terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    26-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit het hoofd
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een goed geheugen is nooit weg. Ik bedoel te zeggen dat het handig en gemakkelijk is te beschikken over een goed geheugen. En dat besef je wanneer je op oudere leeftijd ineens merkt dat je iets niet meer weet wat je je hele leven daarvóór altijd hebt geweten. Bijvoorbeeld het antwoord op de vraag wat de hoofdstad van België is. Het is natuurlijk maar een voorbeeld, want Brussel onthoud je voor eeuwig.

     

    Op school leerde je vroeger heel veel zaken uit je hoofd. Je moest wel, want de meester beval het je: leer de tafel van 6 uit je hoofd! Of: leer het eerste couplet van het Wilhelmus van buiten! In dat geval kwam een goed geheugen uitstekend van pas.

     

    Wat leerden wij uit ons hoofd? Op de lagere school waren dat zoals gezegd in de eerste plaats de tafels van vermenigvuldiging en coupletten van mooie verzen. Maar er was meer. Wij, op onze christelijke lagere school, leerden ook de religieuze hoofdfeiten. Bijvoorbeeld de Bijbelboeken, met daarin een onderverdeling in Oude en Nieuwe Testament. Genesis, Exodus, Leviticus, Deuteronomium …. Mattheüs, Marcus, Lucas, Johannes, Handelingen der apostelen, enzovoort. De plagen uit Egypte ten tijde van Mozes leerden we ook: water in bloed veranderd, hongersnood, en nog veel meer ellende.

    We leerden ook jaartallen: 50 vóór Christus: de Batavieren in ons land; 400: de Grote Volksverhuizing; 768-814 Keizer Karel de Grote, 900-1100: Noormannen overvallen ons land; 1492: Columbus ontdekt Amerika, 1795-1812: de Franse tijd, 1898: koningin Wilhelmina bestijgt de troon. Het beroemdste jaartal van alle was 1600: Slag bij Nieuwpoort. Dat kende iedereen.

     

    Ook op de middelbare school ging het uit-het-hoofd-leren verder. We leerden Duitse rijtjes met naamvallen: na durch, für, ohne, um, entlang, bis, gegen, wider hanteer je de vierde naamval. (Het rijtje ken ik nog, maar wat naamvallen zijn ben ik al bijna vergeten.) Ik leerde ook gedichten in de moderne vreemde talen van buiten. De meeste ken ik nog steeds.

             In het Duits: Erlkönig, die beiden Grenadiere

             Engels: negrospirituals als Where you there en Joshua and The Battle of Jericho

             Frans: Il pleut, il pleut bergère, l’oiselet a quitté sa branche

     

    Wat niet iedereen misschien meer weet is dat je Aardrijkskunde ook uit je hoofd kon leren. Wij leerden op deze manier de plaatsnamen van de diverse Nederlandse provincies. Luister maar:

    Groningen: Groningen, Hoogezand, Sappemeer, Scheemda, Heiligerlee, Winschoten, Nieuweschans  …..

     

    Interessant nietwaar? Zoiets vergeet je in nog geen honderdduizend jaar!

     

     

    Voetnoot: het kaartje van Groningen komt uit het aardrijkskundeschrift van oom Willem Westerveld. Het dateert van 1923.   

    26-02-2009, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:onderwijs leren geheugen aardrijkskunde school
    23-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brillenkijker
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het zit in de familie, denk ik. Het is een zaak van genen, van erfelijkheid. Ik bedoel mijn bijziendheid. Mijn vader was buitengewoon bijziend. Hij had zulke sterke brillenglazen nodig om iemand op straat te herkennen, dat je bijna bang was dat zijn bril de glazen met min 12 en min 13 niet kon dragen. Zonder bril was hij aan het toeval overgeleverd. Ik kan me nog herinneren dat mijn vader ’s morgens altijd twee dingen deed: (1) zijn bril van het nachtkastje rapen en die opzetten en (2) een sigaret opsteken, want mijn vader was behalve sterk bijziend ook nog een kettingroker.

     

    Zelf kreeg ik een brilletje toen ik een jaar of tien was. Mijn moeder vond het wenselijk om mijn gezicht en mijn gezichtsvermogen te laten onderzoeken door een echte oogarts. Die zei dat ik een bril nodig had. Ma wist ook al meteen wat voor één. Zo’n ziekenfondsbrilletje met die kromme, verende pootjes met haken. Ik had hem vooral nodig om op school op het bord te kunnen lezen dat je hij loopt met een t achteraan moest schrijven. Buiten school zou je mij nooit met bril zien, want ik had er een enorme hekel aan en het stoorde ontzettend bij de spelletjes na schooltijd.

     

    Op de middelbare school, in mijn geval de Mulo, was het bijna verkeerd afgelopen. Vanaf de eerste dag in de eerste klas had ik mij voorgenomen het Mulo-onderwijs te genieten zonder bril. Dus zat ik op woensdagmiddagen  van twee tot drie - in die dagen ging je ook op woensdagmiddag naar school – achteraan in een donker, bedompt klaslokaal naar het bord te turen om de sommen te lezen die de leraar rekenen erop geschreven had. Steeds vier moeilijke ingewikkelde sommen. Had je alle vier sommen goed kreeg je als waardering het cijfer 10. Drie goed: een 7½; twee goed een 5½; één som goed: een 4. Had je alles fout, dan kreeg je helemaal geen cijfer. De meester zei alleen maar dat het zeer zwaar onvoldoende was. Je kreeg nog niet eens een één voor de moeite.

     

    De eerste drie woensdagmiddagen in de eerste klas behaalde drie keer achter elkaar een 4 voor mijn rekenprestaties. Eén van de vier sommen goed dus. (Die had ik bovendien ook nog overgeschreven van mijn buurman.) Dat kwam door mijn bijziendheid. Ik kon de sommen wel goed uitrekenen, alleen kon ik de opgaven op het bord niet goed lezen. Ja dan haal je natuurlijk nooit een voldoende! Ik maakte steeds de verkeerde sommen. Gelukkig merkte de rekenleraar wat er aan de hand was. Hij zette mij op de eerste bank, helemaal vooraan, met mijn neus bijna tegen het bord. Meteen vlogen de rekencijfers omhoog.

     

    Nu, anno 2009, draag ik nog steeds een bril. Voor mij geen laserbehandeling of zachte dan wel harde lenzen. Nee, een doodgewoon lichtgewicht brilletje waar ik de hele wereld goed mee kan zien.

    Vroeger beschouwde ik het woord ‘brillenkijker’ vaak als een scheldwoord. Vooral als het in dialect tegen je gezegd werd: brillekieker! Net zo iets als oelewapper.

    -----------

    Het brilletje op de foto is er eentje van mijn vrouws grootvader. Honderd jaar oud, echt waar. De glazen die er in zitten, zijn van mijn sterkte zodat ik erdoor kan zien. Superlicht op je neus.

    23-02-2009, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:ogen bijziendheid school bril
    20-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DIGITAAL
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wat denkt u, kunt zonder een computer? Kunt u zich een leven voorstellen zonder hard- en software, zonder internet en email, een bestaan zonder usb-stick, monitor, harde schijf en powerpoint? Kunt u nog een vulpen hanteren en daar een brief (in inkt op papier) mee schrijven, of bent u helemaal overgeleverd aan uw Word-documentje dat u met twee vingers typt en zodoende laat verschijnen op uw schermpje en dat u straks gaat printen en versturen? Of meteen als bijlage in een mail meesturen, dat is natuurlijk nog veel handiger.

     

    De eerste keer dat ik persoonlijk met een computer van doen kreeg, was eind jaren 70 van de vorige eeuw. Ik was tweedejaarsstudent aan de universiteit van Nijmegen en zat af en toe in de computerzaal van het Erasmusgebouw. De computer zélf (een bakbeest van een apparaat) stond in een aparte zaal op dezelfde verdieping. Wij hadden alleen maar een toetsenbord onder onze vingers en een monitor voor onze ogen. We hadden ook al een paar programma’s: een ingewikkeld mathematisch programma om  nog ingewikkelder rekensommetjes te kunnen maken. En een tekstverwerker waarmee je een onderzoeksverslagje kon schrijven. Het besturingsprogramma was te vatten in drie letters: DOS.  Printers waren er niet. Als je wat te schrijven had deed je dat en na een paar uur kon je in het grote universitair rekencentrum (vijf minuten fietsen) uit een bak zo’n kettingformulier halen waar je tekst op stond. Alsof het gedrukt was.

     

    Niet veel later had iedereen de beschikking over een personal computer, waardoor je onafhankelijk werd van de grote universiteitscomputer. De ontwikkeling verliep zo snel dat je moeite had om alle vernieuwingen bij te houden. Maar nog steeds herinner ik mij de Dell-laptop die ik op zeker moment op mijn bureau had staan. Met een spreadsheat-programma CALC, een tekstverwerker WordPerfect (versie 4.1) en Powerpoint versie Nul waarmee je mooie presentaties kon maken. Bijzonder was dat de kleine laptop een ingebouwde printer had met een rol thermisch papier.

     

    In diezelfde 80-er jaren viel mijn oudste zoon voor de Commodore 64 en mijn jongste zoon voor diens opvolger: de Amiga. Fantastische apparaten waarmee je uren, nee dagen zoet was. Zelf speelde ik er biathlon mee, een onderdeel van de spelletjesreeks Olympic Winter Games. Je kon de Commodore ook aansluiten op je tv-scherm beneden en daar getweeën met  joysticks goed zichtbaar op het tv-scherm ijshockey spelen.

    Toen al bleek dat de zonen computerdeskundigen in de dop waren. Binnen de kortste keren wisten ze alles tien keer beter dan hun vader. Zo gaat dat meestal met vaders en zonen.

    20-02-2009, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:digitaal computer Commodore hardware software
    18-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schoolfietsen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vanaf mijn 12de tot en met mijn 21ste heb ik schoolgefietst. Ik bedoel: naar school gefietst. Aanvankelijk naar de Mulo te A. (afstand 10 kilometer vice versa) gevolgd door de dagelijkse tocht naar de kweekschool in D. (20 km. heen en even ver terug). We gingen niet alleen, we gingen in groepsverband. De samenstelling van de groepen varieerde. Het hing er maar van af hoe laat iemand ’s morgens op school werd verwacht en hoe laat de laatste les afgelopen was. Ik zal nog even in het kort de strategie achter het schoolfietsen uit de doeken doen.

     

    (1)             Het is om minstens tien redenen beter om samen met anderen te fietsen dan alleen. Zoek daarom altijd fietsgenoten, desnoods uit andere klassen. Want het is gezelliger, je hoort nog eens wat, en bij tegenwind heb je steun aan elkaar, want je wilt je niet laten kennen en je doet net of de storm je niets doet. Bovendien is het handig een fietsmakker c.q. fietsvriendin bij je te hebben als je aartsvijand je onderweg staat op te wachten.

    (2)            Fiets je in een groep, fiets dan altijd twee-aan-twee en blijf als groep bij elkaar. Laat geen gaten in het peloton vallen. Want als je rustig midden in de groep meepeddelt, voel je geen vermoeidheid en is de grootste tegenwind een fluitje van een cent. Denk eraan dat je systematisch wisselt (zie ook puntje 3).

    (3)            De grootste charme van het groepsgewijze schoolfietsen ligt in de wisselsystematiek. Want je kunt niet twee dezélfde scholieren de héle weg voorop laten fietsen, dat is geen doen en geen stijl. Verdeel de route in bijvoorbeeld tien even grote afstanden, zeg twee kilometer. Het tweetal dat bij het vertrek de kop neemt, fietst de eerste twee kilometer voorop en gaat vervolgens achteraan fietsen. Twee anderen rijden de volgende twee kilometers op kop. Enzovoorts. Ieder schoolfietser kent het systeem en kent ook de grote voordelen. Vooral bij slecht weer met de wind op kracht tien vóór, en een sneeuwstorm in je gezicht.

     

    Een onderwerp apart zijn de wisselpunten. Ik zal er enkele noemen uit de herinnering aan mijn dagelijkse Mulotocht.

    - Om kwart voor acht is het verzamelen geblazen bij De Lindeboom, een markant punt in het dorp. Bij garage Bernard B., de meubelwinkel van RW, de mooie villa ‘De Pol’  en het postkantoor . Twee zestienjarige vierdeklassers die het klappen van de zweep kennen, nemen het voortouw en tevens de kop. De rest fietst met zijn tweeën naast elkaar achter hen aan. Na vijfhonderd meter, aan de Aaltenseweg, bij Garage Heesen en schilder Veldhorst, heeft de groep zijn vaste formatie ingenomen. Iedereen fietst in hetzelfde vrij hoge tempo: je moet wel als je ook mee wilt.

    - Het eerste wisselpunt is de overgang op de Aaltensweweg. We rijden de gemeente D. uit en de gemeente A. in. De twee voorfietsers verdwijnen naar de achterhoede.

    - Het volgende wisselpunt is het zogenoemde Prinsenbusken. De naam heeft niets met het huis van Oranje te maken; het is een klein bosje waarvan boer Prinsen eigenaar is.

    - Wisselpunt vijf is de molen van Brunsveld. We zijn ongeveer halfweg. De dochter van de molenaar voegt zich hier bij onze groep.

    - Zo rijgen de markante wisselpunten zich aan elkaar. En ieder koppel fietsers krijgt een keer de beurt met voorop fietsen. Wanneer je de pech hebt in een kleine groep te rijden, kan het voorkomen dat je wel twee keer voorop rijdt. Maar daarover treurt niemand.

     

    Vergis ik mij of is het groepsgewijze schoolfietsen aan het uitsterven? Op de grindweg voor ons huis rijden dagelijks veel scholieren. Maar allemaal in groepen van twee of drie of alleen. En de hoogste-klassers scheuren op hun brommer voorbij. Ja, zo kan ik het ook!

    18-02-2009, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Tags:school fietsen groepsvervoer Mulo
    15-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogeltjes spotten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hoe lang heb ik niet heilig geloofd dat er in ieder fototoestel een vogeltje zat? Waarom anders zeiden volwassenen tegen mij dat ik naar het vogeltje moest kijken als ik op de foto werd gezet? En inderdaad, je zag weliswaar geen vogeltje uit de cameralens naar buiten kruipen om met een vrolijk gezang plaats te nemen naast de uil in de olmen, maar je hoorde wel zijn zacht geklik.

     

    Een verhaal apart is natuurlijk de schoolfoto. Op een goede dag verscheen de schoolfotograaf in een semi-kunstzinnig colbert met dito broek. Soms - zeker om nog meer indruk te maken - met een artistiek vlinderdasje. Om de beurt moest je de klas uit om in een leeg lokaal plaats te nemen in een houten schoolbank met een geschiedenisplaat van Isings of een natuurplaat van Koekoek op de achtergrond. Had je een broertje of zusje op school, dan kwam die tegelijk met jou op de foto, want de fotograaf had bedacht dat het onverstandig was de ouders op kosten te jagen. Eén foto was al duur genoeg.

     

    Sommige schoolfotografen maakten bovendien klassenfoto’s. Buiten op het schoolplein werd een opstelling gemaakt met veilingkistjes en planken. Daarop zaten of stonden dan alle kinderen uit de klas. De fotograaf was druk in de weer om het statief met toestel zó neer te zetten dat iedereen er zo voordelig mogelijk op kwam. Op de foto wel te verstaan. Ook de meester die meestal met een onnatuurlijke glimlach ergens aan de zijkant stond.

     

    Soms werden er groepsfoto’s gemaakt. Die leken op een klassenfoto, maar waren het niet, want er stonden kinderen op uit verschillende klassen. De bijgaande foto is zo’n groepsproduct. Terra38 uit klas vier staat er hoogstpersoonlijk op, samen met zijn kleine broertje uit de eerste en zijn oudere zus die destijds in de zesde klas zat. Ik kan me nog goed herinneren hoe de fotograaf iedereen op de foto probeerde te krijgen en tenslotte zei: nou eventjes stil blijven staan, niet bewegen, en goed naar het vogeltje kijken!

    15-02-2009, 22:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:schoolfoto school fotografie jeugdherinnering
    13-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IJS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Wanneer heb jij voor het eerst ijs gegeten? Natuurlijk niet het ijs dat ’s winters de wateren bedekt, maar ijs om te eten, ijs als lekkernij, ijs om lekker van te genieten. Geen ijs, maar een ijsco. Want zo noemden we in onze jeugd een ijsje.

     

    Bij bakker Westerveld aan de Heelweg, daar kon je ze kopen. In een klein winkeltje, een soort lunchroom zouden we nu zeggen, maar het woord bestond toen nog niet. Westerveld woonde precies op de grens. Zijn kant van de Heelweg was Nederland. De overkant, met de St. Michaëlskerk en schoenmaker Ruß met zijn winkel annex werkplaats, was Duits. Buiten, aan het loket, vroeg je om een ijsco.  

     

    Je kon kiezen: voor een dubbeltje of voor een kwartje. Voor een dubbeltje? Goed. De mevrouw die je bediende, begon aan een fascinerend ritueel. Ze pakte een in papier ingepakte staaf ijs uit de koelkast en vouwde voorzichtig het papier terug zodat je een stukje van de heerlijke ijsworst kon zien. Dan pakte ze een mes en sneed een stuk ter grootte van een dubbeltje (3centimeter) van de staaf af. Vervolgens werd, eerst op de ene en daarna op de andere kant, een brosse rechthoekige wafel geplakt. Met een hartelijk ‘asjeblieft!’werd jou tegen betaling van tien cents het ijsje overhandigd.

     

    Wat een zaligheid! Je vingers op de wafel aan de ene kant, je duim aan de andere kant. En dan voorzichtig met je tong het buitenste dunne ijslaagje weglikken! Tenslotte, helemaal aan het eind van de ceremonie, at je de restanten van de wafel op en likte je je vingers nog eens goed af. Wat een delicatesse voor maar tien koperen centen!

     

    Tegenwoordig eten we softijs in alle soorten, smaken en maten. Maar niets haalt het bij een tussen wafels ingepakte, eigenhandig afgesneden ijsco. Ook al bestaat er maar één smaak: vanille.

    13-02-2009, 12:36 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    11-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tafels
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nee, ik bedoel niet die vierkante, rechthoekige of ronde houten platen met vier poten eronder waar u als kind zo lekker uw ellebogen op kon zetten onder het eten, waarop uw moeder zei dat je dat moest laten omdat dat niet hoorde. Nee, ik bedoel ook niet de tafel waar uw toetsenbord of monitor op staat, noch uw eetkamertafel, salontafel, keukentafel met frutseltjes in de lade of uw ouderwetse kloostertafel.

    Ik bedoel het rijtje sommen waarbij je een getalletje achtereenvolgens met 1 tot 10 vermenigvuldigt. Je pakt een getal, zeg 17, en je begint met te zeggen dat één keer zeventien zeventien is. In cijfers 1x17=17. Vervolgens schuif je een cijfer op en gaat naar de twee. Inderdaad, 2x17=34. Sommigen zeggen in plaats van ‘keer’ ‘maal’, (zeven maal acht is zevenenvijftig,) maar dat is natuurlijk helemaal fout. Duitsers doen dat ook: sieben mal sieben macht achtundvierzig. Fout dus.

     

    Meester Konijnenberg, zijn échte naam zullen wij hier niet noemen, is de meester van de zesde klas en tegelijkertijd het hoofd der school. Enkele keren per dag zien wij hem naar de schoolgang lopen om met een grote pook tegen de daar opgehangen grote metalen ring te slaan. Door de bakstenen muren en de granieten gang klinkt dat zo hard dat het binnen en buiten, tot aan het uiterste plekje van het schoolplein, te horen is: de school gaat aan! (Niet: de school gaat eraan, maar de school begint.)


    Meester Konijnenberg wordt door ons stiekem Konienengert genoemd, terwijl hij met zijn voornaam heel anders heet. Want meester Konijnenberg is een Groninger en ik ken geen Groninger die Gert heet. Dat zegt zijn vrouw ook, een vriendelijke matrone met een mannenstem, die zelf uit Friesland komt. Meester Konijnenberg is gekleed in een vaal driedelig grijs. Hier en daar zit een witgrijze vlek omdat de meester soms zijn krijthanden aan zijn pak afveegt. Aan alles kun je zien dat hij niet voor zijn plezier op school is. Hoeveel liever zou hij niet buiten gaan ploegen en zaaien of in de werkplaats houten tafels maken, maar hij heeft nooit een echt vak geleerd.

     

    Meester Konijnenberg bedoelt het goed, maar zijn goede bedoelingen komen niet over. Hij heeft geen orde, zeggen de grote mensen, maar wij, die bij hem in de zesde klas zitten weten niet wat dat betekent. Af en toe wordt hij boos. Dan pakt hij de grootste deugniet bij zijn oor en sleurt hem naar de gang opdat die daar een half uur kan afkoelen. Het effect op de rest van de klas is nihil. Dan gaat meester voor de klas staan, haakt zijn duimen in zijn vestje (weer een krijtvlekje er bij) en maant iedereen vergeefs om stilte.

     

    Soms combineert meester Konijnenberg het nuttige met het leerzame. Dan geeft hij een speciale straf aan kinderen die niet doen wat hij wil. Een straf waar zij eventueel ook nog iets van zouden kunnen leren. Zo zegt hij tegen mij, die zich niets van de vraag van de meester aantrekt om nu eens eindelijk mijn grote mond te houden: nablijven en beginnen met de tafel van 125!

     

    Zo zit ik dan om half vier, als de school is uitgegaan, met een aantal lotgenoten in de klas. Voor mij ligt een maagdelijk wit papier. Ik doop mijn kroontjespen in de inktpot en schrijf al zuchtend en steunend:

     

             1 x 125 = 125

             2 x 125 = 250

             3 x 125 = 375

             4 x 125 = 500

             5 x ……

     

    Denk niet dat ik klaar ben wanneer ik opgeschreven heb dat 10 keer 125 gelijk is aan 1250. Want na de tafel van 125 komt die van 126.

    11-02-2009, 22:54 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    10-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tantes


    Eigenlijk is mijn tante Dina geen tante, maar een oudtante. Ze is een zuster van mijn grootvader, dus een tante van mijn vader. De familierelaties zijn wat ingewikkeld en ik - een vijfjarig jongetje die bij tante Dina logeert - kom er niet goed achter hoe alles precies in elkaar zit. De zaak wordt nog gecompliceerder wanneer ik merk dat een zuster van mijn tante Dina met een broer van de man van tante Dina is getrouwd. (Pas veel later begrijp ik dat twee zusters uit familie B. met twee broers uit de familie S. zijn getrouwd, maar voor een vijfjarige is dat allemaal te moeilijk.)

     

    Mijn tante Dina komt oorspronkelijk uit Duitsland, uit Pruisen beter gezegd. De boerderij waar ze opgroeit ligt een paar kilometer over de grens. Honderden jaren hebben mannen en vrouwen elkaar over en weer elkaar gevonden; de grens speelt alleen een papieren rol. Voordat tante Dina met haar Hendrik trouwt en in Holland gaat wonen, laat ze een fraai statieportret maken in Bocholt (Westfalen). Althans, dat staat op de foto die ik u nog even laat zien.

    Dina en Hendrik krijgen drie dochters. Groot is hun verdriet wanneer hun oudste dochter aan tbc sterft. ‘Weet je wat,’ zegt mijn moeder, op mij wijzend, ‘hij kan wel een paar maanden bij jullie logeren. Dan heb je wat afleiding.’  

     

    Ik voel mij thuis bij mijn tante Dina. Geen wonder, want ik word schandalig verwend, daar bij al die tantes. Als de dag van gisteren herinner ik mij de stem van tante Dina als ze me in haar duits-hollandse mengelmoesdialect tijdens het eten vraagt:  ‘Jóngen, langt mi-j d’n telder ’s an.’

    De nog inwonende volwassen dochters Hanna en Jetta noem ik voor het gemak ook tante. (Op de andere foto ziet u hoe tante Dina er uitzag toen ik er logeerde met links ‘tante’ Hanna’en rechts ‘tante’ Jetta.)  Maar ook andere vrouwen die op bezoek komen, zoals de buurvrouw die ik met tante Nagel aanspreek. Bestaan er ook vrouwen die geen tante zijn?

     

    Vijf maanden duurt dit nostalgisch paradijs, van november tot maart. Ik eet elke morgen de spekpannenkoek die mijn tante Dina voor mij bakt. En nog steeds geloof ik dat het ‘spekhuusken’, het stukje deeg waarin het spek zich onder het bakken al krullend omdraait, het lekkerste is dat ik ooit heb gegeten. ’s Avonds om half negen is er pap. Iedere avond, vóór het naar bed gaan.

    Overdag help ik mijn tantes met kleine klusjes. Ik veeg het erf en ’s zaterdags poets ik een rij zwarte schoenen. Ik zie hoe tante Hanna als een volleerde slager een konijn de huid afstroopt. Bij het varkensslachten in november roer ik met een houten stok in een emmer met bloed. Mijn tante Dina zal daar later eigenhandig haar ongeëvenaarde bloedworst van maken. De slachter, iemand uit de buurt, spoelt de varkensblaas uit in het hete water, en blaast er vervolgens lucht in door een rietje. Een halve dag wordt ermee gevoetbald op het erf.

    Op zondag ga ik met tante Hanna naar de kerk. Schrijlings zit ik op de bagagedrager van haar fiets. ‘Jongen, pas op dat je je voeten niet tussen de spaken krijgt!’ Nu nog staan de afdrukken van de drager in mijn achterwerk.





    10-02-2009, 11:52 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    09-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brandlucht
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het jongetje in de poes ben ik. Ja, dit mollige tweejarig schepseltje met zijn vroeg-wijze ogen in een rond gezichtje, gezeten in een hobbelpaard met een kattenkop. De begeleidende kinderschare wordt gevormd door mijn oudere broer en zussen. De gezichten staan wat strak, maar dat zou ook kunnen komen omdat het oorlog is. Niet bij ons in de achtertuin, maar in de tijd gezien: het is 1942.

     

    Herinneringen, zo denk ik althans, bestaan niet alleen uit beelden. Je weet uit je jongste tijd niet alleen hoe dingen er uitzagen. Je weet ook hoe ze voelden en hoe ze roken. In gedachten hoor je de stem van je moeder als ze je toespreekt. Ik voel hoe de twee stokjes aan de kattenkop voelden waarmee je het hobbelpaard vasthield. En mijn evenwichtsorganen herinneren zich de schommelbeweging nog goed: omhoog-omlaag, voorover-achterover.

     

    Ik kijk nu naar de foto en zie mijn eigen gezicht en die van mijn broer en zusjes. Maar als ik geen afbeelding bij de hand zou hebben, zou ik mij dan ook zo gemakkelijk hun gezichten voor de geest kunnen halen? Ik weet het niet zeker, maar ik denk het niet. De foto is nodig om het beeld te reconstrueren. In ieder geval helpt hij  het wazige verleden enigszins op te lichten.

     

    Dat wij allen, u en ik, ons ook de geuren van vroeger kunnen herinneren, kan ik ook niet bewijzen. Maar ik weet het bijna zeker. Zo ruik ik nú nog hoe het bij ons thuis op maandag in de bijkeuken rook wanneer mijn moeder bezig was met de was. Dat vochtig-warme geurmengsel van water, zeepsop en klam zweet.

     

    Wij woonden vlak aan de grens met Duitsland. De grens liep dwars door het dorp. ’s Nachts hoorde je in de dagen van de foto hoe Britse RAF-bommenwerpers naar het Ruhrgebied vlogen om daar hun bommen af te werpen. Nu nog, tientallen jaren later, kan ik mij dat typische geluid herinneren. En ik zie en ruik nog steeds wat er gebeurde toen in januari 1945 de Duitse stad Emmerich, vijftien kilometer bij ons vandaan, werd gebombardeerd. De zwartgeblakerde papiersnippers kwamen uit de lucht vallen en bleven samen met de onuitwisbare brandlucht van verbrande kleren in de bomen haken op hun weg naar de grond. Zo ver strekt mijn herinnering. Ik weet het zeker.

    09-02-2009, 11:40 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zandsmaak
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nee, er staat geen wansmaak, maar zandsmaak. Hoe zand smaakt, weet ik sinds mijn kleuterschooltijd. Je had bij onze oude kleuterschool een enorme overkapte zandbak met geel metselzand. De muren waren van gaas en de wind had er vrij spel. Iedere dag op de kleuterschool werd er geruime tijd buiten gespeeld. In en rond de zandbak. Voor de naar schatting dertig kinderen in de klas waren er tien schoppen, vijf grote en vijf kleine. Om het opgeschepte zand te kunnen vervoeren waren er een stuk of vijf karren. Wanneer de kinderen vanuit de beslotenheid van de schoolmuren vrijgelaten werden en de zandbak bestormden ontstond het gevecht om de karren en schoppen. Ik kan mij niet heugen dat er ooit een dag  is geweest dat ik met een grote schop een kruiwagen vol zand heb geschept. Schoppen en karren waren al lang door anderen veroverd, zodat mij niets anders restte dan toe te kijken en het harde leven te overdenken. Soms viel je plat op je gezicht in het losse zand. Het deed geen pijn, maar je hele snuffel zat eronder en een beetje zand was in je mond beland. Daarom weet ik tot op de dag van vandaag hoe zand smaakt.

     

    Soms kwam de fotograaf. Dan werd er een bankje op het schoolplein neergezet met enkele speelattributen en de juffrouw gelastte jou daarop plaats te nemen en vrolijk naar het vogeltje te lijken. Op de bijgevoegde foto ziet u hoe ik er toentertijd uitzag. Ik moet tussen de vier en vijf jaar geweest zijn. Het was in de oorlog, zomer 1944, of een jaar later, maar dat lijkt mij onwaarschijnlijk,want in de laatste oorlogsmaanden was de kleuterschool al lang gesloten. Het gebouw en de zandbak werden getroffen door enkele granaten en zwaar beschadigd en daar is op de foto niets van te merken. Het moet vóór die tijd zijn geweest.

     

    Wat u ook niet ziet is het dagelijkse ritueel bij het naar huis gaan, ‘s middags om twaalf uur. Om kwart voor twaalf werd begonnen met opruimen. Als dat klaar was, gaf de juffrouw een sein en op dat sein werd er door de hele klas hardop van één tot honderd geteld. Tenslotte werd gewacht op de klok van de oude dorpskerk vlak achter de kleuterschool die iedere dag prompt om twaalf uur begon te luiden. Daarna gingen de deuren open en stormden de kleuterschoolkinderen naar huis. Ik deed daar misschien twee minuten over want ik woonde achter de kerk en mijn moeder vroeg iedere dag of ik meteen naar huis wilde komen. “Niet staan te dromen onderweg!” 

    07-02-2009, 21:49 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    06-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jong van memorie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jong van memorie

     

     

    Een interessante vraag is hoe oud je eerste herinneringen zijn. Kunnen wij ons zaken voor de geest halen uit de tijd toen we zelf (zeg) twee jaar oud waren? Of moet je toch een zekere wasdom hebben bereikt, bijvoorbeeld een jaar of vier zijn, om überhaupt  herinneringen te kunnen hebben? Zelfs een hoogleraar psychologische functieleer van de Nijmeegse universiteit kon mij geen sluitend antwoord geven. Het hing ook af van de intelligentie en overige persoonskenmerken, was zijn dooddoener. Bovendien, zei hij, hád je wel jongste herinneringen, maar zij zaten zo diep in je brein verborgen dat ze niet meer aan de oppervlakte konden worden gebracht. Met andere woorden: ze waren er wel, maar je kon ze niet meer terugvinden en opdiepen.

     

    Op de foto bij dit verhaal ben ik ongeveer twee jaar, schat ik. Ik ben de jongste van de vier kinderen die u hier ziet in de tuin achter ons huis aan de Kerkstraat. Mijn vader, een enthousiast amateur-fotograaf met een eigen donkere kamer, heeft ons geportretteerd. Mijn oudste zus geeft hem een kushandje. Mijn oudste zus overigens is zoveel ouder dan ik (ruim negen jaar) dat wij op deze leeftijd weinig contact hebben. We leven in twee gescheiden werelden, zo lijkt het wel. Toch kunnen we goed met elkaar overweg. De andere jongen op de foto is mijn oudste broer. Hij is op het moment dat de foto wordt gemaakt een jaar of acht en zit al in de derde klas van de lagere school. Het laatste familielid dat ik u moet voorstellen is mijn andere zus, drie jaar ouder dan ik. Later, twee jaar na deze foto, is mijn jongste broer geboren. Die is dus ruim vier jaar jonger dan ik. Hij staat niet op een van de foto's om de simpele reden dat hij nog niet bestond.


    Ik mag dan in theorie van dit moment geen herinnering hebben, ik weet zeker dat ik niet naar de fotograaf kijk of naar het vogeltje in het fototoestel, maar naar de buurvrouw die terzijde belangstellend meeleeft. U ziet dat ik wat aarzelend naar haar zwaai. En ik herinner mij nog goed dat het de buurvrouw was, want waarom zou ik naar een vreemde zwaaien? Ik weet zelfs haar naam nog: het was tante Dora, een van de Dames te Beest, onze buren. Geen echte tante natuurlijk, maar iedere buurvrouw in onze straat en omstreken noemden wij tante. Ik kan niet bewijzen dat het tante Dora is naar wie ik zwaai, want tante Dora staat zelf niet op de foto. U moet mij geloven op mijn woord. En ik moet vertrouwen op mijn herinnering en geheugen. Er zit niets anders op.


    Natuurlijk weet u nog lang niet welk vlees u in de kuip hebt bij het lezen van dit verhaal. Wat voor kinderen zijn dat eigenlijk, die daar op dat plaatje, in die achtertuin? Wat voor vader is dat, die de foto heeft gemaakt? Wie is dat kleine jongetje dat nu nog niet weet dat hij u via dit weblog later zijn verhaal zal vertellen? 

    Stil maar, de antwoorden komen allemaal in de loop van de tijd. Een tipje van de sluier is al opgelicht. U kunt natuurlijk altijd naar de foto kijken en karakters fantaseren bij de beelden die u ziet!




     

    06-02-2009, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom met een groet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Beste lezeressen en lezers, beste vrienden en vriendinnen van verhalen over het verleden, geachte dames en heren,

    Omdat ik nog niet weet wie mijn verhalen gaat lezen, weet ik ook niet goed hoe ik u moet aanspreken. Niettemin heet ik u hartelijk welkom op dit blog. Ik hoop hier met een zekere frequentie verhalen te publiceren over persoonlijke herinneringen en ervaringen. Dat doe ik om twee redenen. Allereerst omdat ik graag schrijf. In de tweede plaats omdat het opschrijven van herinneringen en verhalen-van-vroeger mij dwingt om nog eens goed na te denken over dat verleden. Bijvoorbeeld over het waarheidsgehalte van wat ik schrijf. Iets is al heel lang verleden tijd en beiden, u en ik, lezer en schrijver, zullen zich wellicht afvragen: is dit precies zo gebeurd? En: was dat wel zo of dénk je maar dat het zo was zoals je schrijft?

    Schrijven is, anders dan wat u misschien dacht, een twee-richtingen proces. Een schrijver zet iets op papier en hoopt dat de lezer het op déze manier zal willen begrijpen en interpreteren. Maar de lezer zou er wel eens heel anders over kunnen denken, daar moet de schrijver zich van bewust zijn.

    Dat geldt ook voor mijn verhalen. Ik schrijf over zaken uit mijn persoonlijk verleden. Ik schrijf natuurlijk ook met een bedoeling: ik hoop dat ik u vermaak, dat ik hier en daar bij u een glimlach ontlok. Of juist andersom: dat wat ik schrijf u ontroert en even stil maakt. Al naar gelang het verhaal. Ik schrijf ook zoals mijn snavel gebekt is, namelijk met een eigen stijl. Ik hoop dat wij elkaar zullen bereiken en aanvoelen.

    In ieder geval bedank ik bij voorbaat iedereen voor haar of zijn komst hier op dit blog. Ik wens u veel leesgenot!



    Nootje: (1) De verhalen staan na deze begroeting, chronologisch gezien, in omgekeerde volgorde van verschijnen, dus de jongste eerst en de oudste achteraan. Dat geeft niet, want ieder verhaal staat op zichzelf. Bovendien zijn alle verhalen mij even lief.




    06-02-2009, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (11 Stemmen)
    Tags:Terracidus,Terra Acidus,autobiografisch,herinneringen
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs