 |
|
 |
If the future isn't bright, at least it will be colourful |
|
 |
11-03-2007 |
Bllbbpublullbbllplpbb |
Toen ik thuiskwam lag zij al languit in bad, met de ogen dicht, genietend van de wakke warmte in de badkamer.
Ik ging op mijn knieën naast de tobbe zitten en deed Bllbbpublullbbllplpbb op haar natte buik.
Omdat ik dat graag doe. Omdat zij dat graag heeft.
En omdat ik dat eens wou schrijven in de titel van een stukje.
11-03-2007, 10:02 geschreven door Hill
|
|
|
 |
09-03-2007 |
Over de rangschikking van zonnen en een broodje gravad lax |
De beste zon is de winterzon. De hemel is helblauw en knispert als je er naar kijkt, het is kraakkoud, op de plassen liggen ijsresten, maar het zonnetje kijkt er glimlachend op neer. Dat is de absolute nummer één. Vlak daarna in de rangschikking van aangename zonnetjes staat de eerste lentezon. Na weken, maanden van naar weer, met sombere regenslierten op de ruiten, blinkt ineens zonder aarzeling lijkt het wel, Solange weer op haar vaste stek tussen de wolken. De eerste zon en de eerste warmte ; gezichten kleuren er meteen een streepje vrolijker bij.
Dit dapper zonnetje lokte ons donderdag over de middag naar buiten. We lieten de refter zijn deprimerende zelf zijn, en wandelden keuvelend naar de broodjeszaak twee straatjes verderop, een broodjeszaak met stijl zonder dat je dat aan de prijs merkt.
Bij de uitgebreide keur aan broodjes twijfelde ik, het volkorenbroodje met scampi's in looksaus sprak me zeer aan, maar in de namiddag moest ik nog vergaderen en echt goed komt het dan niet over als je bij iedere spitse opmerking meteen een sluier look uitwasemt. Met spijt in de smaakpapillen koos ik dan maar voor het broodje gravad lax. Gravad lax zou een typisch zweeds gerecht moeten zijn en bestaat uit rotte zalm. (ik kan het ook niet helpen). Men neme een dode vis, men draaie die in een kruidenmélange, men begrave die, en als hij goed rot is, delve men hem weer op. Klaar is Benny. Zoiets. En daar wordt dan goed geld voor betaald. Of mijn zalmpje nu werkelijk twee weken heeft liggen stinken in de tuin van de broodjeszaak, ik durf het sterk betwijfelen, maar lekker was het alleszins. Opgediend tussen een grof broodje, gedrenkt in een zoet vinaigrettesausje met honing en dille, en met heel wat rode ajuin erbij. Om vingers en duimen af te likken. Wat ik dan ook deed, niet nadat ik er eerst mijn kin mee had afgeveegd. Voorwaar, ik had er geen spijt van dat ik om olfactorische redenen (jahaaaa, het vijfsterrenwoord van de week : olfactorisch!) de look had weggekozen.
De buit ofte broodje waren binnen en aan een drenteldrafje slenterden we terug naar onze werkstek, klaar om ons weer te gooien op de opsplitsing van het incassosysteem (oewaah).
Ik was nog niet helemaal gezeten of Simone kwam ons kantoor binnengelopen. Zij had de volgende lift genomen, eventjes uitwaaien met een sigaretje in onze zon.
Wow zeg, wie heeft hier ajuin gegeten ? De hele bureau stinkt ernaar!
09-03-2007, 12:27 geschreven door Hill
|
|
|
 |
05-03-2007 |
Twee weken recuperatie nodig |
Een ijzige kreet scheurde de morgen aan flarden, een angstschreeuw van wel acht medeklinkers te reke.
Daarna niets meer.
Ik wist onmiddellijk dat dit ernstig was. Dat moest wel, want ik was het die gilde. Versteven stond ik in het deuregat van de badkamer. Het was geen nachtmerrie geweest, geen droom. Dit was echt.
Voor mij lag een lamgeslagen badkamer, het slagveld van één of andere bitsige strijd tussen twee rivaliserende Keltische clans, een bachanaalzaal uit een Middeleeuwse abdij, een uitgekipte container tweehandskledij. Maar dit was niet het angstaanjagende, dat was het vertrouwde. Bij ons ziet de badkamer er altijd zo uit.
Alleen was nu de linkermuur geverfd in iets turkwaas blauw. Turkwaas ja. Als je er langer dan drie minuten naar kijkt (en dat doe je als je op het toilet zit) dan trekt een blauwige waas over je netvlies en begin je prompt in een vergeten Anatolisch dialect te brabbelen. Turkwaas.
Ter verhoging der hilariteit was de rest van de muren gerold in een kleurtje dat het midden hield tussen kaki-beige en muizebruin, een flets camoeflage aftreksel waar het Armeense leger vroeger in grossierde. In het interbellum. Dat van tussen 1816 en 1834. Gatverdamme.
Op papier had het nochtans doenbaar geleken maar in het echt leek het nergens naar. Ja, slechte Lynch op calmants. Dit was B-film horror. In die badkamer kan geen solide drol meer gedraaid worden, geen bad genomen zonder zonnebril.
Man wat kun jij lelijk doen over blauw met grijs zeggen jullie nu. Man leer toch wat relativeren, maar wacht wacht wacht, dat was nog niet alles, neen neen neen, bijlange niet. Zet u neer en luistert !
Dat dat blauw met dat onbestemd kotskleur vloekte als een lazarus gezopen stoephoer op het Coninckspleintje, dat hadden wij ook wel door gisterenavond, zo kleurenblind zijn wij nu ook niet. Maar we hadden het 'opgelost'.
Door er ter compensatie nog een jubelkleurtje tegenaan te gooien. Jeuj. Kwestie van het bruin wat te ontsaaien.
Ons oog viel op fluogroen. Als de zon erop zit is het fluogeel. (Ongetwijfeld de kleur van de paddo's die we ervoor gesjiekt hadden.)
Och, een mens is een beest met stalen zenuwen, een mens went aan alles. Over een jaar of vier zien we al niet eens meer hoe vreselijk de badkamer er nu uitziet.
En bij het overschilderen over vijf jaar, zullen we eens tegen elkaar knikken en zeggen, dat nieuwe zacht perzikroze is tenminste een heerlijk badkamerkleurtje. Zo rustgevend ook meteen. Niemand zal nog beseffen dat de badkamer vroeger ook zacht zoetjes perzikroze was.
Overschilderen over vijf jaar. Heerlijk.
Het kan ook over drie maand.
05-03-2007, 20:22 geschreven door Hill
|
|
|
 |
20-02-2007 |
Vijf mannen en een hieltje |
Met hun drieën kwamen ze aangesloft : Lange Rikken, Korte Rikken en de Franco. In grijze overall met "I-Technics" op de rug. De beide Rikken droegen hem dichtgeknoopt, Franco liep in opgestroopte hemdsmouwen, zijn overbehaarde armen showend. Met hun drieën kwamen ze kijken naar het hieltje van Dorien. Een fraai hieltje daarnietvan maar drie voor één hieltje was toch wel overdreven.
Dorien kwam de lift uitgestormd, met een stapel paperassen onder de arm, in gele en oranje gekreukte kaften. Haar pen, een rode, hield ze tussen haar tanden geklemd, als een trapper op oorlogspad, met zijn bowiemes. Ze rikketikte op haar hoge laarzen door de gang en hield halt voor de deur van de vergaderzaal die ze met een vrije elleboog openduwde. Achter zich trok ze de deur weer dicht met de tip van haar laars. En dat had ze niet moeten doen.
De laars stak zijn middelvinger op en bromde, hiervoor ben ik geen laars geworden, en prompt brak de hak af. Op wankele poten stond Dorien in de vergaderzaal. Ze sukkelde terug tot aan haar bureau, gooide haar stapel papier in de kast en sakkerde de wereld bij elkaar.
Die wereld bestond vandaag uit Kurt, praktische mens bij uitstek en Hill, al even praktisch, vooral als het er echt niet toe doet.
Dorien daarentegen panikeerde alsof de wereld zopas vergaan was.
- Ze liep nooit op hoge hakken, het ging haar al niet af, en nu was die hak er nog eens afgebroken, nu kon ze elk moment haar benen breken, wat moest ze nu, ze zou nooit de trein halen, ik zal naar huis moeten bellen dat ze mij komen oppikken, en mijn ventje moest vandaag overwerken, ai ai ai,
Wij, de praktische mensen, lieten haar eventjes doorrazen.
- O neen, en vanmiddag dan, hoe ga ik in de refter geraken op één hak, jongens kunnen jullie mijn eten naar beneden brengen, ik zal jullie mijn proton meegeven... Wij, rotsen in de branding, hielden het hoofd koel. - Het is toch waar zeg, die dag zal ik niet gauw vergeten, en ik moet straks nog naar die vergadering, kun jij mij verontschuldigen ik kan toch niet op mijn sokken naar die vergadering gaan, bel jij even... Wij, zwijgzame boomstronken, lieten haar eventjes stoom afblazen. - Net nu, het zal je maar overkomen, net vandaag als ik de tram moet nemen dan breekt die hak af en... Wij, lichtjes geïrriteerde mannenmenschen, probeerde haar zachtjes te sussen.
- Gottogottogot, hoe is dat nu toch mogelijk...
Dorien. Dorien! DO-RIEN!
Ze ontwaakte uit haarzelf.
- Huh ? Grote verbaasde slaapoogjes keken ons aan, even maar en meteen ratelde ze weer door.
Hier hielp geen lievemoederen aan. Dit noopte tot doortastende actie. Dit vroeg om mannelijk probleemoplossend denken.
Kurt draaide een verkort nummer, de 6000, en ik hoorde hem bellen met de mannen van Facility Management. (Of de klusjesmannen van het bedrijf, zo je wil).
Ze waren net verwikkeld in een heel complexe verhuis, iets met een metalen archiefkast die niet in de lift kon, terwijl ze daar een viertal maanden geleden nog vlotjes in paste. Metaal dat is entwat raars, jong. Dat leeft en dat zet zich en dat zwelt. Wreed groot probleem allemaal. Maar ze zouden de kast wel eventjes de kast laten en naar boven tenen. Met de lift.
Goeiendag uffra, u heeft een probleem met de bot? We zullen eens kijken, zie. De laars én Dorien werden aan een uitgebreid onderzoek onderworpen en hun voordehandliggende conclusie was dat ze de laars wel eventjes zouden lijmen. Met colle-tout waarmee het nooit niet meer zou lossen. Ze hebben er in den tijd nog de horloge van de Sint-Medarduskerk in Vloesem mee vastgeplakt en is die ooit losgekomen ? Neen of neen ? Wij schudden allemaal van neen. Niemand van ons was ooit in Vloesem geweest, laat staan dat hij wist dat daar een kerkje was met loshangende wijzerplaat, maar als Lange Rikken dat zei, dat zou dat wel zo zijn.
Als driekwart Daltons sloften ze weer naar hun metalen kast. Misschien dat die nu al iet of wat ontzwollen was, met de laars tussen duim en wijsvinger vasthouden. Om ze niet te schenden.
Een klein kwartiertje daarna stond de laars, met gelijmd hieltje al weer te glimmen op Doriens bureau. De brave kerels hadden ze zelfs nog opgeblonken ook.
Dorien putte zich uit in dankbetuigingen, de Rikken kreeg net geen kus vol op de mond, zelden iemand zo gelukkig gezien.
Ze trok al één knie op om de laars aan te passen, toen Rik droogweg waarschuwde : Jamaar uffra, wacht daar nog een beetje mee. Die lijm moet wel twaalf uur drogen.
20-02-2007, 20:49 geschreven door Hill
|
|
|
 |
15-02-2007 |
Rendement |
Je weet dat het stilaan tijd wordt om naar huis te gaan, als je in een verslag, bij de term rendement, spontaan aan joggende omaatjes denkt.
15-02-2007, 22:07 geschreven door Hill
|
|
|
 |
13-02-2007 |
Glibberend en gletsend |
Wat mijn vriendin kan, kan ik ook.
Okee, zij deed het in een monovolumewagen van tarra drie ton, en ik doe het weliswaar met een plooivlooitje van ach och here een paar kilo's. Maar toch !
Dus sjees ik al anderhalve week zonder remmen door 't stad en zijn deelgemeentes. Helemààl zonder remmen niet natuurlijk, ik ben niet gek. Alleen de voorfrein laat het afweten. De achterrem is nog half zo goed als bij aankoop. Kijk niet zo, dat is niet abnormaal ; de remmen moeten zich nog 'zetten' in het begin. De eerste maand twijfelt de staaldraad nog tussen breken en rekken en die van mij koos naar verwachting voor rekken. Tien minuutjes bij de bandenplakker en Amélie (mijn fietske heet Amélie Jomme Liliane Van Slembrouck. Tsja een fiets kiest zijn naam niet zelf, nietwaar) Amélie dus is weer remmensklaar. Maar je moet er geraken natuurlijk. En och, met een beetje anticiperen en dat beetje achterrem stopt mijn fietske nog waar ik het wil.
Gezwind pedaleer ik deze morgen naar mijn werk, een viertal rode lichten zijn mijn deel en ik geniet van een mals regentje op mijn verhitte voorhoofd (beetje koortsachtig dacht ik nog, maar ik was gewoon mijn pijamabroek vergeten uit te trekken deze morgen, vandaar).
Vanaf de laatste rode lichten is het nog honderd meter naar mijn broodwinning, daar dender ik dan rechtsaf de oprit door en slaag er nog net in achter een leaseBMW door, door de electrische valpoort binnen te glippen. Net op tijd. Net voor ze met een apart gevoel voor humor guillotinegewijs dichtklapt. Precies getimed schiet ik ertussendoor. Ervaring heet zoiets. Eigen ervaring dan nog.
Eén keer ben ik door de roodwitgeringde slagboom (net na de poort staan nog twee slagbomen, denk je dat je het gehaald hebt komt zo'n slaghout keihard op je voorarm terecht) geraakt en één keer was de poort me te snel af. Ik zag het gevaarte op me af komen en in een poging om die te ontwijken, plooide ik dubbel en klapte ik pardoen met mijn kinnebak op mijn stuur. Ssssjtukje van mijn ztong.
Maar we wijken af.
Ik slalom tussen de poort en de slagboom door en rijd de helling naar de fietsstallingen af. Op verdieping min twee. Zoetjes hobbelend, snelheid winnend op het dalend vlak en daarna volle pétrol naar beneden, bijremmen in de eerste bocht. Bijremmen in de eerste bocht. BIJREMMEN.
Godverdomme! Klapt die achterrem door !
Met ware doodsverachting gooi ik me aan zestig per uur naar beneden door een regengladde ondergrondse parking. Al glibberend en al gletsend breek ik het wereldrecord peentjes zweten voor plooifietsploegers.
Het moet een boeiend zicht geweest : een aap op een stokje, zigzaggend om zoveel mogelijk plassen te vermijden en vooral om zoveel mogelijk snelheid te verliezen, waar het kan met de voeten remmend (eerst met de schoenzool, dan met de schoen, dan met de sok, en uiteindelijk inderdaad met de voet). Tot zover het visuele.
Het auditieve moet anders ook niet te versmaden geweest zijn : piepende banden op geboende beton, rinkelend belletje met helse echo erop om voetgangers weg te jagen uit mijn Highway to Hell en het onvermijdelijke Ow ow ow ow! in de bochten.
Ik heb het gehaald. De fietsenstalling bestaat uit een zwaar metalen kooiconstructie en daar heb ik optimaal gebruik van gemaakt.
Vanavond maak ik eens tijd om de remmen bij te stellen.
En één en ander terug recht te buigen.
13-02-2007, 22:06 geschreven door Hill
|
|
|
 |
07-02-2007 |
Breughel de Jongere |
Met dertien aan een grote ovalen tafel ; de tafel, hardhout met leder afgeboord, de tien mannen en drie vrouwen, harde trekken om de mond, met cynisme afgeboord. De mannen strak in goed pak, de vrouwen strak, in broekpak.
Ze zwijgen. Ze kijken grimmig naar een opgefokt Hugo Boss-type, een gladde pit-bull in streepjeskostuum. Hij zit ook aan die reuzentafel, daar waar de ovaal op zijn smalst is, met voor zich een laptop die beelden schiet naar een groot diascherm dat aan het plafond is bevestigd.
De zaal ligt op de zestiende verdieping van een kantoorgebouw. Buiten dempt een vuilnatte mist alle geluid, binnen is dat een grijs hoogpolig tapijt. Tegen de muur hangt een onverlicht schilderij, aarden kleuren maar met veel beweging erin. Het blijkt een Breughel te zijn.
De man vooraan blijft doorrazen over Europese stelsels, over het gelijkschakelen van grensoverschrijdende clearing, over projecten en opportuniteiten voor 2011.
Mijn aandacht verslapt, ik zie hem nog wel, maar hoor hem niet meer. Zijn slides flitsen over het scherm als was het een diamontage van abstracte schilderijen. Ik staar de vergaderzaal rond, gruizig. Iedereen lijkt zo serieus, iedereen kijkt met gesloten gezichten, alles te verbergen, wat verbergen ? Hun grimlachen zijn net echt.
Dit is een flashback. Ik heb dit al gezien, ik herken die tafel, ik herken die gezichten, waar heb ik dit al eens gezien ? Die atmosfeer, die gespannen ambiance. Waarom ken ik dat ?
Plotsklaps staat Sara recht, excuseert zich en verlaat de zaal. In een flits komt de flash terug : dit is een scène uit "The Godfather".
Nu moet het gebeuren. Nu zal die helicopter voor de brede ramen verschijnen. Nu zal mitrailleurgeweld de zaal aan flarden schieten. Nu zullen dertien lichamen kapotspatten op het parket. Ik duik weg onder de tafel.
Ik hoop echt, dat de Breughel niet geraakt wordt.
07-02-2007, 21:45 geschreven door Hill
|
|
|
 |
05-02-2007 |
Spot tante Liliane |
Gisteren kon je op Brussel Vlaams (de eerste chaine, de BRT, de VRT, Eén of is die ondertussen weer veranderd van naam) een Verhelderend programma aanschouwen over de politieke en maatschappelijke controverse van de afgelopen week, maar ook met aandacht voor sport, cultuur, media en lifestyle. Ik schrijf dit hier ook maar over van het internet hoor.
Een verhelderend programma dus, vol politiek en maatschappelijke controverse. En met lifestyle. Klinkt goed nietwaar. En ik, ik keek daarnaar. Ikke. Jawel. Met vriendin. Jaha.
En wat meer is, wij kijken daar al drie weken te reke naar.
Het programma heet De Zevende Dag en wordt uitgezonden op de eerste dag van de week. Waar blijven ze het halen.
In De Zevende Dag nodigen politici zichzelf uit, politici vooral, die vinden dat ze de laatste weken te weinig airplay gekregen hebben. In de hoop hun marktwaarde wat op te pompen, gooien ze een balletje op, dat door de andere aanwezigen wordt teruggekaatst. De dag erna wordt de politicus dan teruggefloten door zijn eigen partij, de zaak wordt gesust bij een goed glas wijn en een Montecristo. Niets is gebeurd maar onze vertegenwoordiger heeft toch weer zijn kop kunnen tonen, wijl er op de achtergrond een strijkje zijn ding doet of een groepje zijn toekomstige netniethit pringelt.
Het geheel wordt dan ook nog eens uitgezonden tijdens aperitieftijd op zondagmorgen.
En wij kijken daarnaar. Wij. Jawel meneer mevrouw, wij, wij zijn intelluelen.
Okee, geen kat die dit gelooft natuurlijk en het is ook niet waar. Of toch niet helemaal. Al drie weken kijken wij naar De Zevende Dag omdat we na het laatavondjournaal gewoon te luizig zijn om uit de zetel te klimmen en een andere zender te kiezen. Of de TV af te zetten. Het bakske is kapot, moet je weten.
En wij luisteren nu ook niet bepaald aandachtig naar wat de verzamelde verkozenen te vertellen hebben. Onze gedachten dwalen af, van de politici naar het levend publiek. En daar liggen wij dan naar te kijken. Naar dat publiek dus. Op onze sofa.
D'er zitten altijd een paar karakterkoppen tussen. De eerste keer zat er een norse baard. En de vader van Michel Follet. Althans, die arme man keek alsof hij de vader van Michel Follet was. Gebeeldhouwde kop, met bijhorend oor. Er zat ook een heel zuur kijkend dametje, met een kortgeknipt donker frisuurtje. Bruin-zonder-zon geverfd en met behoorlijk wat oogschaduw op. Zeker een kwartier hebben wij ons geamuseerd met dat verveelde koppeke van de madam. Ze zat dan nog op de eerste rij ook. En wij maar fantaseren.
Volgens mij heeft ze vrijkaarten gewonnen voor een TV-programma, en pas bij aankomst bleek dat het voor De Zevende Dag was, hahaha. Neen, neen, het is de vrouw van Bart De Wever die gewoon meekomt om haar ventje in de gaten te houden. Of neen, het is de maîtresse van Bart De Wever die geen glimp van hem kan missen. Ja zeg, dan had ze evengoed thuis voor de TV kunnen zitten. Nee, da's anders, vrouwen snappen dat! Misschien moet ze wel dringend naar het toilet en kan ze niet weg omdat ze nu in beeld zit. Of of, ze is de enige fan van Dedecker ! Jaaaah !
Eigenlijk begonnen we die De Zevende Dag wel lollig te vinden.
De week erna lagen we nog steeds voor de beeldbuis, en weer keken we naar de mensen achter de politici. Was dat daar de vader van Michel Follet weer niet ? Hmmm, het bleef onzeker, we geraakten er niet uit. En die baard zat een beetje verborgen achter Geert Lambert, dat werd ook niets.
Maar heyheyhey, wie zat daar ongelooflijk verveeld te geeuwen, weer op de eerste rij ? Alweer ons tante Liliane. (We zijn er kwasi zeker van dat ze Liliane heet. Zo'n mensen moéten gewoon Liliane heten).
Ze keek naar links, ze keek naar rechts, ze geeuwde, ze zat te dromen, ze deed alles behalve aandachtig volgen. Liliane zat daar duidelijk niet voor haar plezier. Waarom gaat iemand nu tegen haar goesting in het publiek zitten ?
Hebben ze te weinig publiek en is mevrouw eigenlijk een schminkster die ze verplichten na haar uren de gaten te vullen ? Heeft tante Liliane een abonnement van haar dochters gekregen, zodat die ook eens kunnen uitslapen op zondag. Heeft ze een weddenschap gesloten met haar collega-verpleegsters om zoveel mogelijk op TV te komen en de enige vrijkaarten die ze nog hadden waren voor politieke programma's ?
De Zevende Dag werd gewoonweg ons favoriete programma! : weg met Debby & Nancy, gaat heen de kaviaks, wij willen alleen nog de Zevende Dag!
De derde week zaten we al een kwartier voor het begin rechtop in onze zetel, vol spanning. Zou ze er weer zijn ? Ja! Ja! Ja ! Ze was er weer, ze was er weer, tralalalaliere. Ze had het ons wel moelijker gemaakt, ze zat niet meer op de eerste rij, maar linksboven, helemaal achteraan. Maar we hadden ze wel in de smiezen.
Komende zondag zijn we zeker weer present, met dekentje, mokken warme chocomelk en spandoek : Zet 'em op Tante Liliane ! Een wedstrijdje om ter eerst tante Liliane spotten. Misschien sta ik zondag stiekempjes eens vroeger op.
Kan ik haar in de ochtendversie zien !
05-02-2007, 23:19 geschreven door Hill
|
|
|
 |
01-02-2007 |
Eendjes |
Op de fiets kwamen ze op me af, een mama en haar drie kinderen. De mama reed vooraan, goed rechts houdend en achter haar aan reed der kroost, twee jongens en een meisje, fietsend op een rijtje. Zij, de mama, een heerlijk volle vrouw, was gekleed in een donkere lange rok en dito jas, de kindertjes waren dan weer goed ingeduffeld met mutsen en sjaals. Alle drie droegen ze een felgeel fluo veiligheidshesje.
De mama fietste kaarsrecht, heel rustig, in trage trap. Haar kroost pedaalde onzeker, tussen wankelen en zigzaggen achter haar aan. Als drie eendjes achter een moederkloek.
01-02-2007, 21:34 geschreven door Hill
|
|
|
 |
31-01-2007 |
Een dagje wij, wat fietsers en vrolijke passanten en sor |
Ze boog zich voorover, naar het beeldje toe. Alsof ze het wou kussen.
Maar dat deed ze niet. Ze tuitte haar lippen en blies toen, met bolle wangen een pluisje stof van tussen de plooien van het beeld.
Gewoon zomaar.
Even later hing ze met haar neus tegen iets wat leek op een glazen buffetkast : een soort van vitrine waarachter okeren, oranje en zwarte potloodtekeningen hingen. Aandachtig bestudeerde ze de werken.
Ik, nu ook nieuwsgierig geworden, volgde haar blik. De tekeningen waren een verzameling pornografische tekeningen van Félicien Rops.
Ze stapte de afdeling ""Droom en Emotie" binnen. De schilderijen hingen er spaarzaam verlicht, één klein spotje per kunstwerk.
Nauwelijks waren details te onderscheiden. Gelukkig was er nog de audiofoon om haar te leren dat links onderaan in het romantisch klassieke werk vroeger een wastobbe stond, maar dat baron James die later overschilderde.
Morrend schuifelde ze verder naar een ander werk, met ondergaande maan. De maan kon je onderscheiden, ja, maar voor de rest : doffe duisternis.
Ze stapte door de volgende afdeling binnen, die van de stillevens.
Voor een stilleven van een gedekte jachttafel hield ze halt. Kijk hier, riep ze misnoegd, driftig wijzend naar de dis waarop centraal een wilde gans prijkte, Een dooi beest, en dáár zetten ze dan twee spots op!
Daarom, daarom vind ik haar zo leuk.
31-01-2007, 21:34 geschreven door Hill
|
|
|
 |
30-01-2007 |
Een dagje wij en wat fietsers |
Ik moest weer verjaren verleden week. Joepie. Maar niet heus.
Normaal probeer ik mijn verjaardag tussen de plooien van twee doordeweekse dagen te laten verdwijnen, zo stiekempjes laten vallen tussen de voering en de zetel. Niet teveel drukte aan mijn kop.
En meestal slaag ik daar ook wel in. Alleen, dit jaar is het mislukt. De vriendin dacht er anders over.
Zaterdagmorgen. Voor dag en dauw word ik door haar uit mijn bed gesleurd waarna ze me in één beweging zonder ontbijt de auto in stouwt, echter niet alvorens mij aangemaand te hebben om mijn lange onderbroek aan te doen, want het zou koud zijn. En ik heb geeneens een lange onderbroek! En ik zit al in de auto!
De bestemming moest onbekend blijven. Maar na nog geen half uurtje autostrade verspreekt ze zich al (Hopelijk komt er geen zand in de zeteltjes, oeps!). Het wordt dus een romantisch dagje aan zee. Altijd leuk.
De rit voert ons naar de vismijn van Oostende. En dwars erdoor (Vreemd). En dan nog eens, maar dan in tegenrichting (Tiens). En dan nóg eens, maar nu heel traag erdoor (Wat kan hier de bedoeling van zijn ?) Niets bleek achteraf, ze was verdwaald.
Maar nauwelijks tien minuten later zijn we er. Op ons stukje strand : een nog niet ontgonnen plekje paradijs onder het wakend oog van een vuurtoren. Dag vuurtoren!
Werkelijk, het is een rustig plekje, door God en de hele wereld verlaten. Zeker nu, zo buiten het seizoen. Niemand is er te zien, in geen velden of wegen een levende ziel. Of het moeten die eeuwig schreeuwende meeuwen zijn.
Alleen wij tweetjes. Ware het niet zo koud geweest, we... maar neen.
Zapje opent de koffer van haar bolide en ze diept er een tafeltje en twee stoeltjes uit op. Daarna twee armvollen dekentjes. En om het helemaal af te maken staan er ook nog twee reuzenplastic tassen in de auto. Die moeten ook mee. Want daar zit de verrassing in.
Gebukt onder het gewicht van zoveel verrassingen stommelen we niet zonder moeite naar het strandje. We moeten zelfs onder een roodwit lint door om tot op het strandje te raken. Heeft waarschijnlijk iets te maken met de herstellingswerken aan de golfbreker. Denk ik.
Helemaal in het midden van de vlakte poten we ons tafeltje neer. En de twee stoeltjes. Dat de linkse veertig centimeter lager is dan de tweede geeft echt niets.
Uit de plastic zakken haalt nimfje een onbijtje. Ontbijtje wat zeg ik : het is een ontbijt waar menig english breakfast jaloers op zou zijn. Het gaat van fruitsap over yoghurt naar koffiekoeken, zelfgemaakte scampisalade en gekookte eitjes. Van koffie over melk naar pistoleetjes met krabsla. En mandarijntjes. En een reserve thermos koffie. En en en... Wat moet die meid me graag zien. Of gewoon graag eten.
Ze heeft werkelijk overal aan gedacht : Ze heeft wanten en handschoenen bij tegen de kleumende vingers, dekentjes om de schouders en benen mee warm te houden, en tegen de rode oortjes, de twee meest gruwelijke gedesignde mutsen ever : gewonnen bij Milka of Leo, ik wil er vanaf zijn. Voor haar eentje met twee kabouter Plop punten eraan en voor mij één met een trusseltje eraan. Een pluizig dotje. Zo iets waar je moet aan trekken in draaimolen op de kermis. Witte, dan nog. Koegevlekt. Met pimpeltjespaars. De weinige wandelaars die voorbijstruinen krijgen prompt buikkrampen van het lachen bij het aanschouwen onzer verschijning. Maar trekken wij ons dat aan ? Niem !
Het is perfect. Wij met ons beidjes in de wereld, en tegen de wereld. Alles is die dag van ons. Zelfs de zon glimlacht alleen voor ons. Perfect ? Neen. Denk bij Zapnimf nooit dat het af is, ze blijft je verbazen. Net als ik denk van dit kan niet mooier, krijg ik nog een cadeautje.
Leuk leuk leuk! Ik scheur het papier open en... tsja, wat is het nu ?
Voor mij ligt een afrekening van de Colruyt, met een lijn erdoor getrokken. Een kaartje eraan vastgeniet, en er zitten vier puzzelstukjes in.
De puzzel is een makkie : een foldertje van het PMMK met de Ensor tentoonstelling. Daar gaan we dus ook nog heen. Maar de rest ? Een postkaart van een hotelletje. Ze zou toch niet ? Maar dan die Colruyt ? Word ik verwacht van een stuk van die rekening te betalen ? Ik kom er niet uit.
Wat zie je ? vraagt ze geduldig.
De zee.
Neen, in je handen.
Een rekening van de Colruyt.
Goed zo, en wat zie je nog ?
Een alcoholstreep erdoor.
Ja, en wat wil dat zeggen ?
Een lijn door het ontbijt !
Neen, probeer nog eens.
Een streep door de rekening ? En dan valt hij.
Het hotelletje blijkt een streep door de rekening want het is gesloten in januari. Maar... het is gereserveerd voor februari. Wat heb ik toch een prachtlief!
Ondertussen begint het zonnetje nog feller te schijnen ook, en we kijken gearmd naar de bootjes (cargo's) op het zilte sop van de zee. Idyllisch. We dommelen net niet in, als we opgeschrikt worden door een snerpend fluitje en veel geroep en getier. We kijken verbaasd op, en zien vanachter de golfbreker een stofwolk naderen.
Ze komt dichter en nu horen we ook het mechanisch getik van kettingen tegen metaal. Een kamfergeur drijft ons tegemoet. In een warreling van kleuren en lawaai zoeven wel twintig mountainbikers ons voorbij, eerst voorlangs, om tegen de kustlijn een bocht van negentig graden te nemen, en zo nog eens zijlangs te passeren.
We zijn nog niet helemaal bekomen of er dendert nog zo'n horde voorbij. Hetzelfde geluid, dezelfde geur, alleen zit hier meer geel en rood in de kleuren.
En daarna nog vier renners alleen.
En daarna één geloste, helemaal alleen.
En daarna nog een groepje van vier.
En dan het tweede peleton.
We krijgen een donkerbruin vermoeden waarom die roodwitte linten daar hingen. We zitten pats pardoes in het midden van een mountainbike parkoers.
Tot op het bot ontroerd om zoveel opoffering van mijn nimfje, omhels ik haar en ik kus ze vol op de mond. Mijn wielerhart juicht. Ze laat alles gebeuren en bekent daarna pas dat dit niet gepland is. Die koers is er gewoon, daar had zij nu eens niets mee te maken. Ach zo...
We dommelen weer in. Een kwartiertje of zo en dan krijgen we de hele reutemeteut weer over ons heen, voorafgegaan door een LandRover met een vlagje derop. Die hadden we de eerste keer gemist. Na die doortocht beginnen twee oude mannetjes de linten op te rollen, dus dat zal de laatste ronde geweest zijn. Het leed was verreden.
We sluiten opnieuw de ogen en in perfecte harmonie dromen we onze toekomst in de zee. We kunnen daar de hele dag en nog een goed stuk van de week blijven zitten. Ik kijk naar haar halfgesloten ogen en denk : Menslief wat zie ik die meid graag.
Zij opent de lippen, een klein stukje maar en ze zegt : Ik zou eigenlijk moeten pissen...
30-01-2007, 22:00 geschreven door Hill
|
|
|
 |
29-01-2007 |
De bril van Hill |
Sommige mensen hechten veel belang aan hun uiterlijk. Sommige mensen houden ervan urenlang in klerenwinkels rond te struinen of zich op te dirken. Sommige mensen willen er altijd piekfijn uitzien, met das, gesteven hemd of op hoge hakjes en met bijpassende handtas. Ik ben zo niet. Ik durf al eens een scheerbeurt over te slaan. De schoenpoets heb ik niet altijd bij de hand, en de meeste truien hoeven geen strijkbeurt.
Veel vrouwen knappen daar op af. Gelukkig niet zo, mijn vriendin. Ik ben blij dat je niet zo'n afgeborsteld type bent. Ik hoor het haar nog zo zeggen bij onze eerste ontmoeting. Ik ben blij dat je appartementje er niet kraak-kraaknet bij ligt, maar dat het er gezellig rommelig is. Merkte ze op, terwijl ik stiekem een eenzame sok onder de zetel schopte. Jij bent helemaal zoals ik wil dat je eruit zou zien. Zei ze, terwijl ik schichtig in de badkamer mijn neushaar bijtrimde.
Het eerste dat ze me vroeg toen ik bij haar introk, was of die baard er ook af kon. En daarna of mijn haar niet wat langer kon worden. -nee, dat kan niet, als ik het laat groeien zie ik er uit als Aartbeliën, Sylvain-. Daarna vroeg ze me of mijn haar niet wat korter kon, ik zag eruit als een geëlectrocuteerde Diana Ross. -Ik zei het je toch!
O, kijk, wat een mooie sexy slipjes, zou jij niet ? Of nog, je bent geweldig zoals je bent, mijn lief, maar als je nu eens je bakkebaarden zou...
Verleden week wou ze me een hipper brilletje aansmeren. Je zou zo sexy zijn met een zwart brilletje. Jamaar, de oude is nog niet versleten, pruttelde ik tegen. Ik heb de gewoonte om van bril te veranderen als de glazen versleten zijn van erdoor te kijken. En nu moest het plots hipper, sneller en feller zijn.
Terwijl ik helemaal niet hip ben. Meer nog, ik haat hip. Hip is voor hippies en als er nu iets is wat ik niet ben dan ik dat een hippie. Ik was verdorie nog niet eens geboren in achtenzestig. If you go to San Francisco, be sure to wear some flowers in your hair. Ja dag, de enige plant die in mijn kortgeknipt koppeke zou blijven zitten is een cactus, met weerhaakjes. Of een vetplant.
Hippie, ik, humpft, hoe komt ze erbij!
Maar met een slinkse smoes (ga je mee naar de Colruyt, ik heb nogal veel boodschappen te doen, o kijk, een opticien laten we even binnenlopen, het zijn nu toch solden, gewoon eens zien wat hij in huis heeft, kijken kost niks...) troonde ze me toch mee naar de brillenwinkel.
Als er nu iets is wat ik niet graag doe, dan is het winkelen. En zeker niet als er gepast moet worden. Kleren kopen, een verschrikking, is dat. Ik word al draaierig als ik nog maar in een auto moet gaan zitten om te zien of de kuipzetel rond mijn derrière past. Kun je nagaan. En nu een bril passen. The horror, the horror.
Het begint al bij de entree. Vooreerst zijn opticiens altijd zo kruiperig vriendelijk. En dat kan ik absoluut niet hebben. Alles wat je op je neus zet vinden ze prachtig en geweldig en je staat er beeldig mee. Tot je zelf je inbreng wil en vraagt om dat ronde gevalletje uit de etalage te mogen opzetten. En dan verkleurt hun blik. Ah neen, dat zal meneer niet staan, meneer heeft geen kop om een rond brilletje op te zetten.
Trouwens de mode is vierkant, niets is nog rond den dag van vandaag. Mijn kop is rond, wierp ik nog tegen. Hahaha, deed hij vriendelijk. Hahaha. De stoethaspel. En weet je wat nog het irritantste was, mijn vriendin lachte mee. Zo van, wij mensen van de wereld weten wel beter.
Maar och, als ik haar daarmee gelukkig kan maken, en als ze mij echt sexy vindt met mijn nieuwe brilletje, mij goed, ik kan er maar wel bij varen, nietwaar. De brillenventer haalde zijn assortiment hippe gevallen boven en ik maar passen. Zelf zag ik geen knijt want in de modellen zat natuurlijk vensterglas. Ik moest maar voortgaan op het oordeel van de vriendin. O ja, en op het oordeel van de mini-zapjes, want die waren ook mee.
Het ging als volgt. De lachgaai achter de toonbank schoof mij een ondoenlijk montuur toe, genre bompa jaren vijftig, en dat moest ik dan op mijn neus vijzen. Ik keek in de spiegel, zag iets wazigs wat wel eens een gezicht zou kunnen zijn, keek vervolgens naar links en hoorde toen als commentaar : Waaw, hoe mooi, dat is helemaal je ding, sexy ! (grote Zap). Eèèèèh, beikes !(de minizapjes). Brillenmans gniffelde alleen maar. Grote Zap bleef maar in vervoering, en de kleine zapjes bleven alles afkeuren Tot de jongste er toch eentje aanwees die ze wel leuk vond. Mijn originele bril dus. Met ronde glazen. Heel geruststellend.
Het is er tenslotte dan toch mee geëindigd dat ik een nieuw brilletje bestelde. Iets zwarts en rechthoekigs. Iets onbestemds. Iets wat een drietal jaar geleden hip zou geweest zijn. Iets Nana Mouskouriachtigs dus. Moh gow.
Donderdag kreeg ik een telefoontje, het was klaar. Jeui. Met glazen erin en al. Of liever plastieken, want de glazen van vandaag maken ze van plastiek. Hoe verzinnen ze het. Ik dus, na het werk, trots met mijn geïnkadreerde lenzen in mijn vestzakje naar huis.
Ik deed alsof mijn neus bloedde en ging doodgemoedereerd gewoon aan tafel en at met de verzamelde Zaps mee. Net voor het dessert (yoghurtijs!) sloop ik de keuken uit en zette ik mijn nieuwe bril op. Dat ging hier nogal eens een vonk geven.
Ja, dank je de koekoek. Niets. Niets. Niets zeg ik U. Helemaal niets. Niet de minste reactie. Alleen de de kleinste had iets gemerkt. Ze teende naar me toe en vroeg in mijn oor of ik een andere bril aan had. Ja schat, maar zeg het niet tegen mama, ons geheimpje ! Ze glunderde en zei niets. Net zoals haar mama. Die zag het niet. Ze zag het niet eens !
Nu ja, begrijpelijk misschien, ze was druk in de weer met het opvoeden van de kroost, maar toch.
Na het avondeten, nam ik haar even apart en drukte een kus op haar mond. Niets.
Ik schudde haar even door mekaar en gaf haar nog een kus. Niets.
Ik nam haar hoofdje in mijn handen hield het een twintig centimeter voor mijn gezicht, keek haar diep in de ogen en zei : Ik hou van je.
Niets.
En dan plots, Oooooo, Ooooooo (met haar twee handen voor de mond), Oooooo. Oooooo. Je hebt je nieuwe brilletje op. Ooooooo. Ooooo. Heb je eens een taalvaardig lief, komt er niets anders uit dan o.
Ik heb het nu al vier dagen op. Vier mensen hebben gemerkt dat er iets veranderd is.
Dorien, een collega, vroeg me vandaag nog of ik naar de kapper was geweest.
29-01-2007, 22:26 geschreven door Hill
|
|
|
 |
24-01-2007 |
Twee druppels zee |
Het zout van een traan, druppel van geluk. Ik zoen het zilt van de zee.
Het zilt van een traan, debiet van verdriet. Ik zoen het zout van de zee.
24-01-2007, 21:59 geschreven door Hill
|
|
|
 |
22-01-2007 |
Twee tafereeltjes met vier kinderen |
Tafereeltje één.
Of ik even naar de badkamer wou komen? Nu ? Alstublieft ??? De twee kleinsten zaten in bad en wouden persé een nachtkusje. Kon dat niet wachten tot die in bed zaten ? Neen, ze wouen het echt nu.
Nietsvermoedend, met gematigde, soepele tred beklom ik de trap naar de bovenverdieping. In de badkamer hoorde ik een aangenaam samenspel van kinderstemmetjes. Zacht en ik durf zelfs beweren : melodieus. Ik klopte op de deur, en een vierstemmig 'Binnen!' galmde me tegemoet. Volgend feeëriek tafereeltje mocht ik aanschouwen.
In bad zaten de twee minizapjes, de haartjes nat, met opgetrokken knietjes met hun armpjes errond. De jongste schonk haar allerschattigste glimlach, heerlijk toch, met die twee ontbrekende melktandjes, de krullebolle glimlachte, vol, alleen al met haar oogjes.
Naast het bad, op het wolletje over het deksel van het toilet, zat de oudste, haar teennagels bij te knippen. Of haar benen te scheren, ik wil er vanaf zijn, in ieder geval iets fotomodellerig met één been vooruit, en een ingestudeerde zwoele blik. (Ik heb haar eens betrapt toen ze die stond in te oefenen voor de slaapkamerspiegel, maar dat weet zij niet). Zelfs de vierde zap zat gezellig bij zijn zussen in de badkamer. Te spelen met zijn telegeleide auto. Op die ene vierkante meter die niet ingenomen was door zussen. Faut-le faire.
De kleinsten riepen meteen Kusje Kusje Kusje ! en lieten niet af vooraleer ze allebei een kusje op de linkerwang gekregen hadden én mij zelf natgelebberd hadden. En maar lachen. Natte Hill. Ik werd er zowaar warm van van al die onschuldige vrolijkheid. Als ze willen, kunnen het echt wel schatten zijn, die zapjes. De modelkids.
Tafereeltje twee.
Een kwartier daarna.
Of ik even naar de badkamer wou komen? Nu ? Alstublieft ??? Het is drrriiiiingend ! Mammaaaa !!! Drie stemmen, alarmsirene gewijs. Drie en geen vier ? O jee, dit moest een noodgeval zijn, als zelfs al het pubermodel haar nonchalance achterwege laat om mee te brullen. En mama was naar het toilet! Dit was een opdracht voor Superhill.
Met vier treden tegelijk schoot ik de trap op, van soepele tred was hier geen sprake meer, het was een naar boven denderen, koortsachtig probeerde ik de missende stem te onderscheppen, ik schoot de badkamer binnen en volgend tafereel werd in mijn gezicht gegooid.
De twee kleinsten zaten nog steeds in bad, alleen lag de krullebol op haar buik in het water, met haar kopje net boven de waterspiegel, te huilen. In al haar miserie vergat ze zelfs haar poep te verbergen. De jongste zat met verschrikte ogen naar mij te kijken. Zap de oudere stond een beetje paniekerig te doen, op en neer te hippen zonder doel, en in de hoek zat zoonzap helemaal naast de kwestie, heel aandachtig de afstandsbediening van zijn auto te bestuderen, in alle stilte.
Op het eerste gezicht leefden ze nog allemaal, ook de vierde stem. En dat liggend zapje was ook niet schielijk verdronken. Oef voor mezelf. Na de eerste schrik werd duidelijk welke verfveeg verkeerd zat op het tafereeltje. De telegeleide auto was niet ergens aan het rondzoemen, maar had zich muurvastgereden in de krullen van de liggende zap. De achteras van de auto was volledig omwonden met twee drie plukken pijpenkrullen. Zoonzap had eens iets willen proberen... de oelewapper.
Tien minuten. Een volle tien minuten duurde de operatie om zo pijnloos mogelijk de auto terug te winden uit de krullen. Net als de auto bijna vrij was, ik had de schaar al in de hand om het laatste plukje -dat kon echt niet anders- vrij te knippen, vond stoutzap het nodig om nog eens bzzzzt te doen met de afstandsbediening van zijn auto.
Hij is geschrokken. Jahaa. Hij is geen klein beetje geschrokken. Zelfs zonder tegenspreken vertrok hij naar zijn kamer. Hill kan zich dus toch kwaadmaken. Hill heeft gezag. Nu nog. (Ben eens benieuwd hoe lang dat nog zal duren).
Een paar minuten later zat krulzapje nog een beetje na te snikken op de badrand.
En daar helpt alleen een echte mamaknuffel tegen.
(fotootje : dit vonden we 's avonds voor de deur van de slaapkamer. Ik zeg het, het zijn schatjes. Soms.)
22-01-2007, 22:06 geschreven door Hill
|
|
|
 |
18-01-2007 |
Hondeweer |
Als een verzopen hond stond ik in de lift. Koude druppels lekten langs mijn haar naar mijn regenjasje en vormden er beekjes die verdronken in het nu bijna zwarte van mijn verzadigde jeans. Je kon precies zien tot waar mijn regenjasje kwam. Tot tien centimeter onder de gordel, daar was het nog droog. De rest moerassig nat.
Zo stond ik in de lift, de schade schattend, toen opeens zij binnenkwamen. Zij, twee opgedirkte juffertjes in gestreept broekpak. Op hoge hakjes, tiktakkend tegen de tegels. Met een helmboswuivend permanent, vermoedelijk in de plooi gegoten met betonlijm, zo strak zat het. Met een overvloed ook aan zilveren ringen, oorbellen, kettingen. Geef me een metertje touw en ik klik ze zo vast, door de ringetjes, via de kettinkjes, over de oorringen, aan de metalen leuning van de lift. Dacht ik nog. SM op het werk. Dat zal ook wel hun bedoeling niet geweest zijn.
En ik stond daar maar te druppen, vijvers scheppend rondom mij. Mij het pleuris te kouwkleumen. Ik had er al een godgloeiende hekel aan en nu begonnen de madammekes nog te praten ook. En ja hoor, op zo'n geaffecteerd toontje, op zo'n seuterig zeurtoontje. De dellen.
Dat dat toch wel iets is, zo'n slecht weer. Zo waaien zeg. En dan die regen! Poepoepoe. (Poepoepoe zeiden ze wel niet, maar ze hadden het kúnnen zeggen). Ze keken tersluiks (maar dan weer niet zo tersluiks dat ik het niet zou merken) naar mij. Dat dat toch geen weer was om een hond door te jagen. Zo regenen. En zo waaien. Ze konden nogal een stukje gemeenplaatsen bij mekaar mekkeren die twee geiten.
Zo'n regen, zo'n wind. Geen spatje nat waren ze. Niets, geen meter hadden ze door de regen gehoeven, de droge diva's. Van de ene weet ik zeker dat ze haar auto tot in de ondergrondse parkeergarage gereden had (Ik moest nog opzijspringen toen ze de oprit binnensjeezde) en de ander, wel dat weet ik niet, maar nat was ze zeker niet geweest. Geen van beiden had zelfs maar een paraplu bij.
Geen weer om een hond door te jagen, humpft. En toen werd het beest in mij wakker. Ik besloot om mijn Sint-Bernard expressie ten berde te brengen : ik maakte me goed breed en schudde met mijn lijf zoveel mogelijk natheid uit me los. Spatten en spetteren.
Geen weer om een hond door te jagen... Woef!
18-01-2007, 20:58 geschreven door Hill
|
|
|
 |
17-01-2007 |
Oma's huis |
De telefoon ging over in het lege huis. Eén maal, twee maal, drie maal, vier maal, vijf maal. De echo botste tegen de muren op. Een enge galm.
De telefoon bleef rinkelen.
Niemand nam op. Niemand zal ooit nog opnemen.
Een eresaluut.
Ik legde de hoorn neer en huilde.
17-01-2007, 18:21 geschreven door Hill
|
|
|
 |
15-01-2007 |
Clichés op een hoopje |
Tegen de avond aan stap ik de pizzeria binnen op een Antwerpse lei, Da Giuseppe staat in rood neon op boven de voorgevel. Het geheel heeft iets ziekenhuisachtigs.
Da's toch iets hé, met al die vreemdelingen hier. Dat komt hier maar van het Oostblok om onze jobs af te pakken gelijk dat het niets is. Ge wilt ze de kost niet geven, al die Polen die in het zwart in den bouw werken. En dan die Litouwers, manmanman. Maar da's dan nog niets vergeleken bij die Marokkanen, die doen helemaal niets, uitgenomen dan leven van ons kindergeld en onzen dop. Al die vreemdelingen, ze zouden ze moeten verbieden.
Giuseppe Bondini onderbreekt zijn scheldtirade om met een grote houten spaan zijn versgemaakte pizza's in de oven te stoppen : Pizza Sicilia en Pizza Maffia. De Calzone is voor mij.
15-01-2007, 22:53 geschreven door Hill
|
|
|
 |
11-01-2007 |
Running up that Hill |
Hill, ben jij sterk ? Jij bent echt sterk hé ?
Terwijl ze het me vraagt, kijkt ze me recht in de ogen. Ik moet even knipperen tegen zoveel bewondering en dan vraagt ze het me opnieuw : Hill, ben jij sterk ?
Het is een mooie vrouw, met donkere ogen onder warrige krullen. Ze kijkt me aan en houdt haar hoofdje verleidelijk schuin. Ik weet wat er zal volgen en denk koortsachtig na. Antwoord ik naar waarheid of stel ik haar teleur? De gevolgen zijn niet minnetjes. Waarschijnlijk een verwrongen pijnlijke rug morgenochtend, maar die ogen. Die ogen !
Ja, ik ben sterk, antwoord ik haar. En meteen gooit ze zich in mijn armen. Ik hou haar handen stevig vast, en zij gaat zitten op mijn voeten. Daarna trek ik haar omhoog en zij duwt zich af tegen mijn schenen en klautert als een lenig aapje helemaal tot boven. Running up that Hill zong Kate Bush, ze moest eens weten. Als ze ter hoogte van mijn navel is, geef ik haar een zetje met mijn heup en ze vliegt met haar achtentwintig kilo tot op mijn schouders. Heerlijk vindt ze het. De volgende opdracht is dan om haar één of twee keer - oew, wat doe ik nu !!!- bijna te laten vallen en der daarna in de zetel te gooien. En geweldig dat ze dat vindt, die kleine Krulzap. Alleen... Krulzapje maakt behoorlijk wat lawaai, waar het jongste zapje dan meteen op afkomt. En dan begint alles weer overnieuw. Zapje de jongere is van nature al minder flexibeler en is ook stukken struiser gebouwd. Die gooi je niet zomaar met een heupzwaai in je schouders. Ik voel mijn rug protesteren en zelfs zachtjes kraken (dat dient daarvoor, daarom heet het kraakbeen!), maar die kleine blijft maar joelen. Tot ik ook haar in de zetel heb gepleurd. En grappig dat dat is.
Er zijn vier jonge zapjes. En dat waren de twee kleinste. D'er is zelfs ook nog grote zap.
11-01-2007, 20:09 geschreven door Hill
|
|
|
 |
10-01-2007 |
Over seks en fietsen |
Beste lichtbaktuurders,
Mijn vriendin zegt dat ik teveel over seks schrijf. Dat ik de laatste tijd over niets anders meer schrijf. Als ik al schrijf. Dat de mensen daar geen zaken mee hebben. Dat de mensen dat niet gaarne lezen. De mensen gaan denken dat wij niets anders doen hele dagen. Wij zijn geen platte seksmaniakken, wij. Integendeel, wij zijn zeer gesofitis... gesofistici... gesofiseerd... Jeweetwel.
Welaan dan, geen seks, maar wel dit : ik heb een nieuwe fiets gekocht. Hoppa, als dat geen statement is. Ik zat er al langer over te dubben en dit weekeinde heb ik de kogel door de synagoge geschoten. Voortaan worden mijn verplaatsingen van doening naar nering en terug een heel stuk eenvoudiger.
Voorheen bestonden die uit een race tegen de klok van de stationschef per slippende remloze auto, een gezapige boemel naar de Middenstatie en vandaar een nog gezapiger getingel naar de Singel, metro- en tramgewijs. O ja, en als afsluiter een stevige stapwandeling.
Nu wordt dit gereduceerd tot een fietstochtje doorheen bos en hei (nou ja), een snellere-maar-toch-nog-enigszins-te-veel-boemel-naar-mijn-goesting, afgesloten met een kuitenwarmend en zitvlakmasserend dokkertochtje over Antwerpens betere kasseistroken rijwielgewijs, eindigend in de parkeergarage van het kantoor. Fiets-trein-fiets dat klinkt als trein-tram-bus-dag, maar ook als 'vouwfietsje' en dat heb ik dan maar gekocht. Zeg trouwens nooit plooifietsje tegen een vouwfiets. Zeg ook nooit mini-fietsje tegen een vouwfiets. Zwijg zelfs over vouwfiets. Mijn aankoop heet : compact-fiets! Dé compact-fiets, jeuj. Wat eigenlijk niet meer is dan een minifiets die je kunt opvouwen door je dubbel te plooien op zoek naar de hendeltjes en pedaaltjes.
Sedert zaterdag twaalf uur dertig ben ik dus de trotse bezitter van een opvouwbare antilope met draaibel. Geinig fietsje is het wel. Koddig kleine wieltjes, smal stuur en duizelingwekkend hoge zadelstang. Precies een aap op een stokje. Maar het rijdt als een volwassen fiets. Wat zeg ik : het is een waar scheurijzer. Je hoeft niet eens te trappen, dat doet het fietsje voor jou. Het kan lezen en schrijven dat ding. Moest je het een euro geven, het haalde volautomatisch de gazet.
Die eerste morgen denderde ik dus aan eenenzestig per uur naar het station, dat doet geen sportwagen me na op dat parkoers. Asfalt, kasseitjes, trottoir, bladeren, takken, spoorwegbielsen, alles. Door mijn luchtverplaatsing waaiden bomen omver, braken takken doormidden, blies ik tegenliggers van hun sokken. Ik was precies in vorm. Ik fietste niet meer, ik vloog. En eventjes later zelfs letterlijk. Een metertje of zo. Over mijn smalle stuurtje, mijn koddig kleine wieltjes en met mijn duizelingwekkende hoge zadelstang achter me aan. Ik zie me nog denken : Kijk daar een natte spoorwegbiels, hoe leuk! En drie seconden daarna scharrel ik mijn voorlichtje, mijn fietslot, en mijn rennersego bij mekaar op de natte straatstenen. Het was niet zo erg. Enkel de enkel, wat schaafwonden op de handpalmen en een gekneusde knie. Een echte koereur heeft meer nodig om van slag te geraken.
De rest van de reis bestond uit het likken van mijn wonden dus daar ga ik maar in fast forward overheen.
's Avonds sta ik alweer te popelen om naar huis te vlieden op mijn springbok. De enkel doet het weer, de handpalm is lekker stoer rood, en de knie, ach ja, die knie, ik heb er toch twee. Ik spring op mijn fiets. Bomen waaien omver, takken breken doormidden, fietsers worden van hun sokken geblazen en aan drie per uur probeer ik tegen de mini-orkaan (compact-storm) op te boksen. Aan drie per uur ook rij ik de spoorweg over. Kijk een gladde spoorwegbiels, met wat bloed eraan, hoe leuk! En ik knal weer tegen de straatstenen. Op diezelfde plaats, op dezelfde knie. (Laat je commentaren over ezels maar achterwege). Maar laten wij ons daardoor uit ons lood slaan ? Nie-me ! Kom, na nog een twintigtal minuutjes tegen storm en ijsregen opgetornd te hebben rijd ik verkeerd. En daarna weer juist. En dan weer verkeerd en dan weer juist. Volledig uitgeput rij ik het fietsje de oprit in (op de inrij op) en o zo zielig probeer ik een vaatje moederlijke gevoelens uit mijn vriendin te tappen. Die dan ook meteen (Kom hier lieverd, wat is er ? Boehoe, knietje pijn, pruillipje) een kusje op mijn gehavend gewrichtje drukt.
Wat mij meteen weer zo geil maakt als smeuïge smeerpaté. Apart wel, vrijen met om de haverklap, ai oeioeioei pas op, mijn knie. Maar je wordt er wel creatief door, ghèghèghè.
Lap, gaat het nu toch weer over seks zeker.
10-01-2007, 18:28 geschreven door Hill
|
|
|
 |
09-01-2007 |
Jij |
Voor Zapnimf
Jij
O jij schoonheid, met je dijen
en je armen van albast met je tederwitte borsten
en je porseleinen bast.
Je doet mij dromen van reclames
over Dove, Contrex en Fa met daarin die blote vrouwen vol van stijl en oelala.
---
Met je spitse borstjes prikkend
door je topje zonder bra, als moet je jonge lijfje
nog ontluiken hier weldra.
Je ranke dijen, slanke zijen,
kleine kontje en wat sproet, met je smalle bekken schuddend. God, jij doet wat moet zo goed.
---
Je ruikt naar verre bloesems op je ebonieten vel met onmoog'lijk witte tanden en een smaak van caramel.
In je kroezelharen kopje
zwarte lichtjes, vragend groot. Dan twee natte volle lippen,
openhangend spannend rood.
---
Je heerlijk volle boezem,
als een fruitkorf, zoet en zacht.
Vat vol honing, met als kroning
dat klein zijig toefje vacht.
Op je donzen buikje slapen,
baken in verwarde nacht. Room'ge dijen, klappe kuiten
een dikke teen die altijd lacht.
---
Lieve handen aaien billen,
strelen dijen, heerlijk dit ! Met gesloten ogen zoen je
mijn twee ballen en mijn lid.
Als een geisha, als een straathoer,
als een opgefokte del pak je mij hier op de plankvloer,
zonder inspraak hard en fel.
***
Je lange blonde lokken
op mijn borstkas warm je wang
zoetzalig huiv'rend bij je strelen,
mond op mond, tongengezang.
---
Alle vrouwen, alle meisjes,
elke liefde elk verhaal O jij lieve lieve liefste,
jij, jij bent het allemaal.
09-01-2007, 19:34 geschreven door Hill
|
|
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
 |