Zonder erg te overdrijven kan
ik zeggen dat ik met de kippen heb leren lezen. Een van mijn eerste leesboekjes, volgens het etiket gekregen op
mijn vijfde verjaardag van de gezusters V., ging over Mie, Rie, Pie en Sophie.
Dat waren kippen die allerlei avonturen beleefden met hun toen ook al bestaande
boze buurman, die hen op een ongelegen moment de hals omdraaien en in de pan
wilde hakken. (Sophie overigens toen en nu door mij uitgesproken als Sop-hie;
Sofie is toch meer iets voor filosofen.)
Onvergeten is ook het boek De
avontuurlijke reizen van Haantje Pik. Nog onwetend van zijn mannelijk
geslacht struint dit diertje door de naburige omgeving, ondertussen veel van de
omringende flora en fauna opstekend. Aan het eind van het boek de climax is
zelfs nu nog ontroerend drinkt hij een slokje water uit de beek en schrikt
daarbij van de prachtige haan die hij weerspiegeld ziet. Dat de schrijver veel
van de Griekse mythologie en tevens van Hans Christiaan geprofiteerd heeft,
besefte ik nog toen nog niet. Maar in ieder geval ontleen ik de meeste kennis
over alles wat maar enigszins naar de dierenwereld riekt aan dit en een ander
boek: Bomans onvolprezen Erik (of het klein insectenboek).
Tijd om u wat fotos te laten
zien. De eerste is meer dan tien jaar oud en gemaakt op de boerderij waar wij
toen woonden. U ziet hier een van onze kippen die haar zoontje de wijde wereld
laat zien. Beide ik had bijna geschreven beiden, zo menselijk doen zij
zich aan ons voor - maakten deel uit van onze ongeregelde toom kippen die
overdag vrij rondliep op het erf en zich s avonds in het nachthok terugtrok.
Aanvankelijk had de kleine haan nog een zusje, maar die is in een onbewaakt
ogenblik door een passerende buizerd gestrikt.
Terug naar onze kippenschaar.
Af en toe werden er eieren gelegd. Als de hennen dat in het hok deden, werden
die door ons geraapt en gegeten. Wij verbeeldden ons dan dat daar qua smaak
geen winkelei tegenop kon. Soms vonden wij op een beschut plekje een aantal
eieren dat wachtte op een broedse kip. Wij probeerden dat meestal te voorkomen,
denkend aan de problematiek van de overbevolking, en verwijderden de eieren.
Een broedse hen zetten wij zolang apart, maar niet zo dat zij haar familie niet
kon zien. Zo ontstond er geen scheuring in de kerk, noch leverde het
gebrouilleerde familieleden op.
Soms zijn de kippen slimmer
dan wij. Dan vonden wij een broedende hen op een legsel dat al een aantal dagen
oud was. Wij boden de natuur dan een
vrije loop met het gevolg dat er wel eens plotseling een hen met kuikentjes
rondliep.
Niet altijd groeiden de kuikens in vrede op
eufemistischer kan ik het niet uitdrukken -. De boze buitenwereld borg talloze
gevaren en vijanden. Roofvogels en andere zoogrovers zorgden ervoor dat de
omvang van de kippentoom beperkt bleef.
Bij tijden sloeg ook in de rustige
kippenwereld het noodlot toe. Ook hier golden blijkbaar de wetten van het
Griekse koningsdrama. Ik mag u even herinneren aan het kleine kuikentje op de
foto. Hij was ondertussen een grote witte haan geworden en concurreerde met de
andere (zwarte) haan om de majoriteit. De strijd om de macht werd tenslotte
letterlijk op leven en dood en met bebloede koppen uitgevochten. We stonden er
bij, keken er naar en meenden in onze grenzeloze naïviteit dat wij ook nu de
natuur haar gang moesten laten gaan. De zwarte haan (de vader?, de oom?) dolf
het onderspit. Hij zou nooit herstellen van deze nederlaag, noch sociaal, noch
fysiek. De volgende dagen doolde hij in zijn eentje rond terwijl zijn jonge
rivaal probeerde te bewijzen dat hij het leiderschap verdiende. Wij schaamden
ons dat wij het zover hadden laten komen.
Het verbaasde ook niet dat na
een paar dagen de zwarte haan verdwenen bleek. Voor altijd zoek, dachten wij en
zo was het ook. Pas weken later vond ik hem: een verdrogend hoopje zwarte veren
diep verborgen in de mestkelder onder het nachtrik. Ik dolf nu letterlijk het
onderspit voor hem. Hij kreeg een keurige begrafenis.
Na de dood van zijn zwarte
rivaal zijn dood voerde zijn witte nazaat het koppeltje kippen aan. Om te
imponeren kraaide hij dat het een lieve lust was. Soms deed hij een wedstrijdje
met de hanen uit de buurt. Die hij met glans won.

|