Vóórzorgen is een mooi
werkwoord, veel mooier dan het overdreven voorzorgsmaatregelen treffen. Je
wilt een zich mogelijk voordoende onheilvolle situatie de baas zijn en daartoe
bedenk je in de eerste plaats wat die schrikwekkende situatie wel niet zou
kunnen zijn (brand, een ongeval: van zes meter hoogte van de ladder vallen, een
natuurcatastrofe, ongenode gasten die drie weken komen logeren) en ten tweede
bedenk je voor elk van die noodsituaties een passende reactie, een
rampscenario, een rampenplan. Op deze manier proberen we het leed dat de ramp ongetwijfeld met
zich mee zal brengen althans enigszins te verzachten.
Een van de sprekendste
voorbeelden van rampspoed waarop je je zou kunnen voorbereiden, is brand
tengevolge van blikseminslag bij een plaatselijk onweer. Ik herinner mij nog
vaag uit mijn kindertijd hoe ons moeder ons bij zwaar onweer uit bed trommelde,
en ons vroeg ons aan te kleden. Gekleed en wel zaten wij dan in een verduisterd
vertrek de tijdsduur te tellen tussen bliksemflits en bijbehorende, knetterende
donderslag. Ergens, wisten wij, stond een klein kistje waar wat geld,
trouwboekje en paspoorten, de polis van de brandverzekering, plus de weinige kroonjuwelen
van ma in zaten, gereed om meegenomen te worden in geval van nood.
Het typerende van een ramp is
dat hij je altijd onverwacht en onvoorbereid treft. Bij het opstellen van een
rampenplan en een rampscenario dat doe je meestal achteraf, in een tijd van rust en vrede, bij
het dempen van de put, als het kalf al lang is verdronken denk je erover na wat
er allemaal kan gebeuren en hoe daarop adequaat te reageren. Daarbij heb je
verbeeldingskracht nodig, want je kunt natuurlijk niet in werkelijkheid twee
tankwagens met uiterst gevaarlijke stoffen op de A26 met elkaar in botsing
laten komen. Wat er precies gebeurt bij een échte ramp - zoals een aardbeving,
een watersnood of een tsunami - overstijgt onze verbeelding vele malen.
Ik geef toe dat ik heel ambivalent
tegenover een rampscenario sta. Daarbij maak ik een onderscheid tussen rampen
die óns en welke ánderen kunnen treffen. Een redelijke stem in mij zegt dat het
in het laatste geval verstandig is van tevoren na te denken over hoe te
handelen bij mogelijke calamiteiten. Ieder redelijk denkend verzorgingstehuis
weet wat te doen in het geval dat de bewoners plotseling geëvacueerd moeten
worden. Aan de andere kant beweer ik dat, als het jezelf betreft, een
rampscenario geen zin heeft:je kunt
onmogelijk op alles voorbereid zijn. En bovendien, in tijden van nood vergeet
je alle rationeel bedachte voorzorgsmaatregelen en doe je wat je hart je
ingeeft om te doen.
Er komt nog iets bij. Soms
denk ik wel eens dat het de goden verzoeken is. Zon rampscenario opstellen
bedoel ik. Het lijkt wel of de duvel ermee speelt. Heb je net een scenario
klaar voor het geval er iets ergs gebeurt, gebeurt dat erge de volgende dag.
(Zonder rampscenario, denk je, was er niets gebeurd.)En een ander voorbeeld: net als het
rampscenario na veel wikken en wegen met algemene stemmen is goedgekeurd,
gebeurt er een ongeluk waar het verse scenario niet op van toepassing blijkt te
zijn. Of waarbij pijnlijk duidelijk wordt dat zaken die er écht toe doen over
het hoofd zijn gezien. Dan kun je maar beter helemaal geen rampscenario hebben.
De volgende ochtend vraagt
mijn vrouw: Stel dat er hier brand uitbreekt. Wat zou jij het eerst in
veiligheid brengen? Waar denk je aan? Ik zeg: Nergens aan, want sinds er geen
lucifers meer in huis zijn omdat er niemand meer rookt, is de kans nihil dat er
brand uitbreekt. Nou, zegt ze, ik weet het wel, het eerst moeten de fotoalbums
in veiligheid worden gebracht. Goed, besluiten we, dan is hierbij punt één
van ons rampscenario afgehandeld. Wíe voor de albums zorgt als het zover is, dat
zien we dán wel.