terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    03-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Diploma-inflatie

    Zeer onlangs zijn enkele Nederlandse hogescholen negatief in het daglicht verschenen omdat de studenten van enkele studierichtingen voor een appel en een ei – anders gezegd: met heel weinig moeite, bijna voor niets, voor een habbekrats – een diploma kregen uitgereikt. Even een eerder afgekeurde scriptie kopiëren, even een geschikte docent opzoeken, en even naar school om je diploma op te halen. Ja, zo ken ik er nog een paar.

    Je moet de weg weten. Dat blijkt ook weer bij het schandaal over deze Nederlandse hogescholen die toestaan dat hun studenten met een minimum aan kennis en inspanning en een maximum aan door-de-vingers-zien door de verstrekkende instantie een einddiploma ontvangen. Wat overigens geen wonder is wanneer het criterium voor kwaliteit (doelen, inhoud, docenten, exameneisen) verlegd wordt naar de simpele vraag: hoeveel studenten zijn in het afgelopen collegejaar afgestudeerd? Nee, het verbaast mij niet dat studenten gebruik maken van handige leerroutes, daarbij gadegeslagen door quasi-onwetende collegebesturen, managers en docenten die het naar eigen zeggen ook niet kunnen helpen want zij wisten niet beter.

    Dan vroeger, toen immers álles beter was. Iedere cursus en opleiding, kort of lang, stond of viel met helder geformuleerde eisen (zowel aan studerenden als aan lesgevenden) waaraan niet te tornen viel. Neem als voorbeeld de opleiding voorafgaand aan de status van gediplomeerd melker. Ik kom hierover te spreken omdat, jaren geleden, tijdens een genoeglijke gemeenteavond de vraag gesteld werd: wie van u heeft bijvoorbeeld een melkdiploma? Twee aanwezigen bleken de vraag met ja te kunnen beantwoorden: de echtgenote van de plaatselijke dominee en mijn echtgenote: mevrouw Terra dus.

    Hoe grondig de opleiding was blijkt uit de even grondige manier waarop het opleidingsprogramma  was samengesteld. Want het handmatig melken van een koe is inderdaad wel iets meer dan even trekken aan een van de vier voorbijkomende spenen teneinde droppels melk in een schone emmer te kunnen opvangen. Wat dacht u van alle eisen op milieutechnisch en hygiënisch gebied? Wist u dat het uier van tevoren gewassen moet worden en afgedroogd wordt met een droge, ruwe doek? En wist u dat je niet alleen kunt melken, maar ook moet námelken. En dat je voor het melken een voldoende kunt hebben gehaald, terwijl het namelken beloond wordt met een schamele onvoldoende?

    Hieronder ziet u hoe vernuftig het cijfersysteem in elkaar zat. Je kreeg voor elk onderdeel een cijfer tussen de 1 en de 5 dat vermenigvuldigd werd met een moeilijkheidsfactor. Want het is duidelijk dat het regelmatige, krachtige melken meer punten op moet leveren dan een fiere houding bij het verlaten van de koe.

    Mevrouw Terra behaalde destijds 182 van de 200 mogelijke punten. Laten we zeggen: eindcijfer een negen. Geslaagd: ja. Dat spreekt vanzelf. Dat vond ook de Rijksveeteeltconsulent voor Gelderland waaraan de managers en de bestuursdirecteuren van de diverse hogescholen een voorbeeld kunnen nemen.






    03-10-2010, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:diploma, Nederlandse hogescholen, diploma-inflatie, melkdiploma
    27-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlijmscherp

    Wie herinnert zich niet uit haar of zijn lagere schooltijd de steeds terugkerende misère met de potloodpunten. Grafiet slijt, dat merk je gauw genoeg als je voor de eerste keer een potloodje in je hand neemt om op de onderkant van een smetteloos wit stuk tekenpapier een huis te tekenen met een schoorsteen waar rook uit kringelt. Nóg erger is het afbreken van de potloodpunt bij een beetje tegendruk. Je probeert een tak aan een boom te tekenen, zo eentje met veel zijtakken en bladeren, en páts … weer een gebroken punt. Het is om horendol van te worden. En ik was als kleine jongen toch al zo’n driftkikker!

     

    Faber, dat waren de beste, zei mijn vader. Hij had verstand van potloden, want hij was een meester in het met potlood tekenen van fraaie portretten. (Hieronder laat ik u er een zien.) Faber was een duur potloodmerk. Maar voor de jongens en meisjes op school waren die Fabers veel te kostbaar. Wij kregen van die gele Bruynzeelpotloden die ergens in Zaandam of daaromtrent werden gemaakt. Tekenen deden we sowieso met potlood in tekenschriften. Maar ook in schriften met lijntjes (taalschriften) en hokjes (rekenschriften) werkten wij met potlood. Wij noemden dat kladschriften, naar Jaapje van Nieuwenhuizen uit de vijfde klas die een meester was in het bekladderen van alles waar inkt, verf en waskrijt aan bleef kleven. Je had ook netschriften. Daar schreef je in met kroontjespen en Gimborn-inkt die de meester schonk uit een grote mandfles in een glaasje, dat in een holletje op je bank stond.

     

    Kleuren deden we met kleurpotloden. Je had dozen met kleuren in zesvoud. Ik bedoel kleine doosjes met zes verschillende kleuren of grotere met een veelvoud daarvan. Favoriet was de 24-delige Caran d’Ache kleurdoos. Je was de koning te rijk op de dag na Sinterklaasavond, als je triomfantelijk met je nieuwe kleuraanwinst op school kwam en iedereen de ogen uitstak. Het nadeel van kleurpotloden was dat hun punten nog vlugger braken dan de gewone HB-zwartgrijze.

     

    Het aanpunten van de potloden was een bijzonder ritueel. De meester had een puntenslijper op het hoekje van zijn bureau laten monteren. Achteraan zat een wieltje met handvat, aan de voorkant kon je door te knijpen een opening forceren waar je potlood met de stompe kant naar voren ingestoken werd. De meester draaide gelijk Michiel de Ruyter aan het puntenslijperswiel, waardoor, o wonder, een scherp inwendig verborgen mesje dunne spiralen cederhoutslingertjes produceerde. Net zolang totdat het grafieten binnenste een vlijmscherpe punt had gekregen.

    Scherp is scherp. Je kon draaien wat je wilde, maar een scherpe potloodpunt kreeg je nooit nóg scherper.

     

    Tegen de tijd dat het edele draai- en handwerk vervangen werd door een elektrisch aangedreven mechaniekje ging het bergafwaarts met het potlood. De ballpoint kwam hem vervangen. Die had het grote voordeel dat je hem nooit hoefde aan te slijpen en prachtige vlekken kon toveren in je schoolschriften. Zodat de meester op een dag zei: Op blaadjes mag je met een balpen schrijven, maar in het netschrift schrijven wij zoals gebruikelijk uitsluitend met pen en inkt.

     

    U mag het best weten: ik schrijf nog iedere dag met potlood. Om iets te noteren wat ik anders onherroepelijk zou vergeten. Of om een inval voor een weblogje te bewaren voor de eeuwigheid. Ergens op mijn bureau staat altijd wel een glas met potloden. Samen met zo’n kleine metaal-glimmende puntenslijper. Voor potloodpunten waar je een puntje aan kunt zuigen.

     

     

    Zoals beloofd een potloodtekening van Terra Sr. voorstellende de beroemde schrijver Louis Couperus.

     








    27-09-2010, 23:31 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:potlood, potloodpunt, putenslijper, kleurpotloden, school
    19-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wit windend licht

    Ipomoea
    is de prachtige Latijnse naam voor deze eenjarige bloeier. Wij zeggen eenvoudig: ‘winde’ of ‘blauwe winde’. Soms zie je geheel witte. En dan zeggen wij in het verborgene, besmuikt achter onze hand, in het achterhoeks, omdat wij ons voor het woord schamen: pispötjes. Je hebt ze in verschillende kleuren, ook in rood bijvoorbeeld. Welke kleur ook, de winde slingert zich rechtsdraaiend omhoog langs verticale stokken en palen en verblijdt ons met de meest fantastische bloemen.


    De blauwe winde is naar mijn bescheiden opvatting de mooiste bloem die er bestaat. U mag daar anders over denken, maar over sommige smaken valt niet te twisten. Het is niet alleen de kleur die deze bloem haar allure geeft. Het is ook niet de bloemvorm: kroon- en kelkbladen. Buitengewoon fraai, dat wel, maar niet exceptioneel.

    Het is het onuitsprekelijke wit dat zich in de bloemkelk rondom stamper en stempel ophoudt. Letterlijk oogverblindend. Het laat zich ook niet in een plat vlak vangen. Als je de bloem fotografeert, kun je moeilijk scherpstellen op het witte innerlijk. Het is ongrijpbaar. En tegelijk onbegrijpbaar.


    In een bijbels scheppingsverhaal staat beschreven wat er het éérst geschapen werd. In het allereerste begin was de aarde aardedonker, woest en ledig, maar plotseling klonk het en wás het er: het licht. Maar de vraag rijst meteen, waar kwam dat licht dan vandaan?


    Ja, nú weten wij het. Want de wetenschap staat voor niets. Het licht stamt uit het binnenste van de blauwe winde. Dat is de bakermat waar alle golflengten samenkomen in een alles omvattende witte gloed. In het Engels heet zij ‘Heavenly Blue’ en ook dat kan geen toeval zijn. Hemels witblauw, dát is het. Het windt zich in alle richtingen hemelwaarts.

     








    19-09-2010, 11:49 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:winde, blauwe wind, bloemen, rechtsdraaiend, wit
    10-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grensgezicht
          Wie zoals ik geboren is in een dorp waar de landsgrens dwars doorheen loopt, staat er niet meer bij stil wanneer iemand met één been in Duitsland en de andere in Nederland gaat staan. Bij ons kan dat. De grens is een vast bestanddeel in ons bestaan en we worden er alleen warm of koud van wanneer van hogerhand besloten wordt de looprichting te veranderen. Dat was in 1949 het geval, toen een stukje Duitsland aan Nederland werd toegevoegd en in 1961 toen het correctiebesluit weer ongedaan werd gemaakt en de Bondsrepubliek zijn stukje land compleet met bebouwing en inwoners (rond 500) terugkreeg.

          Waar de bewoners van ons grensdorp altijd zenuwachtig van worden is de factor prijsverschil. Wanneer bijvoorbeeld een half pond boter in Nederland twee keer zo duur is dan in Duitsland, (ik geef maar een voorbeeld,) dan raken wij van de kook. Wij hebben dan de neiging in Duitsland duizend kilo van het goedje in te slaan en dat later in Nederland voor een zacht prijsje met een vette winst van de hand te doen. Het illegaal verplaatsen van goederen van het ene naar het andere land noemen wij smokkelen. En wij glimlachen er bij omdat het zo’n aangename inkomstenbron is. Tenminste, als de commiezen er geen stokje voor steken.

    Ik geef schoorvoetend toe – het is geen reden om trots op te zijn – dat ik ook wel eens gesmokkeld heb. Als 10-jarige jongen bracht ik wel eens boter en koffie naar familie die een paar kilometer over de grens in Duitsland woonde en die wel eens weer trek had in een lekker bakje plus een krentenboterham met goede, échte, boter. ‘Ach’, zei mijn moeder geruststellend, ‘de commiezen laten zo’n jongen als jij wel lopen.’

    Commiezen, douanebeambten, douaniers, wat u maar wilt, waren geüniformeerde overheidsdienaren die moesten zien te voorkomen dat goederen zonder papieren, clandestien, illegaal en ongelimiteerd de grens passeerden. Je had bij ons zowel Duitse en Nederlandse commiezen.

          De commies op de foto’s is in Duitse dienst. Hij tuurt, met een typisch Duits petje gewapend, door zijn verrekijker de weg af om te zien of er een smokkelaar met verdachte waren de hoek om komt. Hij is klaar om in actie te komen en bereid om tot aanhouding over te gaan. De smokkelende dorpsgenoten hebben echter ook een aantal manieren om iemand om de tuin te leiden. Zij laten zich niet kennen, vinden een sluipweggetje en leveren hun waren op afgesproken plaatsen af. Later vertellen zij honderduit over hun grootse prestaties bij het misleiden van de douaniers. Totdat er in de krant een keer het bericht staat dat onze geachte dorpsgenoot H. te K. betrapt is op het onrechtmatig over de grens brengen van zestig pond bohnenkaffee en door de rechtbank in Arnhem is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en een boete van duizend guldens. Op die momenten lachten de commiezen.

          Waarschijnlijk is het u niet eens opgevallen, maar de commies heeft zijn verrekijkertje verkeerd-om. Hij ziet alles heel ver weg en dat schiet ook niet op. Het is een grapje van de kunstenaar die de beelden langs de grens heeft gemaakt. Hij heet Jürgen Ebert en woont in Bocholt. Hij heeft gevoel voor humor.

     






    10-09-2010, 18:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:grens, landsgrens, smokkelen, douane,
    06-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZEGELTJES PLAKKEN

    Wij – ik spreek nu even over de Nederlanders als medelandgenoten; over Vlamingen, Walen en Duitstalige Belgen durf ik mij geen oordeel aan te matigen – wij, Nederlanders, zijn niet alleen een volk van kankeraars en criticasters, maar eerst en vooral een volk van plakkers. Niet zozeer in de vorm van sijsjeslijmers en bumperklevers, alhoewel, maar ik zit meer te denken aan onze fobie of manie om bij iedere gelegenheid en in elke supermarkt zegeltjes te willen verzamelen om die later thuis gezellig op een spaarkaart te kunnen plakken. Wij zijn een volk van zegeltjesplakkers. Ontegenzeggelijk.

     

    Weet u overigens wat échte plakkers zijn? Dat zijn, en nu houdt alle ironie even op, armzalige vluchtelingen in Zuid-Afrika die uit buurlanden komen waar het de mensen nóg beroerder gaat. Ze trekken naar ZA, bouwen ergens van afvalhout, golfplaten, plastic en blik een hutje. Wanneer zij erin slagen rook uit een geïmproviseerde schoorsteen te laten opstijgen vóór zonsondergang,  mogen zij blijven wonen. Dat zegt tenminste het heersende recht. Plakkers wonen  met zijn duizenden in plakkerskampen. Als alles meezit is er een lokale overheid die voor stroom en water zorgt.

     

    Er bestaan ook zegeltjes die je niet hoeft te plakken. Ik vond ze bij het opruimen van een oude kast. Het zijn zegeltjes om uit te knippen, het zijn bonkaarten. Van na de oorlog, zegt iedereen die ze kent, toen nog veel spullen op de bon waren. Ze stammen uit de tijd van de distributie. In verband met de heersende schaarste werden de beschikbare goederen eerlijk verdeeld. Een vriendelijke ambtenaar op het distributiekantoor deelde per hoofd van de bevolking de bonnen uit. En in de plaatselijke krant stond welke bon je nodig had om deze week een half pond suiker te kunnen kopen. Ik heb heel lang in de overtuiging geleefd dat bonnen betaalmiddelen waren, maar dat was een misverstand, zei de kruidenier. Het was én én: je moest bonnen inleveren én je moest met geld betalen. In de bonnentijd was ik nog heel jong, maar toen al overtuigd van de gerechtigheid van het systeem. Zonder bonnen zou immers iemand met veel geld alles kunnen weg- en opkopen? Zodat er voor de minder bedeelden niets meer over was? Voor de bonnenwet was ieder gelijk, en zo hoorde het ook.

     

    Op een dag, kort na de oorlog, heeft het bonnennoodlot mijn moeder getroffen. Ma had voor een periode van een maand voor het hele gezin bonnen ingeslagen voor de noodzakelijke boodschappen. Om onverklaarbare redenen is zij toen de hele bonnenvoorraad kwijtgeraakt. Verloren. U begrijpt dat Leiden echt in last was, hoewel we daar niet woonden. Want zonder bonnen was er niets te koop van wat er in de winkel lag, dus dreigden dorst en hongersnood. En ook Pa kon naar zijn geliefde tabak fluiten.

    Met behulp van de vriendelijke distributieambtenaar en mede doordat  (1) Ma bij de plaatselijke dorpsbevolking geen kwaad kon doen en (2) Pa gemeenteambtenaar was, werd er een kleine inzamelingsactie georganiseerd. Iedereen die een bonnetje over had kon dat inleveren bij het distributiekantoor. Aan het eind van de actiedag kon de ambtenaar Ma een complete set bonnen overhandigen. Ma was buitengewoon geroerd door al die vrijgevigheid.

     

    Bonnenacties. Ze bestaan nog steeds. Het zijn nu zegeltjesacties bij de super, waarbij je bij twee halen er drie moet betalen met als compensatie dubbele zegels. Om thuis gezellig op te plakken.

     






    06-09-2010, 22:48 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:zegeltjes, plakken, bonnen, bonkaarten, distributie, voedselschaarste
    29-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rampenplan

    Vóórzorgen is een mooi werkwoord, veel mooier dan het overdreven ‘voorzorgsmaatregelen treffen’. Je wilt een zich mogelijk voordoende onheilvolle situatie de baas zijn en daartoe bedenk je in de eerste plaats wat die schrikwekkende situatie wel niet zou kunnen zijn (brand, een ongeval: van zes meter hoogte van de ladder vallen, een natuurcatastrofe, ongenode gasten die drie weken komen logeren) en ten tweede bedenk je voor elk van die noodsituaties een passende reactie, een rampscenario, een rampenplan. Op deze manier proberen we het leed dat de ramp ongetwijfeld met zich mee zal brengen althans enigszins te verzachten.

     

    Een van de sprekendste voorbeelden van rampspoed waarop je je zou kunnen voorbereiden, is brand tengevolge van blikseminslag bij een plaatselijk onweer. Ik herinner mij nog vaag uit mijn kindertijd hoe ons moeder ons bij zwaar onweer uit bed trommelde, en ons vroeg ons aan te kleden. Gekleed en wel zaten wij dan in een verduisterd vertrek de tijdsduur te tellen tussen bliksemflits en bijbehorende, knetterende donderslag. Ergens, wisten wij, stond een klein kistje waar wat geld, trouwboekje en paspoorten, de polis van de brandverzekering, plus de weinige kroonjuwelen van ma in zaten, gereed om meegenomen te worden in geval van nood.

     

    Het typerende van een ramp is dat hij je altijd onverwacht en onvoorbereid treft. Bij het opstellen van een rampenplan en een rampscenario – dat doe je meestal achteraf, in een tijd van rust en vrede, bij het dempen van de put, als het kalf al lang is verdronken – denk je erover na wat er allemaal kan gebeuren en hoe daarop adequaat te reageren. Daarbij heb je verbeeldingskracht nodig, want je kunt natuurlijk niet in werkelijkheid twee tankwagens met uiterst gevaarlijke stoffen op de A26 met elkaar in botsing laten komen. Wat er precies gebeurt bij een échte ramp - zoals een aardbeving, een watersnood of een tsunami - overstijgt onze verbeelding vele malen.

     

    Ik geef toe dat ik heel ambivalent tegenover een rampscenario sta. Daarbij maak ik een onderscheid tussen rampen die óns en welke ánderen kunnen treffen. Een redelijke stem in mij zegt dat het in het laatste geval verstandig is van tevoren na te denken over hoe te handelen bij mogelijke calamiteiten. Ieder redelijk denkend verzorgingstehuis weet wat te doen in het geval dat de bewoners plotseling geëvacueerd moeten worden. Aan de andere kant beweer ik dat, als het jezelf betreft, een rampscenario geen zin heeft:  je kunt onmogelijk op alles voorbereid zijn. En bovendien, in tijden van nood vergeet je alle rationeel bedachte voorzorgsmaatregelen en doe je wat je hart je ingeeft om te doen.

     

    Er komt nog iets bij. Soms denk ik wel eens dat het de goden verzoeken is. Zo’n rampscenario opstellen bedoel ik. Het lijkt wel of de duvel ermee speelt. Heb je net een scenario klaar voor het geval er iets ergs gebeurt, gebeurt dat erge de volgende dag. (Zonder rampscenario, denk je, was er niets gebeurd.)  En een ander voorbeeld: net als het rampscenario na veel wikken en wegen met algemene stemmen is goedgekeurd, gebeurt er een ongeluk waar het verse scenario niet op van toepassing blijkt te zijn. Of waarbij pijnlijk duidelijk wordt dat zaken die er écht toe doen over het hoofd zijn gezien. Dan kun je maar beter helemaal geen rampscenario hebben.

     

    De volgende ochtend vraagt mijn vrouw: “Stel dat er hier brand uitbreekt. Wat zou jij het eerst in veiligheid brengen? Waar denk je aan?” Ik zeg: “Nergens aan, want sinds er geen lucifers meer in huis zijn omdat er niemand meer rookt, is de kans nihil dat er brand uitbreekt.” “Nou,” zegt ze, “ik weet het wel, het eerst moeten de fotoalbums in veiligheid worden gebracht.” “Goed,” besluiten we, “dan is hierbij punt één van ons rampscenario afgehandeld. Wíe voor de albums zorgt als het zover is, dat zien we dán wel.”








    29-08-2010, 12:11 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:rampenplan, rampscenario, thuissituatie, ramp, voorzorgen
    22-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SCHETS

    Wat denkt u dat erger is: (A) van de ladder vallen bij het aardbeien plukken, of (B) onderuit gaan bij het kalverschetsen? Ik zal u een beetje op weg helpen. (A) is een voorbeeldje van absurde humor, dus dat zal het wel niet zijn. (B) daarentegen is ook maar voor een gedeelte waar. Juist is de bewering dat je op weg naar het kalverschetsen onderuit kunt gaan. Want dat is mijn vrouw overkomen, weliswaar jaren geleden maar toch. In een beijzelde, gladde bocht ging ze met haar brommertje onderuit. Gelukkig zonder ernstig nadelige gevolgen.

     

    Tegenwoordig moet iedereen zich kunnen legitimeren, ook de boerderijdieren op het platteland. Daarom dragen ze ook van die afschuwelijke gele oormerken. Binnenkort staat alle informatie digitaal op een ingeplant chipje, dan zijn die gele flappen ook niet meer nodig. Vroeger moest iedere koe of kalf ook al beschikken over een paspoort. En omdat je met een kalfje niet even naar de drogist kunt gaan om een pasfoto te laten maken, maakte mijn vrouw een tekening, een schets. Ze deed dat voor het rundveestamboek of voor de onderlinge veeverzekering. Gewapend met een voorbedrukt formulier (kijkt u maar naar het plaatje beneden)  en tekengereedschap ging ze naar de stal of een weiland om het pasgeboren nieuw leven te portretteren. Op de grove omtrek van het dier op het formulier werd ingetekend wat wit en wat zwart was. Niet tot op de punt en de komma nauwkeurig, en het was ook niet nodig ieder haartje en rimpeltje te kunnen zien, maar wel zo dat je aan de hand van de getekende schets uit een kudde van honderd dieren het betreffende kalf kon herkennen. Dát is ’m, zie je wel!

     

    Een tweede voorbeeld van een schets laat ik u – in één moeite door - hieronder zien. Dat is van een ander, zij het niet minder hoog niveau. Het is ook geen schets in de betekenis die wij er eerder aan gaven als een geschreven stemmingsbeeld waarin niet alle karakters en situaties tot in de puntjes zijn uitgewerkt. Het is ook geen schets in de strikte betekenis: een vluchtige tekening met potlood of houtskoolstift.

    Dit is een ets, meer precies een droge-naald ets. Als u klaar bent met het bewonderen ervan zou u wellicht kunnen opmerken dat zoiets ook in West-Vlaanderen of in de Krimpenerwaard te zien en te schetsen is. De maker heeft het niet over de geografie en beschrijft de ets als opklarend landschap na onweer. Maar wij herkennen ogenblikkelijk het land waar wij wonen en de daarbij horende mentaliteit. Dreigend en somber, op het melancholische af, maar niet zó dat het totaal overheerst. Wij zijn ons bewust van de gevaren die ons omringen, maar altijd zijn er hoopvolle signalen zoals het zonnetje dat door de wolken breekt.  In het midden zien we de geploegde voren zich naar de einder spoeden, waardoor we weten dat de boer klaar is met het winterbed. En in het boerderijtje maakt de boerin voorbereidselen voor de broodmaaltijd in de namiddag: het vier-uur-eten.

    De ets is gemaakt door mijn getalenteerde, kunstzinnige jongste broer. Hij (de ets) hangt al jaren op een opvallende plek in onze woonkamer en hoe langer hij er hangt, hoe mooier hij wordt.






    22-08-2010, 10:59 Geschreven door terra38  
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:schetsen, kalveren schetsen, ets, schets,
    25-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soete Suikerbollen


    Wij schrijven het jaar 1949 en ik zit in de vierde klas van de lagere school. Het is vrijdagmiddag: zonder twijfel de fijnste middag van de schoolweek.

    Zo’n vrijdagmiddag begint met tekenen. Niet op losse vellen, maar in een tekenschrift. Meester K. heeft geconstateerd dat mijn tekenschrift – witte bladzijden met zo’n doorschijnend velletje er tussen - tot op de laatste bladzijde en tevens tot in alle hoeken gevuld is en overhandigt mij een nieuw, nadat hij er op de voorkant met vulpen mijn naam op heeft gezet.

     

    Nadat de klas een half uurtje ijverig heeft getekend, wordt er gezongen. Geestelijke en vaderlandse liederen. Soms een liedje over de winter of over varen met een bootje. De betekenis van de gezongen woorden en zinnen ontgaat ons volkomen, maar daar gaat het ook niet om. Wij zitten rechtop met de armen over elkaar en overtreffen elkaar in toonhoogte en volume. Ik kijk gefascineerd naar meester K. die ons begeleidt op zijn viool. Maar pas op! Kinderen op de eerste banken die van plan zijn uit de band te springen, kunnen een mep met de strijkstok tegemoet zien, want meester K. is bij vlagen kort aangebonden. Mijn buurman A. bromt maar wat mee, maar ook voor hem is dit een geslaagd uur. Want meester K. zegt nooit dat hij er niets van kan, wat hij met rekenen en schrijven wel doet.

     

    Plotseling is het zanguurtje voorbij. Meester K. draait de haren van zijn strijkstok losser en legt viool en strijkstok in een zwarte doek en vervolgens in een kist. Dan pakt hij zijn voorleesboek.

     

    Meester K. heeft  een voorliefde voor de boeken van W.G. van der Hulst. Bijvoorbeeld Willem Wijcherts of Jaap Holm en zijn vrienden. Onvergetelijk voel je mee met de arme Jaap wiens vader in deze strenge winter een centje bijverdient als baanveger. Favoriet is de serie In de Soete Suikerbol. Zeven boekjes die het verhaal vertellen van de dikke bollenbakker en zijn magere, dunne vrouw die behept is met een recht-fobie. Alles wat maar een beetje scheef hangt of staat, zet zij recht. Zelfs het wapen van de koning uit het Noorderland dat juist bedoeld is om scheef te hangen.

     

    Sonoor klinkt meester K’s stem door de klas. O, die heerlijke voorleesuren! Zonder twijfel het hoogtepunt van de week: niets te hoeven doen dan te luisteren. En zelfs dan kun je altijd nog je gedachten laten gaan en je eigen verhaal bedenken. Wij laten ons de verhalen van de bakker aanleunen en genieten met volle teugen. Ook de meester geniet. Dat kun je horen aan zijn stem. Hij hoeft ook niet rond te kijken of iedereen wel bij de les is.

     

    Vandaag horen we dat de bakker honderd suikerbollen moet bakken voor de koning. “Zijn bolle wangen glommen van de warmte en van de pret …. En de bollen moesten lekker zijn, zó lekker als hij ze nog nooit gebakken had ….  En hij maakte mooie balletjes deeg klaar, met boter en rozijnen en amandelen en sukade en vanille en nog veel meer lekkers.”

    Langzamerhand, na diverse vrijdagmiddagen, ben ik er achter gekomen wat bollen zijn. Het zijn dingen om te eten. Maar in onze streek is het woord bol als iets om te eten onbekend. Bossche bollen kennen wij niet. Bollen zijn voor ons kleine ronde stammetjes hout. Of mannelijke koeien. Bollen die je kunt eten noemen wij pufferkes.

    De bollenbakker bakt één bol extra. Daarin kneedt de bakker een grote denappel. Die is voor zijn knechtje Louw die een tijdje geleden een hond een stukje worst gegeven heeft waar een steentje in zat. “Louw, we zullen je krijgen!” denkt de bakker. En wij met hem.

      

    Meester K. kijkt even op zijn horloge. Tien voor half vier. Hij merkt dat er net tijd is om dit hoofdstuk uit te lezen. Van der Hulst Sr. is een begenadigd kinderboekenschrijver die precies weet hoe je een hoofdstuk spannend moet afsluiten. Als hij weer een hoofdstuk uit heeft, slaat de meester heel langzaam het voorleesboek dicht. Hij zucht en hetzelfde doen wij. Van spijt. Want nu duurt het weer een volle week tot we weten hoe het verhaal verder gaat.

     







    25-07-2010, 21:18 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:voorlezen, lagere school, suikerbollen, W.G. van der Hulst, kinderboeken
    06-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familiaire bedgeheimen


    ‘Vanmiddag gaan we met zijn allen naar de fotograaf’ zei mijn moeder. ‘Iedere oom en tante in de familie heeft een prachtig familieportret laten maken. Wij nog  niet, maar vanmiddag is het zover. Hier heb je twee kwartjes voor de kapper en zeg tegen hem dat hij je haar mooi kort knipt.’

     

    Op de eerste foto ziet u het middaglijke resultaat. Pa en Ma en hun vijf kinderen, variërend in de leeftijd van 16 (oudste zus) tot 3 jaar (jongste broer). Ikzelf zit in mijn zwart/wit gestreepte linnen boevenpakje links beneden tussen Pa en hond Johnny. Aan de andere kant van Johnny zit mijn jongere broer.

     

    Lang geleden. Van de zeven mensen op de foto zijn er op het moment dat ik dit schrijf nog drie in leven. Behalve ikzelf mijn jongste broer en mijn jongste zus. Het is een van de weinige foto’s waar we allemaal samen op staan. Zowel mijn vader als ik waren/zijn fanatieke amateurfotografen, maar zoals wel vaker hielden/houden ze er niet zo van zelf gefotografeerd  te worden.

     

    De kinderen op de foto verschilden onderling ongeveer drie tot vier jaar in leeftijd. Weinig, maar u weet dat zoiets in je kinderjaren een mensenleven betekent. Met mijn broers en zussen had ik relatief weinig contact, simpel omdat ze zoveel ouder of jonger waren en hun eigen vriendenkringetje hadden. We konden heel goed met elkaar overweg, maar een hechte broer/zus of broer/broer-relatie was er niet.

     

    Soms werd je wel gedwongen met elkaar contact te hebben en met elkaar op te trekken. Bijvoorbeeld in het laatste jaar van de oorlog toen ons dorp een tijdje in de vuurlinie kwam te liggen en wij ’s nachts in de kelder sliepen. Wij sliepen gevieren – mijn pas geboren jongste broertje was ondergebracht bij de buurvrouw omdat ma ernstig ziek was – enkele nachten in de aardappelkist. Twee aan twee met de benen naar elkaar toe.

     

    Later hadden we elk een eigen slaapplek. Een eigen kamer met een eigen bed. Maar soms sliepen mijn broertje en ik samen in een groot tweepersoonsbed. Dan kwam Ma ons ’s avonds instoppen. Soms vertelde ze een verhaaltje dat wij, omdat ze het zo vaak vertelde, bijna van buiten kenden. Dan liet ze ons een avondgebed bidden – Heer, o houd ook deze nacht over mij getrouw de wacht – en streek ons over onze bol. Ze deed het licht uit en sloot de deur achter zich.

     

    Dan kwam het uur van de bedspelletjes die mijn broer en ik speelden. We gaven elkaar raadsels op. Het is hier in de kamer en het begint met de letter K. Ra, ra, wat is dat? We reciteerden liedjes en gezangen die we van de juffrouw op school uit ons hoofd moesten leren. Of we vertelden elkaar wat we die dag bij aardrijkskunde hadden geleerd. Ik leerde mijn broer welke plaatsen je allemaal in Zeeuws Vlaanderen kon tegenkomen: Oostburg, Sluis, Terneuzen, Hulst, Axel. Dat soort bedspelletjes.

     

    Het favoriete bedspelletje was het noemen van alle kinderen die bij jou in de klas zaten. Zij zaten in houten tweepersoonsbanken, vijf of zes achter elkaar, in drie of vier rijen. De klassen waren erg groot in die dagen.

    En dan begon het noemen van de namen. Tweede rij: vooraan Jan de Braam en Kees Weiland. Daarachter Marietje van de Reisakker en Karla Wetering, daarachter …. Mijn broer probeerde de namen en zitplaatsen van alle kinderen uit mijn klas te noemen en ik deed hetzelfde met zijn klasgenoten. Soms maakten we het erg moeilijk: wie zit er in mijn klas in de derde rij in de vierde bank? Dat was Jan Balijn. Naast hem zat niemand. Hij zat alleen. Die kinderen had je ook.


    -----------


    De tweede foto - technisch niet erg fraai, maar daar gaat het niet om - toont de twee broers enkele jaren later. Wie is wie? U raadt het wel.


     





    06-07-2010, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:jeugdherinnering, familieverhaal
    21-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto met tekst - tekst met foto

    Een tekst plus een foto, een foto plus een tekst. Zo zit dit blog in elkaar. Vanaf het eerste begin. Plaatje(s) en verhaal horen bij elkaar en ondersteunen elkaar. Ze hebben ook afzonderlijk wel recht van bestaan, maar het geheel is méér dan som van de delen, ook hier, ook nu.

     

    Onlangs kreeg ik een mailtje van een mij onbekende mevrouw O. uit Rotterdam die mij vroeg of zij enkele van mijn foto’s mocht gebruiken voor een publicatie. Het betrof een halfjaarlijkse periodiek van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Bij een artikel over arterieel vaatlijden – pijn veroorzaakt door aderverkalking c.q. vernauwing van de slagaders in de benen – paste een door mij gemaakte foto. Als u even naar beneden scrolt, kunt u zien om welke foto het ging. De bovenste van de vier foto's was het.

     

    Dit is een simpel rabarberblad. De inderdaad op bloedvaten lijkende nerven hebben een extra accent gekregen omdat ze aan de ene kant door de zon worden beschenen en aan de andere kant door mij zijn gefotografeerd. Kijkt u maar wat er gebeurt wanneer er aan het plaatje een tekst wordt toegevoegd.

     

    Van zo’n foto heb je dus dubbel plezier. De eerste keer wanneer je wijsvinger de afdrukknop van je camera beroert. (Ik kan niet zonder een ouderwetse zoeker en gebruik nooit het lcd-schermpje en ik verbeeld mij dat ik al bij het nemen van de foto weet of de foto gelukt is of niet.) De tweede keer plezier heb je wanneer je het Erasmus MC-boekje openslaat en op de pagina’s 4 en 5 je eigen foto’s vergezeld ziet van een passende tekst. Ik denk dat zowel foto’s als teksten er op vooruitgegaan zijn.

     

    Wilt u nog een voorbeeld zien van een geslaagde combinatie? Ik fotografeerde vlierbessen-zonder-bessen in een doorschijnende plastic kom (foto 3). Een paar resterende bessen maken het beeld spannend. Ook deze foto is door het Erasmus MC gebruikt in de publicatie. Hieronder (foto 4) te zien.  

     

     

    Bron: Koers ‘013 – Erasmus MC-paden, lente 2010.



     










    21-06-2010, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, periodiek, Koers '013
    12-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op je rug

    Sommigen slapen bijna bewegingloos, anderen zijn complete draaitollen. Zelf behoor ik tot de eerste soort. Dat is al van jongs af aan zo. ‘Stop hem ’s avonds in een netjes opgemaakt bed,’ zei mijn moeder wel eens, ‘als hij er de volgende morgen uit komt, lijkt het of het bed onbeslapen is. De dekens netjes ingestopt en bijna geen plooitje in het laken.’ Toch schijnen wij in onze slaap niet alleen van gedachten, maar ook van houding te veranderen.

    Heel vroeger sliep ik het liefst op mijn rug. Maar sinds mijn bedgenote mij een fikse por geeft als ik weer eens ruggelings lig te snurken en de meest schrikaanjagende keelgeluiden produceer, draai ik bij. Ik bedoel: opzij, meestal op mijn rechter.

     

    Weet u wat een niet uit je geheugen te wissen fantastische ervaring is? Buiten in het ruige veld, niet gehinderd door welke moderniteit dan ook, op je rug in het gras te liggen met zo’n sappig grassprietje tussen je kiezen. En dan maar kijken naar de wolken die voortdurend voor veranderende vergezichten zorgen. Op je rug, dat is in dit verband een bijna overbodige opmerking. Want hebt u ooit iemand gezien die lekker op zijn linkerzij in het gras naar de wolken lag te kijken?

     

    Slapen op je rug onder de vrije hemel in het open veld heb ik geleerd tijdens mijn grandioze carrière in ’s lands wapenrok, in militaire dienst dus. ‘Ik zal jullie zandhazen, infanteristen, wel eens even leren hoe je buiten slaapt.’ Ik hoor het de sergeant-instructeur nog zeggen. ‘Eerst zoek je een mooi plekje uit. Tamelijk vlak en ietwat zanderig, hoewel een beetje begroeiing geen kwaad kan. Dan ga je op je rug liggen. Beweeg nu heen en weer (schuiken in het Achterhoeks) en maak aldus zeven ondiepe, passende gaten in het zand. Twee voor je hakken, twee voor je billen, twee voor je schouderbladen en één voor je hoofd. Dat doe je om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk lichaamsdelen ondersteund worden.  Je moet als het ware voelen dat de aarde je héle lichaam draagt. Na al dat gevoel pak je een grondzeiltje en legt dat over de uithollingen overdwars. Waarna je tenslotte gehuld in een dekentje in de gaten gaat liggen. Het vergt enige oefening, maar je slaapt als een roos.

     






    12-06-2010, 21:35 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:slapen, ruggelings, slapen-op-de-grond, wolken
    05-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jij zegt mijn tekenleraar

    jij zegt mijn tekenleraar

     

     

     

    jij zegt mijn tekenleraar -

    de derde klas van de kweekschool te D.

    waar je wordt opgeleid tot schoolmeester -

    heeft zich verzameld in het tekenlokaal

    via een witbetonnen trap naar de eerste verdieping

    de laatste twee lesuren

    van een troosteloze novemberdag

     


    gemelijk en balorig – woorden vol onbegrip

    zeggen hoe wij ons voelen

    op een kluitje voor het raam

    mijn vriend P. duwt mij tegen een meisje aan

    ik voel haar zachte lichaam

    vlammen in mijn hoofd

     

    vóór en achter brede ramen die

    uitzien op straat en sportveld

    regen doet kinderkopjes glimmen

    ’s zomers lekker lui liggen in het gras

     

    aan de linkerkant een rij borden

    borden schoolborden schrijfborden nieuwe borden

    niet reinigen met water

    staat er geschreven

    krijt krijtstof  knakkende brekende pijpjes krijt

    wie ooit zo heeft leren schrijven heeft

    voor eeuwig een krijtsmaak in de mond

    rechts de kasten materialen

    verf tubes tubesverf plakkaat kwast penseel

    wasco wasco wasco wasco wasco wasco

    stapels tekenpapier – wit wit wit wit

    vóór de kast een toonbank

     

    jij zegt mijn tekenleraar -

    meneer P. geeft les in tekenen en wiskunde

    zijn voornaam is ondenkbaar

    hoe noemt zijn vrouw hem

    als hij thuis komt – als hij ooit thuis komt

     

    meneer P. strijkt behoedzaam langs zijn snor

    een snor zorgt voor raadsel en afstand

    vandaag een vrije opdracht schilderen

    zegt meneer P.

    geef maar een echte opdracht

    denkt mijn vriend P. (dezelfde die duwt)

    gemakkelijker te begrijpen gemakkelijker te doen


    verf komt tevoorschijn – penselen spoelpotten

    met water dat steeds dezelfde kleur krijgt

    wat je ook schildert

    vellen wit papier verzetten zich

    tegen bedekkende verflagen

    ik schilder: lijnen wendingen lagen

    kleur naast kleur naast lijn naast vorm

    het is maar goed dat mijn hand de weg weet

    mijn hoofd is er niet bij

     

    jij zegt mijn tekenleraar -

    wij staan met ons allen voor het raam

    regen slaat tegen de ruiten

    het laatste halve uur gaat nooit voorbij

    aan de overkant steekt een vrouw de lamp aan

    en schuift het gordijn dicht

     

    mijn ogen volgen druppels die meanderen

    van boven naar beneden binnen en buiten

    ik denk aan de terugweg: twintig kilometer fietsen

    met regen en wind in de rug

     

    tekeningen op de toonbank al krullend drogend

    wij staan verzameld rond meneer P.  hij

    bespreekt wat geschilderd is hij

    hij heeft voor ieder een goed woord hij

    hij kijkt naar mijn kleuren mijn lijnen mijn vormen en zegt

    jij

    jij wordt nog eens een dichter

     





    05-06-2010, 21:01 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:gedicht kweekschool opleiding tekenles leraar
    28-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit en thuis

    Er zijn zaken die je als fysiek persoon betreffen, die je graag veranderd zou willen zien. Je flaporen bijvoorbeeld. Of je te kleine mopsneusje. Toch kunnen sommige persoonskenmerken niet veranderd worden, ook al zet je een buidel met geld klaar. Je lichaamslengte is zo’n voorbeeld. Door de bank genomen worden de Nederlanders en de Belgen veel langer dan hun vorige generatie en daar is geen medicijn tegen.

     

    Met je naam is iets vergelijkbaars aan de hand. Voornaam of achternaam, je moet het ermee doen. Je hele leven. Tenzij natuurlijk de wetgever ook vindt dat een dergelijke naam een schandvlek is waarmee je onschuldig en ten onrechte bent opgezadeld. Dan is diezelfde wetgever bereid water in de wijn te doen en je naam te wijzigen.

     

    Persoonlijk moet ik bekennen dat ik geen enkele moeite heb met mijn naam. Noch met voornaam, noch met achternaam. Mijn achternaam (Boland) laat zien dat enkele buitengewoon verre voorouders in een onvruchtbare moerassige streek opgroeiden (dat accepteer ik verder zonder pijn) en met mijn voornaam (Theodoor) hebben mijn ouders twee zaken duidelijk willen maken. In de eerste plaats zagen zij mij (en natuurlijk gold dat voor al hun kinderen) als een Godsgeschenk en in de tweede plaats wilden zij oma (ma’s moeder) een plezier doen door mij naar haar te noemen. Er is duidelijk over mijn naam nagedacht.

     

    Toen ik zo’n tien jaar geleden voor het eerst in Zuid-Afrika was en met mijn Nederlandse collega’s in onze huurauto rondtoerde in de West-Kaap, gebeurde er iets dat mij persoonlijk erg raakte. Wij waren ongemerkt in een streek beland waar te pas en te onpas mijn achternaam ijdel werd gebruikt. Hij stond met grote letters te lezen op het plaatselijk bankfiliaal, werd genoemd op een groot schoolgebouw (Boland College) en was duidelijk zichtbaar op talloze uithangborden bij supermarkten. Later zag ik dat niet alleen de locale wijncorporatie ernaar was genoemd, maar zelfs enkele wijnflesetiketten droegen mijn naam. En daar wisten wij thuis niets van! Bevriende ZA-collega’s nodigden ons ‘s middags uit om in het stadion aan de rand van de stad (Wellington) te komen kijken naar de verrichtingen van de plaatselijke rugbyclub. En, werkelijk waar, die club was ook al getooid met ónze achternaam! Welke snoodaard probeerde hier mij een poets te bakken? Sort of practical joke soms?

     

    Tegen de voorzitter van de rugbyclub zei ik dat ik mij zeer vereerd voelde. Deze, op zijn beurt, glimlachte wat besmuikt en zei dat het toch een misverstand was. Het woord dat ik ervan verdacht mijn achternaam te zijn, was hier de naam van een landstreek, een district. Net als bij ons in Nederland Twenthe of De Kempen in België. En net zoals je bij ons spreekt over het Twenthe College sprak je daar over de Boland Bank, de Boland Store, en de rugbyvereniging the Boland Kavaliers.

     

    Na die eerste keer ben ik er herhaalde malen terug geweest, daar in die Boland. En steeds heb ik het gevoel dat ik een beetje thuiskom. Uit en toch thuis. Thuis draag ik graag het t-shirt en het petje van de Boland Kavaliers. Ook al begrijp ik nog steeds niet alles van die rare spelregels. Maar het is natuurlijk wel mijn club. Dáárom.


    -------------


    Naschrift. Als je vanaf het noorden komt, uit de droge savanne, en het landschap wordt plotseling groen, dan weet je dat je Boland binnenrijdt. Kan niet missen. Kijkt u maar op een van de foto’s. De spoorlijn op de foto leidt (links gaand) naar Kaapstad. Van hieruit is het nog zo’n 120 kilometer. Op een andere foto ziet u de outfit van een Boland-rugbyer en op weer een andere krijgt u een idee in welk mooi landschap daar in Zuid-Afrika rugby wordt gespeeld.

     








    28-05-2010, 12:20 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:naam, achternaam, persoonskenmerk, Boland, Zuid-Afrika
    19-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een rode vijf

    Waarschijnlijk kent u het spelletje: “Ik ga naar een onbewoond eiland en neem mee … “ En dan vult een van radio en tv bekende landgenote in welke vijf voorwerpen of attributen zij zou meenemen. Ik geloof daar geen snars van. Het zijn veelal sociaal wenselijke antwoorden. Het zijn antwoorden die wij met z’n allen graag willen horen. Neen, van dergelijke lijstjes geloof ik geen sikkepit.

     

    Maar er zijn toch ook verzamellijstjes, werpt u tegen, die een getrouw en tegelijk objectief beeld geven van de situatie hier en nu? Neem nu de klassieke cijferlijsten die wij nog kennen uit onze schooltijd welke de vorderingen van leerlingen op een aantal fronten weergeven. Wat is daar mis mee? (U merkt dat ik van de weeromstuit plechtig begin te schrijven.)

     

    U had mij niet harder kunnen treffen. Nota bene cijferlijstjes! De meest perfide verzameling leugens! Uw opmerking verwondt mij tot op het bot en vraagt derhalve om een adequate reactie mijnerzijds. Daarom laat ik u hieronder zo’n cijferlijstje zien. Om alle schijn van partijdigheid te vermijden is het er een van mezelf, uit de vierde klas van de Mulo. MULO staat voor Meer Uitgebreid Lager Onderwijs. Het meer uitgebreide sloeg ook op het aantal vakken dat je kreeg. Bijna te veel om op te noemen.

     

    Op het eerste rapport van de vierde klas Mulo-A staat links een aantal vakken met daarnaast een cijfer dat een beoordeling pretendeert van mijn vorderingen op dat vak in het tijdvak van begin september tot kerstmis. Onderaan heeft mijn vader met zijn fraaie handtekening het oordeel bekrachtigd. Enkele roestige nietjes zorgen ervoor dat de jaarcijfers geen eigen wegen gaan bewandelen. De docent Nederlands schatte mijn kennis en vaardigheden in de Nederlandse taal (inclusief letterkunde waarschijnlijk) op een zes. Een zes!! (Nota bene voor iemand die honderd jaar later blogjes zou gaan schrijven!!) En het allerergste is het cijfer voor het vak tekenen. U ziet het goed: een 5. Een vijf in rood! Want, zei de directeur voor de volledigheid: “Een onvoldoende wordt met rode inkt in je rapport geschreven! Onthoud dat!”


    Waarom dit rode, naar bloed verwijzende, van schande sprekende accent? Om mij nog maar eens goed onder de neus te wrijven dat dit echt een onvoldoende is. Eerlijk waar: het is de enige onvoldoende die ik ooit op een middelbare school in Nederland en daarbuiten heb gekregen. En nog wel voor tekenen, een vak waar ik later achten en zelfs negens voor haalde!


    Het komt door een tragisch misverstand. De tekenleraar, meneer H. zaliger, achtte het bewezen dat ik bij het tekenen van een cirkel gebruik had gemaakt van een passer, wat ten strengste verboden was. Ik ontken het tot op de dag van vandaag. (k had het namelijk met twee s[pijkers en een touwtje gedaan.) was. s voor haalde! ederland en daarbuiten heb gekregen. tendeertIk had het namelijk met twee spijkers en een touwtje gedaan.) De betreffende tekenleraar schonk mij daarop de eerste en enige onvoldoende ooit. Sinds die dag haat ik cijferlijstjes als de pest. En in hun voetspoor de lijstjes met naar onbekende eilanden en oorden mee te nemen voorwerpen.

     





    19-05-2010, 18:13 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:cijfers, cijferlijst, schoolsucces, onvoldoendes
    06-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Declamatie-opstel-opzet

    Voor het vak Nederlands op mijn MULO-examen in 1956 was het opstel een verplicht onderdeel. Ik heb toen het verhaal opgeschreven van mijn eerste (en enige) deelname aan een declamatiewedstrijd: een wedstrijd wie het best een gedicht kon voordragen. Voor het opstel heb ik destijds een opzet gemaakt. Die vond ik onlangs tussen de oude paperassen terug. Om u even te laten zien.

     

    Onderwerp no. 4. Ik moest voor het eerst declameren.

     

    (1) Wanneer? Juli 1953 in Varsseveld (een klein dorp in Oost-Nederland) tijdens voordrachtswedstrijden uitgeschreven door het CJMV. (Verbond van Christelijke Jonge Mannen)

    (2) Wat voor soort gedicht? Het was een komisch gedicht van een man die een motor-met-zijspan had gekocht en zijn buurman liet meerijden. Jammer was dat hij vergeten had een bodem in de zijspan aan te brengen, zodat de buurman lopen moest.

    (3) Hoe ik me eronder hield? Ik was erg zenuwachtig. Want toen ik een briefje moest trekken om de volgorde waarin we zouden declameren te bepalen, trilde ik op mijn benen. Ik kende het gedicht wel van buiten, maar ik durfde het niet zonder boekje te doen. Een jongen vóór mij, die met veel branie zijn gedicht uit het hoofd opzei, bleef halverwege steken en verdween in de zaal. Ik was het laatst aan beurt, namelijk nummer zeven. Ik had bemerkt dat de andere deelnemers strak naar de jury keken, daarom probeerde ik de hele zaal door te kijken, wat me tamelijk gelukte.

    (4) Reacties van het publiek. Omdat er nogal veel jongens in de zaal waren uit mijn dorp, kreeg ik bij mijn opkomst op het toneel een applaus, wat me erg goed deed. Na het komische einde barstte het jeugdige publiek dan ook in een luid gelach los. En zelfs de oudere juryleden konden een glimlach niet verbergen.

    (5) Resultaat. Aan het eind van de middag werd het resultaat bekend gemaakt. Toen de voorzitter zei dat een bekend spreekwoord gezegde hier waarheid geworden was, kreeg ik al een beetje hoop, want ik dacht aan: ‘lest best’. En zowaar, het kwam werkelijk uit. Temidden van alle aanwezigen werd mij een prijs uitgereikt, een zaklantaarn. De spreker hoopte dat ik hem nog lang zou gebruiken en dat is uitgekomen ook, want ik heb hem nu nog en gebruik hem ook nog. En ik denk nog vaak terug aan de middag waarin ik mijn eerste declamatiepoging deed die zowaar met een eerste prijs beloond werd.  

     

    Dit is dus niet het examen-opstel, maar de opzet ervan. Hoe het uiteindelijke opstel er uitzag, weet ik niet meer. Ook niet welk cijfer de examencommissie er voor over had.


    -----------------------


    Nootjes bij de fotootjes:

    (1) zó zag Terra er destijds uit.

    (2) Deel van het oorspronkelijk (geschreven) manuscript.



     





    06-05-2010, 16:08 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:opstel, opzet, Nederlands examen, MULO-examen 1956
    28-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rechts en links - handig en draaiend
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Rechts en links, rechts- en linkshandig, rechts- en linksdraaiend: allemaal fascinerende onderwerpen. Vooral als er verder niets onder de zon is waarover je geacht wordt je mening te geven. Waarom bestaan er mensen die uitgesproken linkshandig zijn? Waarom hebben we het over rechtsdraaiende yoghurt? Waarom kunnen sommige toch wel handige en rechtschapen lieden onmogelijk een spijker in een plank slaan met hun linkerhand? Waarom lopen de atleten hier bij ons op het plaatselijke sintelbaantje hun rondjes tegen de wijzers van de klok in? Waarom sla je bij het pootje-over schaatsen altijd je rechter schaats over je linker en nooit andersom? Voor u een vraag en voor mij ook.

     

    Iets wat mij ieder jaar zeer verbaast is dat de links- of rechtsdraaierigheid niet alleen voor yoghurt geldt, maar zelfs ook voor plantaardige wezens van wie niemand ooit zou verwachten dat zij enig richtinggevoel zouden hebben.

    Ieder jaar, op 30 april (maar dat is toeval), kunt u mij in mijn moestuin aan het werk zien met mijn bonenstaken. Op 60 centimeter van elkaar zet ik paren van staken, telkens twee tegenover elkaar. Ik buig ze enigszins naar elkaar toe en verbind hen met losse staken waarvan ik een bruggetje of een overspanning maak. Maar het bijzondere komt pas later.

     

    Daar waar de bonenstaak de grond raakt, rondom elk van hen, drukt mevrouw Terra - u weet wel: die met de groene vingers - voorzichtig haar boontjes in de grond. En als de temperatuur en de vochtigheid meewerken – boontjes houden van vochtige en warme grond – steekt binnen enkele dagen een slank groen stengeltje zijn kopje uit de grond. En dan voltrekt zich het wonder! In hun streven op te groeien in de hoogte zoeken de slanke stengels steun bij de staken. De uiteinden wikkelen zich als vanzelf om de ronde stokken. Zij doen dat rechtsdraaiend! Soms knoop ik een loshangende stengel, die de weg kwijt is, met een vliegertouwtje vluchtig aan de staak vast, maar echt nodig is dat bijna nooit. Als door een wonder gedreven slaat de bonenstengel zich soepel, steeds rechtsaf slaand, om de stok en houdt zich met zijn tentakels stevig vast. Steeds hoger: het gaat crescendo. Totdat het eind van de stok is bereikt. Dan wappert het dunne boveneinde een beetje in de wind. Ondertussen vormen de stengels een stevige groene balustrade waaraan straks de bloemen en de vruchten, de peulen, de snijboontjes of de slabonen verschijnen.

     

    Ooit heb ik geprobeerd een paar bonenstengels te leiden. Dat wil zeggen ik voerde ze met mijn handen rond de staken en maakte ze hier en daar vast. Ik deed het met de beste bedoelingen, want ik wilde hen vastigheid in het leven geven. Maar mijn grootste fout was het ontkennen van de juiste draairichting. Ik leidde de stengels linksom, tegen de wijzers van de klok, langs de staken naar boven. Daar gingen dat jaar bijna al onze bonen-aan-staken aan dood. Hun stengels braken en zij raakten volledig de kluts kwijt. Dat kwam niet door de droogte of door de wortelknagend ongedierte in de grond. Het was mijn eigen domme schuld. Ik had kunnen weten dat ook bonen een zulke mate van intelligentie hebben dat ze precies weten welke kant ze bij het klimmen op moeten. Ze oriënteren zich daarbij op de gang van de zon langs het zwerk. Ze gaan zoals het hoort: rechtsdraaiend. Zo slim zijn bonen.


    28-04-2010, 18:52 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:rechtsdraaiend, linkshandig, bonen, bonenstaken, moestuin
    21-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ma's kruissteken

    Kruissteken met dubbel-s in het midden. Niet dat u denkt dat Ma haar gebed opende en afsloot met de vluchtige rechterhandbeweging waarmee je een kruisje slaat. Daarvoor was zij teveel protestant, hoewel ze af en toe wel enige voorliefde of op zijn minst interesse toonde voor katholieke rituelen als knielen, kruistekens slaan, een askruisje halen en (op Kerstmis) kindje wiegen. Ik herinner mij nog als de dag van gisteren hoe Ma en ik door de snerpende vrieskou om vier uur in de ochtend naar de nachtmis in B. gingen om daar de kerstrituelen in ogenschouw te nemen. Het was maar goed dat onze katholieke slager, aldaar aanwezig, Ma ontdekte en haar een zitplaats aanbood, anders hadden we de gehele mis tussen het gewone volk achterin de kerk moeten staan. Dat ‘gewone volk’ is een grapje van mij, want Ma had er geen enkel bezwaar tegen om bij het gewone volk te horen. ‘Je iets verbeelden’ of ‘je ergens op vóór laten staan’ zijn werkelijk wel de laatste zaken waar je aan denkt als je het over Ma hebt.

     

    Kruissteken met dubbel-s horen thuis in de wereld van de nuttige handwerken met een artistiek randje; de fascinerende wereld van smyrnakussens, telpatronen, borduurwerkjes, merklappen en antimakassars. Je moet streng in de leer zijn, hetgeen in deze context betekent dat je secuur en nauwkeurig moet kunnen werken. Je hebt er een stramienachtige ondergrond voor nodig, strengen garen in vele kleuren en natuurlijk naald en draad. Een kruissteek, zo heb ik mij laten vertellen, is in de borduurwereld wat één-recht-één-averecht is bij het breien: een basisbewerking zonder welke borduren (of breien in het tweede geval) volstrekt ondenkbaar is.

     

    In den beginne is er de volledig blanco ondergrond, het gekleurde borduurgaren en het borduurgereedschap. Ooit heeft Ma een voorbedrukt stramien gebruikt, maar dat was eens maar nooit weer. Een rood kruisje op een ondergrond-in-dezelfde-kleur borduren kan immers iedereen, daar is geen kunst aan.

    Hoe Ma begint? Ergens in het lege veld slaat zij om zo te zeggen eerst een paar piketpaaltjes: zij zet met donker garen op vaste afstanden hier en daar een beginkruisje. De juiste plaats bepaalt zij door eenvoudig te tellen. Daarna verbindt Ma de beginkruisjes met elkaar zodat er vormen, lijnen, vierkanten, recht- en veelhoeken ontstaan. Symmetrie mág, maar hoeft niet per sé. Liever niet. Soms begint zij met twee diagonalen. De zo ontstane door kruissteken afgebakende vormen  worden vervolgens opgevuld  zodat er veelkleurige vlakken ontstaan. Wanneer het gehele stramien gevuld is, werkt Ma het geheel af met een gehaakt randje. Het eindresultaat kan van alles zijn: een lopertje op tafel, een kussenovertrek, een vloerkleedje, een antimakassar op de stoelrug of een wandversiering.

     

    Af en toe liepen Ma’s borduurwerkjes uit de hand. Vooral toen ze bij het hoofdstuk vloerkleedjes aangekomen was. Overal in haar kamer in het verzorgingstehuis waar ze aan het eind van haar leven woonde, lagen haar vloerkleedjes. Het waren er tenslotte zoveel dat we er wat van zeiden. Bijvoorbeeld dat ze gevaarlijk waren: ‘Straks val je erover en breek je je heup of nog erger!’ Wat dan weer een typisch Ma-antwoord opleverde: ‘Nee hoor, dat zal mij niet overkomen, dat is immers nog nooit gebeurd’, waarna de discussie gesloten was.

    Ma bewoonde de naar haar zeggen mooiste kamer van het verzorgingstehuis (toen nog rusthuis geheten). Dat was de kamer naast de centrale ingang. Om beter te kunnen zien wie er in- en uitging, zat Ma graag op de leuning van haar stoel bij het raam. Af en toe zwaaide ze vriendelijk naar een passerende kennis. Onder de stoel stond haar borduurmandje met het opgerolde half-affe kleedje en de strengetjes wol. Toen ze hoogbejaard was geworden, kwam als vanzelf het ogenblik dat het kleedje niet meer afgemaakt werd. Het zou voor altijd on-af blijven.








    21-04-2010, 20:30 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Tags:borduren, borduurwerk, Ma, familieverhaal
    15-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kleurrijk onderonsje

    Vanmorgen om een uur of tien was het weer zover. Onze drie topsy-turvy’s, de drie gratiën noem ik hen vaak liefdevol, of de barmhartige drieëenheid vanwege de vele goede werken die ze uitvoeren, maar u weet nu wie ik bedoel. Op bepaalde ochtenden komen ze bij elkaar, bij ons in de keukenvensterbank, om de stand van zaken door te nemen. Wannéér ze komen is voor hen een weet, maar voor ons een raadsel. Soms is het iedere dinsdag, maar soms duurt het weken voordat ze iets van zich laten horen. Wat wel zeker en vast is, is de plaats van samenkomst. Dat is altijd in de vensterbank, op de tegeltjes, in het ochtendzonnetje als die tenminste zo goed is om te schijnen. Dat was vandaag het geval.

     

    Opvallend aan onze drie turvies is hun kleurrijke kleding. Niet alleen veelkleurig qua aantal, maar ook qua kwaliteit en dan bedoel ik het passend samengaan van kleur. Zoals de middelste dame die slechts enkele tere kleuren nodig heeft om er fantastisch uit te zien. Kleren maken de man, maar kleuren maken de vrouw, zoveel is zeker.

     

    Vandaag overlegt het drietal over de kleur van nieuw aan te schaffen kussens op de logeerbedden. Twee opties liggen voor hun voeten en nu komt het er op aan te besluiten welke kleur het wordt. Wordt het een vlammend paars of toch maar liever een decent oker? Met tal van steekhoudende argumenten worden de voors en tegens tegen elkaar afgewogen. Totdat de teerling is geworpen en de keuze is gemaakt. Vaak wordt met algemene stemmen besloten, maar een enkele keer blijft men het oneens en dan beslist de majoriteit, waarbij twee altijd nog meer is dan één en dus de doorslag geeft. Eén keer is het gebeurd dat alle drie de dames iets anders wilden. Toen moest de dobbelsteen eraan te pas komen. Wie het eerste zes gooide kreeg haar zin.

     

    Dat zijn uitzonderingen. Smaken verschillen, maar met liefdevol uitgewisselde argumenten kom je een heel eind. Zo ook deze morgen. De drie besluiten eenstemmig dat de kussens knalgeel worden. Het is niet mijn keuze, maar dat is hier niet aan de orde. Hun wil is wet.




    15-04-2010, 22:02 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:kleur, kleurrijk, topsy-turvy
    07-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aftreden

    Voor hoogwaardigheidsbekleders geldt dat er een tijd is van aantreden en een tijd van aftreden. Sommigen, de heel hoogwaardigen, kunnen dat tijdstip zelf bepalen. Onze Koningin der Nederlanden kan, net als haar collega in Brittannië, zelf besluiten wanneer zij haar troon en kroon over doet aan haar zoon en opvolger. Maar die keuzevrijheid is slechts weinigen gegeven. Meestal zijn het wetten en regels die voorschrijven wanneer wij mogen komen en op welk tijdstip wij vriendelijk doch dringend worden verzocht op te stappen. De heren Leterme en Balkenende mogen dan wel denken dat hun premierschap eeuwig duurt, maar dat is toch een vergissing (sprak de oppositie).

     

    Net zoals er een tijd van aantreden en aftreden is, is er een tijd van maaien en zaaien. Daarvoor heb je een goed voorbereid zaaibed nodig. Nu, in het voorjaar, met de zomerklok op tijd gezet, gaan wij in onze groentetuin aan het werk. De eerste grote klus is het bouwrijp maken van de grond. Bemesten, spitten, hakken, schoffelen, harken en sjouwen met de kruiwagen zijn dagelijks voorkomende werkwoorden. Op een van de foto’s ziet u de eerste voor. Eerst gooien wij de harde, stoffige bovenlaag van vorig jaar, met de onkruiden die de winter hebben overleefd, onderin de nieuwe voor, waarna wij zacht geurende, oude koemest toevoegen. Met de schop verplaatsten wij, al omkerende, grond van de ene naar de andere plek. Net zolang tot ons hele veldje, korrelig en van het meeste onkruid ontdaan, ligt te wachten op het nieuwe zaad, dat straks in de warme, rulle grond geen moeite heeft met ontkiemen.  

     

    Zo’n eerste nieuwe voor leg je niet zomaar op het oog. Nee, je meet precies waar je moet beginnen en eindigen. Niet met je meetlat, waterpas of meetlint. Wij doen dat van oudsher met de beproefde methode van het aftreden. Met de klomp als meeteenheid. Wij beginnen aan de rand en zetten onze klompen tegen elkaar aan. Tellen tot acht en precies op dát punt begint de voor. Hetzelfde doe je aan de andere kant. Wanneer je nu de twee punten met behulp van waslijndraad aan elkaar verbindt, kun je een beginvoor maken die aan rechtheid niet te overtreffen is.

    Alles goed en wel, zult u zeggen. Maar wat een gedoe! Heb je daar wel tijd voor?

     

    En dan? Dan komen de derde en vierde Paasdag met hun heerlijk voorjaarsweer. Weer om te planten en te poten. Weer om te schoffelen en te spitten. Weer om te genieten. Kijkt u maar eens hoe mooi onze moestuin er nu bijligt!

     








    07-04-2010, 14:09 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    Tags:voorjaar, moestuin, beginvore, aftreden
    30-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Digitaal vasten

    Wat denkt u, kunt zonder een computer? Kunt u zich een leven voorstellen zonder hardware en software, zonder internet en email, zonder getwitter, gechat en gehyves, een bestaan zonder ipod, usb-stick, monitor, externe harde schijf en powerpoint? Ik vraag maar. Kunt u nog een vulpen hanteren en daar een brief (in inkt op papier) mee schrijven, of bent u helemaal overgeleverd aan uw met twee vingers getypte Worddocumentje dat u laat verschijnen op uw schermpje en dat u straks gaat printen en versturen? Of meteen als bijlage in een mail meesturen, dat is natuurlijk nog veel handiger. (Om uw vraag vóór te zijn: zelf ben ik langzamerhand volslagen overgeleverd aan de digitaliteit. Behalve als het om het lezen van teksten gaat, dat doe ik nog steeds het liefst van écht papier.)

     

    De eerste keer dat ik persoonlijk met een computer van doen kreeg, was eind jaren 70 van de vorige eeuw. Ik was tweedejaarsstudent aan de universiteit van Nijmegen en zat af en toe in de computerzaal van het Erasmusgebouw. De computer zelf, een mainframe bakbeest met de omvang van een complete studiezaal, stond in een aparte ruimte op dezelfde verdieping. Wij hadden alleen maar een toetsenbord onder onze vingers en een monitor voor onze ogen. We hadden ook al een paar programma’s: een ingewikkeld mathematisch programma om  nog ingewikkelder rekensommetjes te kunnen maken en een tekstverwerkingsprogramma waarmee je een onderzoeksverslagje kon schrijven. Het besturings-programma was te vatten in drie letters: DOS.  Printers waren er niet. Als je wat te schrijven had deed je dat en na een paar uur kon je in het grote universitair rekencentrum (vijf minuten fietsen) uit een bak zo’n kettingformulier halen waar je tekst op stond. Alsof het gedrukt was.

     

    Niet veel later had iedereen de beschikking over een personal computer, waardoor je onafhankelijk werd van de grote universiteitscomputer. De ontwikkeling verliep zo snel dat je moeite had om alle vernieuwingen bij te houden. Maar nog steeds herinner ik mij de Dell-laptop die ik op zeker moment op mijn bureau had staan. Met een spreadsheat-programma CALC, een tekstverwerker WordPerfect (versie 4.1) en Powerpoint versie Nul waarmee je mooie presentaties kon maken. Bijzonder was dat de kleine laptop een ingebouwde printer had met een rol thermisch papier.

     

    In diezelfde 80-er jaren viel mijn oudste zoon voor de Commodore 64 en mijn jongste zoon voor diens opvolger: de Amiga. Fantastische apparaten waarmee je uren, nee dagen zoet was. Zelf speelde ik er biathlon mee, een onderdeel van de spelletjesreeks Olympic Winter Games. (Ik had virtuele kasten kunnen vullen met gouden medailles die ik daarmee heb gewonnen. ) Je kon de Commodore ook aansluiten op je tv-scherm beneden en daar getweeën met  joysticks goed zichtbaar op het tv-scherm ijshockey spelen.

    Toen al bleek dat de zonen computerdeskundigen in de dop waren. Binnen de kortste keren wisten ze alles tien keer beter dan hun vader. Zo gaat dat meestal met vaders en zonen.

     

    Momenteel barst het bij ons thuis van harde en softe waren. Veel zaken die helemaal niet zo onmisbaar zijn als ze lijken. En daar bovenop komt het gevoel dat we, gezien de onophoudelijke snelle ontwikkeling, ergens toch de boot missen.

    Misschien wordt het tijd voor een retraite. Een vastenvrijdag mét vis en zónder computer. Of een digitale ramadan? Overdag je weblogje schrijven met pen en inkt en een bijbehorende foto schieten met je oude vertrouwde analoge camera. Het geheel ’s avonds na zonsondergang, feestelijk met een glaasje wijn of een pintje bier, digitaal versturen. Of schiet je daar ook niets mee op?






    30-03-2010, 19:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:computers, verslaving, tekstverwerking, hardware, software
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs