Ik ben Leus Frankie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Joggerke.
Ik ben een man en woon in Herenthout (Belgie) en mijn beroep is arbeider.
Ik ben geboren op 17/07/1962 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: hardlopen/marathon.
getrouwd met Carine Cautaerts (hardloopster)
twee zonen Jorgi en Kenney
(hardlopers)
Vandaag een trage duurloop van 20.000 meter gelopen in 1:34:00, hsm 126. Weer een zware training met die strakke wind, het bot een mens echt af. De laatste zes kilometer waren gelukkig wind in het voordeel en ging het vlotter. Morgen nog een zware training en dan rustig tot zondag dan is er de marathon in geldrop. Het is de voorlaatste wedstrijd in de marthon en ultra cup, daarna is er nog de Spijkenisse marathon. Morgen staat er een tempoloop van 15 kilometer op het programma.
Vandaag een trage duurloop van 16.000 meter gelopen in 1:18:28, hsm 115. Je moet goed zot zijn om daarin te vertrekken, was mijn eerste gedachte en die bleef gans de training. Felle regenbuien felle wind en nog hardere windstoten, moest ik vandaa alleen te zien verwerken. Na 11 kilometer moest ik zelf even stoppen om de gel-hakjes uit mijn schoenen te nemen. De schoenen moesten volledig uit, om de gel-hakjes te verwijderen, en lastig deden. Gelukkig was het daarna met wind in de rug terug naar huis, om een verdiende warme douche te pakken. Het hernemen met lopen viel me nochtans zwaar, de benen waren verstijfd door wind, regen en koude. Morgen staat er een lange duurloop van 20 kilometer op het programma, hopelijk droog en minder wind.
Omstreeks 11:00 namen we een lichte broodmaltijd tot ons, en om 12:00 richting Arendonk. Het was rustig op de baan, alleen een plaatelijke omleiding, maakte het wat moeilijker. Aangekomen aan de sportvelden van de plaatselijke loopclub ARAC, was het zoeken naar parking. Ondertussen waren de jeugdige veldlopertjes al vol op aan het strijden voor hun club. Er stond onaangenaam veel wind, en tijdens het inschrijven waaide de tent van ACHL weg. Voor de veiligheid werd ze opgeborgen, en was het hopen dat het niet zou regenen. Daar de sportzakken van alle achl-atleten nu open en bloot onder de soms dreigende hemel stonden.
Kenney was de eerste die in actie moest treden, hij was supernerveus, zo bang was hij als laatste te finishen. Ik spreekte hem wat moed in en vertelde dat hij zeker in de middenmoot zou eindigen. Het startschot weerklonk en de miniemen trokken zich op gang, als laatste uit de startblokken, Kenney. Na een zeer sterke eerste 500 meter miste Kenney op een haar de aansluiting met de top-zes. Tegen de wind in was het onbegonnen werk om het gat nog dicht te lopen, en de zes waren weg. Kenney die het kopwerk deed in de achtervolgende groep, verloor nog een plaats en finishte achtste. Ruim in de eerste helft, en mocht het podium op met ACHL als winnaars van de interclub.
Jorgi was de volgende aan de start, zijn doel was om veel beter te presteren als verleden jaar. Toen waren er drie atleten achter hem gefinisht, nu ging hij voor een toptien plaats, een hele grote stap dus. Met 28 atleten kadetten aan de start, en eerder een straatloper voor het langere werk, ging het zwaar worden. De start is ook bij Jorgi een van de onderdelen waar hij aan moet werken, ook hij was als laatste weg. Maar alles behalve in paniek schoof hij langzaam op in het veld, na een bijna perfecte inhaalrace, Finishte Jorgi knap tiende, een plaatsje nog verloren in de sprint en mits een goede start kan hij nog drie plaatsen winnen.
Toen het de beurt aan de masters was begon de wind nog wat strakker te blazen en de lucht werd dreigender. Ik had me voorgenomen een goede start te maken, en had me naast de favorieten in het midden gezet. De start was uitstekend voor mijn doen, ongeveer in 20ste positie, voor de eerste bocht zat ik vast in het pak. Ik stond volledig stil en de volgende rechte lijn zat ik alweer in 50ste positie, ik kon aan een inhaalrace beginnen. Al snel voelde ik dat ik geen topdag kende, de verzuring kwam snel, en na elke bocht had ik het moeilijk. Toch zou ik na een kleine ronde ongeveer 35ste doorkomen, ik nam de tweede ronde Cis Heylen op sleeptouw.
Spijtig genoeg zou ik er deze ronde weinig steun van krijgen, en ik had het zwaar zeker tegen de wind in. We gingen nog een tiental atleten voorbij, toen dwong ik Cis, zo halverwege de derde ronde over te nemen. Het beste was er trouwens af, en ik had moeite in cis zijn spoor te blijven, toch kwam niemand terug uit de achtergrond. In het begin van de laatste ronde gingen we nog over Bart Heylen, en toen moest ook ik Cis laten gaan. Zo finishte ik na een laatste moeilijke ronde als 14de master, de afstand bedroeg 7.240 meter gelopen in een tijd van 0:26:43. Al bij al nog een goed resultaat, de laatste zeven dagen had ik 160 kilometer op de teller staan, van, het goede teveel!! De grootste schrik moest dan nog komen tijdens de prijsuitreiking ging de grote tent bijna gaan vliegen. Enkel door verenigde mankracht hebben we een klein drama kunnen vermijden, het noodweer was losgebarsten.
De afstanden bij Kenney en Jorgi zijn langer als officieel meegedeeld. Bij de masters was de afstand officieel 6.680 meter, volgens de garmin 7.240 meter.
Vandaag gaan we eens gaan crossen in Arendonk, we zijn, Jorgi, Kenney en ikzelf. Mijn vrouw Carine heeft nog altijd teveel last van de bil en de onderste wervels. Kenney is een miniem van 1997 en loopt 1.530 meter, Jorgi een kadet van 1995 loopt 2.730. Het parkoers zal er goed drassig bijliggen, maar die mannen kunnen een volledige wedstrijd vol uit gaan. Ikzelf ben een master van 1962 loop de 6.680 meter, en dat is een afstand waar ik normaal ook 100 % kan gaan. Het zal een serieuze afwisseling zijn na een 6 uur, een 100 km en 12 marathons en 6 halve marathons, enz.... Volgende week staat trouwens de dertiende marathon van het jaar op het programma in Geldrop. Dus ik zal vandaag de nodige voorzichtigheid moeten inlassen als ik voel dat het te riskant is.
Vandaag een trage duurloop van 12.600 meter gelopen in 1:01:57, hsm 115. Het is de enigste training voor vandaag, morgen staat de eerste cross op het programma. Een volume-training zonder mezelf zeer te doen wat kilometers verzamelen. Goed voor de tiende training deze week, iets wat me wel goed af gaat trouwens. Volgende week moet ik weer aan het werk en is het de week van de marathon. Dus dan staat er een gewone marathon-trainings-week op het menu.
Deze namiddag een tempotraining van 8.000 meter gelopen in 0:31:42, hsm 139. Het was een beetje onverwacht dat ik dit nog uit de benen ging kunnen schudden. Zeker na de training van deze morgen die mentaal zwaarder was dan deze training. Het was wel met de verkeerde schoenen afgewerkt, mijn Asics stratos de minst qualitatieve schoen. De beide voetpezen deden pijn en de rechter heup bil en achillespees ook. Morgen een rustige duurloop, liefst met een recuperatief karakter gelopen.
Deze voormiddag een trage duurloop van 10.100 meter gelopen in 0:48:43, hssm 115. Met stijve beenspieren, na de dertig kilometer van gisteren, en pijnlijke bovenbenen. Ze herinneren me eraan dat ik nog een zware marathon in de benen heb zitten. Ik zal deze week aan ruim 120 kilometer komen wat al veel is de week na een marathon. Deze namiddag nog een korte training aan duurlooptempo, tenminste als ik dat nog kan opbrengen.
Vandaag een lange trage duurloop van 30.000 meter gelopen in 2:23:14, hsm 121. Een langere duurloop als gepland, het ging goed dus de twee trainingen ineens afgewerkt. De rest van de dag mag ik rusten en herstellen van de zware trainingsweek. Met de pezen en spieren gaat het de goede kant op, de diverse ontstekingen zijn onder controle. Het enige buiten rusten zal rustig rekken en strekken zijn, en volta-patch kleven. Morgen staan er twee korte trainingen op het programma een 10 en een 5 kilometer.
Deze namiddag een trage duurloop van 5.000 meter gelopen in 0:24:27, hsm 118. Om de jongste zoon, Kenney weer in gang te zetten, hij had weer teveel huiswerk. Het eerste dat dan sneuvelt op de lijst is de sport, daar steek ik een stokje voor. en overtuig hem dat een half uur voldoende is, en zo met frisse moed aan het huiswerk beginnen. Ondertussen heb ik er weer vijf kilometer bij deze week en zal zondag alleen nog moeten crossen.
Vandaag een tempoloop van 15.270 meter in een uur rond, hsm 139. Het ging al beter dan verwacht, dus in de plaats van een duurloop een tempoloop. Op de gravelpiste gelopen met 200 meter tegen de wind in en 200 meter wind mee. Zo kon er sprake zijn van enig herstel, want het was knokken om tempo te houden. Het was een training die perfect bij mijn lijfspreuk past, no pain no gain. Morgen staat er een lange trage duurloop van 24 kilometer op het programma.
Deze namiddag een trage duurloop van 7.000 meter gelopen in 0:32:14, hsm 126. Het was weer niet simpel om in gang te geraken, de stijfheid blijft meester over de spieren. De laatste drie kilometer toch iets doorgetrokken naar ruim 14 km/uur, met 4:07/km als beste. Nog een paar dagen actief hersel, voor dat ik weer over alle mogelijkheden ga beschikken. Morgen staat er een duurloop van 15 kilometer op het programma.
Vandaag een trage duurloop van 14.200 meter gelopen in 1:05:58, hsm 121. De benen voelden al stukken beter aan dan gisteren, de ontstekingen minder pijnlijk. Ik kon de 12 km/uur al vlot halen, buiten de eerste inloopkilometer, 5:24/km. Wat volta-patch pleister niet allemaal kunnen verwezenlijken, als je ze op de juiste plaatsen plakt. Het zie er naar uit dat ik deze week technisch werkloos ben, en dus de hele week vrij. Een goede gelegenheid om het trainingsschema van twee trainingen per dag boven te halen. Zo kan er op kwantiteit en kwaliteit getraind worden en genoeg kilometers verzamelen. Dan kan ik zondag de cross in Arendonk meepikken, van kwaliteit gesproken, crossen dus.
Deze avond een recuperatietraining van 9.000 meter gelopen in 0:53:11, hsm 107. Samen met de oudste zoon Jorgi, die ook een hersteltraining moest afwerken gelopen. Alles deed nog zeer en ik kwam moeilijk op gang, en kon niet echt versnellen. Het was ook de bedoeling niet, gewoon de spieren en pezen actief laten herstellen. De schade is groter dan verwacht, omdat ik dacht dat ik er op het eind niet alles uitgehaald heb. Vijf minuten na de marathon en de daar op volgende uren had ik weinig last van stijfheid. Om vier uur s'morgens wel opgestaan omdat de onderbenen zo"n zeer deden. Gelukkig is de volgende marathon maar binnen veertien dagen.
Deze morgend een recuperatieloop van 6.500 meter gelopen in 0:38:01, hsm 107. Ik kon amper stappen op de pijnlijke voetpees, ook de gehavende knie en achillespees deden pijn. Dus een recupererend herstelloopje, de eerste kilometer aan 8 km/uur, een tweede kilometer aan 9 km/uur. Daarna ging het vlotter en voelde ik de pijn wegvloeien, maar het was nog afzien. Het lichaam heeft de vootdurende kleine correcties om niet weg te glijden slecht verteerd. Normaal ga ik deze avond nog een rustige duurloop doen met mijn oudste zoon.
Zondagmorgend 06:00 sta ik op voor een licht ontbijt, binnen vier uur start de marathon van Kasterlee. Om 07:15 staat Carine op, en om 07:45 rijden we richting Kasterlee, ruim op tijd om alles op het gemak te doen. De auto aan de sporthal parkeren en te voet naar de technofit waar zoals elk jaar de tent staat opgetrokken. We zijn nieuwsgierig naar de levensgrote afbeelding van de winnaar van verleden jaar, die samen met de vorige winnaars, hoog in de tent hangt, een mooie en geslaagde foto, en ik fier als een gieter.
Carine gaat achter mijn startnummer, terwijl ik sta te praten met een paar bekende en veel lopende collega's. Nog een moment om fier op te zijn is het gepersonaliseerde borstnummer 1, als winnaar van vorig jaar. Van de organisatie krijgen we te horen dat de nr 1 tot en met de nr 10 een apart startvak krijgen voor de grote massa. Dat komt goed uit want het regent al een ganse tijd, dat beloofd voor het parkoer, het word een lange veldloop. Weer naar de sporthal om de sportkledij aan te trekken en de dringende boodschappen te plegen.
Begeleider van dienst is Geert Caers net als vorig jaar, wacht hem een helse rit met de mtb door de Kastelse modder. Aan de startlijn staan al de favorieten al gereed, Marc Papanikitas, Jan Daems, Nid Rumphakwaen, Bart de Grove enz. Het startschot word gegeven, ik moet me reppen om bij de marathontoppers mee te kunnen, en de start lukt goed. Na een kilometer hang ik achteraan de omvangrijke groep, en schuif door tot bij Bart en Nid een 50-tal meter achter Marc en Jan. We zijn amper 2 km ver als er al sprake is van vaste positie's, een handvol halve marathonlopers, met Jan en Marc er bij.
Dan volgen Bart, Nid en ikzelf op 100 meter en 100 meter achter ons een omvangrijke groep met o.a Jan Hendrickx. Na drie kilometer krijg ik er al spijt van, om mee te lopen met Bart en Nid, en niet met de groep achter ons. Het parkoer op de veldwegen ligt er glibberig bij, en ik voel dat ik geen superdag heb, ik zal de twee zo lang als mogelijk volgen. Bart doet alle kopwerk, ik ben een beetje verlegen dat ik geen handje kan helpen, maar loop al op het randje om te volgen. Er staat toch wel wat wind op de vlakke open stukken, maar Bart vraagt zelf niet om even afgelost te worden.
Na twaalf kilometer krijgen we de eerste hellingen voorgeschoteld, normaal test ik me daar elk jaar, eens goed doortrekken. Dit jaar dus niet ik zit a bloc om de twee te volgen, Marc en Jan zijn niet meer in het zicht, ik hoop er toch door te komen. In het bos is het een echte slijkboel, hoewel het er beter bij ligt als verleden jaar, heb ik weinig grip en schuif voordurend. Af en toe moet ik na een bocht die ik te voorzichtig in ga, een klein kloofje dichten, en het zwaarste gedeelte moet noch komen. Na 15 km komt het zware stuk er aan met enkele pittige hellingen en nog meer modder, maar ik klamp vast beraden aan.
Gelukkig trekt Bart niet echt door op de hoge mouw, de zwaarste beklimming, zo overleef ik het bos en de 20 kilometer. Terug op het afsalt en in de lange lus aan de aankomst, zien we dat de twee koplopers maar 2 minuten voorsprong hebben. Op onze beurt hebben we maar 1 dikke minuut op de achtervolgers, alles ligt nog binnen bereik van plaats 1 tot 10. Deze wetenschap heeft Bart weer vleugels en hij trekt goed door, ik moet lossen maar op de ijzeren stelling kom ik terug. Op kilometer 27 gebeurt het onvermijdelijke en moet ik de twee laten gaan, nog 5 kilometer allen tegen de wind op.
De bil voelt verkrampt aan en ik heb al een tijdje last van lichte buikkrampen, het word nog een zware eenzame tocht. Het duurt nog tot kilometer 30 voor ik word bijgehaald door twee atleten, waar van de namen me niet direkt binneschieten. Geert moet op me inpraten, om er het beste van te maken, niet zien naar de anderen, en zo goed mogelijk finishen. Op de hoge mouw komt Jan Hendrickx aansluiten, maar ook bij hem kan ik niet aan pikken, ik voel me leeg. De laatste drie kilometer is het rustig joggen geblazen, de hartslag zakt zelf onder de 130 slagen, maar de pijn blijft.
Ik finish in 2:50:01 en had gans de wedstrijd geen benul welke tijd er in zat, mijn garmin te laat opgezet. Een achtste plaats en eerst in mijn categorie, niet slecht om een ganse dag met een slecht gevoel te lopen op een zwaar parkoer. Vooraan was er nog een felle strijd achter de verdiende winnaar Jan Daems, tweede werd Nid Ramphakwaen. Maar de prijs voor doorzettingsvermogen gaat naar Bart De Grove, die een schitterende marathon liep en luxe haas speelde. Het is nu weer een jaartje wachten om de mooiste marathon van Vlaanderen te mogen lopen, we komen terug.