Het is -12° als we voor een ruim twee uur durende autorit naar Apeldoorn staan, in onze wijk is het superglad. Gelukkig liggen de grotere wegen er grotendeels sneeuw en ijsvrij bij, en kunnen we aan een normale snelheid de rit afwerken. Om iets voor 11:00 zitten we in sportzaal Sprengeloo, daarna moeten we nog naar het congrescentrum Orpheus voor de nummers. Elke keer we ons buiten wagen ligt er een half gesmolten sneeuwbrij, en de koude snijd door de drielagige kledij, ondanks de zon. Hier voelt men ook de crisis, vroeger mochten we op vertoon van ons startnummer een multi-functioneel loopshirt afhalen,nu niet. De inschrijvingsprijs en aantaal deelnemers is er ondanks de strenge winterse omstandigheden niet minder op geworden. Een maal we ons in de startvakken begeven, valt meteen op dat alles sneeuw en ijsvrij gemaakt is, tot 95 % van het parkoers, chapeau. Het is wachten op het statschot, om het lichaam te laten werken en op te laten warmen, omstreeks 12:00 weerklinkt het startschot. Ik heef meteen het volle pond, maar het zal toch nog even duren eer de handen en voeten, ongeveer normaal aanvoelen, precies ijsklompen. Het lijken wel uit beton gegoten klompen, mijn nieuwe Asics cumulus, een raar gevoel, ik voel ook meteen pijn aan de wreef. Na een derde kilometer in 03:44, kijk ik naar mijn hartslagmeter 151, ik loop dus al in het rood, er gaat teveel energie naar het opwarmen van het lichaam, en neem daarbij lopen tegen 90% van de overslagpols en je begrijpt het plaatje, ik moet tempo minderen. De benen voelden nochtans redelijk, maar de hartslag liegt niet, het is natuurlijk nog vroeg om te freewheelen, ik zie de atleten voorbij lopen. Op kilometer vijf (0:19:12) denk ik aan de vele vrijwilligers en supporters langs de kant, ook zij verdienen een applaus voor het trotseren van de koude. Er zijn mij nu al een atleet of tien voorbij gegaan en vind het stilletjes aan tijd om bij een groepje aan te pikken, de hartslag is naar 141 gezakt. Zo gezegt zo gedaan we zijn met zeven man ideaal, kilometer tien gaat in (39:38) de laatste vijf in 20:26, nog altijd redelijk goed. We zitten ook vol op in de heuvelzone, het gaat voortdurend op en af, bergop gaat de hartslag richting hsm 150, niets aan te doen. Ik kan moeilijk beginnen stappen dan krijg ik het zeker niet warm, de groep blijft niet bijeen twee man muist er van door, laten gaan. Zover ik het parkoer voor de geest kan halen komen we na zestien kilometer op de grote baan en gaat het vanaf km 20 meestal bergaf tot Apeldoorn. Kilometer vijftien (0:59:22) een zeer mooie tijd ware het niet dat de wedstrijd bord van de 15 kilometer al 200 meter verder staat. Normaal rond deze tijd van het jaar hebben we wind mee als we richting de aankomst lopen vandaag niet, het is wind tegen. Door een moeilijke bevoorrading aan kilometer 15 is het groepje lang uitgerekt, het water was bevroren en bleef in het bekerhouder plakken. Een poging en doorlopen is mijn filosofie, zo loop ik twee zware kilometers op kop, zonder forceren zodat uiteindelijk iedereen weer kan aansluiten. Tot kilometer 20 (1:20:10) gaat het nog meestal vals plat bergop, de laatste vijf kilometer gaan in een te trage 20:48, dat is 4:10/km. De officielle doorkomst half marathon aan de klok en registratiemat van de organisatie is 1:25:31, op de Polar RCX5 staat dan al 21.385 meter. We blijven dus rond die 4:00/km hangen, als plotseling de Asselronde lopers die ruim 27 kilometer moeten lopen, beginnen te versnellen. Ik maak weer een dikke beginnersfout en wil me meten met de sterkste uit de groep, km's van 3:51-3:38 en 3:49 tot gevolg. De benen staan op ontploffen en ik laat hem gaan, aan kilometer 25 (1:39:33) de laatste vijf kilometer gingen 85 sec sneller daan de vijf ervoor. Nu loop ik alleen en na 27 kilometer begin ik aan de tweede ronde, die halfzwaar is tussen kilometer 29 en 34, daar betaal ik de prijs. Het loopt meestal vals plat naar boven de enkele afdalingen zijn steil naar beneden, en de voetpezen smeken deze martelgang te stoppen. Aan kilometer dertig (2:01:05) staan de vrouw, kinderen en honden te supporteren, een opsteker en een extra aanmoediging door te blijven gaan. Vanaf kilometer 33 beginnen er atleten voorbij te lopen, nooit overvalt mij de goesting om aan te pikken, zo zwaar heb ik het nu. Het word kilometer na kilometer aftellen, km 35 (2:24:11) de laatste vijf kilometer in 23:11 ik moet me toch wat herpakken vind ik. Wil ik onder de drie uur doorkomen zal het nodig zijn ik schat dat de Polar ongeveer vierhonderd meter meer gaat aangeven bij aankomst. Na 37 kilometer loopt Wim Driesen me voorbij als ze zo'n tweehonderd meter voorsprong hebben, begin ik een versnelling in te zetten. Het gat niet groter laten worden, kilometer 40 kom ik door in (2:45:56) die tijd onder de drie uur zit er ruim in met nog 2600 meter te gaan. De laatste rechte lijn is hier kei lang en er hangen zoveel spandoeken dat je moeilijk het einde kunt inschatten, gaan tot op de meet. Wat moet ik hier nu mee, alles bij elkaar geteld, moet ik tevreden zijn, had het twintig graden warmer geweest, had er een veel betere tijd in gezeten, maar de weersomstandigheden maken nu eenmaal deel uit van het volledige wedstrijdplaatje.
|