terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    25-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soete Suikerbollen


    Wij schrijven het jaar 1949 en ik zit in de vierde klas van de lagere school. Het is vrijdagmiddag: zonder twijfel de fijnste middag van de schoolweek.

    Zo’n vrijdagmiddag begint met tekenen. Niet op losse vellen, maar in een tekenschrift. Meester K. heeft geconstateerd dat mijn tekenschrift – witte bladzijden met zo’n doorschijnend velletje er tussen - tot op de laatste bladzijde en tevens tot in alle hoeken gevuld is en overhandigt mij een nieuw, nadat hij er op de voorkant met vulpen mijn naam op heeft gezet.

     

    Nadat de klas een half uurtje ijverig heeft getekend, wordt er gezongen. Geestelijke en vaderlandse liederen. Soms een liedje over de winter of over varen met een bootje. De betekenis van de gezongen woorden en zinnen ontgaat ons volkomen, maar daar gaat het ook niet om. Wij zitten rechtop met de armen over elkaar en overtreffen elkaar in toonhoogte en volume. Ik kijk gefascineerd naar meester K. die ons begeleidt op zijn viool. Maar pas op! Kinderen op de eerste banken die van plan zijn uit de band te springen, kunnen een mep met de strijkstok tegemoet zien, want meester K. is bij vlagen kort aangebonden. Mijn buurman A. bromt maar wat mee, maar ook voor hem is dit een geslaagd uur. Want meester K. zegt nooit dat hij er niets van kan, wat hij met rekenen en schrijven wel doet.

     

    Plotseling is het zanguurtje voorbij. Meester K. draait de haren van zijn strijkstok losser en legt viool en strijkstok in een zwarte doek en vervolgens in een kist. Dan pakt hij zijn voorleesboek.

     

    Meester K. heeft  een voorliefde voor de boeken van W.G. van der Hulst. Bijvoorbeeld Willem Wijcherts of Jaap Holm en zijn vrienden. Onvergetelijk voel je mee met de arme Jaap wiens vader in deze strenge winter een centje bijverdient als baanveger. Favoriet is de serie In de Soete Suikerbol. Zeven boekjes die het verhaal vertellen van de dikke bollenbakker en zijn magere, dunne vrouw die behept is met een recht-fobie. Alles wat maar een beetje scheef hangt of staat, zet zij recht. Zelfs het wapen van de koning uit het Noorderland dat juist bedoeld is om scheef te hangen.

     

    Sonoor klinkt meester K’s stem door de klas. O, die heerlijke voorleesuren! Zonder twijfel het hoogtepunt van de week: niets te hoeven doen dan te luisteren. En zelfs dan kun je altijd nog je gedachten laten gaan en je eigen verhaal bedenken. Wij laten ons de verhalen van de bakker aanleunen en genieten met volle teugen. Ook de meester geniet. Dat kun je horen aan zijn stem. Hij hoeft ook niet rond te kijken of iedereen wel bij de les is.

     

    Vandaag horen we dat de bakker honderd suikerbollen moet bakken voor de koning. “Zijn bolle wangen glommen van de warmte en van de pret …. En de bollen moesten lekker zijn, zó lekker als hij ze nog nooit gebakken had ….  En hij maakte mooie balletjes deeg klaar, met boter en rozijnen en amandelen en sukade en vanille en nog veel meer lekkers.”

    Langzamerhand, na diverse vrijdagmiddagen, ben ik er achter gekomen wat bollen zijn. Het zijn dingen om te eten. Maar in onze streek is het woord bol als iets om te eten onbekend. Bossche bollen kennen wij niet. Bollen zijn voor ons kleine ronde stammetjes hout. Of mannelijke koeien. Bollen die je kunt eten noemen wij pufferkes.

    De bollenbakker bakt één bol extra. Daarin kneedt de bakker een grote denappel. Die is voor zijn knechtje Louw die een tijdje geleden een hond een stukje worst gegeven heeft waar een steentje in zat. “Louw, we zullen je krijgen!” denkt de bakker. En wij met hem.

      

    Meester K. kijkt even op zijn horloge. Tien voor half vier. Hij merkt dat er net tijd is om dit hoofdstuk uit te lezen. Van der Hulst Sr. is een begenadigd kinderboekenschrijver die precies weet hoe je een hoofdstuk spannend moet afsluiten. Als hij weer een hoofdstuk uit heeft, slaat de meester heel langzaam het voorleesboek dicht. Hij zucht en hetzelfde doen wij. Van spijt. Want nu duurt het weer een volle week tot we weten hoe het verhaal verder gaat.

     







    25-07-2010, 21:18 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:voorlezen, lagere school, suikerbollen, W.G. van der Hulst, kinderboeken
    06-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Familiaire bedgeheimen


    ‘Vanmiddag gaan we met zijn allen naar de fotograaf’ zei mijn moeder. ‘Iedere oom en tante in de familie heeft een prachtig familieportret laten maken. Wij nog  niet, maar vanmiddag is het zover. Hier heb je twee kwartjes voor de kapper en zeg tegen hem dat hij je haar mooi kort knipt.’

     

    Op de eerste foto ziet u het middaglijke resultaat. Pa en Ma en hun vijf kinderen, variërend in de leeftijd van 16 (oudste zus) tot 3 jaar (jongste broer). Ikzelf zit in mijn zwart/wit gestreepte linnen boevenpakje links beneden tussen Pa en hond Johnny. Aan de andere kant van Johnny zit mijn jongere broer.

     

    Lang geleden. Van de zeven mensen op de foto zijn er op het moment dat ik dit schrijf nog drie in leven. Behalve ikzelf mijn jongste broer en mijn jongste zus. Het is een van de weinige foto’s waar we allemaal samen op staan. Zowel mijn vader als ik waren/zijn fanatieke amateurfotografen, maar zoals wel vaker hielden/houden ze er niet zo van zelf gefotografeerd  te worden.

     

    De kinderen op de foto verschilden onderling ongeveer drie tot vier jaar in leeftijd. Weinig, maar u weet dat zoiets in je kinderjaren een mensenleven betekent. Met mijn broers en zussen had ik relatief weinig contact, simpel omdat ze zoveel ouder of jonger waren en hun eigen vriendenkringetje hadden. We konden heel goed met elkaar overweg, maar een hechte broer/zus of broer/broer-relatie was er niet.

     

    Soms werd je wel gedwongen met elkaar contact te hebben en met elkaar op te trekken. Bijvoorbeeld in het laatste jaar van de oorlog toen ons dorp een tijdje in de vuurlinie kwam te liggen en wij ’s nachts in de kelder sliepen. Wij sliepen gevieren – mijn pas geboren jongste broertje was ondergebracht bij de buurvrouw omdat ma ernstig ziek was – enkele nachten in de aardappelkist. Twee aan twee met de benen naar elkaar toe.

     

    Later hadden we elk een eigen slaapplek. Een eigen kamer met een eigen bed. Maar soms sliepen mijn broertje en ik samen in een groot tweepersoonsbed. Dan kwam Ma ons ’s avonds instoppen. Soms vertelde ze een verhaaltje dat wij, omdat ze het zo vaak vertelde, bijna van buiten kenden. Dan liet ze ons een avondgebed bidden – Heer, o houd ook deze nacht over mij getrouw de wacht – en streek ons over onze bol. Ze deed het licht uit en sloot de deur achter zich.

     

    Dan kwam het uur van de bedspelletjes die mijn broer en ik speelden. We gaven elkaar raadsels op. Het is hier in de kamer en het begint met de letter K. Ra, ra, wat is dat? We reciteerden liedjes en gezangen die we van de juffrouw op school uit ons hoofd moesten leren. Of we vertelden elkaar wat we die dag bij aardrijkskunde hadden geleerd. Ik leerde mijn broer welke plaatsen je allemaal in Zeeuws Vlaanderen kon tegenkomen: Oostburg, Sluis, Terneuzen, Hulst, Axel. Dat soort bedspelletjes.

     

    Het favoriete bedspelletje was het noemen van alle kinderen die bij jou in de klas zaten. Zij zaten in houten tweepersoonsbanken, vijf of zes achter elkaar, in drie of vier rijen. De klassen waren erg groot in die dagen.

    En dan begon het noemen van de namen. Tweede rij: vooraan Jan de Braam en Kees Weiland. Daarachter Marietje van de Reisakker en Karla Wetering, daarachter …. Mijn broer probeerde de namen en zitplaatsen van alle kinderen uit mijn klas te noemen en ik deed hetzelfde met zijn klasgenoten. Soms maakten we het erg moeilijk: wie zit er in mijn klas in de derde rij in de vierde bank? Dat was Jan Balijn. Naast hem zat niemand. Hij zat alleen. Die kinderen had je ook.


    -----------


    De tweede foto - technisch niet erg fraai, maar daar gaat het niet om - toont de twee broers enkele jaren later. Wie is wie? U raadt het wel.


     





    06-07-2010, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:jeugdherinnering, familieverhaal
    21-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto met tekst - tekst met foto

    Een tekst plus een foto, een foto plus een tekst. Zo zit dit blog in elkaar. Vanaf het eerste begin. Plaatje(s) en verhaal horen bij elkaar en ondersteunen elkaar. Ze hebben ook afzonderlijk wel recht van bestaan, maar het geheel is méér dan som van de delen, ook hier, ook nu.

     

    Onlangs kreeg ik een mailtje van een mij onbekende mevrouw O. uit Rotterdam die mij vroeg of zij enkele van mijn foto’s mocht gebruiken voor een publicatie. Het betrof een halfjaarlijkse periodiek van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Bij een artikel over arterieel vaatlijden – pijn veroorzaakt door aderverkalking c.q. vernauwing van de slagaders in de benen – paste een door mij gemaakte foto. Als u even naar beneden scrolt, kunt u zien om welke foto het ging. De bovenste van de vier foto's was het.

     

    Dit is een simpel rabarberblad. De inderdaad op bloedvaten lijkende nerven hebben een extra accent gekregen omdat ze aan de ene kant door de zon worden beschenen en aan de andere kant door mij zijn gefotografeerd. Kijkt u maar wat er gebeurt wanneer er aan het plaatje een tekst wordt toegevoegd.

     

    Van zo’n foto heb je dus dubbel plezier. De eerste keer wanneer je wijsvinger de afdrukknop van je camera beroert. (Ik kan niet zonder een ouderwetse zoeker en gebruik nooit het lcd-schermpje en ik verbeeld mij dat ik al bij het nemen van de foto weet of de foto gelukt is of niet.) De tweede keer plezier heb je wanneer je het Erasmus MC-boekje openslaat en op de pagina’s 4 en 5 je eigen foto’s vergezeld ziet van een passende tekst. Ik denk dat zowel foto’s als teksten er op vooruitgegaan zijn.

     

    Wilt u nog een voorbeeld zien van een geslaagde combinatie? Ik fotografeerde vlierbessen-zonder-bessen in een doorschijnende plastic kom (foto 3). Een paar resterende bessen maken het beeld spannend. Ook deze foto is door het Erasmus MC gebruikt in de publicatie. Hieronder (foto 4) te zien.  

     

     

    Bron: Koers ‘013 – Erasmus MC-paden, lente 2010.



     










    21-06-2010, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, periodiek, Koers '013
    12-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op je rug

    Sommigen slapen bijna bewegingloos, anderen zijn complete draaitollen. Zelf behoor ik tot de eerste soort. Dat is al van jongs af aan zo. ‘Stop hem ’s avonds in een netjes opgemaakt bed,’ zei mijn moeder wel eens, ‘als hij er de volgende morgen uit komt, lijkt het of het bed onbeslapen is. De dekens netjes ingestopt en bijna geen plooitje in het laken.’ Toch schijnen wij in onze slaap niet alleen van gedachten, maar ook van houding te veranderen.

    Heel vroeger sliep ik het liefst op mijn rug. Maar sinds mijn bedgenote mij een fikse por geeft als ik weer eens ruggelings lig te snurken en de meest schrikaanjagende keelgeluiden produceer, draai ik bij. Ik bedoel: opzij, meestal op mijn rechter.

     

    Weet u wat een niet uit je geheugen te wissen fantastische ervaring is? Buiten in het ruige veld, niet gehinderd door welke moderniteit dan ook, op je rug in het gras te liggen met zo’n sappig grassprietje tussen je kiezen. En dan maar kijken naar de wolken die voortdurend voor veranderende vergezichten zorgen. Op je rug, dat is in dit verband een bijna overbodige opmerking. Want hebt u ooit iemand gezien die lekker op zijn linkerzij in het gras naar de wolken lag te kijken?

     

    Slapen op je rug onder de vrije hemel in het open veld heb ik geleerd tijdens mijn grandioze carrière in ’s lands wapenrok, in militaire dienst dus. ‘Ik zal jullie zandhazen, infanteristen, wel eens even leren hoe je buiten slaapt.’ Ik hoor het de sergeant-instructeur nog zeggen. ‘Eerst zoek je een mooi plekje uit. Tamelijk vlak en ietwat zanderig, hoewel een beetje begroeiing geen kwaad kan. Dan ga je op je rug liggen. Beweeg nu heen en weer (schuiken in het Achterhoeks) en maak aldus zeven ondiepe, passende gaten in het zand. Twee voor je hakken, twee voor je billen, twee voor je schouderbladen en één voor je hoofd. Dat doe je om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk lichaamsdelen ondersteund worden.  Je moet als het ware voelen dat de aarde je héle lichaam draagt. Na al dat gevoel pak je een grondzeiltje en legt dat over de uithollingen overdwars. Waarna je tenslotte gehuld in een dekentje in de gaten gaat liggen. Het vergt enige oefening, maar je slaapt als een roos.

     






    12-06-2010, 21:35 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:slapen, ruggelings, slapen-op-de-grond, wolken
    05-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jij zegt mijn tekenleraar

    jij zegt mijn tekenleraar

     

     

     

    jij zegt mijn tekenleraar -

    de derde klas van de kweekschool te D.

    waar je wordt opgeleid tot schoolmeester -

    heeft zich verzameld in het tekenlokaal

    via een witbetonnen trap naar de eerste verdieping

    de laatste twee lesuren

    van een troosteloze novemberdag

     


    gemelijk en balorig – woorden vol onbegrip

    zeggen hoe wij ons voelen

    op een kluitje voor het raam

    mijn vriend P. duwt mij tegen een meisje aan

    ik voel haar zachte lichaam

    vlammen in mijn hoofd

     

    vóór en achter brede ramen die

    uitzien op straat en sportveld

    regen doet kinderkopjes glimmen

    ’s zomers lekker lui liggen in het gras

     

    aan de linkerkant een rij borden

    borden schoolborden schrijfborden nieuwe borden

    niet reinigen met water

    staat er geschreven

    krijt krijtstof  knakkende brekende pijpjes krijt

    wie ooit zo heeft leren schrijven heeft

    voor eeuwig een krijtsmaak in de mond

    rechts de kasten materialen

    verf tubes tubesverf plakkaat kwast penseel

    wasco wasco wasco wasco wasco wasco

    stapels tekenpapier – wit wit wit wit

    vóór de kast een toonbank

     

    jij zegt mijn tekenleraar -

    meneer P. geeft les in tekenen en wiskunde

    zijn voornaam is ondenkbaar

    hoe noemt zijn vrouw hem

    als hij thuis komt – als hij ooit thuis komt

     

    meneer P. strijkt behoedzaam langs zijn snor

    een snor zorgt voor raadsel en afstand

    vandaag een vrije opdracht schilderen

    zegt meneer P.

    geef maar een echte opdracht

    denkt mijn vriend P. (dezelfde die duwt)

    gemakkelijker te begrijpen gemakkelijker te doen


    verf komt tevoorschijn – penselen spoelpotten

    met water dat steeds dezelfde kleur krijgt

    wat je ook schildert

    vellen wit papier verzetten zich

    tegen bedekkende verflagen

    ik schilder: lijnen wendingen lagen

    kleur naast kleur naast lijn naast vorm

    het is maar goed dat mijn hand de weg weet

    mijn hoofd is er niet bij

     

    jij zegt mijn tekenleraar -

    wij staan met ons allen voor het raam

    regen slaat tegen de ruiten

    het laatste halve uur gaat nooit voorbij

    aan de overkant steekt een vrouw de lamp aan

    en schuift het gordijn dicht

     

    mijn ogen volgen druppels die meanderen

    van boven naar beneden binnen en buiten

    ik denk aan de terugweg: twintig kilometer fietsen

    met regen en wind in de rug

     

    tekeningen op de toonbank al krullend drogend

    wij staan verzameld rond meneer P.  hij

    bespreekt wat geschilderd is hij

    hij heeft voor ieder een goed woord hij

    hij kijkt naar mijn kleuren mijn lijnen mijn vormen en zegt

    jij

    jij wordt nog eens een dichter

     





    05-06-2010, 21:01 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:gedicht kweekschool opleiding tekenles leraar
    28-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit en thuis

    Er zijn zaken die je als fysiek persoon betreffen, die je graag veranderd zou willen zien. Je flaporen bijvoorbeeld. Of je te kleine mopsneusje. Toch kunnen sommige persoonskenmerken niet veranderd worden, ook al zet je een buidel met geld klaar. Je lichaamslengte is zo’n voorbeeld. Door de bank genomen worden de Nederlanders en de Belgen veel langer dan hun vorige generatie en daar is geen medicijn tegen.

     

    Met je naam is iets vergelijkbaars aan de hand. Voornaam of achternaam, je moet het ermee doen. Je hele leven. Tenzij natuurlijk de wetgever ook vindt dat een dergelijke naam een schandvlek is waarmee je onschuldig en ten onrechte bent opgezadeld. Dan is diezelfde wetgever bereid water in de wijn te doen en je naam te wijzigen.

     

    Persoonlijk moet ik bekennen dat ik geen enkele moeite heb met mijn naam. Noch met voornaam, noch met achternaam. Mijn achternaam (Boland) laat zien dat enkele buitengewoon verre voorouders in een onvruchtbare moerassige streek opgroeiden (dat accepteer ik verder zonder pijn) en met mijn voornaam (Theodoor) hebben mijn ouders twee zaken duidelijk willen maken. In de eerste plaats zagen zij mij (en natuurlijk gold dat voor al hun kinderen) als een Godsgeschenk en in de tweede plaats wilden zij oma (ma’s moeder) een plezier doen door mij naar haar te noemen. Er is duidelijk over mijn naam nagedacht.

     

    Toen ik zo’n tien jaar geleden voor het eerst in Zuid-Afrika was en met mijn Nederlandse collega’s in onze huurauto rondtoerde in de West-Kaap, gebeurde er iets dat mij persoonlijk erg raakte. Wij waren ongemerkt in een streek beland waar te pas en te onpas mijn achternaam ijdel werd gebruikt. Hij stond met grote letters te lezen op het plaatselijk bankfiliaal, werd genoemd op een groot schoolgebouw (Boland College) en was duidelijk zichtbaar op talloze uithangborden bij supermarkten. Later zag ik dat niet alleen de locale wijncorporatie ernaar was genoemd, maar zelfs enkele wijnflesetiketten droegen mijn naam. En daar wisten wij thuis niets van! Bevriende ZA-collega’s nodigden ons ‘s middags uit om in het stadion aan de rand van de stad (Wellington) te komen kijken naar de verrichtingen van de plaatselijke rugbyclub. En, werkelijk waar, die club was ook al getooid met ónze achternaam! Welke snoodaard probeerde hier mij een poets te bakken? Sort of practical joke soms?

     

    Tegen de voorzitter van de rugbyclub zei ik dat ik mij zeer vereerd voelde. Deze, op zijn beurt, glimlachte wat besmuikt en zei dat het toch een misverstand was. Het woord dat ik ervan verdacht mijn achternaam te zijn, was hier de naam van een landstreek, een district. Net als bij ons in Nederland Twenthe of De Kempen in België. En net zoals je bij ons spreekt over het Twenthe College sprak je daar over de Boland Bank, de Boland Store, en de rugbyvereniging the Boland Kavaliers.

     

    Na die eerste keer ben ik er herhaalde malen terug geweest, daar in die Boland. En steeds heb ik het gevoel dat ik een beetje thuiskom. Uit en toch thuis. Thuis draag ik graag het t-shirt en het petje van de Boland Kavaliers. Ook al begrijp ik nog steeds niet alles van die rare spelregels. Maar het is natuurlijk wel mijn club. Dáárom.


    -------------


    Naschrift. Als je vanaf het noorden komt, uit de droge savanne, en het landschap wordt plotseling groen, dan weet je dat je Boland binnenrijdt. Kan niet missen. Kijkt u maar op een van de foto’s. De spoorlijn op de foto leidt (links gaand) naar Kaapstad. Van hieruit is het nog zo’n 120 kilometer. Op een andere foto ziet u de outfit van een Boland-rugbyer en op weer een andere krijgt u een idee in welk mooi landschap daar in Zuid-Afrika rugby wordt gespeeld.

     








    28-05-2010, 12:20 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:naam, achternaam, persoonskenmerk, Boland, Zuid-Afrika
    19-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een rode vijf

    Waarschijnlijk kent u het spelletje: “Ik ga naar een onbewoond eiland en neem mee … “ En dan vult een van radio en tv bekende landgenote in welke vijf voorwerpen of attributen zij zou meenemen. Ik geloof daar geen snars van. Het zijn veelal sociaal wenselijke antwoorden. Het zijn antwoorden die wij met z’n allen graag willen horen. Neen, van dergelijke lijstjes geloof ik geen sikkepit.

     

    Maar er zijn toch ook verzamellijstjes, werpt u tegen, die een getrouw en tegelijk objectief beeld geven van de situatie hier en nu? Neem nu de klassieke cijferlijsten die wij nog kennen uit onze schooltijd welke de vorderingen van leerlingen op een aantal fronten weergeven. Wat is daar mis mee? (U merkt dat ik van de weeromstuit plechtig begin te schrijven.)

     

    U had mij niet harder kunnen treffen. Nota bene cijferlijstjes! De meest perfide verzameling leugens! Uw opmerking verwondt mij tot op het bot en vraagt derhalve om een adequate reactie mijnerzijds. Daarom laat ik u hieronder zo’n cijferlijstje zien. Om alle schijn van partijdigheid te vermijden is het er een van mezelf, uit de vierde klas van de Mulo. MULO staat voor Meer Uitgebreid Lager Onderwijs. Het meer uitgebreide sloeg ook op het aantal vakken dat je kreeg. Bijna te veel om op te noemen.

     

    Op het eerste rapport van de vierde klas Mulo-A staat links een aantal vakken met daarnaast een cijfer dat een beoordeling pretendeert van mijn vorderingen op dat vak in het tijdvak van begin september tot kerstmis. Onderaan heeft mijn vader met zijn fraaie handtekening het oordeel bekrachtigd. Enkele roestige nietjes zorgen ervoor dat de jaarcijfers geen eigen wegen gaan bewandelen. De docent Nederlands schatte mijn kennis en vaardigheden in de Nederlandse taal (inclusief letterkunde waarschijnlijk) op een zes. Een zes!! (Nota bene voor iemand die honderd jaar later blogjes zou gaan schrijven!!) En het allerergste is het cijfer voor het vak tekenen. U ziet het goed: een 5. Een vijf in rood! Want, zei de directeur voor de volledigheid: “Een onvoldoende wordt met rode inkt in je rapport geschreven! Onthoud dat!”


    Waarom dit rode, naar bloed verwijzende, van schande sprekende accent? Om mij nog maar eens goed onder de neus te wrijven dat dit echt een onvoldoende is. Eerlijk waar: het is de enige onvoldoende die ik ooit op een middelbare school in Nederland en daarbuiten heb gekregen. En nog wel voor tekenen, een vak waar ik later achten en zelfs negens voor haalde!


    Het komt door een tragisch misverstand. De tekenleraar, meneer H. zaliger, achtte het bewezen dat ik bij het tekenen van een cirkel gebruik had gemaakt van een passer, wat ten strengste verboden was. Ik ontken het tot op de dag van vandaag. (k had het namelijk met twee s[pijkers en een touwtje gedaan.) was. s voor haalde! ederland en daarbuiten heb gekregen. tendeertIk had het namelijk met twee spijkers en een touwtje gedaan.) De betreffende tekenleraar schonk mij daarop de eerste en enige onvoldoende ooit. Sinds die dag haat ik cijferlijstjes als de pest. En in hun voetspoor de lijstjes met naar onbekende eilanden en oorden mee te nemen voorwerpen.

     





    19-05-2010, 18:13 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:cijfers, cijferlijst, schoolsucces, onvoldoendes
    06-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Declamatie-opstel-opzet

    Voor het vak Nederlands op mijn MULO-examen in 1956 was het opstel een verplicht onderdeel. Ik heb toen het verhaal opgeschreven van mijn eerste (en enige) deelname aan een declamatiewedstrijd: een wedstrijd wie het best een gedicht kon voordragen. Voor het opstel heb ik destijds een opzet gemaakt. Die vond ik onlangs tussen de oude paperassen terug. Om u even te laten zien.

     

    Onderwerp no. 4. Ik moest voor het eerst declameren.

     

    (1) Wanneer? Juli 1953 in Varsseveld (een klein dorp in Oost-Nederland) tijdens voordrachtswedstrijden uitgeschreven door het CJMV. (Verbond van Christelijke Jonge Mannen)

    (2) Wat voor soort gedicht? Het was een komisch gedicht van een man die een motor-met-zijspan had gekocht en zijn buurman liet meerijden. Jammer was dat hij vergeten had een bodem in de zijspan aan te brengen, zodat de buurman lopen moest.

    (3) Hoe ik me eronder hield? Ik was erg zenuwachtig. Want toen ik een briefje moest trekken om de volgorde waarin we zouden declameren te bepalen, trilde ik op mijn benen. Ik kende het gedicht wel van buiten, maar ik durfde het niet zonder boekje te doen. Een jongen vóór mij, die met veel branie zijn gedicht uit het hoofd opzei, bleef halverwege steken en verdween in de zaal. Ik was het laatst aan beurt, namelijk nummer zeven. Ik had bemerkt dat de andere deelnemers strak naar de jury keken, daarom probeerde ik de hele zaal door te kijken, wat me tamelijk gelukte.

    (4) Reacties van het publiek. Omdat er nogal veel jongens in de zaal waren uit mijn dorp, kreeg ik bij mijn opkomst op het toneel een applaus, wat me erg goed deed. Na het komische einde barstte het jeugdige publiek dan ook in een luid gelach los. En zelfs de oudere juryleden konden een glimlach niet verbergen.

    (5) Resultaat. Aan het eind van de middag werd het resultaat bekend gemaakt. Toen de voorzitter zei dat een bekend spreekwoord gezegde hier waarheid geworden was, kreeg ik al een beetje hoop, want ik dacht aan: ‘lest best’. En zowaar, het kwam werkelijk uit. Temidden van alle aanwezigen werd mij een prijs uitgereikt, een zaklantaarn. De spreker hoopte dat ik hem nog lang zou gebruiken en dat is uitgekomen ook, want ik heb hem nu nog en gebruik hem ook nog. En ik denk nog vaak terug aan de middag waarin ik mijn eerste declamatiepoging deed die zowaar met een eerste prijs beloond werd.  

     

    Dit is dus niet het examen-opstel, maar de opzet ervan. Hoe het uiteindelijke opstel er uitzag, weet ik niet meer. Ook niet welk cijfer de examencommissie er voor over had.


    -----------------------


    Nootjes bij de fotootjes:

    (1) zó zag Terra er destijds uit.

    (2) Deel van het oorspronkelijk (geschreven) manuscript.



     





    06-05-2010, 16:08 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:opstel, opzet, Nederlands examen, MULO-examen 1956
    28-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rechts en links - handig en draaiend
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Rechts en links, rechts- en linkshandig, rechts- en linksdraaiend: allemaal fascinerende onderwerpen. Vooral als er verder niets onder de zon is waarover je geacht wordt je mening te geven. Waarom bestaan er mensen die uitgesproken linkshandig zijn? Waarom hebben we het over rechtsdraaiende yoghurt? Waarom kunnen sommige toch wel handige en rechtschapen lieden onmogelijk een spijker in een plank slaan met hun linkerhand? Waarom lopen de atleten hier bij ons op het plaatselijke sintelbaantje hun rondjes tegen de wijzers van de klok in? Waarom sla je bij het pootje-over schaatsen altijd je rechter schaats over je linker en nooit andersom? Voor u een vraag en voor mij ook.

     

    Iets wat mij ieder jaar zeer verbaast is dat de links- of rechtsdraaierigheid niet alleen voor yoghurt geldt, maar zelfs ook voor plantaardige wezens van wie niemand ooit zou verwachten dat zij enig richtinggevoel zouden hebben.

    Ieder jaar, op 30 april (maar dat is toeval), kunt u mij in mijn moestuin aan het werk zien met mijn bonenstaken. Op 60 centimeter van elkaar zet ik paren van staken, telkens twee tegenover elkaar. Ik buig ze enigszins naar elkaar toe en verbind hen met losse staken waarvan ik een bruggetje of een overspanning maak. Maar het bijzondere komt pas later.

     

    Daar waar de bonenstaak de grond raakt, rondom elk van hen, drukt mevrouw Terra - u weet wel: die met de groene vingers - voorzichtig haar boontjes in de grond. En als de temperatuur en de vochtigheid meewerken – boontjes houden van vochtige en warme grond – steekt binnen enkele dagen een slank groen stengeltje zijn kopje uit de grond. En dan voltrekt zich het wonder! In hun streven op te groeien in de hoogte zoeken de slanke stengels steun bij de staken. De uiteinden wikkelen zich als vanzelf om de ronde stokken. Zij doen dat rechtsdraaiend! Soms knoop ik een loshangende stengel, die de weg kwijt is, met een vliegertouwtje vluchtig aan de staak vast, maar echt nodig is dat bijna nooit. Als door een wonder gedreven slaat de bonenstengel zich soepel, steeds rechtsaf slaand, om de stok en houdt zich met zijn tentakels stevig vast. Steeds hoger: het gaat crescendo. Totdat het eind van de stok is bereikt. Dan wappert het dunne boveneinde een beetje in de wind. Ondertussen vormen de stengels een stevige groene balustrade waaraan straks de bloemen en de vruchten, de peulen, de snijboontjes of de slabonen verschijnen.

     

    Ooit heb ik geprobeerd een paar bonenstengels te leiden. Dat wil zeggen ik voerde ze met mijn handen rond de staken en maakte ze hier en daar vast. Ik deed het met de beste bedoelingen, want ik wilde hen vastigheid in het leven geven. Maar mijn grootste fout was het ontkennen van de juiste draairichting. Ik leidde de stengels linksom, tegen de wijzers van de klok, langs de staken naar boven. Daar gingen dat jaar bijna al onze bonen-aan-staken aan dood. Hun stengels braken en zij raakten volledig de kluts kwijt. Dat kwam niet door de droogte of door de wortelknagend ongedierte in de grond. Het was mijn eigen domme schuld. Ik had kunnen weten dat ook bonen een zulke mate van intelligentie hebben dat ze precies weten welke kant ze bij het klimmen op moeten. Ze oriënteren zich daarbij op de gang van de zon langs het zwerk. Ze gaan zoals het hoort: rechtsdraaiend. Zo slim zijn bonen.


    28-04-2010, 18:52 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:rechtsdraaiend, linkshandig, bonen, bonenstaken, moestuin
    21-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ma's kruissteken

    Kruissteken met dubbel-s in het midden. Niet dat u denkt dat Ma haar gebed opende en afsloot met de vluchtige rechterhandbeweging waarmee je een kruisje slaat. Daarvoor was zij teveel protestant, hoewel ze af en toe wel enige voorliefde of op zijn minst interesse toonde voor katholieke rituelen als knielen, kruistekens slaan, een askruisje halen en (op Kerstmis) kindje wiegen. Ik herinner mij nog als de dag van gisteren hoe Ma en ik door de snerpende vrieskou om vier uur in de ochtend naar de nachtmis in B. gingen om daar de kerstrituelen in ogenschouw te nemen. Het was maar goed dat onze katholieke slager, aldaar aanwezig, Ma ontdekte en haar een zitplaats aanbood, anders hadden we de gehele mis tussen het gewone volk achterin de kerk moeten staan. Dat ‘gewone volk’ is een grapje van mij, want Ma had er geen enkel bezwaar tegen om bij het gewone volk te horen. ‘Je iets verbeelden’ of ‘je ergens op vóór laten staan’ zijn werkelijk wel de laatste zaken waar je aan denkt als je het over Ma hebt.

     

    Kruissteken met dubbel-s horen thuis in de wereld van de nuttige handwerken met een artistiek randje; de fascinerende wereld van smyrnakussens, telpatronen, borduurwerkjes, merklappen en antimakassars. Je moet streng in de leer zijn, hetgeen in deze context betekent dat je secuur en nauwkeurig moet kunnen werken. Je hebt er een stramienachtige ondergrond voor nodig, strengen garen in vele kleuren en natuurlijk naald en draad. Een kruissteek, zo heb ik mij laten vertellen, is in de borduurwereld wat één-recht-één-averecht is bij het breien: een basisbewerking zonder welke borduren (of breien in het tweede geval) volstrekt ondenkbaar is.

     

    In den beginne is er de volledig blanco ondergrond, het gekleurde borduurgaren en het borduurgereedschap. Ooit heeft Ma een voorbedrukt stramien gebruikt, maar dat was eens maar nooit weer. Een rood kruisje op een ondergrond-in-dezelfde-kleur borduren kan immers iedereen, daar is geen kunst aan.

    Hoe Ma begint? Ergens in het lege veld slaat zij om zo te zeggen eerst een paar piketpaaltjes: zij zet met donker garen op vaste afstanden hier en daar een beginkruisje. De juiste plaats bepaalt zij door eenvoudig te tellen. Daarna verbindt Ma de beginkruisjes met elkaar zodat er vormen, lijnen, vierkanten, recht- en veelhoeken ontstaan. Symmetrie mág, maar hoeft niet per sé. Liever niet. Soms begint zij met twee diagonalen. De zo ontstane door kruissteken afgebakende vormen  worden vervolgens opgevuld  zodat er veelkleurige vlakken ontstaan. Wanneer het gehele stramien gevuld is, werkt Ma het geheel af met een gehaakt randje. Het eindresultaat kan van alles zijn: een lopertje op tafel, een kussenovertrek, een vloerkleedje, een antimakassar op de stoelrug of een wandversiering.

     

    Af en toe liepen Ma’s borduurwerkjes uit de hand. Vooral toen ze bij het hoofdstuk vloerkleedjes aangekomen was. Overal in haar kamer in het verzorgingstehuis waar ze aan het eind van haar leven woonde, lagen haar vloerkleedjes. Het waren er tenslotte zoveel dat we er wat van zeiden. Bijvoorbeeld dat ze gevaarlijk waren: ‘Straks val je erover en breek je je heup of nog erger!’ Wat dan weer een typisch Ma-antwoord opleverde: ‘Nee hoor, dat zal mij niet overkomen, dat is immers nog nooit gebeurd’, waarna de discussie gesloten was.

    Ma bewoonde de naar haar zeggen mooiste kamer van het verzorgingstehuis (toen nog rusthuis geheten). Dat was de kamer naast de centrale ingang. Om beter te kunnen zien wie er in- en uitging, zat Ma graag op de leuning van haar stoel bij het raam. Af en toe zwaaide ze vriendelijk naar een passerende kennis. Onder de stoel stond haar borduurmandje met het opgerolde half-affe kleedje en de strengetjes wol. Toen ze hoogbejaard was geworden, kwam als vanzelf het ogenblik dat het kleedje niet meer afgemaakt werd. Het zou voor altijd on-af blijven.








    21-04-2010, 20:30 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Tags:borduren, borduurwerk, Ma, familieverhaal
    15-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kleurrijk onderonsje

    Vanmorgen om een uur of tien was het weer zover. Onze drie topsy-turvy’s, de drie gratiën noem ik hen vaak liefdevol, of de barmhartige drieëenheid vanwege de vele goede werken die ze uitvoeren, maar u weet nu wie ik bedoel. Op bepaalde ochtenden komen ze bij elkaar, bij ons in de keukenvensterbank, om de stand van zaken door te nemen. Wannéér ze komen is voor hen een weet, maar voor ons een raadsel. Soms is het iedere dinsdag, maar soms duurt het weken voordat ze iets van zich laten horen. Wat wel zeker en vast is, is de plaats van samenkomst. Dat is altijd in de vensterbank, op de tegeltjes, in het ochtendzonnetje als die tenminste zo goed is om te schijnen. Dat was vandaag het geval.

     

    Opvallend aan onze drie turvies is hun kleurrijke kleding. Niet alleen veelkleurig qua aantal, maar ook qua kwaliteit en dan bedoel ik het passend samengaan van kleur. Zoals de middelste dame die slechts enkele tere kleuren nodig heeft om er fantastisch uit te zien. Kleren maken de man, maar kleuren maken de vrouw, zoveel is zeker.

     

    Vandaag overlegt het drietal over de kleur van nieuw aan te schaffen kussens op de logeerbedden. Twee opties liggen voor hun voeten en nu komt het er op aan te besluiten welke kleur het wordt. Wordt het een vlammend paars of toch maar liever een decent oker? Met tal van steekhoudende argumenten worden de voors en tegens tegen elkaar afgewogen. Totdat de teerling is geworpen en de keuze is gemaakt. Vaak wordt met algemene stemmen besloten, maar een enkele keer blijft men het oneens en dan beslist de majoriteit, waarbij twee altijd nog meer is dan één en dus de doorslag geeft. Eén keer is het gebeurd dat alle drie de dames iets anders wilden. Toen moest de dobbelsteen eraan te pas komen. Wie het eerste zes gooide kreeg haar zin.

     

    Dat zijn uitzonderingen. Smaken verschillen, maar met liefdevol uitgewisselde argumenten kom je een heel eind. Zo ook deze morgen. De drie besluiten eenstemmig dat de kussens knalgeel worden. Het is niet mijn keuze, maar dat is hier niet aan de orde. Hun wil is wet.




    15-04-2010, 22:02 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:kleur, kleurrijk, topsy-turvy
    07-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aftreden

    Voor hoogwaardigheidsbekleders geldt dat er een tijd is van aantreden en een tijd van aftreden. Sommigen, de heel hoogwaardigen, kunnen dat tijdstip zelf bepalen. Onze Koningin der Nederlanden kan, net als haar collega in Brittannië, zelf besluiten wanneer zij haar troon en kroon over doet aan haar zoon en opvolger. Maar die keuzevrijheid is slechts weinigen gegeven. Meestal zijn het wetten en regels die voorschrijven wanneer wij mogen komen en op welk tijdstip wij vriendelijk doch dringend worden verzocht op te stappen. De heren Leterme en Balkenende mogen dan wel denken dat hun premierschap eeuwig duurt, maar dat is toch een vergissing (sprak de oppositie).

     

    Net zoals er een tijd van aantreden en aftreden is, is er een tijd van maaien en zaaien. Daarvoor heb je een goed voorbereid zaaibed nodig. Nu, in het voorjaar, met de zomerklok op tijd gezet, gaan wij in onze groentetuin aan het werk. De eerste grote klus is het bouwrijp maken van de grond. Bemesten, spitten, hakken, schoffelen, harken en sjouwen met de kruiwagen zijn dagelijks voorkomende werkwoorden. Op een van de foto’s ziet u de eerste voor. Eerst gooien wij de harde, stoffige bovenlaag van vorig jaar, met de onkruiden die de winter hebben overleefd, onderin de nieuwe voor, waarna wij zacht geurende, oude koemest toevoegen. Met de schop verplaatsten wij, al omkerende, grond van de ene naar de andere plek. Net zolang tot ons hele veldje, korrelig en van het meeste onkruid ontdaan, ligt te wachten op het nieuwe zaad, dat straks in de warme, rulle grond geen moeite heeft met ontkiemen.  

     

    Zo’n eerste nieuwe voor leg je niet zomaar op het oog. Nee, je meet precies waar je moet beginnen en eindigen. Niet met je meetlat, waterpas of meetlint. Wij doen dat van oudsher met de beproefde methode van het aftreden. Met de klomp als meeteenheid. Wij beginnen aan de rand en zetten onze klompen tegen elkaar aan. Tellen tot acht en precies op dát punt begint de voor. Hetzelfde doe je aan de andere kant. Wanneer je nu de twee punten met behulp van waslijndraad aan elkaar verbindt, kun je een beginvoor maken die aan rechtheid niet te overtreffen is.

    Alles goed en wel, zult u zeggen. Maar wat een gedoe! Heb je daar wel tijd voor?

     

    En dan? Dan komen de derde en vierde Paasdag met hun heerlijk voorjaarsweer. Weer om te planten en te poten. Weer om te schoffelen en te spitten. Weer om te genieten. Kijkt u maar eens hoe mooi onze moestuin er nu bijligt!

     








    07-04-2010, 14:09 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    Tags:voorjaar, moestuin, beginvore, aftreden
    30-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Digitaal vasten

    Wat denkt u, kunt zonder een computer? Kunt u zich een leven voorstellen zonder hardware en software, zonder internet en email, zonder getwitter, gechat en gehyves, een bestaan zonder ipod, usb-stick, monitor, externe harde schijf en powerpoint? Ik vraag maar. Kunt u nog een vulpen hanteren en daar een brief (in inkt op papier) mee schrijven, of bent u helemaal overgeleverd aan uw met twee vingers getypte Worddocumentje dat u laat verschijnen op uw schermpje en dat u straks gaat printen en versturen? Of meteen als bijlage in een mail meesturen, dat is natuurlijk nog veel handiger. (Om uw vraag vóór te zijn: zelf ben ik langzamerhand volslagen overgeleverd aan de digitaliteit. Behalve als het om het lezen van teksten gaat, dat doe ik nog steeds het liefst van écht papier.)

     

    De eerste keer dat ik persoonlijk met een computer van doen kreeg, was eind jaren 70 van de vorige eeuw. Ik was tweedejaarsstudent aan de universiteit van Nijmegen en zat af en toe in de computerzaal van het Erasmusgebouw. De computer zelf, een mainframe bakbeest met de omvang van een complete studiezaal, stond in een aparte ruimte op dezelfde verdieping. Wij hadden alleen maar een toetsenbord onder onze vingers en een monitor voor onze ogen. We hadden ook al een paar programma’s: een ingewikkeld mathematisch programma om  nog ingewikkelder rekensommetjes te kunnen maken en een tekstverwerkingsprogramma waarmee je een onderzoeksverslagje kon schrijven. Het besturings-programma was te vatten in drie letters: DOS.  Printers waren er niet. Als je wat te schrijven had deed je dat en na een paar uur kon je in het grote universitair rekencentrum (vijf minuten fietsen) uit een bak zo’n kettingformulier halen waar je tekst op stond. Alsof het gedrukt was.

     

    Niet veel later had iedereen de beschikking over een personal computer, waardoor je onafhankelijk werd van de grote universiteitscomputer. De ontwikkeling verliep zo snel dat je moeite had om alle vernieuwingen bij te houden. Maar nog steeds herinner ik mij de Dell-laptop die ik op zeker moment op mijn bureau had staan. Met een spreadsheat-programma CALC, een tekstverwerker WordPerfect (versie 4.1) en Powerpoint versie Nul waarmee je mooie presentaties kon maken. Bijzonder was dat de kleine laptop een ingebouwde printer had met een rol thermisch papier.

     

    In diezelfde 80-er jaren viel mijn oudste zoon voor de Commodore 64 en mijn jongste zoon voor diens opvolger: de Amiga. Fantastische apparaten waarmee je uren, nee dagen zoet was. Zelf speelde ik er biathlon mee, een onderdeel van de spelletjesreeks Olympic Winter Games. (Ik had virtuele kasten kunnen vullen met gouden medailles die ik daarmee heb gewonnen. ) Je kon de Commodore ook aansluiten op je tv-scherm beneden en daar getweeën met  joysticks goed zichtbaar op het tv-scherm ijshockey spelen.

    Toen al bleek dat de zonen computerdeskundigen in de dop waren. Binnen de kortste keren wisten ze alles tien keer beter dan hun vader. Zo gaat dat meestal met vaders en zonen.

     

    Momenteel barst het bij ons thuis van harde en softe waren. Veel zaken die helemaal niet zo onmisbaar zijn als ze lijken. En daar bovenop komt het gevoel dat we, gezien de onophoudelijke snelle ontwikkeling, ergens toch de boot missen.

    Misschien wordt het tijd voor een retraite. Een vastenvrijdag mét vis en zónder computer. Of een digitale ramadan? Overdag je weblogje schrijven met pen en inkt en een bijbehorende foto schieten met je oude vertrouwde analoge camera. Het geheel ’s avonds na zonsondergang, feestelijk met een glaasje wijn of een pintje bier, digitaal versturen. Of schiet je daar ook niets mee op?






    30-03-2010, 19:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:computers, verslaving, tekstverwerking, hardware, software
    23-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stoelpreek vanaf de preekstoel
    Tijdens de kerkdienst verlaat de priester of de dominee soms voor even het altaar om de preekstoel te beklimmen. Dat gebeurt meestal met behulp van een trapje. Vanaf de preekstoel heeft de predikant een vrij uitzicht over de gelovigen daar beneden. En vanaf deze hoogzit, ook wel kansel genoemd, spreekt hij het volk toe en verkondigt hij het Evangelie. 


    Als je het hebt over religieuze boodschappen, spreek je van een kansel. Ik spreek in dit verhaaltje over de preekstoel in de betekenis van meubelstuk. De mooie, stokoude, houten preekstoel in onze dorpskerk staat op een strategische plaats: alle ogen zijn op hem gericht. Het lijkt meubelblasfemie, maar zo bedoel ik het niet: de preekstoel is net een grote bloempot op een poot. Maar dan anders. Je komt er via een wankel, smal trapje. Het deurtje is ingebouwd in de rand en je doet hem open door de rand even op te klappen. (Hoe vaak heb ik niet een gastpredikant, al wurmend met het deurtje, tevergeefs zien proberen in de preekstoel plaats te nemen! Maar altijd was daar een koster die zo goed was om het preekstoeldeurtje voor hem te openen.) Aan de achterwand van het spreekgestoelte is een zitbankje bevestigd, zodat de predikant af en toe een time-out kan nemen. Op de grond ligt een heel klein houten pallètje. Dat wordt gebruikt bij predikanten van gering postuur. Kunnen ze zich groter voordoen dan ze zijn. Komt pater Hieronymus met zijn twee meter ons toespreken, dan haalt de koster van tevoren de pallet weg.

    Op de brede rand van de preekstoel liggen alle attributen die een prediker nodig heeft. Aan onze preekstoel is een prachtige koperen lezenaar bevestigd waarop een even prachtige Statenbijbel ligt. Sinds jaar en dag is deze statenbijbel opengeslagen bij het bijbelboek Jeremia. (Hoofdstuk 16, maar ik kan me vergissen.) De laatste keer dat ik deze statenbijbel zag, was hij bedekt met doorschijnend plastic, waarschijnlijk om hem te beschermen tegen voorgangers die met consumptie prediken. Dat nu vind ik grote onzin. Een Boek dat sinds eeuwen bestendig is tegen alle aanvallen van buiten en alles met glans en gloria overleeft, kan toch wel tegen een beetje vocht?


    Ten slotte nog twee technische verworvenheden. In de eerste plaats het orgelknopje. In onze kerk kan de dienstdoende predikant de organist niet zien en hij moet daarom op een knopje drukken om deze (de organist dus) te vragen te beginnen te spelen. Ook zien we bij tijd en wijle een microfoon. Onder ons gezegd en gezwegen, het is altijd hommeles met de geluidskwaliteit van de woorden die de voorganger uitspreekt. Of het piept en kraakt, of het galmt je de luidsprekers uit en je oren in. En een loopmicrofoontje om iemands nek is in de eerste plaats geen gezicht en het helpt bovendien geen zier. Kortom, er zit niets anders op dan te doen wat predikanten in onze dorpskerk eeuwen hebben gedaan: preken met de eigen stem zonder enige vorm van elektronische geluidsversterking.

     

    Hoe weet jij dat allemaal? vraagt u. Je beschrijft het zo beeldend dat wij denken dat het geen fantasie kan zijn. Beste lezer(es), u moet weten dat vroeger bij ons thuis een sleutel van de kerk aan de kapstok hing. Heel vaak heb ik stiekem en ongevraagd de sleutel gepakt en de kerk talloze malen min of meer clandestien bezocht. Er is geen plekje in de kerk waar ik niet ben geweest. Vaak stond ik in mijn eentje in de doodstille kerk op de preekstoel en sprak onhoorbare woorden tegen een onzichtbaar kerkvolk dat ademloos luisterde.

    Dus daarom weet ik alles. Het is wel lang geleden, maar met mijn geheugen is niets mis. Ik ken ook nog een toepasselijk afsluitend aftelversje in dialect. Dat gaat zo:

    preak, preak, botter met eak  (eak = azijn)

    eak met beschuut, (beschuit)

    de preak is uut.

     






    23-03-2010, 21:42 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:preekstoel, kansel, kerkdienst, kerkgebouw, predikant
    16-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dovenetel

    De (wilde) planten die u hieronder ziet, zijn witte dovenetels. Je hebt ook gele, maar eerlijk gezegd vind ik witte mooier. De bloemen zijn ware kunstwerken. Het lijkt wel of een capuchon de kostbare meeldraden en stamper beschermt tegen de regen. Vaak zie je een hommel landen op het platform, zich vervolgens naar voren en naar binnen bewegen teneinde zoete stoffen uit de bloem te peuren. Als hij even later weer opduikt, schudt hij even het overtollige stuifmeel van zich af, net als een hond de regen. En daarna meteen door naar de volgende.

     

    Ook de tweede foto heeft de witte dovenetel tot onderwerp. Alleen heeft hier het wit een wat bruinige bijtoon gekregen. Ook het groen is niet zo sprankelend meer. U ziet hier een blad uit mijn herbarium. En voor iedereen die vergeten is wat ook al weer een herbarium was, zeg ik nog even dat het een album met losse bladen is waarin gedroogde planten en bloemen bewaard worden. Het is een heel apart fotoblad: uit het album gehaald en toen gescand.

     

    Deze dovenetel is ruim vijftig en dat is voor een plant, zelfs voor een gedroogde,  buitengewoon oud. Maar hij houdt zich voortreffelijk in mijn herbarium. Kroon en kelk zijn weliswaar enigszins verfrommeld, maar de zaagtandjes aan de rand van  het blad zijn nog gemakkelijk te tellen. In opdracht van een leraar biologie is deze dovenetel verzameld, gedroogd, opgeplakt en bewaard: zo'n halve eeuw geleden. Behalve de datum is de eigen- en familienaam, zowel in de landstaal als in het Latijn, vermeld. Jammer is alleen, dat er niet méér bijgeschreven is. Maar niets let mij om dat alsnog te doen. De volgende extra- informatie wordt aan het doveneteldossier toegevoegd:  

     

    * Gevonden langs de berm van de weg.

    * Op 100 meter van het huis van de familie van der K.

    * Wanneer gevonden? Op een vrije woensdagmiddag, om drie uur.

    * Er stonden er nog meer. De mooiste heb ik uitgestoken. De overige laten staan.

    * Het was mooi weer. Droog. Zacht voor de tijd van het jaar.

    * Opdracht van biologieleraar meneer de Vries. Inleverdatum van het herbarium (met minimaal 50 planten) 1 juni.

    * Tenslotte het herbarium sluiten. De linten knopen en strikken. Het geheel goed bewaren tot de jongste dag.






    16-03-2010, 22:09 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:dovenetel, witte dovenetel, herbarium, biologie, natuuronderwijs
    09-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tantes bij de vleet

    ‘Weet je nu wanneer je moet drukken?’ vraagt mijn moeder terwijl ze op het belletje wijst. Ik knik van ja en ga op het hoekje van de kunstleren bank zitten, vlakbij de chauffeur en vlakbij het belletje. In de spiegelende voorruit zie ik een vijfjarig verlegen jongetje, op weg naar zijn tante vijf kilometer verderop, dat met een druk op het belletje de buschauffeur zal vragen hem er de volgende halte uit te laten.

     

    Eigenlijk is mijn tante Dina geen tante, maar een oudtante. Ze is een zuster van mijn grootvader, dus een tante van mijn vader. De familierelaties zijn wat ingewikkeld en ik kom er niet goed achter hoe alles precies in elkaar zit.

     

    Mijn tante Dina komt oorspronkelijk uit Duitsland, uit Pruisen beter gezegd. De boerderij waar ze opgroeit  ligt een paar kilometer over de grens. Honderden jaren hebben mannen en vrouwen elkaar over en weer elkaar gevonden; de grens speelt alleen een papieren rol. Voordat tante Dina met haar Hendrik trouwt en in Holland gaat wonen, laat ze een fraai statieportret maken in Bocholt (Westfalen). Althans, dat staat op de foto die ik voor u heb gescand.

     

    Dina en Hendrik krijgen drie dochters. Groot is hun verdriet wanneer hun oudste dochter aan tbc sterft. ‘Weet je wat,’ zegt mijn moeder, op mij wijzend, ‘hij kan wel een paar maanden bij jullie logeren. Dan heb je wat afleiding.’  

     

    Ik voel mij thuis bij mijn tante Dina. Geen wonder, want ik word schandalig verwend, daar bij al die tantes. Als de dag van gisteren herinner ik mij de stem van tante Dina als ze me in haar duits-hollandse mengelmoesdialect tijdens het eten vraagt:  ‘Jóngen, langt mi-j d’n telder ’s an.’ (Jongen, geef mij het bord eens even.) Op weer een andere foto ziet u tante Dina met haar beide dochters.

     

    De nog inwonende volwassen dochters Hanna en Jetta noem ik voor het gemak ook tante. Maar ook andere vrouwen die op bezoek komen, zoals de buurvrouw die ik met tante Nagel aanspreek. Bestaan er ook vrouwen die geen tante zijn?

    Met ooms is het niet anders gesteld. Hendrik, de echtgenoot van mijn tante Dina, die niet mijn tante is, maar mijns vaders tante, noem ik oom Hendrik, terwijl hij niet mijn oom is. En op een drukke verjaardagsvisite zegt tante Hanna, dus een nicht van mijn vader, op de mannen onder de gasten wijzend, tegen mij: ‘Geef die ooms ook maar even een hand.’

     

    Vijf maanden duurt dit nostalgisch paradijs, van november tot maart. Ik eet elke morgen de spekpannenkoek die mijn tante Dina voor mij bakt. En nog steeds geloof ik dat het ‘spekhuusken’, het stukje deeg waarin het spek zich onder het bakken al krullend omdraait, het lekkerste is dat ik ooit heb gegeten. ’s Avonds om half negen is er pap. Iedere avond, vóór het naar bed gaan.

     

    Overdag help ik mijn tantes met kleine klusjes. Ik veeg het erf en ’s zaterdags poets ik een rij zwarte schoenen. Ik zie toe hoe tante Hanna als een volleerde slager een konijn de huid afstroopt. Bij het varkensslachten in november roer ik met een houten stok in een emmer met bloed. Mijn tante Dina zal daar later eigenhandig haar ongeëvenaarde bloedworst van maken. De slachter, iemand uit de buurt, spoelt de varkensblaas uit in het hete water en blaast er vervolgens lucht in door een rietje. Een halve dag wordt ermee gevoetbald op het erf.

    Op zondag ga ik met tante Hanna naar de kerk. Schrijlings zit ik op de bagagedrager van haar fiets. ‘Jongen, pas op dat je je voeten niet tussen de spaken krijgt!’ Nu nog staan de afdrukken van de drager in mijn achterwerk.

     

    Op een doordeweekse dag in maart haalt mijn moeder me bij mijn tante Dina op. Staande langs de kant van de weg steken we onze hand op om de buschauffeur te waarschuwen dat we ook nog mee willen. Een nieuw tijdperk staat op punt van beginnen. Op 1 april begint het eerste leerjaar van de lagere school.

     



    09-03-2010, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:familie, familiegeschiedenis, ooms en tantes, jeugdherinnering
    04-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aanvoegende wijs

    Altijd wanneer ik een kookboek opensla moet ik aan de aanvoegende wijs denken, hoewel die op zich niets met koken of kokkerellen te maken heeft. Het komt door de bijzondere manier waarop kookboekenschrijvers vroeger een recept begonnen. Neem de vroeger zo populaire turfjes: gebakken reepjes brood, vooraf geweekt in een mengsel van ei en melk.

    Men neme .. drie eieren, een snufje zout, vier sneetjes bruin brood, een vleugje peper en één deciliter niet-volle melk. Zo ongeveer staat het in de zoveelste druk van het Amsterdamse huishoudschoolkookboek. Die eieren en die halfvolle melk interesseren mij verder niet, het gaat nu even om het rare woord neme. Het hoofd der school heeft het onderwerp behandeld toen ik in de zesde klas zat. Ja, toen leerde je op de lagere school al verschillende wijzen: de aantonende, de gebiedende en de aanvoegende wijs. Men neme, lang leve de koningin, wat de toekomst brengen moge. Van die wijzen.

     

    De aanvoegende wijs heeft altijd iets geheimzinnigs. Zij zit, als ik het tenminste goed heb onthouden, zo’n beetje tussen de aantonende en de gebiedende wijs in. Neem nou de zin: Jaap pakt een ei uit het treefje. (U kent een treefje: zo'n kartonnen eierbewaardoosje.) Dat zie je vóór je, het is als het ware een voorstelling, een performance, het is een zin in de aantonende wijs. En als Jaap het vertikt, zegt zijn wederhelft: Jaap, pak als de wiedeweerga een ei uit het treefje! Ze vraagt het niet vriendelijk, ze beveelt het op luide toon, ze gebiedt. Dus is het een zin in de gebiedende wijs.

    Bij een aanvoegende wijs, zei de meester, moet je denken aan een goede raad, aan een voorstel, aan een welgemeend advies. Als je in het kookboek men neme een ei leest, dan bedoelt de schrijfster te zeggen dat men er verstandig aan doet een ei uit het treefje te pakken.

     

    Het ongemak waarmee wij een aanvoegende wijs tegemoet treden, heeft ook te maken met het toegevoegde onderwerp ‘men’. Men neme (drie eieren), men schrijve (zijn eigen naam, foutloos indien mogelijk), men spreke (het liefst zonder consumptie), men leze (dit verhaaltje er nog maar eens goed op na). De meester zei: stam plus e. En bij navraag bleek dat te kloppen. Nemen is het werkwoord, neem is de stam, neme is de aanvoegende wijs. Horen is een werkwoord, hoor is de stam en wie oren heeft om te horen, hore wat er gezegd wordt. Gebeure wat gebeurt en kome wat komt.

     

    Een tijdje geleden, bij het koffiedrinken op het achterterrasje, in mijn werkplunje gezeten in het zonnetje, stopte ik een stukje Deventer ontbijtkoek tussen mijn klompen. Zomaar, in een losbandige bui, van de weeromstuit. Tegen het kleine, jonge  krieltje dat poolshoogte kwam nemen, even later gevolgd door haar broertje, zei ik het volgende. “Men kijke eerst goed om te zien of het wel koek is en niet iets anders. Daarna bukke men zich voorover en pikke behoedzaam het stukje koek tussen de klompen vandaan. Daarna slikke men het stukje koek smakelijk weg. Tenslotte ga men over tot de orde van de dag. Gaan is het werkwoord, ga is de stam, maar deze aanvoegende wijs krijgt geen e. Jammer, maar helaas.






    04-03-2010, 20:48 Geschreven door terra38  
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Nederlandse taal, grammatica, aanvoegende wijs, krielvoedsel
    26-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eigenbouw

    Al zeg ik het zelf: ik heb een goed geheugen. Weliswaar is het overdreven om van een geheugen-als-een-pot te spreken, want daarvoor vertoont de geheugenklei waarin mijn herinneringen zijn opgeslagen recentelijk teveel scheurtjes.  Zo kon ik laatst met geen mogelijkheid een naam bij een bekend gezicht bedenken. En ook ontviel mij op een ongelegen moment de titel van een lied. Terwijl toch zowel naam als titel al die jaren daarvoor op afroep beschikbaar waren.

     

    Maar ik dwaal af. Ik wilde u eigenlijk vertellen dat ik mij uit de eerste jaren van mijn leven nog veel kan herinneren. Bijvoorbeeld dat in de tuin naast de onze vroeger tabak werd verbouwd. Ik moest eraan denken toen ik laatst een interessant artikel las over tabaksteelt in Nederland. In de jaren in en na de oorlog (ik bedoel WO II en niet de Boerenoorlog of de Vietnamoorlog), toen buitenlandse tabak een schaars goed was, werd in de tuin van de buren tabak aangeplant. Na het oogsten van de bladen moest je met een scherp mes een sneetje maken in de brede nerf aan de voet van het blad. Daar doorheen kwam een ijzerdraadje.  Vervolgens werden de tabaksbladeren aaneengeregen en op de grote zolder ter droging opgehangen. Samen met de bijbehorende geur is het beeld van de rij tabaksbladeren voor altijd in mijn geheugen geprent.

     

    Het gebeurde ook in die dagen dat mijn latere schoonvader, een eenvoudige Achterhoekse boer met een groot technisch vernuft, een machientje maakte om eigenverbouwde tabak te snijden. Op een van de de foto’s ziet u het apparaatje. Het bestaat uit een buis waarin een zwengel draait. Aan het uiteinde van de zwengel zit een rond stuk ijzer dat precies in de buis past.  De buis kan aan de andere kant met het snijmes afgesloten worden. Het procédé is vernuftig door zijn eenvoud. Je stopt een hoeveelheid gedroogde tabak in de buis, sluit de achterkant met de schuif en draait langzaam de zwengel aan. De tabak wordt in elkaar geperst. Als u het snijmes omhoog beweegt, zoekt de tabak die zich het dichtst bij de uitgang bevindt een uitweg en treedt naar buiten. Je beweegt dan het snijmes naar beneden en snijdt kleine krulletjes tabak af.

    De materie rechts beneden is – geloof het of niet -  tabak uit de jaren vlak na de oorlog. Die hebben wij bewaard. Geur en smaak zijn verdwenen en als je de tabak in je handen wrijft , blijft er alleen tabaksstof over dat wegwaait in de wind.

     

    Hoe de tabak geconsumeerd werd, weet ik niet precies. Het is niet waarschijnlijk dat er sigaren van werden gemaakt. Dat vraagt toch een specifiek vakmanschap. Ik weet wel dat sommigen de tabak in een pijp rookten. Je ziet het voor je:  twee mensen bij elkaar. Zegt de een tegen de ander: hier, stop nog maar eens een pijpje van ons merk Eigenbouw.


    ---------------


    Op de andere foto ziet u een deel van de ruimte waarin wij onze tabakssnijder bewaren. Met aan de muur oud klompenmakersgereedschap. Op de achtergrond onze stenen broodbakoven.

     






    26-02-2010, 17:56 Geschreven door terra38  
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:tabak, tabakssnijder, eigenbouw, jeugdherinnering
    19-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ongenode gasten

    Zelf woon ik al ruim dertig jaar in een meer dan honderd jaar oud boerderijtje ergens op het Achterhoekse platteland. In Gelderland dus, oostelijk Nederland. Mijn vrouw woont er nog veel langer: zij is er geboren en getogen. De boerderij heeft geen beschoten kap en we hebben tot dusver ook geen tijd, geld en zin gehad om het dak te beschieten. In donkere nachten is het dus mogelijk, over de zolder lopend, door het pannendak heen de Poolster te zien, als u tenminste het sterrenbeeld kent waar de Poolster deel van uitmaakt. Zo’n min of meer open constructie leidt wel eens tot de aanwezigheid van ongenode gasten. Zo hebben wij enkele jaren geleden het genoegen gesmaakt een compleet volk hoornaars op onze open zolder te herbergen. In de voorzomer heeft de koningin de locatie geïnspecteerd en in orde bevonden. En in de maanden daarna heeft haar volk nijver gewerkt aan een nest van papier (gekauwd hout) dat langzamerhand in de nok van het zolderdak zichtbaar werd.

     

    Hoornaars (of hoorntjes) behoren tot de familie van de wespen (Vespa cabro).  Als u zoals ik niet beter weet, denkt u dat het een groot soort hommel is. Het zou best eens kunnen dat een steek, hoewel misschien niet meteen dodelijk, zo gevaarlijk  is dat u beter niet met hen van doen kunt hebben. Mijn vriend, B.D. te V., imker en groot kenner van al het rondvliegend insectengespuis, verzekerde mij dat ik koningin en volk rustig met rust kon laten. Dat heb ik gedaan. En inderdaad: de hoornaars hebben zich dat zomerseizoen voorbeeldig gedragen. Via vaste routes kwamen en gingen zij. Van hun mogelijkheden om aanvallers met gerichte steken buiten bedrijf te stellen hebben zij  althans wat ons betreft geen gebruik gemaakt. In de loop van het seizoen werden het vertrouwde huisdieren.

     

    De werksters onder de hoornaars hebben de gewoonte om zich bij het begin van de winter af te scheiden van het levende deel der schepping. Zij verwisselen het tijdelijke voor het eeuwige en gaan dood. Behalve de koningin: die overwintert en sticht het jaar daarop een nieuw volk. Nu wil het geval dat, ergens in november, het lege hoornaarsnest zich heeft losgemaakt van de daknok en op de zachte isolatiedekens is gevallen die wij over de nieuwgebouwde slaapkamers-op-zolder hadden gevleid. Zorgvuldig heb ik hoornaarsnest met beide handen de trap af gedragen en buiten op een tuintafeltje gelegd. Daar laat ik het u even zien: ruim veertig centimeter in doorsnede. Licht, fragiel, architectonische meesterwerk, dat zijn de woorden die bij het nest passen. Onbewoond nu, maar we blijven het bewaren.




    19-02-2010, 21:41 Geschreven door terra38  
    Reageren (3)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:hoornaar, hoorntje, wespenfamilie, nestbouw
    12-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cijferlijstje

    Het proefwerk van Benjamin (VWO-3) wordt door zijn lerares Duits beoordeeld met een 7 (zeven). Ruim voldoende, betekent dat. Maar op een ándere VWO-school, in een ándere plaats, wordt precies hetzelfde proefwerk door een andere leraar beoordeeld met een 5 (nog net onvoldoende). Ziehier het aloude dilemma met de schoolse cijferlijstjes. Het zijn zogenaamde objectieve gegevens. Maar dat, zo blijkt uit het voorbeeld, is helemaal niet het geval. De ene leraar waardeert een prestatie van een leerling met een acht, een andere met een zes. We kennen deze voorbeelden allemaal. Nee, eigenlijk hou ik helemaal niet van cijferlijstjes. Dat komt ook door een voorval uit mijn eigen schooljeugd.

     

    Op het eerste rapport van de vierde klas Mulo-A staat links een aantal vakken met daarnaast een cijfer dat een beoordeling pretendeert van mijn vorderingen op dat vak in de ongeveer vier maanden tussen september en kerstmis. Onderaan heeft mijn vader met zijn fraaie handtekening het oordeel bekrachtigd. Enkele roestige nietjes zorgen ervoor dat de jaarcijfers geen eigen wegen gaan bewandelen. De docent Nederlands schatte mijn kennis en vaardigheden in de Nederlandse taal (inclusief letterkunde waarschijnlijk) op een zes. Een zes!! Schande! En het allerergste is het cijfer voor het vak tekenen. U ziet het goed: een 5. Een onvoldoende. Een vijf in rood! Waarom dit rode, naar bloed verwijzende, van schande sprekende accent? Om mij nog maar eens goed onder de neus te wrijven dat dit echt een onvoldoende is. Eerlijk waar: het is de enige onvoldoende die ik ooit op een middelbare school in Nederland en daarbuiten heb gekregen. En nog wel voor tekenen, een vak waar ik later achten en zelfs negens voor haalde!

    Het komt door een tragisch misverstand. De tekenleraar, meneer H. zaliger, achtte het bewezen dat ik bij het tekenen van een cirkel gebruik had gemaakt van een passer, wat ten strengste verboden was. Ik ontken het tot op de dag van vandaag. (k had het namelijk met twee s[pijkers en een touwtje gedaan.) was. s voor haalde! ederland en daarbuiten heb gekregen. tendeertIk had het namelijk niet met een passer, maar met twee spijkers en een touwtje gedaan.) De betreffende tekenleraar schonk mij daarop de eerste en enige onvoldoende. Sinds die dag haat ik cijferlijstjes. En in hun voetspoor alle andere lijstjes met cijfers die nergens op slaan.



    12-02-2010, 15:31 Geschreven door terra38  
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:cijfers,cijferlijstje,rapport,rapportcijfers,
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs