Wie zoals ik geboren is in
een dorp waar de landsgrens dwars doorheen loopt, staat er niet meer bij stil
wanneer iemand met één been in Duitsland en de andere in Nederland gaat staan. Bij
ons kan dat. De grens is een vast bestanddeel in ons bestaan en we worden er
alleen warm of koud van wanneer van hogerhand besloten wordt de looprichting te
veranderen. Dat was in 1949 het geval, toen een stukje Duitsland aan Nederland
werd toegevoegd en in 1961 toen het correctiebesluit weer ongedaan werd gemaakt
en de Bondsrepubliek zijn stukje land compleet met bebouwing en inwoners (rond
500) terugkreeg.
Waar de bewoners van ons
grensdorp altijd zenuwachtig van worden is de factor prijsverschil. Wanneer
bijvoorbeeld een half pond boter in Nederland twee keer zo duur is dan in
Duitsland, (ik geef maar een voorbeeld,) dan raken wij van de kook. Wij hebben
dan de neiging in Duitsland duizend kilo van het goedje in te slaan en dat
later in Nederland voor een zacht prijsje met een vette winst van de hand te doen.
Het illegaal verplaatsen van goederen van het ene naar het andere land noemen
wij smokkelen. En wij glimlachen er bij omdat het zon aangename inkomstenbron
is. Tenminste, als de commiezen er geen stokje voor steken.
Ik geef schoorvoetend toe
het is geen reden om trots op te zijn dat ik ook wel eens gesmokkeld heb. Als
10-jarige jongen bracht ik wel eens boter en koffie naar familie die een paar
kilometer over de grens in Duitsland woonde en die wel eens weer trek had in
een lekker bakje plus een krentenboterham met goede, échte, boter. Ach, zei
mijn moeder geruststellend, de commiezen laten zon jongen als jij wel lopen.
Commiezen, douanebeambten,
douaniers, wat u maar wilt, waren geüniformeerde overheidsdienaren die moesten
zien te voorkomen dat goederen zonder papieren, clandestien, illegaal en
ongelimiteerd de grens passeerden. Je had bij ons zowel Duitse en Nederlandse
commiezen.
De commies op de fotos is in
Duitse dienst. Hij tuurt, met een typisch Duits petje gewapend, door zijn
verrekijker de weg af om te zien of er een smokkelaar met verdachte waren de
hoek om komt. Hij is klaar om in actie te komen en bereid om tot aanhouding
over te gaan. De smokkelende dorpsgenoten hebben echter ook een aantal manieren
om iemand om de tuin te leiden. Zij laten zich niet kennen, vinden een
sluipweggetje en leveren hun waren op afgesproken plaatsen af. Later vertellen
zij honderduit over hun grootse prestaties bij het misleiden van de douaniers. Totdat
er in de krant een keer het bericht staat dat onze geachte dorpsgenoot H. te K.
betrapt is op het onrechtmatig over de grens brengen van zestig pond bohnenkaffee en door de rechtbank in
Arnhem is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en een boete van
duizend guldens. Op die momenten lachten de commiezen.
Waarschijnlijk is het u niet
eens opgevallen, maar de commies heeft zijn verrekijkertje verkeerd-om. Hij
ziet alles heel ver weg en dat schiet ook niet op. Het is een grapje van de
kunstenaar die de beelden langs de grens heeft gemaakt. Hij heet Jürgen Ebert en
woont in Bocholt. Hij heeft gevoel voor humor.

|