terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    15-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fluitjes van een cent

    Een mensenleven geleden heb ik mij laten inschrijven als leerling van de Groen van Prinstererkweekschool, gelegen op de hoek van de Wilhelminastraat en het Julianaplein te Doetinchem. De inschrijving vond plaats toen de heer F. Roosjen, destijds directeur, het bewind voerde. Ik werd hartelijk door hem in zijn huis aan de Zuivelweg ontvangen. Na een genoeglijk kopje thee werd mij een lijst van aan te schaffen boeken, alsmede een soortement reglement van orde overhandigd.

    Behalve de schoolboeken – te verkrijgen via het Schoolboekenhuis te Kampen à raison van een bedrag dat voor mijn ouders een rib uit hun lijf was – werd ook dringend geadviseerd om om te zien naar een degelijke blokfluit van een te goeder naam en faam bestaand merk. Genoemd werden in dit verband de namen Adler en Aura. Een voorstel om met een goedkopere kunststoffen fluit van Chinese makelij op de proppen te komen werd met een meewarig lachje van de hand gewezen.

    Elke aankomende schoolmeester werd destijds geacht te kunnen blokfluiten. Al was het maar om de begintoon van een klassikaal te zingen versje aan te geven, of nog beter: om het in zijn geheel te kunnen voorspelen. Behalve het kunnen luchtverplaatsen vanuit je longen door het mondstuk via de gaten naar buiten en het al of niet soepel sluiten van de gaten met je vingers moest je vanzelfsprekend ook de eerste beginselen van het notenschrift kennen. Na veel oefeningen moest je wel een kleuterdeuntje van blad kunnen spelen. Figuren zoals ik die na een weekje oefenen een vrolijk liedje tamelijk foutloos konden spelen waren dun gezaaid. Bovendien deed ik alles uit het hoofd, hoewel ik bij de plaatselijke fanfare geleerd had wat de met het notenschrift gelieerde balletjes met hun stokken betekenden. Dit is een kwartnoot, sprak de muziekleraar, het lid Willem te G., en die daar? dat is een halve.

    Voor niet weinig kweekschoolstudenten was het blokfluiten een kriem, zeg maar rustig: een crime. Zij slaagden er niet in – ook niet na talloze oefeningen die blijkbaar kunst baren – de combinatie: muzieknoten van blad lezen, geluid produceren door in de blokfluit te blazen, gepaard gaande met een soepel lopende vingerzetting te volbrengen zodanig dat je een bepaald liedje kon ontdekken.

    Je had ook studenten voor wie het blokfluit spelen een fluitje van een cent was. Toevallig, en er is geen enkele reden mij hiervoor op de borst te kloppen, behoorde ik tot deze laatste categorie. Het liefst speelde ik solostukken, daarbij begeleid op de piano door de muziekleraar. En ik herinner mij als de dag van vandaag de vrolijke uren die ik met mijn vriend W.A. op een spijbelmorgen aan de oever van de IJssel heb doorgebracht terwijl wij tweestemmig het vrolijke wijsje "Die Zwei Finken" speelden.

    Hoewel ik later heel weinig blokfluit heb gespeeld – ik had later een piano in mijn klas waar ik met twee vingers op speelde – is hij nog steeds mijn favoriet. Ergens in huis koester ik mijn kleine verzameling fluitjes. Waaronder behalve mijn trouwe Adler sopraanblokfluit en mijn klein-maar-fijne sopranino ook een Ierse whistle flute en een houten dwarsfluit die ik uit Suriname heb meegebracht. Ze zijn niet om op te spelen maar ze zijn er vanwege hun bijpassende, vaak zalige herinneringen.

     





    15-01-2017, 11:30 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:blokfluit,
    22-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.STAPELVERS uit 1920

    Snuffelend in oude paperassen vond ik dit boekje: Nederlandsch Leesboek voor de Christelijke scholen, derde leerjaar. Een uitgave van P. Noordhoff, Groningen, 1920. Met fraaie tekeningen van Tjeerd Bottema. Daarin staat het volgende stapelgedicht. (Nadat u het hebt gelezen, begrijpt u waarom een dergelijk vers een stapelgedicht heet.) Het meest frappante was dat ik grote delen van het vers nog uit mijn hoofd kende. Ik moet het dus in mijn lagere schooltijd gelezen hebben. Maar dan wel in een nieuwere spelling.

     

     

     

    DAAR WAS EREIS

     

     

     

    Daar was ereis een mannetjen

    Die veegde zijn stalletjen.

                       Wat vond hij er in?

    Een gouden, gouden stuivertje.

                       Wat kocht hij er voor?

    Een vet, vèt varken.

    Maar ’t varken wou niet gaan,

    Of ’t moest gedragen worden

    op een berrie en kruiwagen.

     

    Toen ging hij naar den Hond:

    "Hond, wil jij varken bijten?

    Varken wil niet gaan,

    Of ’t moet gedragen worden

    op een berrie en kruiwagen."

                       "Neen," zei de Hond.

    Toen ging hij naar den Stok:

    "Stok, wil jij Hond slaan?

    Hond wil niet Varken bijten,

    Varken wil niet gaan,

    Of ’t moet gedragen worden

    op een berrie en kruiwagen."

                       "Neen," zei de Stok.

    Toen ging hij naar het Vuur:

    "Vuur, wil jij Stok branden?

    Stok wil niet Hond slaan.

    Hond wil niet Varken bijten,

    Varken wil niet gaan,

    Of ’t moet gedragen worden

    op een berrie en kruiwagen."

                       "Neen," zei het Vuur.

    Toen ging hij naar het Water:

    "Water, wil jij Vuur blusschen?

    Vuur wil niet Stok branden,

    Stok wil niet Hond slaan.

    Hond wil niet Varken bijten,

    Varken wil niet gaan,

    Of ’t moet gedragen worden

    op een berrie en kruiwagen."

                       "Neen," zei het Water.

    Toen ging hij naar den Os:

    "Os, wil jij Water slobberen?

    Water wil niet Vuur blusschen,

    Vuur wil niet Stok branden,

    Stok wil niet Hond slaan.

    Hond wil niet Varken bijten,

    Varken wil niet gaan,

    Of ’t moet gedragen worden

    op een berrie en kruiwagen."

                       "Neen," zei de Os.

    Toen ging hij naar den Man:

    "Man, wil jij Os dollen?

    Os wil niet Water slobberen,

    Water wil niet Vuur blusschen,

    Vuur wil niet Stok branden,

    Stok wil niet Hond slaan.

    Hond wil niet Varken bijten,

    Varken wil niet gaan,

    Of ’t moet gedragen worden

    op een berrie en kruiwagen."

                       "Neen," zei de Man.

    Toen ging hij naar de Galg:

    "Galg, wil jij Man hangen?

    Man wil niet Os dollen,

    Os wil niet Water slobberen,

    Water wil niet Vuur blusschen,

    Vuur wil niet Stok branden,

    Stok wil niet Hond slaan.

    Hond wil niet Varken bijten,

    Varken wil niet gaan,

    Of ’t moet gedragen worden

    op een berrie en kruiwagen."

                       Ja," zei de Galg.

    En de Galg hing de Man,

    En de Man dolde den Os,

    En de Os slobberde het Water,

    En het Water bluschte het Vuur,

    En het Vuur brandde den Stok,

    En de Stok sloeg den Hond,

    En de Hond beet het Varken,

    En het Varken liep heel hard  …

    Kijk, kijk, daar gaat ‘t!!

     

     

     






    22-12-2016, 18:06 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:leesboek,stapelvers
    29-11-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MEERVOUDIG

    In de Nederlandse grammatica kennen wij het begrippenpaar ꞌmeervoudꞌ versus ꞌenkelvoudꞌ. "Vandaag", zegt de vriendelijke schooljuffrouw, "ga ik jullie het verschil leren tussen enkelvoud en meervoud." En na de les zegt ze, nog even vriendelijk: "En wat hebben wij dit uur geleerd? Juist, het verschil tussen enkel- en meervoud."

    Als kind heb ik veel nagedacht over de een-na-laatste zin. De juf zei: "Wat hebben wij geleerd?" En ik maar denken: hoezo ꞌwijꞌ? De juf heeft toch niets geleerd! Zij wist alles immers al! Waarom zegt ze dan ꞌwijꞌ?

    Feit is dat er verschillende meervoudsvormen bestaan, veel mogelijkheden om aan te duiden dat het niet om één persoon gaat, maar dat er meer personen bij betrokken zijn, minstens twee. Hoewel ik het Latijn niet machtig ben, noch sprekend, noch schrijvend, ken ik de Latijnse vakuitdrukkingen voor de diverse meervoudsvormen. En als ik ze niet ken, dan verzin ik ze wel. Als u zin hebt, kunt u mij corrigeren.

    De meest eenvoudige en voor de hand liggende meervoudsvorm is de pluralis realis. Als mijn buurvrouw Tanja van plan is om morgen met haar dochter naar de Aldi te gaan om inkopen te doen, zegt ze: wij gaan morgen een beetje eerder dan anders. We begrijpen volkomen wat ze bedoelt. Ze gaat niet alleen; ze gaan met z’n tweeën.

    Laten we aannemen dat genoemde Tanja, beroepsmatig, een zeer gewaardeerde verpleegster is in het aanpalende streekziekenhuis. Soms zegt ze tegen een patiënt: "Nu gaan we even op de andere zij liggen." Terwijl geen haar op haar hoofd eraan denkt naast de patiënt op de brancard - en dan ook nog op de andere zij- te gaan liggen. Deze meervoudsvorm, die in ziekenhuizen zeer geliefd is, noemen wij de pluralis charitatis.  Wanneer een verpleegster ꞌwijꞌ zegt bedoelt ze altijd de ander, nooit zichzelf.

     Koning Willem Alexander gebruikt vaak de pluralis majestatis, bijvoorbeeld wanneer hij zegt dat ꞌwij, bij de Gratie Gods Koning der Nederlanden, vandaag een wet hebben ondertekend die ons verbiedt vaker dan één keer het woord ꞌwijꞌ te gebruiken.ꞌ Hij had ook kunnen zeggen: "Vandaag heb ik een wet ondertekend en daarmee basta." Eerlijk, oprecht en zonder een spoor van bijbedoeling of onnodige bescheidenheid.

    Een variatie op de pluralis majestatis is de pluralis papam. Uitsluitend voorbehouden aan de Paus in Rome. Die mag zeggen: "Wij hebben gehoord van het leed dat de bevolking van Zuid-Spanje heeft getroffen." Weliswaar weet je dan nog niet veel, maar de zin is grammaticaal correct.

    Wereldverbeteraars en andere openluchtfanatici gebruiken  als het kan zo vaak en  zoveel mogelijk de pluralis pastoralis. Dat is een manier van spreken, bijvoorbeeld van een priester, een politicus of predikant, die over anderen spreekt maar zichzelf met nadruk insluit. Hij zegt dan bijvoorbeeld: "Door te veel te consumeren verwoesten wij het ons omringende milieu." (Terwijl hij zelf zich wat de consumptie betreft grote beperkingen oplegt.)

    Deze meervoudsvorm heeft iets troostends: wij zijn niet de enigen die zondigen, zelfs de pastoor doet het. Hij zegt het zelf.

    Velen gebruiken met voorliefde en opzet de pluralis modesticus, het bescheidenheidsmeervoud. Ook ik maak mij er schuldig aan. Menigeen heeft een hekel aan het woordje ꞌikꞌ. Het ruikt teveel naar egoïsme en zelfgenoegzaamheid. Daarom vervangen wij het ꞌikꞌ door het zachtere ꞌwijꞌ. We zeggen dan "We waren toch al van dit weekend tante Agatha in Scherpenzeel op te zoeken." Terwijl we bedoelen: "Het werd langzamerhand de hoogste tijd dat ik de eenzame tante Agaath in Scherpenzeel weer eens bezocht." Terecht of en onrechte geven wij de voorkeur aan het ꞌwijꞌ. Maar we geven toe dat (ik geef toe) dat het ꞌwijꞌ vriendelijker klinkt. Laat het maar zo.

    Tenslotte bestaat er ook zo iets als de pluralis terracidus. Dat is een meervoudsvorm die door een zekere Terracidus (afgekort Terra) uitgevonden is. Die probeert daarmee zijn onkunde van het Latijn en zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse grammatica te camoufleren. Dat moest eigenlijk streng verboden zijn. Maar wij laten hier genade voor recht gelden.



     


    29-11-2016, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:grammatica,meervoudsvorm,meervoud,
    13-11-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slipjacht

    Als iemand van mij beweert dat ik geen vlieg kwaad doe, dan is dat waar. Althans, wanneer u het letterlijk neemt. Ik kan geen hond slaan, geen konijn villen, geen poes een mep met de krant verkopen en ik ben als de dood dat ik in het voorjaar bij het omspitten van mijn groentetuin per abuis een regenworm in tweeën steek, terwijl ik weet dat de twee delen apart vrolijk verder leven.

     

    Om deze reden kunt u zich voorstellen dat ik weinig affiniteit heb met iets als de jacht en met personen die zich jagers noemen. Zeker niet als het om lieden gaat die jagen beschouwen als een sport. Want in dát geval zeg ik dan, moet je de hazen óók een geweer geven. Aan de andere kant moet ik toegeven dat de jagers in onze plattelandscontreien zich langzamerhand ontwikkelen van een stelletje op-alles-wat-zich-beweegt-schutters tot enthousiaste natuurbevorderaars en milieubehoeders. En niet alleen met de mond beleden, maar met de handen uit de mouwen. Dat wij langzamerhand weer kunnen genieten van een heel gevarieerde flora en fauna is ook te danken aan het wildbeheer van de jagers.

     

    Naar het zich laat aanzien zal de Koninklijke Jachtvereniging binnenkort weer een van haar jaarlijkse slipjachten houden. Die voert zoals ieder jaar ook langs onze voormalige boerderij in het Achterhoekse buitengebied. In Engeland, waar de ene helft van de bevolking roept dat de aardigheid er van af is als er niet op échte vossen gejaagd mag worden en de andere helft om die reden te hoop loopt en moord en brand schreeuwt, leidt zo’n slipjacht tot een breuk in het maatschappelijk krachtenveld. In Nederland is zoiets niet aan de orde. Natuurlijk niet, want hier is een slipjacht een aangenaam ritje over akkers en weilanden. Met de jachtleider voorop en een meute die al spoorzoekend de juiste route vindt, gevolgd door paarden, ruiters en amazones. Het enige wat naar een vos riekt, is een bundel lappen gedrenkt in vossenurine. Daarmee hebben twee nijvere handlangers het spoor getrokken.

     

    Wanneer ruiters en paarden arriveren, staat zoals gebruikelijk auteur/fotograaf Terracidus dan weer klaar achter een boom om alles op de gevoelige geheugenkaart vast te leggen. Voor de rest steekt hij geen hand uit, want hij is bij vlagen liever lui dan moe.








    13-11-2016, 11:14 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:slipjacht,ruiterij,jacht
    18-10-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerkelijke tentoonstelling

    Het is half twee als ik de kerkdeur open. Ik ga het portaal binnen en via een tussendeur bereik ik al gauw het inwendige.

    Op een aanplakbord buiten staat vermeld dat heden de zestiende oktober van 14.00 tot 17.00 uur mevrouw Marianne Fletcher uit Kleef haar schilderijen tentoonstelt. Dat klopt: als ik in het kerkje binnenloop, komen de kleurgolven mij tegemoet.

    Om te beginnen zet ik de verwarming aan en maak licht. Daarna wordt buiten de nationale driekleur gehesen en het bord waarop de voorbijgangers attent worden gemaakt op de vandaag geopende tentoonstelling, op zijn plek gehangen. Het gastenboek wordt open en bloot klaargelegd, alsmede de bolle glazen fles voor de vrije giften. Tot zover verloopt alles naar wens, zonder kleerscheuren. De bezoekers kunnen komen.

    Deze zondag, de zestiende oktober, is een prachtige herfstdag. Met een temperatuur van bijna 20 graden en geen wolkje aan de lucht. Daarom zoek ik een plekje in de zon van waaruit ik de eventuele bezoekers kan zien aankomen. Aanvankelijk zonder resultaat want het is uiterst rustig. Dan echter naderen de eerste bezoekers. Ik heet hen welkom en leg uit waarom de geachte kunstenares vandaag schittert door afwezigheid. Ze kan immers niet elke tentoonstellingsdag aanwezig zijn?

    Het kerkje, waarin ten toon gesteld wordt, is met zijn lengte van 6½ meter, breedte van 4½ en hoogte van 5½ m. de kleinste in zijn soort. Maar alles zit er aan: portaal, middenschip, toren compleet met uurwerk en luidklok, altaar en koorschilderij. Pronkstuk van de kerk is een kopie van een Christus- Kruisiging in het koor. Geschilderd door een briljante Dinxperlose amateur, Gerrit Kemper, meer bekend door zijn fijnschilderingen.

     

    Misschien vraagt u zich in verwondering af wat ik hier, in deze zowel sacrale als museale omgeving, te zoeken heb. Wel, het kerkje is eigendom van een plaatselijke Stichting die zich inzet voor het behoud van lokale oudheden. Het bestuur van deze club welwillende oudheidbeschermers heeft mij gevraagd af en toe op te treden als quasi gastheer die toezicht houdt en bezoekers die het naadje van de kous willen weten, de geschiedenis van het kerkje vertelt. Ik doe dat met plezier en zo kunt u mij enkele zondagnamiddagen in het jaar aantreffen in de kleinste kerk van Nederland. Want dát is hij, beweren wij allen om het hardst.

    Via een zijweg belanden wij bij de ontstaansgeschiedenis. Anno 1908 liet een kinderloze oude heer uit Den Haag zijn neef tevens oomzegger een groot landgoed na onder de voorwaarde dat deze (de neef) op het terrein van het landgoed een kerkje zou bouwen inclusief een Christus-Kruisiging. De erflater verzuimde echter in zijn voorwaarden de maten op te geven waarop de clevere erfgenaam een zo klein mogelijke kerk liet bouwen.

     

    Deze zonnige zondagmiddag komen achttien bezoekers. Het is maar goed dat ze niet allemaal tegelijk komen, want dan was er niet voor iedereen plaats geweest. De meeste gasten komen van ver. Ze komen om later thuis te kunnen vertellen dat ze ooit in het kleinste kerkje van Nederland zijn geweest, waar ze bovendien werden vergast op een mooie kleurrijke schilderijententoonstelling. Kinderen zijn er ook bij. Wanneer hun ouders een vrije gift overhebben voor het behoud en onderhoud van het kerkje mogen hun kinderen hoogstpersoonlijk de klok luiden.

    Tussen het verschijnen van de groepjes bezoekers door is het stil en rustig, bijna sereen. Genoeg tijd en gelegenheid om dit verhaaltje te schrijven.

     








    18-10-2016, 16:05 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Rietstap,kleinste kerkje,Dinxperlo
    12-10-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OVERZICHTELIJK
    Het volgende zal u misschien bekend voorkomen. Je hoort dat de platenmaatschappij Bonsound (ik bedenk maar wat..) de beroemde opnames van Chopins Preludes gespeeld door de Poolse pianist Witold Malcuzynski opnieuw heeft uitgebracht. Je ziet in een onbewaakt ogenblik in een platenwinkel ergens de nieuwe dvd liggen, koopt die, stopt hem thuis in de mediaspeler en geniet van de bovenaardse geluiden die u worden voorgeschoteld. Totdat u, snuffelend in uw cd-collectie diezelfde cd terugvindt, want u had hem twintig jaar geleden al aangeschaft. En waarschijnlijk ligt ook de vinyl lp-variant nog ergens in huis (te verstoffen).

    Dit is in het kort het dilemma waar iedereen ooit eens voor komt te staan die veel van hetzelfde bezit en er nog meer van hetzelfde bijkoopt. Verzamelaars en verzamelingen bedoel ik: postzegels, racewagens, cd’s, sigarenbandjes, schellakplaten, bontlaarsjes, Boheems porselein. Bij het aanschaffen van wéér een nieuwe aanwinst bekruipt je de vraag: koop ik nou niet iets wat ik allang heb? Meteen daarop bespeur je een neiging tot inventarisatie. Je denkt: weet je wat, eigenlijk moest ik toch eens een keer een lijstje maken met alle Weense Schunewitz-poppen die ik tot de mijne mag rekenen. Een compleet en handig overzicht van al je bezittingen. Het idee voor een database is geboren.

    Het begin is simpel. Je loopt je hele huis door en verzamelt alle cd’s die je ergens kunt vinden in de doos waar een tijdje geleden de nieuwe wasmachine in heeft gezeten. (Ik praat nu wel van cd’s, maar het kunnen natuurlijk ook asbakken, teddyberen, wekkers, vingerhoedjes, opgezette vlinders of kerstballen zijn.)  Het eerste uur is weggegooide tijd. Want dat besteed je met het liefdevol betasten en bekijken van al je kostbaarheden. Met alle verhalen en herinneringen erbij. Zoals die biedermeier theemuts die je voor weinig geld (zegge drie euro) op de vlooienmarkt in Abcoude op de kop hebt getikt.

    De volgende stap is het noteren van de gegevens. Ikzelf was al een half uur bezig met een cd-essay, toen ik bedacht dat het handiger is een stramien te bedenken, een lijstje met gegevens die bij iedere cd van belang en interessant zijn. En zo’n stramien leg je vervolgens op elke cd zodat je geen stiefkinderen maakt en iedere cd op dezelfde manier op zijn merites beoordeelt. Aldus krijgt je database ordening en structuur en blijft het geen ongeregeld zooitje. Op mijn klassieke cd-stramien staan bijvoorbeeld onder meer de volgende kenmerken: componist, titel van het werk en uitvoerenden, zodat ik later weet dat ik ergens een cd heb liggen van Gustav Leonhardt die de Zeventiende Partita van Bach in Es speelt. Het is niet gemakkelijk te besluiten wat je noteert en wat niet. Moet je opschrijven hoe lang een compositie duurt? Nou nee, denk ik, dat merk ik wel als ik de cd opzet. Bovendien staat het op het hoesje. Maar wat je in ieder geval wél moet noteren is de vindplaats. Vooral als je thuis overdreven gezegd eenentwintig kasten met cd’s hebt, aangevuld met tientallen kleinere stapeltjes her en der verspreid. Als je later de beroemde Schubert-Lieder-cd van Elisabeth (Schwarzkopf, bedoel ik) zoekt, weet je dat die in kast 14 ligt en die staat in het meest zuidelijke hoekje van de werkkamer.

    Nee, voordat jouw databasestructuur kop en staart heeft en vooral naar wens en tevredenheid is opgezet, is al een half etmaal verstreken. Het invoeren van de gegevens is aanvankelijk een leuk karweitje, maar op de duur geestdodend en afstotend. Het invoeren doe ik met een invoerschema waarover elk gecomputeriseerd databaseprogramma beschikt. Je gaat van invoerveld naar invoerveld en vult in: naam, componist, datum van aanschaf, beoordeling, vindplaats enzovoort. Na de twaalfde cd is het een saai en slopend werkje waar je kilo’s van afvalt.

    Om het karwei iets aangenamer te maken bedacht ik dat het wellicht leuk zou zijn ook een plaatje in de database op te nemen: de voorkant van het cd-hoesje. Die kun je gemakkelijk scannen en digitaliseren. Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb nu een fraai fotobestand van cd-covers.

    Het systeem werkt ook. Je denkt: heb ik nog ergens een opname van het beroemde openingskoor van Bachs Weihnachtsoratorium? Een korte survey in de database leert mij dat ik niet minder dan vier openingskoren bezit: her en der in huis verspreid. Keuze te over dus.

     







    12-10-2016, 22:12 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:database, cd's,overzicht,verzamelingen
    24-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Breuken helen

     

     

    "Lang geleden, in de tijd dat de beroemde Haroen al Raschid regeerde, leefde er in de delta van Eufraat en Tigris een oude, met zonen en dochters gezegende veeboer, die veel slaven bezat, een huis bewoonde dat overdag beschutting bood tegen de ondraaglijke hitte en des nachts de kou buiten hield, en wiens stallen ontelbare dieren herbergden die hij de zijne kon noemen. Met andere woorden, iemand die in alle opzichten een rijk en welvarend man genoemd kon worden.

    Af en toe kwam een kalief uit de naburige stad hem opzoeken. Zij waren van jongs af aan bevriend en hadden geen geheimen voor elkaar. De kalief stond wijd en zijd bekend om zijn wijs oordeel in moeilijke zaken. Wanneer de oude veeboer raad nodig had, vroeg hij zijn vriend, de kalief, om advies. Zo had deze hem ervan overtuigd dat het verstandig was zijn laatste wil in een rechtsgeldig document op te laten schrijven. De dood is immers vaak een plotselinge en ongenode gast. Daarvan kon de tuinman in het naburige Isfahan getuigen.

    Wat de wijze kalief had voorzien, gebeurde. De oude veeboer stierf vrij plotseling en werd dezelfde dag onder grote belangstelling begraven. De kalief uit de stad was om zeer dringende redenen verhinderd de begrafenis van zijn vriend bij te wonen. Hij beloofde zichzelf dat hij de rouwenden zo spoedig mogelijk zou bezoeken.

     

    De familie van de overleden veeboer - nog steeds in zak en as verkerend – zat die ochtend in de schaduw van de poort die naar hun grote huis leidde, toen een van hen in de verte een man op een kameel zag naderen. Het was de kalief uit de stad die zijn verdriet over het overlijden van zijn vriend kwam betuigen. Na de gebruikelijke plichtplegingen zette hij zich neer in de poortschaduw bij de mannen uit de familie. Volgens de heersende mores hadden de vrouwen zich bij de komst van de man uit de stad teruggetrokken in het huis. Er werd thee gedronken en een handjevol dadels gegeten. Toen de kalief merkte dat de stemming wel bijzonder gedrukt was, vroeg hij wat eraan schortte. Daarop nam een van de zoons van de veeboer het woord.

     

    ‘Effendi, ik mag u als oudste van drie zonen begroeten en aanspreken. Onze  overleden vader heeft vaak gesproken over uw wijsheid en nu hebben wij uw raad dringend nodig. Vader heeft ons veel nagelaten dat wij onderling moeten verdelen. Een probleem doet zich voor bij de verdeling van de grootste rijkdom, en dat is het aantal kamelen dat wij bezitten. Daarginder ziet u ze staan. Vader heeft het in zijn laatste wil op de volgende manier geregeld willen zien. Kijkt u, effendi, hier is het document waar het staat beschreven:

     

    Te verdelen 19 kamelen, in de volgende verhouding:

    -         voor de oudste zoon: de helft

    -         voor de tweede zoon: een vierde

    -         voor de jongste zoon: een vijfde

     

    Wijze raadsman, wij staan voor een onmogelijke opgave. Want zónder breuken mag het niet en mét breuken vallen er doden en gewonden onder de kamelen. Immers, de helft van 19 is 9½, maar aan een halve kameel heeft niemand iets. Laat staan aan een vierde deel of aan een vijfde. Al vier dagen zitten wij hier in de poort te rekenen met breuken en helen, maar wij komen er niet uit. Als u  erin slaagt het probleem op te lossen zullen wij u rijkelijk belonen en u eeuwig dankbaar zijn.’

     

    De kalief zuchtte eens diep en vroeg daarop om nog een glas thee en een half uur bedenktijd. Toen die verstreken was, stond hij op, maakte zijn eigen kameel los die hij zo lang aan een dadelpalm had gebonden en voegde hem bij de kamelen uit de nalatenschap van zijn gestorven vriend. Vervolgens pakte hij een schrijfstift uit de mouw van zijn gewaad en schreef op het kleitablet met het testament van zijn vriend de volgende woorden en zinnen:

     

    Te verdelen 20 kamelen, in de volgende verhouding:

    -         voor de oudste zoon: de helft  = 10

    -         voor de tweede zoon: een vierde  = 5

    -         voor de jongste zoon: een vijfde  = 4

    In totaal 19, zodat ik, de kalief, mijn eigen kameel in alle rust weer mee naar huis kan nemen.

     

    Na de familie bedankt te hebben voor de genoten gastvrijheid, voegde de wijze kalief hierop de daad bij het woord en vertrok. Zijn roem reisde met hem mee."

     

     

    Naschrift: Plus twee plaatjes van een oude Perzische/Iraanse zonnewijzer met kameel en kompas.

     






    24-09-2016, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Breuken,kalied,1000+1 nacht,Eufraat,Tigris
    17-09-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinst & Kutsch

    Ik bedoel natuurlijk Kunst & Kitsch, het gevierde tv-programma waarmee de Avro/Tros zoveel eer inlegt, maar ik ben nog een beetje in de war. We zijn namelijk net terug van een bezoek aan Huis ter Borg, een bekend etablissement annex huis van bewaring, voor de gelegenheid omgetoverd in een veilinghuis, waar vandaag een boedeldag werd gehouden. Iedereen kon, nadat men zijn zolder en zijn familie had afgestroopt, de ingebrachte goederen (hoogstens drie stuks p.p.) laten beoordelen en taxeren, waarna te 15.00 uur een afslager begon met een publieke veiling. Nu hadden wij veel ervaring met tv-programma’s als het genoemde K & K en buitenlandse equivalenten als Kunst & Krempel, Lieb & Teuer, Flog-It van de BBC en niet te vergeten Schatgraven van tv-Gelderland. We dachten dat we langzamerhand kunst en kitsch wel van elkaar konden onderscheiden. Dachten we.

    Aan de hand van een drietal exempels van kunstzinnige aard zal ik het hoogtepunt van de dag schetsen. Met een beetje fantasie kunt u zich het gebeuren-er-omheen wel voorstellen. Honderden bezoekers die een nummertje trekken waarna zij zich op  de bestemde tijd vijftien minuten lang langs de tafels met deskundigen mogen bewegen. Velen moesten worden teleurgesteld en volgden het geheel op een kolossaal tv-scherm in de paardenstal. De diverse kunstgeschiedenisrubrieken hadden elk hun deskundige meegebracht. Zoals meneer Grofvandraad, de grote Mingporseleinkenner, of Jacquelien Hoogwaarts die alles van Rubens en consorten weet. U kent ze wel. Mevrouw Van der Krogt was er ook, maar laten we het daar maar niet over hebben.  

    Bepalen wij ons tot drie ingebrachte goederen. Want daar draait immers alles om. Wat ís het, wat stelt het nog méér voor, hoe oud is het bijkans, voor hoeveel heb ik hiermee mijn familie door de neus geboord, welke verzekeringsmaatschappij is zo onnozel dit ook nog te willen dekken, dit soort vragen vergezelden hen. Ik deed wat ik altijd doe, ook als ik thuis voor de tv zit: staande op een veilingkistje en mij vasthoudend aan de trapleuning probeerde ik deskundiger te zijn dan de expert terzake en gaf scherp en scherpzinnig, luid en duidelijk commentaar aan iedereen achter mij die niets kon zien door de drukte. Luistert u maar met hen mee naar wat ik te zeggen had.

    (1) Dit, dames en heren, is ongetwijfeld een zogenoemde bergère, een porseleinen hond met in plaats van een kluif een elegant bloemenmandje in zijn bek. Gemaakt in Poitiers alwaar een dépendance van de beroemde Royal Doulton plateelbakkerijen was gevestigd. (Net zoiets als De Aardewerken Kruik te Delfzijl.) Bouwjaar ongeveer 1920, dus nog lang niet jarig en ook geen antiek. Wel aandoenlijk fraai natuurlijk. Wat het opbrengt? Wat de gek ervoor geeft. Eigenlijk moet je een paartje (een linker en een rechter) hebben. Heb je daar het geld niet voor, zet het hondje dan maar in je vitrine naast een spiegel, dan zie je hem dubbel en dat telt ook.

    (2) U mevrouw, laat mij een zo te zien koperen voorwerp zien, met betrekking tot hetwelk ik zo vrij ben te vragen: hoe komt u eraan? Van uw tante afgetroggeld? Nou ja, dat moet ieder natuurlijk zelf weten. In elk geval is het geel koper en het is een snuifdoos. Op het deksel een fraaie met letters gevulde guirlande. De uitdrukking Leve de Boerenstand komt van de beroemde Gelderse dichter Staring wiens zoon later in de landbouw zat. Hij bedacht de spreuk tijdens een rustpauze in het scheppingsproces van Sikkels blinken, sikkels klinken.  Jawel, toen het graan ruisend neerviel. Een attractief stukje koper, dat moet ik u nazeggen. Een tikje museaal zelfs. Als ik u was, goddank ben ik dat niet, zou ik hem laten verzekeren voor tweehonderdéénentwintig euro en vijfenzeuventig cents.

    (3) Bij het zien van het laatste ingekomen stuk stokt mijn adem. Het is dat ik in levende lijve voor u sta en kunstgoederen van commentaar voorzie, anders zou ik zweren te dromen. Wat ziet mijn oog? Een Toorop, een échte Toorop. Een middelbaar zelfportret, ongetwijfeld. Zelfs gesigneerd (midden-onder gecentreerd). Inderdaad, hier druipt het vak- en kunstenaarsschap van af. Hoe fraai zijn de haren getekend, hoe authentiek is het geitenwollen sikje en de walrussnor! Prachtig in beeld gebracht. Maar het is te mooi om waar te zijn.

    Ik vermoed – u hoort enige twijfel in mijn stem – dat hier een vervalser aan het werk is geweest. Ik sta er voor, maar het zou mij niet verwonderen dat Han van Meegeren er achter zit. In ieder geval is dit een topstuk naar K&K-maatstaven. Ga er mee naar het Paleis voor Schone Kunst en Kitsch in Rotterdam, zou ik zeggen. Laat het daar schoonmaken en geef het dan in bruikleen. Want u mag dit meesterwerkje niet voor u alleen houden. -

    Nauwelijks had ik dit gezegd of vier bodyguards onder aanvoering van veilingmeester Frans Indenwijngaardt trokken mij mijn veilingkistje af en sloegen mij in de boeien. “Broodroof,” hoorde ik Frans roepen. “Alle deskundigen klagen steen en been over deze oneerlijke competitie. Naar hen luistert geen hond meer. Ook geen bergère.”

    Nadat ik enige tijd in de afdeling huis-van-bewaring van Huis ter Borg had doorgebracht (ik was er toch) werd ik met een fikse reprimande naar huis gestuurd. Het heeft mij allemaal behoorlijk aangegrepen. Voorlopig blijf ik daarom nog wel even in de war.

     

    Noot 1. Het hondje met het bloemenmandje bevindt zich, evenals de geelkoperen tabaksdoos van mijn schoongrootvader, in onze glazen kast. En die staat al meer dan honderd jaar in de voorkeuken van ons voormalige huis.

    Noot 2. Het inderdaad zeer mooie portret van Jan Toorop is omstreeks 1930 (na)getekend door F.G. Boland.

     








    17-09-2016, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:veiling,kunst,kitsch,parodie
    02-08-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Haneboekjeverhalen

    Zonder erg te overdrijven kan ik zeggen dat ik met de kippen heb leren lezen. Een van mijn eerste  leesboekjes, volgens het etiket gekregen op mijn vijfde verjaardag van de gezusters V., ging over Mie, Rie, Pie en Sophie. Dat waren kippen die allerlei avonturen beleefden met hun toen ook al bestaande boze buurman, die hen op een ongelegen moment de hals omdraaien en in de pan wilde hakken. (Sophie overigens toen en nu door mij uitgesproken als Sop-hie; Sofie is toch meer iets voor filosofen.)

    Onvergeten is ook het boek De avontuurlijke reizen van Haantje Pik. Nog onwetend van zijn mannelijk geslacht struint dit diertje door de naburige omgeving, ondertussen veel van de omringende flora en fauna opstekend. Aan het eind van het boek – de climax is zelfs nu nog ontroerend – drinkt hij een slokje water uit de beek en schrikt daarbij van de prachtige haan die hij weerspiegeld ziet. Dat de schrijver veel van de Griekse mythologie en tevens van Hans Christiaan geprofiteerd heeft, besefte ik nog toen nog niet. Maar in ieder geval ontleen ik de meeste kennis over alles wat maar enigszins naar de dierenwereld riekt aan dit en een ander boek: Bomans’ onvolprezen Erik (of het klein insectenboek).

    Tijd om u wat foto’s te laten zien. De eerste is meer dan tien jaar oud en gemaakt op de boerderij waar wij toen woonden. U ziet hier een van onze kippen die haar zoontje de wijde wereld laat zien. Beide – ik had bijna geschreven beiden, zo menselijk doen zij zich aan ons voor - maakten deel uit van onze ongeregelde toom kippen die overdag vrij rondliep op het erf en zich ’s avonds in het nachthok terugtrok. Aanvankelijk had de kleine haan nog een zusje, maar die is in een onbewaakt ogenblik door een passerende buizerd gestrikt.

    Terug naar onze kippenschaar. Af en toe werden er eieren gelegd. Als de hennen dat in het hok deden, werden die door ons geraapt en gegeten. Wij verbeeldden ons dan dat daar qua smaak geen winkelei tegenop kon. Soms vonden wij op een beschut plekje een aantal eieren dat wachtte op een broedse kip. Wij probeerden dat meestal te voorkomen, denkend aan de problematiek van de overbevolking, en verwijderden de eieren. Een broedse hen zetten wij zolang apart, maar niet zo dat zij haar familie niet kon zien. Zo ontstond er geen scheuring in de kerk, noch leverde het gebrouilleerde familieleden op.

    Soms zijn de kippen slimmer dan wij. Dan vonden wij een broedende hen op een legsel dat al een aantal dagen oud was.  Wij boden de natuur dan een vrije loop met het gevolg dat er wel eens plotseling een hen met kuikentjes rondliep.

    Niet altijd  groeiden de kuikens in vrede op – eufemistischer kan ik het niet uitdrukken -. De boze buitenwereld borg talloze gevaren en vijanden. Roofvogels en andere zoogrovers zorgden ervoor dat de omvang van de kippentoom beperkt bleef.

    Bij tijden sloeg ook in de rustige kippenwereld het noodlot toe. Ook hier golden blijkbaar de wetten van het Griekse koningsdrama. Ik mag u even herinneren aan het kleine kuikentje op de foto. Hij was ondertussen een grote witte haan geworden en concurreerde met de andere (zwarte) haan om de majoriteit. De strijd om de macht werd tenslotte letterlijk op leven en dood en met bebloede koppen uitgevochten. We stonden er bij, keken er naar en meenden in onze grenzeloze naïviteit dat wij ook nu de natuur haar gang moesten laten gaan. De zwarte haan (de vader?, de oom?) dolf het onderspit. Hij zou nooit herstellen van deze nederlaag, noch sociaal, noch fysiek. De volgende dagen doolde hij in zijn eentje rond terwijl zijn jonge rivaal probeerde te bewijzen dat hij het leiderschap verdiende. Wij schaamden ons dat wij het zover hadden laten komen.

    Het verbaasde ook niet dat na een paar dagen de zwarte haan verdwenen bleek. Voor altijd zoek, dachten wij en zo was het ook. Pas weken later vond ik hem: een verdrogend hoopje zwarte veren diep verborgen in de mestkelder onder het nachtrik. Ik dolf nu letterlijk het onderspit voor hem. Hij kreeg een keurige begrafenis.

    Na de dood van zijn zwarte rivaal zijn dood voerde zijn witte nazaat het koppeltje kippen aan. Om te imponeren kraaide hij dat het een lieve lust was. Soms deed hij een wedstrijdje met de hanen uit de buurt. Die hij met glans won.

     





    02-08-2016, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:haan,kippen,
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs