terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    09-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aanvoegende wijs
    Altijd wanneer ik een kookboek opensla moet ik aan de aanvoegende wijs denken, hoewel die op zich niets met koken of kokkerellen te maken heeft. Het komt door de bijzondere manier waarop kookboekenschrijvers vroeger een recept begonnen. Neem de vroeger zo populaire turfjes: gebakken reepjes brood, vooraf geweekt in een mengsel van ei en melk.

    Men neme .. drie eieren, een snufje zout, vier sneetjes bruin brood, een vleugje peper en één deciliter net-niet-volle melk. Zo ongeveer staat het in de zoveelste druk van het Amsterdamse huishoudschoolkookboek. Die eieren en die halfvolle melk interesseren mij verder niet, het gaat nu even om het rare woord neme. Het hoofd der school heeft het onderwerp behandeld toen ik in de zesde klas zat. Ja, toen leerde je op de lagere school al verschillende wijzen: de aantonende wijs (hij loopt naar de maan), de gebiedende wijs (Loop naar de maan!!!) en de aanvoegende wijs (Dat hij maar spoedig naar de maan moge lopen!) Van díe wijzen.

    De aanvoegende wijs heeft altijd iets geheimzinnigs. Zij zit, als ik het tenminste goed heb onthouden, zo’n beetje tussen de aantonende en de gebiedende wijs in. Neem nou de zin: Jaap pakt een ei uit het treefje. Dat zie je vóór je, het is als het ware een voorstelling, een performance, het is een zin in de aantonende wijs. En als Jaap het vertikt, zegt zijn wederhelft: Jaap, pak als de wiedeweerga een ei uit het treefje! Ze vraagt het niet vriendelijk, ze beveelt het op luide toon, ze gebiedt. Dus is het een zin in de gebiedende wijs.

    Bij een aanvoegende wijs, zei de meester, moet je denken aan een goede raad, aan een voorstel, aan een welgemeend advies. Als je in het kookboek men neme een ei leest, dan bedoelt de schrijfster te zeggen dat men er verstandig aan doet een ei uit het treefje te pakken.

    Het ongemak waarmee wij een aanvoegende wijs tegemoet treden, heeft ook te maken met het toegevoegde onderwerp ‘men’. Men neme (drie eieren), men schrijve (zijn eigen naam, foutloos indien mogelijk), men spreke (het liefst zonder consumptie), men leze (dit verhaaltje er nog maar eens goed op na). De meester zei: stam plus e. En bij navraag bleek dat te kloppen. Nemen is het werkwoord, neem is de stam, neme is de aanvoegende wijs. Horen is een werkwoord, hoor is de stam en wie oren heeft om te horen, hore wat er gezegd wordt. Gebeure wat gebeurt en kome wat komt.

    Een tijdje geleden, bij het koffiedrinken op het achterterrasje, in mijn werkplunje gezeten in het zonnetje, stopte ik een stukje Deventer ontbijtkoek tussen mijn klompen. Zomaar, in een losbandige bui, van de weeromstuit. Tegen het kleine, jonge  krieltje dat poolshoogte kwam nemen, even later gevolgd door haar broertje, zei ik het volgende. “Men kijke eerst goed om te zien of het wel koek is en niet iets anders. Daarna bukke men zich voorover en pikke behoedzaam het stukje koek tussen de klompen vandaan. Daarna slikke men het stukje koek smakelijk weg. Tenslotte ga men over tot de orde van de dag.

    Gaan is het werkwoord, ga is de stam, maar deze aanvoegende wijs krijgt geen e. Jammer, maar helaas.






    09-07-2011, 22:53 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:aanvoegende wijs, Nederlandse taal, grammatika, kookboektaal
    01-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Warm, wat heet warm?

    Maandag en dinsdag deze week was het weer zover. De maand juni nam afscheid met een tweetal warme, zeg maar gerust héte dagen. Temperaturen van ruim boven de dertig graden. De vorige zaterdag werden we geplaagd met hoogstens 18, gevolgd door een overgangszondag met 21 graden. Daarna werd het menens.

    Denkend aan de zomers uit mijn jongenstijd, verbeeld ik mij dat ze langer duurden, warmer waren en vaak vergezeld gingen van zware onweersbuien. Natuurlijk is dat in het algemeen gesproken niet het geval, maar het zijn wel belangrijke en in je memorie vastgenagelde indrukken.

    Vooraf leek een zomervakantie van vier hele weken een kolossale hoeveelheid tijd. Ook al dacht je achteraf dat de dagen waren omgevlogen. Wie ooit een middag op de roggeakker in de ‘daverhette’ heeft doorgebracht en in de schroeiende zon halmen tot garven heeft gebonden, waarbij het zweet langs je hele lichaam gutste, zal zich niet herinneren dat het ooit warmer is geweest. Het onweer dat zich meestal in de namiddag of vooravond aandiende met onheilspellend gerommel in de verte en grijsblauwe wolken met witte koppen was voor velen iets om bang voor te zijn. Ik herinner me dat ’s nachts mijn moeder mij kwam wekken met de mededeling dat er zwaar weer op komst was. Of ik maar wilde opstaan. En dan zaten we met zijn allen in onze pyjama’s in een verduisterde kamer te schrikken van de felle bliksemschichten en telden de seconden tussen flits en slag.

    Onlangs schreef mijn krant staat dat de eerste tien zomers van deze nieuwe eeuw allemaal warmer waren dan de gemiddelde zomer in de vorige eeuw. Dat de vroegere zomers warmer waren, is dus niet waar. Zie je wel, dacht ik meteen, dat dacht ik al. Bovendien heb ik de bewijzen bewaard. Kijkt u maar.

    Twee jaar geleden, op 20 augustus 2009, was het bij ons in de moestuin in de zon ’s morgens om elf uur 100 graden. Fahrenheit, dat wel. Maar omgerekend is dat 37° Celsius en dat is evenveel als mijn lichaamstemperatuur. Enkele minuten over zes in de avond deden de deur dicht. Op mijn thermometertje in mijn werkkamer las ik een buitentemperatuur van niet minder dan 38.5 en een binnentemperatuur van 31 graden af. Buiten was in dit geval een plekje onder de dakpannen waar de hele dag de zon op had gebakken. Geen wonder dus.

    Het toppunt speelde zich enkele jaren geleden af. Op 19 juli 2006 om precies te zijn. Buiten was het om twee uur ’s middags niet minder dan 39.7°! Kom mij dus niet met verhalen dat de zomers vroeger, toen wij nog klein waren, warmer waren. Dat denken we maar.






    01-07-2011, 12:56 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:temperatuur, hitte, weer, klimaat, thermometer
    25-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terra's höfken

    Heer Jezus heeft een hofken daar schoon bloemen staan.
    Daarheen zo wil ik plukken gaan, 't is welgedaan.
    Men hoort daar niet dan engelenzang en harpegespel.
    Trompetten en klarretten en die vedelkens al zo wel.
    Trompetten en klaretten en die vedelkens al zo wel.


    Dit schone lied zongen wij vroeger op school. Nu, na jaren, ken ik het nog uit mijn hoofd. Zowel de tekst (eerste couplet) als de melodie.

    Een hof is een tuin en een hofje is dus een tuintje. In ons zangerige dialect spraken (en spreken) wij van een höfken met zo'n lange ö die je hoort in het engelse love. In mijn jonge jaren lag de hof achter het geboortehuis. Smal, lang en spits toelopend. Aan het eind van de hof stond het kippenhok. De hof werd doorsneden door een lang, recht pad. Kijkend naar het westen zag je rechts achteraan bessenstruiken met daarvoor twee appelbomen met weer dáárvoor een slordig gemaaid grasveldje. (De appelbomen leverden omstreeks augustus witgele appels op. Nooit en nergens heb ik ze lekkerder gezien en geproefd.) Links lag de groentetuin. In het voorjaar kwam de tuinman Hendrik V. om de tuin om te spitten. Op de bovenste foto van de twee hieronder ziet u mijn moeder het tuinpad aflopend richting huis nadat ze de kippen in het kippenhok op de achtergrond van een handje gemengd graan heeft voorzien.

    Mijn moeder had de gewoonte aan elk van haar kinderen een stukje tuin in bruikleen te geven. Voor dat stukje hof was jij verantwoordelijk. Je mocht er zaaien en planten wat je wilde, maar je moest ook voor het onderhoud zorgen. Groot was mijn höfken niet: zo'n twee vierkante meter. Omdat ik liever lui dan moe was, verbouwde ik in mijn hofje gemakkelijke groente en dito bloemen. Bijvoorbeeld een pol aardappelen en een enkele chrysant. Vaak een paar gladiolenbollen die met weinig zorg en moeite prachtige bloemstengels opleverden. Onkruid wieden deed ik zelden. Vaak bukte mijn moeder zich - op weg naar haar kippen - om onderweg uit mijn höfken een paar onkruiden te verwijderen.

    De plek waar we nu, anno 2011, onze groente verbouwen mag je met recht en reden een hof noemen. Minstens honderd vierkante meter. En elk stukje zandgrond wordt benut. In deze tijd van het jaar (juni) kan het gebeuren dat al het voedsel dat wij 's middags tot ons nemen van eigen bodem is. Sla, andijvie, spinazie, raapstelen, worteltjes, erwten, slaboontjes, heerlijke nieuwe aardappeltjes, noemt u ze maar op. Niet te vergeten de overheerlijke aardbeien, frambozen en bessen die ons dit jaar verblijdden met een rijke oogst.

    Het is tamelijk veel werk. Dat is zo. Maar zolang wij onze grond de baas kunnen, verbouwen wij onze groente zelf en zorgen wij voor onze hof. Want wij geloven zeker en vast dat eigen verbouwde groente lekkerder is dan de gekochte. Maar dat zou wel eens verbeelding kunnen zijn.






    25-06-2011, 15:34 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:moestuin, groente, hof, groente
    17-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prutswerk

    Wat handenarbeid en handvaardigheid betreft ben ik, al zeg ik het zelf, een redelijke prutser. Van sommige, écht handige mensen wordt wel eens gezegd dat zij, wat ze met hun ogen zien met hun handen kunnen maken. Van mij zou je kunnen zeggen: wat hij met zijn ogen ziet, maakt hij met zijn handen kapot. Lichtelijk overdreven, maar een kern van waarheid steekt er wel in.

    Geen enkel probleem heb ik met het uit elkaar halen van interessante voorwerpen. Maar het weer-in-elkaar-zetten levert de nodige hoofdbrekens op. Niet dat ik enkele moertjes en schroefjes over hou, dat natuurlijk ook, maar het simpel terugveranderen in de originele (werkende) staat, lukt vaak niet. Mijn nieuwsgierigheid wint het van de verstandige opvatting dat je met je vlerken moet afblijven van voorwerpen die precies doen waarvoor ze gemaakt zijn. Ik wil het naadje van de kous weten. En als ik die weet, dan past de kous niet meer.

    Neem nou zoiets fascinerends als onze vaatwasser. Bestaande uit twee schuifladen, inclusief een bestekverzamelplaats, alles van geplastificeerd draad. Beneden twee opbergplaatsen voor respectievelijk glans- en spoelmiddel en een zoutvaatje. Daarboven een draaiende slurf die, naar gelang, heet of koud spoelwater over de vaat giet om zodoende enig vuil te verwijderen. Interessant! Op de schuifladen voor de bekers, glazen en andere kop-en-schotels zie je opklapbare plastic rekjes. Een soort beker-standaardje. Je klapt ze overeind om er koppen en bekers rechtop en op-kop tegen aan te zetten. Dan kan het water van beneden ook de moeilijkste plaatsen bereiken. Handig!

    Zo'n flexibel rekje kun je verwijderen. Dat is geen kunst. Ergens zit een haakje dat achter een palletje valt dat precies past op een horizontaal lopende as. Aan de andere kant zit een klemmetje met een gat dat je ergens aan een vertikaal onderdeeltje kunt vastklikken. Simple comme bonjour!

    Vandaag hebben wij het flexibele rekje weggehaald. Ik wilde weten hoe dat nou precies bevestigd was in het oerwoud van plastic draden. Want je kunt het rekje door het vast te klikken rechtop zetten, maar je kunt het ook plat op zijn rug leggen. Maar hoe breng je zo'n rekje terug in de oorspronkelijke positie? Minstens een half uur hebben we, mevrouw Terra en ik, nodig gehad om erachter te komen hoe alles werkte. En dat is uitsluitend te danken aan mevrouw T. die na diep nadenken de oplossing vond. Ikzelf had de moed allang opgegeven.

    Daarom een goede raad. Nee, twee. (1) Werkt alles naar behoren, blijf er dan met je handen van af. (2) Of maak even een foto-van-dichtbij van iets in de goed werkende situatie, dan kun je daar later op terugvallen. Maar pas op dat je de foto's niet kwijtraakt! Want dan heb je een extra probleem.








    17-06-2011, 21:39 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:vaatwasser, knutselen, handenarbeid, handig
    13-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Breuken helen

    Vandaag voor de verandering nu eens geen persoonlijke herinnering, maar een verhaal dat ik tijdens workshops in binnen- en buitenland vaak heb verteld en waar ik prettige herinneringen aan bewaar. Het is het verhaal van de gebroken kamelen. Een beetje lang weliswaar, maar daar slaat u zich wel doorheen.

     

    Lang geleden, in de tijd dat de beroemde heerser Haroen al Raschid regeerde, leefde er in de delta van Eufraat en Tigris een oude, met zonen en dochters gezegende veeboer. Iemand die in alle opzichten een rijk en welvarend man genoemd kon worden.

    Af en toe kwam een kalief uit de naburige stad hem opzoeken. Zij waren van jongs af aan bevriend en hadden geen geheimen voor elkaar. Deze kalief stond wijd en zijd bekend om zijn wijs oordeel in moeilijke zaken. Wanneer de oude veeboer raad nodig had, vroeg hij zijn vriend, de kalief, om advies. Zo had deze hem ervan overtuigd dat het verstandig was zijn laatste wil in een testament op te laten schrijven. De dood is immers vaak een plotselinge en ongenode gast.

    Wat de wijze kalief had voorzien, gebeurde. De oude veeboer stierf vrij plotseling en werd dezelfde dag onder grote belangstelling begraven. De kalief uit de stad was om zeer dringende redenen verhinderd de begrafenis van zijn vriend bij te wonen. Hij beloofde zichzelf dat hij de rouwenden zo spoedig mogelijk zou bezoeken.

    De familie van de overleden veeboer - nog steeds in zak en as verkerend – zat die ochtend in de schaduw van de poort die naar hun grote huis leidde, toen een van hen in de verte een man op een kameel zag naderen. Het was de kalief uit de stad die zijn verdriet over het overlijden van zijn vriend kwam betuigen. Na de gebruikelijke plichtplegingen zette hij zich neer in de poortschaduw bij de mannen uit de familie. Volgens de heersende mores hadden de vrouwen zich bij de komst van de man uit de stad teruggetrokken in het huis. Er werd thee gedronken en een handjevol dadels gegeten. Toen de kalief merkte dat de stemming wel bijzonder gedrukt was, vroeg hij wat eraan schortte. Daarop nam een van de zoons van de veeboer het woord.

    ‘Effendi, ik mag u als oudste van drie zonen begroeten en aanspreken. Onze  overleden vader heeft vaak gesproken over uw wijsheid en nu hebben wij uw raad dringend nodig. Vader heeft ons veel nagelaten dat wij onderling moeten verdelen. Een probleem doet zich voor bij de verdeling van de grootste rijkdom, en dat is het aantal kamelen dat wij bezitten. Daarginder ziet u ze staan. Vader heeft het in zijn laatste wil op de volgende manier geregeld willen zien. Kijkt u, effendi, hier is het document waar het staat beschreven:

    Te verdelen 19 kamelen, in de volgende verhouding:

    -         voor de oudste zoon: de helft

    -         voor de tweede zoon: een vierde

    -         voor de jongste zoon: een vijfde

    Wijze raadsman, wij staan voor een onmogelijke opgave. Want zónder breuken mag het niet en mét breuken vallen er doden en gewonden onder de kamelen. Immers, de helft van 19 is 9½, maar aan een halve kameel heeft niemand iets. Laat staan aan een vierde deel of aan een vijfde. Al vier dagen zitten wij hier in de poort te rekenen met breuken en helen, maar wij komen er niet uit. Als u  erin slaagt het probleem op te lossen zullen wij u rijkelijk belonen en u eeuwig dankbaar zijn.’

    De kalief zuchtte eens diep en vroeg daarop om nog een glas thee en een half uur bedenktijd. Toen die verstreken was, stond hij op, maakte zijn eigen kameel los die hij zo lang aan een dadelpalm had gebonden en voegde hem bij de kamelen uit de nalatenschap van zijn gestorven vriend. Vervolgens pakte hij een schrijfstift uit de mouw van zijn gewaad en schreef op het kleitablet met het testament van zijn vriend de volgende woorden en zinnen:

    Te verdelen 20 kamelen, in de volgende verhouding:

    -         voor de oudste zoon: de helft  = 10

    -         voor de tweede zoon: een vierde  = 5

    -         voor de jongste zoon: een vijfde  = 4

    In totaal 19, zodat ik, de kalief, mijn eigen kameel in alle rust weer mee naar huis kan nemen.

    Na de familie bedankt te hebben voor de genoten gastvrijheid, voegde de wijze kalief hierop de daad bij het woord en vertrok. Zijn roem reisde met hem mee.

     

    Op de foto een oriëntaalse dromedaris op een even oosters kompas.






    13-06-2011, 13:54 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:breuken, rekenen, kamelen, oosters verhaal
    04-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kris-kras-kruis

    Vroeger zat ik graag te snuffelen in een van de delen van de grote encyclopedie die bij ons op een van de vele boekenplanken stond. In Deel 10 van onze Winkler Prins Encyclopedie, (16 delen, 5e druk, uitgave 1936) dat begon met het woord Japan en eindigde met Lakwerk, kon je iets lezen over de kruisbek. En je leerde dan dat een kruisbek, ook wel genoemd dennenpapagaai of scheervink, een korte, gedrongen vogel was met het bijzondere kenmerk dat zijn snavelpunten aan het einde kris-kras-gekruist over elkaar lagen. Dat was omdat hij met zo’n snavel beter de zaadjes uit de dennenappels kon pulken. De kruisbek leefde vooral in de Scandinavische landen, maar het gebeurde ook wel eens dat er een hele schare kruisbekken naar ons land, naar het zuiden, trokken. Dit allemaal kon je lezen in de encyclopedie. Dus was het waar.


    Wat de vroegere encyclopedie en de nieuwerwetse wikipedia niet weten is, dat er ook kruisbekkippen bestaan. Echt waar. Ik zal het u laten zien.


    Bijna een jaar geleden verscheen onze enige krielkip ’s morgens voor onze ogen met een kruissnavel. Om de een of andere reden en van de ene op de andere dag hadden de snavelpunten zich kruiselings over elkaar gebogen. Dat was geen vooruitgang, want het pikken van graankorreltjes en ander voedsel was plotseling een stuk moeilijker. Ook vandaag zagen wij het  weer. Onze kruissnavelkrielkip eet bij voorkeur grote maïskorrels en regenwurmen die hij met zijn rare snavel de baas kan.

    Verder gaat het heel goed met onze krielkip. Dat vindt ook de haar begeleidende haan. Het hennetje is zelfs weer begonnen eieren te leggen. Nee, maakt u zich geen zorgen over onze kip-met-de-rare-snavel. Die redt zichzelf. Die rooit het wel.

     






    04-06-2011, 23:25 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:kruisbek, snavel, kriel, kip, kruisbeksnavel
    28-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schedeldakraadsel

    Als u het leuk vindt om een raadsel te proberen op te lossen, raad ik u aan naar beneden te scrollen tot aan het punt waar u de eerste twee foto’s tegenkomt. Probeert u, daar aangekomen, de bijgevoegde vraag te beantwoorden, dan zult u zien dat die vraag noch gemakkelijk noch één-twee-drie te beantwoorden valt. Het is een multiple-choice vraag, dat maakt de zaak wat eenvoudiger. Dat wel. Ziet u geen licht in de duisternis, oftewel: kunt u de vraag onmogelijk beantwoorden, dan kunt u zich weer naar boven bewegen om hier mijn relaas te vervolgen.

    (Gelegenheid om nu even naar beneden te scrollen.)

    Wat u zowel als eerste als als tweede object afgebeeld ziet (drie maal ‘als’) is geen watermeloen, geen Brussels stoplicht dat net op oranje springt, geen eekhoorn die zich (als een rups) verpopt heeft. U ziet – ongelogen – mijn eigen, hoogstpersoonlijke schedeldak. Vraag mij niet hoe die gefotografeerd is, het is in elk geval van boven. En waar ik uw speciale aandacht voor vraag is het haar dat mijn schedel bedekt. Zegt u maar gerust: het geringe aantal haren.

    Vroeger was ik gezegend met een normale, zwartkleurige haardos. Later kwam daar een idem zwarte baard en een bovenlipsnor bij. In de loop der jaren zijn twee tamelijk fundamentele veranderingen opgetreden. In de eerste plaats is het aantal schedelharen drastisch verminderd. Op het ogenblik resteren enkele sluikdunne haarstrengetjes die ik zo kort mogelijk laat knippen. Boven de oren en daar waar de schedel in de nek overgaat ziet u nog een haarrand die wel iets heeft van een middeleeuws paterskapsel. Het tweede dat verandert, is de kleur. Van pikzwart via grijzend naar lichtend wit. Dat geldt in meerdere mate voor mijn baard en snor en iets minder voor mijn hoofdhaar. Het grijs is een teken van toenemende ouderdom en afnemende gevatheid. Zo heeft iedere leeftijd zijn eigen haar.

    Er is sprake van nóg een bijzonderheid. Hier en daar ziet u op mijn schedeldak littekens van opgelopen verwondingen. Voor mij geldt de regel: hoe minder haar op je hoofd, hoe eerder je je hoofd stoot. Werkelijk waar! Ik loop gebogen het lege kippenhok in waar ik mijn tuinspullen opberg, en bang! stoot ik mijn hoofd aan een balk die niet uit de weg wil gaan. Het overkomt mij om de haverklap en de laatste jaren hoe langer hoe meer.

    Ach, denkt u, wat interesseert mij Terra’s schedel inclusief haarbedekking en verwondingen. Gelijk heeft u. U heeft wel andere dingen aan uw hoofd! 


    Wat u hieronder ziet is:

    -         een Iraanse watermeloen

    -         een Brussels verkeerslicht dat juist op oranje springt

    -         een pop (larve) van een eekhoornrups

    -         geen van de drie bovenstaande mogelijkheden.

     










    28-05-2011, 12:47 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:schedel, haar, beharing, schedeldak, schedelbedekking
    23-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oriëntatie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Tot de meest ingrijpende jeugdherinneringen behoort naar mijn mening zeker zoiets als ‘verdwalen’. Iedereen kent het; iedereen heeft er wel ervaringen mee gehad. Iemand is zelf als kind verdwaald of iemands kind is verdwaald. De herinnering eraan neem je je hele leven mee.

    In mijn geval speelde het verdwalen zich niet af in een dorre vlakte der woestijnen of in een groot, ondoordringbaar woud. Nee, ik ben ooit verdwaald in een grote stad. Als je Den Haag tenminste een stad wilt noemen, (wat ik zeker doe, vooral nadat ik er verdwaald was,)  maar u weet dat sommigen nog altijd van mening zijn dat Den Haag een (groot) dorp is. Tot de voorsteden van Den Haag behoren ook Loosduinen en Scheveningen.

    In de oorlog werden veel Scheveningers door de Duitse bezetter gedwongen te evacueren naar verre vreemde streken. Op de boerderij van mijn oom (Rudolf) en tante (Dina) in de Gelderse Achterhoek maakten wij toen kennis met de familie Kuiper, evacué’s uit Scheveningen. Na de oorlog wilden de Scheveningers iets terug doen en nodigden onze familie uit voor een bezoekje. Waarop de familie Terra Sr. de koffers pakte en met bus en trein naar het verre westen trok.

    Op zondag ging men naar de kerk. Te voet, want het was blijkbaar niet ver en vervoer voor iedereen was er blijkbaar niet. De jonge Terra, destijds zeven jaren jong, had zijn zondagse pakje aangetrokken en huppelde vrolijk voor de anderen uit. De straat uit, het plein oversteken en daarna de eerste weg links. Of was het rechts?

    De kerkdienst verliep zoals thuis: dezelfde prevelementen, dezelfde gezangen, dezelfde verveling voor iemand van zeven. Na de kerkdienst hoorde ik mijn oudere broer tegen mijn eveneens oudere zus zeggen dat hij gemakkelijk alleen de weg naar het logeerhuis kon vinden. Die uitdaging durfde de kleine Terra ook wel aan. Hij onttrok zich vlug aan de hoede van het gezelschap en sloeg al rennend de terugweg in. Totdat hij zeker wist dat hij in een straat liep waar hij nog nooit eerder gelopen had. En die winkel op de hoek zag hij ook voor het eerst van zijn leven. Hij was de weg kwijt: verdwaald.

    Hij was in een volstrekt andere wereld terechtgekomen. En wist niets anders dan dat de familie Kuiper op nummer 32 woonde en dat door de straat waarin zij woonde geen tramrails liepen. Hoe de straat heette was hem totaal onbekend.

    Veel Hagenezen moeten hem hebben gezien: een verlegen Achterhoeks jongetje dat beschroomd langs de huizen loopt en kijkt of hij ergens het huisnummer 32 kan vinden. Tevergeefs natuurlijk. Er staan honderden huizen in Den Haag met het nummer 32, maar als je ze nodig hebt, zijn ze er niet.

    Ondertussen, het loopt ondertussen tegen tweeën, is bij de families Terra Sr. en de familie Kuiper een lichte vorm van paniek ingetreden. Waar zou die jongen zijn? En als hem maar niets overkomen is! Totdat er gebeld wordt. Een kennis van de familie Kuiper komt de verdwaalde Terra terugbrengen. “Wij hadden hem in de kerk gezien en nu liep hij overal de voordeuren af te zoeken, wat ons zeer verbaasde!”

    Groot was de opluchting. Mevrouw Kuiper opperde voorzichtig of een kleine lijfstraf niet op zijn plaats was, maar daar kwam niets van in. Mijn ouders waren veel te blij dat ik de verdwaalsessie zonder kleerscheuren was doorgekomen.

    En ikzelf? Tot op de dag van vandaag weet ik het adres van de gastfamilie in Den Haag / Scheveningen. Boreelstraat 32. Ik zal het nooit van mijn leven vergeten, ook al word ik 132.


    23-05-2011, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:verdwalen jeugdherinnering
    11-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muzikaal vooruitzicht

    Onlangs, op 4 februari van dit jaar, heb ik u in een verhaaltje met de titel Harmonie verteld van het harmonium dat in mijn ouderlijk huis stond en daar met behulp van een Harmonium-Schule werd bespeeld. Zo’n harmonium is in de ogen van velen een larmoyant, flemend surrogaat-muziekinstrument dat uitsluitend geschikt is om vrome liederen op te spelen. Anderen, waartoe ook uw dienstwillige schrijver behoort, beweren bij hoog en laag het tegendeel. Met een harmonium is, mits goed, vakkundig en met liefde bespeeld, niets mis. Integendeel: een harmoniumklank geeft extra dimensies aan muziek.

    Nu wil het geval dat een geacht familielid – een broer - mij gisteren een veelkleurig plaatje stuurde met daarop een wat ouder echtpaar dat op een zonnige zomerzondagavond pogingen doet een duet te zingen. Zij, de vrouw, bespeelt het harmonium. Hij, haar eega, heeft een zangbundel in de hand en probeert zijn vrouw bij te houden. Uit alles blijkt dat zij het met hart en ziel doen. Daarom is de vraag of het ook nog een beetje klinkt, overbodig. Met liefde en inspanning voortgebrachte muzikale klanken klinken per definitie prima. Ook al is die opvatting  slechts voorbehouden aan de uitvoerders zelf.

    Kijkend naar het plaatje denk ik aan onszelf. Zó zullen wij er over een groot aantal jaren dus uitzien: mevrouw aan het harmonium en ikzelf met een gebroken stem de tweede stem zingend. Als ik het plaatje vergelijk met een recent genomen foto – ikzelf speel Handels Largo en mevrouw is elders bezig de was te strijken - die ik u ook laat zien, overkomt mij de gedachte dat het er al aardig op gaat lijken.

    Weet u overigens wat de tekst aan het muur betekent? Het is een Friese wijsheid die aldus luidt: Doch dyn plicht en lit de ljue rabje. Vertaald: doe je plicht en laat de mensen maar kletsen.






    11-05-2011, 20:25 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    Tags:harmonium, musiceren, echtpaar, vooruitzicht
    07-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lichterlaaie

    Inderdaad, onlangs heeft het bij ons weer eens behoorlijk gefikt. Het begon met een stapeltje vlamvattende takjes, maar al gauw breidde het vuur zich over de stenen uit. Totdat uiteindelijk de vlammen zijwaarts en via de zoldering zich een weg naar buiten zochten.

    Gelukkig, de brand was niet verbonden met begrippen en uitdrukkingen als: totaal in de as gelegd, alle have en goed verbrand, gelukkig goed verzekerd, een vastberaden optreden van de brandweer redde het belendende perceel. Nee, daar was ook geen enkele reden voor. Het vuurwerk speelde zich immers af in onze stenen bakoven, de plaats waar wij heel af en toe ons dagelijks brood bakken.

    Maar een mooi vuurwerk was het zeker. Een bakoven stoken is een vak apart. Zo’n stenen bakoven is namelijk gewoon een langwerpige holte die aan alle zijden door vuurvaste stenen omgeven is. De voorkant wordt geopend en gesloten met behulp van een zware gietijzeren deur. De deur wordt geopend en op de stenen vloer wordt een aanvankelijk klein voorzichtig vuurtje aangestoken. De kunst is het vuur zo in de oven te spreiden dat de zuurstof  vrije toegang heeft. Want zonder zuurstof geen vuur, zoveel is zeker. Daarom laten wij het vuur langs de zijwanden branden. De rook en de resterende afvalstoffen trekken boven langs de zolder naar voren en verder via de provisorische schoorsteen naar buiten. Daardoor kan er beneden nieuwe zuurstof  toegang vinden.

     

    Het stoken van de oven – voorzichtig beginnen en groots, maar altijd gecontroleerd, eindigen, duurt ongeveer een uur. Of de oven heet genoeg is om er brood in te kunnen bakken, is een kwestie van gevoel en ervaring. Een te hete oven doet het brood verbranden en zwart blakeren. Een te lauwe oven belemmert het deeg om helemaal gaar te worden. Ook hier geldt de wet van de gulden tussenweg.

    Voorzichtig leggen wij het geknede en gerezen brooddeeg op een plank, de schieter genaamd. Daarmee schuiven wij de broden in de hete oven. Die is ondertussen gereinigd en schoongemaakt zodat het brood behaaglijk op de nog warme vloer kan liggen. Er is plaats voor ruim twintig broden van 400 gram, maar voor deze gelegenheid doen wij het met minder.

    Iets meer dan twintig minuten duurt het bakproces. In deze tijd blijft de ovendeur hermetisch afgesloten. Alleen tegen het einde verraadt een overheerlijke geur dat het brood begint te garen. En de smaak  en de geur van het brood dat daarna uit de oven komt, is onbeschrijflijk. Voorzichtig snijden wij een sneetje nog-warm-brood af en bedekken dat met een beetje boter en een laagje heerlijke marmelade. Er bestaat niets heerlijkers. Geloof mij maar.










    07-05-2011, 15:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:bakoven, stoken, brood, bakken, steenoven
    29-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jubileum
    Om maar meteen met de deur in huis te vallen: dit wordt mijn 100ste blogje. In februari 2009, ruim twee jaar geleden dus, postte ik mijn eerste tekst naar bloggen.be. Het heette toepasselijk ‘Welkom met een groet’. Het kon geen kwaad, vond ik, om de eventuele lezers(essen) voordat zij overgaan tot het lezen van een verhaaltje even welkom te heten en te groeten. (Ik heb het al die jaren maar laten staan.)

    Hoewel ik geen liefhebber ben van veel en tamelijk nutteloze informatie, geef ik u even de statistieken van de afgelopen blogperiode. Tussen 6-2-2009 en  vandaag 29-04-2011 heb ik dus 99 weblogjes geschreven met in totaal 43.552 woorden. Een gemiddeld verhaaltje omvat derhalve 440 woorden, met een maximum van 667 en een minimum van 89. Als u vindt dat de verhaaltjes voor een weblog aan de lange kant zijn, en wanneer ik vind dat het nogal meevalt, hebben wij beiden gelijk. Ik had u ook nog even enkele andere statistische grootheden willen meegeven zoals de variantie en de standaard-meetfout, maar daar zit niemand op te wachten.

    Natuurlijk zijn deze gegevens behalve tamelijk nutteloos ook weinig interessant. Andere vragen zijn veel meer de moeite waard. Zoals: hoeveel mensen lezen nou zoiets? Wat vinden zij ervan? Dát is pas interessant. Maar zoals bij zoveel onderzoek wordt de vraag wel gesteld, maar niet beantwoord. Dat is blijkbaar te moeilijk en te ingewikkeld.

    Laat ik tenslotte ook hier maar weer een letterlijk dubbelzinnig antwoord geven. In de eerste plaats doet het er niet zoveel toe hoeveel mensen genieten van een internetverhaaltje. Misschien zijn het er maar een paar, so what? En verder ben ik van mening dat geen enkele schrijver moet proberen het iedereen naar de zin te maken. Iedere vogel moet zingen zoals hij gebekt is. Een nachtegaal jubelt, een koekoek koekoekt en een kraai krast. Die zou je in het uiterste geval de nek kunnen omdraaien. Maar u weet, ik kan nog geen vlieg kwaad doen, laat staan een kraai. En zeker niet bij mijn jubileum.

     


    29-04-2011, 12:12 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:100 jubileum 100ste blog
    16-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gare raapstelen

    “Je begrijpt: toen oom Cornelis een inderdaad schandalige opmerking maakte over de japon van zijn schoonzuster Marianne waren de rapen gaar!” Dit zou een zijn zin kunnen zijn uit een door mij nog te schrijven keukenmeidenroman. Het gaat mij nu even om de laatste vier woorden. De rapen waren gaar. Rapen zijn waarschijnlijk kookbare dingen, zoals inktvissen, aardappels of biefstukken. In elk geval worden ze gaar (en waarschijnlijk dáárdoor eetbaar) en dat schijnt, gezien het uitroepteken heel erg en bedreigend te zijn. Als de rapen gaar zijn, nou, berg je dan maar!

    Zet er kool voor en het raadsel is opgelost. Net als bij mezen. Wat een mees is, weten er niet veel. Maar vraag je wat een koolmees is, dan vertelt iedereen je van het schattige vogeltje dat ’s winters aan de vetbol hangt. Zo gaat het ook met rapen. Zeg ‘koolrapen’ en ik begrijp je. Het is een of ander afschuwelijk smakend soort groente.

    Je kunt er het enkelvoudswoord ‘kool’ vóórzetten (raap wordt koolraap). Je kunt er ook de meervoudsvorm ‘stelen’ áchter zetten, waardoor raap verandert in raapstelen. Dáár wil ik het met u even over hebben.

    De stelen van raapstelen zijn de stengels. In onze achterhoekse binnenlanden spreken wij daarom nooit van raapstelen, maar altijd van stengels. Je zaait vroeg in het voorjaar het fijne stengelzaad in de broeibak buiten in de groentetuin. Na enkele dagen zie je voorzichtig een groenachtig doorschijnend rijtje verschijnen. Door de relatieve warmte (in de zon en achter glas) groeien de rijtjes als kool. Wanneer ze door de bank genomen twaalf centimeter groot zijn, komt mijn vrouw met een scherp mes en snijdt met een ferme jaap de stengels net boven de grond af. De stengels worden in een mandje meegenomen naar huis, daar geblancheerd (vraag me niet wat het is!) en vermengd met gekookte aardappelen. Je kunt de stengels natuurlijk ook als gestoofde groente eten, zoals wij dat met spinazie doen.

    Hieronder twee plaatjes. Op het eerste ziet u de half afgesneden stengelrij in de broeikas. Links de opkomende spinazie en rechts de slaplantjes die wachten om uitgedund te mogen worden.

    Het lekkere van raapstelenstamppot wordt in al zijn glorie duidelijk op de tweede foto. Jonge, verse raapstelen, tot puree verwerkte smakelijke aardappels. Plus enkele brokjes hacheevlees, een toefje peper, een lepeltje saus, een snippertje bieslook. Niet te vergeten een snufje zout. En dan natuurlijk verwend met spekjes er bovenop! Dobbelsteentjes gebakken spek waarvan het vet de raapsteellekkernij nóg een beetje smeuïger maakt. Vork en mes liggen naast het bord, maar je zou je vingers er bij opeten.

    Jammer, maar waar. Alleen de eerste snede raapstelen is de moeite waard. Ze moeten jong en vers zijn. Later worden ze – zo heb ik mij laten vertellen – grof in de mond en bitter. Maar wat geeft het: wij verheugen ons nu al op de raapstelen van volgend jaar!






    16-04-2011, 20:44 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:groente, raapstelen, stengels, voorjaar, moestuin, tuinieren
    10-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Spitsvondigheden

    Je hebt van die voorjaarsdagen dat een of andere kriebel je zegt dat het hoog tijd wordt om te gaan opruimen. Meestal betekent opruimen bij ons het verplaatsen van een goed van de ene kant van het huis naar de andere of van de ene hoek van de kamer naar de tegenovergestelde. Want wij kunnen maar heel moeilijk afstand doen van iets waarvan het nut weliswaar niet aangetoond kan worden, maar dat daarentegen zoveel dierbare herinneringen met zich meedraagt dat het zonde, nee doodzonde is, om het definitief van je huis en haard te verwijderen.

    Deze keer was een van de oude bijgebouwen aan de beurt. Wij noemen dat het ‘mantelpotshuusken’. (Een mantelpot was vroeger een grote kookketel met bijbehorende houtkachel, waarin voer (meest aardappels) voor de varkens werd gekookt.) In dezelfde ruimte bevindt zich ook een grote steenoven waarin wij heel af en toe zelf ons brood bakken.

    Bij het opruimen van deze ruimte, dus bij het optillen en verplaatsen naar een andere plek, ontmoette ik een tweetal oeroude gebruiksvoorwerpen met één gemeenschappelijk kenmerk: beide zijn ze voorzien van spits uitlopende houten of metalen pennen. Ik laat ze u hieronder even zien.

     

    De eerste is van hout. Het is een hand-eg. Hij ligt hier eigenlijk op zijn kop met de houten pennen naar boven. Aan een van de hoeken zit een stevig touw vastgemaakt met aan het eind een dwarsbalkje. Hoe werkt het? Je bent met z’n tweeën, pakt ieder een kant van dat dwarsbalkje, legt de eg met de punten naar beneden op de pas geploegde akker en trekt vervolgens de eg over de voren zodat de kluiten verkruimeld worden en er een mooi zaadbed ontstaat. De pennen staan een beetje schuin, dat egt beter. Zwaar werk, dat wel.

    Aan het tweede voorwerp heb ik een gruwelijke hekel. (Ik meen er natuurlijk niets van, het is een wat flauwe woordspeling.) Want dit is werkelijk een hekel. Een stevig houten blok dat je op de ondergrond kunt bevestigen met in het midden een rij kolossale ijzeren pennen. De pennen zijn niet rond zoals normale spijkers, maar oud en vierkant gesmeed. Val er niet pardoes met je gezicht op, want dan is het leed niet te overzien. Wat doe je ermee en wat kun je ermee? Je kunt er vlas mee braken, dat wil zeggen je kunt een bos droge vlas tussen de pennen doortrekken om die zacht, dun en soepel te maken. Later wordt dan van dit gewas linnen gemaakt.

    Je kunt ook iemand over de hekel halen, figuurlijk gesproken. Maar dat doe ik niet. Ik hecht teveel aan de tastbare, aan het échte, aan de lijnen en vormen die je kunt voelen, aan de spitsvondigheden waar je voorzichtig mee moet omgaan.

     






    10-04-2011, 11:23 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Tags:boerenwerktuigen, hekel, vlas, eg, hand-eg, gereedschap
    05-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Touwtrekken
    Vandaag laat het weekblad van de Volkskrant-fotokalender 2011 mij een intrigerende foto zien van een jonge landbouwer en een koe – waarschijnlijk Jenny 34 – die een wedstrijdje doen wie het hardste kan trekken. Men gebruikt een lang, degelijk touw. Aan de linkerkant zit het vast aan het kopstel van Jenny, rechts houden de boeren-geplastificeerde-handen het vast. De foto – de maker is Marcel van den Bergh – is om verschillende redenen intrigerend. Bovendien fraai van opbouw. Mooie perspectieflijnen van rechts naar links: de dakgoot, de rijen dakpannen, het touw.

    Wie zal de wedstrijd winnen? De boer die uit alle macht en al touwtrekkend probeert de koe in de stal te loodsen? Of de koe die daar geen enkele trek in heeft? De jonge boer leunt achterover om enigszins tegenwicht te bieden. Jenny zet zich schrap. Je hoort haar denken: wat wil die man nu weer van me?

    Ik wed met u dat de foto geënsceneerd is. De fotograaf heeft aan de boer gevraagd op déze manier aan de koe te trekken. Zo, met zo’n lang touw, uit zogenaamd alle macht. Misschien heeft de fotograaf ook een dealtje gemaakt met Jenny door haar een lekkere lijnkoek te beloven wanneer zij daar blijft staan zoals zij daar nu staat.

    Waarom denk ik dat er theater gespeeld wordt? Omdat geen enkele boer een koe op deze manier, met zo’n lang touw, zal proberen een koe naar de bestemde plaats te leiden. Een koe naar de stal leiden doe je voorzichtig, met verleidende praatjes, met lekkere voedselbrokken, met een kort touw. Nog beter: je doet het met z’n tweeën. De ene voert het leidzame beest aan het touw mee en de andere duwt een beetje van achteren tegen de koe waarbij hij diens staart enigszins linksom draait. De koe raakt daardoor in de war en verzet zijn poot. De voorste boer zorgt er dan voor dat het in de goede richting gebeurt. 

    Zo doe je dat. Dat zal iedereen die wel eens een koe aan een touw van de wei naar de stal heeft gebracht beamen. Wij, mens en koe, laten ons niets wijsmaken.  

     

     






    05-04-2011, 18:11 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:touw, touwtrekken, vee, koeien,
    01-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Touwtjespringlied

    Anna kent u waarschijnlijk wel. (Ik bedoel niet dat Anna ú kent, maar dat u Ánna kent.) Dan weet u ook dat Anna niet voor de poes is. Zij laat niet met zich spotten, ze laat zich niet kisten. En als haar man het weer eens te bont heeft gemaakt en ’s avonds laat – het is al twaalf uur! - beneveld thuis komt, aarzelt Anna niet om haar eega met een stok te lijf te gaan.


    Anna moest eens wachten,

    wachten op haar man.

    ’s Nachts om twalef uren,

    daar kwam Jan pas an.

     

    Goeienavond Anna,

    Goeienavond Jan,

    Waar zijt gij gebleven?

    Waar komt gij vandan?

     

    Anna ging naar boven,

    haalde een dikke stok.

    Kwam toen weer beneden

    sloeg Jan op zijn kop!


    Dit is een oeroud liedje dat ik met veel moeite uit mijn geheugen heb geperst. Het liedje werd gezongen door de touwtjespringende meisjes op het schoolplein. Voor of na schooltijd, of in het speelkwartier. Met twee meisjes aan de uiteinden draaide het touw zijn rondjes en om de beurt “sprongen de meisjes in”.  (Inspin, de bocht gaat in.) Daarbij werd het bovenstaande lied van Anna gezongen.

    Hoe weet jij dat allemaal? Jongens deden toch nooit mee? Was je soms jaloers dat je niet mee mocht doen? Stond je de meisjes af te luisteren bij hun onschuldige touwspringspelletjes?

    Het was inderdaad zo dat geen jongen op het schoolplein het in zijn hoofd haalde om mee te springen. (Thuis wel, maar dan zagen de andere jongens uit je klas het toch niet.)  Touwtje springen deden meisjes. Ofwel alleen, solo dus, met een touw van anderhalve meter met zo’n houten handvat aan het uiteinde. Ofwel met z’n allen: elkaar afwisselend (inspin de bocht gaat in, uitspuit de bocht gaat uit) of allemaal samen. Wie af was en het touw deed stilstaan, moest voor straf aan een van uiteinden gaan staan en het touw draaien.

    Nee, touwtjespringen was net als kaatseballen (met drie ballen; of, als je er een meester in was: met vier of zelfs vijf) voorbehouden aan meisjes. Jongens mochten alleen op een afstandje toekijken.      

     






    01-04-2011, 13:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:touwtjespringen, springliedje, schoolplein, spel, spelen,
    26-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijfbureau annex bureaustoel

    Wie heeft ooit beweerd dat een Terra-memorie - een vertelsel uit een grote reeks  waaruit u naar hartenlust kunt kiezen – altijd vrolijk, humorvol en spitsvondig behoort te zijn? En wie is van mening dat een dergelijk verhaaltje altijd over iets belangrijks moet gaan? Terra zelf heeft een andere opvatting: hij vindt dat je ook over de meest onbenullige onderwerpen een interessante tekst kunt schrijven. Bijvoorbeeld over huis, tuin en keuken-dingen. Terra vindt dat je bijvoorbeeld over je magnetron in de keuken of over je versleten vloerbedekking in de huiskamer een spannend verhaal kunt schrijven. Merkwaardig genoeg zijn het dan vaak verhalen met een historisch tintje. Ze zijn werkelijk waar echt gebeurd.  

    Neem nu het schrijfbureau dat sinds een tijdje ergens in ons huis een plek gevonden heeft. Samen met zijn bijpassende stoel. Schrijfbureau en bureaustoel zijn afkomstig uit de inboedel van mijn ouderlijk huis. Beide zijn van degelijk eiken. Het schrijfblad vertoont aan de randen enkele kringen waar waarschijnlijk een rond heet voorwerp heeft gestaan. Een keteltje met kokend water misschien. Of een kop gloeiend hete koffie. Het roodachtige midden is linoleum of zeildoek, waarschijnlijk om pas gemaakte inktvlekken te kunnen wegpoetsen. De stoel heeft nu een bruinachtige bekleding, maar die is van jongere datum. In elk geval was  oorspronkelijke bekleding roodachtige gobelinstof met bloemenfiguren.

    Bureau en stoel stonden vroeger thuis in een kamer die wij ‘het kantoor’ noemden. Mijn vader was destijds - in die jaren vóór de oorlog - gemeenteontvanger, onder andere belast met het innen der gemeentelijke belastingen. Mensen die overdag geen tijd hadden om naar het gemeentehuis te gaan,  konden ’s avonds bij ons thuis die belastingpenningen betalen. Ik stel mij zo’n belastingbetaler voor: iemand met zijn pet in de ene hand en de penningen in de andere. Achter het bureau, op een comfortabele stoel gezeten, mijn vader die in de gemeentepapieren nakeek hoeveel iemand aan de gemeenschap schuldig was.

    Na het overlijden van mijn vader trok mijn oudste broer in het huis. Hij nam de gehele inboedel over, dus ook het bureau en de stoel. En na diens overlijden, een paar jaar geleden, zijn de ouderwetse eiken kantoormeubels bij mij thuis op de boerderij beland. Want ik kon het niet over mijn hart verkrijgen hen naar de kringloop te brengen. Er zitten te veel verhalen en beelden aan vast die ik niet wil missen.

    Zoals het merkwaardige gat aan de rechterkant onder de armleuning. Tijdens de laatste oorlogsdagen in maart 1945 is ons dorp zwaar gebombardeerd. Van ons huis stond na afloop alleen de voorste helft; de achterkant was weg. Overal zag je de sporen van de granaatscherven. Eentje daarvan trof mijn vaders bureaustoel. Als u eens bij ons op bezoek komt, kan ik u de wond laten zien. Hij zit er nog steeds.






    26-03-2011, 22:02 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:bureau, bureaustoel, kantoor, kantoormeubel, inventaris
    14-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liever moe dan lui


    “Ga naar de mieren, gij luiaard, en word wijs.” Zo ongeveer spreekt de Prediker en ik ben geneigd hem te volgen in zijn oproep. Want van de mieren kunnen we leren hoe belangrijk het uit-de-mouwen-steken-van-je-handen is. Zij weten immers dat ledigheid des duivels oorkussen is. Daarom sloven ze zich uit tot zij erbij neervallen. Als mensen verstandig zijn, volgen zij hun voorbeeld. Op het kleurige plaatje – origineel een van zes alternatieven uit mijn oude blokkendoos – dat ik u beneden laat zien, is een aartsluilak bezig in het vrije veld een overvloedige maaltijd tot zich te nemen, terwijl zijn achterneef rechts op de akker zich het apenzuur werkt om te zorgen voor een goed zaaibed en daarmee voor een ruime oogst die hem de winter door helpt.

    En toch. Toch voel ik wel wat voor het standpunt van de levensgenieter die anderen graag ziet werken. Want waarom zouden we niet genieten van alle heerlijkheden die het leven biedt? Waarom zouden we op school een hoog cijfer voor vlijt halen als het ook op een gemakkelijke manier kan? Nee, de luilak heeft een slechte naam en hij staat in een kwade geur, maar waarom eigenlijk?

    Allemaal hebben we onze eigen privéverlangens. Iets wat we nog graag zouden bezitten. Een leven zonder stress of moeitevol werk waar je zó moe van wordt. Als kleine jongen droomde ik vaak van een intrede in Luilekkerland. Een land, achter de horizon, waar het leven één groot eetfestijn is. Het land waar de gebraden eend zomaar in je mond vliegt en het land waar je je wijnglas aan de voorbij stromende wijnrivier vult. Een land zonder huiswerk, zonder nare pijntjes en gebroken benen, zonder teleurstellingen. Een land zonder bloed, zweet en tranen.

    Het probleem was hoe er te komen. In Luilekkerland, bedoel ik. Je kwam er, zei men, door je een gang en een ingang te eten in en dwars door een reusachtige rijstebrijberg die het tobberige, moeizame leven van het hier-en-nu scheidde van een leven in luiheid, luxe en nietsdoen. Het eerste probleem was meteen al, dat ik niet wist wat rijstebrij was. Wij gebruikten thuis het woord ‘brij’ nooit. Wel hadden we weet van rijstepap, dat we af en toe als toetje voorgezet kregen. Maar dat een brij hetzelfde is, maar dan iets meer dichter en vaster van substantie, had niemand mij ooit verteld.

    Anno 2011 kookt mijn vrouw af en toe rijstebrij. En we eten die het liefst met bruine suiker. Dan smaakt het verrukkelijk. Al etend denken we dan aan het leven aan de andere kant van de rijstebrijberg: het voor altijd en eeuwig onbereikbare land. Waar we net zoveel kunnen eten als we willen. Waar we liever lui dan moe mogen zijn.







    14-03-2011, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:luilekkerland, lui, luilak,
    02-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eén-eikige tweeling


    Iedere keer wanneer mijn blik oostwaarts door het keukenraam zwerft zie ik hen. Meervoud en enkelvoud ineen. Onze twee-eenheid: jonge eiken die enkele jaren geleden zomaar uit het niets zijn ontsprongen en nu het landschap verfraaien.

    Wie de vruchtbeginsels, de zaden, de eikels, meegenomen heeft, weet ik niet. Waarschijnlijk eekhoorntjes die aan het verzamelen waren geslagen teneinde voor een wintervoorraad te zorgen. Ergens aan de rand van ons boerenerf, daar waar het onze ophoudt en het land van de buurman begint. De laatste twee meters gebruiken we als een buffer, een strook afscheiding waarin allerlei struiken en planten groeien. Ze schieten onverwacht op uit de grond. Ze worden nooit door ons geplant, maar wanneer ze verschijnen en bevallen mogen ze blijven staan. Soms wordt het ons te machtig. Dan rooien we wat te veel is, zodat de rest iets meer aan zijn trekken kan komen.

    Ergens in oostelijke richting staat dus nu al enkele jaren onze tweeling. Twee eiken die letterlijk sámen opgroeien. Ze leunen in het midden tegen elkaar. Daar zijn ze ook het minst ontwikkeld, want ze zitten elkaar in de weg. Aan de overige zijkanten groeien ze gezamenlijk en voorspoedig op. Ze zijn ongeveer even hoog en hebben evenveel takken en bladeren. Nu, in de winter, kun je doordat het bladerdak ontbreekt, mooi zien hoe ze op elkaar lijken. ’s Zomers lijkt het een eenheid. Je ziet nauwelijks dat het een tweeling is. Een één-eikige.







    02-03-2011, 11:59 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:tweeling, eiken, bomen, één-eiig
    21-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dodelijk bekneld

    Als u zo vriendelijk bent even naar beneden te scrollen, ziet u twee foto’s met een landbouwattribuut dat u ongetwijfeld kent. Het is de klassieke houten hooihark. Voor uw en ons gemak even uit de schuur gehaald en schuin tegen de schuurdeur gezet zodat wij met volle teugen van het beeld kunnen genieten. Want er zit een verhaal aan vast.

    Mijn oud-oom Willem, broer van Hendrik mijn grootvader van vaders kant,  was iemand met enige kapsones. Dat wil zeggen: hij beweerde veel, sprak veel (en luid), meende dat hij alles kon, en was voor de duvel niet bang. Later toen het leven hem ingehaald had, werd dat allengs een stuk minder en werd hij zelf stiller en milder. Maar als jonge man kon hij de hele wereld aan. Hij kon ook dingen die anderen niet konden of niet durfden.

    Eens, heel lang geleden tijdens de hooioogst, ging iedereen – ook de buren werden ingeschakeld - met oom Willem mee naar het hooiland om het pas gemaaide gras bijeen te harken om het te laten drogen. Van voor naar achter verschenen lange rijen hooioppers. In de hete middagpauze, in de schaduw van de bomen, nadat de vrouwen die het eten hadden gebracht met de restanten naar huis waren gegaan, en iedereen voldaan in het gras lag, kwamen de verhalen. Eén van de buren vertelde een sterk verhaal over slapen. Waarop oom Willem zei: weet je dat je staande in een hooihark kunt slapen? Omdat iedereen hem ongelovig aankeek, voegde hij de daad bij het woord.

    Hij pakte de hooihark en stak die met de steel naar beneden en de tanden naar boven schuin in de grond. Daarna legde hij zijn hoofd te rusten in het eind van de steel, daar waar de buigzame steel zich in tweeën vertakt. Hij ging een beetje schuin staan om tegenwicht te bieden aan de hark, sloot zijn ogen en deed alsof hij in slaap viel. Omdat het zo’n koddig en bizar gezicht was, brak iedereen in een luid gelach uit. Dat duurde een tijdje, totdat een verstandige buurvrouw vond dat het lang genoeg geduurd had. Willem, riep ze, schei daar nu maar mee uit, het is genoeg geweest. Maar Willem reageerde niet.

    Willem reageerde niet meer. Hij had op een haartje na zijn bewustzijn verloren. De twee taps toelopende delen van de hooiharksteel sloten de bloedsomloop links en rechts in zijn hals en nek volledig af. Bijkans door een wonder viel Willem inclusief hooihark om, (getroffen door een windvlaag? omver gestoten door de oplettende buurvrouw?) waardoor zijn hoofd en hals bevrijd werden uit de knellende omklemming.

    ‘Op zo’n manier doodgaan is pijnloos,’ zei oom Willem jaren later. ‘Ik heb het bijna zelf meegemaakt op het hooiland. Ik raakte bekneld in een houten harkensteel. Je voelt het niet. Het einde komt stil en op kousenvoeten. Net als kolendampvergiftiging.’

    Zo eindigt dit aanvankelijk zo vriendelijk ogende verhaal op een enigszins lugubere manier. En dat net op de dag dat ik lees dat in enkele Amerikaanse staten de doodstraf met behulp van de elektrische stoel wordt afgeschaft. Ook de doodstraf door ophanging. Of de doodstraf met een pil. De doodstraf wordt in zijn geheel afgeschaft. Eindelijk.






    21-02-2011, 21:30 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:hooihark, landbouw, staand slapen, doodgaan, bekneld raken
    14-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan tijd gebonden
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Er was een tijd dat ik door de tijd in gijzeling werd genomen. Ik bedoel: om de haverklap keek ik op een van de vele klokken in huis; het werd een bijna pathologische gewoonte. Nou nee, zó erg was het nu ook weer niet, maar ik betrapte mij er op zekere dag op dat ik toch wel vaak naar de klok zat te kijken. Dat was op mijn werkkamer, kamer 2.28, dus op de tweede van het zes verdiepingen tellende gebouw, waar ik een riante ruimte bewoonde met een even riant bureau, waartegenover aan de muur een smaakvol uurwerk haar dagen sleet. Iedere keer wanneer ik in gepeins verzonk en daarna even het hoofd oprichtte, viel mijn blik op de klok. Zeker zestig keer per uur en hoeveel dat per minuut is kunt u zelf wel uitrekenen.

    Juist op tijd merkte ik dat ik een slaaf van de tijd werd. Door dat nieuwe bewustzijn was het een eenvoudig kunstje de klok van de muur te halen en hem te verstoppen in een van de vele kasten, waar hij geen kwaad kon. De volgende stap was het verwijderen van mijn polshorloge. Een fluitje van een cent, maar één met grote gevolgen. Niet langer werd ik door de tijd opgejaagd. Niet langer was de tijd meester over mij: ik had mijzelf van de tijdsdruk bevrijd en de tijdsboeien afgeworpen.

    Nu, jaren later, leef ik in een huis dat wemelt van het aantal klokken en uurwerken. In elk vertrek, in zowel schuur, keuken als slaapkamer. Maar steeds tamelijk onopvallend. Erger zijn de gebruiksvoorwerpen waar tegenwoordig ook altijd een klokje op dient te zitten. De magnetron, de wasmachine, de laptop, overal zit een digitaal uurwerkje dat mij wil vertellen hoe lang ik over iets doe en hoe lang dat duurt. Het mankeert er nog maar aan dat je aan de nieuwe stofzuiger kunt zien dat het kwart voor vijf is. Soeverein treed ik nu de tijd tegemoet. Met een air van: mij vertel je niets meer. Blijvend heb ik de tijd overwonnen. Ik ben mijn eigen tijd de baas.

    Een polshorloge bezit ik niet meer. Noch aan mijn linker- noch aan mijn rechterpols. Soms vraagt men mij of dat niet erg onhandig is. Want, stel dat je persé moet weten hoe laat het is, bijvoorbeeld om de trein te halen, wat doe je dan? Ik antwoord daarop dat er veel oplossingen denkbaar zijn. In het open veld en van ieder menselijk contact verstoken, kijk ik naar de stand van de zon en weet op een kwartier nauwkeurig hoe laat het ongeveer is. En, indien tussen de mensen verblijvend, vraag ik aan de eerste de beste hoe laat het is. Die ander heeft ongetwijfeld de tijd op zak en kan mij die meedelen. “Terra, het is exact 6.45 uur!”  Te laat voor de trein van half zeven, denk ik dan. Maar is dat nu zo erg?






    14-02-2011, 21:24 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:tijd, horloge, tijdsdruk, klokken
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs