slachten." Zij riepen echter tot de beulen: "Vooruit, voer hem in het rechthuis!" Vervolgens keerden ze zich tot Pilatus: "Aanhoor onze klachten tegen deze misdadiger. Wijzelf mogen uw rechthuis niet binnentreden, want wij zouden ons verontreinigen."
Na deze woorden, die zij luid hadden uitgegalmd, schreeuwde er een grote en sterke, eerbiedwaardige man, die zich op het forum bevond, tussen de volksmassa achter hen: "Neen, jullie mogen het rechthuis niet betreden, want het is geheiligd door onschuldig bloed. Hij alleen mag er binnengaan. Hij alleen van al de Joden is rein als de Onschuldige Kinderen!" Toen hij, vol hevige ontroering, deze woorden had uitgesproken, verdween hij in de menigte. Zijn naam was Zadoch, een welgesteld man en neef van de echtgenoot van Seraphia, die men Veronica noemt.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 123]
Preken
Ze zijn voor het kwaad
Vandaag stuurt ze haar kinderen naar de kerk om de Heilige Mis bij te wonen of om te biechten. Morgen laat ze hen naar de danszaal gaan, zogenaamd buiten haar weten, of ze verbiedt het hun met een lachend gezicht, alsof ze wil zeggen: "Toe maar!" De éne keer drukt ze haar dochter op het hart om zich netjes te gedragen en niet in slecht gezelschap te komen, de andere keer laat ze jaar urenlang alleen met jongelui zonder haar iets te zeggen. Ja, arme moeder, gij zijt van deze wereld. Gij meent aan Gods kant te staan, omdat ge aan een paar uiterlijkheden van de godsdienst vasthoudt. Ge vergist u: ge behoort tot het getal van hen tot wie Jezus Christus heeft gezegd: "Wee de wereld!"
Zo zijn de mensen die zich als kinderen Gods beschouwen en in werkelijkheid kinderen van de wereld blijken. Ze zien er geen kwaad in om hun buurman nu eens van wat brandhout, dan weer van een handvol vruchten en duizend andere kleinigheden te beroven. Zolang het tot hun eer strekt, beoefenen ze de godsdienst graag, leggen ze zelfs een grote ijver aan de dag en delen ze kwistig raadgevingen uit aan anderen. Maar van zodra ze veracht of belasterd worden, verliezen ze de moed en ergeren ze zich over de manier waarop men hen behandelt. Gisteren wensten ze diegenen die hen onrecht aandoen, niets dan goed en vandaag kunnen ze hen niet meer luchten of zien.
Arme wereld, wat zijt ge diep ongelukkig! Maar ga uw gang, toe maar, ge hebt niets te verwachten. Sommigen zouden zelfs de sacramenten willen ontvangen, tenminste één keer per jaar. Maar daar is dan een toegeeflijke biechtvader voor nodig. Ze zouden willen ... en daar blijft het bij. Want als de biechtvader hen niet voldoende voorbereid acht en hen de absolutie weigert, dan varen ze tegen hem uit en slepen er alles bij om zich schoon te praten. Ze kunnen het niet verkroppen geen absolutie ontvangen te hebben en daarom spreken ze kwaad van de priester. Maar ze weten goed waar de fout zit. En omdat ze ook niet weten dat de biechtvader niet anders kan, proberen ze de stem van hun geweten te snoeren, door hem alles wat hun invalt, voor de voeten te smijten.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 123]
Hoofdstuk 18. Bescherming en begeleiding
Nicky: Kunt u ons een voorbeeld geven van hoe een Arme Ziel iemand bevrijdde of beschermde? Maria: Ja, maar het ging wel over iets anders. Een jongeman keek uit naar een goede en heilige vrouw. Hij had een vrouw in gedachten en bezocht haar bij gelegenheid. Maar elke keer als hij naar haar huis toeging, stond er ergens een man op kant die hem toeriep: "Ga er niet heen, u zult niet gelukkig zijn met haar." De eerste malen negeerde hij dat en ging gewoon door. Maar de derde of vierde keer stopte hij en bekeek hij de man wat van dichterbij. Hij was zijn eigen vader die vele jaren ervoor overleden was. Daarop volgde hij uiteraard deze raad en ging hij elders zijn geluk zoeken. In dit geval werd hij dus bevrijd en beschermd tegen toekomstige moeilijkheden.
Dan is er nog een ander geval. Ik weet van een jongedame die herhaaldelijk probeerde een kloosterlijk leven te beginnen. Maar om diverse redenen werd zij steeds geweigerd. Daarop maakte ze er een gewoonte van om, ergens op een gezellige plek aan een meer, rustig na te denken om zo tot vrede te komen met God. Op een dag hoorde ze plots een stem dicht bij haar die zei: "Stop en kom terug." Zij sloeg er geen acht op en ging door. Opnieuw zei de stem: "Kom terug!," maar nog ging ze door tot ze op een bepaald ogenblik voelde dat twee handen haar terugduwden. Hier gaf zij wel gevolg aan en zij ging niet verder. Later vertelde ze een aan een gelovige psycholoog wat er gebeurd was, en hij zei haar: "Ik begrijp dit volkomen, want in de staat waarin u zich bevond kon u gemakkelijk gehypnotiseerd worden door het water en erin hebben gesprongen zonder er u zelfs bewust van te zijn, en aldus mogelijk verdronken zijn."
En hier is nog een aardig verhaal over de bescherming van een eigendom. Een man hier naast mij, Hans, werd op een nacht wakker door een stem die hem vertelde om buiten naar de schuur te gaan kijken. Hij draaide zich echter eens goed om en sloeg er verder geen acht op. Opnieuw was er de stem: "Ga naar buiten naar de schuur!" Pas bij de derde keer, deed hij dit ook. Hij ging naar buiten en keek rond. Alles was in orde, en hij dacht: "Vreemd, wat moet ik doen? Ik zal gaan zitten en wat wachten." Binnen de kortste tijd ging de deur open en ging er een vreemde binnen in de schuur. Hans bleef stil en verborgen. De vreemde ging recht naar de varkensstal, klom erover en nam twee van Hans jongste varkens mee. Nu begreep hij alles goed. Ziet u, het was de stem van zijn vader. Hans sprong recht en achtervolgde de man. Hij kon de dief vatten, die de varkens onmiddellijk liet vallen, in zijn poging om de deur te bereiken. Dit is een ander geval waar een Arme Ziel de eigendom beschermde tegen enig verlies.
Zij kennen precies onze wereld en onze situatie en zo zouden hun verzoeken heel bereidwillig door ons moeten aanvaard worden.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Film: The Passion of the Christ [8/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 28: Ik wacht op u [Aflevering 177]
Het was duidelijk dat de reis van Columbus de reis van Maria was, en het was al even duidelijk dat de missie over méér ging dan ze leek. Het ging niet om een eenvoudige ontdekking. Het was geen standaarduitstap. In één klap had de Heilige Maagd Jezus naar het Westelijke Halfrond gebracht. Hoewel agnostische geleerden later de verwezenlijking van Columbus zouden relativeren, was het één van de grote verwezenlijkingen in de geschiedenis en ze kwam tot stand door het aanroepen van de Maagd.
Door de kracht van Christus en onder leiding van Zijn moeder, was de wereld opeens indrukwekkend groter. De geschiedenis was meteen een volledig nieuwe richting ingeslagen. De toekomst was onherroepbaar vervormd en het eindspel was verschoven op een manier die compensatie zou leveren voor veel van de wanorde in Europa, waar, onder andere, Martin Luther voor verdeling zorgde binnen de Kerk. Geen enkel land had zon rol gespeeld in de geschiedenis, geen koninkrijk, keizerrijk of land had dezelfde wereldlijke en uiteindelijk interplanetaire omvang: geen land had ooit de manier van leven gewijzigd zoals dit nieuwe land zou doen.
Het was een halfrond dat een land bevatte dat gekend zou worden als de Verenigde Staten, en hoewel de Noormannen en misschien zelfs de oude Carthagenen langs deze kusten waren gevaren, werd de ware ontdekking gedaan door een Genuaanse admiraal die het Ave zong en handelde onder wat hij beschouwde als rechtstreekse boodschappen van God.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 74]
Hoofdstuk 5: De beslissende stappen
De verbintenis voor het leven
De banden ontstaan in de zomer van 1948 tussen de Gemeenschap en de Kleine Broeders van Jezus waren uitgemond op een gezamenlijk opzet: in de zomer van 1949 een groep postulanten ontvangen voor een retraite die hun noviciaat voorafging.
Maar de bisschop van Autun en de katholieke overheid van de Kleine Broeders van Jezus weigerden deze gewichtige nieuwigheid: een postulaat van een katholieke congregatie oprichten in een protestantse abdij.
De prior van Taizé betreurde lange tijd die gemiste kans. Hij dacht zelfs dat, indien het opzet was doorgegaan, zijn gemeenschap de congregatie van de Kleine Broeders van Jezus had kunnen vervoegen: "toen was ik me bewust dat hun komst ons kon leiden op een gezamenlijke weg. Ik dacht: waarom een nieuwe gemeenschap stichten als de kleine broeders van Charles de Foucauld een gelijkaardige roeping beleven?"
Uiteindelijk volgde de gemeenschap van Taizé een eigen weg. De verbintenissen voor het leven van de lente 1949 gaven haar voorgoed een religieus uitzicht en brachten haar nader bij het katholieke monachisme.
Het begrip geloften was grondig veranderd sinds 1942. De verbintenissen tot celibaat, armoede en gehoorzaamheid van de inwonende leden waren tijdelijk en jaar na jaar hernieuwd: ze weigeren eeuwige geloften af te leggen schreef Roger Schutz en bedoelde daarmee zijn broeders en hijzelf. Volgens Luther schatten ze dat kloostergeloften geen enkele basis hadden in de Schrift, dat ze de gelovige belasten met een zuiver menselijke wet en zijn geestelijke vrijheid prijsgaven.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 36]
Woordenboek: Letter C
Caesar
De burgeroorlog
Na zijn consulaat werd Caesar aangesteld als proconsul van Gallia en Illyria voor een periode van vijf jaar.
Nadat Caesar de Rubicon was overgestoken en dus buiten zijn ambtsgebied optrad met zijn legioenen, werd hij tot hostis ("staatsvijand") uitgeroepen. In 49 v.Chr. beval de senaat hem onmiddellijk zijn bevoegdheden af te leggen. Caesar lag met zijn leger aan het riviertje de Rubicon, de grens tussen Gallia Cisalpina en Italia. De hele avond moet hij peinzend langs het water hebben gelopen. Hier sprak hij in het Grieks woorden die in het Latijn vertaald werden als "Alea iacta est."
De volgende dag trok hij met zijn leger in geforceerde dagmarsen naar Rome. En niet om het voor de stadspoorten te ontbinden, zoals Pompeius eertijds deed. De senaatspartij en Pompeius, die nu volledig samenwerkten, hebben de stad niet verdedigd. Toen zij merkten dat de Italische steden voor Caesar kozen en dat Caesar door zijn milde optreden iedereen voor zich won, gaf men Italië op. De zwakte van hun positie was het gevolg van een nederlaag die één van Pompeius' medestanders tegen Caesar had geleden. Diens troepen marcheerden nu met de overwinnaar mee op Rome af. Pompeius en de senaatspartij staken over naar Griekenland.
Caesar versloeg eerst Pompeius' medestanders in Spanje en volgde hem daarna naar Albanië en Griekenland. Daar versloeg hij Pompeius [na een aanvankelijke nederlaag bij Dyrrhachium in 48 v.Chr] in de Slag bij Pharsalus. Pompeius vluchtte naar Egypte, waarheen Caesar hem achtervolgde.
Hierop stelde de senaat stelde Caesar aan tot dictator voor een periode van 10 jaar, met de opdracht de Republiek te herstellen.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 56]
De twee wonderen van Siena, Italië [1330 en 1730]
Eerste Wonder
Siena, bekend om de Heilige Catherina en de Heilige Bernardus, was uitverkoren voor niet één maar zelfs twee Eucharistische wonderen. Het eerste vond plaats in 1330 en het tweede vond precies 400 jaar later plaats, in 1730. Er zijn vele documenten die beschreven zijn met de details van beide wonderen. Het eerste wonder was bloederig, het twee wonder niet. Beide wonderen worden nog steeds bewaard, en beide objecten blijven de eer en de interesse van de mensen wekken.
Het wonder van 1330 betrok een priester uit Siena, die verantwoordelijk was voor het geestelijk welzijn van een klein dorpje aan de rand van de stad. Een boer uit dit dorpje werd ernstig ziek en er werd gevraagd voor een priester. In zijn haast verwijderde de priester een geconsacreerde Hostie uit het tabernakel, maar in plaats van deze mee te nemen in een pyxis, stopte hij hem tussen de bladzijden van zijn brevier. Met het boek onder zijn arm ging hij snel op weg naar het sterfbed van de boer.
Na de gebeden te hebben opgezegd opende de priester zijn brevier om de Hostie aan de boer te kunnen geven, maar tot zijn verbazing was de Hostie bloederig en bijna volledig gesmolten. Hij zei hier niks over, maar sloot het boek en keerde terug naar Siena. Er wordt gezegd dat op dat moment noch de boer, noch iemand anders in het huis afwisten van dit wonder dat bij hun was geschied.
11. Recente heiligenlevens
Zalige Ceferino Jimenez Malla [1861-1936]
Ceferino Jimenez Malla
Levendige zigeunermuziek vulde de bezoekershal van het Vaticaan na de ceremonie tijdens dewelke Paus Johannes Paulus II Cerefino Jeminez Malla zalig verklaarde. Malla was een martelaar van de Spaanse burgeropstand van 1936 tot 1939, die gedood werd omwille van het feit dat hij katholiek was. Met meer dan 40.000 mensen aanwezig op de plechtigheid van de zaligverklaring op zondag 4 mei 1997, vertelde de paus aan de talrijk aanwezige zigeuners: "Serefino zaaide harmonie en solidariteit onder de zigeuners, onderhandelend in conflicten die de relaties tussen niet-zigeuners en zigeuners verzuurden. Hij moet voor jullie een voorbeeld zijn en een stimulans voor de volledige integratie van jullie cultuur in de sociale omgeving rondom jullie." De Paus voegde daaraan toe: "El Pele toonde dat de liefdadigheid van Christus geen grenzen kent van ras of cultuur."
"El Pele," de naam onder dewelke Cerefino ook gekend was, leefde een leven van eerlijkheid, goedheid en gebed. Gedurende de drie jaar van de Spaanse Burgeroorlog waren de aanstokers ervan niet alleen geïnteresseerd in politieke vervolgingen, maar ook in het onderdrukken van het geloof. Gedurende deze driejarige oorlog [1936-1939] werden meer dan 7000 mensen de marteldood gestorven, samen met vele leken. Prominent onder de leken was Cerefino, die een van de eerste doden was. Hij werd gearresteerd en gemarteld omdat hij een priester verdedigd had en omdat hij een rozenkrans bij zich had.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
12. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 17]
Andere belangrijke data
1907: opening van het proces voor de zaligverklaring, beëindigd in 1909.
1909: op 22 september, 1e opgraving van het lichaam van Bernadette. Het lichaam wordt ongeschonden teruggevonden.
1913: op 13 augustus, Pius X geeft toelating om de zaak van de zaligverklaring te openen.
1919: op 3 april: 2e opgraving voor de herkenning van het lichaam.
1923: op 18 november, Pius XI aanvaardt haar deugd van heldhaftigheid.
1925: op 18 april, 3e opgraving. Het lichaam is nog altijd intact. Op 14 juni wordt Bernadette door Paus Pius XI in de Sint-Pietersbasiliek van Rome zalig verklaard. Op 18 juli wordt haar lichaam in een schrijn geplaatst, het gezicht en de handen bedekt met een dunne waslaag. Op 3 augustus wordt het schrijn van het noviciaat naar het Sint-Gildardklooster overgebracht.
1933: op 8 december, feest van Maria Onbevlekt Ontvangen, heiligverklaring van Bernadette door Paus Pius XI.
1958: eeuwfeest van de verschijningen van Lourdes. 4 ½ miljoen bezoekers. 1979: honderdste verjaardag van het overlijden van Bernadette.
2008: Viering van de 150ste verjaardag van de verschijningen
Bernadette sterft onder zware pijnen op 16 april 1879 en wordt in de tuin van het klooster begraven. Maar dertig jaar later vereist het proces van zaligverklaring de opgraving van haar lichaam.
13. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 14
Ik zie in God een grote macht die geleid wordt door de Heilige Geest, die door een tweede opschudding de orde zal herstellen. Ik zie in God een grote verzameling priesters die de rechten van de Kerk en haar leider hoog zullen houden. Ze zullen de vroegere wetten opnieuw instellen. Ik zie in het bijzonder twee dienaars van God die zichzelf zullen onderscheiden in deze glorierijke strijd en die door de genade van de Heilige Geest een vurige geestdrift zullen brengen in deze luisterrijke gemeenschap.
Tegen het eind van het jaar 1841 onderbreekt, te Rome, een jonge joodse bankier uit een voorname Straatsburgse familie, Alfons Ratisbonne genaamd, zijn reis naar het nabije Oosten. In godsdienstig opzicht staat hij zeer vijandig tegenover de katholieke Kerk, vooral sinds zijn broer, Theodorus, zich tot het katholicisme heeft bekeerd en priester is geworden. Hij gaat in de Heilige Stad naar een vriend, Gustave de Bussière. Omdat deze afwezig is wordt hij ontvangen door diens broer, Theodorus de Bussière, een vurige katholiek. In de loop van de conversatie laat Alfons de vrije loop aan zijn vijandigheid jegens het katholiek geloof en verklaart hoezeer en onwankelbaar hij is gehecht aan het joods geloof. Door een ingeving van de genade biedt de heer de Bussière hem een wonderdadige medaille aan en zegt: "Belooft u mij dit cadeautje, dat u alstublieft niet zult weigeren, altijd bij u zult dragen." Alfons aanvaardt het uit beleefdheid.
Enkele dagen later begeven beide vrienden zich, op 20 januari 1842, naar de H. Andreas delle Frate kerk. Meneer de Bussière laat Alfons een ogenblik alleen om zich met een priester te onderhouden. Wanneer hij terugkomt treft hij de jongeman aan, in de kapel van de H. Michael, neergeknield en diep in gebed verzonken. Even later keert Alfons hem zijn van tranen overgoten gelaat toe. «Ik was al even in de kerk, zal hij later vertellen, toen ik me plotseling voelde gegrepen door een onnoembare ontroering. Ik keek naar boven; het hele gebouw had zich aan mijn gezichtsveld onttrokken; al het licht had zich als het ware geconcentreerd in één kapel en in het midden van die bundel licht verscheen, staand op het altaar, groot, schitterend, vol van majesteit en lieflijkheid, de Maagd Maria, zoals ze op de medaille staat afgebeeld.; een onweerstaanbare kracht dreef mij naar haar toe. De Maagd maakte met een handgebaar duidelijk dat ik moest neerknielen en het leek alsof ze tegen me zei: Mooi zo! Ze heeft niet tegen me gesproken, toch heb ik alles begrepen». Op 31 januari ontvangt Alfons het doopsel. Laten wordt hij ook priester. Daar hij zich inmiddels heeft laten voorlichten over de oorsprong van de Wonderdadige Medaille, wenst hij ook Zuster Catharina Labouré, aan wie ze was onthuld, te ontmoeten. Hij had echter geen rekening gehouden met de grote nederigheid van de zuster die onbekend wenst te blijven en het onderhoud weigert.
Met toelating van: abdij@clairval.com en Abbaye Saint-Joseph de Clairval, F-21150 Flavigny-sur-Ozerain, Frankrijk.
15. Maria verenigt Christenen en Moslims in Libanon
Feest van Maria Boodschap is er voor het eerst een vrije dag
Het feest van Maria Boodschap, op 25 maart, wordt in Libanon een feestdag, gewijd aan de dialoog tussen moslims en christenen. Een hoopvolle geschiedenis, geboren in een Libanees jezuïetencollege.
Het feest van de Aankondiging door de engel aan Maria van Jezus geboorte, op 25 maart, negen maanden voor Jezus' geboorte, is dit jaar voor het eerst een officiële feestdag in Libanon. De regering riep hem uit tot een vakantiedag, gewijd aan de islamitisch-christelijke dialoog. In het centrum van Beiroet wordt een parade gehouden met fanfare. Nadien volgt een toespraak van eregast en Nobelprijswinnaar Lech Walesa over hoe de figuur van Maria hem heeft geholpen bij zijn politieke strijd, een concert en vuurwerk. Het plechtigste moment wordt een gemeenschappelijke verklaring van vertegenwoordigers van de zeventien geloofsgemeenschappen die Libanon rijk is en een gemeenschappelijk gebed. Libanon mag dan een bijzonder verdeeld land zijn, de figuur van Maria slaagt er blijkbaar in de gemeenschappen samen te brengen.
Cruciaal voor de toekomst
Alles begon vier jaar geleden op het college van Jamhour, nabij Beiroet", vertelt Nagy el Khoury fier. El Khoury bekleedt een directiefunctie in dat jezuïetencollege en was onlangs in ons land voor een vergadering van de Wereldunie van oud studenten van jezuïetencolleges. Zoals veel katholieke scholen in de wereld, trekt de middelbare school niet alleen christelijke leerlingen aan, maar ook moslims. Voor de burgeroorlog van 1975 -1990 kon hun aandeel 10 procent bedragen, maar na de oorlog viel het aandeel moslims terug tot 3 procent. `
Het samenleven tussen christenen en moslims gaat El Khoury erg ter harte; want het is cruciaal voor de toekomst van Libanon. "Ergens in 2006 had ik op een nacht een droom: ik zag moslims en christenen verenigd op de tribune van onze turnzaal. Ze waren samen aan het bidden. Dat vervulde me met grote vreugde:" Het droombeeld liet El Khoury niet meer los. Hij sprak erover met een hoge vertegenwoordiger van de soennitische gemeenschap in Libanon, sjeik Mohammed Nokkari. "Die zei me iets belangrijks: alleen Maria kan ons verenigen:' EI Khoury begon in te zien hoe belangrijk de figuur van Maria ook in de islam is: Maryam [zoals Maria in het Arabisch heet] is met voorsprong de meest vernoemde vrouw in de Koran: dat gebeurt liefst dertig keer en er is zelfs een hoofdstuk naar haar genoemd [soera 19]. Zelfs de moeder en de echtgenote van de profeet worden in de Koran niet bij naam genoemd, wel in de Hadith, de overlevering van uitspraken en handelwijzen die aan Mohammed worden toegeschreven. Bovendien staat ook in elke 'mirhab' [e nis die de richting van Mekka aanduidt in de moskee] een verwijzing naar Maria met het Koranvers "Telkens wanneer Zacharias de tempel binnenging, merkte hij dat zij voedsel bij zich had", waarbij met "zij" Maria wordt bedoeld. Veel moslims hebben daarom een grote devotie voor Maria: dat verklaart waarom je in Mariabedevaartsoorden als Lourdes en Fatima steevast moslims aantreft.
Bijzonder icoon
Samen met sjeik Nokkari en twee anderen [de sjiietische geestelijke Ibrahim Shamseddine en de Egyptische jezuïet Fadel Sidarrouss] besloot El Khour te werken aan een gemeenschappelijk initiatief op 25 maart. "De eerste keer kwamen we samen op 25 maart 2007, in de kapel van het jezuïetencollege in Jamhour. We brachten een duizendtal mensen samen, christenen en moslims. Het programma bestond uit gebeden opzeggen en hymnes zingen. Speciaal voor de gelegenheid werd een gebed geschreven dat moslims en christenen samen kunnen bidden." Ook werd een bijzondere icoon van de Aankondiging door de engel gemaakt, met links de verzen uit de Koran en rechts de verzen uit het Lucas evangelie die verwijzen naar de bijzondere uitverkiezing van de Maagd door God."Dat is bijzonder merkwaardig, want sinds wanneer aanvaarden moslims dat Koranverzen worden geschreven bij een beeltenis? Maar in het geval van deze icoon hebben ze het aanvaard", zegt El Khoury. De bijeenkomst van 25 maart kreeg ook een bijzonder logo mee, waarin je de sluier van Maria en de maan van de islam herkent.
Media-aandacht
In 2008 en 2009 herhaalden we onze bijeenkomst," vertelt El Khoury. "Dat kreeg veel media-aandacht, er was zelfs een rechtstreekse uitzending op een nationale televisiezender. Dat trok de aandacht van de politici:" In februari van dit jaar had hij een onderhoud met eerste minister Saad Hariri, de zoon van de vermoorde politicus Rafiq Hariri. Die was zo enthousiast dat hij prompt voorstelde om 25 maart tot een nationale vrije dag uit te roepen. "Dat overtrof mijn stoutste verwachtingen. Sjeik Nokkari had gelijk: alleen Maria kan ons samenbrengen!", besluit El Khoury.
N.B. Op deze bijzondere icoon van de Aankondiging door de engel staan links de verzen uit de Koran en rechts de verzen uit het Lucasevangelie die verwijzen naar de bijzondere uitverkiezing van de Maagd door God.
Jan De Volder
16. Celtic Woman live concert, Helix Center, Dublin, Ierland [met dank aan Jos]
26-03-2010
26 maart 2010
26 maart 2010
1. Medjugorje: Mogelijk wordt er een nieuw bisdom opgericht
Rome, Italië, 20 maart 2010. Volgend op de aankondiging van verleden week, dat er een nieuwe commissie gevormd wordt om de mogelijke Mariaverschijningen te Medjuorje te onderzoeken, heeft een doorgaans goed geïnformeerde journalist over het Vaticaan, gerapporteerd dat er een nieuw bisdom zou kunnen worden gevormd in het gebied, waar Medjugorje zou ondervallen. Bepaalde gebieden, Mostar inbegrepen [waar Medjugorje zich nu onder bevindt], onder de bevoegdheid van drie bisdommen plaatsen, zou "een beter beheer van de toevloed van bedevaarders" betekenen.
De ervaren verslaggever over het Vaticaan, Andrea Tornielli, rapporteerde in de zaterdagse uitgave van "Il Giornale", een Italiaanse krant, over de nieuwe mogelijkheid van de oprichting van een bisdom dat Medjugorje onafhankelijk zou maken van het bisdom van Mostar, dat geleid wordt door Bisschop Ratko Peric. Deze laatste heeft zich meerdere malen minachtend uitgelaten over de authenticiteit van de verschijningen.
Tornielli schreef dat de beslissing om een nieuw bisdom op te richten, met als mogelijke zetel Maskrska, in september jongstleden bijna was genomen, maar in laatste instantie werd afgewezen door het protest van Bisschop Peric. Het nieuwe bisdom zou gevormd worden uit gebieden die momenteel vallen onder de bisdommen van Dubrovnik, Mostar en Spalato.
Over de commissie die door het Vaticaan is gevormd om de Medjugorje verschijningen te onderzoeken, en die wordt voorgezeten door Kardinaal Camillo Ruini, schreef Tornielli dat andere leden, zoals Kardinaal Vinko Puljic van Sarejevo, Kardinaal Josip Bozanic van Zagreb en Kardinaal Julian Herranz Cassaso, de voormalige voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Wetteksten, er deel van uitmaken. Hij berichtte eveneens dat andere verwachte leden van de Commissie Aartbisschop Angelo Almato, de voorziter van de Congregatie voor de Heilige- en Zaligsprekingsprocessen, de Jezuiet Vr. Tony Anatrella, een psycholoog en overige deskundigen in de "Mariologie," zijn, evenals een aantal leken. In het totaal zouden er ongeveer een twintigtal personen deel van uitmaken.
De journalist van Il Giornale schreeft ook dat er over het algemeen wordt verwacht van het onderzoeksproces traag zal geschieden en dat het resultaat ervan niet een verklaring van "bovennatuurlijke aard" van de gebeurtenissen zou zijn, maar eerder een duidelijker beeld van het "negatieve" oordeel van de Joegoslavische bisschoppen zou weergeven, na twintig jaar van onderzoeken.
De commissie zal in het bijzonder duidelijkheid brengen dat er geen "bedrog, listen of duivelse invloeden" betrokken zijn bij de verschijningen en ze zou bijkomend ook kunnen voorzien in "duidelijke, preciezere en gezaghebbende instructies" voor de bedevaarders. Tornielli maakte op het einde van zijn verslag nog eens duidelijk dat het Heilige Stoel nooit een oordeel heeft uitgesproken over de nog steeds aan gang zijnde verschijningen.
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 122]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Het paleis van Pilatus en de omgeving
Telkens als mij in beschouwingen, die het verre verleden betreffen, paleizen van grote vorsten of tempels worden getoond in een dergelijke staat van verval tot lage gebruiksdoeleinden, denk ik bij mezelf: het is toch precies zoals een paar duizend jaar later, dat wil zeggen: zoals heden, nu er ook zoveel grote bouwwerken, kerken en kloosters, in vrome en trouwe arbeid opgetrokken, verwoest en vernietigd worden, ofwel voor wereldlijk, vaak niet al te "deugdzaam" gebruik van de hand gedaan.
De kleine kerk van mijn klooster, die voor mij de hemel op aarde was en waarin de Koning van de hemel zo gaarne bij ons, arme zondaressen, in het Heilige Sacrament verbleef, staat eveneens reeds leeg, bezit geen dak en geen ruiten meer en heeft al haar grafstenen moeten afstaan. Ons arm kloostertje, binnen welke muren ik zo gelukkig was in mijn cel, met mijn kapotte stoel, zo gelukkig als geen enkele koning op zijn troon vermag te zijn, want ik kon op elk ogenblik kijken naar de kant van de kerk, waar het Heilig Sacrament stond, ons arme kloostertje, wat zal er over enkele jaren van geworden zijn? Nog wat tijd en men zal zich nog nauwelijks de plek herinneren waar gedurende vele en lange jaren een schare godgewijde zielen tot God gesmeekt en gebedeld hebben. God echter zal het onthouden. Bij Hem is geen vergeten: verleden en toekomst zijn in Hem het nu, want Hij is diegene die is.
God, bij wie ik al die oude geschiedenissen mag vinden, alsof zij van vandaag waren, bewaart al het goede dat op vergeten plaatsen werd verricht en bewaart eveneens al het kwade dat op misbruikte en ontwijde plaatsen is gebeurd en gebeuren zal, wanneer eenieder van de eerste tot de laatste penning zal moeten betalen. Voor de Heer geldt geen aanzien van persoon of plaats. Hij houdt ook het boek over de wijnberg van Naboth. Ik heb dikwijls horen vertellen hoe ons kloostertje werd gesticht door een paar arme nonnetjes, die slechts beschikten over een kruik olie en een zakje bonen. Alle redelijk verworven intresten van dit kapitaal, en van elk kapitaal, zullen op die dag worden ingevorderd. Men hoort meer dan eens een arme ziel die geen rust kan vinden omwille van een paar duiten, waar iets ongeoorloofds en onrechtvaardigs mee gemoeid is. Laat God eeuwige rust schenken aan diegenen, die ooit over de goederen der armen en van de Kerk beheer hebben gevoerd, dat er niets van die goederen zou ontbreken.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 122]
Preken
Ze zijn voor het kwaad
Och, zult ge zeggen, wij letten niet zozeer op die dingen. Neen, beste vriend, ik weet het, ge schenkt er geen aandacht aan, ge verwondert er u niet over: dat komt omdat ge van de wereld zijt. Gij zoudt God willen toebehoren, maar ook de wereld willen tevreden stellen. Weet ge broeders, welke die mensen zijn? Het zijn die mensen die hun geloof nog niet geheel en al verloren hebben en die nog een zekere gehechtheid aan de dienst van God hebben bewaard. Ze willen het geloofsleven niet helemaal overboord gooien, want ze zouden zich schamen als men te weten kwam dat ze niet regelmatig meer naar de kerk gingen. Maar van de andere kant missen ze de moed om met de wereld te breken en partij te kiezen voor de goede God. Die mensen zouden zich niet in het verderf willen storten, neen maar ze moesten zich ook niet langer hoeven te kwellen. Ze hopen op een redding die niet al te veel moeite kost. Ze gaan uit van de gedachte dat God in Zijn goedheid de mens niet geschapen heeft om hen verloren te laten gaan, dat God hen alles toch wel zal vergeven. Ze rekenen erop dat er eenmaal een tijd zal komen waarin ze zich aan de goede God zullen overgeven, waarin ze hun leven zullen beteren en afstand doen van hun slechte gewoonten. Wanneer ze zich, in een ogenblik van bezinning, hun armzalig leven voor de geest halen, zuchten ze wanhopig en barsten ze soms zelfs in tranen uit.
Wat een treurig leven, broeders, leiden diegenen die de wereld willen toebehoren zonder zich los te maken van God! Laten we een stap verder gaan en ge zult het nog beter begrijpen. Ge zult zien hoe belachelijk hun leven eigenlijk is. Het éne ogenblik hoort ge hun een akte van berouw bidden, het andere ogenblik, wanneer er iets niets gaat zoals zij het willen, hoort ge hen de Heilige Naam van God schandelijk misbruiken. s Morgens hoort ge hen in de heilige mis de lof van God zingen en dezelfde dag nog ziet ge hen bezig met de gemeenste zaken. Dezelfde handen die wijwater genomen hebben met de smeekbede dat God hen mocht zuiveren van hun zonden, worden enkele uren later gebruikt om het eigen lichaam, of misschien zelfs dat van anderen te onteren.
Dezelfde ogen die s morgens het geluk gehad hebben om Jezus Christus zelf in de Heilige Hostie te aanschouwen, richten zich in de loop van de dag gretig en vol genotzucht op de meest eerloze dingen. Gisteren hebt ge zon man een daad van Christelijke liefde zien bewijzen aan zijn evennaaste. Vandaag probeert hij hem te bedriegen, als hij er profijt kan uithalen. Het éne ogenblik gunt zon moeder haar kinderen alle soorten van zegen en geluk, maar zodra ze haar dwarsbomen, even later, overstelpt ze hen met verwensingen: ze wil hen niet meer zien, ze wil er van weglopen en wenst hen tenslotte naar de duivel om voorgoed van hen af te zijn!
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 122]
Hoofdstuk 18. Bescherming en begeleiding
Nicky: Als dat het geval is, is er dan enig bewijs dat de Arme Zielen ons helpen met wat ze hier hebben geleerd? Als een naaister bijvoorbeeld hulp nodig heeft bij het werk, zou het haar dan helpen om advies te vragen van naaisters die zich in het Vagevuur bevinden? Maria: Ja, er bestaat bewijs van zoiets. Indien we bijvoorbeeld vlug reageren op een mogelijk ongeluk met de auto, dan zijn de kansen groot dat er een tussenkomst is geschied door iemand die heel goed van autos op de hoogte was, eerder dan van breiwerk.
Ik heb weet van een man die tijdens de oorlog dikwijls dingen over de grens smokkelde. Hij vroeg altijd aan douaniers, die zich in het Vagevuur bevonden, om hem over de grens te helpen zonder te worden gesnapt. Niet één keer hebben ze hem tijdens die vele jaren kunnen snappen. Maar wat hij smokkelde was voor het volk van God, zoals Bijbels en andere godsdienstige voorwerpen. Een smokkelaar van drugs, geld of wapens zal immers nooit hulp krijgen van de Arme Zielen, bij zijn werk. Zij helpen ons nooit bij een slecht streven.
Nicky: Hoe nog kunnen de Arme Zielen ons begeleiden? Maria: Wij kunnen de Arme Zielen bijvoorbeeld vragen om ons geestelijk te begeleiden en dit is vooral hulpvol wanneer we geen goede priester in de omgeving hebben en ons verlaten voelen op dat gebied. Zij zullen dat graag doen. In dergelijke gevallen echter, waar ik weet van heb dat het gebeurde, heb ik echter nooit weet op welke wijze het gebeurde, maar de Arme Zielen hebben mij verteld dat het gebeurt.
Nicky: Kunnen de Arme Zielen beschermend werken voor ons, bijvoorbeeld op een wijze waarop ons vrije wil wordt gematigd? Maria: Ja, maar enkel op een positieve manier. Zij kunnen tussenkomen en ons weerhouden om naar de fles te grijpen, om te snel te rijden of iets anders dat ons in gevaar kan brengen. Zij kunnen zeker ook rokers helpen om makkelijker te stoppen dan zonder hun begeleiding.
Misschien is dit een goed moment om iets te zeggen over onze vrije wil. Wanneer zij helpen om van een slechte gewoonte af te geraken, wordt ons wil vrijer in plaats van beperkter. We handelen nooit uit vrije wil wanneer we zwak zijn om te zondigen en afhankelijk zijn van dingen. In het kiezen voor iets dat ons bindt en onder bedwang houdt, moeten we eerst onszelf voorliegen dat wat we doen, uiteindelijk "kan" of "goed is". Deze verdraaiing maakt ons niet vrij. Enkel in de Hemel zijn we vrij om ons enkel toe te leggen op het Absolute Goede, onze God.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
4. Film: The Passion of the Christ [7/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
5. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 27: Het Geheim van Vertrouwen [Aflevering 176]
De verschijning verdween en Pareto haastte zich naar zn huis en vertelde het aan zn vrouw, maar ze reageerde met ongeloof en sarcasme. Haar scepticisme ondermijnde Paretos eigen geloof en hij begon te denken dat hij een zinsbegoocheling had gezien. Hij dacht dat zn vrouw misschien gelijk had en dat de verschijning een gevolg was geweest van de hete zon. Uit angst om uitgelachen te worden vergat hij de zaak en besloot verder niets meer te zeggen.
Toen Benedict de volgende dag terug ging werken, klom hij in een vijgenboom toen een tak brak en hij hard op de grond viel waarbij hij meerdere botten brak. Hij had zon pijn dat hij dacht dat hij ging sterven. Men droeg hem naar huis waar hij de Laatste Sacramenten kreeg toegediend terwijl hij met helse pijnen lag, en heel veel spijt had dat hij aan Marias verzoeken niet had voldaan, en hij zweerde dat hij de kapel zou bouwen als zn leven gespaard zou blijven.
Op dat moment verscheen Maria en verweet hem zn gebrek aan vertrouwen, maar ze genas hem.
Vertrouwen was een groot geheim, en het was iets wat een andere inwoner van Genua, Christopher Columbus die blindelings de Atlantische Oceaan overstak in spectaculaire mate had. Zijn toewijding aan Maria werd beschreven als bijna mystiek. Alvorens zn reis aan te vangen bad Columbus in het Spaanse heiligdom van Guadeloupe (en nam de replica van haar afbeelding met zich mee), en elke nacht dat ze op de Santa Maria over ongekende zeeën vaarden, zongen hij en zn mannen het Weesgegroet. Trouw aan haar, uitkijkend naar tekens, wisten ze dat ze de juiste koers vaarden toen op 15 september 1492 een "wonderbaarlijke tak van vuur" of "wonderbaarlijke vlam" uit de lucht viel.
Toen ze de Atlantische Oceaan waren overgestoken noemde deze trouwe zoon het eerste eiland San Salvador, naar de Verlosser en het tweede Santa Maria de la Concepción. Andere eilanden kregen namen als Guadeloupe, Montserrat, en natuurlijk de Maagdeneilanden. Heel fascinerend is dat ze bij het aan land gaan het Salve Regina baden.
En zo was het eerste Christelijke gebed dat ooit in de Nieuwe Wereld gebeden werd, een smeekgebed tot Maria, de grote voorspreekster en Moeder van God.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 73]
Hoofdstuk 5: De beslissende stappen
Eerste ontmoeting met Pius XII
De reis vond dus plaats. Hun gewoonte van geheimhouding getrouw, wachtten Roger Schutz en Max Thurian bijna een jaar om het bekend te maken en dan nog slechts aan acht uitgekozen correspondenten, in vertrouwelijk opzicht: de eerwaarde Couturier en zijn medewerker pater Villain, de dominicaan Yves Congar, de jezuïeten Jean Daniélou en Robert Rouquette, de anglicanen Neill en Tomkins en Visser t Hooft.
De moeder van de prior en zijn zus Geneviève vergezelden hem. Aangekomen in Rome op 11 maart werden Roger Schutz en Max Thurian al s anderendaags in het Vaticaan toegelaten: op de twaalfde woonden ze in de Sixtijnse Kapel de mis bij, opgedragen voor de tiende verjaardag van de kroning van Pius XII. s Anderendaags werden ze op de Gregoriaanse universiteit ontvangen door de jezuïet Charles Boyer, docent theologie en verantwoordelijk voor het blad Unitas. In Rome was hij een van de meest opmerkelijke figuren in het katholieke unionisme, ook bezorgd om de houding van de Heilige Stoel te verdedigen. Hij vroeg zijn protestantse bezoekers om begrip en geduld, terwijl hij een positieve mening uitte over de conferentie van Amsterdam waarin hij een verkondiging van de Geest ontwaarde. Later schreef hij: "Ze verduidelijkten me dat de professie drie geloften inhield: persoonlijke armoede, eeuwig celibaat, gehoorzaamheid aan de prior." Dergelijk perspectief kon Rome alleen maar behagen.
Op 15 maart werden de twee stichters op het Staatssecretariaat ontvangen door Mgr. Montini die ze als bijzonder verstandig en diep spiritueel bestempelden, onder de indruk van zijn openheid en zijn streven naar bedaren.
Mgr. Montini nochtans rechtvaardigt de stroeve katholieke houding in de oecumenische dialoog: "Rome komt hard over, maar dit is haar zending. De Kerk is op Petrus gebouwd en die steen is soms hard." De twee bezoekers waren ook gevoelig voor de enkele mogelijke hervormingen die de rechterarm van de paus niet uitsloot, zowel over de taal in de liturgie als het celibaat voor de priesters.
Roger Schutz en Max Thurian weerhielden alleen de positieve kanten van hun audiëntie bij de paus op 16 maart. De heilige vader liet een mogelijkheid doorschemeren tot officieuze deelname van de katholieke Kerk aan de toekomstige bijeenkomsten met waarnemers en liet hopen op een oproep tot gebed voor de eenheid van de Kerk ter gelegenheid van het aankomende Heilig Jaar.
"Deze reis werd gezegend, geloof ik, en kan vruchtbaar zijn," schreef Max Thurian korte tijd naar zijn thuiskomst.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 35]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Levensloop [vervolg]
Hoewel hij samen met Marcus Calpurnius Bibulus aedilis curulis was in 65 v.Chr., kreeg Caesar de meeste eer voor de spelen die ze beiden financierden. Zo liet Caesar 320 paren gladiatoren aantreden, die getraind waren in eigen kazernes, wat sommige senatoren met afschuw deed terugdenken aan de recente gebeurtenissen met Spartacus.
Het jaar daarop werd hij aangesteld als iudex quaestorius (rechter). In 63 v.Chr., het jaar dat Marcus Tullius Cicero consul was, werd Caesar tot pontifex maximus gekozen. Het was in dit jaar dat de Catilinarische samenzwering uitkwam, waarin Caesar misschien een rol heeft gespeeld. Hij verzette zich in ieder geval tegen het terechtstellen van burgers, ook al waren het samenzweerders. Het jaar daarop werd Caesar verkozen als praetor en zou hij zich laten scheiden van Pompeia Sulla, nadat Publius Clodius Pulcher zich op ongehoorde wijze het huis van Caesar had weten binnen te werken. In 61 v.Chr. werd hij als propraetor naar Hispania Ulterior gestuurd, een gebied dat hij zoals gezegd al als quaestor bezocht had.
Tot zover leek Caesars carrière niet opvallend, maar dat weerhield hem er niet van grote ambities te koesteren. Hij had zijn zinnen gezet op het consulaat, maar zag in dat de inamicitia (vijandschap) tussen Crassus en Pompeius een constante bedreiging was voor zijn carrière. Hij besloot dus te doen wat nog nooit iemand voor hem gedaan had: hij zou trachten de inamicitia tussen de twee voornaamste mannen van Rome te overbruggen. Het volgende jaar slaagde Caesar in zijn opzet.
Caesar sloot in 60 v. Chr. het eerste triumviraat met Marcus Licinius Crassus en Gnaius Pompeius Magnus. De triumviri (driemannen) kwamen overeen dat er in de staat niets zou gebeuren dat een van de triumviri tegenstond. Met de hulp van Crassus en Pompeius zou Caesar tot het ambt van consul worden gebracht. Eens consul moest hij dan een wet doordrukken die Pompeius' veterani grond schonk en nieuwe pachtbelastingen voor de provincia Asia. Om de triumviri nauwer met elkaar te verbinden huwt Pompeius in 59 v.Chr. Caesars dochter Iulia en Caesar Cornelia. Caesars medeconsul Marcus Calpurnius Bibulus liet zich echter niet als werktuig in de plannen van het driemanschap inpassen en moest onschadelijk worden gemaakt. Gedurende de laatste acht maanden van het consulaat kon hij zijn woning niet verlaten uit angst om door aanhangers van Caesar te worden vermoord.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 55]
Het wonder van Hasselt, België [1317]
De Hostie was veilig in bewaring in de kerk van Herkenrode tot 1796, tijdens de Franse Revolutie, toen de zusters uit het klooster werden verdrongen. Tijdens deze verschrikkelijke tijd was de Hostie toevertrouwd aan de opvolging van verschillende families. De Hostie zou zo ooit in een tinnen doos in de muur van een keuken gemetseld zijn.
In 1804 werd de Hostie weer uit zijn bewaring gehaald en in stille vieringen gebracht naar de Kerk van de Heilige Quintinus in Hasselt. Deze schilderachtige kerk van Gotische architectuur en gebouwd in de veertiende eeuw bevat ongelofelijke schilderijen van de zestiende en de zeventiende eeuw die de geschiedenis van het Wonder afbeelden. Maar, nog belangrijker, de kerk van de Heilige Quintinus beschermt nog steeds de Eucharistische Hostie van 1317, welke nog steeds in perfecte staat is.
13. Recente heiligenlevens
Zalige Carlos Manuel Rodriguez [1918-1963] [8/8]
Naar het einde van zijn leven toe werd Carlos overgebracht naar zijn huis in Caguas. Hij was zo ziek dat hij niet aanwezig kon zijn op de aanstelling van zijn broer Pepe, maar dagen later, in een heldendaad om zijn pijn te onderdrukken, was hij in staat om in een rolstoel te zitten in de sacristie om Pepes eerste mis bij te wonen. Dit was maar een klein moment van vreugde. De complicaties van zijn kanker werden groter : uitdroging, elektrolytische instabiliteit, bloedarmoede, en een absces dat de darmwand perforeerde. Een schrale troost voor hem was staren naar zijn geliefde kruisbeeld.
Bovenop zijn fysieke pijn kwam het spirituele leed, dat wat Sint Jan van het Kruis noemt "de donkere nacht van de ziel." Carlos voelde zich door God verlaten, maar ging door met bidden en smeken om Gods hulp, zoals Theresia van Lisieux, die ook deze donkere nacht ervaren had op haar doodsbed. Hij bleef de Heilige Communie elke dag ontvangen en Pepe bracht hem vaak een bezoek. Daardoor kreeg hij wat spiritueel comfort.
Carlos frequente gebed was het woord "God" en "Wees mijn redding." Uiteindelijk werd hij verlost uit zijn donkere nacht, en hij voorzag dat hij zou sterven op 13 juli. Hij gleed weg in een coma en stierf net na middernacht op de dag die hij aangegeven had. Hij was 44 jaar oud.
Carlos werd zalig verklaard op 29 april 2001. Het proces van zijn zaligverklaring was een van de kortste in de recente geschiedenis. Het werd gestart in 1992 en het Decreet van Heroïsche Verdiensten leidde tot de titel van Eerbiedwaardige in juli 1997. Het mirakel voor zijn zaligverklaring, de genezing van Hodgkins kwaadaardig lymfekliergezwel in 1981, werd goedgekeurd op 20 december 1999.
Paus Johannes Paulus zei over hem tijdens de ceremonie van de zaligverklaring dat Carlos "de nadruk legde op de universele oproep tot heiligheid voor alle christenen, en het belangrijk vond dat elke gedoopte er gewetensvol en met verantwoordelijkheid moest naar handelen. Moge zijn voorbeeld de hele Kerk in Puerto Rico helpen om trouw te zijn, standvastig te leven naar de christelijke waarden en principes die het kreeg tijdens de evangelisatie van het eiland."
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
14. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 16]
Religieuze Leven
In september 1866 verergert het astma van Bernadette. In oktober 1866 wordt het nog erger. Dokter Robert Saint-Cyr, de huisarts van de gemeenschap, verzekert dat zij de nacht niet zal doorkomen. Moeder Marie-Thérèse vindt het goed dat zij haar religieuze geloften doet in articulo mortis. Maar ze overleeft.
In december 1866 verneemt ze het overlijden van haar moeder, amper 41 jaar oud.
Bernadette geneest en keert op 2 februari 1867 naar het noviciaat terug. Op 30 oktober 1867 doet ze haar religieuze geloften voor Mgr. Forcade. Zij belooft te leven in "armoede, gehoorzaamheid, zuiverheid, en liefde." Elke geprofeste zuster ontvangt een kruisbeeld, het boek met de Constituties en de benoemingsbrief met vermelding van de gemeenschap waarheen men wordt gestuurd.
Bernadette wordt benoemd voor het hoofdklooster. Zij zal hulpverpleegster zijn.
In 1869 heeft ze opnieuw problemen met de gezondheid.
In maart 1871 verneemt ze het overlijden van haar vader.
Van 1875 tot 1878 woekert de ziekte verder. In die situatie doet zij haar eeuwige geloften.
Vanaf 11 december 1878 houdt ze definitief het bed, in haar witte kapel, zoals ze haar groot bed met gordijnen noemt. Op 16 april 1879 sterft ze. Op 30 mei 1879 wordt de kist met het lichaam van Bernadette neergelaten in de grafkelder van de Sint-Jozefskapel.
13. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 13
Nu komen alle oprechte berouwvollen van alle kanten toegestroomd naar de Kerk, die ze in hun hart zullen ontvangen. De gehele gemeenschap van gelovigen zal het hart uitstorten in berouwvolle en dankliederen ter ere van God.
Vertaling: Chris De Bodt
14. Het huis van de Heilige Maagd Maria te Efeze [4/4]
Gebed tot OLV van Efeze
Heilige onbevlekte Maagd Maria, U, die Jezus' welbeminde leerling zijt gevolgd in Azië, U, die te Efese werd uitgeroepen tot Moeder van God Bescherm de kerk van Smyrna, De enige overblijvende van de zeven Kerken uit de Apocalyps, Erfgenaam van hun tradities, Moeder van Gallische Kerken, alsook die uit de lage landen en in het bijzonder van Banneux en Beauraing, van Scherpenheuvel, Oostakker en Maastricht Wij smeken U, spreid over heel Uw westerse Kerk alsook over de oosterse Kerk, waar de wieg van ons geloof staat, Uw heilbrengende liefdadigheid van Uw Moederlijke bescherming. O, Onze Lieve Vrouw van Efese, Koningin ten Hemel opgenomen, Gij die de Moeder zijt van ons allen Waak over ons, Bescherm ons tegen alle kwaad dat ons zowel geestelijk als lichamelijk kan bedreigen. Spreek ten beste voor ons, bij Uw Goddelijke Zoon; wij, die naar het voorbeeld van onze vaders, geheel ons vertrouwen en onze liefde in U stellen. Amen
Met dank aan Marieke
25-03-2010
25 maart 2010: Maria-Boodschap [Feest van de Aankondiging van de Heer]
Video van verschijning aan Mirjana van 18 maart jl. is te bekijken in het tekstvak van die dag
25 maart 2010: Maria-Boodschap [Feest van de Aankondiging van de Heer]
Maandelijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Marija Pavlovic voor de hele wereld: "Lieve Kinderen! Ook vandaag wens Ik u allen op te roepen om sterk te zijn in het gebed en tijdens de ogenblikken dat de beproevingen u aanvallen. Beleef uw Christelijke roeping in vreugde en nederigheid en getuigenis voor iedereen. Ik ben met u en breng u allen voor Mijn Zoon Jezus, en Hij zal uw kracht en ondersteuning zijn. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."
1. Medjugorje: Nuntius in Bosnië: Paus is Medjugorje gunstig gezind
Aartsbisschop Allessandro D'Errico, de apostolische nuntius van Bosnië en Herzogovina gaf een verklaring over Medjugorje op 18 maart aan het einde van de achtenveertigste bisschoppelijke conferentie van Bosnië en Herzegovina. In zijn verklaring, uitgezonden door Radio Mir Medjugorje, zei hij tussen de andere dingen door: "Wanneer ik ook de Heilige Vader ontmoette, hij was steeds heel erg geïnteresseerd in Medjugorje. Hij was bij alles betrokken, te beginnen met de tijd dat hij nog hoofd was van de Congregatie voor de Geloofsleer. Hij is er zich degelijk van bewust dat dit een kwestie is van bijzonder belang en, als de hoogste overheid van de Kerk heeft hij nood aan de juiste informatie over deze aangelegenheid. De Heilige Vader is heel nauw betrokken bij de Medjugorje verschijningen en hij heeft me dat zelfs persoonlijk gemeld. Hij heeft weet van de enorme positieve en goede invloed van de plaatstelijke priesters, religieuzen, Franciscanen en leken. Daarom heeft hij erg moeilijk als hij ziet dat er zoveel vijandige informatie wordt doorgegeven over deze verschijningen.
Dat is dan ook de reden waarom hij een Commissie wou oprichten op het hoogste niveau. Hij wou deze Commissie instellen om hem een volledig beeld te geven van Medjugorje, maar hij wil zich laten inlichten door mensen die hiervoor over de beste kwaliteiten en deskundigheid beschikken. Daarom wou hij dat Kardinalen, Bisschoppen en experten uit verschillende delen van de wereld deel zouden uitmaken van deze Commissie."
Aartsbisschop Allessandro D'Errico
Op 17 maart kwam er de officiële verklaring dat deze Commissie zal worden voorgezeten door Kardinaal Ruini, een heel gerenommeerde Kardinaal, met grote kwaliteiten en eveneens een nauwe medewerker van de Heilige Vader en ook zijn vriend en dit laatste niet enkel tijdens deze periode van zijn pontificaat. Kardinaal Ruini is heel goed op de hoogte van de situatie in Bosnië en Herzegovina: voornamelijk over de toestand tijdens de oorlog, toen hij Voorzitter was van de Bisschoppelijke Conferentie van Italië. In die tijd nam hij de beslissing dat de Italiaanse Kerk en haar Bisschoppelijke Conferentie meer betrokken moesten worden bij het helpen van alle landen die geleden hebben onder de oorlog in voormalig Joegoslavië.
"Heel bijzonder is [wat ook de grote genegenheid toont van de Heilige Vader voor dit land] dat hij het was die de wens uitdrukte dat de informatie over de Commissie tegelijkertijd openbaar zou worden gemaakt in het Vaticaan als in Mostar, daar Medjugore deel uitmaakt van het Bisdom van Mostar. Ik weet wel dat de media er reeds langer mee bezig was en dat er sommige verwachtigen waren. Vandaag kunnen we zeggen dat we verheugd zijn en de Heilige Vader eveneens dankbaar zijn voor zijn aandacht die hij toont tegenover Mostar en onze Katholieke gemeenschappen. Dat is hoe ik, namens de Heilige Vader, deze beslissing aankondigde op 17 maart, op hetzelfde ogenblik dat deze werd aangekondigd in Rome. We begrijpen dat het werk van de Commissie veeleisend zal zijn en ik zou al onze gemeenschappen willen uitnodigen om te bidden en eveneens hun volle medewerking te willen verlenen aan deze Commissie voor de Heilige Jozef en voor Maria, de Moeder van de Kerk, de patroonheiligen van Mostar."
Naast Aartsbisschop van Carini [Hycarra, Sicilië], is Allessandro d'Errico eveneens pauselijke nuntius van Pakistan [sedert 14 november 1998], Bosnë en Herzegovina [sedert 21 november 2005] en sedert onlangs ook van Montenegro [17 februari 2010].
Vertaling: Chris De Bodt
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 121]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus wordt naar Pilatus geleid
Deze straat, die het meest in de nabijheid van de tempel loopt, heeft als vertrekpunt de Schapenpoort, de wasvijver voor de schapen, die zich naast de poort bevindt. Rechts, wanneer men ze binnengaat, ligt deze zo dicht tegen de muur, dat in de muur zelf de bogen bevestigd zijn, die men over de vijver heeft aangebracht. Langs de muur heen wordt het water afgevoerd naar het dal van Josaphat, waardoor het op deze plaats altijd modderig is. Rondom de vijver staan er enkele gebouwen.
Hier, in deze vijver, worden de Paaslammeren een eerste maal gewassen, waarna ze men voor slachting naar de tempel brengt. Daarna krijgen ze aan de vijver Bethesda, ten zuiden van de tempel, nog een ceremoniële besprenkeling. In de tweede straat ligt een huis met een hof die toebehoort aan de moeder van Maria. De heilige Anna en haar familie hielden er verblijf en stalden er hun vee om te offeren wanneer zij, bij gelegenheid van de feestdagen, naar Jeruzalem kwamen. In dit huis werd ook, zo ik mij goed herinner, de bruiloft van Jozef en Maria gevierd.
Zoals ik reeds zei, ligt het Forum hoger dan de belendende straten en greppels lopen naar de Schapenvijver. Op de berg Sion ligt een gelijkaardig Forum, vóór de vroegere Davidsburcht. Ten zuidoosten ervan, dichterbij, bevindt zich het cenakel, en ten noorden bevinden zich de rechthuizen van Annas en Caïphas. De Davidsburcht is thans een verlaten en woeste vesting: de lege hoven en stallingen worden verhuurd aan vreemd volk met karavanen en lastdieren. Dit gebouw ligt daar al lange tijd in zon trieste toestand en zijn huidige bestemming had het reeds toen Christus ter wereld kwam. Ik zag namelijk hoe de stoet van de Driekoningen, met de vele lastdieren, dadelijk na de aankomst, in de oude burcht werd ondergebracht.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 121]
Preken
Ze zijn voor het kwaad
Zo spreken diegenen die, zonder het te weten, de wereld toebehoren. Maar, kom, we zullen eens proberen hen een beter begrip bij te brengen [tenminste als ze daar prijs op stellen]. Doch het is moeilijk, want ze zijn blind en doof. Het valt niet mee om hen de woorden van het leven in te prenten en nog moeilijker is het, blind als ze zijn, om hen een inzicht te verschaffen in hun ongelukkige toestand. Op de eerste plaats schijnen ze niet te weten dat een Christen voor en na de maaltijd een kort gebed en het Angelus behoort te bidden. Wanneer ze het, gewoontegetrouw, toch nog doen en je bent er toevallig getuige van, gaat het je aan het hart: de vrouwen doen het onder hun werk, schreeuwend tegen hun kinderen of hun dienstmeisje en de mannen doen het terwijl ze blijkbaar hebben te onderzoeken of er soms gaatjes in hun hoed of pet zitten.
Ze denken evenveel aan de goede God als wanneer ze werkelijk zouden geloven dat Hij niet bestond en het belachelijk was om aan Hem te denken. Ze hebben er geen gewetensbezwaren tegen op de dag des Heren te kopen of te verkopen, ofschoon ze heel goed weten [of in ieder geval zouden moeten weten] dat het doodzonde is om op zondag onnodige handel te drijven. Voor die mensen betekent dat allemaal niets. Ze gaan s zondags naar een andere parochie om personeel te huren. Als je er hen op wijst dat ze daar kwaad mee doen, zeggen ze: "Maar wat wilt u? Om iemand te vinden moet je er op uit!" Op de dag des Heren gaan ze in alle gemoedsrust hun belastingen betalen, omdat ze daar in de week te ver voor van huis moeten en het hun dan teveel tijd kost.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 121]
Hoofdstuk 18. Bescherming en begeleiding
Nicky: Is het gebeurd dat er mensen tot u gekomen zijn met duistere bedoelingen, en, indien zo, hoe behandelt u zoiets of wordt u op voorhand gewaarschuwd? Maria: Ik probeer iedereen te ontvangen, maar ja, ik ben reeds gewaarschuwd in gevallen waar ik liever niet te veel belang aan hecht. Als ze louter uit nieuwsgierigheid komen, dan zal ik niet veel praten. Het is gebeurd dat er mensen kwamen met duistere bedoelingen, maar dan functioneerde mijn stem gewoon niet. Ik kon niet vrijuit praten zoals we nu doen. Daarop stellen ze dan vragen als: "Waarom wil u ons niet meer vertellen?" En alles wat ik dan kon zeggen was: "Waarom stelt u niet meer vragen?" Dat is regelmatig gebeurd.
Nicky: Wel, ik heb er zeker van genoten en ben heel dankbaar dat we nu reeds uren praten! Hebt u aan een Arme Ziel gevraagd, alvorens ik naar u kwam, of mijn bedoelingen zuiver waren? Maria: Neen, ik heb niets gevraagd, want anders zou u hevig teleurgesteld geweest zijn [lachend].
Nicky: Is het waar dat we alles wat we geleerd hebben hier op aarde, met ons meenemen? Maria: Ja.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Film: The Passion of the Christ [6/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
5. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 27: Het Geheim van Vertrouwen [Aflevering 175]
De openbaringen bleven doorgaan. Een jaar na El Torn, zag men een beeld van Maria in het Italiaanse Prato veranderen van uitdrukking, de ogen openen en sluiten, en wenen. Op 5 augustus 1485 stroomden in Trevi tranen uit een afbeelding van de Madonna. Het was de verjaardag van de Basiliek van Maria de Meerdere. Het waren geen gewone tranen, maar zoals in Görgsony waren ze van bloed. En wanneer er bloed verscheen, was er iets heel erg mis, was er de bedreiging van iets fataals. Paus Innocentius VIII gaf de opdracht om een afbeelding van Maria doorheen Rome rond te dragen en toen het de huizen passeerde waar de pest had toegeslagen, brachten vrouwen hun zieke kinderen naar de deuren en vensters, wenend en smekend om de hulp van Maria. Er was ook een voorval op 3 mei 1491 in het Elzasgebied in Frankrijk, nabij Morschwihr. De ziener was een hoefsmid met de naam Thierry Shoere, die bij een bron aan het bidden was toen Maria verscheen. Ze hield een graanstengel vast met drie graanhalmen en ook een ijskegel. "Mijn zoon, de mensen van het land hebben de woede van God gewekt door hun zonden, als ze geen berouw hebben zullen er vele plagen over hen komen," zei ze. "Het ijs dat je in mijn hand ziet staat symbool voor de hagel die in alle seizoenen zal neervallen en de oogsten vernietigen, en de graanstengel met de drie graanhalmen, die ik in de andere hand houdt, toont de tijd van vruchtbaarheid en de zegeningen die over het land zullen gestort worden als de mensen berouw hebben."
Er was een gelijkaardig noodgeval in Monte Figogna Genoa op 29 augustus 1490, toen Maria verscheen aan een herder met de naam Benedictus Pareto, tijdens een verschijning die later de archieven van de staat Genua inging en goedgekeurd werd door de Kerk. Pareto nam een pauze tijdens het gras snijden voor zn kudde toen zn ogen plots aangetrokken werden door een licht dat opnieuw werd beschreven als veel helderder dan de zon. In het midden ervan was Maria met het Kind. Toen ze naderde knielde de herder neer en hij hoorde haar zeggen: "Wees niet bang. Ik ben de Koningin van de Hemel en ben met mijn goddelijke Zoon tot u gekomen, en om deze reden: dat via u een kerk op deze plaats moge gebouwd worden, toegewijd aan mijn naam."
Pareto was sprakeloos. Hij wist niet wat hij moest zeggen. Hij bleef op zn knieën zitten en zei enkel: "Zoals u wenst, Vrouwe, maar ik bezit niet de middelen en twijfel of ik ze kan vinden."
"Vertrouw me, Benedictus," antwoordde ze. "Er zal geen gebrek zijn aan geld. Al wat je nodig hebt is je eigen goeie wil. Met mijn hulp zal het makkelijk zijn."
"Goed dan," zei Pareto, "ik heb vertrouwen in wat u zegt, maar het zal u zijn die uw eigen kerk zal bouwen."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 72]
Hoofdstuk 5: De beslissende stappen
1949 was een beslissend jaar in de geschiedenis van de Gemeenschap en het leven van Broeder Roger. Voor het eerst ging hij naar Rome met Max Thurian en ontmoette hij er Pius XII. Het was ook het jaar van de eerste verbintenissen voor het leven. Benamingen en titels krijgen een vaste vorm. In de briefwisseling en documenten van de jaren 1949-1950 hebben Schutz en Thurian aan de benaming Gemeenschap van Cluny verzaakt en spreken nu over de Gemeenschap van Taizé-bij-Cluny of Gemeenschap van Taizé. De titels dringen zich op: Roger Schutz is prior, Max Thurian onderprior. De andere zijn allen Broeders.
Eerste ontmoeting met Pius XII
Na het strenge monitum van 1948 wou kardinaal Gerlier, aartsbisschop van Lyon, meewerken om naar een meer ontspannen klimaat terug te keren door rechtstreekse ontmoetingen te bevorderen. Door zijn toedoen maakten verschillende protestantse prominenten de reis naar Rome.
In december 1948 had kardinaal Gerlier gesproken over Taizé aan Mgr. Montini (later Paulus VI), substituut voor lopende Zaken aan het Staatssecretariaat, en gaf hem twee vertrouwelijke notas enkele maanden eerder door het bisdom Autun opgesteld. Hij sprak ook over de Gemeenschap met Pius XII, indachtig dat rechtstreekse contacten tussen de Heilige Stoel en de Gemeenschap de vooroordelen van beide kanten zouden doen verdwijnen. Meer nog, hij hoopte de bekering tot het katholieke geloof van sommige leden te bevorderen.
Begin maart 1949 schreef hij dus naar Mgr. Montini: "Er kan uiteraard niet gezegd worden dat de Gemeenschap van Cluny op de vooravond van haar bekering tot het katholicisme staat. Maar het is ontegensprekelijk dat ze, onder al de protestantse groeperingen die ik ken, degene is die ons het dichtst nabij is en dat de mogelijkheid van enkele persoonlijke bekeringen als redelijk mag worden ingeschat." In dezelfde brief vraagt hij een audiëntie bij Pius XII aan voor Roger Schutz en Max Thurian: "Een onderhoud met de paus zou, denk ik, zal grote gevolgen met zich meebrengen, op korte misschien maar zeker op lange termijn. Daartegen vreesde ik hun ontgoocheling als ze niet door de Vicaris van Jezus Christus werden ontvangen."
Vertaling: Broeder Joseph
7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 35]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Levensloop [vervolg]
Hoewel Sulla er bij hem op aandrong te scheiden van zijn vrouw, die door haar vader met de populares verbonden was, weigerde Caesar dit te doen en kwam hij zelfs in levensgevaar. Gelukkig kon hij zijn belagers afkopen met 48.000 sestertii, toen dezen hem vonden in het Sabijnse gebergte. Gevlucht voor Sulla in 82 v.Chr. diende de nu negentienjarige Caesar als officier in de staf van de Sullaanse propraetor Marcus Minucius Thermus van de pronvincea Asia. Bij de belegering van de stad Mytilini op Lesbos in 80 vóór Chr. verdiende hij de corona civica [burgerkroon], voor zijn moed in de strijd en het redden van een medeburger.
Om de belegering te bekorten, werd Caesar op diplomatieke missie naar het hof van koning Nicomedes IV van Bithynië gestuurd. Geruchten deden de ronde dat Caesars relatie met Nicomedes van een homoseksuele aard zou zijn. Homoseksueel gedrag was in de hellenistische wereld min of meer geaccepteerd, voor een Romeinse gezant was in Romeinse ogen daarentegen onacceptabel dat Caesar de passieve partner in een dergelijke verhouding zou zijn geweest en het gerucht dat hij "de vrouw van Nicomedes was geweest" deed afbreuk aan Caesars reputatie.
Nu Caesar zich bewezen had in de strijd en zijn trouw aan de populares had getoond, werd het tijd dat hij zijn verdiensten in politieke winst kon omzetten. De gelegenheid zou zich weldra voordoen om zijn politieke carrière te lanceren en aldus te beginnen aan wat toen nog een doorsneecarrière leek te zullen worden.
Caesar was in 69 vóór Chr., het jaar waarin zijn echtgenote Cornelia Cinna minor en zijn tante Iulia, de echtgenote van Gaius Marius, overleden zijn, quaestor en hield een opvallende lijkrede voor beide dames, die als propaganda voor de populares diende. Zijn ambt als quaestor in Hispania Ulterior vervulde hij zonder noemenswaardige incidenten. Hij zou later als propraetor terugkeren naar deze provincia. In 69 vóór Chr. was hij nog curator van de Via Appia. Datzelfde jaar zou hij ook Pompeia Sulla huwen. Intussen was Gnaius Pompeius bezig zijn bliksemcarrière uit te bouwen door de Middellandse Zee van piraten [die ook Caesar gevangen hadden genomen] te ontdoen en vervolgens tegen Mithridates VI ten strijde te treken.
Vertaling: Broeder Joseph
8. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 54]
Het wonder van Hasselt, België [1317]
Dit klooster, opgericht in de buurt van Luik in de twaalfde eeuw, was de eerste instelling van de Cisterciënzerzusters in België. [Een bijzonder lid van deze gemeenschap was de Heilige Lutgardis van Tongeren die leefde van 1182 tot 1246 en ook stigmata ontving]. Zelfs tijdens een afname van de Cisterciënzerzusters bleef deze instelling groeien in omvang en behoorde ze al snel tot de belangrijkste kloosters van de Lage Landen. Vanwege hun prominente reputatie van heiligheid vond de pastoor het toepasselijk om de Wonderlijke Hostie in de kerk van dat klooster te bewaren.
De priester ging naar de kerk van de Cisterciënzerzusters en, toen hij het altaar betrad en de Hostie daar plaatste, kreeg hij een visioen van Christus, de Man van Smarten. Dit visioen van Jezus, bekroond met doornen, werd gezien door alle aanwezigen. Daarmee heeft Onze Heer een bijzonder teken gegeven van Zijn bereidheid om in die kerk te verblijven. Vanwege dit visioen en de Heilige Hostie werd Herkenrode al snel één van de meest beroemde bedevaartsplaatsen van België
9. Recente heiligenlevens
Zalige Carlos Manuel Rodriguez [1918-1963] [7/8]
Carlos werk kwam tot een einde in het begin van 1963. Zijn gezicht vertoonde onmiskenbaar de tekenen van ziekte en hij was extreem vermoeid. Hij onderging testen die op een erge vorm van bloedarmoede wezen en een onderzoek wees uit dat er een tumor in de endeldarm aanwezig was. Meerdere pijnlijke biopsieën later bepaalde een patholoog in de medische school de biopsieën onschadelijk. Eén dokter was het daar niet mee eens: "Ik wist maar al te goed hoe dikwijls verzwerende dikke darmontsteking na 30 jaar overgingen in kanker." Zonder het microscopische bewijs om kanker vast te stellen, werd de behandeling vier maand uitgesteld.
Hoewel hij erg verzwakt en ziek was, was Carlos geest nog steeds heel erg actief. Hij beleefde elk moment erg kalm, met een diepe vreugde, als iemand die vertrouwt op de verrezen Christus. Hij vertelde zijn bezoekers: "We leven voor de nacht van de Verrijzenis."
Vier maanden na de onschadelijke biopsieën onderging Carlos een operatie. In het Puerto Rico van 1963 overlegden de meeste dokters niet met hun patiënten wat de procedures waren die ze van plan waren voor de operatie. Zonder Carlos op de hoogte te brengen van hun plannen, bereidden ze hem voor op een radicale, zeven uur durende operatie. De dokters bevestigden de kanker van Carlos en het was nodig dat ze meerdere knobbels in het weefsel verwijderden en een stoma operatie uitvoerden. Het resultaat van de operatie was een grote schok voor Carlos, vooral de stoma, die niet alleen pijnlijke huidirritatie teweeg bracht, maar ook een verlies van waardigheid en privacy. Carlos ging zijn Getsemane binnen : hij leed aan kanker van de endeldarm in het eindstadium.
Enkele maanden eerder had Carlos gewrichtspijn gehad, die na de operatie terug keerde. Hij nam pijnstillers die misselijkheid veroorzaakten. Hij ondervond al een verminderde eetlust en zijn gewichtsverlies verergerde zijn enorme pijn. Carlos werd overgebracht naar La Providencia, een klein privéziekenhuis, waar hij zijn dokter toevertrouwde: "Ik lijd niet zozeer voor mezelf, maar voor zo vele andere zieken die niemand hebben die voor hen zorgt en die zelfs niet voor een glas water kunnen zorgen." Hij klaagde nooit, hij verontschuldigde zich integendeel voor het feit dat hij anderen zoveel last bezorgde. Een bezoeker zei eens: "Ik begrijp niet waarom hij niet klaagt. Hij is een heel speciaal iemand."
Toen de dokters hem later onderzochten en tumoren in zijn lever en in de rest van zijn lichaam vonden, stopte alle hoop op genezing. Zonder dat het hem verteld werd, begreep Carlos het en het grootste deel van de tijd bleef hij stil mediteren.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
10. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 15]
Religieuze Leven
De reis naar Nevers duurt van 4 tot 7 juli 1866. Het is de eerste (en ook laatste) keer dat Bernadette de trein neemt en haar Pyreneeën verlaat.
Na haar getuigenis over de verschijningen zet Bernadette als postulante zet het kapje op en ze legt het manteltje om haar schouders. Bernadette heeft formeel gezegd dat ze is gekomen om "zich te verbergen."
Bernadette heeft heimwee. Zij zal zeggen: "Het is het grootste offer in mijn leven." Die ontworteling zal ze echter heel moedig en met humor overleven. Daarenboven aanvaardt ze zonder enige bijgedachte de nieuwe situatie in haar leven: "Mijn zending in Lourdes is voorbij," "Lourdes is niet de hemel."
Drie weken na haar aankomst, op 29 juli 1866, wordt zij met 42 andere postulanten ingekleed. Voortaan zal zij zuster Marie-Bernarde worden genoemd.
11. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 12
Ik zag dat het arme volk, afgetakeld door de zware lasten en beproevingen die God hen heeft gezonden, dan zal opgewonden worden door de vreugde die God in hun goede harten zal brengen. Door hun geloof en hun liefde zal de Kerk meer dan ooit bloeien en vurig worden. Onze goede Moeder, de Kerk, zal getuige zijn van vele verbazingwekkende dingen, zelfs van de kant van haar voormalige vervolgers, want deze zullen voorwaarts treden en zich aan haar voeten werpen, haar erkennen en genade afsmeken van God voor hun wandaden en vergrijpen dat ze tegen Haar hebben begaan. Zij zal hen niet langer aanzien als haar vijanden, maar hen in de plaats verwelkomen als haar kinderen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Ongeschonden Lichamen: Maria Goretti [7/7]
Een traag en landurig martelaarschap
Kuisheid bewaren betekent bepaalde gedachten, woorden en daden waar zonde aan kleeft niet toelaten evenals het uit de weg gaan van gelegenheden tot zondigen. "Moge de blijde kinderjaren en de vurige jeugd ons leren ons nimmer hartstochtelijk over te geven aan de kortstondige en ijdele vreugden van de wellust, noch aan de genoegens van bedwelmende zedeloosheid die de vredige onschuld verwoesten, een duistere droefheid voortbrengen, vroeg of laat de krachten van de ziel en het lichaam verzwakken", waarschuwde Paus Pius XII tijdens de heiligverklaring van Maria Goretti. De Katechismus van de Katholieke kerk brengt het ons ook in herinnering: "Ofwel beheerst de mens zijn hartstochten en bereikt vrede, ofwel laat hij zich erdoor beheersen en wordt ongelukkig" [KKK 2339]. Het is dan ook noodzakelijk dat men een levensregel in acht neemt die "kracht en voortdurende oplettendheid verlangt, evenals het moedig verloochenen van de wereldse verlokkelijkheden. We moeten blijk geven van onophoudelijke waakzaamheid waarvan we onder geen beding mogen afzien...tot aan het eind van onze aardse levensweg. Het gaat hier om een strijd tegen zichzelf die we kunnen vergelijken met een traag en langdurig martelaarschap. Het Evangelie spoort ons duidelijk aan tot deze strijd: Het Rijk der Hemelen breekt zich met geweld baan en geweldenaars maken het buit" [Mt 11:12] [Johannes Paulus II, ibid].
Het ongeschonden lichaam van Maria Goretti
Om een gunstig klimaat voor de kuisheid te scheppen is het van belang dat men bescheidenheid en schroomvalligheid beoefent in kijken, spreken, handelen en in de manier van zich kleden. Door deze deugden wordt iemand gerespecteerd en bemind om zijn persoon, in plaats van te worden bekeken en behandeld als een voorwerp van lust. De ouders moeten er ook op toezien dat bepaalde modes zich niet met geweld toegang verschaffen tot hun huis, met name via een slecht gebruik van de media. Men moet de kinderen en de adolescenten aanmoedigen zelfbeheersing en terughoudendheid te waarderen en te betrachten, andere mensen met respect te bezien, ordelijk te leven, persoonlijke offers te brengen in een geest van liefde tot God en edelmoedigheid jegens de andere mensen, zonder gevoelens en neigingen te verstikken maar deze juist te leiden in de goede banen van een deugdzaam leven. [cf. Pauselijke Raad voor het Gezin, id., n. 56-58]. Door het voorbeeld van Maria Goretti te volgen zullen de jongeren ontdekken wat "de waarde van de waarheid die de mens vrij maakt van de slavernij van de materiële werkelijkheid" is en zullen ze "het intense genoegen smaken van de authentieke schoonheid en het goede dat het kwade overwint" [Johannes Paulus II, id].
Heilige Maria Goretti, wees onze voorspraak. Daar de zuivering van het hart, welke onontbeerlijk is om toegelaten te worden God te zien in de Hemel, "gebed, beoefening van de kuisheid, zuiverheid van bedoeling en blik verlangt," verkrijg voor ons deze genaden die ons zullen leiden tot het eeuwig leven.
13. Het huis van de Heilige Maagd Maria te Efeze [3/4]
Pelgrimstocht
Elke vijftiende augustus, op het feest van Maria Ten Hemel Opneming, bestijgen honderden pelgrims de Bülbül-Dag (Berg van de Nachtegaal). Op die dag houden de Orthodoxen een christelijke processie in islamitisch gebied. De deelnemers zijn veelal Orthodox, maar ook niet-Prthodoxe christenen van over heel de wereld zijn aanwezig. Er worden liederen gezongen en wierrook stijgt op naar de hemel. Het is er heel warm, maar eenmaal boven kan men in de koelte van het huis en de bron vertoeven.
Enkele interessante weetjes over het huis
Nabij het huis in de tuin bevinden zich enkele fonteinen waaruit bronwater stroomt. Aan het water wordt een geneeskrachtige en zuiverende werking toegeschreven.
De mensen uit de streek, moslims en christenen, geloven dat uit de grafkamer van Johannes een geneeskrachtig stof omhoog stijgt, die alle ziekten geneest.
Op 20 en 21 augustus 2006 woedde een hevige brand nabij het Maria-heiligdom in Efeze. De brandweer kon niet verhinderen dat de vlammen tientallen gebouwen verwoestten. Toen de brand het Maria-heiligdom naderde, doofde hij zonder menselijk ingrijpen, beweren ooggetuigen. Anderen zeggen dat de brandweer het pelgrimsoord heeft gered.
Het huis is in de Byzantijnse tijd tot een kruisvormige basiliek verbouwd.
Met dank aan Marieke
23-03-2010
23 maart 2010
23 maart 2010
1. Medjugorje: Maakt de "weergave van de ziel" deel uit van de geheimen?
De vasten is een tijd voor de hernieuwing van onze geestelijk leven en vereist van ons het aanbieden van gaven aan God. Er bestaat geen betere gave dan na te denken over waar we thans staan in het licht van Gods oordeel. Met zoveel voorspelde waarschuwingen van heiligen, zieners en profeten, kunnen we er zeker van zijn dat de dag er aan komt dat elke levende persoon zijn of haar ziel precies of dezelfde wijze zal waarnemen, zoals God deze beoordeelt. Op dat ogenblik zullen we een balans te zien krijgen tussen al het goede en het slechte dat we hebben gepresteerd vanaf het begin van ons leven hier op aarde.
Volgens vele opgetekende bijna-dood-ervaringen, gebeurt deze zelfde genade op het ogenblik van onze dood of bijna-dood-zijn en voor hen onder ons die nog in leven zullen zijn, op het ogenblik dat dit zal geschieden bij elke levende persoon over de hele wereld, zal de ervaring van dezelfde genade komen zonder enige voorafgaande waarschuwing. Het enige verschil is dat wij de bijkomende genade zullen krijgen dat we een volledige, onweerlegbare kennis van het bestaan van God zullen bevestigd zien, en dat we de vrije wil zullen krijgen om hier iets aan te doen. Een gebeurtenis zonder voorgaande.
Deze heilige genade van de openbaring waar we staan in het licht van Gods oordeel wordt over het algemeen genoemd als "De Waarschuwing" of de "Weergave van de Ziel." Hoe men het echter ook noemt, het kan slechts zinnig zijn als het ook deel uitmaakt van één van de tien geheimen die de Heilige Maagd Maria heeft doorgegeven aan de zieners van Medjugorje [drie van de zieners wachten nog op de onthulling van het tiende geheim]. Verder kan men er eveneens van uit gaan dat het denkbaar een van de drie waarschuwingen zal zijn die zullen worden gegeven nadat de verschijningen te Medjugorje zullen ophouden, om zo aan de wereld kenbaar te maken dat deze gebeurtenis van God komt en dat Hij bestaat. De eerste drie geheimen zijn in feite waarschuwingen, met als hoogtepunt het derde geheim: "het eeuwigblijvende teken". De twee eerste geheimen zijn opzettelijk zo vaag gehouden dat het eerder moeilijk uit te maken valt, welke ervan onder de noemer "De Weergave van de Ziel" valt, misschien vallen ze er zelfs beiden onder.
"De "Weergave van de Ziel" zal als een geestelijke X-straal zijn dat aan iedereen persoonlijk zal onthullen op welk pad ze zich bevinden: op het pad van verdoemenis of op het pad van de redding. De mensheid zal dan de vrije wil hebben om het pad van God, of het pad van satan te volgen. Jammerlijk genoeg zullen er, zoals de Heilige Maagd aan verschillende zieners heeft verklaard, nog steeds mensen zijn die het pad van de verdoemenis zullen blijven volgen, ook al zullen ze er zonder twijfel van overtuigd zijn dat God bestaat en dat Hij van elk schepsel houdt.
De geloofwaardigheid van de "Weergave van de Ziel [of de Waarschuwing]" komt van een reeks bovennatuurlijke gebeurtenissen. Het is doorgegeven aan de Heilige Catherine Labouré in 1830 [Rue du Bac, Parijs, de plaats van de Wonderdadige Medaille], aan de Heilige Faustina Kowalska in the jaren '30 [Goddelijke Barmhartigheid, Krakau, Polen] en aan de vier jonge zienertjes van Garabandal, Spanje, aan wie Onze Lieve Vrouw vele malen is verschenen tussen 1961 en 1965. Andere zieners hebben er het sindsdien over gehad en men is er over het algemeen over eens dat, als resultaat van de gebeurtenis, miljoenen zondaars berouw zullen hebben en zich zullen bekeren door deze genade. Met de nu bijna 29 jaar durende dagelijkse verschijningen te Medjugorje en de duizenden boodschappen voor oproep tot inkeer, zijn de gevechtslinies tussen goed en kwaad meer dan ooit duidelijk geworden.
Volgens de zieners van Garabandal, zal er binnen het jaar van de "Waarschuwing", een groot mirakel plaatsvinden in de hemel boven Garabandal, dat zal kunnen worden waargenomen en op film gezet, maar niet worden aangeraakt. Naar eenzelfde gebeurtenis wordt verwezen door de zieners van Medjugorje. Een blijvend teken zal worden achtergelaten op de Podbrdo, of de heuvel der verschijningen, waar de verschijningen ooit begonnen. Zoals in Garabandal, zal het niet kunnen worden aangeraakt. Betekent dit dat het helemaal niet zal kunnen worden aangeraakt, of dat het verboden zal zijn om het aan te raken? Dat weten we niet.
Dit blijvende teken is de derde waarschuwing, of het derde geheim van Medjugorje. Zij gaan een stapje verder door te zeggen dat de eerste waarschuwing, of geheim, een grote opschudding zal zijn, ergens ter wereld. Ook hier is het niet geweten of het om een geografische of politieke opschudding gaat, of eventueel nog iets anders. Wat er ook moge gebeuren, voor een ziel die tegen die tijd niet bekeerd is tot God, zal het te laat zijn.
Met deze kennis, zo dikwijls gegeven en nagegaan, dient onze handeling, gebaseerd op ons geloof in de boodschappen van Medjugorje, er een van inkeer te zijn. Vaag geformuleerd is dit berouw de kennis van het al dan niet volgen van Gods wegen. Het kan samengaan met andere handelingen als wroeging, boetvaardigheid en spijt.
Daarom is de vasten de tijd om diep na te denken over hoever we staan tegenover God op dit ogenblik, niet wachtend of de angstvolle gebeurtenis als de "Weergave van de Ziel" en er pas hierna iets aan te doen.
Volgens een groot aantal zielen die een bijna-dood-ervaring hebben gehad en zo dicht bij de dood hebben gestaan, wordt er door anderen, over wat ze hebben meegemaakt, veel te licht over geoordeeld in woorden, gedachten en daden. Nog anderen hebben er een beter idee over en beschouwen het als een bijzondere buitengewone gebeurtenis, of zoals een vrouw, die het allemaal heeft meegemaakt, het omschrijft als "dat elk lief woord en goede handeling een licht opwekte dat de wereld omgaf, terwijl negatieve handelingen de wereld verduisterden."
Een groot katholieke theoloog, Vader Reginald Garrigou-Lagrange, schreef ooit dat "op het ogenblik van de afscheiding, de ziel kennis heeft van alle verdiensten en tekortkomingen, zonder enige tussenkomst van een of ander medium. Het ziet haar staat zonder mogelijkheid tot vergissing, het ziet alles wat het dacht, verlangde, zei en deed, zowel in goede, als kwade zin. Het volledige verleden worden "in een flits" gezien. Het is precies dit wat mensen die een bijna-dood-ervaring hebben gehad en dit op een miraculeuze wijze overleefden, allemaal verklaren.
Zoals Onze Lieve Vrouw vele malen heeft gezegd in Haar boodschappen van Medjugorje, moeten we niet wachten op de geheimen alvorens te beslissen om onszelf te veranderen en God te volgen. Doe het nu. De vasten is de tijd om hieraan te werken. Dat de vrede, genade en liefde van God met u allen mag zijn.
Bron: Wayne Weible [schrijver van vele boeken over Medjugorje], 18 maart 2010
Vertaling: Chris De Bodt
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 120]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Het paleis van Pilatus en omgeving
Het wachthuis is met colonnaden omgeven. Het heeft in het midden een dakloze ruimte en onder het huis bevinden er zich kerkers. In een van die kerkers zijn de twee booswichten opgesloten die samen met Jezus zullen gekruisigd worden. Het wemelde daar van de Romeinse soldaten. Niet ver van het wachthuis, in de buurt van de markthallen, staat de geselzuil. Rondom het Forum zijn er nog verschillende andere zuilen. De voorste worden gebruikt bij het toedienen van lijfstraffen en de overige om er het vee aan vast te binden, dat hier te koop wordt gesteld. Tegenover het wachthuis, ook op het Forum, bevindt er zich een trapsgewijs, gemetselde, schoon geplaveide verhoging, een soort tribunaal met stenen banken. Van deze plaats uit, Gabbatha geheten, doet Pilatus de plechtige mededelingen van de door hem gevelde vonnissen. De marmeren trap voor het paleis leidt naar een eigen terras, vanwaar hij zich richt tot de aanklagers die op de banken zitten, liefst zo dicht mogelijk tegen de ingang aan het Forum. Wanneer men luid genoeg spreekt, kan men elkander hier goed verstaan.
Achter het paleis van Pilatus vindt men nog hogere terrassen met tuinen en een lustoord. Deze tuinen verbinden het paleis van de landvoogd met de woning van zijn vrouw. Haar naam is Claudia Procle. Tenslotte loopt daar, achter het hele complex, een gracht die het afzondert van de tempelberg. Ook staan hier woningen van tempeldienaars.
Aan de oostkant van Pilatus paleis grenst het huis van de oude Herodes: dat raad- of rechthuis waar, op het binnenhof, eens vele onschuldige kinderen werden vermoord. Het is thans voor een deel omgebouwd en heeft de ingang nu aan de oostelijke zijde, doch Pilatus kan er binnentreden vanuit zijn voorhuis.
Van de vier straten waarlangs men, vanuit het oosten, deze kant van de stad bereikt, leiden er drie naar Pilatus paleis en het Forum. De vierde straat loopt voorbij de noordzijde van de markt, in de richting van de poort door dewelke men naar Bethsur gaat. Vlak bij deze poort, in deze straat, ligt het gebouw dat Lazarus hier ter stede bezit en waarin ook Martha een eigen woning heeft.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 120]
Preken
Ze zijn voor het kwaad
Ontmoeten ze onderweg een goede kennis, dan nemen ze hem rustig mee naar huis en besluiten maar naar de hoogmis te gaan. Dat doen ze ook inderdaad, omdat ze in de ogen van de wereld nu eenmaal goede christenen willen blijven, maar ze doen het met dodelijke verveling en tegenzin. Ze hebben maar één gedachte: "Mijn God, mijn God, wanneer zal het afgelopen zijn?" Je ziet ze, vooral onder de preek, het hoofd van de ene kant naar de andere kant draaien en hun buurman vragen hoe laat het is. Sommigen geeuwen, rekken zich uit en bladeren in hun kerkboek alsof ze moeten onderzoeken of de drukker er geen fouten in gezet heeft.
Anderen zitten te slapen alsof ze thuis in bed liggen. De eerste gedachte die zich aan hen opdringt, is niet dat ze gewijde plaats ontheiligd hebben, maar: "O God, er komt geen einde meer aan! Het duurt een eeuwigheid! ..." En tenslotte zijn er nog, voor wie het woord van God [dat zoveel zondaars tot inkeer heeft gebracht] een aanleiding tot zonde wordt. Ze moeten noodzakelijk even naar buiten, zeggen ze, om een luchtje te scheppen, om zich het leven te redden. Je ziet ze met een doodbiddersgezicht in de kerk zitten. Maar nauwelijks is de heilige dienst ten einde [dikwijls verdringen ze zich al voor de deur, eer de priester de trappen van het altaar is afgedaald] of de vreugde die ze onder de mis verloren hadden, keert terug. Ze zijn zo moe, dat ze vaak geen moed meer vinden om naar het lof te komen. Als je hun vraagt waarom ze niet naar het lof komen, krijg je te horen: "Och, je kunt toch de hele dag niet in de kerk zitten. Ik heb wel iets anders te doen!" Voor dat soort mensen is er geen sprake van catechismusles, rozenhoedje of avondgebed. Al die dingen worden door hen beschouwd als van nul en gener waarde. Als je hun vraagt waar de predikant het over gehad heeft, antwoorden ze prompt: "Hou maar op, hij heeft weer flink zijn best gedaan ... We hebben ons dood verveeld ... Ik kan me er niets van herinneren ... Het beroerde is dat die preken altijd zo lang moeten duren. Als ze korter waren, zou je ze ook beter onthouden. Daar ligt het aan dat de mensen zo slecht naar de kerk gaan: het duurt allemaal te lang ..."
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 120]
Hoofdstuk 18. Bescherming en Begeleiding
Nicky: Hebben enige instanties of groepen, laat ons zeggen, overheidsinstanties, broedergemeenschappen en enige andere sociale groepering ooit geprobeerd om uw getuigenissen te minimaliseren, aan te vallen of u zelfs tegen te houden op enige manier? Maria: Zelfs al zouden ze dat willen doen, zullen ze hiermee niets bereiken. Ja, het gebeurde ooit maar ik heb het enkel later vernomen. Voor een tijdje was er hier een politieagent in de streek die een beetje moeilijk deed. Hij had enige cafépraat gehoord en het ging over een vrouw ginds bovenop in de bergen die zei dat zij vele geesten ziet en er ook mee praat en dat dit de hele tijd duurt. En zon praat wou hij absoluut niet horen in de cafés. Zo besloot hij om haar, samen met nog een andere persoon, te bezoeken en haar te zeggen om in het vervolg te zwijgen. Toen vertrokken zij met hun grootste auto en hun beste uniform, alleen maar om indruk te maken op haar. Toen stopten ze hier beneden aan het restaurant en kwamen aan mijn deur, of ten minste, bijna aan mijn deur, want zon tiental meter ervoor stopten ze plots. Ze konden gewoon niet verder. Ze probeerden een tweede maal, hielden hun schouders minder breed, maar opnieuw werden ze tegengehouden door iets dat ze niet konden waarnemen. Ze gaven het vlug op en gingen vlug terug in het cafégedeelte van het restaurant, bestelden een stevig bierglas, en hebben het onderwerp nooit meer aangehaald. Het was een buurvrouw die alles had gezien en pas de volgende dag zei ze: "Maria, ik heb gezien dat u gisteren enkele belangrijke gasten had." "Hoe komt u daarbij? Ik heb gisteren geen gasten gehad." Toen kwam ik erachter was er zich precies had afgespeeld.
Nicky: Welk advies hebt u zelf ooit gekregen van de Arme Zielen? Maria: Zij hebben mij gevraagd om nooit voor langer dan vijf dagen uit huis te gaan, omwille van de vele brieven die ik krijg.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Film: The Passion of the Christ [5/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd].Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 27: Het Geheim van Vertrouwen [Aflevering 174]
Haar stem was zacht, maar ze weende heel luid. Toen Noguer de moed had bijeen geraapt om te vragen wat er aan de hand was, sprak de verschijning Noguer aan als "zoon" en stelde zichzelf voor als de Maagd Maria. Ze verzocht hem om het woord te verspreiden dat de mensen in de parochies van Milleras, El Torn, El Salent en San Miguel de Campamior onmiddellijk moesten stoppen met het gebruik van godslasterlijke taal, de zondag moesten heilig houden, hun tienden moesten betalen en hun liefdadigheid en taken moesten vervullen, en "dingen die ze in het geheim of openlijk houden en niet aan hen toebehoren binnen de dertig dagen aan hun rechtmatige eigenaars moesten teruggeven" of ze zouden een kastijding te lijden krijgen. Ze was ernstig in deze zaken. Ze vroeg aan Noguer om de priesters te doen aansporen tot vasten en het doen van processies op elke vrijdag, eens het verbod op de kerk was opgeheven.
"In tegenstelling tot een piëta of een Maria aan de voet van het Kruis, weende Maria in El Torn niet omwille van haar Zoon, maar eerder tot haar Zoon omwille van haar symbolische kinderen, het menselijke ras," schreef historicus William A. Christian. "Haar geween maakte deel uit van haar tussenkomst."
Marias tranen ontstonden door de kennis die ze had van de straf die dit gebied verdiende. Ze zei dat de heer dodelijke epidemieën of builenpest over het land ging sturen als er geen bekering was. Ze zei aan Noguer dat hij de bisschop moest op de hoogte brengen dat ze vroomheid wenste en dat het verbod opgeheven werd. Dan verdween ze en de kerkdeuren sloten op even miraculeuze wijze als ze waren opengegaan.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 71]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
De conferentie van Amsterdam
Honderd zevenenveertig protestantse of orthodoxe kerken uit vierenveertig landen stuurden hun vertegenwoordigers. Vele praktische bepalingen werden bevestigd. Mgr. Fisher, aartsbisschop van Canterbury, werd herverkozen tot voorzitter van het COE en Visser t Hooft als algemeen secretaris, een functie die hij zal bekleden tot in 1966.
Vele katholieken zagen in het COE een onaanvaardbaar opzet van super-Kerk of van wereldkerk. Zelfs indien het monitum van juni 1948 niet verwees naar het COE, waren de protestantse en oecumenische kringen diep ontgoocheld. De beroemde theoloog Karl Barth onder andere haalde zeer streng uit naar Rome en de paus: "Daar waar niet alleen Jezus wordt genoemd, maar ook Jezus en Maria, daar waar men een onfeilbaar karakter aan een aardse overheid herkent, kunnen we alleen een duidelijk NEEN zeggen. Onze enige houding tegenover het katholicisme is deze van de zending, de evangelisatie, maar niet van de eenheid."
In Taizé werd gewed op het bedaren. Na het verschijnen van het monitum waren Roger Schutz en Max Thurian gerustgesteld door de bedarende woorden die de twee bezochte bisschoppen, Mgr. Charrière in Fribourg en Mgr. Lebrun in Autun hadden uitgesproken.
Enkele maanden na de conferentie van Amsterdam schreef Max Thurian een oecumenische bijdrage over het monitum. Hij vroeg nochtans dat de Romeinse overheid en de paus meer regelmatige en persoonlijke contacten zouden leggen met niet-katholieken en dat een Congregatie voor oecumenische problemen in het leven zou geroepen worden. Hij beëindigde zijn betoog met een gewaagd voorstel: "Waarom zou de huidige paus geen geheime samenwerking organiseren tussen katholieke en niet-katholieke theologen, waar onderzocht wordt om een encycliek over de eenheid op te stellen die het meesterwerk van Pius XII zou zijn en een groot kerkgebeuren in onze eeuw?"
Ook daar weer de zin voor geheim die zo vaak de initiatieven en de evoluties van Thurian en Schutz kenmerkt.
Tijdens zijn bezoek aan kardinaal Gerlier, aartsbisschop van Lyon, gaf Max Thurian hem zijn bijdrage. Toen de kardinaal naar Rome ging in december 1948 gaf hij deze te kennen aan Mgr. Montini, substituut aan het Staatssecretariaat. Zo begon, tussen Rome en Taizé, een verhouding die weldra direct zou worden.
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 35]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Levensloop
Caesar werd op 13 juli 100 v. Christus geboren in de Subura, één van de dichtstbevolkte wijken van Rome, niet bepaald een wijk waar men als lid van een oude voorname patricische familie wenste geboren te worden, maar de Caesari waren door de eeuwen heen verpauperd. Omdat de vader van Caesar druk doende was zijn sporen te verdienen in de Romeinse politiek, werd de jonge Caesar door zijn moeder Aurelia Cotta opgevoed. Ze deed dit zo goed dat zelfs iemand als Tacitus [niet bepaald bekend om zijn respectvolle houding tegenover vrouwen] haar prees. Rond zijn tiende jaar ontving Caesar onderwijs van Marcus Antonius Gnipho [Suetonus, De Grammaticis VII], een bekend specialist in de Griekse en Latijnse letteren, waarbij hij de werken van Hmerus in het Grieks en in de oude Latijnse vertalingen van Lucius Livius Andronicus las. Hij leerde ook paardrijden, zwemmen en zwaardvechten, wat hem later van pas zou komen.
De jonge Caesar leek aanleg te hebben voor de redenaarskunts en hij zal dan ook vaak het Form Romanum bezocht hebben, waar redenaars op de rostra hun redevoeringen afstaken. Nadat hij op 15 maart 85 vóór Chr. uit handen van zijn vader de toga virilis [het teken van volwassenheid] had ontvangen, kon de carrière van de jonge Caesar beginnen, maar nog voor Caesar de leeftijd van 16 had bereikt, overleed zijn vader onverwacht toen hij zich 's ochtends aankleedde. Hierdoor werd Caesar pater familias met de patria potestas [absolute gezag over alle leden van zijn familie], hoewel zijn moeder in de praktijk haar invloed liet gelden op Caesar. Caesar schreef intussen enkele tragedies en gedichten.
Toen Caesar in 84 v.Chr. voorgedragen werd als flamen Dialis [priester van Jupiter en meest sacrale persoon van Rome], verbrak hij zijn verloving met de dochter van een eques om de patricische Cornelia Cinna minor, dochter van de leider van de populares Lucius Cornelius Cinna, te huwen. Maar de dood van zijn schoonvader en de dictatuur van Lucius Cornelius Sulla, de leider van de optimates, staken daar een stokje voor. Het is moeilijk in te schatten in hoeverre het ambt van flamen Dialis [dat door allerlei regels gebonden was], Caesars carrière zou hebben belemmerd. De flamen Dialis mocht immers geen leger onder de wapenen zien, wat Caesars verovering van Gallië niet zou hebben bevorderd.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 53]
Het wonder van Hasselt, België [1317]
Hier volgt een korte geschiedenis van het wonder, door Constant Van der Straeten, een erkend geschiedkundige en voor vele jaren in dienst van de Kathedraal van Hasselt.
Een priester uit Viversel die de priesters van Lummen hielp, werd gevraagd om de Heilige Communie te brengen bij een man die ziek was. De priester nam één Hostie mee in een ciborie en ging het huis van de man binnen. Hij plaatste de ciborie op een tafel en ging met het gezin in een andere kamer praten.
Terwijl de priester in gesprek was kwam er een man, die een doodzonde begaan had, binnen in de andere kamer, waar de ciborie stond. De man opende de ciborie en nam de Hostie in zijn handen. Toen begon de Hostie direct te bloeden. Geschokt liet de man de Hostie vallen in de ciborie en vertrok. Toen de priester terugkwam om de ciborie te halen zag hij dat de deksel van ciborie er af was. Hij was ook verbaasd dat de Hostie onder spatten bloed zat.
De priester wist eerst niet hij moest doen, maar besloot de ciborie en de Hostie bij de pastoor te brengen en daar vertelde hij wat er was gebeurd. De pastoor vroeg hem de Wonderlijke Hostie nar de Kerk van de Cisterciënzerzusters te brengen in Herkenrode, ongeveer 48 kilometer daarvandaan.
10. Recente heiligenlevens
Zalige Carlos Manuel Rodriguez [1918-1963] [6/8]
Carlos ijver voor het geloof was duidelijk te merken in zijn correspondentie met ministers, priesters, seminaristen en leken in steden op het gehele eiland en zelfs velen in de Verenigde Staten. Hij stuurde ook kopies van artikels en boeken naar "onze afgescheiden broeders." Zijn liefde voor Christus, de Kerk, en zijn naaste bloeiden elke dag van zijn leven, maar speciaal de dagen die hij organiseerde werden bekend als "Christelijke Leefdagen." Diegenen die deze dagen bijwoonden herinneren zich:
"We kwamen samen in een plaats buiten de stad en we brachten ons eten mee om het te delen met iedereen. Charlie gaf twee of drie lezingen gedurende de dag die in verband stonden met liturgisch seizoen of gingen over een religieus onderwerp of een recente gebeurtenis. Het bidden van het Heilig Officie voor leken maakte een belangrijk deel uit van de agenda. We zongen ook hymnen in harmonie met het religieuze vasten. [...] Soms baden we de rozenkrans met de klemtoon op zijn bijbelse betekenis. Soms was er een Mis en we genoten ook van enkele ontspannende spelletjes."
Een van de mensen die regelmatig deelnam, schreef : "Die dagen gaven ons een diep gevoel van eenheid, van grote vreugde, spirituele genoegdoening en ongelooflijke liefde, die het moment overstegen en doorwerkten in je dagelijkse leven. Als we terug denken aan die dagen, dan voelen we nog steeds die vreugde, die liefde opnieuw."
Carlos voorzag in alles voor die "Christelijke Leefdagen": materiaal, lezingen, hymnen, instructies en liturgische en bijbelse prenten. "Zijn bedoeling was om ons Christus beter te leren kennen, lief te hebben en te dienen," schreef een van zijn supporters.
Terwijl Carlos samenwerkte met Broeder Antonio Quevedo S.J. van het Centrum van de Katholieke Universiteit, toonde hij een groter wordende interesse in het religieuze en priesterlijke leven. Carlos vatte samen met Broeder Alvaro de Boer O.P. het plan op om een religieuze congregatie op te starten, de "Hermanas de Jesus Mediator", wiens voornaamste doel een socio-religieus apostolaat was. Na Carlos dood werd deze congregatie opgestart in een buitenwijk van Volcano, in Hato Tejas, Puerto Rico.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
11. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 14]
De periode van de bezinning
Van 4 oktober tot 19 november 1864 was Bernadette op vakantie, nog steeds zonder een antwoord op haar vraag van 4 april. De Algemene Overste, moeder Joséphine Imbert, in Nevers aarzelde nog. Zij maakte zich ongerust over de moeilijkheden die de bekendheid van de zieneres zou meebrengen voor de gemeenschap waar ze ging wonen. Moeder Marie-Thérèse Vauzou, de novicemeesteres, stond positief. En ook de bisschop, die de aanvraag had uitgelokt, aanvaard en doorgegeven, ondersteunde haar.
Op 19 november 1864, bij haar terugkeer naar Lourdes, vindt Bernadette het goede nieuws: het antwoord is gunstig.
De postulaattijd kan beginnen, maar Bernadette is ziek van begin december 1864 tot eind januari 1865. Ondertussen lijdt ze ook onder de dood van haar broertje Justin.
Bernadette begon dus haar postulaat in februari 1865 en schrijft in april 1866 haar aanvraag om in het noviciaat te worden opgenomen.
Op 28 april 1866 kondigt zij haar vertrek aan. Maar Mgr. Laurence houdt er aan dat ze a aanwezig is bij de inhuldiging van de crypte. Bernadette woont de plechtigheid bij en neemt deel aan de eerste officiële processie als antwoord op de vraag van O.-L.-Vrouw. Bernadette ondergaat de stormloop van de nieuwsgierigen. Eindelijk laat Mgr. Laurence haar vertrekken.
Op 3 juli 1866 is heel de familie bijeen in de Lacadé-molen voor het afscheidsmaal.
12. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 11
Ik zag in God dat onze Moeder, de Heilige Kerk, in vele landen haar vruchten in overvloed zal verspreiden, als tegengewicht voor de wandaden die ze heeft moeten ondergaan door de meedogenloosheid en de vervolgingen van haar vijanden.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Ongeschonden lichamen: Maria Goretti [6/7]
Kijk naar haar!
De uitstraling van Maria Goretti is tot op vandaag nog altijd levendig. Paus Johannes Paulus II stelt haar als voorbeeld aan de jongeren: "We zijn geroepen tot heiligheid, het is de roeping van elke gedoopte en die roeping wordt gesterkt door het voorbeeld van deze jonge martelares. Kijk naar haar, vooral jullie, adolescenten, jullie jongeren. Wees zoals zij, bekwaam de zuiverheid van het hart en het lichaam te bewaren; doe jullie best te strijden tegen het kwaad en de zonde en voed daarbij jullie eensgezindheid met de Heer door het gebed, het dagelijks beoefenen van de versterving en het scrupuleus in acht nemen van de geboden" [29 september 1991].
Het volledig in acht nemen van de geboden is een vrucht van de liefde. "De liefde tot God en de liefde tot de naaste zijn niet te scheiden van het in acht nemen van de geboden van de Alliantie," bracht de Paus ons in herinnering in zijn Encycliek Veritatis Splendor [6 augustus 1993, n.76]. Hoe weten wij dat wij God kennen? Er is maar één bewijs: dat we ons houden aan zijn geboden. Wie zegt dat hij Hem kent, maar zich niet houdt aan zijn geboden, is een leugenaar; in zo iemand woont de waarheid niet... God beminnen wil zeggen zijn geboden onderhouden [1 Joh 2:3-4 en 5:3]. Met de hulp van de genade gods is het altijd mogelijk de geboden te onderhouden. "God gebiedt geen onmogelijke dingen, maar met zijn bevelen nodigt Hij je uit te doen wat je kan en te vragen wat je niet kan en Hij zal je helpen zodat je het wel kan. Zijn geboden zijn niet moeilijk te onderhouden [1 Joh 5,3], zijn juk is zacht en zijn last is licht [cf. Mt 11, 30] [Concilie van Trente, zitting VI, hfdst. 11]. Onophoudelijk krijgt de mens de kans de deugd van de hoop te beoefenen. Juist in het Kruis van Jezus, in de gave van de Heilige Geest en in de sacramenten [in het bijzonder in dat van de Boetedoening en dat van de Eucharistie] vindt hij de kracht om zijn Schepper trouw te zijn, zelfs in de ernstigste moeilijkheden [cf. Veritatis splendor, 103].
De werkelijkheid en de kracht van Gods hulp komen op bijzonder tastbare wijze tot uiting bij de martelaren. Door deze te verheffen tot de eer der altaren heeft «de Kerk hun getuigenis gecanoniseerd en hun oordeel voor juist verklaard, volgens het welk de liefde van God de verplichting impliceert zijn geboden, ook in de zwaarste omstandigheden, te respecteren en te weigeren ze te verraden, ook al heeft men de intentie het eigen leven te redden» (Veritatis splendor, 91). Maar weinig mensen zijn geroepen het martelaarschap van het bloed te ondergaan. Maar "ten opzichte van de talrijke moeilijkheden, die ook in de meest normale omstandigheden trouw kunnen verlangen aan de morele orde, is iedere christen geroepen, met de genade van God ingeroepen in het gebed, tot een soms heroïsche inzet, die wordt gesteund door de deugd van de sterkte, waardoor hij, zoals Gregorius de Grote leert, zelfs «de moeilijkheden van deze wereld met het oog op de eeuwige beloning kan liefhebben" [Id., 93].
De Paus raadt de jongeren dan ook aan: "Wees niet bang tegen de stroom in te gaan, de afgoden van de wereld te verwerpen... Door de zonde keert men zich af van God, ons enig goed, en men kiest ervoor zich aan de zijde te scharen van de "afgoden," die ons naar de dood en de eeuwige verdoemenis in de hel voeren." Maria Goretti «moedigt ons aan de vreugde te ervaren van de armen, die overal afstand van kunnen doen, opdat ze het enig noodzakelijke niet zullen verliezen: de vriendschap met God... Beste jongeren, luister naar de stem van Christus die ook jullie roept op de smalle weg van de heiligheid" [29 september 1991].
De heilige Maria Goretti herinnert ons eraan dat deze smalle weg loopt via de trouw aan de deugd van de kuisheid. In onze dagen wordt de kuisheid vaak door het slijk gesleurd en misprezen. Kardinaal Lopez Trujillo schrijft: "Voor sommigen die in kringen leven waarin de kuisheid wordt beledigd en in discrediet gebracht, kan kuis leven een harde, soms heroïsche strijd verlangen. Hoe dan ook kunnen allen met de genade van Christus die voortvloeit uit zijn liefde van Echtgenoot van de Kerk, op een kuise wijze leven, zelfs wanneer ze in weinig gunstige omstandigheden verkeren" [Waarheid en betekenis van de menselijke seksualiteit, Pauselijke Raad voor het Gezin, 8 december 1995, n. 19].
14. Het huis van de Heilige Maagd Maria te Efeze [2/4]
Bewijsmateriaal
Oude documenten met als onderwerp Efeze wijzen ook in deze richting en vele beroemde geschiedschrijvers, zoals Cornelius, Lapide, Serry, Tillement. Baillet en Benoit ondersteunen de theorie. In het jaar 431 werd het huisje door het oecumenisch Concilie als dat van Maria aangenomen.
In de jaren 1740-1758 gaf de paus het volgende communiqué uit: "Apostel Johannes heeft de hem toevertrouwde taak op uitstekende wijze uitgevoerd. Toen hij naar Efeze ging, heeft hij Maria meegenomen en de heilige Moeder is daar ten hemel opgestegen".
Vele wetenschappers beweren dat Maria in Efeze heeft gewoond, zoals Lipsius. Ernest Curtois gaat nog verder op 7 maart 1874 tijdens een seminar in Berlijn over Efeze zegt hij: "In de eerste eeuw was het graf van Maria in Efeze."
In 1818 werd door C. Brentano de volgende getuigenis van een visioen van Katharina Emmerich opgetekend. Katharina, een duitse zuster, kreeg visioenen waarin de laatste verblijfplaats van Maria aangegeven werd. Zij zei: "Toen de Christenen steeds erger vervolgd werden, vertrokken Maria en Johannes samen vanuit Jeruzalem naar Efeze. Zij bewoonden een huis op de berg Bulbul die ten zuiden van de stad Efeze ligt." In 1891 besloot de superieur van de Lazaristen, Eugene Paulin, om de visioenen te onderzoeken. Samen met een priester, Jung genaamd, en een commissie van wetenschappers, begaven zij zich naar Efeze. Na een reeks van onderzoeken werd het huis opgespoord en geïdentificeerd als het huis van Maria. Het huisje werd herbouwd en is nu een bedevaartsplaats voor christenen en moslims. De resten van het graf van Maria zijn te vinden op een kleine 500 meter van het huisje. Het huisje bevind zich op de 420 meter hoge Bülbül-Dag [berg van de Nachtegaal].
Toen de vondst wereldwijd bekend werd, stelde de aardbisschop Timoni het huis open voor herdenkingsfeesten. In 1961 verklaarde Paus Johannes XXIII het huis tot pelgrimsoord. In 1967 maakte paus Paulus VI een pelgrimstocht naar Efeze, hij gaf een bronzen beeld van de Maagd Maria als geschenk. Ook andere pauzen bezochten de bedevaartsplaats.
Jaarlijks wordt het huis door vele gelovigen, zowel Christenen als Moslims, bezocht. De Moslims vereren Maria als moeder van Isa Peyamber, of van de profeet Jezus. Moeder Maria wordt in vele verzen in de Koran, de zogenaamde soera's, genoemd. Er wordt oa. beschreven hoe zij Christus baarde. Aangezien de moslims Christus als profeet erkennen, respecteren zij Maria als moeder van deze profeet.
Men zou eindeloos veel boeken kunnen volschrijven over de dood en het graf van Maria. Feit is dat de eerste formele beleving van het christelijk geloof en de eerste christelijke kerk beide grond in Efeze vonden. Hier werd een belangrijk Concilie gehouden en niet in de laatste plaats worden al vele jaren Pasen en de Hemelvaart op 15 augustus bij de Heilige Bron bij Panaya Kapulu gevierd.
Met dank aan Marieke
22-03-2010
22 maart 2010
22 maart 2010
1. Medjugorje: naam van Bisschop Peric wordt nergens vernoemd.
18 maart 2010
Volgend op de officiële bevestiging dat er een Commissie is opgericht om de Mariaverschijningen te Medjugorje te onderzoeken, heeft de journalist, Andrea Tornielli, van de Italiaanse krant "Il Gironale" diverse namen van leden van deze Commissie vrijgegeven.
Camillo Ruini, Voorzitter
De officiële aankondiging van het Vaticaan vermeldde enkel dat de Commissie zou worden voorgezeten door Kardinaal Camillo Ruini, de voormalige vicaris van het Bisdom Rome, maar maakte geen gewag van andere namen. Maar Tornielli, een verslaggever over interne Vaticaanse aangelegenheden is nauwgezet rechtlijnig en geeft informatie door over nog meerdere leden:
Kardinaal Vinko Puljic van Sarajevo [tot kardinaal benoemd in 1994] Kardinaal Josip Bozanic van Zagreb [tot kardinaal benoemd in 2003. Nam deel aan het conclaaf van 2005] Karinaal Julian Herranz Cassaso [de voormalige voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Wetteksten, een Spanjaard, benoemd in 2003 tot kardinaal] Vader Tony Anatrella, een Franse psycholoog en expert op het gebied van Mariaverschijningen [Jezuïetenpriester] Verder zal de Commissie ook nog bestaan uit een aantal leken
Bisschop Ratko Peric van het bisdom Mostar, waaronder Medjugorje ressorteert, ontbreekt opvallend verdacht op deze lijst. Zijn standpunt is reeds gekend: hij heeft de verschijningen nooit als authentiek willen aanvaarden.
Inmiddels heeft Kardinaal Ruini verklaard nog geen einddatum voorop te kunnen stellen voor het beëindigen van de onderzoekswerkzaamheden. Het ligt echter wel in zijn intentie om reeds voor eind 2010 een eerste beeld te vormen en hierover verslag uit te brengen.
Pater dr. Ivan Sesar, Provinciaal overste van de Franciscanen in Herzegovina, heeft reeds volledige medewerking aan het onderzoek beloofd. In de Kroatische krant 'Vecernji list' stelde hij verheugd te zijn over dit onderzoek. "Alles wat in Medjugorje gebeurt is openbaar en niets is geheim. Eenieder met goede intenties kan naar Medjugorje komen en zelf zien wat hier gebeurt. Zowel de Franciscaanse gemeenschap als de parochie van Medjugorje staat absoluut open voor elke vorm van samenwerking met de Commissie. Wij zijn bereid om hen te helpen in hun werkzaamheden en elke inlichting te verschaffen die ze maar wensen."
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 118]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Het paleis van Pilatus en de omgeving
Aan het noordwestelijke punt van de tempelberg ligt het paleis van Pilatus, de Romeinse landvoogd. Het ligt tamelijk hoog en men moet een marmeren trap, die veel treden telt, beklimmen om het te bereiken en dan ziet men, van hierboven neer op een ruime, door hallen en zuilengangen omsloten marktplaats, neer. Een wachthuis alsmede vier ingangen onderbreken het kader van galerijen en hallen, waarin de markt is gevat, die het Forum genoemd wordt en zich westwaarts een eind verder uitstrekt aan het noordwestelijke punt van de Tempelberg. Wie daarginds, op de uiterste grens van het Forum staat, ziet de berg Sion vóór zich.
Het Forum ligt iets hoger dan de belendende straten die naar de uitgangen toe, een weinig oplopen. Tegen de achterkant van de hallen leunen hier en daar enkele huizen aan. Pilatus paleis wordt aan het Forum gescheiden door een breed plein. Aan de oostzijde heeft dit plein een gewelfde poort die uitgeeft in een straat die naar de schapenpoort leidt, vanwaar men zich naar de Olijfberg begeeft. Aan de westzijde is er een tweede, gelijkaardige poort, waardoor men in de wijk Acra komt en vandaar naar de berg Sion.
Als men op de trap van Pilatus paleis staat, kijkt men in noordelijke richting, over het plein heen, op het Forum. Ginder bij de ingang stonden enkele zuilenrijen. Meer in de buurt van het paleis waren stenen zitplaatsen aangebracht. Tot aan deze zitplaatsen, niet verder, naderden de Joodse priesters Pilatus rechthuis, anders zouden ze zich verontreinigen: hun grenslinie was in het plaveisel van het plein afgetekend. Nabij de westelijke poort van dit plein was, op de markt, een groot wachthuis gebouwd. Door de poort verbonden met Pilatus praetorium, vormt dat wachthuis, van de markt uit, een atrium of voorhof naar het praetorium toe, zoals dat gedeelte van het paleis heet waarin de landvoogd gericht houdt.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 118]
Preken
Ze zijn voor het kwaad
Een deel en misschien het grootste deel van de Christenen is voor de wereld. En tot dat deel behoren degenen die alle godsdienstige gevoelens en iedere gedachte aan het andere leven onderdrukt hebben, die alles gedaan hebben wat ze konden om de verschrikkelijke voorstelling van het oordeel dat ook hun eenmaal te wachten staat, uit hun bewustzijn weg te vagen. Ze benutten al hun kennis en dikwijls ook hun rijkdom om zoveel mensen als maar mogelijk mee te slepen op hun weg. Ze geloven nergens meer in. Ze gaan er zelfs trots op om goddelozer en ongeloviger te lijken dan dat ze in werkelijkheid zijn, om de anderen beter te kunnen overtuigen en hen te doen geloven, ik zeg niet in de waarheden, maar in de valsheden die zij de andere willen opdringen. Ze doen zoals Voltaire. Deze gaf eens een diner voor zijn vrienden, voor een stel goddelozen dus, en verheugde er zich over dat niemand van hen nog in de godsdienst geloofde. En toch, hijzelf geloofde er in. Dat heeft hij wel bewezen in het uur van zijn dood. Toen wou hij in allerijl een priester laten komen om zich te verzoenen met de goede God. Maar het was te laat voor hem. De goede God, tegen Wie hij zo woedend was uitgevaren, heeft hem behandeld als Antiochus: Hij heeft hem overgeleverd aan de woede van de duivelen.
Op dat verschrikkelijke ogenblik is Voltaire niets anders dan ten deel gevallen aan de wanhoop van de hel. De "goddeloze," heeft de Heilige Geest ons gezegd, "beweert van zichzelf dat hij geen God heeft," maar alleen het verderf van zijn hart kan hem tot dat uiterste brengen, in het diepste van zijn ziel gelooft hij het niet. Het besef dat er een God bestaat zal nooit verdwijnen. Zelfs de grootste zondaar zal er nog dikwijls genoeg uitdrukking aan geven, misschien zonder dat hij het weet. Maar kom, we laten de goddelozen links liggen. Als is uw Christendom dan nog lang niet zoals het zou moeten zijn, God zij dank behoort ge gelukkig niet tot het getal der ongelovigen.
Maar, zult ge zeggen, wie zijn dan diegenen die zich nu eens aan God, dan weer aan de wereld overgeven? Kijk broeders, ik zal ze u schilderen. Ik vergelijk ze met honden [als ik dat woord mag gebruiken], die de eerste de beste die hen roept, gehoorzamen. Ga ze maar na van s morgens tot s avonds, van het begin van het jaar tot het einde. Die mensen beschouwen de zondag enkel als een dag van rust en vermaak. Ze slapen langer dan op de andere dagen van de week en, in plaats van hun hart aan God te wijden, denken ze niet eens aan Hem. Sommigen denken aan hun genoegens en aan de vrienden die ze zullen zien, anderen aan de inkopen de ze zullen doen, en aan het geld dat ze zullen uitgeven of ontvangen. Zo goed en zo kwaad als het gaat maken ze een kruisteken, het ochtendgebed zelf slaan ze voor deze keer maar over, want ze gaan nu toch naar de kerk. "O, daar heb ik sraks tijd genoeg voor," zeggen ze, "eer de mis begint." Maar ze moeten altijd nog iets prutsen, voor ze naar de kerk gaan. Ja, ze denken dat ze van tevoren tijd zullen hebben om hun gebeden te doen, en uiteindelijk komen ze zelfs te laat in de mis.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 118]
Hoofdstuk 18. Bescherming en Begeleiding
Nicky: Maria, geven de Arme Zielen soms advies, instructies of begeleiding voor hun nog levende familieleden? Maria: O Ja, dat gebeurt. Het gebeurde vaak in 1954 toen de zielen kwamen om hun datum van hun overlijden en hun stad of dorp door te geven. Zij vroegen mij om aan hun familie te vragen om iets goed te maken. Dikwijls ging het om een ongelijke verdeling van een erfenis of om een erfenis tegen de wil van de overledene.
In een ander geval, dat nu onmiddellijk bij mij opkomt, vertelde een ziel mij om aan zijn zoon, een priester, die hier juist beneden de vallei woont, te willen vragen om zijn communiebank terug te plaatsen. Ik vroeg eerst naar iets wat hij wist over hem, zodat zijn zoon mij zou geloven, mij de ziel antwoordde: "O, vertel het maar gerust allemaal zelf. Hij zal u meer geloven dan hij mij zal willen geloven." Ik deed dus wat gevraagd werd en schreef hem een brief, maar tot op heden heeft hij nog geen gevolg gegeven aan deze raad. Ik denk dat de priester een goede man is, maar gewoon bang is om het te doen.
Nicky: Begeleiden zij ons ook op dezelfde wijze als wij hen hulp aanbieden door voor hen te bidden en goede daden te doen? Maria: Ja. Vertrouw gewoon en zet de eerste stap om hen te helpen.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Film: The Passion of the Christ [4/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 27: Het Geheim van Vertrouwen [Aflevering 173]
Maria nam duidelijk een stelling in bij een andere historische samenloop van omstandigheden. Het was het einde van de Middeleeuwen en het begin van de Renaissance, een verandering van tijdperk was gekomen toen de Turken Constantinopel veroverden. De nieuwe periode maakte nieuwe slechte tijden mee door de vlucht naar het Westen van filosofen en artiesten, samen met astrologen, kabbalisten en alchemisten die de Tempeliers en zigeuners gingen vervoegen.
Europa was opnieuw in gevaar. De tijden vereisten gebed. Tijdens een ongelooflijk schouwspel zag een man, Miguel Noguer uit El Torn, Spanje, een jong meisje dat in een gesloten kapel oprecht weeklaagde. Het voorval gebeurde op 25 oktober 1483, toen Noguer de Angelusklok ging luiden in de kerk die gesloten was geweest na een officieel Kerkelijk verbod, omdat ze ofwel gefaald had in haar geestelijke taken of omdat ze op één of andere manier ontwijdt was geweest.
Toen bij biddend bij de deur stond, werd Noguer verrast en opgeschrikt door het geluid van iemand die aan het wenen was. Het geween kwam uit de richting vóór hem, aan de andere kant van de gesloten deuren die op miraculeuze wijze openden toen hij rechtstond om de klok te luiden.
Daar, nog geen vier stappen vóór hem, zat een buitengewoon mooi meisje van zeven of acht jaar oud, gekleed in zuiver wit en haar handen wringend terwijl ze tot Jezus riep.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 70]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
De conferentie van Amsterdam
De rechtgevende vergadering van de Oecumenische Raad van Kerken (COE) moest in de zomer van 1948 doorgaan. Als bekroning na tien jaar inspanningen, tegelijk vertraagd en bezield door de oorlog, zou deze vergadering het officieel ontstaan van de Raad inluiden door de twee grote vooroorlogse oecumenische strekkingen te verenigen: Life and Work (Praktisch christianisme) en Faith and Order (Geloof en Constitutie). Alle christelijke Kerken waren uitgenodigd om lid van de Raad te worden.
Er kon geen sprake zijn van deelname aan het COE voor de katholieke Kerk. Dat zou betekenen dat ze het bestaan herkende van meerdere gelijke Kerken. Maar sommige katholieke theologen die deelnamen aan de oecumenische dialoog (de paters Congar, Dumont, Beauduin, Lialine, Villain en de eerwaarde Couturier) hoopten op zijn minst dat Rome waarnemers zou sturen naar de rechtgevende vergadering van de Raad. Tegelijk weigerden de inrichtende instanties om de katholieke Kerk openbaar uit te nodigen, uit vrees voor een weigering of aanduiding van slecht ingelichte of moedwillige Romeinse theologen. Ze opperden het voorstel onofficiële waarnemers die op eigen initiatief kwamen te sturen.
Uiteindelijk publiceerde het Heilig Officie twee maand voor de conferentie een monitum (verwittiging) die eraan herinnerde dat het verboden is aan leken en clerus, zowel reguliere als seculiere om vergaderingen te houden of eraan deel te nemen als daarin akatholieken zitten en het gaat over geloofszaken. Nochtans hield de Heilige Stoel zich het recht voor om katholieken toe te laten aan deze oecumenische vergaderingen deel te nemen.
De rechtgevende vergadering van het COE vond plaats in Amsterdam tussen 22 augustus en 5 september 1948 zonder openbare deelname of aanwezigheid van katholieken.
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 35]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Uiterlijk
Wij kennen Caesar van munten en antieke bustes. Op de munten zien wij een lang en mager hoofd met een opvallende haakneus. Suetonius schrijft dat Caesar erg onder zijn kaalheid leed en die steeds wilde verbergen. Verrassend genoeg beschrijft Suetonius Caesars gezicht met de woorden paulo pleniore [aan de volle kant]. In 2007 werd een levensgrote buste gevonden van Caesar, door archeologen opgehaald uit de Rhône, midden in de stad Arles.
Deze buste toont een ouder wordende man met rimpels en ingevallen wangen. De buste zou dateren uit 46 voor Christus, het jaar waarin Caesar aan Arles een bevoorrechte positie gaf als Romeinse stad. Het borstbeeld is misschien in het water gegooid na de moord op Caesar, omdat het in die tijd beter was niet als een aanhanger van hem aanzien te worden. De vondst is extra bijzonder omdat het waarschijnlijk het oudste beeld is van Caesar dat ooit is gevonden en misschien zelfs het enige dat nog tijdens het leven van Caesar is vervaardigd. Wereldwijd zijn ongeveer twintig antieke bustes van Julius Caesar bekend. Het bericht over de vondst werd op 13 mei 2008 naar buiten gebracht door het Franse Département des recherches archéologiques subaquatiques et sous-marines. Of het borstbeeld inderdaad Caesar voorstelt, staat niet vast, maar is wel aannemelijk: de meeste experts zijn het hierover eens.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 51]
Het wonder van Offida, Italië [1280]
Toen het kruis dat hij moest maken af was, sloot de juwelier de splinter en de wonderlijke Hostie achter twee aparte kristallen glazen, en gaf het resultaat aan de twee priesters die teruggingen van Venetië naar Offida. De juwelier verbrak echter zijn zwijgplicht en vertelde alles aan de Magistraat van Venetië. Hij adviseerde dat het kruis en de inhoud van de priesters afgenomen moest worden en bewaard moest worden in Venetië. De Magistraat vond dit een goed idee en liet een schip sturen om de priesters te onderscheppen. Een storm op zee maakt het echter onmogelijk om te kunnen varen en ze staakten hun plannen.
Toen de priesters aankwamen in Ancona vertelden enkele handelaren uit Venetië hen over de plannen van de Magistraat en van de wonderlijke ontsnapping door de storm op zee. Onder constante begeleiding van God kwamen de priesters veilig aan in Offida met het kostbare kruis.
Toen deze gebeurtenissen plaatsvonden zijn ze opgetekend op perkament dat, jammer genoeg niet meer te vinden is. Maar een authentieke kopie, gemaakt door Giovanni Battista Doria van 18 april 1788 is wel bewaard gebleven.
Hoog in het hoofdaltaar van de kerk van de Heilige Augustinus in Offida, ook wel bekend als de Kerk van de Wonderlijke Eucharistie, is een plaats gemaakt voor het zilveren kruis met de Wonderlijke Hostie. De tegel waarop Ricciarella de Hostie verhitte zit nog steeds onder het bloed en bevind zich in glazen kist. Het tafelkleed waarin de tegel en de Hostie gewikkeld zijn geweest wordt ook onder glas bewaard. Ook zijn er schilderijen in de kerk die de gebeurtenissen afbeelden.
10. Recente heiligenlevens
Zalige Carlos Manuel Rodriguez [1918-1963] [5/8]
Carlos had niet alleen een grote kennis van religieuze zaken. Hij kon ook overtuigd spreken over Europese landen die de rechten van katholieken respecteerden om hun dierbaarste morele en sociale principes te beschermen. Hij las pauselijke encyclieken en de geschriften van Thomas van Acquino. Hij hield van de heiligen en hij sprak over Theresia van Avila en Sint Jan van het Kruis alsof het zijn beste vrienden waren. Hij las de werken van kardinaal Newman, CHesterton en vooral de werken van Edith Stein.
Toen de Mis nog steeds in het Latijn opgedragen werd, introduceerde Carlos het gebruik van de missaal aan diegenen die de schoonheid en de betekenis van de Latijnse Mis niet konden begrijpen. Later introduceerde hij het Heilig Officie. Hij leerde aan velen hoe ze het Officie moesten beleven, zodat ze er zo veel mogelijk de vruchten van droegen. Zijn broer Pepe zei daarover later het volgende: "De smaak voor het Liturgisch gebed van de Kerk dat hij in ons teweeg bracht, was het begin van mijn Benedictijnse roeping."
Carlos realiseerde zich al vroeg dat de kloof tussen onze christelijke cultuur en de kennis van de leken aandacht nodig had, en daarom begon hij met de publicatie van "Liturgie en Christelijke Cultuur," een tijdschrift dat hij uitgaf vanuit het Katholiek Centrum van de universiteit. Hij selecteerde en vertaalde geschikte artikels en betaalde het grootste deel van de uitgaven voor de publicatie. Carlos slaagde erin dit allemaal te realiseren, terwijl hij een regelmatige job had en zich het grootste deel van de tijd ziek voelde.
Carlos vertaalde de Spaanse boeken van Broeder Clifford Howell S.J. Over Sacramenten en Opoffering en Voorbereiding op Pasen in het Engels. Carlos maakte kopies van de hoofdstukken en verstuurde die naar vrienden, supporters en andere geïnteresseerden, en zelfs naar religieuzen en priesters in het hele land. Opnieuw nam hij de kosten voor het kopiëren en versturen grotendeels op zich. Hij organiseerde een Liturgische Kring en het Te Deum laudamus koor. Toen het aantal supporters toenam, verhuisde Carlos met hen naar het Centrum van de Katholieke Universiteit en organiseerde nog een Liturgische Kring, die later de Circulo de Cultura Cristiana genoemd werd. Daar bovenop was Carlos lid van de Broederschap van de Christelijke Doctrine, de Gemeenschap van de Heilige Naam en de Ridders van Colombus. Hij onderwees ook catechese aan hogeschoolstudenten en voorzag hen van hulpmiddelen voor hun studie vanuit zijn persoonlijk fonds.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
11. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 13]
De periode van de bezinning
De eerste religieuze ontdekking van Bernadette was de contemplatie. Zij kende de Karmel van Bagnères. In 1860-61 spreekt ze met haar nicht over een orde die aan de heilige Bernardus is toegewijd. Zij zou er willen binnentreden, want men beoefent er de wake, de vasten, de discipline en de onthechting... maar de gezondheid van Bernadette schijnt een moeilijkheid te zijn, en ook haar armoede, want er werd een bruidsschat gevraagd.
In 1863 richtten de zusters van het Hospice haar op de verzorging van de zieken. Het werd een beslissende ervaring. Naast andere zaken waardeerde zij bij de Zusters van Nevers hun discretie tegenover haar, in scherp contrast met anderen, die haar van alle kanten probeerden in te palmen. Later zal ze zeggen: "Ik ga naar Nevers omdat niemand er mij er toe heeft aangezet." Op 27 september 1863 heeft Bernadette een zeer interessant gesprek met Mgr. Forcade, de bisschop van Nevers. Tijdens de daarop volgende maanden rijpt de roeping van Bernadette verder, maar nu op een heel nieuwe basis.
Op 4 april 1864, na de eucharistie in het Hospice van Lourdes, zoekt Bernadette de overste op, zuster Alexandrine Roques en zegt haar: "Nu weet ik dierbare moeder waar ik religieuze moet worden [...]. Bij u, mijn dierbare moeder."
12. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 10
Ik zag in het Licht van de Heer dat het geloof en onze Heilige Godsdienst lauwer zullen worden in bijna elk koninkrijk. God heeft toegestaan dat ze zullen worden gestraft door gemenen, om hen zo uit hun apathie te wekken. En nadat de gerechtigheid van God volbracht zal zijn, zal Hij een overvloed van genaden over Zijn Kerk doen stromen en zal Hij het geloof verspreiden en de orde van de Kerk herstellen in die landen die koel en laks zal geworden.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Ongeschonden lichamen: Maria Goretti [5/7]
U verdoet uw tijd, Monseigneur
Drie maanden na het drama vindt het proces van Alessandro plaats. Op aanraden van zijn advocaat bekent hij: "Ik vond haar aantrekkelijk. Ik heb haar tweemaal tot kwaad aangezet en niets gedaan gekregen. Van nijd heb ik het mes klaar gelegd waarvan ik me zou bedienen." Hij wordt veroordeeld tot dertig jaar dwangarbeid. Hij heeft ogenschijnlijk geen enkele spijt van zijn misdaad. Men hoort hem soms roepen: "Wees vrolijk, Serenelli, nog negentwintig jaar en zes maanden en je wordt een burgerman!" Maar Maria hoog in de hemel vergeet hem niet. Een paar jaar later krijgt monseigneur Blandini, bisschop van het diocees waarin zich de gevangenis bevindt, de ingeving de moordenaar een bezoek te brengen om hem tot berouw aan te sporen. "U verdoet uw tijd, Monseigneur," beweert de bewaker, "het is een harde!" Alessandro ontvangt de bisschop met gegrom. Maar bij de herinnering aan Maria, haar heldhaftige vergeving, aan de oneindige goedheid en barmhartigheid van God, laat hij zich aanraken door de genade. Bij het vertrek van de prelaat huilt hij in de eenzaamheid van zijn cachot, tot de stomme verbazing van zijn bewakers.
Op een nacht verschijnt Maria hem in een droom, gekleed in het wit in de fleurige tuinen van het Paradijs. Geheel ontdaan, schrijft Alessandro aan Monseigneur Blandini: "Ik betreur mijn misdaad, te meer nu ik besef dat ik een onschuldig meisje, dat tot het laatste moment haar eer heeft willen redden en zichzelf daarbij eerder heeft willen opofferen dan te zwichten voor mijn misdadige wil, van het leven heb beroofd. Ik vraag openlijk om vergeving aan God en aan de arme familie voor de door mij begane grote misdaad. Ik koester de hoop dat ook ik, zoals vele anderen op deze aarde, vergeving mag verkrijgen." Zijn oprechte berouw en zijn goede gedrag in de strafinrichting hebben tot gevolg dat hij vier jaar voor hij zijn straf heeft uitgezeten, wordt vrij gelaten. Hij vindt dan een betrekking als tuinman in een kapucijner klooster en gedraagt er zich voorbeeldig; hij wordt toegelaten tot de Derde Orde van Sint-Franciscus. Dankzij zijn goede instelling wordt Alessandro opgeroepen om te getuigen tijdens het proces ter zaligverklaring van Maria. Het is iets zeer delicaats en pijnlijks voor hem. Maar hij getuigt: "Ik heb iets goed te maken en ik moet alles doen wat in mijn vermogen ligt voor haar verheerlijking. Ik ben geheel en al verantwoordelijk voor het aangerichte kwaad. Ik heb me laten gaan in brute hartstocht. Zij is een heilige, een echte martelares. Zij is een van de voornaamsten in het Paradijs, na wat zij te lijden heeft gehad door mijn schuld."
Op Kerstmis 1937 gaat hij naar Corinaldo waar Assunta Goretti zich met haar kinderen heeft teruggetrokken, enkel en alleen om het goed te maken en om vergeving te vragen aan de moeder van zijn slachtoffer. Nauwelijks is hij aangekomen of hij vraagt haar in tranen: "Assunta, zult u mij vergeven?" "Maria heeft u vergeven, waarom zou ik u ook niet vergeven?" stamelt ze. Op de dag van Kerstmis zijn de bewoners van Corinaldo niet weinig verbaasd en geroerd wanneer ze Alessandro en Assunta zij aan zij de Eucharistische tafel zien naderen.
Bron: abdij@clairval.com en Abbaye Saint-Joseph de Clairval, F-21150 Flavigny-sur-Ozerain, Frankrijk.
14. Het huis van de Heilige Maagd Maria te Efeze [1/4]
Geschiedenis
Een vraag die vele christenen zich stellen is die over de laatste verblijfplaats van Maria. Hierover zijn twee theorieën bekent. Sommigen beweren dat Maria gestorven is op de sterfplaats van Jezus, zoals aangegeven wordt met "dormitio Hierosoymitana" of "de dood in Jeruzalem". Anderen menen dat het een "dormitio Ephesiana" of "dood in Efeze" was. Tijdens de christenvervolging in Jeruzalem, ongeveer 4 jaar na de kruisiging van Jezus, is Maria samen met de evangelist Johannes (aan wie Jezus zijn moeder had toevertrouwd, zie Joh 19; 26-27) naar Efeze gevlucht. Daar verbleef zij samen met hem tot aan haar dood, op 59 jarige leeftijd. Volgens de overlevering schrijft Johannes dat hij in zijn huis in Efeze geleefd heeft. Hij werd er bisschop en is er gestorven. De enorme basiliek die keizer Justinianus (527-565) op zijn graf liet bouwen is daar het bewijs van. Het lijkt onmogelijk dat Johannes Maria, in Jeruzalem achtergelaten zou hebben, toen hij naar Efeze vertrok.
Met dank aan Marieke
19-03-2010
19 maart 2010
19 maart 2010
1. Boodschappen Onze Lieve Vrouw van Anguera, Bahia, Brazilië
Boodschap 3291 van 09/03/2010
OLV van Anguerra, Bahia, Brazilië
Lieve zonen en dochters, u gaat een toekomst vol beproevingen tegemoet. Ik lijd om wat er op u afkomt. Uit de diepten der aarde zullen immense rivieren van vuur komen. Vele streken zullen volledig worden verwoest en de verwoesting zal door vele landen gaan. Kniel neer in gebed. Dit is de enige wijze waarop u de sterkte zal vinden om getuigenis te geven van wat zal komen. Ik ben uw Moeder en Ik kom uit de Hemel om u te troosten en te zeggen dat u het uitverkoren volk bent van de Heer. Keer terug, want de Heer wacht nog steeds op u. Vlucht voor de goddeloosheid en laat Gods genade u veranderen. Voorwaarts op de weg die ik u hebt uitgetekend. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 117]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus wordt naar Pilatus geleid
De priesters van de Heer waren de priesters van de duivel geworden, ontzettend om te zien! En dan het razende, tierende volk, al de meinedige tegenstrijders en aanklagers, en tenslotte Jezus, Gods Zoon, de Mensenzoon, haar Zoon, afschuwelijk mishandeld, gebonden, geslagen, voortgedreven, meer wankelend dan gaande, door gruwzame beulen aan touwen meegesleurd, in een wolk van smaad en verwensingen.
Ach, Hij was niet de armste, de ellendigste en toch de enige, rustige en liefdevol biddende geweest. In deze storm van de losgebroken hel. Zij zou Hem zeker, in zo een verschrikkelijke toestand, niet herkend hebben. Hij droeg alleen zijn onderkleed dat men afschuwelijk had besmeurd en toen Hij dicht bij haar was, jammerde zij: "Wee, is dit mijn Zoon? Ach, het is mijn Zoon, o Jezus, mijn Jezus!" De stoet trok verder weg en de Heer blikte van terzijde Zijn Moeder weemoedig aan en zij verloor het bewustzijn. Johannes en Magdalena leidden haar weg, doch nauwelijks had zij zich een beetje hersteld of zijn liet zich door Johannes naar het paleis van Pilatus voeren.
Dat onze vrienden ons in onze nood verlaten, zou ook Jezus onderweg ervaren, want de inwoners van Ophel waren allen op een bepaald punt aangekomen en toen zij Jezus zo mishandeld, zo veracht en bespot ginds zagen gaan, tussen de beulsknechten, werden zij geschokt in hun geloof. Zij konden zich niet voorstellen hoe het mogelijk was dat de koning, de profeet, de Messias, de Zoon van God in zo een toestand kwam. Wegens hun gehechtheid aan Jezus werden zij gesmaad en beschimpt door de Farizeeërs, die hen toeriepen: "Ziehier uw reine koning. Begroet Hem toch! Nu houdt gij de bek dicht, nu Hij naar zijn kroningsfeest gaat en straks zijn troon zal bestijgen! Het is uit met de mirakelen, de hogepriester heeft Hem zijn toverkunsten afgeleerd, enz ..." Deze goede lieden, die zoveel genaden en genezingen van Jezus hadden verkregen, werden door het verschrikkelijke schouwspel, dat de heiligste personen uit het land: de hogepriesters en het Sanhedrin, hier voor hen vertoonden, in hun geloof aan het wankelen gebracht. De besten gingen twijfelend naar huis toe, de slechtsten sloten zich honend bij de stoet aan, voor zover zij daarin slaagden, want de wachten van de Farizeeërs, die de optocht vergezelden, waren bijzonder waakzaam, teneinde elke beroering te vermijden.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 117]
Preken
Volg niet meer dan één meester
O God, wat een droevig leven leidt diegene die zowel de wereld als God wil behagen! Neen, mijn vriend, gij vergist u. Ge zult altijd een ongelukkige blijven, en dat niet alleen: ge zult uw doel ook nooit bereiken. De goede God en de wereld tegelijk behagen is even onmogelijk als een einde maken aan de eeuwigheid. Luister naar de raad die ik u te geven heb en ge zult voortaan minder ongelukkig zijn: geef uzelf ofwel helemaal aan de goede God, ofwel helemaal aan de wereld. Zoek en volg niet meer dan één meester en, zijt ge eenmaal in zijn voetspoor getreden, laat hem dan niet meer in de steek. Ge herinnert u toch wat Jezus Christus u gezegd heeft in het evangelie? Ge kunt geen twee heren dienen, dat wil zeggen: ge kunt de wereld met zijn genoegens en Jezus Christus met Zijn Kruis niet beiden volgen. Maar het liefst zoudt ge nu eens bij God, dan weer bij de wereld zijn. Laten we het duidelijker zeggen: eigenlijk moesten uw geweten en uw hart u veroorloven s morgens aan de heilige tafel te zitten en s avonds naar de danszaal te gaan of een deel van de dag in de kerk door te brengen en de rest in de kroeg of rond de speeltafel rond te brengen, het ene ogenblik over de goede God te spreken en het andere ogenblik vuile taal uit te slaan of te roddelen over uw evennaaste, de ene dag een dienst te bewijzen aan uw buurman om hem de volgende dag onrecht aan te doen. Dat wil zeggen: ge zijt erop uit om met de goeden over God te spreken en deugdzaam te zijn, terwijl ge u met de zondaars overgeeft aan het kwaad.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 117]
Hoofdstuk 17. Overige godsdiensten
Nicky: Hebben Arme Zielen die tijdens hun leven niet Katholiek waren iets gezegd tegen u over de Paus? Maria: Ja. Ze hebben mij verteld dat ze nu de Heilige Vader als enige en absolute geestelijke leider erkennen van de hele mensheid.
Nicky: Niet Christenen hebben dit gezegd? Maria: Ja, zielen van mensen die niet Christelijk waren toen ze hier onder ons op aarde waren, hebben precies dit tot mij gezegd.
Nicky: Wat gebeurt er met mensen die zich aansluiten bij sekten? Maria: Dat hangt grotendeels af van waarom en hoe ze daar terechtkwamen. Als ze geboren werden in een familie waar dat de gebruikelijke plaats was om heen te gaan, dan zullen ze licht beoordeeld worden, omdat het niet uit eigen wil gebeurde en ze niet beter wisten. Maar als een Katholiek of enig andere Christen daarheen gaat, zal hij er heel wat boete moeten voor doen. In dergelijk geval dient de persoon terug te keren tot het ware geloof alvorens hij komt te overlijden, om ervan te worden bevrijd.
Nicky: Ik heb in mijn omgeving, en dit ook vaak onder ongelovige dokters, dikwijls de uitdrukking "terugvinden van het katholiscime" [de Katholieke leer stelt dat men door het doopsel voor eeuwig katholiek blijft en men dus niet opnieuw hoeft Katholiek te worden] gehoord. Wat zegt u hiervan? Maria: O, hoe droevig en kwaad maakt mij deze gedachte. Wanneer dit gebeurt kan dit enkel satans werk zijn. Wanneer Gods goddelijke liefde niet wordt onderwezen en de ouders, priesters en onderwijzers enkel bedreigingen uiten en schuldgevoelens bijbrengen, dan kunnen geestelijke wonden heel vlug ontstaan. Jezus beschuldigt nooit, nooit iemand, want Hij weet beter dan wie ook de menselijke gesteldheid. Enkel satan gebruikt dreigementen. Dreigementen hebben veel mensen weggehouden van de Kerk, en Onze Lieve Vrouw zegt herhaaldelijk dat we veel moeten bidden van diegenen die Gods liefde nog moeten ontmoeten en zich daarom elders begeven. Deze die hiervan de oorzaak zijn onder de jongeren zullen hiervoor veel verantwoording moeten afleggen. Als dit het geval is, zal de Heer het slachtoffer van de bedreigingen veel genade verlenen omdat Hij weet van waar en van wie deze bedreigingen komen.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Film: The Passion of the Christ [3/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 27: Het Geheim van Vertrouwen [Aflevering 172]
In hetzelfde jaar als Genazzano was er een minder zichtbare maar niet minder krachtige tussenkomst in Viterbo. Zoals in zoveel steden die getroffen waren door de terugkeer van ziekten, besloten de inwoners in de maand juli naar wat gekend was als "De Eik van O.L.V." te trekken. Daar riepen ze plechtig Marias tussenkomst aan en tegen het einde van de maand was de pest gestopt, wat tot een nieuwe emotionele uitbarsting leidde.
Een menigte van veertigduizend mensen verzamelde vóór Marias afbeelding als dank voor een bijna onmiddellijke redding. "Op de eerste zondag in augustus bezocht een enorme processie, waaronder veertien religieuze gemeenschappen, dit nieuwe toevluchtsoord van de Madonna," schreef historicus en universiteitsvoorzitter Pater James Spencer Northcote, en hij voegde eraan toe dat er onder de mirakels een verhaal was van een man die naar de eik was gevlucht toen hij achterna gezeten werd door dieven. Toen hij bij de afbeelding kwam, was hij onzichtbaar voor zn achtervolgers.
Toen, volgens Northcote, Viterbo door een reeks aardbevingen getroffen werd, smeekte men de Heilige Moeder opnieuw om hulp en er kwam een "onmiddellijk einde aan de plaag."
In 1480 hielp ze ook belegerde ridders in het Griekse Rhodos, bij een aanval van duizenden Turken. Na vijf dagen waren de ongelovigen verdwenen.
Datzelfde jaar verscheen ze als een onbeschrijfbare schoonheid [geen Hollywoodschoonheid, geen modelschoonheid, maar een schoonheid van de ziel] in Locarno, Zwitserland.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 69]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
Een spirituele nabijheid
In die tijd citeert Max Thurian twee inspiratiebronnen voor de Gemeenschap: de heilige Benedictus en de heilige Franciscus. Bij de eerste houdt ze van de opvatting van de gemeenschapsorganisatie als een grote familie in dienst van Gods werk, en bij de tweede de vreugde, de eenvoud, de liefde van het broederschap. Hij zou er deze van pater de Foucauld aan kunnen toevoegen. Na de dood in 1916 van de beroemde eremijt van de Sahara waren de congregaties ontstaan die hij wou stichten: in 1933 sticht René Voillaume in El Abiodh Sidi Cheikh in het zuiden van Oran de Kleine Broeders van Jezus en in 1939 in Touggourt [Zuid Algerije] sticht Madeleine Hutin de Kleine Zusters van Jezus.
Roger Schutz kwam in contact met beide congregaties in de zomer van 1948. Op 24 juli kwam Broeder Noël, verantwoordelijk voor het noviciaat van de Kleine Broeders van Jezus in El Abiodh naar Taizé voor een vergadering van katholieken en protestanten. Na zijn bezoek schrijft hij: "Ik voelde me één van geest met deze jonge broeders wier bezieler, de heel jonge Roger, me zei gedurende zes maanden gevoed te zijn geweest door de geschriften van pater de Foucauld. Een leven van benedictijner strekking maar doordrenkt met franciscaanse geest. Ze zijn met zeven intellectueel of manueel bezig op de hoeve. Geleidelijk herontdekken ze de religieuze waarden: toewijding aan God door de drie geloften, het Getijdengebed, de dagelijkse communie. En alles doordrenkt met naastenliefde. Het leek op een van onze fraterniteiten. Bij mijn vertrek heb ik ze als broeders omhelst."
Enkele dagen later bezoekt ook de stichteres van de Kleine Zusters van Jezus, Zuster Magdeleine de Jésus, Taizé tijdens een doorreis in Frankrijk. De stichter van Taizé kwam zeer katholiserend over want dezelfde avond nog schreef Zuster Magdeleine naar pater Voillaume: "[Ze] zijn zeer sympathiek [...] Hun gedachte onthutst licht: de katholieke godsdienst herstellen door hun uitstraling in het dorp! Is het mogelijk zo iets tegen te komen? [...] Ze willen de paus en Mgr. Montini gaan bezoeken. En ze dromen van een Kerk die één is en verbonden met Rome. Graag zou ik hen langer ontmoeten."
Na deze eerste ontmoetingen bleef Roger Schutz nauw verbonden met de twee congregaties. Hij overwoog zelfs een tijdje dat zijn gemeenschap bij de Kleine Broeders van Jezus zou gevoegd worden.
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 44]
Woordenboek: Letter C
Caesar
Afkomst
Caius Julius Caesar [13 juli 100-16 maart 44 voor J.C.] was een generaal en een Romeins staatsman. Gaius Julius Caesar was de zoon van Gaius Julius Caesar Strabo en Aurelia Cotta. Terwijl zijn vader het niet verder schopte dan praetor, bekleedden Caesars oom Sextus Julius Caesar, zijn grootoom Gaius Marius, zijn grootvader aan moederszijde Lucius Arelius Cotta major, oom aan moederszijde Lucius Aurelius Cotta minor en de vader van zijn grootmoeder Marcia Quintus Marcius Rex allen de functie van consul. Langs de kant van de Gens Julia voerde hij zijn afkomst terug op Julus, een zoon van Aeneas, en zodoende een kleinzoon van Venus. Via de tak van de gens Marcia van zijn grootmoeder Marcia, die het cognomen Rex droegen, kon hij zijn afkomst terugvoeren op Ancus Marcius, de vierde legendarische koning van Rome en kleinzoon van de tweede legendarische koning van Rome, Numa Pompilius. Zijn grootoom Gaius Marius was een van de vooraanstaande mannen van zijn tijd en was een leidende figuur binnen de populares. Langs moederskant was hij verbonden met de tak van de Aurelii Cottae, die verscheidene consules leverden aan de Romeinse Republiek, én met de gens Claudia
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 51]
Het wonder van Offida, Italië [1280]
Na zich goed te hebben gekleed ging hij naar de stal en begon, onbezorgd om bacteriën en ziekten, het afval te verwijderen. Toen hun verbazing zag hij dat het tafelkleed, de tegel en de Hostie niet door de afval waren aangetast. Het leek alsof ze pas begraven waren. Pater Giacomo bracht toen de tegel, de Hostie en het tafelkleed naar het klooster.
Een paar dagen later ging hij, met toestemming van zijn overste, naar zijn moederdorp Offida en toonde het Wonder aan Pater Michele Mallicano en andere toeschouwenden van de stad. Allen waren ze het er over eens dat deze wonderlijke Hostie de hoogste Eer moest ontvangen en er een speciale relikwieënschrijn moest gemaakt worden. Voor deze relikwieënschrijn was een hoop zilver gegeven. Er werd besloten dat de kunstenaars uit Venetië de taak kregen om een relikwieënschrijn te maken in de vorm van een artistiek kruis; het moest niet alleen de wonderlijke Hostie bewaren, maar ook een splinter van het hout van het kruis van Christus.
Pater Michele bracht samen met een andere priester de Hostie naar Venetië. Daar ontbood hij een juwelier om de relikwieënschrijn te maken, en ze legden de juwelier een zwijgplicht op, zodat hij niemand het doel van zijn werk zou vertellen. De juwelier ging akkoord en ontving de kelk met daarin de Hostie. Direct daarna kreeg hij ernstige koorts. De man was niet in staat van Genade omdat hij een doodzonde had begaan. Nadat hij deze zonde had gebiecht trok de koorts weer weg.
10. Recente heiligenlevens
Zalige Carlos Manuel Rodriguez [1918-1963] [4/8]
Carlos werkte als bediende in de Basis voor Landbouwexperimenten in Caraguas, dat deel uitmaakte van de universiteit van Puerto Rico. Hij gebruikte zijn vrije tijd om katholieke materialen uit te delen, voor redactiewerk bij katholieke tijdschriften, het organiseren van instructievergaderingen voor studenten, het schrijven van katholieke artikels en het geven van lezingen die velen hielpen om dieper te geloven. Zijn drukke, deugdzame leven en zijn vele vaardigheden werden bereikt, ondanks de pijn en zijn zwakke gezondheid.
Gedurende verschillende jaren organiseerde en leidde Carlos een Liturgische Kring op de universiteit. Hij gaf lezingen die niet enkel bijgewoond werden door studenten, maar ook door vele professoren en afdelingshoofden. Eén van Carlos leerlingen was de befaamde Dr. Margot Arce de Vasquez, die zei: "Deze jonge man is wat mijn goede vriendin Gabriela Mistral noemde : een kind van de Heilige Geest."
Carlos had ook een Liturgische Kring in Caraguas, die elke week samen kwam. Iedereen die een vraag had over moraal of geloof kwam daar, en velen zagen Carlos als een wandelende encyclopedie. Hoewel hij erg eenvoudig was over alles wat hij wist, sprak hij met diepe overtuiging als "iemand die sprak met autoriteit." Zijn biograaf zegt: "Die autoriteit kwam voort uit een harmonie tussen zijn woord en zijn leven. Wat hij zei was wat hij voorleefde en wat hij voorleefde was wat hij predikte."
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
11. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 13]
Donderdag 25 maart: de naam die werd verwacht!
Het visioen openbaart uiteindelijk zijn naam, maar de rozelaar [of egelantier] waarop zij tijdens de verschijningen haar voeten plaatst, bloeit niet. Bernadette vertelt: "Zij hief de ogen ten hemel, voegde Haar handen, die los en open naar de grond hingen, als teken van gebed samen en zei: Que Soy Era Immaculada Councepiou." De jonge zieneres vertrekt in looppas, steeds opnieuw de woorden herhalend, die ze niet eens begrijpt. Die woorden brengen de brave pastoor in de war. Bernadette kende deze theologische uitdrukking niet; die een verwijzing naar de heilige maagd Maria is. Vier jaar eerder, in 1854, had paus Pius IX er een katholieke geloofswaarheid (dogma) van gemaakt.
Woensdag 7 april: het wonder van de kaars
Tijdens deze verschijning houdt Bernadette een brandende kaars vast. De vlam raakt lange tijd haar hand, zonder het te verbranden. Dat feit is onmiddellijk vastgesteld door een arts, dokter Dozous.
Donderdag 16 juli: laatste verschijning
Bernadette voelt opnieuw die mysterieuze oproep van de Grot, maar de toegang is ontzegd en afgesloten met een houten schutting. Ze gaat dus naar de overkant van de Gave. "Het leek alsof ik mij bij de grot bevond, even dicht als de andere keren. Ik zag alleen Haar, nooit zag ik Haar zo mooi."
12. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 9
Daarenboven zie ik dat de aarde op verscheidene plaatsen door elkaar zal worden geschud door aardbevingen. Ik zie hele gebergten begeven en splitten met een enorm kabaal. Enkel zij die er met de schrik vanaf komen, zullen zich mogen gelukkig wanen, maar nee, ik zie uit deze gapende bergen windhozen van rook, vuur, teer en zwavel komen, die hele steden in de as zullen leggen. Dit alles en duizenden andere rampen moeten komen voor de komst van de antichrist, de man van zonde.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Ontdekking te Nazareth [4/4]
Onlangs werd er in Nazareth een huis uit de tijd van Jezus ontdekt, op de plek waar de stichting Maria van Nazareth op het moment bezig is met de bouw van een internationaal multimediaal centrum toegewijd aan Maria. Jezus, Maria en Jozef moeten het huis hebben gekend. Om van deze ontdekking, de omstandigheden en de omvang beter te begrijpen, heeft ZENIT Olivier Bonnassies, uitvoerend directeur van de organisatie, geïnterviewd.
ZENIT: Wat is er nog meer ontdekt bij deze opgravingen? O. Bonnassies: Toen we begonnen met het werk voor het Mariale Centrum, hebben we een waterreservoir gezien uitgehakt in de rots op vijftig meter van de speelplaats van de school. We hebben twee andere ontdekt, waarvan een erg groot, zeven meter hoog en vier meter breed. De Israëlische archeologen hebben er nog een gevonden, die op dit moment nog niet geheel uitgegraven is, waarnaast een rigel met een gat in de rots is, zonder twijfel bedoeld om de kruiken neer te zetten die men met water vulde.
Ook is er een vluchtplaats gevonden uitgehakt in de rots, die men aantrof onder een afgehouwen steen, en die geheel leeg was. Er konden ongeveer vijf tot zes mensen zich verbergen.
Buiten de resten uit de Hellenistische en Romeinse tijd, zijn er nog uit de vijftiende eeuw een dikke Mameloek muur, maar minder interessant archeologisch gezien.
ZENIT: Zijn er in Nazareth nog andere locaties die archeologisch interessant zijn? O. Bonnassies: Buiten de vijf plekken die we net besproken hebben, die zich alle in de nabij omgeving bevinden van de Heilige plaats van Maria-Boodschap, is er een plek die zeer oud is: de Bron van Nazareth, op vijfhonderd meter afstand van het huis van Maria, richting het noorden. Men denkt dat het dorp in de oudheid zich bevond tussen deze twee locaties: de Bron en het Graf van de Rechtvaardige, omdat de graven zich buiten het dorp bevonden, vanwege reinheidsregels. De Bron stamt ook zeker uit de tijd van Christus: opgraving uit het jaar 2000 op die plek gaven zicht op een "cardo," een Romeinse straat die er direct naast loopt. Een zeer mooie Orthodoxe kerk is op die plek gebouwd waar een traditie spreekt over een eerste ontmoeting tussen de Maagd en de engel Gabriel, nog voor Maria-Boodschap.
Archeologische site
ZENIT: Is er nog wat meer? O. Bonnassies: Ja, er is veel te zien in Nazareth. Men moet ook berichten over de opgravingen die begonnen in 2003 bij de thermen met een indrukwekkende afmeting, vier en een halve meter onder de grond, op vijftig meter bij de Bron vandaan. De vondst van aardewerk en munten zijn Arabisch en Islamitisch, zoals in de Thermen van Jericho uit de dynastie Omeyyade, die de Romeinse Thermen nabootsten van Bet Shéan, met een andere soort verwarming. Men dateert deze uit de zevende of achtste eeuw, maar de afmeting van de houtovens bevestigd dat er vanaf het begin tot aan die periode enorme bossen waren rondom Nazareth, die het mogelijk maakten grote hoeveelheden water te verwarmen. Deze bossen zijn verdwenen in de nieuwe tijd, door een belastingplicht op bomen ingesteld door een Sultan en door systematische kap voor de stook van de trein. Dit heeft in enkele decennia het weer beïnvloed en de omgeving is tot stenige woestijn geworden, Nazareth in de Oudheid moet men zich anders voorstellen. Als een land dat werkelijk "overvloeit van melk en honing" zoals de Bijbel zegt. Het was de graanschuur van Israel met zeer vruchtbare bodem. De joodse historicus Flavius Josephus, getuigt in zijn verhaal over de joodse oorlog: "Galilea is in al zijn aspecten overvloedig, rijk aan weidegrond, met verschillende bomen beplant, zijn vruchtbaarheid stimuleert zelfs de meest luie mens tot de landbouw. Alle grond wordt door de inwoners gewaardeerd, er is geen stukje dat braak ligt. Er zijn vele dorpen en steden, die overvloedig bevolkt worden, dankzij de vruchtbare aarde, dat zelfs de geringste een inwonertal heeft van 15.000 inwoners" [De Joodse Oorlog 3, 42-43].
ZENIT: Daar heeft men geen idee van als men nu Nazareth en het Heilige Land ziet! O. Bonnassies: Wij hebben zoveel verkeerde voorstellingen! Bij voorbeeld in het evangelie wordt Nazareth altijd aangeduid met stad, het Griekse "Polis," en niet met dorp, het Griekse "Komé," dat veronderstelt al een zekere grote van naar schatting 50 tot 100 huizen. Andere voorbeelden ten aanzien van de topografie: de heuvels zullen over het algemeen qua vorm niet veel zijn veranderd, maar de weg die langs de Basiliek Maria-Boodschap loopt was tot in de achttiende eeuw een ravijn waarin in een klein riviertje stroomde.
Een ander aspect ter correctie: alle resten van de eerste eeuw die zijn gevonden, hier en in Jeruzalem, laten een kwaliteit van constructie zien, gehouwen stenen, objecten die teken zijn van een ontwikkelde beschaving, ver van de karikaturen die men vaak ziet op afbeeldingen of in films, waar men de personen van Jezus en Maria primitief levend toont in armoedige of vuile omstandigheden.
Met dank aan Marieke
14. Ongeschonden lichamen: Maria Goretti [4/7]
Ik vergeef hem uit liefde tot Jezus
Na een lange en zeer moeizame weg per ambulance komen ze tegen acht uur in het ziekenhuis aan. De dokters verbazen zich erover dat het kind niet aan haar verwondingen is overleden: het hartzakje, het hart, de linker long, het diafragma, de ingewanden, ze zijn allemaal geraakt. Wanneer ze zien dat ze verloren is, roepen ze de aalmoezenier. Maria biecht in volledige helderheid van geest. Vervolgens wordt ze twee uur door de artsen behandeld zonder narcose. Maria klaagt niet. Ze bidt onafgebroken en biedt haar lijden aan de Allerheiligste Maagd, Moeder van Smarten, aan. Haar moeder mag aan haar ziekbed blijven. Maria vindt de kracht om haar te troosten: "Mama, mijn lieve mama, ik maak het goed nu!... Hoe gaat het met de broertjes en zusjes?"
Maria vergaat van de dorst: "Mama, geef me een druppel water." "Arme Maria, de dokter wil het niet, het zou je nog maar meer kwaad doen." Verbaasd vraagt Maria verder: "Hoe is het mogelijk dat ik geen druppel water mag hebben!"
Ze werpt dan een blik op Jezus aan het kruis die eveneens had gezegd: "Ik heb dorst!" en berust. De aalmoezenier van het ziekenhuis staat haar vaderlijk ter zijde. Wanneer hij haar de heilige communie uitreikt stelt hij haar de vraag: "Maria, vergeeft u uw moordenaar van ganser harte?" Ze onderdrukt de weerzin die instinctmatig in haar opkomt en antwoordt dan: "Ja, ik vergeef hem uit liefde tot Jezus... en ik wil dat ook hij met mij in het Paradijs komt... Ik wil hem aan mijn zijde... Moge God hem vergeven, want ik heb hem al vergeven...." In deze gemoedsgesteldheid welke die van Christus zelf op de Kruisberg is, ontvangt ze de Eucharistie en het Heilig Oliesel, sereen, in alle rust en nederigheid, dankzij haar heldhaftige overwinning. Het einde nadert. Men hoort haar roepen: "Papa." Tenslotte treedt ze na een laatste beroep op Maria binnen in de immense vreugde van het Paradijs, op 6 juli 1902, om drie uur 's namiddags.
Bron: abdij@clairval.com en Abbaye Saint-Joseph de Clairval, F-21150 Flavigny-sur-Ozerain, Frankrijk.
18-03-2010
18 maart 2009
18 maart 2010
Jaarlijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Mirjana Dragicevic ter gelegenheid van haar verjaardag:
"Vandaag roep Ik u op om met geheel uw hart en ziel lief te hebben. Bid voor de gave van de liefde, want wanneer een ziel liefheeft, aanroept deze uit zichzelf Mijn Zoon. Mijn Zoon weigert nooit iemand die Hem aanroept en die naar Hem wenst te leven. Bid voor hen die de liefde niet doorgronden, die niet begrijpen wat het betekent om lief te hebben. Bid dat God hun Vader mag zijn en niet hun Rechter. Mijn kinderen, wees Mijn apostelen, Mijn rivier van liefde. Ik heb u nodig. Dank u."
1. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 116]
Hoofdstuk 5. Herodes en Pilatus
Jezus wordt naar Pilatus geleid
De weg van de gruwzame stoet, die Onze Heer van Caïphas naar Pilatus bracht, liep door het drukst bewoonde gedeelte van de stad, waar het thans wemelde van de paasgasten uit het hele land en de talloze vreemdelingen. Van de noordkant van de berg Sion daalde de stoet eerst door een nauwe dalstraat en dan door de stadswijk acra, langs de westzijde van de tempel, tot aan het paleis en het rechthuis van Pilatus, dat bij de noordwestelijke hoek van de tempel tegenover het grote forum of marktplein lag.
Caïphas, Annas en een groot aantal leden van de Hoge Raad openden in plechtig ornaat de stoet. Schriftrollen werden hen achternagedragen. Onder hen volgden vele schriftgeleerden en andere Joden, onder wie de valse getuigen en de vertoornde Farizeeërs, die bijzonder hun best hadden gedaan om onze Heer te beschuldigen. Enkele schreden verder kwam Onze Lieve Heer Jezus, die de bende aan de touwen voerden, terwijl een schare krijgslieden, alsook de zes beambten die bij Zijn gevangenneming aanwezig waren, Hem omringden. Altijd meer gepeupel kwam van alle zijden toegestroomd en liep schimpend en schreeuwend mee in de stoet. Langs de weg stond het volk overal, dicht bij elkaar, toe te kijken.
Jezus droeg als enige kledij zijn naadloze rok, besmeurd met spuugsel en straatvuil. Van Zijn hals ging de lange, zware keten neer, die onder het gaan smadelijk Zijn knieën bezeerde. Zijn handen waren geboeid zoals gisteren en de vier bendeleden hielden Hem weer vast bij de touwen die aan Zijn gordel waren gehecht. Hij was door de mishandelingen, die Hij gedurende de nacht had ondergaan, geheel ontredderd: een wankelend beeld van ellende, met verwoeste baard en haren, met een bleek, bruingevlekt en opgezwollen aangezicht, als gevolg van de slagen. Onder nieuwe hoon en pijnigingen werd Hij thans voortgedreven. Men had veel boeven samen getrommeld om in deze stoet Zijn feestelijke intrede op de Palmdag belachelijk te maken. Men riep Hem spottenderwijze allerlei koningsnamen toe, wierp stenen, stukken hout en smerige vodden vóór zijn voeten, zong schimpliederen en maakte gemene kwinkslagen op Zijn luisterrijke intocht. Trekkend en stotend joegen de beulen Jezus over de hindernissen heen. De hele weg lang werden de mishandelingen voortgezet.
2. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 116]
Preken
Men heeft de wereld lief in plaats van de goede God
Ach, broeders, als men voor de goede God hetzelfde zou doen als voor de wereld, hoeveel christenen zouden er dan naar de hemel gaan! Als ge drie of vier uren in de kerk door zoudt moeten brengen om te bidden, evenveel uren bijvoorbeeld als ge u in de danszaal of in de kroeg vermaakt, hoe lang zou de tijd u vallen! ... Als ge even ver moest reizen om een preek te horen als ge dikwijls reist voor uw genoegens of om uw hebzucht tevreden te stellen, wat een stortvloed van voorwendsels en uitvluchten zou er dan losbarsten, broeders! Maar voor de wereld is niets u teveel. Voor de wereld zoudt ge uw God en uw ziel en de hemel op het spel zetten. Jezus Christus had wel gelijk, broeders, toen Hij zei dat de kinderen van de duisternis meer ijver aan de dag legden in dienst van hun meester, de wereld, dan de kinderen van het licht in de dienst van hun Heer. Helaas, broeders, laten we het tot onze schande bekennen. We schrikken er niet voor terug geld uit te geven en zelfs schulden te maken, als het om onze genoegens gaat. Maar wanneer een arme om een aalmoes vraagt, zijn wij niet thuis. Kijk, voor de wereld heeft men alles over, voor de goede God niets, omdat men de wereld liefheeft in plaats van de goede God.
Vertaling: Chris De Bodt
3. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 116]
Hoofdstuk 17. Overige godsdiensten
Nicky: Geschieden er vele genezingen tijdens Missen en diensten van een andere rangorde als de Rooms Katholieke Missen? Maria: Dit hangt louter af van het feit dat de aanwezigen werkelijk geloven dat Jezus Zelf in het Gewijde Brood huist, of dat ze enkel geloven dat dit symbolisch is. Als er genezingen zijn, zelfs als beschouwen ze de Heilige Communie enkel als een symbool, zijn deze genezingen enkel nep en blijven ze nooit duren, want satan houdt nooit op met het verwarren en misleiden van mensen om hen zo van de ware Jezus weg te houden.
Nicky: Dat zijn er de anderen waar alles zo is verwaterd dat men de Communie niet als iets bijzonders beschouwd, maar net zo beschouwd als het gewone dagelijkse eten van brood. Zijn er daar ook genezingen en heeft het werkelijk enig belang of het ritueel hetzelfde is als dat van de Rooms Katholieke Kerk? Maria: Het heeft belang. Ik voel dat het een Katholieke verering moet zijn, maar tegelijkertijd ben ik er ook overtuigd van Jezus onmetelijke liefde en daarom zal ik nooit honderd procent dit antwoord kunnen bevestigen. Toch is het de Katholieke Mis, wanneer deze heel ernstig wordt genomen en uit de diepte van het hart komt, dat het meest evenwicht en de meeste genezing brengt voor de ziel, de geest en het lichaam.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
4. Film: The Passion of the Christ [2/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
5. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 27: Het Geheim van Vertrouwen [Aflevering 171]
De afbeelding leek op porselein of gips geschilderd te zijn. Het was zo dun als een eierschaal. Niemand kon begrijpen hoe het vastgehouden werd. Het stond daar op een nauwe rand een paar meter boven de grond, met niet eens een barst erin. In het schilderij was Marias donkergroen kleed versierd met een gouden kraag en een helderblauwe mantel bedekte haar hoofd. Haar ogen waren gedeeltelijk neergeslagen, alsof ze luisterde. De uitdrukking van zowel Maria als Jezus was er één van diepe aandacht. Bij momenten leken de Madonnas wangen van rood naar roze te veranderen en terwijl ze vanuit een bepaalde hoek droevig leek, leek ze te lachen als men recht voor haar stond.
Zelfs sceptici moesten toegeven dat het behoud van de structuur en de kleuren van de afbeelding niet makkelijk te verklaren waren, en zelfs de meest hardvochtige toeschouwer moet de genegenheid van Jezus voor Zijn moeder gevoeld hebben doordat één kleine arm rond haar nek geslagen was en de andere haar halslijn vasthield. Er was niets dat de afbeelding raakte, die op eigen kracht leek te blijven staan hoewel ze op dun materiaal geschilderd was. Zelfs vandaag kunnen we nog de schreeuwen horen Leve Maria! Leve Maria!, terwijl de ganse bevolking van naburige steden in vreugdevolle maar plechtige processie kwam toegestroomd.
Binnen de vier maanden, van 27 april tot 14 augustus 1467, werden er op die plaats 171 genezingen en andere mirakels opgetekend.
Het meest opmerkelijke was de daaropvolgende ontdekking dat de afbeelding van Maria identiek was aan de afbeelding die verdwenen was uit een kerk in Scutari, Albanië. Ze verdween voordat ze kon vernietigd worden door de invallende Turken, en de met verstomming geslagen ambtenaren moesten vaststellen dat er aan de muur een lege plaats van 38 bij 43 centimeter was, die exact overeenkwam met de afbeelding die in Genazzano belandde.
Er werd uiteindelijk akte genomen van de zaak door de Heilige Congregatie voor de Riten van het Vaticaan en tenminste één latere paus, Urbanus VIII, ging op die plaats om hulp vragen toen de bedreiging van de pest terug de kop opstak.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
6. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 68]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
De Grote Gemeenschap
De clunisiens hebben ook een ministerie te vervullen in de Kerk, namelijk de geest van gemeenschap en oecumene te verspreiden en moedig arbeiden aan de toenadering en de eenheid van de christenen (samensmelten van de nationale en vrije Kerken, eenheid van de hervormde Kerk met de andere godsdiensten, begrip van het katholieke geloof).
De materiële hulp, een deel van het getuigenis dat de clunisiens moeten geven is nogal radicaal geformuleerd. De goederen behoren niet persoonlijk toe aan de clunisiens, ze moeten klaar staan om ze op te offeren indien nodig: De inwonende Gemeenschap zal de clunisiens inlichten over de dringende noden van het gezamenlijk ministerie.
Om clunisien te zijn volstaat het de constitutie na te leven en nadat de verbintenissen ten aanzien van de inwonende Gemeenschap werden aangenomen onder het Heilig Avondmaal op de laatste dag van het groot jaarlijks colloquium.
Op het einde van de Constitutie staat een "lijst met clunisiens en vrienden van Cluny." De drieënzeventig namen die erin voorkomen geven een bijna volledig beeld van de uitstraling van Taizé toen in het protestantse milieu. Uiteraard worden de vrienden van het eerste uur vernoemd, waaraan vele Zwitserse en Franse dominees werden toegevoegd die de beginnende Gemeenschap leerden kennen en waardeerden (de dominees Jean de Saussure en Roland de Pury bijvoorbeeld). Er zijn ook docenten theologie die een intellectuele waarborg aanbrengen voor een groep die meer en meer op studie gericht is (de docenten Gilleron in Straatsburg, Leenhardt in Genève, Sourp in Parijs). In die tijd maken persartikels nauwelijks gewag van deze Grote Gemeenschap die weldra zal verdwijnen begin 1950, opgeslorpt door de derde-orde van de Eenheid, overkoepeld door Grandchamp.
Vertaling: Broeder Joseph
7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 43]
Woordenboek: Letter C
Caligula [4/4]
In de tweede helft van het jaar 39 trok Caligula als een tweede Alexander naar het noorden met het vijftiende en tweeëntwingste legioen naar de Rijn, volgens de officiële lezing omdat een orakel hem had aanbevolen zijn Bataafse lijfwacht aan te vullen, maar vermoed wordt dat er andere redenen waren: het uitroeien van een groep samenzweerders en het uitschudden van provincialen om de staatskas een wat vrolijker aanzien te geven. In ieder geval voerde Caligula in dat jaar met zijn legioenen een kort aanvalletje op Germanië uit. Het werd een schertsvertoning met in scène gezette aanvallen over de Rijn die door de keizer triomfantelijk werden afgeslagen. De schrijver Tacitus schrijft dat de vader van Brinno, de leider van de Cananefaten "ongestraft de draak stak met de komedie van de expeditie."
Na de winter in Lyon te hebben doorgebracht met het terroriseren, vermoorden en afpersen van rijke Galliërs, trok hij in de lente van het jaar 39 naar de kust, liet de manschappen inschepen en een paar rondjes dicht onder de kust varen. Alles leek erop dat de keizer Brittannië wilde veroveren. Dit alles was in het verhaal van Suetonius tekenend voor de krankzinnigheid van de keizer: "Uiteindelijk, alsof hij de oorlog wilde afronden, zette hij een slagorde neer op het strand langs de kust, met ballisata's [een toestel dat wel lijkt op een abnormaal grote kruisboog, waarmee een zware werpspies kan worden afgeschoten] en andere artillerie.
Plots gaf Caligula de soldaten opdracht hun helmen en zakken met schelpen te vullen en riep hij triomfantelijk: "Ziehier de op de Oceaan veroverde buit." De "schelpenschat" voerde hij in de zomer in triomf naar Rome, alsmede de schepen die bij de invasie waren gebruikt, evenals de "krijgsgevangenen" uit Germanië, waarschijnlijk enkele toevallige voorbijgangers van de manoeuvres aan de Rijn.
Als aandenken aan zijn "overwinning" liet de keizer een hoge vuurtoren bouwen. De plaats waar deze vuurtoren ter ere van Caligula's "overwinning" werd gebouwd, is mogelijk Boulogne-sur-Mer, waar tot in de zeventiende eeuw de restanten van een enorme Romeinse vuurtoren zijn gevonden.
Het bestuur van het rijk, waarvoor Caligula zich nauwelijks interesseerde, werd in het algemeen voortgezet volgens de richtlijnen van Tiberius. Alleen stichtte Caligula ten behoeve van persoonlijke relaties een reeks vazal-koninkrijken in het Oosten: Iudaea met Julius Agrippa, Thracië, Pontus, Bosporus en Armenia minor met de zonen van Cotys, Commagene met Antiochus IV. Ptolemaeus van Mauretanië werd omgebracht en zijn rijk als provincie geannexeerd. Ernstige gevolgen had de eis van Caligula dat zijn beeltenis opgesteld moest worden in de synagogen van de joden. Dit leidde in Alexandrië tot ernstige onlusten, waarbij de joden zich op een oud privilege beriepen. Hun gezantschap onder leiding van Philo moest echter onverrichterzake uit Rome terugkeren. In Jeruzalem moest de Syrische legaat Petronius het beeld van de keizer in de tempel plaatsen. Slechts de onverwachte dood van Caligula voorkwam het uitbreken van een oorlog.
De drukkende belastingen en het algemene gevoel van onveiligheid leidden tot voortdurende samenzweringen. De keizer was dan ook erg op z'n hoede en overal had hij spionnen en verklikkers. Degenen die van samenzwering beticht of zelfs maar verdacht werden, werden onmiddellijk terechtgesteld. In die tijd hadden ook de Christenen het zwaar te verduren. Zij werden zwaar vervolgd. Maar pas toen de praetorianen, onder leiding van Cassius Chaerea en gesteund door de machtige vrijgelatene Callistus, ingrepen, was het lot van Caligula bezegeld. Op 24 januari 41 viel de tiran onder hun zwaarden. Ook zijn vierde vrouw en hun minderjarige dochter werden vermoord. Eén van de samenzweerders was Cornelius Sabinus, wiens vrouw door Caligula misbruikt en publiekelijke vernederd was. Een andere was Cassius Chaerea, die Caligula haatte omdat die zijn hoge, verwijfde stem zo meedogenloos imiteerde. Suetonius schreef dat Caligula's schrikbewind zo'n gruwel was, dat de mensen eerst niet konden geloven dat hij werkelijk dood was. De opvolging van Caligula vormde een probleem. In hun zoektocht naar een nieuwe keizer ontdekten de praetorianen bij toeval, verborgen achter een gordijn, de oom van Caligula: Claudius. Een manke man met een waterhoofd, die last had van zijn maag, een irritante zenuwtrek had en een hinderlijk spraakgebrek. Deze Claudius, kleinzoon van Livia, zoon van Drusus [de broer van Tiberius], broer van Germanicus [de vader van Caligula], zoon van Antonia [de dochter van Marcus Antonius], werd dus de vierde keizer...
Caligula kwam tijdens zijn kort bewind veelvuldig tussen in de politieke en godsdienstige kwesties van de Joden in Judea en Alexandrië. Hij zette Herodes Antipas af als tetrarch van Galilea en verbande hem naar Lyon in Gallië. Hij vertrouwde zijn grondgebied en de tetrarchie van Philippus toe aan zijn vriend Agrippa I, kleinzoon van Herodes de Grote, en gaf hem de titel van koning.
Het geschil tussen Caligula en de Joden nam een godsdienstige tint aan want de vorst was overtuigd dat de Romeinse keizer van goddelijke afkomst was. In zijn ogen was de weigering van de Joden om hem te aanbidden een heiligschennis. In 38 na J.C. barstten hevige rellen tegen de Joden van Alexandrië los, schijnbaar door de keizer zelf aangewakkerd. Ver van een einde te maken aan de uitbarsting beval de gouverneur van Egypte, Flactus, om afbeeldingen van de keizer in de synagogen te plaatsen. Hij beroofde de Joden van Alexandrië ook van hun burgerrechten, wat onwettig was, en liet zelfs de ouden van de Joodse raad in het openbaar geselen. De vervolging duurde meerdere maanden tot in de herfst van 38 na J.C. wanneer Flactus door Caligula werd afgezet en omgebracht. Grieken en Joden van Alexandrië stuurden elk afgevaardigden naar Rome om hun zaak te bepleiten.
De polemist Apion, beroemd vanwege het werk van Flavius Josephus getiteld Tegen Apion leidde de Griekse delegatie terwijl de bekende filosoof Philo van Alexandrië de Joden verdedigde. Maar geen van beide maakte indruk op Caligula. Hij hekelde beide omdat ze twijfelden aan zijn goddelijke afkomst. Het jaar daarop in 39 na J.C. braken rellen uit in Judea. Caligula had juist beslist zijn standbeeld in de Tempel van Jeruzalem te plaatsen. Hij zond zijn orders naar Petronius, gouverneur van Syrië, met het bevel de helft van zijn legioenen in te zetten voor de uitvoering. Als bezonnen man probeerde Petronius een overeenkomst te onderhandelen met de Joodse delegatie, maar tevergeefs.
Dan besloot hij tijd te winnen. Zijn afwachtende houding om het keizerlijk decreet op te leggen stemde Caligula razend en hij zond hem een bode met het bevel zelfmoord te plegen... In januari 41 na J.C. werd Caligula vermoord. Het nieuws van de dood van de keizer werd sneller bekend dan de keizerlijke boodschap met het bevel zichzelf uit de weg te ruimen. De gouverneur van Syrië onthield zich en vergat wijselijk het standbeeld van Caligula in de Tempel van Jeruzalem te plaatsen.
Vertaling: Broeder Joseph
8. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 50]
Het wonder van Offida, Italië [1280]
In plaats van de vrede die Ricciarella gehoopt had te krijgen door haar heiligschennis werd ze dag en nacht geteisterd door schuldgevoelens over haar zonde. Uiteindelijk besloot ze haar zonde op te biechten bij een priester van het klooster van de Heilige Augustinus in Lanciano. Ze ging te biechten bij de prior, Giacomo Diotallevi, iemand uit Offida.
Geknield voor de biecht kon Ricciarella niet spreken door haar tranen. De priester bleef haar vertellen niet bang te zijn en in vrede te zijn, maar ze bleef huilen. Uiteindelijk, nog steeds niet in staat om te spreken over de heiligschennis, vroeg ze de priester om te helpen en hij begon verschillende zonde op te noemen. De priester kwam aan het einde van de lijst met zonden en zag dat Ricciarella nog niet had bekend. Pater Giacomo zei toen: "Ik heb alle zonden genoemd die je kan hebben begaan. Ik zie niet in wat jou fout geweest kan zijn, tenzij je God hebt vermoord."
"Dat is mijn zonde!" zei ze, "ik heb God gedood!" Toen vertelde Ricciarella het verhaal over haar heiligschennis.
Verrast door het verhaal dat uiteindelijk tot hem kwam gaf Pater Giacomo de absolutie aan Ricciarella, en vertelde dat ze in vrede kon leven. Hij liet wel de Hostie direct verwijderen uit de hoop afval.
9. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën
De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.
Profetie 30
Ik zag dat vele pastoors zich ideeën lieten aansmeren die gevaarlijk waren voor de Kerk. Ze bouwden een grote, vreemde en buitensporige kerk. Iedereen werd toegelaten voor het bekomen van de eenheid en gelijke rechten: katholieken, protestanten en sekten van allerlei slag. Dit moest dan de nieuwe Kerk zijn ... maar God had andere plannen.
Vertaling: Chris De Bodt
10. Recente heiligenlevens
Zalige Carlos Manuel Rodriguez [1918-1963] [3/8]
Hoewel Carlos nooit het college afmaakte, ging hij door zelfstudie door met zijn studies en verslond hij boeken. Zijn interesses omvatten kunst, wetenschap, filosofie en godsdienst. Hij ging door met leren en kon alles wat hem geestelijk trof in detail onthouden. Zijn broer Pepe, die een Benedictijns priester werd, zei over Carlos: "Ik heb weinig mensen gekend met zon grote en goede kennis van het geloof als Carlos, een kennis die niet alleen voortkomt uit het lezen, maar komt vanuit een liefde die veel dieper gaat dan de intelligentie."
Carlos studeerde piano en orgel en ging door met de zelfstudie tot hij een voortreffelijk muzikant werd. Hij had een voorliefde voor klassieke muziek. De werken van Mozart en Beethoven, en de Gregoriaanse gezangen hadden een speciale plaats in zijn hart.
Hoewel hij erg virtuoos was, gaf hij nooit te kennen dat hij priester wilde worden, maar er wordt aangenomen dat hij zich realiseerde dat zijn ziekte van darmontstekingen en de voortdurende maagstoornissen dit zouden belet hebben. Het is echter geweten dat hij als kind vaak speelde en dat hij de Mis opdroeg, met zijn zussen als kerkgangers en zijn broer Pepe als misdienaar. Zonder priester te worden was hij toch een apostel voor velen.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
11. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 12]
Woensdag 3 maart: een glimlach
Rond 7 uur in de ochtend, omringd door 3.000 mensen, begeeft Bernadette zich naar de Grot, maar het visioen verschijnt niet. Na schooltijd hoort ze opnieuw de innerlijke uitnodiging van de Dame. Ze begeeft zich naar de Grot en vraagt haar om haar naam. Er volgt alleen maar een glimlach. Pastoor Peyramale herhaalt: "Indien de Dame echt een kapel wenst, dan moet ze haar naam zeggen en de rozelaar van de Grot doen bloeien."
Donderdag 4 maart: de langverwachte dag!
De groeiende menigte [ongeveer 8.000 mensen] verwacht een mirakel op de laatste dag van deze twee weken. Het visioen blijft stilzwijgend. Pastoor Peyramale blijft bij zijn voorwaarde. Gedurende drie weken gaat Bernadette niet naar de Grot. Zij voelt die onweerstaanbare uitnodiging niet langer.
12. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 8
Deze interne en vreemde oorlogen zullen enorme opofferingen, blasfemieën, schandalen en oneindig kwaad vergen, door de invallen die zullen geschieden in de Kerk.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Ontdekking te Nazareth [3/4]
Onlangs werd er in Nazareth een huis uit de tijd van Jezus ontdekt,op de plek waar de stichting Maria van Nazareth op het moment bezig is met de bouw van een internationaal multimediaal centrum toegewijd aan Maria. Jezus, Maria en Jozef moeten het huis hebben gekend. Om van deze ontdekking, de omstandigheden en de omvang beter te begrijpen, heeft ZENIT Olivier Bonnassies, uitvoerend directeur van de organisatie, geïnterviewd.
ZENIT: de bekendmaking van de ontdekking van een huis in Nazareth uit de tijd van Jezus door Israëlische archeologen van de Israel Oudheden Autoriteit, heeft zich over de wereld verspreid. In welke omstandigheden heeft dit plaatsgevonden? Zijn daar voorbeelden van? O. Bonnassies: Er is een zeer mooi voorbeeld, in Nazareth zelf: toen de Zusters van Nazareth zich in de negentiende eeuw vestigden, kochten ze een terrein dat lokaal bekend stond als het "Graf van de Rechtvaardige," maar er was niets dat duidde op de waarheid van die traditie. De zusters geloofden zelfs dat men dit zei om de prijs van de grond duurder te kunnen verkopen! Maar enkele tientallen jaren later, viel de grond die een zuster bewerkte plotseling onder haar weg en zij viel een verdieping naar beneden. Er werd een kelder zichtbaar, die bleek uit de tijd van de kruisvaarders te zijn. De gewaarschuwde onderzoekers zijn aan het werk gegaan met afgraven, omdat elementen uit de kruistochten meestal zijn gebouwd op Byzantijnse resten, die zelf weer voor een belangrijk deel gebouwd zijn op resten uit de eerste eeuw. De lokale opgravingen die men vandaag kan bezoeken (op aanvraag bij de Zusters van Nazareth!) zijn werkelijk indrukwekkend en vier niveaus zijn vrij gelegd, met huizen, waterreservoirs, mikves [rituele baden], een Romeinse straat waaronder zich een prachtig vorstelijk graf uit de eerste eeuw bevindt, uitgehold in de rost en afgesloten door een ronde steen. Er was hier dus zeker een "Graf van de Rechtvaardige" en dat zou heel goed het graf van Jozef kunnen zijn, de Rechtvaardige [Mt. 1, 19], waardig voor een prins uit het koninklijk huis van David. Men heeft er overigens ook aardewerk uit de eerste eeuw gevonden..
ZENIT: Hoe weet met dit zeker? O. Bonnassies: Er zijn geen formele bewijzen, maar aan het begin van het project "Maria van Nazareth" is men begonnen met een gebed tot de heilige Jozef op het Graf van de Rechtvaardige, en het werd direct verhoord! Dit graf is het derde dat gevonden is in het opgravingterrein.
ZENIT: Dus Jezus heeft het huis gekend dat nu ontdekt is? O. Bonnassies: Jezus heeft hier het essentiële deel van zijn eerste dertig jaar van zijn leven doorgebracht zoals het evangelie aangeeft. Men kan zich geen moment voorstellen dat hij dit huis niet zou hebben gekend, zo vlakbij de plaatsen uit zijn eigen leven. Jezus, Maria en Jozef hebben het huis gekend.
Met dank aan Marieke
14. Ongeschonden lichamen: Maria Goretti [3/7]
Doe dat niet... Het is een zonde!
Door het contact met de familie Goretti zijn er in Alessandro enige religieuze gevoelens ontwaakt. Hij bidt soms de rozenkrans in het gezin mee; op feestdagen woont hij de mis bij en gaat zelfs van tijd tot tijd te biechten. Toch doet hij de onschuldige Maria oneerbare voorstellen die zij aanvankelijk niet begrijpt. Vervolgens is het meisje, dat een vermoeden krijgt van de perversiteit van de jongen, op haar hoede en weert zowel de vlijerij als de dreigementen van zich af. Ze smeekt haar moeder haar nooit meer alleen in huis te laten, maar durft haar niet de ware redenen van haar angst uit de doeken te doen. Want Alessandro heeft haar gewaarschuwd: "Als je iets tegen je moeder zegt, maak ik je dood." Ze kan slechts in het gebed haar toevlucht zoeken. Daags voor haar dood vraagt Maria nog in tranen aan haar moeder om haar niet alleen te laten. Daar ze geen andere verklaring krijgt, denkt mevrouw Goretti nog dat het een gril is en schenkt geen aandacht aan de herhaalde smeekbede.
Op 5 juli 1902 worden de tuinbonen gedorst op de dorsvloer, zo'n veertig meter van het woonhuis vandaan. Alessandro bestuurt een kar die wordt getrokken door ossen en laat die om en om draaien op de bonen die op de grond liggen. Tegen drie uur, wanneer Maria alleen in huis is, vraagt Alessandro: "Assunta, zou u even de ossen van mij willen overnemen?" De vrouw die niets vermoedt, doet dat. Maria zit op de drempel van de keuken en verstelt een hemd dat Alessandro haar na het eten had gegeven en past tegelijk op haar kleine zusje, Teresina, die vlak bij haar ligt te slapen.
"Maria!" Roept Alessandro. "Wat wil je?" "Ik wil dat je met me mee komt." "Waarom?" "Kom met me mee!" "Zeg wat je van me wilt, anders ga ik niet met je mee."
Vanwege haar weerbarstigheid grijpt de jongeman haar met geweld bij de arm en sleept haar de keuken in en doet de deur achter zich op slot. Het kind schreeuwt, maar het geluid dringt niet tot buiten door. Daar zijn slachtoffer niet wil zwichten, knevelt Alessandro haar en zwaait dreigend met een mes. Maria beeft maar bezwijkt niet. Woedend probeert de jongeman haar de kleren van het lijf te rukken. Maria bevrijdt zich van de prop in haar mond en roept: "Doe dat niet...Het is een zonde... Je komt in de hel!" De ellendeling die zich weinig om Gods oordeel bekommert heft zijn wapen op: "Als je niet wilt, maak ik je dood."
Doordat ze zich blijft verzetten, doorboort hij haar met messteken. Het kind roept uit: "Mijn God! Mama!" en valt op de grond neer. Omdat hij denkt dat ze dood is, smijt de moordenaar zijn mes weg en opent de deur om weg te vluchten, maar hoort dan dat ze nog kermt. Hij keert op zijn schreden terug, raapt zijn wapen op en doorboort haar opnieuw van boven tot onder, klimt dan naar boven naar zijn kamer en sluit zich daar op. Maria heeft veertien ernstige verwondingen opgelopen...ze is bewusteloos.
Teresina die door het lawaai wakker is geworden, slaakt een ijle kreet die mevrouw Goretti hoort. Zij vraagt geschrokken aan haar jonge zoon Mariano: "Ga vlug Maria halen, zeg dat Teresina haar roept." Op dat moment loopt Jean Serenelli de trap op en bij het aanschouwen van het verschrikkelijke tafereel dat hem onder de ogen komt, roept hij luid: "Assunta en ook jij, Mario, kom hier!" Mario Cimarelli, een werkman op de boerderij, klimt met vier treden tegelijk de trap op. De moeder komt op haar beurt ter plekke aan: "Mama!" kreunt Maria die weer bij kennis is gekomen, "Wat is er gebeurd? Alessandro wilde me kwaad doen!" De dokter wordt geroepen en ook de gendarmes die op tijd komen om de buren te beletten in hun opgewondenheid Alessandro terstond ter dood te brengen.
Bron: abdij@clairval.com en Abbaye Saint-Joseph de Clairval, F-21150 Flavigny-sur-Ozerain, Frankrijk.
16-03-2010
16 maart 2010
16 maart 2010
1. Medjugorje: statistieken februari 2010
Aantal heilige communies: 25.000 Aantal concelebrerende priesters: 623 [22/dag]
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 115]
Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas
Judas vertwijfeling
Toen ging er iets ontzettends in hem om. Hij was geheel verward en de duivel fluisterde in zijn oor: "Hier, over de Cedron, kwam ook David gevlucht voor Absalom, en Absalom stierf, hangend aan een boom." Ook van u heeft David gezongen: "zij hebben goed met kwaad vergolden, een harde rechter zal hij hebben, satan zal aan zijn zijde staan, recht van hem, elk gericht over hem zal er een zijn van verdoemenis en weinige dagen zal hij leven en zijn ambt zal naar een ander overgaan. De Heer zal de boosheid van zijn vaderen en de zonden van zijn moeder voortdurend indachtig zijn, terwijl hij zonder erbarmen de arme vervolgd en de benadrukte gedood heeft. Hij heeft de vloek liefgehad en nu zal de vloek hem overkomen. Hij trok de vloek aan zoals een kleed om zijn leden, als een gordel die hem eeuwig bindt!"
Op zon verschrikkelijke wijze door zijn geweten gekweld, was Judas tot bij een woeste plaats gekomen, waar niemand hem zien kon. Een plaats vol modder, vuilnis en puin, tussen de zuidkant en de oostkant van Jeruzalem, aan de voet van de berg der Ergernissen. Herhaaldelijk weerklonk uit de stad een luid rumoer en de duivel blies Judas in: "Nu wordt gij naar de dood gevoerd. Gij hebt Hem verkocht en weet wat er in de Wet geschreven staat: Wie van zijn broeders uit de kinderen van Israël een ziel heeft verkocht en daarvoor een prijs heeft ontvangen, zal de dood sterven! Maak er een einde aan, ellendeling. Maak er een einde aan!" Toen nam Judas radeloos zijn gordel en verhing hij zich aan een boom, die daar neerstammig opschoot, in een diepte. En het lichaam van de gehangene barstte open. Zijn ingewanden stortten neer ter aarde.
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 115]
Preken
Routine-geloof
O God, wat een verblinding heerst er onder ons! Vervloekt zij bovenal de zonde van de schijnheiligheid! Zij sleept de zielen naar de hel met de daden, die hen, als ze goed en oprecht gesteld waren, rechtstreeks naar de hemel zouden leiden. Jammer genoeg blijkt een groot deel van de Christenen zichzelf niet te kennen en doen ze ook geen moeite om zichzelf te leren kennen. Men volgt zijn dagelijkse sleur, zijn routine, en men wil geen rede verstaan. Men is blind en men loopt in den blinde. Wanneer een priester hun inzicht wil geven in hun toestand, luisteren ze niet naar hem of, als ze naar hem schijnen te luisteren, reageren ze er niet op. Is dat niet, broeders, de ongelukkigste toestand die je je voor kunt stellen en misschien ook de gevaarlijkste?
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 115]
Hoofdstuk 17. Overige godsdiensten
Nicky: Bevinden er zich mensen in de Hemel die tijdens hun leven nooit een Kerk zijn binnengegaan? Maria: Natuurlijk bestaan ze! Als een persoon leeft met een zuiver geweten, steeds probeert lief te hebben en zijn naaste bijstaat, zal hij met God in de Hemel zijn. God heeft deze lief en zegent deze die nooit toegang hadden tot Hem terwijl ze toch liefhadden en het leven beschermden, de grootste van alle gaven.
Nicky: Wat moeten mensen van andere godsdiensten, die nooit de gebeden hebben geleerd die u hebt opgesomd, doen om de Arme Zielen binnen hun familie te helpen? Maria: Het is geen kwestie van door de Katholieke Kerk erkende gebeden, het is eerder een zaak van het hart. Zo kunnen zij hun liefde en vergiffenis tot hen uitbreiden en eveneens goede dingen doen voor hen. Alleen maar met het Onze Vader en het Weesgegroet zullen ze reeds grote dingen kunnen doen voor hun aanverwanten in het Vagevuur en op deze wijze ook hun hulp als wederdienst verkrijgen. Herinner u dat het enige gebed dat Jezus ons heeft gegeven, het Onze Vader is. Maar uiteraard moeten we Gods liefde in alles laten blijken. Zo simpel en eenvoudig is het, en hoeveel mensen doen dit nog vandaag? En met de tijd zullen ze ook naar andere gebeden uitkijken. Dit zijn enkel schetsen, zou men kunnen zeggen, van wat uit onze harten moet komen voor onze naasten, onze overleden vrienden en aanverwanten.
Opnieuw, dit alles is niet iets wat de geest, maar het hart aanbelangt. Het is nooit het gebrek aan intelligentie dat iemand heeft gedood, maar het gebrek aan liefde. Gebrek aan liefde doodt elke minuut, dag en nacht. Het leven wordt niet heilig en genezingen vinden niet plaats met onze geest, maar met ons hart en onze liefde.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Film: The Passion of the Christ [1/12]
The Passion of the Christ vertelt de laatste 12 uren uit het leven van Jezus van Nazareth. Het verhaal begint in de Tuin der Olijven waar Jezus staat te bidden na het Laatste Avondmaal. Jezus weerstaat hier voor de eerste maal aan de verleidingen van de Duivel. Door Judas verraden, wordt Jezus gearresteerd en naar Jeruzalem gebracht waar hij beschuldigingen naar het hoofd geworpen krijgt van de Farizeeërs. Hij wordt veroordeeld tot de doodstraf op grond van blasfemie.
Jezus wordt voor Pilatus gebracht, de Romeinse gouverneur van Palestina. Pilatus hoort de beschuldigen van de Farizeeërs aan. Wanneer Pilatus met dit politiek conflict geconfronteerd wordt, weet hij niet wat te doen en richt hij zich tot Koning Herodus. Maar Herodus komt al snel terug bij Pilatus terecht, die het volk laat beslissen over Jezus' lot. Het volk moet kiezen tussen Jezus en de misdadiger Barrabas. Het volk kiest ervoor om Jezus te veroordelen en Barrabas de vrijheid te schenken.
Hierna wordt Jezus overgeleverd in de handen van Romeinse soldaten die Hem folteren. Nauwelijks herkenbaar door de folteringen wordt Jezus opnieuw voor Pilatus gebracht, die Hem opnieuw voor het volk brengt en vraag of Hij nu nog niet genoeg geleden heeft. Het antwoord is nee. Pilatus trekt zijn handen van de hele kwestie en beveelt zijn mannen te doen wat het volk wenst. Jezus krijgt zijn kruis in de handen geduwd en wordt bevolen zelf het kruis te dragen door de straten van Jeruzalem tot op de berg Golgotha waar de kruisiging zal plaatsvinden...
Op 25 februari 2004 is de film in de Verenigde Staten in première gegaan [Aswoensdag, het begin van de Veertigdagentijd]. Dit drama uit 2004 duurt 186 minuten en staat onder regie van Mel Gibson. Acteurs zijn onder meer Jim Caviezel, Paia Morgenstern, Monica Belluci, Hristo Jivkov, Hristo Shopov, Rosalinda Celentano en Mattia Sbragia.
6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 27: Het Geheim van Vertrouwen [Aflevering 170]
Twee jaar later was er een heel spectaculair geval in Genazzano, Italië. Op 25 april 1467 hoorde een menigte die op het Piazza de Santa Maria voor een jaarlijks festival was samengekomen, nabij een verwaarloosde kerk die was toegewijd geweest aan O.L.V. van Goede Raad, ongewone muziek.
De engelachtige muziek leek uit de lucht te komen. De menigte werd stil en staarde naar boven. "Ver boven de hoogste huizen, boven de torenspitsen van de kerk en de hoge kasteeltorens aanschouwden ze al gauw een mooie witte wolk die in elke richting heldere lichtstralen uitschoot, te midden van de hemelse muziek en een schittering die de zon verduisterde," schreef Monseigneur George F. Dillon, een latere missionaris. "Ze daalde geleidelijk aan neer, en, tot hun verbazing, bleef uiteindelijk hangen op het verste deel van de onvoltooide muur van de kapel van de H.Biagio."
Plots begonnen de klokken in de hoge klokkentoren die voor hun ogen stond te luiden, hoewel ze zagen en wisten dat ze niet door een menselijke hand werden aangeraakt. En dan begonnen alle kerkklokken in de stad eenstemmig te antwoorden met klokgelui dat net zo feestelijk klonk. De menigte stond er als betoverd bij, in verrukking, en toch vervuld met een heilig gevoel. Het plein vulde zich met ijverige haast. Ze drongen rond de plek waar de wolk bleef hangen. Geleidelijk aan begonnen de lichtstralen te verdwijnen, de wolk begon weg te trekken, en dan, tot hun verbazing, bleef er een ongelooflijk mooi voorwerp achter.
Het was een afbeelding van O.L.V. die het Goddelijk Kindje Jezus in haar armen hield, en ze leek naar hen te glimlachen en te zeggen: "Wees niet bang. Ik ben jullie moeder, en jullie zijn en blijven mijn geliefde kinderen."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 67]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
De Grote Gemeenschap
De jonge Gemeenschap probeerde haar identiteit nog te vinden. "De inwonende Gemeenschap is bezig haar regel te beleven alvorens ze te codificeren," zei Max Thurian toen. Ze bleven bij de voorschriften in de Notes explicatives van 1941.
Daartegen kreeg de Grote Gemeenschap of derde-orde zoals toen werd gezegd een definitieve constitutie in 1948. Deze constitutie werd nooit gepubliceerd maar verspreid onder de leden en onder de vrienden van Cluny en sommige katholieke en protestantse prominenten.
De Grote Gemeenschap is beschreven in die constitutie als een geestelijke familie die het belang van een profetisch getuigenis begrepen hebben (zoals door de Gemeenschap van Cluny-Taizé beleefd). Er wordt dan gerefereerd naar Port-Royal: "Men is van Cluny zoals men van Port-Royal was, in de grootste innerlijke vrijheid, de vurige verbintenis en de meest getekende geest."
Dit principe wordt vertaald door concrete verbintenissen: een of twee getijden dagelijks bidden, één van geest met de inwonende Gemeenschap met gebruik van LOffice de lEglise universelle, geestelijk begeleid worden door een van de leden, biechten bij een dominee van de hervormde Kerk of in de Gemeenschap, deelnemen aan het jaarlijkse groot colloquium (van de derde vrijdag van juli tot de maandag daarop), een jaarlijkse retraite volgen in Taizé, de Introduction à la vie communautaire herlezen om steeds in staat te zijn sommige aspecten van het leven, de roeping en het ministerie van de inwonende uit te leggen.
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 42]
Woordenboek: Letter C
Caligula [3/4]
Abnormaal fel was het seksuele leven van Caligula. Reeds als jongen onderhield hij intieme relaties met allerlei vrouwen en pleegde hij incest met zijn drie zussen. Hij zocht informatie over alle rijke vrouwen in Rome en als hij zich ertoe geneigd voelde, liet hij ze naar zich toebrengen. Hij liet zelfs een bordeel openen in zijn paleis! Wettig gehuwd was hij viermaal: in 33 na Chr. huwde hij Claudia, de dochter van Marcus Junius Silanus, maar deze stierf in 36 na Chr. in het kraambed. In 38 na Chr. nam hij Livia Orestilla, de echtgenote van Gaius Calpurnius Piso, tot vrouw, maar hij verstootte haar na korte tijd. In 39 na Chr. huwde hij Lollia Paulina, de vrouw van Memmius Regulus, en joeg haar terstond weer weg. Hij maakte de zeven jaar oudere Milonia Caesonia tot zijn vierde vrouw in 39 na Chr., toen ze al zwanger was. Deze sensuele en immorele vrouw was een uitstekende gelijke voor hem.
Caligula had ook seksuele relaties met mannen zoals de pantomimeacteur Mnester, Valerius Catullus en Marcus Aemilius Lepidus. Deze laatste was getrouwd met Drusilla, de zus van Caligula en had ook relaties met Caligula's andere zussen. Caligula dwong Drusilla ertoe om bij hem als zijn vrouw te wonen en zo het geloof van de Egyptische farao's te volgen. Het wordt gezegd dat Caligula niet kon wachten op de geboorte van zijn "goddelijk" kind, toen Drusilla zwanger werd. Beweerd wordt dat hij haar ontdeed van haar ingewanden om het kind uit haar baarmoeder te halen. Of dit nu waar is of niet, Drusilla stierf en Caligula liet haar vergoddelijken. Hij liet zijn twee andere zussen [Livilla en Agrippina de jonge] en Nero's moeder verbannen naar een eiland en liet hun goederen in beslag nemen.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 49]
Het wonder van Offida, Italië [1280]
Ze was radeloos op zoek naar en manier om het bewijs van haar Heiligschennis te laten verdwijnen. Ze pakte een linnen tafelkleed versierd met zijde en kant en wikkelde het om de tegel en de bloederige Hostie. Ze nam het gewikkeld naar buiten, naar de stal en verborg het op de plek waar de afval van het huis en het vuil van de stallen werd verzameld.
Die avond toen haar man Giacomo met zijn paard de stal naderde, weigerde het dier naar binnen te gaan. Dit was in strijd met zijn gewoonlijk meegaande houding. Het beest bleef weigeren ondanks zware straffen van zijn meester. Uiteindelijk gaf het dier toe, maar het beest ging wel zijwaarts naar binnen, zodat het de hoop afval kon zien. Het paard viel uiteindelijk op zijn knieën. Giacomo werd woedend over wat hij zag en beschuldigde zijn vrouw dat zij een vloek had uitgesproken over de stal zodat het paard niet naar binnen durfde. Ricciarella ontkende dit natuurlijk en bleef stil over de werkelijk oorzaak.
Het Heilig Sacrament bleef zeven jaar lang verborgen tussen het afval en al die tijd gingen de dieren zijwaarts in en uit de stal, alsof ze eerbied toonden aan de hoop afval.
10. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën
De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.
Profetie 29
Heel slechte tijden komen eraan wanneer ongelovigen vele mensen op een dwaalspoor zullen zetten. Een grote verwarring zal het gevolg zijn. Ik zag eveneens een gevecht. De vijanden waren veel talrijker, maar een klein leger van gelovigen sloeg hele rijen vijandige soldaten neer. Tijdens dit gevecht stond de Heilige Maagd op een heuvel, uitgerust in wapenkledij. Het was een verschrikkelijke oorlog en op het einde bleven er slechts enkele vechters voor de rechtvaardige zaak over, maar zij hadden wel de overwinning op hun hand.
Vertaling: Chris De Bodt
11. Recente heiligenlevens
Zalige Carlos Manuel Rodriguez [1918-1963] [2/8]
Op zesjarige leeftijd begon Carlos naar school te gaan. Hij ging naar de katholieke school van Caguas. Daar ontwikkelde hij speciale vriendschappen met zijn leerkrachten, de Zusters van Notre Dame, maar ook met de pater Redemptorist van wie hij zijn religieuze en humane opvoeding kreeg. Zijn eerste communie markeert het begin van een liefde die een heel leven lang zou duren. Hij werd misdienaar en ontwikkelde een voorliefde voor de sacrale liturgie. Hij maakte de achtste graad op school af als eerste van de klas en kreeg niet alleen de eerste prijs voor zijn schoolprestaties, maar ook een speciale prijs voor godsdienst.
Tijdens het eerste jaar van zijn hogere studies op de Gautier Benitez Hogeschool in Caguas ondervond Carlos de eerste symptomen van verzwerende dikke darmontsteking. De ziekte zou geleidelijk aan verergeren, tot het ten slotte zijn leven zou eisen. Carlos kon het tweede jaar aan de hogeschool niet afmaken omdat hij door zijn ziekte de lessen niet kon bijwonen. Hij slaagde erin het jaar af te maken door een zelfstudieprogramma, gesponsord door het Departement Onderwijs in Caguas. Hij bracht zijn derde jaar door in het College van Perpetuo Socorro in San Jose. Later sloot hij weer aan in de hogeschool van Gautier Benitez. Daar studeerde hij af in 1939, nadat hij commerciële en algemene programmas had afgewerkt. Om in zijn onderhoud te voorzien werkte Carlos als bediende, maar zijn grootste interesse ging uit naar het bekend en geliefd maken van het apostolaat van Christus, zoals hij het kende en liefhad.
Carlos probeerde studies te volgen aan de universiteit van Puerto Rico. Hij miste veel lessen omwille van gezondheidsredenen. Desondanks waren zijn resultaten zo buitengewoon, dat een professor [Mw. Adrian Ramos Mimoso] zich afvroeg hoe het kwam dat hij het zo goed deed tijdens de examens. Eén van Carlos vroegere medestudenten onthulde eens dat hij Carlos tijdens diens lange afwezigheden uitleg gaf over gemiste leerstof. Toen hij testen aflegde over deze leerstof, kreeg Carlos een A. De medestudent niet. Jammer genoeg moest Carlos door ziekte zijn studies na één jaar opgeven.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
12. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 11]
Zondag 28 februari: boete
Meer dan 1.000 mensen wonen de extase bij. Bernadette bidt, kust de grond en kruipt op haar knieën als teken van boete. Daarna wordt ze bij rechter Ribes gebracht, die dreigt haar gevangen te nemen.
Zondag 1 maart: eerste wonder
De menigte is aangegroeid tot 1.500. Voor de eerste keer is er een priester bij. Heel vroeg in de morgen ging Catherine Latapie uit het naburige Pouyferré naar de Grot, stak haar verlamde arm in het water van de bron en kon onmiddellijk arm en hand opnieuw gebruiken.
Dinsdag 2 maart: een boodschap voor de priesters
De menigte is nog aangegroeid. De Dame zegt haar: "Ga aan de priesters zeggen dat men in processie naar hier moet komen, en dat men hier een kapel moet bouwen." Bernadette spreekt er over met E.H. Peyramale, de pastoor van Lourdes. Deze wil maar één zaak weten: de naam van de Dame. Daarnaast wil hij een bewijs: de rozelaar [eglantier] bij de Grot in volle winter doen bloeien.
13. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 7
Ik zie in God dat een lange tijd voor de opkomst van de antichrist, de wereld zal worden geteisterd door vele bloedige oorlogen. Mensen zullen opstaan tegen mensen en landen tegen landen, soms verenigd, soms vijanden in hun gevecht tegen dezelfde partij. Legers zullen elkaar treffen en de wereld vullen met moord en bloedbaden.
Vertaling: Chris De Bodt
14. Ontdekking te Nazareth [2/4]
Onlangs werd er in Nazareth een huis uit de tijd van Jezus ontdekt, op de plek waar de stichting Maria van Nazareth op het moment bezig is met de bouw van een internationaal multimediaal centrum toegewijd aan Maria. Jezus, Maria en Jozef moeten het huis hebben gekend. Om van deze ontdekking, de omstandigheden en de omvang beter te begrijpen, heeft ZENIT Olivier Bonnassies, uitvoerend directeur van de organisatie, geïnterviewd.
ZENIT: De bekendmaking van de ontdekking van een huis in Nazareth uit de tijd van Jezus door Israëlische archeologen van de Israel Oudheden Autoriteit, heeft zich over de wereld verspreid. In welke omstandigheden heeft dit plaatsgevonden? Wat is er zoal ter plaatse gevonden? O. Bonnassies: Het meest interessante dat gevonden is, zijn grote aantallen aardewerk en porseleine scherven die alle dateren uit de Hellenistische tijd ( tussen 300 en 67 voor Christus) en uit de laat Romeinse periode (van 67 voor Christus tot de eerste eeuw na Christus). Ook bijzonder zijn de resten van de muren van een huis uit diezelfde perioden dat bestond uit meerdere kleine kamers en een binnenplaats. Zeer interessant zijn de stenen keukengebruiksvoorwerpen, karakteristiek voor gelovige joodse families vanwege de rituele regels voor reinheid (vgl. artikel Mishna Kelim). Er waren al veel elementen in Nazareth die getuigenis gaven van het bestaan van een kleine joodse nederzetting in de tijd van Christus, maar tot nu toe waren er nooit resten van een huis gevonden. En deze is nog geen honderd meter verwijderd van de plek van de Maria-Boodschap!
ZENIT: Deze afgravingen bevinden zich dus duidelijk op een zeer speciale plek! O. Bonnassies: Het is iets dat wij niet meteen hebben bemerkt, maar het toekomstige Internationale Centrum Maria van Nazareth zal zich bevinden in het midden van een klein oppervlak van driehonderd meter in het vierkant, die volgens de Traditie het hart vormt van het historisch leven van Jezus en de Heilige Familie, gedurende 30 jaar in Nazareth: tussen het huis van Maria, de werkplaats van Josef, de Synagoge, het Graf van de Rechtvaardige, vaak toegeschreven aan Jozef.
ZENIT: Kunt u in het kort iets zeggen over deze plaatsen en de opgravingen die men heeft gedaan? O. Bonnassies: De belangrijkste plek in Nazareth is ongetwijfeld de grot van Maria-Boodschap, uitgehold in de rots, die volgens de Traditie van de Kerk de plek is waar de Engel Gabriel de boodschap bracht aan de Maagd Maria. Boven deze heilige locatie heeft men de Basiliek Maria Boodschap gebouwd, het hart van Nazareth en zijn mysterie. "De Engel kwam bij haar binnen," verhaalt het Evangelie. Het huis van Maria staat met drie muren tegen de rost aan gebouwd, zoals zoveel huizen in Galilea, en zoals het huis dat net ontdekt is: de delen uitgehakt uit de rots, gebouwd op de rots als in het Evangelie, zijn degelijk, het is koel in de zomer en behaaglijk in de winter. De fundamenten van de muur waarvoor de rots uitgehakt is, zijn leeg. Men heeft ook een tiental waterbakken gevonden uitgehakt uit de rots in de buitenrand, die de zorg toont die er altijd was om zuinig en goed met het gebruik van water om te gaan. Het niveau van de eerste eeuw is zichtbaar tot aan de buitenzijde van de Basiliek. Vader Bagatti, die voor de Franciscanen de opgravingen leidde in de jaren zestig, heeft twee werken gepubliceerd over de opgravingen in Nazareth. Men heeft er kleine aantallen porselein teruggevonden uit de eerste eeuw en veel andere uit de derde eeuw. Een aflevering van De Wereld van de Bijbel is gewijd aan Nazareth en vat dit alles samen.
ZENIT: En wat zijn de andere archeologische vondsten die honderd meter daar vandaan gevonden zijn, onder de Kerk van Sint Jozef? O. Bonnassies: Men heeft onder de Sint Jozefkerk rituele baden gevonden, die niet gemakkelijk te dateren zijn, maar duidelijk erg oud zijn. Een mondeling traditie wijst het gebied toe aan Sint Jozef, omdat daar de werkplaats van Jozef zou zijn geweest. Dit mag een zwakke indicatie zijn, maar het is echt nodig om voorzichtig te oordelen over lokale mondelinge tradities. Mgr. Marcuzzo, Latijnse bisschop in Nazareth, die het project "Maria van Nazareth" begeleidt, herinnert ons er vaak aan dat deze tradities serieus gewicht hebben en nog nooit door de archeologie ontkracht zijn. In tegendeel, de opgravingen hebben ze altijd bevestigd.
Met dank aan Marieke
15. Ongeschonden lichamen: Maria Goretti [2/7]
Ik wil Jezus
Maria dorst naar de dag waarop ze de heilige Eucharistie zal ontvangen. Naar de gewoonte van die tijd moet ze wachten tot ze elf jaar is. "Mama, vraagt ze op een dag, wanneer zal ik mijn communie doen?... Ik wil Jezus. Hoe wil jij je communie doen? Je kent je catechismus niet, je kan niet lezen, wij hebben geen geld om de jurk te kopen en de schoenen en de sluier en we hebben geen moment vrij. Mama, ik zal dus nooit mijn Eerste Communie doen! Maar ik wil niet meer zonder Jezus! Maar wat moet ik daar aan doen? Ik wil niet dat je je communie doet zonder te weten wat het inhoudt." Maria vindt uiteindelijk een manier om zich voor te bereiden met de hulp van iemand uit de omgeving. Het hele dorp komt haar te hulp om het communiecantje van de nodige kleren te voorzien. Ze ontvangt de Eucharistie op 29 mei 1902.
Het Engelenbrood verhoogt in Maria de liefde voor de zuiverheid en maakt dat ze het besluit neemt tot iedere prijs de engelendeugd te bewaren. Nadat ze op een dag een onfatsoenlijke woordenwisseling tussen een jongen en een van diens vriendinnen had beluisterd, zei ze verontwaardigd tegen haar moeder: "Mama, wat praat dat meisje lelijk! Pas goed op dat je nooit aan dergelijke gesprekken deelneemt. Ik moet er niet aan denken, mama.; ik ga nog eerder liever..." maar het woord 'dood' komt haar niet over de lippen. Een maand later zal de stem van haar bloed de zin afmaken...
Toen hij in dienst trad bij graaf Mazzoleni, deed hij dat in samenwerking met Jean Serenelli en zijn zoon, Alessandro. Beide gezinnen wonen in gescheiden appartementen maar delen dezelfde keuken. Luigi zal het weldra betreuren dat hij en Jean Serenelli, een personage dat in alles anders is als de zijne, een drinker die zich uitdrukt zonder enige terughoudendheid, zo dichtbij elkaar wonen. Na de dood van haar man komen Assunta en haar kinderen onder het juk van de despotische familie Serenelli. Maria, die de situatie doorzien heeft, doet haar best haar moeder tot steun te zijn: "Houd goede moed, mama, wees niet bang, wij worden groter. Het is al goed als we van Onze-Lieve-Heer gezond mogen blijven. De Voorzienigheid zal ons te hulp komen. Strijden zullen we, strijden!"
Daar ze voortdurend in het veld is om in de behoeften van haar kinderen te voorzien, heeft mevrouw Goretti de tijd niet om zich met het huishouden te belasten, noch om zich bezig te houden met het godsdienstig onderricht van de kleinsten. Maria zorgt naar beste vermogen overal voor. Bij de maaltijden gaat ze pas zitten als ze iedereen heeft bediend en neemt voor zichzelf slechts hetgeen overblijft. Haar dienstbaarheid strekt zich ook uit tot het gezin Serenelli. Jean, wiens echtgenote is overleden in het psychiatrisch ziekenhuis van Ancona, houdt zich van zijn kant nauwelijks bezig met zijn zoon, Alessandro, een uit de kluiten gewassen kerel van negentien jaar die er genoegen in schept zijn kamer te behangen met onzedige afbeeldingen en het lezen van slechte boeken. Op zijn sterfbed heeft Luigi Goretti het gevaar van het gezelschap van de Serenelli's voor zijn kinderen voorvoeld en tegenover zijn echtgenote heeft hij bij herhaling gezegd: "Assunta, keer terug naar Corinaldo!" Jammer genoeg heeft Assunta schulden en is contractueel gebonden aan de pacht.
Bron: abdij@clairval.com en Abbaye Saint-Joseph de Clairval, F-21150 Flavigny-sur-Ozerain, Frankrijk.
16. Info Wereldjongerendagen Madrid 2011
15-03-2010
15 maart 2010
15 maart 2010
1. Medujugorje: portret van kardinaal Ruini, hoofd van de onderzoekscommissie
Rome Reports TV News Agency, 12 maart. De Paus heeft een van zijn meest trouwe medewerkers aan het hoofd geplaatst van een commissie rond Medjugorje. Kardinaal Camillo Ruini, die bekend staat als een werker en een discreet persoon, antwoordde op de vraag hoe hij te werk zou gaan: "Neen, hierover kan ik niet praten."
De laatste zeventien jaar is hij vicaris van het Bisdom Rome en Voorzitter van de Italiaanse Bisschoppen. Tijdens de periode werkte hij vooral aan de aanwezigheid van katholieken in het openbare leven. Johannes Paulus II zei over Ruini dat hij intelligent was, een hart had en eveneens de moed had om aanhanger te zijn van de magistratuur van de Kerk. Benedictus XVI heeft de nadruk gelegd op zijn optimisme en zijn medewerking met de Pausen tijdens moeilijke momenten.
Nu moet de filosoof en theoloog, ooit professor in de dogmatiek, Benedictus XVI inlichten over een van de fenomenen dat steeds meer Katholieken van over de hele wereld aantrekt: namelijk de verschijning van de Maagd Maria in Medjugorje, Bosnië-Herzegovina.
2. Boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Anguera, Bahia, Brazilië
Boodschap 3290 van 7/3/2010
Lieve zonen en dochters, Ik hou van u zoals u bent en Ik komt uit de Hemel om u de Genade van oprechte bekering te schenken. Open uw harten voor mijn oproep. Ik wens u allen op een hoog niveau van heiligheid te brengen. Ga niet terug. Verlies het hart niet. Aanvaard gelovig het Evangelie van Mijn Jezus. De mensheid heeft God verlaten en de mensen zijn slaaf van de zonde geworden. Bevrijd uzelf waarlijk en keer terug naar Hem die uw ware Redder is. Zoek sterkte in het gebed. Enkel door het gebed zult u de beproevingen kunnen dragen die onderweg zijn. Nu is de tijd van genade voor ieder van u. Leef dicht bij God. Hij roept u en wacht op u. Zij die leven in het land van de koningin zullen momenten van grote ellende meemaken. Het zal op een vrijdag zijn en de mensen zullen wenen en treuren. Bid. Bid. Bid. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u mij hebt toegelaten om u hier opnieuw weer bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 114]
Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas
Judas vertwijfeling
De priesters echter lieten thans hun volle verachting over Judas neerkomen. Zij hieven hun handen omhoog en wezen aldus de toegestoken zilverlingen van zich af, alsof zij zich niet wilden bezoedelen aan het verradersloon. Zij spraken: "Wat raakt het ons, zo gij gezondigd hebt? Indien gij meent onschuldig bloed te hebben verkocht, dan is dat uw zaak. Wat weten wat wij van u gekocht hebben en bevonden de Galileër schuldig tot de dood. Behoud uw geld, wij willen er geen duit van."
Onder dergelijke woorden, die zij haastig spraken op de wijze van zakenlui die van een lastige klant afwillen, keerden zij Judas de hielen toe. Deze voelde zich door hun behandeling tot een zodanige gramschap en vertwijfeling gebracht, dat hij niet langer meester was over zijn doen. Zijn haren rezen ten berge en hij rukte met beide handen de ketting stuk waaraan de zilverlingen waren vastgemaakt. Hij slingerde de penningen in de tempel en vluchtte de stad uit.
Opnieuw zag ik hem als een razende lopen in het dal van Hinnom. Aan zijn zijde zag ik satan in een schrikwekkende gedaante, die hem alle vervloekingen die de profeten over dit dal hadden uitgesproken, waar de Joden eens hun eigen kinderen aan de valse goden ten offer brachten, in het oor fluisterde, teneinde zijn vertwijfeling volledig te maken. Het leek Judas alsof al die woorden op hemzelf betrekking hadden, zoals bijvoorbeeld: "Zij zullen uitgaan en de lijken aanschouwen van hen in wie de worm niet sterven zal, het vuur zal niet geblust worden." Een andere keer klonk het in zijn oren; "Kaïn, waar is Abel, uw broeder? Wat hebt gij gedaan? Zijn bloed schreit tot Mij, gij zult vervloekt zijn op aarde en dolen en vluchten." Toen hij bij de Cedronbeek kwam en naar de Olijfberg keek, moest hij huiveren: hij wendde snel de blik af, want opnieuw vernam hij thans de woorden: "Vriend, waartoe zijt gij gekomen? Judas, met een kus verraadt gij de Mensenzoon."
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 114]
Preken
Wij zijn ellendelingen
Neen, broeders, we kunnen het gedrag van de Joden niet overdenken zonder aangegrepen te worden door verbazing. Datzelfde volk had vierduizend jaar lang op de Verlosser gewacht. Het had zoveel gebeden uit verlangen naar Zijn komt. En toen Hij kwam, was er niemand die Hem onderdak wou geven. De Almachtige God moest zijn intrek nemen bij de dieren. Zeker, broeders, het gedrag van de Joden was misdadig, maar ik vind dat het nog eerder te verontschuldigen is dan de handelswijze van de meeste Christenen. Wij weten dat de Joden zich van hun Verlosser een denkbeeld gevormd hadden dat niet overeenstemde met de nederige omstandigheden waaronder Hij op de wereld kwam. Zij schenen zich niet voor te kunnen stellen dat Hij hun Verlosser moest zijn. Sint Paulus heeft ons immers duidelijk gezegd dat de Joden Christus nooit ter dood gebracht zouden hebben, wanneer zij Hem als hun God hadden herkend.
Dit mag als een klein excuus voor de Joden gelden. Maar wij, broeders, welk excuus kunnen wij hebben in onze koelheid en onze geringschatting ten opzichte van Jezus Christus? Ja, natuurlijk, wij geloven werkelijk dat Jezus Christus op aarde gekomen is en dat Hij ons de meest overtuigende bewijzen van Zijn goddelijkheid gegeven heeft. Dat is het voorwerp van ons plechtig Kerstfeest. Dezelfde God wil door de uitstorting van Zijn genade een geestelijke geboorte in onze harten bewerkstelligen. Dat is de drijfveer van ons vertrouwen. Wij beroemen ons hierop en wij hebben alle reden om Jezus Christus te erkennen als onze God, onze Redder en ons voorbeeld. Dat is de grondslag van ons geloof. Maar zeg me, welke eer bewijzen wij Hem met dit alles? Wat doen wij meer voor Hem dan wanneer wij niet in dit alles zouden geloven? Zeg me, broeders, beantwoordt ons gedrag aan ons geloof? Wij zijn ellendelingen. Wij zijn nog schuldiger dan de Joden.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 114]
Hoofdstuk 17. Overige godsdiensten
Nicky: Bent u ooit bezocht door Joden- of Moslimzielen? Maria: Ja, en ze zijn gelukkig als ze aan mij verschijnen, omdat ze nu de dingen zoveel beter begrijpen als voorheen. Precies daarom moeten we, als we tot de katholieke godsdienst behoren, zoveel mogelijk doen voor de Hemel. Maar deze die anders zijn grootgebracht en dus anders geloven en dit bewust ten goede doen, worden uiteraard ook heilig.
Ik moet alle Christenen waarschuwen dat er ook vele heilige mensen te vinden zijn buiten onze kerken. Onlangs vernoemde Onze Lieve Vrouw zo iemand in Medjugorje. Toen de zieners vroegen wie de heiligste persoon in de stad was op dat ogenblik, antwoordde Onze Lieve Vrouw dat het een Moslimvrouw was.
Nicky: Bestaan er godsdiensten die gewoon slecht zijn voor de zielen? Maria: Er zijn zoveel religies en heel zeker zijn er die niet goed zijn. Vandaag zelfs met heksenbijeenkomsten en vereringen die hersenspoelen en werkgroepen die zichzelf godsdiensten noemen en vooral deze laatsten durven zichzelf zonder schroom Christenen te noemen. Maar hun leiders zijn enkel belust op macht, op het beheersen van de gedachten en ze zijn dikwijls bezeten.
Het zijn de Orthodoxen en de Protestanten die het dichtst bij de Katholieken staan. Zij geloven in God en de tien geboden. Maar de protestanten vereren Onze Lieve Vrouw niet, ten minste niet officieel, alhoewel ik weet dat er velen onder hen zijn die de Rozenkrans bidden. Als men deze godsdiensten uitsluit die duidelijk satan dienen, dan rest er nog de vraag in hoeverre deze kerken de waarheid onderwijzen. En God meet hoe vol of hoe leeg de beker is en elke groep die het goede erkent en vereert, is zeker goed in Zijn ogen. Het is onbetwistbaar de moeilijkste opdracht voor de Katholieken om heilig te worden in Gods ogen. Dat is omdat zij toegang hebben tot het grootste aantal waarheden, zelfs al bevindt de Kerk van vandaag zich in zon erbarmelijke toestand. We dragen een grote verantwoordelijkheid in het brengen van Jezus tot de anderen en tegelijkertijd kunnen we het meeste voor hen doen in stilte en gebed, omdat het ons zoveel hulp verschaft. Het meeste wordt verwacht van deze aan wie het meeste is gegeven.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Film: Don Bosco [21/21]
Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.
In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.
Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.
7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 27: Het Geheim van Vertrouwen [Aflevering 169]
"Zeg de mensen dat ze processies moeten houden, op vrome wijze, en dat ze moeten biechten en zich bekeren en terugkeren aan de zijde van God, en als ze dat doen zal God hen vergeven," zei de verschijning die een rode mantel droeg. "Zeg hen dat als ze je niet geloven, mijn Zoon hen zal doen geloven en dat mijn Zoon de kleinen en groten, vierjarigen en ouderen zal oogsten."
Aan de andere kant van Spanje, in Jaén, was de verschijning ietwat akelig geweest. Getuigen keken in het midden van de nacht vanuit de deuropeningen naar geestachtige mannen in het wit die voor een vrouw uit liepen die ook in het wit gekleed was - maar veel schitterender - en een kind droeg, vergezeld van een man van wie ze zweren dat het de H. Ildefonsus was, de bisschop die bijna achthonderd jaar voordien in Toledo een verschijning van de Heilige Moeder had gehad.
Waarom het in Spanje gebeurde en waarom het zulke geestachtige processies waren was een mysterie maar het deed denken aan [Openbaring 3:5], die zegt: "Wie overwint zal zich ook in het wit kleden. Ik zal zijn naam niet uit het boek van de levenden schrappen, maar voor hem getuigen ten overstaan van Mijn Vader en Zijn engelen."
In Loreto, Italië, verscheen Maria naar verluidt aan een ernstig zieke kardinaal en vertelde hem dat hij niet enkel zou genezen worden maar spoedig de troon van Petrus zou bestijgen. De kardinaal, Enea Silio Piccolomini, werd Paus Pius II. In 1465 verscheen Maria ook op de Universiteit van Parijs, bolwerk van rationalisme, aan een Dominicaan met de naam Alanus de Rupe.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 66]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
Katholiserenden
In vertrouwen laat Roger Schutz verstaan dat de gemeenschap toen een moeilijke tijd doorstond. Een student geneeskunde, Robert Giscard, kwam in Taizé een retraite volgen en besloot in de gemeenschap te treden. "Die komst," vertrouwde de prior toe, "was een keerpunt. Was hij toen niet gekomen, dan was het voor ons moeilijk om ons te handhaven. Hij is een scherpzinnig man over de anderen en zeer objectief. Dat heeft ons enorm geholpen."
Robert Giscard was de eerste Fransman die de Gemeenschap vervoegde, en dra volgden nog twee anderen: Albert Lacour en Axel Lochen.
Geleidelijk werd het een meer monastieke Gemeenschap. Volgens een verslag van pastoor Dutroncy vierden de dominees elke nacht om 3 uur de Getijden. Ze kozen als koorkleed dat van de Petits Chanteurs à la croix de bois: wit kleed met kap en borstkruis. In hun huis zal het kloosterslot ingevoerd worden: de vrouwen zullen niet toegelaten worden. Hun dagelijkse kledij, te zien op sommige oude fotos, bestond uit de korte grijsblauwe jas van de boeren in Vaud die algauw door gewone burgerkleren wordt vervangen.
Gemeenschap van gebed natuurlijk, gemeenschap van arbeid, intellectuele gemeenschap, Taizé wou ook steeds meer een oecumenische gemeenschap zijn: "Ze wil een soort gemeenschappelijk bestaan scheppen dat niet vreemd is aan de protestantse gedachte, want haar diepe wens is dat protestantse abdijen plaatsen worden van arbeid, ontmoeting en oecumenisch gebed, bruggen tussen afgescheurde broeders."
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 41]
Woordenboek: Letter C
Caligula [2/4]
Tiberius had Gaius Julius Caesar Germanicus ("Caligula") en diens neef Tiberius Gemellus als erfgenamen aangewezen, maar de commandant van de praetorianen Macro hielp Caligula op de troon [18 maart 37]. Veel plezier heeft hij hiervan niet gehad. Toen Macro in 38 na Chr. doorkreeg dat Caligula een relatie met zijn vrouw had, beschuldigde Caligula hem ervan haar 'pooier' te zijn en verplichtte hem zelfmoord te plegen
Groot was de vreugde waarmee het Romeinse volk de zoon van de verafgode Germanicus begroette na de laatste sombere jaren van Tiberius. Inderdaad was het begin van Caligula's regering hoopvol: hij hield onder tranen de lijkrede op Tiberius, adopteerde Tiberius Gemellus en benoemde hem tot princeps iuventutis, eerde zijn grootmoeder Antonia en seponeerde alle aanklachten. Daarnaast gaf hij echter ook spelen aan het volk die schatten verslonden, en leefde zo verkwistend dat de door Tiberius gevulde schatkist al snel leeg was.
Spoedig kwam de keerzijde van zijn karakter aan het licht, wellicht mede als gevolg van een ernstige ziekte (hersenvlies ontsteking) in het najaar van 37 na Chr. Dit leidde waarschijnlijk tot een kwaal die we nu kennen als post-encephalitisch syndroom. Hij verguisde Tiberius en zelfs zijn eigen moeder, verhaastte door bruut optreden de dood van zijn grootmoeder Antonia, liet Gemellus vermoorden en begon, om aan geld te komen, majesteitsprocessen tegen leden van de hoge adel en de ridderstand. Hij beschouwde de goden als zijn gelijken en identificeerde zichzelf vooral met Jupiter.
Hij liet voor zichzelf een tempel bouwen op de Palatijn voor Optimus Maximus Caesar, met daarin een op ware grote gehouwen standbeeld van zichzelf dat elke dag gekleed werd zoals Caligula zelf. Openlijk liet hij zich vereren als de verpersoonlijking van verschillende goden en zelfs godinnen. Hij vroeg ooit aan de acteur Apelles wie nu het grootst was: Jupiter of Caligula. De acteur twijfelde. Caligula liet hem hem afranselen met een zweep. Hij rechtvaardigde zijn daden met de uitspraak: "Weet dat ik de macht heb om eender wie iets te doen". De enige twee mensen die misschien een positieve invloed op hem gehad zouden kunnen hebben [zijn grootmoeder Antonia en zijn favoriete zuster Drusilla] stierven tijdens het eerste jaar van zijn regeerperiode.
Wie hem naderde moest een voetval maken en zich in het stof werpen. Van alle godenbeelden liet hij de hoofden vervangen door een afbeelding van de zijne. Bij de hofmaaltijden zaten zij als een eenzame majesteit aan een aparte tafel en het was de gasten streng verboden om maar één woord te zeggen. Onder hem heerste een waar schrikbewind. Wie hem niet voldoende eerbied bewees, werd te vuur en te zwaard vervolgd.
Caligula was ook bijzonder bloeddorstig. Bij een gladiatorengevecht was hij niet tevreden als het bloed in de arena niet rijkelijk vloeide. Waren er geen misdadigers genoeg om voor de wilde dieren te werpen, dan werden er wel een paar toeschouwers gegrepen. Bij het volk was Caligula echter heel geliefd, want geen andere keizer organiseerde zoveel spelen en andere vermaken als hij.
Zijn verjaardagen werden spectaculair gevierd met paardenraces en gladiatorengevechten, waarbij als klap op de vuurpijl honderden beren en andere wilde dieren uit Libië werden afgeslacht. Soms [als het echt feestelijk moest worden] werden er ook nog wat mensen tussen de dieren losgelaten.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 48]
Het wonder van Offida, Italië [1280]
Het Eucharistisch Wonder van Offida vond eigenlijk plaats in Lanciano, dezelfde plaats als het eerste wonder dat in dit boek word vermeld. Dit tweede wonder, dat nu bewaard wordt in Offida, een kleine 100 kilometer ten noorden van Lanciano, gebeurde niet door een twijfelende priester, zoals het voorgaande wonder. Dit wonder werd teweeg gebracht door de onenigheid van een ongelukkig gezin.
Een vrouw met naam Ricciarella, de vrouw van Giacomo Stasio, was diep gekwetst door haar ongelukkige huwelijk. Ze deed alles in haar macht om de liefde van haar man te winnen. Uiteindelijk kwam er iemand die beweerde van een manier te weten om de harmonie die zij zocht te vinden. Ricciarella moest de Heilige Eucharistie ontvangen, het in haar keuken verhitten boven een vuur totdat er een poeder ontstaat. Dit poeder moest ze vervolgens oplossen in voedsel of drinken en dat vervolgens aan haar man geven die haar vervolgens zou liefhebben en respecteren.
Wanhopig door alle ellende gaat Ricciarella naar de Heilige Mis en ontving de Heilige Communie. Stiekem liet ze de Hostie uit haar mond vallen in haar jurk. Thuis plaatste ze de hostie op een coppo, een halfcirkelvormige tegel. Ze plaatste deze tegel boven het vuur. Toen de Hostie verhit werd veranderde de Hostie in poeder, maar in een stukje bloederig vlees. Doodsbang van wat ze zag probeerde Ricciarella het te stoppen door as en gesmolten was over de tegel uit te gieten, maar het hielp niet. De tegel zat al snel onder het bloed, het vlees bleef in goede staat.
10. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën
De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.
Profetie 28
Ik zag een nieuwe Paus die heel strikt zal zijn en die bisschoppen met een koud en lauw geloof van zich zal vervreemden. Het is geen Romein, maar een Italiaan. Hij komt uit een plaats, niet veraf gelegen van Rome en ik denk dat hij uit een vrome familie komt van Koninklijke bloede. Maar er zal nog steeds voor een tijd onrust en vechten zijn.
Vertaling: Chris De Bodt
11. Recente heiligenlevens
Zalige Carlos Manuel Rodriguez [1918-1963] [1/8]
Zal Carlos "Charlie" Rodriguez de eerste heilige uit Puerto Rico zijn? Mogelijk is hij het wel, want hij is er maar een stapje van verwijderd. Hij werd zalig verklaard door Paus Johannes Paulus II op 29 april 2001.
Carlos werd geboren in Caraguas, Puerto Rico, op 22 november 1918. Hij werd het volgende jaar gedoopt in de Heilige Naam van de Jezuskerk op 4 mei 1919. Zijn ouders waren Manuel Baudilo Rodriguez en Herminia Santiago. Samen met hen en zijn broer en drie zussen leidde hij een sereen en normaal leven. Twee van zijn zussen huwden en de derde werd Karmelietes. Zijn enige broer werd een Benedictijner priester en was de eerste Puertoricaan die abt werd van een klooster.
Toen Carlos zes jaar oud was, verwoestte een brand de winkel van zijn vader en het huis. Ze hadden geen plaats meer om te wonen. Daarom zagen zijn ouders, beiden diep religieus, zich genoodzaakt bij Carlos grootmoeder (Alejandrina Esteras) in te trekken. Zij was een devote en heilige vrouw. Carlos vader accepteerde het grote verlies, met de vaste hoop dat de omstandigheden zouden verbeteren. Zijn vrouw zag het echter niet zo. Ze woonde niet in haar eigen huis, wat haar ertoe bracht om zichzelf en de kinderen een sterk gevoel van respect op te leggen, wat leidde tot geremdheid. Dat is wat de gereserveerde en verlegen persoonlijkheid van de kinderen verklaart.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Angelina Van De Moortele
12. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 10]
Woensdag 24 februari: Boete!
De Boodschap van de Dame: "Boete! Boete! Boete! Bid tot God voor de zondaars! Kus de grond als boete voor de zondaars!"
Donderdag 25 februari: de bron
Er zijn 300 aanwezigen. Bernadette vertelt: "Ze zei me om te gaan drinken aan de bron [...] Ik vond alleen maar wat modderig water. Bij de vierde poging kon ik er van drinken. Ze deed mij ook van het kruid eten dat bij de bron groeit. Dan verdween het visioen en verliet ik de plaats." Op de vraag van de menigte: "Weet je dat men denkt dat je gek moet zijn geworden, om zulke dingen te doen," antwoordt ze enkel: "Het is voor de zondaars."
Zaterdag 27 februari: stilte
800 mensen hebben zich rond de Grot verzameld. De verschijning verloopt in stilte. Bernadette drinkt van het water van de bron en stelt dezelfde boetegebaren.
13. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 6
Ik merkte op dat de kelk slechts voor de helft met bloed was gevuld en ik hoorde deze woorden de Heer uitspreken op het ogenblik van deze voorstelling: "Ik zal enkel tevreden zijn gestemd tot wanneer Ik deze kelk kan vullen tot de bovenrand." Toen begreep ik dat de kelk het bloed van de vroege martelaren voorstelde en dat dit visioen betrekking had op de laatste vervolging van de Christenen, wiens bloed de kelk volledig zal vullen, waarbij het aantal martelaren en voorbestemden bereikt zal zijn. Want tegen het einde der tijden, zullen er zoveel martelaren zijn als in het begin van de Kerkperiode, en zelfs meer, want de vervolgingen zullen veel gewelddadiger zijn. Dan zal het Laatste Oordeel niet langer worden uitgesteld.
Vertaling: Chris De Bodt
14. Ontdekking te Nazareth [1/4]
Onlangs werd er in Nazareth een huis uit de tijd van Jezus ontdekt, op de plek waar de stichting Maria van Nazareth op het moment bezig is met de bouw van een internationaal multimediaal centrum toegewijd aan Maria. Jezus, Maria en Jozef moeten het huis hebben gekend. Om van deze ontdekking, de omstandigheden en de omvang beter te begrijpen, heeft ZENIT Olivier Bonnassies, uitvoerend directeur van de organisatie, geïnterviewd.
ZENIT: De bekendmaking van de ontdekking van een huis in Nazareth uit de tijd van Jezus door Israëlische archeologen van de Israel Oudheden Autoriteit, heeft zich over de wereld verspreid. In welke omstandigheden heeft dit plaatsgevonden? O. Bonnassies: De stichting Maria van Nazareth die wij in Frankrijk in mei 2001 hebben opgericht, bouwt op dit moment het Internationaal Centrum Maria van Nazareth, dat binnenkort zal worden aangeboden aan pelgrims, toeristen en inwoners van het heilige Land ter ontdekking van het mysterie van de Moeder Gods en het gehele christelijke geloof door middel van een modern multimedia traject. Daarvoor hebben wij drie gebouwen gekocht tegenover de Basiliek Maria-Boodschap, in het centrum van Nazareth, en twee andere gebouwen, van de oude school Sint Jozef, worden gehuurd van de Zusters van Sint Jozef van de Verschijning. De speelplaats van deze oude school werd ongeveer voor drie meter uitgegraven voor de huidige werkzaamheden, toen de arbeiders op oude muren stootten. Het werk is stilgelegd en de Israëlische archeologen zijn zich ermee gaan bemoeien.
Yardenna Alexandra, verantwoordelijke voor de site
ZENIT: Hoe zijn de opgravingen verlopen? O. Bonnassies: Ze zijn op onze kosten uitgevoerd onder de leiding van de heer Dror Barshod, directeur van district Noord van de Israel Oudheden Autoriteit. Onder verantwoording van Yardenna Alexandre en haar team zijn de opgravingen begonnen met het doorzoeken van een eerste vierkant van tien vierkante meter rond september 2009. Yardenna is een groot specialist, zij heeft op de meeste recente opgravingen in Galilea gewerkt en haar conclusies zijn bevestigd door vader Eugenio Alliata, die de hoogste Franse expert is, volgens vader Frédéric Mans, van Studium Biblicum Franciscanum, die de zaken ook van zeer dichtbij volgt.
Vandaag, na beraad met elkaar te hebben gehad, waarin we overwogen het onderzoek uiteraard voort te zetten op andere delen van de speelplaats om andere delen van de muren van het huis vrij te leggen, maar we zullen wachten op het droge seizoen, om de zaken onder betere condities te kunnen doen. Het zal dan makkelijker zijn om munten of aardewerk te kunnen vinden.
Met dank aan Marieke
15. Ongeschonden Lichamen: H. Maria Goretti [1/7]
Precies een eeuw geleden, op 6 juli 1902, overleed Maria Goretti, «de Agnes van de twintigste eeuw», zoals Paus Pius XII haar noemde bij de heiligverklaring op 26 juni 1950. Wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren, om het sterke te beschamen, wat voor de wereld van geringe afkomst is en onbeduidend,... wat niets is... opdat tegenover God geen mens zou roemen op zichzelf (1 Kor, 1, 27-29). Tijdens een pelgrimstocht naar de plek van het martelaarschap van de jonge heilige, merkte Paus Johannes Paulus II op: «God heeft gekozen, Hij heeft een eenvoudig meisje van het platteland en van arme afkomst verheerlijkt. Hij heeft haar verheerlijkt met de kracht van zijn Geest... Dierbare broeders en zusters! Kijk naar Maria Goretti... Zij is een vreugde voor de Kerk geworden en een bron van hoop voor ons».
Maria zag het daglicht op 16 oktober 1890, te Corinaldo, in de provincie Ancona (Italië), in een aan aardse goederen arm, maar aan geloof en deugden rijk gezin: iedere dag gemeenschappelijk gebed en rozenkrans; op zondag de mis en de heilige communie. Maria is het derde van de zeven kinderen van Luigi Goretti en Assunta Carlini. Daags na haar geboorte wordt ze gedoopt en toegewijd aan de Heilige Maagd. Het Vormsel ontvangt ze op de leeftijd van zes jaar.
Omdat hij te arm is om in de streek waar hij vandaan komt verder te leven, emigreert Luigi Goretti, met zijn gezin naar de uitgestrekte en destijds nog ongezonde vlakten van het Romeinse platteland. Hij vestigt zich in Le Ferriere di Conca, in dienst van graaf Mazzoleni. Maria geeft daar weldra blijk van haar vroegrijpe intelligentie en onderscheidingsvermogen. Men betrapt haar geen enkele keer op een gril, ongehoorzaamheid of leugen. Zij is werkelijk de engel van het gezin.
Na een jaar van uitputtend werk wordt Luigi getroffen door een ziekte die hem tien dagen later ten grave sleept. Voor Assunta en haar kinderen het begin van een lange lijdensweg. Maria huilt vaak om de dood van haar vader en maakt van iedere gelegenheid gebruik om neer te knielen voor het hek van het kerkhof: haar vader is misschien in het Vagevuur en daar ze niet over de middelen beschikt om missen te laten opdragen voor zijn zielerust, doet ze haar best dat te compenseren met gebeden. Men moet niet denken dat het kind van nature zo goed is. Haar verbazingwekkende vrolijkheid is de vrucht van het gebed. Haar moeder zal zeggen dat de rozenkrans voor haar iets onontbeerlijks is geworden en ze draagt hem inderdaad altijd om haar pols gewikkeld. Uit de aanschouwing van het kruisbeeld put ze een intense liefde voor God en de zonde is haar een gruwel.
Bron: abdij@clairval.com en Abbaye Saint-Joseph de Clairval, F-21150 Flavigny-sur-Ozerain, Frankrijk.
12-03-2010
12 maart 2010
12 maart 2010
1. Zaligverklaring Johannes Paulus II
Nu toch geen vertraging
De Bisschoppelijke Conferentie van Frankrijk heeft een einde gemaakt aan de geruchten dat de Franse kloosterzuster, Marie SImon-Pierre, een heropflakkering van haar ziekte van Parkinson kent. Integendeel, de zuster blijkt wel degelijk genezen. Momenteel is zuster Marie Simon-Pierre 49 jaar oud en leeft ze nabij Grenoble. Meteen komt er ook een einde aan het laatst verspreide gerucht dat de zaligverklaring vertraging zou oplopen.
2. Medjugorje: Ivans gebedsgroep "Koningin van de Vrede" [5/5]
Met het gebed is alles mogelijk. Als Onze Lieve Vrouw zegt dat met het gebed oorlogen kunnen worden stopgezet, dan is dat ook zo. Zouden ze niet zelfvoldaan raken wanneer we zouden weten dat er een plaats niet gebombardeerd is of er een leven is gered dankzij hun gebeden. Maar hoe mooi het ook is om uitverkoren te zijn voor de gebedsgroep, zo hard is het ook om alles te vervullen wat er van hen wordt gevraagd, vooral wanneer de duivel probeert om de liefde, de vreugde en de vrede te vernietigen. Meerdere malen probeerde hij de gebedsgroep van binnenuit en op een sluwe wijze te vernietigen, maar Onze Lieve Vrouw zal dit nooit toelaten. De leden vragen om hen af en toe te gedenken in uw gebed, opdat ze zouden volharden tot het einde, niet voor hun eer, maar voor de eer van God en Maria, de Koningin van de Vrede.
Net zoals de gebedsgroep werd opgericht op 4 juli, overleed ook Nedjeljko [Nedjo] Brecic overleed op 4 juli van het jaar 1999. De Medjugorje special is volgende maand dan ook gewijd aan Nedjeljko Brecic.
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 113]
Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas
Judas vertwijfeling
Judas, de verrader, die in de buurt van het rechthuis gebleven was, vernam het lawaai van de stoet, alsook menig woord uit de mond van wie daar kwamen aangelopen. Zo hoorde hij onder meer zeggen: "Zij brengen hem naar Pilatus. De Hoge Raad heeft de Galileër tot de dood verwezen. Hij moet aan het kruis. Langer leven kan hij toch niet, want zij hebben Hem te vreselijk toegetakeld. Geduldig is Hij, tot het verbijsteren toe: Hij spreekt geen woord, Hij zei allen dat Hij de Messias was en tronen zou aan de rechterhand van God. Verder zegt Hij niets en daarom moet Hij aan het kruis. De schurk die Hem verkocht heeft, was een van Zijn leerlingen en heeft kort voordien nog het Paaslam met Hem gegeten. Aan zon dood zou ik part nog deel willen hebben. De Galileër mag zijn wil Hij wil, maar Hij heeft toch nooit om een handvol geld een vriend in de dood gestort. Waarlijk, de schurk die Hem overleverde, verdient het eveneens om te worden gehangen!"
Toen streden angst, te laat berouw en vertwijfeling met elkaar in Judas ziel. De satan dwong hem om te gaan lopen. De bos zilverlingen, aan de gordel onder zijn mantel, was voor Judas als een prikkel van de hel. Hij hield er zijn hand tegen opdat de penningen hem niet zo rinkelend in de zijde zouden slaan. Hij liep met een grote haast, niet de stoet achterna, niet om zich aan Jezus voeten neer te werpen en de Barmhartige om vergiffenis te smeken, niet om met Jezus te sterven. Neen, niet om zijn schuld rouwmoedig voor God te belijden, maar om zich voor de mensen te ontdoen van zijn schuld en zijn verradersloon. Daarom liep hij als een krankzinnige naar de tempel toe, waarheen verschillende raadsleden, als hoogste in rang onder de dienstdoende priesters, en ook ouderlingen, zich na Jezus veroordeling hadden begeven.
Zij keken elkaar verwonderd aan en, hoonlachend vestigden zij dan hun trotse blik op Judas die hen, door vertwijfelde spijt gedreven en geheel ontredderd, tegemoet trad. Hij rukte de bos zilverlingen van zijn gordel en stak deze met de rechterhand vooruit: "Neemt uw geld terug, waarmee gij mij verleid hebt om u de Rechtvaardige uit te leveren. Neem uw geld terug en laat Jezus vrij. Ik zeg mijn verdrag met jullie op. Zwaar heb in gezondigd, omdat ik onschuldig bloed heb verraden!"
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 113]
Preken
De werken zonder vrucht
Waarom zijn er zo weinig Christenen, broeders, die er enkel en alleen naar streven om God te behagen? Luister, ik zal u de zuivere reden daarvan laten horen. Het komt, omdat het grootste deel van de Christenen in de verste verte niet beseft dat zij alles wat zij doen, uit menselijk oogpunt doen. Als je hun bedoelingen vergelijkt met die van de heidenen, vind je geen enkel verschil. O God, hoeveel goede werken gaan er niet verloren voor de hemel! Anderen, die de dingen duidelijker zien, zoeken uitsluitend de hoogachting van de mensen en proberen zich zo goed mogelijk voor te doen in de ogen van de anderen. Naar buiten schijnen ze deugdzaam, maar hun binnenste is vol vunzigheid en huichelarij. Ja, broeders, wij komen tot de conclusie dat de godsdienst van het allergrootste deel der Christenen maar een kwestie is van grillen en humeur, dat wil zeggen: van natuurlijke geneigdheden. Slechts heel weinig zijn er, die alleen God zoeken bij alles wat zij ondernemen.
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 113]
Hoofdstuk 16. Gewijde voorwerpen
Nicky: Hoe kan gewijd water ons en de Arme Zielen helpen? Maria: Gewijd water zou zeker in elk huis bij de hand moeten zijn en regelmatig gebruikt moeten worden. Als er iets verontrustend of er een grote zonde gebeurt, dan zou de ruimte ermee moeten worden besprenkeld. Het is een grote bescherming tegen satan. De Arme Zielen wensen het op elk graf en ze komen bij elkaar en helpen ons waar het dikwijls wordt gebruikt. Ook op uw vragen of iets demonisch is of niet, krijgt u vlug een antwoord bij het gebruik van gewijd water. Duivels rennen er van weg en waar het wordt gebruikt, keert de vrede terug.
Ook zijn er onderzoeken vandaag die bewijzen dat gewijd water eveneens een bescherming is tegen gevaarlijke stralingen.
Nicky: Hoe anders kan iets dat door een priester gezegend of gewijd is ons nog helpen vandaag? Maria: De priester zouden moeten zoveel mogelijk tot deze handelingen moeten terugkeren, waaronder het inzegenen van huizen, de oogst, autos en alle ondernemingen. Een goed idee is het zegenen van al het zout dat wordt gebruikt tijdens te winter om de wegen ijsvrij te houden. Dat zou het aantal ongevallen drastisch doen verminderen en dus iedereen ten goede komen.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Film: Don Bosco [20/21]
Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.
In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.
Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.
7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 27: Het Geheim van Vertrouwen [Aflevering 168]
De Maagd verscheen ook minstens twee keer in Hongarije tijdens de volgende vijftien jaar. Daar in Transylvanië leefde een sadistisch edelman wiens vader Dracul (draak) genoemd werd en wiens eigen bijnaam, Dracula, "zoon van de duivel" betekende. Duizenden mensen werden op stokken gespietst of op andere wijze afgeslacht door de tiran.
Dat dergelijk kwaad kon bestaan was een maatschappelijke barometer. Er was een groot gevaar. De pest had niet tot het einde geleid maar Satan wou nog altijd de planeet vernietigen. Het eindspel was nog steeds bezig en daarom stegen de verschijningen van Maria tot een nieuwe onvergetelijke hoogte, met de grootste uitbarsting van verschijnselen sinds Pinksteren.
Daarom bloedde een beeld van Maria in Görgsony, Hongarije.
De boodschap was: heb berouw of sterf, heb berouw of de pest zal zich herhalen. Dat was de aanwijzing van de verschijningen die nu over de continenten plaatsvonden. Ik kan niet elke bewering staven en er waren voorvallen die vreemd en raadselachtig waren, maar sommige gevallen hadden duidelijke boodschappen. In het Spaanse dorp El Miracle zagen twee jongens, Jaume en Celedoni, een mooi meisje dat duidelijk niet van deze aarde was. Het was op 3 augustus 1458, tijdens alweer een uitbraak van de builenpest. Jaume, die zelf een week later aan de pest stierf, zei dat het meisje blond was en misschien acht jaar oud, dezelfde leeftijd als hij. Ze droeg een mooi kruisbeeld dat ze de jongen even liet vasthouden, en waarschuwde dat de dorpelingen zich moesten bekeren.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 65]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
Katholiserenden
Evenals Mgr. Lebrun was pater Villain ervan overtuigd dat de protestantse monniken, die nauw aanleunden bij het katholieke geloof, zich weldra zouden bekeren. Hij schrijft dat naar Mgr. Charrière, bisschop van Fribourg met wie hij een permanente briefwisseling onderhoudt vanwege het inrichten van oecumenische verzamelingen: "Ik ben nu heel verheugd om U weer over onze vrienden van de Gemeenschap van Cluny te spreken, nu ik hen na twee jaar thuis weerzag. De Gemeenschap was fel veranderd, evenwichtig, blij van evangelische vreugde en met openlijk katholieke gedachten." In secreto vertrouwt hij de bisschop toe dat ze "alles willen ondernemen om de heuvel en de streek weer katholiek te maken en ze er met veel tact aan werken" Maar ze hebben het voorstel van het Consistorie van de hervormde Kerk van Lyon geweigerd dat hen protestantse parochies tussen Lyon en Chalon wilde toevertrouwen. "Ze meenden," schrijft hij, "dat hun monnikenroeping hen dat niet toelaat, maar vooral dat hun katholieke preken de protestantse gelovigen zouden verbazen."
Waren pater Villain, Mgr. Lebrun en Mgr. Charrière zo naïef te denken dat het katholiserende gemeenschapsleven van Taizé hun leden onvermijdelijk naar het katholieke geloof zou leiden? Of konden de aarzelingen en vragen van de dominees Schutz en Thurian dit perspectief veronderstellen? A contrario bracht het beroemde tijdschrift Time een veel minder oecumenisch uitspraak van de stichter van Taizé aan het licht. Het bekende blad wijdde toen een reportage aan de Franse calvinisten met kap, die Broeders die om 3.30 uur in de morgen opstonden voor een nachtdienst, die een hervormd monachisme beleefden in het protestantse geloof, maar zonder geloften te hebben afgelegd, die boerenjassen droegen en sandalen, het land bewerkten en niet uitsloten weldra in de wereld een sociale taak te verrichten. De journalist vermelde een krachtig antwoord van dominee Schutz op de vraag over zijn aanhang met de calvinistische traditie en een mogelijke bekering tot het katholiek geloof: "het is onmogelijk terug naar Rome te gaan, want Rome is niet hervormd."
Van zijn kant ging de bisschop van Autun verder met welwillende gebaren voor hen. Op 29 juni van datzelfde jaar 1948 nodigde hij Schutz en Thurian uit om de wijdingplechtigheid, die hij voorging in zijn kathedraal, bij te wonen, waarna hij beiden op het bisdom ontving. Dit gebaar raakte diep zijn gesprekspartners: Hij vierde vijfentwintig jaar priesterschap en had een grote tuil gladiolen gekregen. Toen we weg gingen schonk hij ons die bloemen en zei: "Versier daar jullie kerk mee." Nochtans had hij al enige kritiek moeten horen van mensen dat de bisschop de kerk van Taizé aan de protestanten heeft gegeven. Maar hij houdt vol.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 40]
Woordenboek: Letter C
Caligula [1/4]
Gaius Iulius Caesar Germanicus, bijgenaamd Caligula [Antium, 31 augustus 12- Rome, 24 januari 41] bezette de keizerlijke troon van 37 tot 41 na J.C. Deze zoon van een neef van Tiberius volgde hij hem op toen hij vijfentwintig was. Er wordt gezegd dat de Joden de eerste waren om zijn troonsbestijging toe te juichen en offers voor hem te brengen in de Tempel van Jeruzalem [Philo, Legatio, 231-232].
De naam "Caligula" is eigenlijk een bijnaam. Als peuter vergezelde hij zijn ouders bij bezoeken naar militaire kampen in het Noorden en droeg daarbij steeds een soldatenpakje met kleine sandalen, die caligula genoemd werden. Vanaf zijn jeugd was Caligula geestelijk labiel; als jongen leed hij aan epilepsie en zijn hele leven door werd hij gekweld door slapeloosheid. Hij sliep nooit meer dan drie uur per nacht en zelfs dan had hij vaak nachtmerries. Waarschijnlijk was hij in hoge mate schizofreen. Hierop wijzen zijn motorische onrust en zijn neiging tot uitersten.
Als kind van vijf jaar vergezelde Caligula zijn ouders naar het Oosten. Na de dood van zijn vader aldaar [in 19 n. Chr.] werd hij in Rome opgevoed door zijn moeder en vanaf 29 n.Chr., toen Agrippina verbannen werd, door Livia en zijn grootmoeder Antonia. Waarschijnlijk was hij in hoge mate schizofreen. Hierop wijst zijn motorische onrust en zijn neiging tot uitersten: zijn persoonlijkheid wordt enerzijds gekenmerkt door weekheid, behoefte aan liefde en een mateloos zelfvertrouwen, anderzijds door zijn optreden als een god. In de loop der jaren distantieerde hij zich steeds meer van iedereen en voelde zich ook een god. Hij eiste dus goddelijke verering en ging tegen het mensdom te keer met een niets ontziende meedogenloosheid.
In 31 n. Chr. riep Tiberius hem naar Capri. Reeds vroeg bleek Caligula's wilde en onverantwoordelijke karakter in avonturen met beide seksen. Hoewel Caligula knap kon huichelen, doorzag Tiberius hem en zei dat hij Caligula in leven had gelaten "tot verderf van hemzelf en van iedereen: dat hij in Caligula voor het Romeinse volk een slang grootbracht en voor de wereld een Phaëthon, die haar eens zou verteren."
Vertaling: Broeder Joseph
10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 47]
De twee wonderen van Slavonice, Tsjechië [1280]
De belofte kwamen ze na en op die plaats bouwden ze een kapel die al snel te klein bleek voor de hoeveelheid mensen die van grote afstanden kwamen om de Wonderlijke Hostie te aanbidden. Voor deze pelgrims waren bijzonder toelatingen gegeven door Bisschop Dietrich van Olomouc en later ook door Gregorius, de bisschop van Praag.
De kapel bleef erg in trek tot het begin van de vijftiende eeuw, toen Hussieten het land overtrokken in vernietiging en ketterij. De kapel werd met de grond gelijk gemaakt, de stapel rotsen waar het vuur verscheen bleef onaangetast. Toen de Hussieten weer vertrokken werd er in 1476 een andere kapel op die plaats gebouwd. Deze kapel werd gewijd door de Bisschop van Olomouc, die de kerk noemde: De Kerk van Christus Heilig Lichaam. Net zoals de eerste kapel was ook deze kapel al snel te klein voor de pelgrims die hier naar toe reisden. De kapel werd continu vergroot tot de kerk zoals die nu is. Deze werd in 1491 afgemaakt. Later gaf de paus en aflaat aan iedereen die in geloof de kerk bezoekt en in staat van genade de Heilige Eucharistie ontvangt. Vanwege deze aflaat nam het aantal pelgrims zo sterk toe dat er meerdere priesters nodig waren om de hele groep te voorzien van de Heilige Communie.
Bijzonder in deze kerk is het Altaar van Genade, dat geplaatst is over de stapel rosten waar het wonder gebeurde. Hier wordt nog steeds de Heilige Mis opgedragen. Dit altaar staat een stukje voor het hoofdaltaar en is opvallend in grootte en vorm. Bovenop het Altaar van Genade staat een beeld van twee engelen die een Hostie aanbidden omringd door vlammen en stralen. Een bas-reliëf in de kerk toont de herder die wijst naar de vlammen in het veld, terwijl er een processie voorafgegaan door vlaggen, uit de parochiekerk vertrekt.
De verjaardag van de dag dat deze Heilige Hostie was gevonden tussen de vlammen wordt nog steeds gevierd en heet: Bauern-Feuerfest ofwel Het Boeren-Vuurfeest.
11. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën
De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.
Profetie 27
12 april 1820. Ik kreeg een andere visioen van de grote rampspoed. Het leek mij of er een toegeving van de clerus werd gevraagd, die niet kon worden ingewilligd. Ik zag vele oudere priesters en vooral een priester die bitter weende. Een aantal jongere priesters weenden ook. Maar andere, en de lauwen van geloof onder hen, deden goedschiks wat van hen werd gevraagd. Het was alsof het volk in twee kampen was verdeeld.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Recente heiligenlevens
Adèle Bonolis: Dienares van God [1909-1980] [5/5]
Haar werk kwam bijna ten einde. Rond het jaar 1976, kreeg Adele de eerste symptomen van een darmtumor, en onderging een chirurgische ingreep in de Clinic S. Giuseppe. Haar toestand verbeterde niet, maar evolueerde verder en zorgde de volgende vier jaren voor ongemak. Tijdens deze aanslepende ziekte bleven zij en haar vriendin Giuseppina de vele instellingen bezoeken om de beheerders en werkers aan te moedigen, en troost te bieden aan de bewoners.
Adele stierf op 11 augustus 1980 in Milaan, met een reputatie van grote heiligheid. Tijdens de begrafenis in de S. Ambrogiokerk, verklaarde Monseigneur Libero Tresoldi dat, Adele "een vrouw van het geloof was die zichzelf aan God had overgegeven, Zijn wensen opvolgde, en tot grootse dingen in staat was". Ze werd begraven op het kerkhof van de Opstanding van Lucinasco in Italië.
In 1986 werd ter ere van haar een boek gepubliceerd, met enthousiaste getuigenissen over haar liefdadigheid, haar liefde voor de onfortuinlijken, en haar liefde voor God.
Tot vreugde van zij die haar kenden, en zij die geholpen werden in haar vele instellingen, werd de procedure van haar Reden tot heiligverklaring opgestart.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 9]
Vrijdag 19 februari: korte verschijning in stilte
Bernadette komt bij de Grot met een brandende gewijde kaars. Uit dat gebaar is het gebruik gegroeid om kaarsen naar de Grot mee te brengen en ze daar te laten branden.
Zaterdag 20 februari: in de stilte
De Dame heeft haar een persoonlijk gebed aangeleerd. Aan het einde van de verschijning overvalt Bernadette een grote droefheid.
Zondag 21 februari: "Aquero"
De Dame toont zich aan Bernadette in de heel vroege morgen. Een honderdtal mensen vergezelt haar. Daarna wordt ze door commissaris Jacomet ondervraagd. Hij wil haar laten vertellen wat ze heeft gezien. Zij heeft het alleen maar over "aquuero" (dat ding daar).
Dinsdag 23 februari: het geheim
Bernadette begeeft zich naar de Grot in het gezelschap van 150 mensen. De verschijning openbaart haar een geheim, dat alleen voor haar is bestemd.
14. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 5
Ik had een visioen: van de Vader en de Zoon, beiden gezeten, knielde een Maagd van een onvergelijkbare schoonheid, die de Kerk vertegenwoordigde. De Heilige Geest verspreidde Zijn verlichte vleugels over de Maagd en de Vader en de Zoon. De wonden van de Heer leken levensecht. Met het ene hand hangend aan het Kruis, offerde Hij aan Zijn Vader de kelk die de Maagd Hem had gegeven. Zij ondersteunde de kelk die de Meester in het midden vasthield. De Vader plaatste de ene hand op de beker en verhief de andere hand om de Maagd te zegenen.
Vertaling: Chris De Bodt
11-03-2010
11 maart 2010
11 maart 2010
1. Medjugorje: Ratko Peric buiten spel gezet?
Het gerucht loopt al een aantal dagen in de media, en afgelopen weekend was Bisschop Ratko Peric ook in Rome, om er de zaak te bespreken van de herverdeling van het Bisdom Mostar-Duvno, waardoor Medjugorje onder de bevoegdheid van een andere bisschop zou komen te vallen. Het bericht blijft echter officieus.
Het bisdom Mostar Duvno werd gevormd op 5 juli 1881. De eerste 61 jaren werd het bisdom geleid door Franciscanen.
2. Medjugorje: Ivans gebedsgroep "Koningin van de Vrede" [4/5]
Er waren zo vele prachtige ontmoetingen die niet met woorden kunnen worden omschreven. Sinds het begin houdt Nedjo Brecic een dagboek bij over de gebeurtenissen. Soms schreven Ivan en Vicka de beginlijnen in het dagboek. De mooiste bijeenkomsten zijn steeds deze van Kerstmis, als Onze Lieve Vrouw op een bijzondere wijze komt, met een gouden kleed en de Kleine Jezus, eveneens in het goud gekleed, in Haar armen en omgeven door 5 engelen, ook in het goud gekleed. Vele malen vroegen de leden aan Ivan wat Jezus deed, hoe Maria en de engelen eruit zagen. Maar Ivan antwoordt dan dat er geen woorden zijn om dit te omschrijven. Tijdens de Goede Week, voornamelijk op Goede Vrijdag, verschijnt Onze Lieve Vrouw diep bedroefd, meerdere keren met de tranen op het gelaat, omdat ze op die dag wordt herinnerd aan het lijden van Haar Zoon, en dan vraagt Zij om te bidden opdat Zij zich beter zou voelen, opdat wij met Haar lijden zouden meevoelen. Zij vraagt aan ons om het lijden van de Heer, die voor ons aan het kruis stierf, mee te beleven met onze harten.
Soms toont Ze de gekruisigde Jezus aan Ivan, waarop deze in hevige emotie valt en Jezus beschrijft met de doornenkroon. Een doorn doorboort ook Zijn oor en Zijn voorhoofd. Zijn gelaat is bedekt van het bloed, met een pijnlijke uitdrukking.
Het meest vreugdevol zijn de momenten wanneer Onze Lieve Vrouw vreugdevol verschijnt omdat Haar plannen in vervulling zijn gegaan, terwijl de leden nooit weten wat Haar plannen zijn. Alleszins iets groots, omdat ze dan zo vreugdevol is. Ze zal nooit Haar plannen vertellen opdat de groep niet zelfvoldaan zou raken bij het helpen verwezenlijken ervan.
3. Boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Anguera, Bahia, Brazilië
Boodschap 3289 van 4/3/2010
Lieve zonen en dochters, volg het pad van het gebed. Wees aandachtig voor Mijn oproepen en open uw harten voor de roep van de Heer. God is gehaast en u kunt niet langer veraf leven van het Pad van de Waarheid. Wees volgzaam en nederig van hart. Kijk uit naar het Pad van het Heiligdom om zo te worden gered. U leeft in een tijd van grote beproevingen, maar God zal steeds dicht bij u blijven. U leeft in een tijd dat het schepsel meer waardig wordt geacht dan de Schepper en de mensheid is spiritueel blind. Heb oprecht berouw en de Heer zal het u vergeven. Ik ben uw Moeder en lijd omwille van uw lijden. Na alle beproevingen, zal de hervorming van de wereld komen. God zal grote mirakelen verrichten en u zult zien wat u met uw menselijke ogen nog nooit hebt aanschouwd. Het zal een tijd van vreugde zijn voor Gods verkozenen. Ga onbevreesd door. Zij die in een grote stad in Brazilië leven, zullen ogenblikken van grote rampspoed kennen. Wetenschappers zullen er voor waarschuwen en iedereen zal vluchten. De ontdekking van een grote kloof zal de aandacht van de hele wereld trekken. Keer terug naar de Heer. Hij wacht op u met open armen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u mij hebt toegelaten om u hier opnieuw weer bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.
4. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 116]
Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas
Ochtendgericht over Jezus
Zij verhieven zich en scholden Jezus uit in het aangezicht: "Wel hoe, zon arm, verloren als gij, zon hopeloos en ellendig mens van lage herkomst, wou hun Messias zijn en tronen aan de rechterhand van God!" Zij bevalen de beulen om onze Heer te boeien en lieten Hem als ter dood veroordelen, ook de keten om de hals leggen, vooraleer met Hem naar Pilatus te trekken. Zij hadden reeds een bode vooruit gezonden die Pilatus zou verzoeken om zich klaar te houden met het vonnissen van de misdadiger, daar het feest hen tot haast dwong. Nu morden zij onder elkaar over het feit dat zij eerst nog naar de Romeinse landvoogd moesten gaan, terwijl zijzelf, die meer kennis hadden over Gods wetten en deze van de tempel, geen doodsvonnis mochten voltrekken. Ten einde Jezus met een grotere schijn van recht ter dood te kunnen brengen, wilden zij Hem eveneens als misdadiger tegenover de Keizer doen berechten, en zo kwam de veroordeling in hoofdzaak aan de landvoogd toe.
De krijgsknechten waren al opgesteld voor het huis, waar vele vijanden van Jezus, mitsgaders en ander slecht volk, stonden te wachten. De opperpriesters en een deel der raadslieden schreden voorop. Dan volgde de arme Heiland, vastgehouden door de bende en omringd door een schare krijgslieden. Daarachter kwam heel wat gepeupel. Zo daalde de stoet de berg Sion af en trok naar het paleis van Pilatus in de benedenstad. Enige priesters echter begaven zich naar de tempel, waar heden veel te doen was.
5. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 116]
Preken
Hebt ge de godsdienst in het hart?
Ik geef u een voorbeeld, dan zult ge me beter begrijpen. In een zekere parochie woonde eens een jongeman die door iedereen geëerd werd om zijn deugdzaamheid. Hij ging bijna elke dag naar de Heilige Mis en communiceerde dikwijls. Maar één van zijn kameraden was jaloers op het respect dat de mensen die jongeman toedroegen. Toen ze op een dag samen bij een buurman waren, die een mooie gouden snuifdoos had, pakte de jaloerse die doos bij zijn buurman uit de zak en stopte ze, zonder dat er iemand iets van merkte, in de zak van de jongeman. Even later vroeg hij of hij de snuifdoos nog eens mocht zien. De buurman tastte in zijn zak, maar kon ze tot zijn verbazing niet vinden. Er werd niemand de kamer uitgelaten, voor hij aan den lijve onderzocht was. Men vond de snuifdoos in de zak van de jongeman, die een toonbeeld van braafheid was. Natuurlijk begon iedereen hem voor dief uit te maken en zijn godsvrucht in het belachelijke te trekken. Men beschouwde hem als een huichelaar en een schijnheilige. De jongeman kon zich niet verdedigen want de snuifdoos zat nu eenmaal in zijn zak. Hij zei niets, hij verdroeg alles als een beproeving uit de hand van God. Wanneer hij door de straten ging, op weg naar de kerk om de Heilige Mis bij te wonen of te communiceren, scholden diegenen die hem zagen, hem uit voor een ogendienaar en een dief. Dat duurde zo lang. Maar ondanks alles hield de jongeman zijn godsdienstoefeningen, zijn biechten, zijn communies en zijn gebeden vol, alsof iedereen nog steeds de grootste waardering voor hem had.
Na verloop van tijd werd de kameraad, die de schuld van dit alles was, ernstig ziek en bekende hij zijn misdaad aan de aanwezigen. Hij gaf toe dat de jongeman van wie men zoveel kwaad vertelde, een heilige moest zijn en dat hij, uit afgunst, om hem over te leveren aan de verachting van de mensen, de snuifdoos in zijn zak had gestopt.
Vertaling: Chris De Bodt
6. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 116]
Hoofdstuk 16. Gewijde voorwerpen
Nicky: Wat zijn gewijde voorwerpen en zijn ze belangrijk voor ons en voor de Arme Zielen? Maria: Heel belangrijk. We zouden er steeds gebruik moeten van maken en de Arme Zielen houden ervan, zoals gewijd water, olie, medailles, kaarsen enzovoort. Ik kan een heel mooi en interessant verhaal hierover.
Ik kende een vrouw die aan de Arme Zielen de belofte had gedaan om voor hen elke zaterdag een gewijde kaars te branden. Op een bepaalde zaterdag zei haar man: "Stop daarmee, u hoeft dat niet te doen. Het is uit de mode en de doden zijn gelukkig. Ze trekken zich dat niet aan, ongeacht wat u hen beloofd hebt." De vrouw was uiteraard bedroefd door deze uitspraak, maar wou desondanks hiermee doorgaan, zonder ongehoorzaam te willen zijn aan haar man. En zo dacht ze: "Goed, ik plaats ze in de houtkachel en dus bemerkt George het niet. Daar heeft hij toch niets te zoeken." Zo plaatse ze de kaars in de houtkachel en sloot de kleine deur, waarin zich een raampje bevond. Toen verliet zij het huis en spoedig kwam haar echtgenoot thuis. Toen hij iets wou in de papiermand gooien bemerkte hij tot zijn verbazing enig licht in de kachel. Dit bracht hem in de war en hij opende hij het deurtje om erin te kijken. Toen werd hij echt bleek, want tot zijn verbazing zag hij niet enkel de brandende kaars maar ook zes paar biddende en gevouwen handen. Hij sloot de deur en wachtte op de terugkeer van zijn vrouw. Toen zijn thuiskwam, zei hij: "Waarom hebt u de kaars in de kachel geplaatst en niet op de tafel?"
Nicky: Hier spreekt u over gewijd licht. Houden ze van bepaalde muziek? Maria: Ja, ze houden van heilige muziek en vooral het geluid van gewijde kerkklokken die de families oproepen om te bidden. Is het dus een verassing dat sommigen uit de buitenwereld beweren dat kerkklokken een inbreuk op hun privacy zijn? Dat is nog een punt voor satan wanneer de steden spiritueel zo dood zijn, dat de mensen op zijn wenken reageren.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
7. Film: Don Bosco [19/21]
Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.
In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.
Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.
8. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 26: Het Geheim van Gehoorzaamheid [Aflevering 167]
Er waren veel gevallen waar de Heilige Dame de terugkeer van de Zwarte Dood tegenhield, maar ze verzorgde ook de emotionele kwalen. In Cordova, Spanje verhinderde ze in 1442 dat een zieke en berooide man zelfmoord pleegde. Toen de wanhopige vader zich wou ophangen, scheen er plots een zacht licht in zn kamer en verscheen er een mooie dame die hem, en zn eveneens ziek gezin genas. In het Italiaanse Saluzzo zag men Maria boven de vlammen tijdens een grote brand in 1447, en de vlammenzee die de huizen verzwolg werd uitgedoofd.
Op hetzelfde moment gebeurde er zon vijftig kilometer ten zuidwesten van Madrid een beroemd voorval. In Cubas had het twaalfjarig meisje Inés Martinez zes verschijningen over een periode van zeventien dagen. Maria was gekleed in een sneeuwwit gewaad en droeg gouden muiltjes. Ze waarschuwde de mensen om hun zonden op te biechten omdat er een epidemie op komst was.
Er was ook een mirakel tijdens de jaren 1450 in Betharram, Frankijk, waar een beeldje van Maria begon licht te geven.
Terwijl dergelijke gebeurtenissen zo veelvuldig voorkwamen dat ze nauwelijks waard zijn vernoemd te worden, is deze wel belangrijk omdat Betharram in de Pyreneeën ligt op slechts een paar kilometer van Lourdes, in een land dat op een dag het Christendom zou proberen uit te roeien.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 64]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
De simultaneum
Een Vervolg op de vertrouwelijke nota van 10 maart 1948 op 22 mei en weer bestemd voor het aartsbisdom Lyon en de nuntiatuur in Parijs, haalt een uitreksel aan uit een verslag over de gemeenschap van kanunnik Dutroncy. Deze hield regelmatig contact met dominee Schutz en was ervan overtuigd dat deze katholiek zou worden: "Men kan de veronderstelling niet uitsluiten, zei hij, van individuele bekeringen tot het katholiek geloof. Ik denk dat de overste het dichts bij ons aanleunt." Hij haalde ook een feit aan dat voor opschudding in het protestantse milieu zou hebben gezorgd indien het bekend werd: "Dominee Schutz bekeerde onlangs een meisje dat protestante wilde worden. Hij liet haar verstaan dat ze ontgoocheld zou zijn door het protestantisme. Hij verwees haar naar een katholieke geestelijke begeleider en er wordt gezegd dat ze in het noviciaat verblijft."
Zelfs indien Max Thurian en Roger Schutz hebben gedacht dat de nuntius in Parijs, de latere Johannes XXIII, de toelating van 1948 had bevorderd, had Mgr. Lebrun die beslissing alleen genomen en de nuntius alleen maar ingelicht. Mgr. Roncalli stuurde slechts een verslag naar het Heilig Officie. Maar het schijnt dat dit verslag verloren ging, wat tien jaar later de bisschop van Autun last zal bezorgen, zoals we later zullen zien.
De Gemeenschap maakte dagelijks gebruik van de katholieke kerk. Er werd ook terug een zondagsmis in opgedragen met beurtelings priesters uit de omgeving.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 39]
Woordenboek: Letter A
Berenice
Berenice was de dochter van koning Agrippa I en de zuster van koning Agrippa II. Ze behoort tot de doelwitten bij uitstek van de roddelaars uit de Oudheid. Ze had drie echtgenoten. De eerste was Marcus Julius Alexander, zoon van Alexander de Alabarch, een Joods zakenman uit Alexandrië, en de broer van Tiberius Alexander, de Romeinse procurator van Judea tussen 46 en 48 na J.C. die de neef van Philon van Alexandrië was.
Na de dood van haar eerste man huwde Berenice, zoals vele Herodiaanse prinsessen deden, met een van haar ooms Herodes van Chalkis. In 48 na J.C. werd ze opnieuw weduwe. Daarna werd ze veel gezien met haar broer Agrippa II. Zowel in Palestina als onder de Romeinse elite ging het gerucht de ronde dat ze minnaars waren. Om de roddels de kop in te drukken overtuigde Berenice de koning van Cilicië, Polemon I, om met haar te trouwen. Maar ze scheidde weldra en ging terug bij Agrippa wonen. Josephus en de Latijnse dichter Juvenal vermelden deze liefdesverhouding. De beroemde satirist vertelt dat een diamanten ring zijn vermaardheid te danken heeft aan de vinger van Berenice omdat hij geschonken werd door Agrippa aan zijn incestueuze zus.
De grote overwinning van Berenice blijft echter Titus, zoon van Vespasianus die, keizer uitgeroepen in 69 na J.C., zijn zoon gelaste de oorlog tegen de Joodse opstandelingen af te werken. Volgens Romeinse roddels dateerde hun verhouding in Palestina van voor 69. De Latijnse historicus Tacitus schrijft aan de brandende liefde van Titus voor koningin Berenice zijn onmiddellijke terugkeer uit Judea toe, na zijn zending naar Rome, waar zijn vader hem zond na de dood van Nero, om de politieke toestand van de hoofdstad te bewaken. Na het einde van de oorlog met de Joden in 75 na J.C. was Berenice weer de maîtresse van Titus in Rome.
Volgens de geruchten was Titus zo verliefd op haar dat de aankondiging van hun huwelijk geen geheim meer was: vanwege zijn vurige passie voor koningin Berenice aan wie hij het huwelijk beloofd had staat te lezen in Suetonius [Divus Titus VVV, 1]. Schijnbaar liet hij haar toe zich als echtgenote te gedragen [Cassius Dio]. Maar, na de dood van Vespasianus in 79 na J.C. besteeg zijn zoon Titus de keizerlijke troon en moest hij realistisch zijn: nooit zou het Romeinse volk hem toelaten Berenice te huwen. Ondanks hij, ondanks zij [invitus invitam, Suetonius VII, 2], was hij verplicht haar uit Rome te verwijderen. Ondanks haar bestaan van plezier en seksuele vrijheid leefde Berenice de Joodse godsdienstplichten na, zoals de geloften van het naziraat in de Tempel. In het Nieuwe Testament vermelden de Handelingen der Apostelen de aanwezigheid van Berenice te Caesarea in 60 na J.C. tijdens de beroemde bijeenkomst waarin Paulus zijn religieuze gedachten uiteenzet aan haar broer Agrippa II in het paleis van Romeins procurator Porcius Festus. Ze is de gelijknamige heldin van de tragedie in verzen geschreven door de grote Franse dramaturg Jean Racine rond 1670.
Vertaling: Broeder Joseph
11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 46]
De twee wonderen van Slavonice, Tsjechië [1280]
Het wonder van Slavonice is makkelijk te vertellen. Het is het jaar 1280. Een herder die zijn kudden in de velden buiten de stad liet grazen, verbaasde zich over een mysterieus vuur dar brandde boven planten die een rots hadden begroeid. Toen hij dichterbij dit spektakel kwam zag hij in de vlammen een Hostie die volledig onaangetast bleef door de vlammen en de hitte. De priester die gevraagd was om te komen herkende de Hostie als een Hostie die kwam uit een hostiedrager die een jaar geleden gestolen was. De dader was nooit gevonden maar het was duidelijk dat hij zich op deze plaats had ontdaan van de Hosties.
De priester plaatste de Hostie in een pyxis, die hij bij zich had, en ging, samen met een hele massa mensen die op het mysterieuze vuur waren afgekomen, terug naar het dorp, niet ver daarvandaan. Toen ze bij de poorten van de stad aankwamen merkte ze op dat de Hostie was verdwenen uit de pyxis. De Hostie werd opnieuw gevonden tussen de vlammen boven de rotsen. De priester plaatste opnieuw de Hostie in de pyxis en vertrok opnieuw naar de stad. Maar de Hostie verdween opnieuw. Pas toen de priester en de mensen beloofden om van de vindplaats een heiligdom te maken bleef de Hostie in de pyxis zodat ze de Hostie mee konden nemen naar de parochiekerk.
12. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën
De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.
Profetie 26
Ik zag heel duidelijk de dwalingen, de misstappen en de ontelbaar zondige mensen. Ik zag de dwaasheid en de verdorvenheid van hun daden, tegen elke rede en waarheid in. Er bevonden zich Priesters onder hen en onderga met vreugde mijn lijden zodat ze tot betere gedachten zouden komen.
Vertaling: Chris De Bodt
13. Recente heiligenlevens
Adèle Bonolis: Dienares van God [1909-1980] [4/5]
Gebaseerd op wat ze de "drie steunpilaren" noemde, previdenza, prudenza en provvidenza [vooruitziendheid, voorzichtigheid, en voorzienigheid], werkte ze niet alleen hard om deze huizen op te richten, maar ook om de middelen te vinden om haar gasten te onderhouden, hen van alles te voorzien dat nodig was voor hun verzorging, en om bekwaam personeel te voorzien. Dit was uiteraard een moeilijke opdracht die gepaard ging met veel teleurstellingen, maar haar innerlijke kracht en "de drie steunpilaren," plus haar liefde voor God, ondersteunden haar.
Adele richtte ook een vereniging op die nu de Foundation (Stichting) genoemd wordt, die mensen aantrekt die in hun spirituele leven vooruitgang willen boeken. Deze stichting is vandaag de dag ook nog actief.
Door al haar activiteiten en verantwoordelijkheden, zijn er getuigenissen die zeggen dat "Adele heel haar bestaan wijdde aan het goed doen, zonder een beloning of applaus te wensen. Ze spendeerde haar tijd aan de groten en de nederigen, de jongeren en de ouderen, en luisterde naar allen met geduld en liefde."
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
14. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 4]
Beproevingen
In november 1844 verbrandt Louise een borst en kan aan Bernadette niet langer de moedermelk geven. Men zendt haar naar een voedster in Bartrès, niet ver van Lourdes, waar ze anderhalf jaar zal blijven. Buiten de moeilijk te verdragen scheiding is dit ook nog duur (5 francs per maand). In april 1845 klopt de dood voor de eerste keer aan: Jean, het tweede kind, amper twee maand oud, sterft.
In de molen draaien de zaken ook slecht. François Soubirous is een goede man,. Hij is nooit gehaast om zijn geld te vragen, zeker niet bij de armste cliënten.
In 1850 treft hen een nieuw ongeval, wanneer de gezondheidstoestand van Bernadette verzwakt: zij lijdt onder haar astma, maar ook aan de maag en de milt. En bij het bewerken van zijn te gladde molenstenen doorboort vader Soubirous een oog. Zijn linkeroog is door een wegspringende splinter geraakt.
In 1854, Bernadette is tien jaar geworden, moet de familie verhuizen. Bernadette verlaat de plezante molen van haar kinderjaren.
15. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 4
Ik zag een hevige macht opkomen tegen de Kerk. Deze macht plunderde, vernietigde en bracht verwarring onder de wijnranken van de Heer, die vertrapt werden door de mensen en belachelijk werden gemaakt door alle naties. Het celibaat zal worden belasterd en het priesterschap onderworpen. Deze macht is bovendien zo onbeschaamd dat ze de Kerkelijke eigendommen zullen aanslaan en zich de macht van God de Vader, wiens persoon en wetten zullen worden geminacht, zal toeëigenen.
Vertaling: Chris De Bodt
16. Met dank aan Marieke
10-03-2010
10 maart 2010
Doe mee aan de nieuwe poll/rondvraag
10 maart 2010
1. Medjugorje: Ivans gebedsgroep "Koningin van de Vrede" [3/5]
De leden zijn door Onze Lieve Vrouw op de proef gesteld. Op een dag vroeg ze om een ontmoeting in het midden van de nacht, soms na middernacht. Ooit was er een om drie uur in de morgen. Zelfs wanneer het koud en windering was en er sneeuw lag, werd er bijeengekomen. Niet kon haar doen stoppen om de groep op te eisen en niets stopte de groep om te gaan. Niemand van de leden vatte ooit een verkoudheid. Dikwijls kwamen de leden met volledig natte kledij terug, doordrongen van de regen. Op de Kruisberg was het soms zo winderig dat het onmogelijk was om rechtop te blijven staan. Ze beschermden zich tegen de wind achter het Votiefkruis. Een uur voordat Maria verscheen werd er begonnen met gebeden en gezangen. Het vreemdste van alles wat dat deze ontmoetingen, achteraf gezien, de beste waren. De leden kregen de sterkste ervaringen in hun harten tijdens deze bijeenkomsten en Onze Lieve Vrouw was het gelukkigst en het meest dankbaar wanneer de groep bij regenweer, hagel of duisternis kwam, misschien omdat er dan meer geschonken werd dan alleen maar woorden, want hun lichamen zochten naar warmte, terwijl hun geest zocht naar boete.
In al die jaren heeft Onze Lieve Vrouw maar één enkele berisping gegeven. Op een avond vielen ze in slaap, zoals de apostelen in de tuin van Getsemane. Op die dag had Onze Lieve Vrouw de gebedsgroep uitgenodigd op de Kruisberg en was het zeer koud. De koude wind sneed tot op het vlees, ook al waren ze dik gekleed. Ze sidderden. Onze Lieve Vrouw verzocht om drie Rozenkransen na de verschijning. Ze verstopten zich achter het Votiefkruis om zich te beschermen tegen de snijdende wind en ze begonnen te bidden. Het eerste gedeelte van de Rozenkrans vormde geen probleem. Bij het tweede gedeelte knikten hun hoofden slaperig en stonden hun gedachten op hun kachels en wie weet op nog wat anders. Plotseling, tijdens het midden van de Rozenkrans, verscheen Onze Lieve Vrouw! Zij bedankte ons om te zijn gebleven, maar vroeg hen om naar huis te gaan, omdat hun gedachten ver weg waren van het gebed. Ze keerden bedroefd naar hun huizen terug en konden moeilijk omgaan met het feit dat ze Onze Lieve Vrouw hadden teleurgesteld. Bij de volgende verschijning met Ivan, lachte Maria echter en zei Ze dat de groep er op vooruitgegaan was sinds Zij Haar terechtwijzing had gegeven.
2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 115]
Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas
Ochtendgericht over Jezus
Caïphas, de hogepriester, beval dat men de arme, mishandelde en vermoeide Jezus uit de kerker moest halen om voor de Raad te brengen, op een wijze dat men Hem na het oordeel zonder verwijl naar Pilatus zou kunnen leiden. De dienaars liepen roepend en tierend de kerker binnen, overvielen er Jezus met schimpwoorden, maakten Zijn handen los, rukten Hem de voddenmantel van Zijn schouders en dwongen Hem, onder slagen en stoten, Zijn lange en naadloze rok aan te trekken, die nog met het vuil van de straat was besmeurd. Zij bonden het touw weer om Zijn middel vast en voerden Hem weg. Dit alles geschiedde in een enorme haast en met een vreselijke ruwheid.
Terwijl zij onze Heer hoonden en sloegen, dreven de beulen Hem, door de rijen krijgslieden heen, die reeds vóór het huis stonden verzameld, zoals een arm offerdier naar de gerechtszaal. Toen Hij daar, zo wreed ontredderd door allerlei mishandelingen, zo bevuild en uitgeput, met niets anders rond het lichaam dan Zijn verfrommeld kleed, vóór de opperpriester trad, ontstaken de vijanden in een nog heviger woede. Van enige medelijden was er in hun Joodse harten geen sprake.
Caïphas riep tegen Jezus, die in al Zijn ellende vóór hem stond, vol haat en smaad uit: "Indien gij de gezalfde van de Heer, de Messias bent, zo zeg het ons." Jezus hief zijn hoofd op, en met heilig geduld en plechtige ernst antwoordde Hij: "Wanneer Ik het u zeg, zult gij Mij niet geloven en Ik u daarover een vraag stel, zult gij mij geen antwoord geven en mij evenmin vrijlaten. Van nu af zult gij de Mensenzoon echter zien zitten aan de rechterzijde van de kracht Gods." Toen knipoogden zij naar elkaar en zeiden dan tot Jezus, hoonlachend als teken van hun verachting: "Dus gij, gij daar, bent gij de Zoon van God?" En Jezus sprak met de stem van de Eeuwige Waarheid: "Ja, zoals u zegt, ik ben het." Op dat woord van Onze Heer riepen allen gelijk: "Welke bewijzen hebben wij nog meer nodig? Wij hebben het nu immers zelf uit Zijn mond gehoord!"
3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 115]
Preken
Hebt ge de godsdienst in het hart?
Vindt ge die dienst van God dan zo moeilijk en zo zwaar, dat ge er weldra voor terugschrikt en opnieuw de zijde van de wereld kiest? Toen God u aantoonde hoe ongelukkig uw ziel er aan toe was, hebt ge gezucht, hebt ge ingezien hoe ver ge afgedwaald waart. Maar ge hebt niet doorgezet, ge hebt u weer in het ongeluk laten storten door de duivel, die kwaad was u verloren te hebben. Nu heeft hij alles in het werk gesteld om u terug te winnen. Nu hoopt hij u voorgoed in zijn macht te houden. Ja, de duivel ontfermt zich over deze afvalligen, die hun godsdienst verraden hebben en die alleen nog in naam Christenen zijn.
"Maar," zult ge zeggen, "hoe kun je weten of je de godsdienst in het hart hebt, de godsdienst die zich nooit verloochtent?"
Kijk broeders, luister goed en ge zult weten of uw godsdienst is zoals God het wil om u ten hemel te leiden. Als iemand van u werkelijk een deugd bezit, is er niets in staat haar te veranderen: zij is als een rots te midden van een stormachtige zee. De mensen kunnen u verachten, belasteren of bespotten. Ze kunnen u beschouwen als een huichelaar of als een kwezel: dat alles zal de vrede uit uw ziel niet wegnemen. Ge blijft van hen houden, evenals ge van hen zoudt houden wanneer ze goed van u vertelden. Ge laat niet na hun goed te doen en hen te helpen, zelfs als zouden ze er kwaad van spreken. Ge doet uw gebeden, ge gaat te biechten, te communie, naar de heilige mis alsof er niets aan de hand was.
Vertaling: Chris De Bodt
4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 115]
Hoofdstuk 15. De Rozenkrans
Nicky: Wat zegt u tot diegenen die de Rozenkrans vervelend vinden en nutteloos, omdat het steeds maar een herhalen is? Maria: De nederigheid leert ons enkel te spreken over dingen die we hebben ervaren. Deze die dit zeggen hebben de Rozenkrans nog niet gebeden. Nadenken over de mysteries en over het leven van Jezus brengt ons zoveel vreugde en vrede dat het satan gek maakt. Maria heeft vele beloften gedaan aan zij die de Rozenkrans bidden, zoals door de Heilige Dominicus. Ik heb weet van een vrouw die een Rozenkrans dichtbij de kerk waar ze heenging kocht, om deze te kunnen bidden met een grote groep bedevaarders. Terwijl zij knielde op de kerkstoel, greep zij er naar in haar tas en het enige wat ze voelde waren een handvol kraaltjes en vele stukje koord. De koord was volledig uitgerafeld door satan, alleen om de vrouw te verhinderen om te Rozenkrans te bidden. Vrede en genezing is iets wat satan haat en de Rozenkrans werkt ontzettend genezend en is een heel krachtig wapen tegen hem.
Nicky: Is er ooit een arme ziel aan u verschenen met de vraag om samen met hem of haar de Rozenkrans te bidden? Maria: Ja, dat gebeurt. Er komt me net iets te boven uit de jaren 50, toen ik de trein nam uit Bludenz. Het was een dag van veel reizigers en zo verkoos ik, zoals dikwijls, om de laatste treinwagen te nemen. Ik stapte in en vond een compartiment waarin enkel een vrouw zat en zo besloot ik om mij bij haar te zetten. Ik had me nog maar goed neergezet, toen zij een Rozenkrans uit haar tas begon te nemen en zei: "Nu is er hier iemand die samen met mij de Rozenkrans wil bidden." Het eerste wat bij mij opkwam was: "als u iedereen op deze wijze aanspreekt is het geen wonder dat u helemaal alleen zit." Maar uiteraard was ik gelukkig om samen met haar de Rozenkrans te kunnen bidden, en tijdens het gebed, betrad niemand anders ons compartiment. Op het einde zei zij "God zij dank" en was ze plots weg. Zo bleef ik helemaal alleen achter in een leeg compartiment. Ik had er, tot ze verdween, geen idee van dat het een Arme Ziel was.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
5. Film: Don Bosco [18/21]
Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.
In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.
Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.
6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 26: Het Geheim van Gehoorzaamheid [Aflevering 166]
Sommige gebeurtenissen, vooral geestachtige processies, deden vragen rijzen over de juistheid van de visioenen, maar over het algemeen was er het gevoel van de Heilige Geest. Catharina van Bologne, die zowel goede als kwade verschijningen had, merkte op dat de ware test van de goede Geest, het gevoel was van vrede, liefde en vurige liefdadigheid. Met uitzondering van rechtvaardige veroordelingen kwam alles dat verstoorde, alles dat voortdurend ongemak gaf van de duivel. Ijdelheid zorgde voor zon ongemak en de échte zieners verwierpen hun eigenzinnigheid. Ze waren niet narcistisch. Het geheim om zich te verenigen met God was onbaatzuchtigheid. Alles met een gebrek aan nederigheid, had een gebrek aan de Heilige Geest. Hoogmoed was de waarschuwingsvlag. Niemand kon zichzelf een ware "Christen" noemen zolang hij/zij egoïstisch was. Hoogmoed blies het ik op, terwijl nederigheid heerlijkheid schonk aan de Schepper. Toen de Heer verheerlijkt werd, lichtte de hemel de sluier op. Er waren mirakels. Er waren tussenkomsten. In Spanje zag men de Maagd op 10 juni 1430, in een plaatsje met de naam Jaén. In hetzelfde jaar probeerden dieven in Czestochowa het beroemde zwarte ikoon van Maria te stelen, maar het bleek te zwaar te zijn om te verplaatsen!
In Caravaggio, Italië verscheen op 26 mei 1432 de Heilige Moeder aan een arme familie met de naam Vacchis. Dankzij de pogingen van Maria om de spanningen tussen de stadstaten te bedaren, werd ze daar gekend als de "Koningin van de Vrede."
Ze was ook de Koningin van Genezing omdat ze in 1438 Bologne van de pest redde.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 63]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
De simultaneum
In november 1947 kwam Mgr. Lebrun langs in Cluny en aanvaardde om de twee stichters van Taizé te ontmoeten. Hun onderhoud duurde twee uur en Mgr. Lebrun liet niet na verslag uit te brengen bij de nuntius in Parijs: "Ik stond voor twee jonge dertigers, zeer verstandig, eenvoudig, lief en hoffelijk. Ze spraken over hun levensstijl (ze zijn met acht) die een soort monachisme nastreeft: zuiverheid, delen van bezittingen, Getijden bidden, handarbeid... Het zijn contemplatieve zielen en de liturgie bekoort hen en trekt hen aan."
Mgr. Lebrun verzweeg de verschillen in doctrine. In die tijd had de bisschop van Autun evenals de aartsbisschop van Lyon een welwillende aandacht voor deze protestantse monniken die ze eens in de katholieke Kerk hoopten te onthalen.
In januari 1948 vroeg Broeder Roger opnieuw de toelating om de dorpskerk te mogen gebruiken voor het gebed van de gemeenschap. Na de mislukking van zijn poging in 1944-1945 schreef de overste van Taizé ditmaal rechtstreeks naar de bisschop en met nieuwe argumenten. De uitbreiding van de gemeenschap en de aanwezigheid van een twintigtal wezen, waardoor de kleine huiskapel te eng werd, liet hij gelden. In plaats van een eigen tempel te bouwen gaf de gemeenschap de voorkeur om de oude romaanse kerk in verval te gebruiken. De Broeders verbonden zich om de kerk te herstellen en vroegen dat de regels van het simultaneum, toen in voege in streken van gemengde godsdienst (zoals de Elzas), werden toegepast.
Mgr. Lebrun liet een vertrouwelijke nota opstellen over de gemeenschap ten behoeve van de aartsbisschop van Lyon en de nuntius in Parijs, raadpleegde de pastoors uit de omgeving alsook kenners van het kerkelijk recht. Daarna, twee maand later, liet hij door zijn vicaris een brief schrijven die de gevraagde toelating toestond onder de gewone voorwaarden:
1. Het koor is voorbehouden aan de katholieken en alleen de beuk is toegankelijk voor protestanten. 2. Gesloten kerk onder de protestantse diensten opdat geen enkele katholiek deze zou bijwonen.
Meteen bedankte Broeder Roger Mgr. Lebrun met de hartelijke woorden: "Monseigneur, U getuigt waarlijk van de zuiverste katholieke geest. Wederkerig verzeker ik U van onze gehechtheid en van de weergalm in ons hart door uw gebaar opgewekt en die niet zonder naklank zullen blijven."
Vertaling: Broeder Joseph
8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 38]
Woordenboek: Letter B
Bartholomeüs
Volgens de Synoptieken en de Handelingen der Apostelen was Bartolomeus één van de twaalf apostelen van Jezus [Mk 3, 16-19, Mt 20, 2,4, Lk 6, 14,16, Ac 1, 12,14], maar zijn naam komt niet voor in het evangelie van Johannes. Maar soms wordt de Nathanaël Bar-Tolmai van Johannes die de apostel Philippus naar Jezus bracht [Joh 1, 45-46] geïdentificeerd met de apostel Bartolomeus. Hij werd geboren in Kana in Galilea. Noch het Nieuwe Testament noch een latere en historisch betrouwbare bron leren ons iets over apostel Bartolomeus. De Kerkhistoricus Eusebius (vierde eeuw) vermeldt een legende die vertelt dat Bartolomeus naar Armenië, India en Mesopotamië zou vertrokken zijn om er de Blijde Boodschap te prediken en hij zou er een kopie van het Evangelie van Mattheus in het Aramees achtergelaten hebben.
Beroemd was Bartolomeus vooral om zijn genezingen van geesteszieken. Ook zou hij de dochter van de Armeense koning van haar bezetenheid genezen hebben. Hierna bekeerde de gehele hofhouding zich tot het christelijk geloof. Woedende heiden priesters stookten de broer van de koning daarop op de bevolking tegen Bartolomeus te keren. Hij werd door soldaten gevangen genomen en gemarteld. Hij kreeg de Perzische doodstraf. (levend gevild). Zo stierf hij de marteldood en moest hij de beker drinken die Jezus hun voorzegd had.
Zijn lichaam werd eerst naar het eiland Lipari, ten noorden van Sicilië, overgebracht en van daar naar Benevento om ten slotte in Rome op het eiland in de Tiber te belanden. Zijn gedenkdag, 24 augustus, is de dag van zijn overbrenging naar Rome.
De naam van de heilige is op een wrange manier verbonden met de Bartholomeüsnacht of de Parijse Bloedbruiloft, de moordpartij op de hugenoten [protestanten], door katholieke aanhangers van de Franse koning [maar eigelijk op aanstoken van Catharina de' Medici], die in Parijs plaatsvond in de nacht van 23 op 24 augustus 1572. Hierbij stierven 20 á 30.000 mensen.
De apostel Bartholomeüs is de patroonheilige van de boekbinders, mijnwerkers, slagers, kleermakers, boeren, bakkers, herders, schoenmakers, wijnboeren, leerlooiers en de beschermheilige tegen zenuwziekten, stuiptrekkingen en huidziekten
Vertaling: Broeder Joseph
9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 45]
De twee wonderen van Parijs, Frankrijk [1274 en 1290]
De kapel die was gebouwd van het huis waar dit wonder was gebeurd werd vervangen door een kerk die in de loop der tijd onder verschillende namen bekend stond: La Maison ou Dieu fut bouilli [Het Huis waar God werd gekookt], Leglise du Sauveur bouillant [De Kerk waar de Verlosser is gekookt], La Chapelle du Miracle [De kapel van het Wonder]. Uiteindelijk staat het bekend onder twee namen: De Kerk van de Heilige Fransicus en de Tempel van de Billetten. Deze kerk, gebouwd in de veertiende eeuw op de plaats waar het wonder heeft plaats gevonden is gebouwd door de Broeders van Liefde, die ook wel bekend stonden als Billetten, omdat de kleine rechthoekige scapulieren die ze droegen de mensen deed denken aan biljetten [in het engels: billets]
De karmelieten vervingen de Broeder van Liefde en hebben de kerk afgebouwd in 1756, maar in 1812 kwam de kerk in handen van de Lutheranen.
Naast de kerk is de middeleeuwse Cloitre de Billettes, een kloostergang van genade die in uitstekende staat is en nog vaak bezocht word door toeristen.
10. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën
De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.
Profetie 25
1820-1821. Ik zie vele geëxcommuniceerde geestelijken die er niet eens bezorgd over schijnen te zijn en er zich zelfs niet van bewust zijn. Toch zijn ze [ipso facto] uitgesloten wanneer ze deelnemen aan ophitsende ondernemingen, genootschappen binnentreden en meningen delen waarover een kerkelijke ban heerst. Ik kan hierbij zien dat God de richtlijnen, bevelen en verboden, ingesteld door het Hoofd van de Kerk, bekrachtigt en dat Hij ze van kracht houdt, zelfs al tonen de menen er geen belangstelling voor, worden ze door hen verworpen of misprijzen ze en lachen ze ermee.
Vertaling: Chris De Bodt
11. Recente heiligenlevens
Adèle Bonolis: Dienares van God [1909-1980] [3/5]
Adele was tevreden met het les geven en haar werk bij de Katholieke Actie, maar toch voelde ze een overweldigende behoefte om niet enkel les te geven aan de jongeren, maar ook om de zieken te helpen. Voor die reden schreef ze zich in 1946 in aan de school voor geneeskunde. Ze was echter niet voorbestemd om af te studeren; God had andere plannen voor haar. Haar behoefte om de armen en onfortuinlijken te helpen zou spoedig bevredigd worden. Dit kwam in de vorm van een verzoek van een rechter aan de balie van Lecco, die haar vroeg of ze jongens kon helpen die voor zijn rechtbank verschenen waren. Ze leidde voor hen een zomerkamp, dat zo succesvol was dat men haar vroeg om het experiment verder te zetten. En zo werd de Castel Vezio, of de Casa dei Ragazzi gesticht, voor het onderricht en de zorg voor moeilijke jongens.
Samen met goeie vrienden en medewerkers van de Katholieke Actie, Giovanna Negrini en Giuseppina Achilli, stichtte Adele de Casa Maria Assunta, of het Huis der Vrouwen, een opvangtehuis voor prostituees, hun kinderen en vrouwen die werden vrijgelaten uit de gevangenis. Voor deze vrouwen was dit een thuis, waar ze fysiek en moreel konden herstellen. Dit was het eerste van een reeks tehuizen voor de hulp en zorg aan de onfortuinlijken. In 1962, richtte Adele Villa Salus en de As. Fra. Case Iris op voor de mentaal zieken. Onder de andere instellingen vinden we het Casa San Paolo, opgericht in 1970 en financieel gesteund door Kardinaal Giovanni Montini, de later Paus Paulus VI. Dit huis werd opgericht voor mannen die uit de gevangenis en de gerechtelijke krankzinnigengestichten werden ontslagen. Nog een ander is het Casa Maria Delle Grazie, opgericht in 1972, voor het onderricht en de rehabilitatie van benadeelde mannen en mannen met psychiatrische, fysische, sociale en economische problemen, alsook zij die net uit de gevangenis kwamen. Het waren allemaal propere, mooie, grote gebouwen met twee tot vier verdiepingen. Ze zijn heden nog allemaal operationeel, en worden geleid door gekwalificeerde dokters, verpleegsters en maatschappelijk werkers.
Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
12. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 8]
Donderdag 11 februari 1858: De ontmoeting
Vergezeld door haar zuster en een vriendin begeeft Bernadette zich naar Massabielle, langs de Gave, om er hout en dode beenderen te verzamelen. Bij het uittrekken van haar kousen, om de beek door te waden, hoort zij het lawaai als van een windstoot. Ze heft het hoofd omhoog naar de grot toe: "Ik zag een dame in het wit gekleed: zij droeg een wit kleed, ook een witte sluier, een blauwe gordel en een gele roos op elke voet." Bernadette maakt het kruisteken en bidt met de Dame de paternoster. Eenmaal het gebed is beëindigd, verdwijnt de Dame plotseling.
Zondag 14 februari: het wijwater
Bernadette voelt een innerlijke kracht die haar aanzet om naar de Grot terug te keren, ondanks het verbod van haar ouders. Op haar aandringen, geeft haar moeder de toelating; na het eerste tientje van de paternoster verschijnt dezelfde Dame. Bernadette besprenkelt haar met wijwater. De Dame glimlacht en buigt het hoofd. Na de paternoster verdwijnt de Dame opnieuw.
Donderdag 18 februari: de Dame spreekt
Voor de eerste keer spreekt de Dame. Bernadette houdt haar schrijfgereedschap voor en vraagt haar naam op te schrijven. Zij antwoordt: "Dat is niet nodig," en voegt er aan toe: "Wilt u zo goed zijn voor mij om gedurende twee weken naar hier te komen? Ik beloof u niet het geluk in deze wereld, maar in de andere."
13. Boodschappen aan Valentina Papagna
Valentina Papagna verhuisde in 1955 van Slovenië naar Australië, na eerder moeilijke tijden tijdens haar kinderjaren. Na de plotse dood van haar man, in 1988, startten haar visoenen en boodschappen van Onze Heer Jezus en Onze Hemelse Moeder. Vanaf die tijd evolueerde ze tot een zeer vrome, Rooms-Katholieke vrouw. Zij krijgt de volledige steun van haar geestelijke begeleider en parochiepriester, Vader Valerian Jenko. Zij wenst haar ervaringen en boodschappen te delen, dit enkel om de mensen te helpen dichter bij God te komen en te groeien in heiligheid naar Jezus' en Maria's wens. Als grootmoeder leidt ze nu een eenvoudig en rustig familieleven. Zij vermijdt elke publiciteit, maar is wel genoodzaakt om de boodschappen die haar worden doorgegeven, openbaar te maken, omdat ze niet enkel voor haarzelf zijn. Voortaan zullen haar boodschappen in dit blog worden vermeld.
1 februari 2010, na Kerstmis
Jezus sprak mij deze morgen en Zijn gelaatsuitdrukking was er een van diepe bedroefdheid.
"Vrede zij met u, Mijn kind, laat ons samen als één verenigd zijn, zodat u Mij een grote troost kunt verlenen. Kijk naar mijn gebroken Heilig Hart. Ik zeg u dat ik niet gelukkig ben door steeds opnieuw gegeseld en verwond te worden. Mijn Heilige Kruis blijft hen over de hele wereld ergeren. Ze blijven het verwijderen uit alle plaatsen, zelfs uit sommige Katholieke Kerken. Ze zijn bevreesd dat Mijn Heilig Kruis de mensen van verschillende godsdiensten beledigt. Zoals Judas, verraden ze Mij schaamteloos. Opnieuw en opnieuw. In plaatsen zoals Italië, dat het meest Katholieke land was, blijven Bisschoppen en Priesters stil. Ze zijn bevreesd dat ze zullen worden bedreigd door de maatschappij en er aanstoot aan hen zal worden gegeven.
Vertel hen, Mijn kind, wees oprecht, wees niet bevreesd en neem het voor Mij op en spreek het uit. Weet u dat Mijn Heilig Kruis de redding van de mensheid is? Zonder mijn Heilig Kruis zou er helemaal geen redding zijn. Doe maar, verwijder maar Mijn Heilig Kruis, jullie schijnheiligen. Hoe meer u God ontkent hoe meer tegenspoed u en uw land zal kennen.
U ervaart nu reeds rampen over de hele wereld. Ze zullen blijven duren als uw lot. Ik zal u op uw knieën brengen, omdat nu de tijd van berouw is gekomen. Jullie leven zal moeilijker en moeilijker worden en u zult uw broeders zien sterven van honger en dorst. Rampen, ziekten, oorlogen en vervolgingen zullen de mensheid treffen. U, mensen van macht en hoogmoed, kijk maar hoe ver u zult komen zonder Mijn genade!
Ik vertel u, Ik zal niet stil blijven. Ik zal door Mijn profeten spreken en ze zullen u vertellen dat Mijn Heilig Kruis nooit zal worden verwijderd. Ik zal het zelfs aan de hemel laten verschijnen, zodat de hele mensheid kan zien en weten dat Ik besta. Ik wens dat al mijn gelovige kinderen voor deze intentie zouden willen bidden en mij in het openbaar zouden verdedigen van mijn boosaardige vijand."
Heer, wees ons genadig. Verlos ons met Uw Heilig Kruis. Laat ons verenigd zijn en onze God troost brengen.
Vertaling: Chris De Bodt
14. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 3
Op een nacht zag ik een aantal geestelijken. Hun hoogachting en strenge houding lijken de eerbied van anderen af te dwingen. Zij dwongen de gelovigen om hen te volgen. Maar God beval dat ik mij tegen hen moest verzetten: "Zij hebben niet langer het recht om in Mijn Naam te spreken," zei Jezus, "het is tegen Mijn Wil dat zij hun mandaat uitvoeren, want ze zijn hun ambt niet langer waardig."
Vertaling: Chris De Bodt
09-03-2010
9 maart 2010
Video verschijning aan Mirjana is beschikbaar en te bekijken in het tekstvak van 2 maart 2010
9 maart 2010
1. Medjugorje: Ivans gebedsgroep "Koningin van de Vrede" [2/5]
Bij de volgende ontmoeting, kwam er veel volk, maar Onze Lieve Vrouw zei dat Zij maar enkel negen mensen had gevraagd om de gebedsgroep te vormen. Van die dag af, 4 juli 1982, tot op vandaag, leidt Onze Lieve Vrouw de gebedsgroep, met aan het hoofd ervan Ivan, en gaf ze Haar mooie moederlijke boodschappen en onderricht, waarover er alleen al vele boeken kunnen worden geschreven.
De reden waarom Onze Lieve Vrouw uitnodigde om een gebedsgroep te vormen was om haar via hun gebeden te helpen om Haar plannen te verwezenlijken. Ze onderwees de groep zoals op school, beetje bij beetje, en op een vriendelijke wijze, waarbij ze precies de beperkingen en de wil van de groep kende. In het begin waren enkel de leden van de gebedsgroep aanwezig toen Onze Lieve Vrouw aan Ivan verscheen, maar later vroeg Zij eveneens aan dat anderen zouden aanwezig zijn. Ze zou daarbij de plaats en de tijd doorgeven voor de ontmoeting en de verschijning. Zo gaat het tot op vandaag.
Na een tijdje sloten zich meer en meer mensen op een bijzondere wijze bij de gebedsgroep aan. Ook verlieten sommigen onder hen de groep. Onze Lieve Vrouw vroeg hen om eenheid, eenvoud en nederigheid en om voor anderen getuige te zijn van Haar aanwezigheid, door een teken, licht en voorbeeld te zijn voor hen. Misschien waren er sommigen die van de leden verwachten dat ze een heilige en bovennatuurlijke uitstraling hadden, die de handen konden opleggen en zieken genezen, en wie weet wat anders nog wat ze dachten over hen. Onze Lieve Vrouw vroeg van hen iets totaal anders. Zij vroeg om op een natuurlijke wijze te groeien zoals een bloem die niet wordt besproeid op een kunstmatige wijze, maar gewoon met water. Zo drukte zij het uit om "op een natuurlijke wijze" te groeien. Ze vroeg niet meer dan wat de leden konden bieden en ze kwam tot hen als kinderen die voor het eerst hun gebed tot hun engelbewaarder baden. Later, onderrichtte ze in toenemende mate om meer te bidden, te beginnen met vijf Onze Vaders, daarna zeven Onze Vaders, dan één mysterie van de Rozenkrans en daarop de volledige Rozenkrans. Eenmaal de gebedsgroep bijeenkwam in de parochiekerk van de Heilige Jacobus de Meerdere, leerde ze de aanbidding van de Heilig Sacrament aan, door persoonlijke en groepsmeditatie.
2. Zaligverklaring Paus Johannes Paulus II wellicht nog niet voor vandaag
Het miraculeuse herstel van een Franse kloosterzuster die leed aan de ziekte van Parkinson, een ziekte waarvan is geweten dat deze niet te genezen is, werd uit de 240 genezingen gehaald, te wijten aan de overleden Paus, en bij het dossier gevoegd dat voorgelegd werd voor de zaligverklaring.
De dokters konden geen wetenschappelijke verklaring geven voor het volledige herstel van zuster Marie Simon-Pierre, nadat ze tot de overleden Paus had gebeden voor een heilige tussenkomst. Zij had zijn naam vermeld op een stuk papier. De volgende ochtend waren de verlamming uit de linkerkant van haar lichaam, alsmede het beven dat gepaard gaat met deze ziekte, volledig verdwenen. Het feit dat de voormalige Paus zelf leed aan de ziekte van Parkinson maakte de zaak nog meer geloofwaardig.
De Poolse krant, de Rzeczpospolita, meldt nu dat de ziekte opnieuw is heropgeflakkerd bij zuster Marie Simon-Pierre, waarop de zaak door een team van zeven dokters, als "mirakel" is verworpen. Nu zal er uit de 240 overige feiten, een nieuwe genezing moeten worden onderzocht om de Paus zalig te kunnen verklaren, iets waarop men niet had gerekend en dat het proces allicht nog langer zal uitstellen.
3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 114]
Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas
Ochtendgericht over Jezus
Vroeg op de dag, van zodra het klaar was geworden, kwamen Caïphas, Annas, de ouderlingen en schriftgeleerden weer bij elkaar in de grote zaal voor een definitieve, geldige raadszitting. Het oordeel, dat tijdens de nacht was uitgesproken, had geen rechtsgeldigheid. De nachtelijke zitting, met het getuigenverhoor, werd trouwens alleen gehouden ter voorbereiding omdat, gezien het naderende feest, de tijd drong. De meeste raadsleden hadden de rest van de nacht doorgebracht in het huis van Caïphas, op rustbedden en in kamers naast en boven de gerechtszaal. Velen, onder wie Nicodemus en Jozef van Arimathea, keerden bij het krieken van de dag terug naar hier. Het was een grote volksvergadering die thans plaatsvond en al de verrichtingen gebeurden met haast en spoed.
Terwijl men aan het beraadslagen was om Jezus tot de doodstraf te veroordelen, kwamen Nicodemus, Jozef van Arimathea en nog een aantal anderen tegen Jezus vijanden in verzet. Zij verlangden dat de zaak zou worden uitgesteld tot na het feest, om geen onrusten te veroorzaken. Zij brachten aan dat met ook geen rechtvaardig oordeel kon treffen op grond van de totnogtoe naar voor gebrachte getuigenissen, omdat ze elkaar tegenspraken.
De opperpriesters en hun talrijke aanhangers waren zeer kwaad over dit verzet en gaven de andersgezinden duidelijk te verstaan dat deze rechtszaak ook voor hen niet aangenaam was, daar zij [de andersgezinden] hierdoor eveneens in het gedrang kwamen, vermits zij niet helemaal zuiver stonden wat betrof het volgen van de leer die de Galileër had gepredikt. Allen die Jezus goed gezind waren, werden thans uit de Raad gesloten. Ze protesteerden dat zij niets wilden te maken hebben met wat hier verder beslist zou worden, verlieten de zaal en begaven zich naar de tempel. Zij zijn sindsdien ook nooit meer in de Raad verschenen.
4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 114]
Preken
Hebt ge de godsdienst in het hart?
Wat is er van ons geworden, broeders, zelfs na onze bekering? In plaats van steeds beter te worden, worden we helaas steeds lakser en onverschilliger! Neen, de goede God kan niet verdragen dat we eeuwig van de deugd in de ondeugd en van de ondeugd in de deugd blijven vervallen. En zeg mij eens eerlijk, broeders, is dat niet uw gedrag en uw manier van leven? Is uw armzalig bestaan iets anders dan een opeenvolging van zonden en deugden? Is het niet zo dat ge gaat biechten, nu, en dat ge daags daarna terugvalt in het kwaad of misschien dezelfde dag nog? ... Hoe kan dat?
Dat kan alleen, broeders, omdat ge een verkeerde godsdienst hebt, een godsdienst uit gewoonte en sleur en geen godsdienst uit het hart. Wel, mijn vriend, ge zijt een onstandvastige. Ge hebt een valse godsvrucht, mijn broeder. Ge zijt een huichelaar, bij alles wat ge doet, en niets anders. Niet de goede God heeft de eerste plaats in uw hart, maar de wereld en de duivel. Hoeveel mensen zijn er niet, broeders, die de Goede God een tijdlang vurig schijnen te beminnen en Hem naderhand in de steek laten!
Vertaling: Chris De Bodt
5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 114]
Hoofdstuk 15. De Rozenkrans
Nicky: Wat over de Rozenkrans? Maria: O, dat is zo belangrijk! De Rozenkrans werkt zo genezend en is zon grote bron van vrede en in het bijzonder voor de families die deze tezamen bidden. Alleen al voor deze reden haat satan de Rozenkrans!
Het volgende gebeurde op 16 december 1964. U zult direct begrijpen waarom ik mij nog de juiste datum herinner. Op die dag kwam ik moe thuis en zag dat er een hele grote stapel post was toegekomen. Ik zei tot mezelf deze vlug door te nemen, maar dat ik alleen maar de twee meest dringende brieven zou beantwoorden. Ik pikte de twee brieven eruit en overwoog dat het nodig was om in beide families de Rozenkrans gezamenlijk te bidden om de tegenspoed die beiden ervoeren uit te schakelen.
Ik zat dus neer en nam mijn map en omslagen en legde alles in het midden van de tafel hier, opende het en nam twee bladzijden en twee omslagen. Zoals gewoonlijk begon ik het adres op de omslagen te schrijven alvorens de brieven te schrijven. Plotseling was er een heel doordringende fluittoon, en satan stond hier rechts aan mijn zijde. Hij had de gedaante aangenomen van een goed uitziende, ietwat donkere dertiger en hij keek mij woest aan met zijn gemene en kolkende haat. Ik negeerde hem en vervolgde met mijn omslagen. Toen rook ik een verbrande geur en dat verraste me. Ik keek zelfs in de map en naar het open raam. Niets. Toen dacht ik: "Ik heb vandaag nog niets aangestoken, het moet zeker bij de buren zijn." Daarop keek ik opnieuw naar rechts en satan had de twee bladen papier genomen en ze aan de kant van de tafel geschoven met zijn hand erop. Er was een volmaakte zwarte vlek op het papier, waar hij zojuist zijn hand op had gelegd. Ik beval hem nu in de naam van Jezus Christus om te vertrekken, wat hij ook spoedig deed. Toen beëindigde ik mijn twee brieven, maar wou eerst de verbrande papieren weggooien. Maar ik merkte op dat enkel het bovenste papier was weggebrand en het onderste eerder donkergekleurd leek. Ik dacht bij mijzelf om dit beter eerst aan mijn priester te tonen, en hij was heel dankbaar dat ik het niet had weggegooid omdat hij het wou laten bestuderen in een laboratorium in Innsbruck. Dit omdat het voor hem onmogelijk was om enkel het bovenste papier te verbranden, zonder ook het onderste mee te verbranden. Zo zond hij de papieren naar het laboratorium met de vraag of ze hetzelfde konden nadoen. Na drie maanden kreeg hij antwoord dat dit onmogelijk was en dat hij zich moest vergist hebben van onderste papier. Maar ik had mij niet vergist.
Het origineel ging verloren toen mijn huis afbrandde, maar ik had er een foto van genomen die ik had bewaard. De foto toont aan dat enkel het onderste gedeelte was weggebrand. Wel, in het kort: Dat is hoe satan de Rozenkrans haat.
Bron: Nicky Eltz
Vertaling: Chris De Bodt
6. Film: Don Bosco [17/21]
Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.
In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.
Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.
7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 26: Het Geheim van Gehoorzaamheid [Aflevering 165]
In Siena smeekte een evangelist, Bernardine Albizeschi, om de hulp van Maria en er daalde een bol van vuur neer die hem van zn spraakgebrek genas. Toen Bernardine in de stad Perugia predikte, zagen velen de Bedroefde Moeder in de lucht.
Er waren verschijningen op het eiland Madeira, zeshonderdvijftig kilometer ver in de Atlantische oceaan, en in Firenze verscheen Maria in 1420 aan een weduwe om te zeggen dat haar gebeden verhoord werden en dat de stad gespaard zou blijven van een nieuwe uitbraak van de pest.
In de Bohemen kreeg een beeldje de eer voor de redding van een kerk van een vijandige aanval door de Huzaren. En in Valencia was er het geval van een mooi en ingewikkeld beeldje dat door mysterieuze vreemdelingen gemaakt werd.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 62]
Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé
Eerste persartikels in Frankrijk
Het dossier van Réforme inspireerde enkele dagen later een schrijven in La Croix,het eerste in de katholieke pers, onder de titel: Een protestantse abdij. Deze uitdrukking, soms nog gebruikt, werd altijd afgewezen door Taizé.
De gemeenschap die overkomt als een gemeenschap van gebed en werk laat haar oecumenische oriëntatie nog niet doorschemeren.
Max Thurian was de stuwkracht achter die richting. In samenwerking met de dominees Jean-Louis Leuba en Jean-Jacques von Allmen (vroegere medestudent van Schutz in Lausanne) richtte hij in 1947 het blad Verbum Caro op. Eerst los van Taizé, wordt dit theologisch en kerkelijk tijdschrift wordt gedrukt in Neufchâtel en heeft het zijn zetel in Bazel..Het is een aanhanger van de gedachte van Karl Barth, met het gevaar, naar het eerste voorwoord, te vervallen in een zekere denkbeeldige Bijbelse oudheidkunde, of in een willekeurige algemene filosofie. Het werd een lichtbaken voor de oecumenische gedachte en werd enkele jaren later vanuit Taizé bestuurd en daar ook gedrukt.
Nog in september 1947 werd Max Thurian [hij was nog maar één jaar dominee] gelast met de oprichting, vanuit protestantse rangen, van de conferenties binnen de jaarlijkse bijeenkomst van de Groep Dombes. Aan de adjunct secretaris generaal van het COE, Herbert Newell, legde hij zijn doelstelling voor: "Deze ontmoetingen werden ingegeven door Couturier en brengen vooruitstrevende theologen in de Rooms-katholieke kerk samen met enkele hervormde. We proberen samen misverstanden en vooroordelen weg te werken om zo tot een uitzuivering van onze eigen opvattingen te komen, in het licht van de oecumene en trouw aan onze eigen tradities. Dit jaar willen we met een orthodox, een anglicaan en een lutheraan meedenken, zonder dat ze een conferentie moeten verzorgen, maar gewoon hun traditie vertegenwoordigen in onze gesprekken en onze vragen beantwoorden over een of ander punt in de leer van hun Kerk."
Na de vergadering die doorging in de abdij van Dombes tussen 1 en 5 september en die ging over de Kerk, stuurde Max Thurian een verslag naar dezelfde correspondent. "Het is een kladschrift dat nog niet nagekeken werd door de verantwoordelijken, legt hij uit. Het is dus nu voor publicatie bedoeld en in geen enkel geval mag de naam van onze katholieke broeders geschaad worden, daar hun durf gevaarlijk is. Ik ben dikwijls verrast door het vrije woord van vele Franse katholieke theologen, soms ook ben ik bang voor hen."
De voorzichtigheid leek bijna verzwijging. In die tijd spraken Schutz en Thurian zich anders uit, naargelang ze zich tot protestanten of katholieken richtten.
Vertaling: Broeder Joseph
9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 37]
Woordenboek: Letter B
Barnabas
Barnabas was van Joodse afkomst uit de stam Levi, heette oorspronkelijk Jozef Justus en was afkomstig van Cyprus, waar zijn ouders een groot landgoed hadden. Zij stuurden hem naar Jeruzalem om, net als Paulu, in de leer te gaan bij de grote rabbi Gamaliël. Alhoewel hij niet behoorde tot de Twaalf, wordt hij toch gerekend tot Jezus' eerste leerlingen. De overlevering is ervan overtuigd dat hij zich bevond onder de [tweeën]zeventig, die de Heer voor zich uitzond [Lukas 10:01]. Na Jezus' hemelvaart had hij alles verkocht om zich voorgoed bij zijn aanhangers aan te sluiten. Door de vervolgingen van de kant der joden, had hij zich genoodzaakt gezien met een aantal mede-leerlingen uit te wijken naar de Syrische stad Antiochië, waar Jezus' leerlingen voor het eerst 'christenen' genoemd werden [Handelingen 11:26].
In de Handelingen van de Apostelen horen we herhaaldelijk over hem. Daar wordt hij beschreven als "een goed man, vol van Heilige Geest en geloof. Veel mensen werden voor de Heer gewonnen." Vandaar, dat hij van Jezus' medeleerlingen de bijnaam Barnabas [Zoon van de Vertroosting] had gekregen [Handelingen 4:36]. Hij was het, die Paulus na zijn omstreden bekering bij de leerlingen introduceerde [Handelingen 9:27]. Op Paulus' eerste zendingsreis was hij diens trouwe metgezel. Hij moet ook een imposante verschijning geweest zijn. Anders is het niet te verklaren, dat de inwoners van het kleine boerendorp Lystra, gelegen in het midden van het huidige Turkije, hem voor een personificatie van de oppergod Zeus hielden.
Toen Barnabas vanuit Jeruzalem gezonden werd om de Kerk van Antiochië op te richten en een oponthoud had in Tarsus, overtuigde hij Saul-Paulus om hem te vergezellen. De twee mannen werden naar Jeruzalem gestuurd om er het in Antiochië verzamelde geld over te maken aan de broeders van Judea die leden onder de grote hongersnood die de streek trof onder het bewind van keizer Claudius en die door de profeet Agabus was voorspeld.
Op hun terugreis naar Antiochië vergezelde Johannes, bijgenaamd Marcus en neef van Barnabas, hen. Samen vertrokken ze voor hun eerste zending. Ondertussen had Barnabas de leiding aan Paulus afgestaan. Zij werden meerdere malen vervolgd en zelfs gestenigd. Toen uit een groep joden uit Judea onenigheid en twist ontstond, omdat zij de besnijdenis voorstonden, keerden Barnabas en Paulus naar Jeruzalem terug en hielden het later genoemde apostelconvent of eerste concilie. Met de regels voor de 'heidenen' vertrokken zij opnieuw naar Antiochië in gezelschap van Judas ook wel Justus genoemd en Mattias. Na zijn terugkeer te Antiochië kreeg Barnabas onenigheid met Paulus, omdat hij op de tweede missiereis Johannes Marcus mee wilde nemen, Paulus verzette zich daartegen. Barnabas vertrok met Johannes Marcus naar Cyprus; terwijl Paulus met Silas naar Syrië en Seleucië trok.
In Galaten 2:1 werkt Paulus na 14 jaar weer samen met Barnabas in Jeruzalem. In Galaten 2:9 herinnert Paulus hen eraan dat door Jakobus, Petrus en Johannes aan hem en Barnabas het apostelschap werd opgedragen om tot zowel joden als heidenen te prediken. Uit Galaten 2:11-14 blijkt dat Barnabas een hechte band had met de groep van Jakobus en Cefas [Petrus].
In de jaren 485/486 zou te Salamis, op Cyprus, Barnabas' graf herontdekt zijn. Men had er, naar zeggen, in de sarcofaag een afschrift aangetroffen van het Mattheus-evangelie, waarvan men geloofde, dat Barnabas het eigenhandig had afgeschreven. Keizer Zeno zou vervolgens zijn relieken, inclusief het evangelie-handschrift hebben overgebracht naar de St-Barnabaskerk in Constantinopel.
De naam van Barnabas klinkt door in de orde van de Barnabieten. Deze werd in 1530 gesticht door Sint Antonius Maria Zaccaria. De eigenlijke naam luidt Orde van de Reguliere Klerken van Sint Paulus, maar omdat zij verbonden waren aan de Milanese San Barnaba-kerk, werden zij Barnabieten genoemd. In 1533 volgde de officiële erkenning door paus Clemens VII.
Barnabas is patroon van Cyprus, Florence en Milaan; daarnaast van kuipers en wevers. In de Bourgondische stad Paray-le-Monial waren de snijders en kleermakers verenigd in een St-Barnabasbroederschap. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen inslag van hagel [houdt verband met de steniging waardoor hij de marteldood zou hebben ondergaan] en als vredestichter.
Hij wordt afgebeeld als apostel met baard en reisstaf die het evangelie van Matteüs in de hand houdt, dat immers in zijn graf werd aangetroffen. Verder wordt hij nog afgebeeld met stenen of keien in de hand [steniging], met een lans en een enkele keer met bijl of hellebaard en met olijftakje in de hand [vooral in Florence: vredes- en zegeteken].
Van het epistel van Barnabas, een document van het primitieve christendom opgesteld tussen 70 en 135 na J.C. en dat uitgesproken antisemitische vooroordelen uitdrukt, is intussen geweten dat het niets te maken heeft met de Barnabas uit de Handelingen der Apostelen.
Vertaling: Broeder Joseph
10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 44]
De twee wonderen van Parijs, Frankrijk [1274 en 1290]
De lommer, toen hij het bloed uit de ketel zag lopen, had zich verborgen in een donker hoek. Hij werd later gearresteerd en veroordeeld voor deze daad van heiligschennis.
Koning Filips IV (bijgenaamd Filips de Schone) en de bisschop van Parijs waren vlak na het Wonder op de hoogte gebracht. Uiteindelijk werd het huis waar het wonder had plaatsgevonden omgebouwd tot kapel.
In 1444 was deze wonderbaarlijke gebeurtenis de inspiratie voor een toneelstuk: Het Geheim van de Heilige Hostie. Dit werd opnieuw verhaald in 1533 op het feest van het Lichaam van Christus.
Dit wonderbaarlijke wonder werd onderzocht door Pater Giry, die het opschreef in zijn boek: Fête du Tres-Saint Sacrement [Feest van het Hoogheilig Sacrament]. Hiermee wilde hij de katholieken overhalen om deel te nemen aan de viering ter gedachtenis van dit wonder. Het wonder was ook onderzocht door Monseigneur Guerin, de kanselier van Paus Leo XIII. Monseigneur Guerin schreef zijn bevindingen en feiten over deze gebeurtenis in zijn boek: Vies des Saints, en verklaarde het wonder als authentiek.
11. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën
De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.
Profetie 24
In die dagen zal het geloof erg laag vallen en zal het maar op enkele plaatsen bewaard blijven, in enkele schuren en in een paar families die God heeft beschermd van oorlogen en rampen.
Vertaling: Chris De Bodt
12. Recente heiligenlevens
Adèle Bonolis: Dienares van God [1909-1980] [2/5]
Adele gaf zichzelf al vroeg in haar leven volledig over aan de wil van God, en ontwikkelde een rijk innerlijk leven dat gebaseerd was op de Eucharistie en dagelijkse offers. Ze leed heel haar leven aan borstvliesontsteking en andere ziekten, maar naar verluidt kon niets haar tegenhouden om dagelijks de Mis bij te wonen, zelfs niet als ze ziek was en hoge koorts had.
Nadat ze haar handelsdiploma op zak had, werkte Adele achtereenvolgens voor drie firmas. Later schreef ze zich in aan de Katholieke Universiteit in Milaan, waar ze op 24 november 1944 een diploma behaalde in de filosofie. Het waren de oorlogsjaren, met verwoesting en miserie, iets wat ze zelf meemaakte toen haar huis volledig vernield werd tijdens een bombardement.
We vinden haar daarna terug in Sondrio en Lecco, met Giuseppina Achilli, een vriendin. In plaats van filosofie te onderwijzen, wat lucratiever was, gaf Adele dit vakgebied op om leerlingen van de middelbare school te begeleiden en in godsdienst te onderrichten. Vele jaren later herinnerden en bewonderden haar studenten haar voor de zorg die ze besteedde aan het vormen van hun geweten, en het inboezemen van een liefde voor hun geloof. Maar Adele deed meer dan enkel onderwijzen. Ze wijdde haar vrije tijd toe aan haar activiteiten bij de Katholieke Actie. Haar talenten en vaardigheden werden al gauw erkend toen ze vernoemd werd aan de bisschoppelijke raad. Bron: Joan Carroll Cruz
Vertaling: Mario Lossie
13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 6]
Beproevingen
Een van de elementen in het dagelijkse leven is het godsdienstige leven. Zij kent niets van de catechismus, wat geen beletsel is om christelijk te worden opgevoed. Zij kent het "Onze Vader" en het "Wees gegroet" in het Frans. Zij heeft altijd een paternoster bij zich.
Begin 1857, omwille van de werkloosheid, worden de Soubirous verdreven uit het huis Rives, en ze gaan zich installeren in het cachot, een donkere plaats van 3.72 op 4.40 m
Op 27 maart 1857 doen de gendarmes een inval in het cachot. Zij nemen François als een misdadiger met zich mee. Er werden bij bakker Maisongrosse twee zakken bloem gestolen, en deze man beschuldigt François Soubirous. Hij wordt nu ook als een dief beschouwd.
In september 1857 keert Bernadette naar haar voedster Marie Lagües terug, om de familie enigszins te sparen. In de avonduren geeft zij Bernadette enkele rudimentaire catechismuslessen. Bernadette wil echter niet ver van haar familie zijn. Op 17 januari 1858 keert zij naar het cachot in de Rue des Petits Fossés terug. Voor de catechismuslessen zal ze naar de zusters in het Hospice gaan.
14. Boodschappen aan Valentina Papagna
Valentina Papagna verhuisde in 1955 van Slovenië naar Australië, na eerder moeilijke tijden tijdens haar kinderjaren. Na de plotse dood van haar man, in 1988, startten haar visoenen en boodschappen van Onze Heer Jezus en Onze Hemelse Moeder. Vanaf die tijd evolueerde ze tot een zeer vrome, Rooms-Katholieke vrouw. Zij krijgt de volledige steun van haar geestelijke begeleider en parochiepriester, Vader Valerian Jenko. Zij wenst haar ervaringen en boodschappen te delen, dit enkel om de mensen te helpen dichter bij God te komen en te groeien in heiligheid naar Jezus' en Maria's wens. Als grootmoeder leidt ze nu een eenvoudig en rustig familieleven. Zij vermijdt elke publiciteit, maar is wel genoodzaakt om de boodschappen die haar worden doorgegeven, openbaar te maken, omdat ze niet enkel voor haarzelf zijn. Voortaan zullen haar boodschappen in dit blog worden vermeld.
Januari 2010, na Kerstmis
Ik kreeg een visioen van een Heilige Ziel die zei: "Valentina, ik ben gekomen om u over te geheimen te vertellen die God ons beetje bij beetje onthult. Toen we pas dood waren, waren we verward en ongelukkig. We leerden dat we dienden gezuiverd te worden en we kregen opgelegd wat te doen voor boete. Soms was het erg moeilijk en pijnlijk, maar de hulp van de gebeden en van de opgedragen Missen gaven ons enige verlichting.
Beetje bij beetje stegen we en onze enige wens was om zo spoedig mogelijk bij God te zijn. Valentina, dank u voor uw hulp en voor uw gebeden. Zij hielpen mij om te komen op het punt waar ik nu sta. Ik kan de vreugde, die ik nu beleef, niet beschrijven.
Onze Heer toonde mij waarom we ziek worden en vroegtijdig sterven. Het heeft allemaal zijn goede reden. Langzamerhand legt hij ons de dingen uit tot we de volmaaktheid bereiken. Nu zijn we bij God. Alles wat we hadden, ook onze familie, missen we niet meer. We denken wel nog aan hen maar wij smachten niet naar hen."
Deze ziel was overgelukkig en vol van vreugde toen ze vertelde hoe een persoon in het Vagevuur vooruitgang maakt, tot er uiteindelijk een dag van bevrijding komt.
Vertaling: Chris De Bodt
15. Jeanne Le Royer: 22 profetïeën
Profetie 2
Op een dag hoorde ik een stem die zei: "de nieuwe grondwet zal voor velen anders lijken dan ze in werkelijkheid is. Zij zullen deze zegenen als een geschenk van de hemel, terwijl ze in werkelijkheid door de hel is gezonden en door God in zijn rechtvaardige toorn is toegelaten. Het zal enkel door de resultaten ervan zijn, dat mensen de draak, die alles wil vernietigen en verteren, zullen herkennen.