Ik bedoel natuurlijk Kunst
& Kitsch, het gevierde tv-programma waarmee de Avro/Tros zoveel eer inlegt,
maar ik ben nog een beetje in de war. We zijn namelijk net terug van een bezoek
aan Huis ter Borg, een bekend etablissement annex huis van bewaring, voor de
gelegenheid omgetoverd in een veilinghuis, waar vandaag een boedeldag werd
gehouden. Iedereen kon, nadat men zijn zolder en zijn familie had afgestroopt,
de ingebrachte goederen (hoogstens drie stuks p.p.) laten beoordelen en
taxeren, waarna te 15.00 uur een afslager begon met een publieke veiling. Nu
hadden wij veel ervaring met tv-programmas als het genoemde K & K en buitenlandse equivalenten
als Kunst & Krempel, Lieb & Teuer, Flog-It van de BBC en niet te vergeten Schatgraven van tv-Gelderland. We dachten dat we langzamerhand kunst
en kitsch wel van elkaar konden onderscheiden. Dachten we.
Aan de hand van een drietal exempels
van kunstzinnige aard zal ik het hoogtepunt van de dag schetsen. Met een beetje
fantasie kunt u zich het gebeuren-er-omheen wel voorstellen. Honderden
bezoekers die een nummertje trekken waarna zij zich op de bestemde tijd vijftien minuten lang langs
de tafels met deskundigen mogen bewegen. Velen moesten worden teleurgesteld en
volgden het geheel op een kolossaal tv-scherm in de paardenstal. De diverse
kunstgeschiedenisrubrieken hadden elk hun deskundige meegebracht. Zoals meneer
Grofvandraad, de grote Mingporseleinkenner, of Jacquelien Hoogwaarts die alles
van Rubens en consorten weet. U kent ze wel. Mevrouw Van der Krogt was er ook,
maar laten we het daar maar niet over hebben.
Bepalen wij ons tot drie
ingebrachte goederen. Want daar draait immers alles om. Wat ís het, wat stelt
het nog méér voor, hoe oud is het bijkans, voor hoeveel heb ik hiermee mijn
familie door de neus geboord, welke verzekeringsmaatschappij is zo onnozel dit
ook nog te willen dekken, dit soort vragen vergezelden hen. Ik deed wat ik
altijd doe, ook als ik thuis voor de tv zit: staande op een veilingkistje en
mij vasthoudend aan de trapleuning probeerde ik deskundiger te zijn dan de
expert terzake en gaf scherp en scherpzinnig, luid en duidelijk commentaar aan
iedereen achter mij die niets kon zien door de drukte. Luistert u maar met hen
mee naar wat ik te zeggen had.
(1) Dit, dames en heren, is
ongetwijfeld een zogenoemde bergère,
een porseleinen hond met in plaats van een kluif een elegant bloemenmandje in
zijn bek. Gemaakt in Poitiers alwaar een dépendance van de beroemde Royal
Doulton plateelbakkerijen was gevestigd. (Net zoiets als De Aardewerken Kruik
te Delfzijl.) Bouwjaar ongeveer 1920, dus nog lang niet jarig en ook geen
antiek. Wel aandoenlijk fraai natuurlijk. Wat het opbrengt? Wat de gek ervoor
geeft. Eigenlijk moet je een paartje (een linker en een rechter) hebben. Heb je
daar het geld niet voor, zet het hondje dan maar in je vitrine naast een
spiegel, dan zie je hem dubbel en dat telt ook.
(2) U mevrouw, laat mij een
zo te zien koperen voorwerp zien, met betrekking tot hetwelk ik zo vrij ben te
vragen: hoe komt u eraan? Van uw tante afgetroggeld? Nou ja, dat moet ieder
natuurlijk zelf weten. In elk geval is het geel koper en het is een snuifdoos.
Op het deksel een fraaie met letters gevulde guirlande. De uitdrukking Leve de Boerenstand komt van de beroemde
Gelderse dichter Staring wiens zoon later in de landbouw zat. Hij bedacht de
spreuk tijdens een rustpauze in het scheppingsproces van Sikkels blinken, sikkels klinken.
Jawel, toen het graan ruisend neerviel.
Een attractief stukje koper, dat moet ik u nazeggen. Een tikje museaal zelfs.
Als ik u was, goddank ben ik dat niet, zou ik hem laten verzekeren voor
tweehonderdéénentwintig euro en vijfenzeuventig cents.
(3) Bij het zien van het
laatste ingekomen stuk stokt mijn adem. Het is dat ik in levende lijve voor u
sta en kunstgoederen van commentaar voorzie, anders zou ik zweren te dromen.
Wat ziet mijn oog? Een Toorop, een échte Toorop. Een middelbaar zelfportret, ongetwijfeld.
Zelfs gesigneerd (midden-onder gecentreerd). Inderdaad, hier druipt het vak- en
kunstenaarsschap van af. Hoe fraai zijn de haren getekend, hoe authentiek is
het geitenwollen sikje en de walrussnor! Prachtig in beeld gebracht. Maar het
is te mooi om waar te zijn.
Ik vermoed u hoort enige
twijfel in mijn stem dat hier een vervalser aan het werk is geweest. Ik sta
er voor, maar het zou mij niet verwonderen dat Han van Meegeren er achter zit. In
ieder geval is dit een topstuk naar K&K-maatstaven. Ga er mee naar het
Paleis voor Schone Kunst en Kitsch in Rotterdam, zou ik zeggen. Laat het daar
schoonmaken en geef het dan in bruikleen. Want u mag dit meesterwerkje niet
voor u alleen houden. -
Nauwelijks had ik dit gezegd
of vier bodyguards onder aanvoering van veilingmeester Frans Indenwijngaardt
trokken mij mijn veilingkistje af en sloegen mij in de boeien. Broodroof,
hoorde ik Frans roepen. Alle deskundigen klagen steen en been over deze
oneerlijke competitie. Naar hen luistert geen hond meer. Ook geen bergère.
Nadat ik enige tijd in de
afdeling huis-van-bewaring van Huis ter Borg had doorgebracht (ik was er toch)
werd ik met een fikse reprimande naar huis gestuurd. Het heeft mij allemaal
behoorlijk aangegrepen. Voorlopig blijf ik daarom nog wel even in de war.
Noot 1. Het hondje met het
bloemenmandje bevindt zich, evenals de geelkoperen tabaksdoos van mijn schoongrootvader,
in onze glazen kast. En die staat al meer dan honderd jaar in de voorkeuken van
ons voormalige huis.
Noot 2. Het inderdaad zeer
mooie portret van Jan Toorop is omstreeks 1930 (na)getekend door F.G. Boland.


|