 |
|
 |
If the future isn't bright, at least it will be colourful |
|
 |
01-08-2007 |
Wekker op half zeven |
Snoezelpoes schapendoes ronken snorren van genot. Pootjes strekken, rugje rekken, bij elk aaitje op je kop.
Ik buig voorover kus en tover een glimlach op je zoete snoet toch blijf je slapen dromen rapen over nimfen en kabouters zonder hoed.
Ik pak je vast, ik bijt en tast, je spert je ogen wijd verschrikt vol wolkendauw en kittenblauw. Je knort wijl je me likt.
01-08-2007, 13:27 geschreven door Hill
|
|
|
 |
23-07-2007 |
Kapellen en zijn ghetto's |
Met zijn te korte jeansvestje en zijn bloedrode T-shirt, modieuze scheuren erin, zat hij headbangend in de trein. Snoeiharde gangsta rap was het, met over elkaar struikelende beats als pistoolschoten uit één of ander gitzwart ghetto. Hij trok er ook een gangstersmoel bij. Of tenminste, hij keek hoe hij dacht dat een gangster kijken moest ; een boze blik naar beneden gericht en half getuite lippen. Om er toch een beetje negerder uit te zien dan zijn melanoomarme velletje deed vermoeden.
De trein maakte een flauwe bocht naar rechts en uit een deurtje kwam de treinbegeleidster gepiept. Ze vroeg onze plaatsbewijzen. Quasi nonchalant diepte hij uit zijn metersdikke portefeuille (mét gouden ketting) zijn abonnement op en showde het als een politiepenning aan de poinçonneuse. Ze wierp er een vage blik op, knikte, beende twee-drie passen naar voor en keerde dan op haar stappen terug. Excuseer mijnheer, was je abonnement niet geldig tot de tweeëntwintigste ? We zijn nu de drieëntwintigste.
Hij verkruimelde onder haar ogen, kleurde mooi assorti met zijn t-shirtje en stotterde een paar halve verontschuldigingen. Als een slachtlam onderging hij de vernedering van de administratieve rompslomp onder tien paar geïnteresseerde ogen. Bij de volgende halte moest hij eraf. Zijn oren gloeiden nog na.
Ik keek hem na hoe hij het ghetto van Kapellen binnenstapte. Zijn fiets aan de hand.
23-07-2007, 21:45 geschreven door Hill
|
|
|
 |
16-07-2007 |
De gel van Hill |
Neen, jij moet voor mij niets anders
liefst heb ik je net zoals je bent
Net zoals ik jou bij 't bloggen tegenkwam, net zoals ik uit je mond vernam dat je geen praatjesdrukke kerels bent gewend. Neen, je moet beslist niet anders, blijf voor mij precies zoals je bent. (uit Wim Decraene - Laat me met je meegaan)
Dat was het ongeveer wat de hupse zapnimf in mijn oor fluisterde de eerste weken samen. Een maandje of zo later wreef ze de prut uit haar ogen en mocht ik beginnen aan de verbouwing.
Ze wist weer eens iets nieuws.
Na mijn bril moest nu de rest van mijn kop eraan geloven. Die stekeltjes op je kop, dat Monchichi-kopje, dat mag wel eens wat hipper hoor. Laat mij dat eens onder handen nemen. Je zou er zoveel jonger kunnen uitzien. Blijf zitten, blijf zitten, ik haal mijn schaar.
Bij mij treedt dan onmiddellijk alarmfase één in : de vriendin krijgt weer een aanval van acute creativiteit.
De ene keer resulteert dat in het vervaardigen van een workshop over Keith Haring, de andere keer zet ze een school op stelten door alle bomen in de nabijheid van de speelplaats vol CDs te hangen, en dan weer denkt ze loos te moeten gaan met mij. De vorige keer smeerde ze me een nieuwe bril aan, een andere keer werd ik quasi verplicht om van die vreselijke stapsandalen te kopen. Gadverdamme. Drie weken heb ik tegengeprutteld, drie weken van koude oorlog en stekelige opmerkingen over en 't weer maar de sandalen zijn gekomen. Het is niet makkelijk om veertien uur per dag uitgelachen te worden door een vierkoppige kroost en zijn verwekster omdat je stevige wandelschoenen wil aantrekken onder een short. Toen ook de schoonouders aan die feke hilariteit deelnamen brak bij mij de veer : ik bezit nu dus ook van die cabrio-schoenen. Joepie. Man man man.
En nu staat ze daar al op en neer te huppen, popelend (maar da's een leuk werkwoordje zeg! : popelen. De paus popelde met rode konen een eind weg) om haar schaar in mijn fluweeldonzen haardos te zetten. Ik doe de ogen dicht en zij begint. Eerst met een soort van hoofdmassage. Mmmmm heerlijk. Daarna hoor ik iets metaligs knisperen. Het is begonnen :
Knipper de knip. Knipper de knip.
Knip knip.
Knipperdeknip.
Oei. Knipknipknipknipknip.
- Oei ? OEI? Wat oei ? Wat heb je gedaan?
- O. Niks. Knipknip.
- Jamaarjamaar... wat niks?
- O niks. Niks om je zorgen over te maken hoor. Gewoon. Knipknip.
- Wat niks om je zorgen over te maken ?
- O. Knipknip. Niks. Wist je trouwens dat jij een niet-symmetrische schedel hebt ?
- Heyhey! Weet jij wel waar jij mee bezig bent ?
- M-m. knipperdeknip. Ik heb twee jaar kapschool gevolgd. Knip.
- Kapschool ! Jij ? - M-m knipknip.
- Maar ik heb ze niet afgemaakt, ik was er niet zo goed in... KNIP! Oow, zeg, dat was een taai haar. Knipknipknipknipknip.
- Ja maar zeg, wat doe jij daar allemaal...
Brrrrrrrzzzzzzzzzzzzzzzzzzmmmmm.
De rest van mijn tegengepruttel verzoemt in de monotone tondeuzeloei. Ik voel het rillen tot in mijn ruggenmerg. Een kwartier later is zij-die-leerde-coifferen-toen-de-punk-hoogtij-vierde klaar.
- 't Is klaar!
Ik krijg zo'n handspiegeltje voorgeschoteld en kan mezelf bewonderen. Het valt me eigenlijk nog mee. Je kan nauwelijks zien dat er iets weggeknipt is. Alleen langs de zijkanten is het korter en alle fouten en gaten zaten langs de achterkant, lekker uit het reflectievlak van de spiegel. Okee, hier kan ik mee leven. Ik maak aanstalten om een cd van Wim Decraene op te zetten en zij zegt : How-ow. 't Is nog niet klaar.
- Jamaar, je zei toch... ?
Met een violette grijns op haar smoeltje haalt ze een uit de kluiten gewassen bokaal plaksel uit de la. Bruine zeep, daar lijkt het op. Ik word meteen teruggekatapulteerd naar mijn jeugd in de jaren veertig, toen ik slag om slinger arbeidde om de gebarsten tegels van de keukenvloer rein te schrobbende. Beikes. Ik kreeg een vieze smaak in de mond.
- Wat ben je met die zeep van plan ?
Neen, het blijkt geen zeep, 't is gel. En dàt word ìk nù verwacht in mijn stoppels te wrijven! Dit slaat nergens op, helemaal nergens. Over mijn dood lijk dat ik dat zal inwrijven. Dus wrijft zij het in.
Het zit in een groen doorzichtig potje, het IS ook groen, en op het etiket staat dat het op basis van -I kid you not- olijven is! Maar het riekt wel naar tomaten, en het ziet eruit als vloeibare komkommer. Komkommerkop McGraw dat kan er ook nog wel bij. Hey, hoorde ik er eentje fluisteren op het werk, kijk daar : Robert Smith van the Cure.
Neen, jij moet voor mij niets anders
liefst heb ik je net zoals je bent
Ik had het moeten weten toen ik aanlegde met een ex-Punkster.
How many ways to get what you want I use the best I use the rest I use the enemy I use anarchy (uit The Sex Pistols - Anarchy in the UK)
Over drie weken zie je dat gat van de tondeuze niet meer, toen ze van 'oei, kapje er vergeten op te zetten' deed.
16-07-2007, 21:35 geschreven door Hill
|
|
|
 |
13-07-2007 |
Bretagne - Roz-de-Dunes |
Het ruisen van de branding ging over in haar ademhalen, de meeuwen vlogen hoger en verder, weg van ons en van de wereld, het bruisen van de branding vermengde zich met het klapwieken van hun vleugels. Ik vloog met ze mee en zag het strand onder mij : de gladde gepolijste rotsen, als reuzenmossels in het zilt, golfbrekers van nature, het okergele met lichtbruine strand, zand met vooral veel schelpjes erin. Ik zag de rozeoranje hemel, nazinderen van de middagzon, ik zag twee donkere schaduwvissers tegen horizon, tegen de zon in. Ik speelde met de hemel, dwarrelde naar beneden, liet me vallen, speels, duikvlucht, scheerde rakelings over haar slapende figuur, stevig toegedekt door wollen trui met rolkraag. Ze sliep tegen de rots, in een lagune, haar lagune, onze lagune. Ik bespiedde haar vanuit het zwoele zwerk, naderde en vertrok opnieuw, daalde en trok weer op, als een nieuwsgierige maar bange mug, steeds weer opnieuw het spel van eb en vloed. Ik landde op haar neus tenslotte, ik beroerde haar hals, tuitte de lippen...
Bruusk werd ik uit mijn droom gerukt. Een beetje verdwaasd keek ik om me heen, en zag ook haar ontslapen, verveeld wakker worden, haar hoofd wendde naar links, naar de luide stemmen, de mannenkreten, het motorgejank.
Weg droom, weg rust. Een tiental meter links van ons vandaag stonden drie mannen en een vrouw in het rulle zand druk te gesticuleren, in hun midden een 4x4, een Toyota, tot aan zijn assen in het droge zand. Niet te tillen, niet te verduwen, niet te starten. Verloren.
Een halfuur ging voorbij en twee mannen verwijderden zich om hun plaats weer aan te nemen tegen de horizon, met hun hand om de hengel. De vrouw belde. Om hulp. Op zoek naar een tractor om de jeep weer vlot te trekken, maar kreeg nergens gehoor. Haar man bleef in de wagen zitten, ondernam niets, zat erbij als een sfinx, en staarde strak maar moedeloos voor zich uit. De vrouw wisselde woorden met de man, en toog toen te voet het zandweggetje naar boven, langs waar zij het strand opgereden en vastgereden waren. De man bleef zitten.
Een eenzame jeep op een verloren strand. Een ondergaande zon en een blinde man.
13-07-2007, 22:32 geschreven door Hill
|
|
|
 |
12-07-2007 |
Bretagne - La Rance |
...Met een maandje vertraging...
Ze struikelde. Ze had de stalen vuistdikke ring niet opgemerkt die in het loopvlak van de pier vastgeheid zat. Ze probeerde nog wel haar evenwicht te bewaren, maar haar plastieken stapschoenen kregen geen grip op de natte glibberige dallen van de aanlegsteiger. Met een doodssmak keilde ze tegen de stenen. Meteen schoten vier-vijf armen ter hulp om de ongelukkige recht te trekken, een oude vrouw zien vallen is nooit grappig. Vooral niet op die manier.
Het dametje werd recht geholpen door haar echtgenoot, een eveneens zeer grijzend mannetje van vooraan de zeventig. Hij sloeg heel beschermend zijn arm om zijn vrouw en vroeg bezorgd : Est-ce que tu as mal? Est-ce que tu as mal? Zij, nog enigszins verdoofd van de schok antwoordde niet, maar bleef staren in het ijle. Est-ce que tu as mal ? Est-ce que tu as mal ? Het mannetje bleef zijn mantra volhouden, wel dertig veertig keer na mekaar Est-ce que tu as mal ? Tot uiteindelijk zijn vrouw haast onmerkbaar knikte en ze samen naar de boot schuifelden die ondertussen aan die gevaarlijke ring aangemeerd lag.
Pas nu voelde ik de stilte aan mijn zij. Ik keek om en zag mijn vriendin staan met tranen in de ogen. Wat is er ? fluisterde ik. Niets, fluisterde ze terug. Maar dit is zo mooi, die bezorgdheid van dat heertje, die liefde nog zo groot na al die jaren... Het doet mij wel iets.
Wij stapten mee in het bootje. De trossen werden losgegooid, en de boot wendde de steven richting La Rance met zijn geweldige getijdenwerking. Een kwartiertje later voeren we de sluizen door en we zagen pittoreske havendorpjes, vissershutjes en allerhande torentjes elk met hun eigen vertelling, tussen legende en geschiedenis.
Het dametje was ondertussen helemaal bekomen van de doorstane emoties en was verwikkeld in een discussie met één van de matrozen, een rustige jongeman met bedeesde blik. Ze gebaarde driftig naar de zee, maar de schipper knikte ontkennend. Mais si! repliceerde ze, en liep kordaat naar de boeg van het schip, daar waar een tiental kinderen verzameld zaten. Ze sloeg er geen acht op, maar duwde er resoluut twee opzij en wurmde zich naar voor. Toen één van de kinderen, een mini-uitvoering van Will Smith, ertegen protesteerde, kreeg hij een zeer donkere blik toegeworpen en ze siste iets onverstaanbaars en Frans tussen haar tanden. De kleine bevroor ter plaatse. Ondertussen stond haar echtgenoot langs de zijkant van het schip, helemaal alleen. Hij keek met troebele ogen in het heldere water.
Zeg, fluisterde mijn vriendin, volgens mij is dat helemaal geen leuk oud koppel, maar is zij een oude kenau van een schooldirectrice en ligt hij, al zestig jaar onder de sloef. Ocharme dat mannetje...
Moraal van het verhaal: Oude vrouwtjes, heb er niet te gauw medelijden mee, ook niet in Frankrijk.
12-07-2007, 18:47 geschreven door Hill
|
|
|
 |
28-06-2007 |
De nieuwe |
Hij loopt de deuropening voorbij, zoekend maar niet ziend. Een lang slungelachtig figuur is het, gekleed in wit t-shirt en op sportschoenen, ongeschoren ook en als er veel wind staat vliegt hij weg. Wat een oren! Je kunt uiteenstaande oren hebben, je kunt echte flaporen hebben, ik heb zelfs een neef met transparante oren, maar dit hier? Volgens mij kan hij thuis gewoon Tv Noord-Korea ontvangen zonder antenne. Hello y'all, this is Kim Jong Il speaking.
Nooit gezien, zoiets. Ja, één keer misschien, in de lagere school nog, daar liep een kerel rond en die heette Bart, Bartje Ponsaert. Alias den Vlieger. Ook wel Den Jumbo-Jet genaamd. Die had ook zo'n cymbalen. Als het hard waaide op de speelplaats, deden we een touwtje rond zijn nek en dan konden we vliegeren. Zoals een vorige generatie dat deed met meikevers, dat deden wij met Bartje. Hij ronkte dan ook zo mooi. Rrrrr. Maar hij hier is de nieuwe programmeur. Een tijdelijke werkkracht wiens taak het wordt om in drie maanden tijd een gegevensbank doormidden te zagen. We roepen hem binnen, -hier moet je zijn beste kerel - en stellen ons voor. Goeiemiddag.
Hij heeft er anderhalve toonladder voor nodig.
- Goe-je-mi-d-dag. Ik ben Jan P., woonachtig te Maasmechelen en kom hier tijdelijk werken via consultingfirma Menhir. - Excuseer, hoe was de naam ook alweer ? Jan, en dan ? - Ponsaert. Jan Ponsaert.
Dit kan geen toeval zijn. Ik vraag hem langs mijn neus weg of hij geen familie heeft in West-Vlaanderen. Hij bevestigt melodisch, en zingt mij onmiddellijk een wedervraag tegemoet : hoe ik dat weet ? - O, gewoon, op school zat er ook een Ponsaert, en je lijkt er heel goed op.
- Hoe bedoel je ? vraagt hij net iets te scherp. Ik voel mijn vel een tint verschieten en herstel aarzelend wel... je lang, slank figuur, je zwarte
haar. En bedenk dan dat Bartje niet zwart was.
Binnenkort ben ik de nieuwe. Ai.
28-06-2007, 14:05 geschreven door Hill
|
|
|
 |
21-06-2007 |
36524 dagen te vroeg |
De zon probeerde al door de blinden te breken en wierp een streepje warmte op haar arm. Zij lag diep in de dons gewikkeld en ademde zacht en rustig.
Ik keek naar haar. Alleen die ene arm kon ik zien, en een verdwaalde dikke teen.
Aan de slaapkamerdeur hoorde ik het gekrassel van twee hongerige katten, verderop, buiten, het gekwetter van vogeltjes. Het beloofde een mooie dag te worden.
Ik keek opnieuw naar de slapende vorm onder de lakens.
Ik neusde in de bos blonde krullen en zocht haar wang. Zij werd niet wakker, maar slaakte een onmenselijk diepe zucht, zoals alleen katten dat kunnen.
Dag schone slaapster, kusje op de wang, je prins is wakker.
De honderd jaar zijn nog niet voorbij, grommelde ze vanonder de dekens, trok haar teen bij en verzonk meteen opnieuw in haar sprookjesdroom.
21-06-2007, 20:26 geschreven door Hill
|
|
|
 |
19-06-2007 |
Solliciteesjaan - No problem ?! (2/2) |
Ik herlas mijn vorig stukje, knikte en schreef verder.
Ik ademde een keer diep in en uit : Daar gaat-ie dan.
Ik trok mijn schouders in, stak mijn buik vooruit, bedacht bijtijds dat dit net andersom hoorde, en stapte vol gespeeld zelfvertrouwen de glazen kubus binnen die misschien wel mijn toekomstige standplaats zou worden.
In het midden van een zaal met vliegtuighal allures zag ik een uilenbril zitten, met erachter een heel spichtig dametje. Ik beende er naartoe en kondigde mezelf aan als Meneer Moose, ik heb een afspraak met de heren Stuyck en Buyck om 18u00. Die heren heetten natuurlijk niet echt Stuyck en Buyck maar hun namen rijmden ook. En waren ongeveer even onnozel.
Neemt U daar maar plaats, zei de kraanvogel, maar ik bleef staan. Helemaal geïntrigeerd door haar neus hoe blijft die skibril op haar spitse neus staan ? Secondenlijm, koperen pinnekes, neusmagneten? had ik haar niet gehoord.
Daar, in die zwarte fauteuils, drong ze aan. Ik schrok wakker en haastte me naar de sofa's, stijlvol zwarte lederen zetels, spiksplinternieuw, ze roken zelfs nog een beetje naar koe.
Ondertussen zat ik maar te friemelen met de toegangsbadge die Mevrouw Ooievaar me had toegeschoven. Het was een plastic hoesje, met daarin een papieren velletje, een kaartje voorstellend met mijn naam erop in stevige drukletters. Langs de achterkant van het hoesje zat iets zeer ingewikkelds gekleefd, het hield het midden tussen een wasknijper en een kernreactor. Daarmee moest ik het kaartje vastknijpen op mijn hemdzakje of opspelden op mijn revers of misschien wel magnetiseren tegen mijn broeksriem, wist ik veel. Wat ik wel wist, was dat je minstens ingenieur moest zijn om te snappen hoe het werkte
O neen, ze zouden me nu toch niet filmen ? Misschien is dit de eerste proef al. Deelnemer Moose slaagt niet in de bevestigingsproef, dumpen die kandidatuur!
Ik keek schichtig rond en zag meteen twee camera's aan het plafond hun rode cyclopenoog naar mij draaien. Kandidaat Moose wordt paranoia, dumpen die kandidatuur! Of neen, laten we er nog wat plezier aan beleven, eens zien hoever we kandidaat Moose kunnen krijgen.
Ik hou niet zo van sollicitaties.
Om tien na zes kwam een zwaargewicht mijn hand verbrijzelen. Hij stelde zich voor als meneer Buyck en ik moet zeggen, hij had zijn naam niet gestolen: een kloeke veertiger was het, gekleed in een absoluut niet passende krijtstreep, met zijn das (bruin met gele kubussen) op half zeven. Dehaene zou trots op hem zijn.
Hij nam mij mee naar de zevende verdieping, stopte eerst aan de kopiemachine, graaide daar een stapeltje vellen mee en ging mij voor naar een bureel, een neutrale vierkante kamer, met zicht op de parking.
Met zijn arm maakte hij een vaag teken waarop ik uitmaakte dat ik mocht gaan zitten. Hij nam plaats vlak tegenover mij, spreidde zijn papieren met beide handen voor zich uit en zei : Zozo.
En daarna niks meer. Twintig seconden zei hij niets, tuurde op zijn vellen en zei toen nog eens Zozo. Ik zie dat je graag foto's neemt. Hij keek vanover zijn brillenglazen naar mij, onderzoekend, als een camera met cyclopenoog.
Euh, ik neem wel eens een foto, dat klopt, maar ik
Jahaa, dat doe ik de laatste tijd altijd, gewoon even googlen op de naam van de kandidaat.
Een koude rilling kruipt over mijn rug en bijt in mijn nekvel. Wat is er nog allemaal over mij te vinden op het internet ? Koortsachtig ga ik mijn geheugen af : mijn voorzitterschap van de Berkesclub, is dat nog terug te vinden ? Die experimenten vijftien jaar terug met allerhande muziekprogrammaatjes en de pijnlijke (vooral voor de trommelvliezen dan) gevolgen daarvan, de mens zal toch geen mods kunnen afspelen hoop ik ? Zou hij iets aan de titels kunnen afleiden ? Wat moet hij wel niet denken van Cow that milk en Feline Crushing, Frolic Youth of het met ons viertjes gecreëerde muziekgenre Fart Core ?
Misschien staat op het net ook nog een nonsens pamflet ter verdediging van het Warchau-pact? Of een tekstje over hoe ik ooit geterroriseerd werd door een roodborst. Hij zal ochere ocharme toch deze blog niet vinden, waarop ik ooit een consultant affikte tot op zijn schoenveters ?
Mijn vrees bleek ongegrond. Hij kwam op de proppen met een aantal sollicitatiebrieven en een verslag over mijn prachtige derde plaats behaald in de wielerpronostiek E3 Prijs Harelbeke van 2004. Derde op vierentwintig deelnemers. Geen bezwarend materiaal dus.
Hij dook verder in de papieren, keek op, zette zijn bril recht, keek mij aan en vroeg : Waarom heb jij in godsnaam in Kortrijk gestudeerd ?
Ik ben uit die buurt afkomstig en toen de KULAK
Vanwaar zijde gij just ? Ik ben van Rekkem!
Allez gie, toen zieje gie in t middelboar ook noar 't schoale gewist in Meeennn (zo spreek je Menen uit in het West-Vlaams : 3 e's en 3 innen, 'Mjinde' mag ook).
Joak joak joak. Het gesprek kon al niet meer stuk. Dat weet ik uit ervaring. Geloof het of niet. Dit was de derde keer dat ik solliciteer, de eerste keer was in Diegem in 1997, de tweede keer was in Antwerpen in 2002 en nu zat ik hier in Mechelen en keer op keer was mijn tegenspeler oud-leerling van het college Sint-Aloysius in Menen. Niet dat iemand dit iets kan schelen, dat weet ik ook wel, maar ik vind het wel lollig, ha.
Hij vertelde wat, ik vertelde wat en toen ging de schoolbel. We keken beiden op. Neen, schoolbel, dat kon niet, een andere bel. Hij keek mij aan door zijn enigszins vettige brillenglazen en zuchtte toen. Ja, dat lijkt hier geen oefening, dat zal een echt brandalarm zijn. We mogen de liften dan ook niet gebruiken.
Hij bleef een beetje treuzelen en ik voelde : na de badge, de camera's en het gesprek is dit de vierde test : Koelbloedigheid. Ik nam resoluut het initiatief en ging hem voor naar de trappenhal. Eerst liet ik nog twee dametjes voor, dik tegen mijn goesting eigenlijk, maar wel met in mijn achterhoofd, van zodra ik hier maar een vleugje brandlucht meen waar te nemen, schop ik hen onderuit. Met hun veel te hoge hakjes en hun nauwe rokjes hielden ze de hele trap op. Verbrand uit hoffelijkheid, het is ook een manier om aan je eind te komen. Dan nog liever als bromvlieg tegen de radiator van een Litouwse M.A.N.
Tien minuten daarna stonden we te blinken in een oranje zonnetje op de parking : de twee paar pumpjes, nog een viertal overwerkers, de heren Buyck en Moose, en de voltallige schoonmaakploeg : twintig bruine of zwarte poetsvrouwen, samen goed voor alle modellen hoofddoek die op de Belgische markt te krijgen zijn. Het kolonialisme is nog zo heel ver weg niet.
We liepen met zijn allen het gebouw rond, nergens een spoor te vinden van ook maar iets wat ons in het nieuws zou krijgen, dus een beetje ontgoocheld toch gingen we maar weer naar binnen. Met zijn allen een sprintje naar de lift, wij wonnen -Buyck bleek een stuk sneller te accelereren dan ik had durven denken- de deuren sloten, de lift zoemde en door de glazen liftkoker kregen we een mooie inkijk op de pumps die nu pas aangetikketakt kwamen.
Joenk vrovvolk da under nog moe bewizzen. Ossan schoane voa te zien. T'es t' open dazze zo rap zin lik dazze snel zin. D'emballage meug schone zin, moa d'er moe iets inzittn ook. Klonk de genuanceerde mening van de ervaren Buyck. Aan zijn bolstaande hemd was duidelijk te merken zien dat bij hem meer dan voldoende zat.
Het gesprek liep voor de rest wel vlotjes, hij ontkende dat de brandoefening bij de sollicitatieprocedure behoorde en een verdere afspraak werd gemaakt om het contract te ondertekenen. Tegen half negen(!) werd ik vrijgelaten. Ik sprong mijn fietske op en als een tevreden cowboy reed ik de ondergaande zon tegemoet. Of liever het containerpark, want dat was mijn enige vluchtroute terug naar de Dijle. Het containerpark in Mechelen-Noord sluit om 19u00. Dat weet ik nu ook. Ik bespaar U graag mijn verdere omzwervingen en exploten, om tien voor tien was ik thuis met doorweekte sokken en een natte broek...
In het contract zit ook een bedrijfswagen. Mét GPS.
19-06-2007, 20:35 geschreven door Hill
|
|
|
 |
18-06-2007 |
Solliciteesjaan - No problem ?! (1/2) |
De opdracht luidde als volgt : Geraak zonder kleerscheuren op het industrieterrein van Mechelen. Je hebt er de tijd voor tot 18u precies. Breng er een sollicitatiegesprek tot een goed einde en keer huiswaarts. Middelen ter beschikking : een treinticket heen en terug, een plooifiets en een plan, afgeprint via mappy.be. Makkie zegt u? Ge moogt het altijd eens proberen. Goed op tijd vertrok ik naar Berchem, vooral bekend voor zijn station, voorgeborchte van de Centraal-kathedraal. Mijzelf kennende én vooral de inverse stiptheidscurve van de nmbs indachtig stond ik anderhalf uur te vroeg al te koekeloeren op spoor 9. De trein naar Brussel-Zuid van 16u22, met haltes o.a. in Mechelen is afgeschaft. Het kraakte onheilspellend door de speakers. But me no wurrie, me kno nmbs. Fluitend ging ik zitten op een bankje in de felle zon, en verorberde een hoofdstukje Graham Greene. Over een kwartiertje had ik toch een volgende trein. De trein met bestemming Brussel-Charleroi met haltes o.a. in Mechelen heeft een tot nog toe niet nader te bepalen vertraging. Het kraakte nog net een scheurtje meer. Nmbs no problem, feelin' irie man. It was al taken care off. Me lot vooruitziend . Nog meer fluitend ging ik zitten en draaide mezelf een dreadlock.
Een kwartiertje daarna kwam de tsjoek dan toch aan en ik plaatste mij in de ruimte tussen twee wagons, waar ik makkelijk mijn fietske kwijt raak. Mechelen is een twintigtal minuten ver, dus nog alle tijd om mijn das te strikken, kwistig met Nivea for Men Sport of iets dergelijks (het is de zilvergrijs met lichtblauw 'e spuit) en mijn schoenen op te blinken met zo'n het-gaat-vanzelf-stick. Precies op tijd klaar. Mechelen here I was.
De eerste horde was genomen, ik was in Mechelen. Nu nog het bedrijventerrein vinden. Mappy! Ik haalde het frommeltje uit mijn achterzak en schrok.
Dit was niet de normale route. Dit was mijn tweede gesprek bij die firma, en de vorige keer besloeg de wegbeschrijving twee volle pagina's. Dit hier waren hoop en al zes straten. De afstand daarentegen leek wel ongeveer dezelfde dus ik toog maar onderweg. Ik had tenslotte toch nog een klein uur om de zeven en een halve kilometer af te leggen. Wa coul' 'appen ? No thing!
De eerste straat ging goed, de tweede : no problem maar de derde, dat was wat anders. Op mijn plannetje bolde ze mooi rechtdoor zoals alleen autostrades dat kunnen, in de praktijk stond ik voor een T-splitsing. Met voor mij de Dijle, die onvermoede stroom die Mechelen doorboort. Ik wreef even mijn ogen uit, maar de Dijle wou niet verdwijnen. Yup, right. Nog drie kwartier te gaan en ik moest al een brug bouwen. Of een local naar de weg vragen. De eerste die ik zag hield ik tegen, een zongebruinde borsthaarplantage op witte mocassins. Hij blies een wolk marihuana dampen inna mi fees en maakte een vage beweging met zijn hand. Wapper wapper. Daar ergens moest een brug zijn.
Geen kwaad woord over die mens want er was inderdaad een brug. Ikke erover, ikke tot aan de verkeerslichten en ikke muurvast. Ik moest linksaf, dat stond duidelijk op het plannetje. Aan de lichten linksaf. Ik kón ook linksaf. De autostrade op, ja. Ik zag zo al de krantenkoppen : roekeloze rijwielstamper rijdt spook op ring rond Mechelen. De idee aan mijn einde te komen als verpletterde bromvlieg op de radiator van een Litouwse truck met oplegger trok me maar matig aan.
Maar kijk! Naast de autostrade loopt die Duivelse Dijle weer. Met een jaagpad erlangs. En ik raakte stilletjesaan gejaagd, dus dat kwam goed uit. Ik hobbelde de grasberm af en remde mezelf een streepje rokend rubber. Geen nat pak voor mij. Althans deze keer toch niet. Haal die verloren tijd in : Go! Ik sprintte het jaagpad door, insecten verorberend, eenden verjagend, konijnen plettend, koeien verschrikkend, giraffen nekkend maar steeds één oog houdend op de ringweg rechts van mij. Vijf kilometer moest ik daaraan evenwijdig rijden. Evenwijdig rijden met een ring, daty wil dus zeggen dat ik moet concentrisch rijden dus ? Hoe rijd je nu concentrisch ? Koppijn krijg ik er van, van zo'n redeneringen, ik deed mijn ogen dicht, schudde even alle muizenissen uit mijn kop, keek opnieuw naar de weg en inderdaad hij was weg. Plots geen ring meer rechts, maar een bos, met een meer. En daar ergens achter de ring. Ik peddelde nog een kilometer of zo, maar de ring kwam niet meer terug. Ik was verdwaald. Boehoe, arme ik. Een flitsende toekomst als blitse consultant in de kiem gesmoord omdat mijn rijwiel niet is uitgerust met een global position system via de satelliet.
Maar deze jongen laat zich niet zomaar kennen. Deze jongen is geboetseerd en gebakken uit Westvlaamse klei. Deze jongen is gepokt en gemazeld in euh in niets eigenlijk, maar bmx'en is altijd een grote droom van mij geweest. Ik kopiekatte de verkiezingen en rukte mijn stuur naar rechts, een aardewegel naar omhoog. Ik schrijf hier wel aardewegel, maar het was eerder een stoffig kiezelpad, dat knarste en knesperde onder mijn wieltjes en gele stofwolken opwierp. Aan het einde ervan hielden drie roodwitte paaltjes de wacht bij huizenhoge groene en bruine metalen bakken : het containerpark van Mechelen-Noord.
De poort was dicht maar niet op slot en zo raakte ik opnieuw de bewoonde wereld in, en hoedoetiedoetiedatnou?- niet alleen de bewoonde wereld, maar dan nog de bewoonde wereld vlak bij waar ik zijn moest. Praise His Imperial Majesty Haile Selassie I, King of Kings, Lord of Lords, Conquering Lion of the Tribe of Judah, Root of David, Elect of God! Ja man, dit was een eitje. An easy egg.
Ik keek op mijn klokje, nog zeven minuten, perfect. Ik telde de regels van bovenstaand stukje, vond het meer dan voldoende en besloot om morgen dan maar verder te vertellen.
18-06-2007, 00:00 geschreven door Hill
|
|
|
 |
12-06-2007 |
Een doordeweekse zondagmorgen |
Ja mama, we zijn verleden week allemaal ziek geweest bij papa. Jaaah, echt waar, minizapje is niet naar school kunnen gaan, ze heeft de hele maandag moeten kotsen, het was bruin met dikke brokken, precies gelijk katteneten. Ja, maar gij waart nog erger, bij jou was het bijna vloeibaar, zoals bedorven chocomelk. Gij hebt zelfs overgegeven op de trap, al jouw kots liep langs het trapgat naar beneden. Ja zeg, ik kan er toch niet aan doen dat ik ziek ben zeker, trouwens ik heb maar één dag moeten kotsen, gij hebt de hele nacht ook nog moeten kotsen, de hele badkamer heeft een week naar jouw overgeefsel gestonken. Niet waar, niet waar ! En langs die trap was toch nog smeriger, het kwijl droop zo langs de muur naar beneden. Het was allemaal sinaasappelsap met pitavlees, geelbruin en het kleefde achteraf nog op de jassen die beneden aan de kapstok hingen. Ja, dat was wel cool, hoe dat kletterde op de tegels, hé. Het heeft gespat tot op de ijskast. Maar papa was nog erger, die heeft de hele nacht geroepen en gehoest in de badkamer. Oeeueueuh, oeeueueueh, zo was dat. Om drie uur 's nachts en H. zei dat er bloed meegekomen was. Ja hij had ook de schijterij, haha. de hele week heeft hij gekotst en gescheten. Gij hebt toch ook moeten schijten ? Schat, geef je me nog eens de choco door asjeblief.
12-06-2007, 22:14 geschreven door Hill
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
 |