Ik ben Bart Bonne
Ik ben een man en woon in Las Palmas (Gran Canaria-Spanje) en mijn beroep is mountainbikegids.
Ik ben geboren op 08/11/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielrennen,metal,voetbal (Anderlecht).
Jullie hebben het allicht al gemerkt dat er de laatste tijd van schrijven niet veel in huis komt. Heb namelijk mooi volk over de vloer uit het zuiden, en dan heeft een mens wel iets zinnigers te doen... Komt daar nog bij dat deze twee wedstrijden typische kl*tekoersen van de zuiverste soort waren, waarin ik weer niet in de juiste ontsnapping zat. Vooral in Zingem ondernam ik geregeld pogingen om er met een groepje vanonder te muizen. Ondanks ik daar een iets heuvelachtiger parcours verwacht had, bleek de omloop me wel te liggen en had ik een goed gevoel in de poten. Toen de beslissende vlucht met acht renners tot stand kwam, zat ik echter iets te ver in het peloton te ouwehoeren en wanneer in de laatste ronde duidelijk werd dat ontsnappen niet meer mogelijk was, liet ik het gewriemel in de nauwe straatjes voor wat het was en bolde rustig over de meet.
56 Km in 1h 22' 40,8 Gem. Peloton Gem. hartslag: 164 Max. hartslag: 191
In Buggenhout vrees ik dat voor het eerst dit seizoen m'n Trek zal gedoopt worden, want net voor de start pakken donkere wolken zich samen alsof ze de deelnemers willen monsteren en bevlekken met de nodige hoeveelheid vocht. Meer dan wat gedruppel laten ze echter niet los, zodat de bochten vol kunnen genomen worden, en er vanaf de eerste ronde goed ingevlogen wordt. De omloop leent zich uitstekend voor een namiddagje "vlammen op twee wielen" en dat gebeurt ook. Niemand kan uit de greep van het peloton blijven. Halfweg koers waag ik ook enkele schuchtere wanhoopspogingen, maar die dragen niet ver. Massasprint dus en geen spek voor mijn bek. Ik ben terug dringend aan een training en wat tips van Mark Cavendish toe...
55 Km in 1h 18' 42,4 Gem. Peloton Gem. hartslag: 157 Max. hartslag: 186
Omdat na de geslaagde Pyreneeëntrip m'n wedstrijden zich in een ultrahoog tempo opvolgden (ik wou dat m'n snelheid op de fiets hieraan evenredig was), volgt hier een compilatie van de reeds afgewerkte wedstrijden. Eerwaarde lezer, staar u echter niet blind op mijn wedstrijdresultaten, want die mogen op het eerste zicht niet veel soeps lijken, de conditie is stukken beter dan de uitslagen laten uitschijnen. Waarom ik hier dan zo 'n povere resultaten neerzet? Tja, dat ik dat eens wist... Feit is dat koersinzicht nooit m'n sterkste punt is geweest, en dat dit na negen jaar wedstrijden afhaspelen nauwelijks is vooruitgegaan. Ik heb wel moeite met het beantwoorden van snoeiharde demarrages in het begin van de wedstrijd, en als ik een beetje in het ritme kom is het kalf al meestal verdronken, het kaf van het koren gescheiden, of het schaap de pr**te af! Drie mooie uitdrukkingen om te verdoezelen dat ik weer 'gewoon niet mee' was... Met laatst enkele koersjes van met moeite ocharme een goeie vijftig kilometer (belachelijk kort), is het voor een diesel als ondergetekende extra moeilijk om meteen het goeie ritme te vinden. Aan de aankomst echter ben ik (meestal toch...) relatief fris en allesbehalve uitgeput. Omdat ik hier maar kan blijven excuses verzinnen, ziehier dames en heren mijn resultaten:
15.VWF Wieze (24 juli) 16. VWF Borchtlombeek (26juli) ------------------------- ---------------------------------- 57 km. in 1h22' 40,5 Gem. Peloton 57 Km. in 1h25' 38,6 Gem. 22/45 Gem. hartslag: 165 Gem. hartslag: 166 Max. hartslag: 198 Max. hartslag:199
19.VWF Herne (4aug.) -------------------------- 51 Km. in 1h.16' 40,5 Gem. Peloton Hartslagmeter in "staking." De "geskant" uitgekuist in de laatste kilometer, maar niet gecrashed.
Maandag 19 juli en bakken en braden in de Pyreneeën! Yes, thats 's the way we like it!!! We laden rond halfelf (voor onze normen héél vroeg in de morgen) de fietsen in m'n Renault 'Kangooroe', en zitten met de wagen al meteen op het Tourparcours, dat vandaag onze uitvalsbasis St-Girons aandoet. We willen echter de wedstrijd volgen op de laatste Col, de Port de Balès, dus tuffen we nog eerst over de Col de Portet d'Aspet, die de trieste eer heeft om de laatste Tourdode op z'n geweten te hebben. In 1995 kwam de Italiaan Fabio Casartelli hier immers in de afdaling om het leven, en op de plaats des onheils staat nu een monument, ter nagedachtenis van de onfortuinlijke Italiaan. Beneden die verdoemde Col parkeren we de wagen, en gaan we de laatste 55 kilometer tot de top van de Balès op onze tweewielers verkennen. Eerst krijgen we echter nog de Col des Ares te verwerken, die op de koop toe nog vooraf gegaan wordt door een ambetante molshoop die naar de naam 'Col de Buret' luistert. We zijn nog ruim vier uur voor de doortocht van het parcours, maar langs- en op de weg heerst er al een drukte van jewelste. Soms wel vervelend, omdat je in de aanvangskilometers eerst de stramme spieren wat rustig wil losrijden, maar hierdoor krijg je meteen een troep collega-fietsers in de wielen, die wel zin lijken te hebben in een wedstrijdje. Haantjesgedrag is ons uiteraard niet vreemd, dus laten we ons verleiden en fiets ik al meteen akelig dicht tegen mijn maximum, als ik merk dat er nog steeds een 'ellendeling' in mijn wiel zit. Ik dring hem de kop op (ploegentactiek- Joost was immers al gaan vliegen...) en dan merk ik plots zijn witte, behaarde benen. Dit was blijkbaar de motivatie die ik nodig had, want ik ga hem terug voorbij en kan hem nu definitief afschudden. In de vallei blijven we nu doorvlammen, en dus duikt al gauw de Port de Balès op. Ook hier is weer de grote massa op de afspraak, en voor een modale pedaalridder als ondergetekende een unieke belevenis om me door de mensenzee te hijsen. Met enige verbeelding (en die héb ik uiteraard...) zie je jezelf als Tourrenner in de kopgroep concurreren met grootheden als Armstrong, Schleck en Contador. Ik hou tijdens de beklimming nog genoeg adem over, om wat te dollen met de toeschouwers als ze voor de vierhondervijftigste keer "Allez Fignon" naar me roepen, of ik merk de kerel op met zijn impossante Anderlecht tatoo, die ik dan ook uitgebreid feliciteer met zijn voetbalkennis. In dezelfde lijn van mijn "acties" kan ik het ook niet laten om enkele Basken met een shirtje van Athletic de Bilbao aan hun 4-0 nederlaag te herinneren, en ik hoop maar dat ik hiermee niet op de zwarte lijst van de ETA verschijn. Ik en Joost spelen ondertussen haasje over, en tijdens de laatste twee kilometer haal ik alles uit de kast en kom als eerste op de top. Deze keer geen verklede gekken of carnavalstoestanden, maar dat maakt de doortocht van de renners er niet minder op. Na de wedstrijd slagen we er nog in om in de vallei hopeloos verloren te rijden (we zaten al akelig dicht tegen de Spaanse grens), maar gelukkig vinden we nog voor het donker m'n 'Kangooroe' terug.
De volgende dag is onze laatste hier, maar zeker niet de minste. De legendarische Tourmalet staat immers op het menu, en omdat we niet al te ver voor de reclamekaravaan uitrijden, doet een zwijnekop van de politie ons afstappen en moeten we langs de kant van de weg wachten. Uiteraard niet naar onze zin, dus eenmaal uit het gezichtsveld verdwenen, bestijgen we terug ons ros en zetten de beklimming verder. De pret is echter van korte duur, want nu zijn het de motards van de presidentiële garde die ons te voet zetten. Tegen die klojo' s valt niet veel te beginnen, dus gehoorzamen we nu maar en posteren ons als brave Plechtige Communiecantjes op de bergflank. We konden het slechter getroffen hebben qua locatie, want we staan hier bij een rondrijdend, Belgisch café waar we op TV de wedstrijd kunnen volgen. De eigenaar volgt met zijn rijdende bar voor het tweede jaar op rij de Tour, en heeft blijkbaar al een goeie reputatie opgebouwd want oa. Marc Coucke en Marc Wauters komen zich hier van de wedstrijdsituatie vergewissen. Ook notoire kok en TV-figuur Piet Huysentruyt passeert hier trouwens de revue. Vanaf het moment dat de renners gepaseerd zijn, kunnen we (met ondertussen verzuurde kuiten) onze beklimming verder zetten in dit prachtig decor. Hoe hoger we komen, hoe steiler deze Pyreneeënreus wordt, maar tegen alle logica in begin ik echter soepelder en vlotter te klimmen. Eenmaal voorbij La Mongie en boven de boomgrens, is het genieten geblazen van de ruwe rotsformaties en steile bergweiden. Er staat niet bijster veel wind en ik bereik zonder echt af te zien de top van deze mythische Col. Na het nemen van de onvermijdelijke kiekjes op de top, duiken we naar beneden en vatten we een uurtje later de onvermijdelijke terugtocht naar Helgië aan.
Precies honderd jaar was het geleden dat de Ronde van Frankrijk voor het eerst de meest zuidelijke bergketen van Frankrijk aansneed, en dit werd herdacht door maar liefst vier zware bergetappes op het Tourmenu te plaatsen. Zeg nu zelf, daar moest Barduk uiteraard bij zijn, en in makker Joost "Josito" Pieters vond hij een uitstekende reisgezel en gangmaker. De heenreis per super de luxe Citroën Berlingo, raakte even in het slop door een ambetante file op de ring rond Parijs (ik prefereer de veel vlottere ring rond Poesele), maar na ruim twaalf uur kwamen we toch veilig en wel aan in onze uitvalsbasis St-Girons. Meteen consternatie bij het betreden van het vooraf gereserveerde twee- sterrenhotel. Na lang wachten verscheen er plots een Jezus-achtige gedaante in een wit gewaad, dat nog het meest leek op een judo kimono. De langharige baardmens was blijkbaar niet op de hoogte van onze reservatie, maar gaf ons na enig aandringen toch een hotelkamer. Een ticket naar de hel, of voor mijn part een mesthoop ware misschien beter geweest, want de kamer was (zoals het hele hotel trouwens) niet om aan te zien! We hadden natuurlijk al onraad kunnen ruiken bij het aanschouwen van de afgebladerde dakgoot en erbarmelijke luiken (ik vermoed dat de laatste verfbeurt net na de Franse Revolutie gebeurt moet zijn), maar wat we in onze kamer te zien kregen sloeg werkelijk alles. De stijl van het behangpapier herkende ik vanop de foto's van mijn bloedeigen pa en ma, toen ze in hun prille adolescentie verkeerden, en zo moet ongeveer ook het behangpapier in het ziekenhuis er hebben uitgezien, toen mijn compaan (nu al iets meer dan een halve eeuw geleden) het levenslicht zag... Het slaapkamermeubilair viel bijna uit elkaar, de douche was smerig en het vergde bovendien heel wat stuurmanskunst om bij het verlaten ervan niet in de WC-pot te tuimelen, de aarding liep open en bloot langs de douchewand (!) naar beneden, en dan heb ik het nog niet gehad over de geur in de kamer of ons fantastisch uitzicht op enkele verouderde en verkrotte huizen, waar een duivenmelker zijn "blauwe geschelpte" niet zou durven in opsluiten. Gelukkig dient zo'n kamer enkel maar om te slapen, maar toen de volgende morgen de miezerige regen op de verouderde daken tikte (ik blijf me erover verbazen dat het niet binnen regende), zaten we toch wel even met de handen in het haar. Van ons eerste plan, om in de buurt wat colletjes te gaan verkennen, schakelden we over op noodplan B, en dat was richting Revel rijden om daar de aankomst van de 13e rit mee te pikken, en wat te fietsen in droger weer. Zeven kilometer voor de aankomst lag trouwens een lekker lopend colletje van derde categorie, waar we gezamenlijk opstoven en boven op een groot scherm het verdere verloop van de wedstrijd konden volgen. Het Tourpeloton zorgde blijkbaar voor inspiratie, want na de aankomst fietsten we terug richting wagen en kletsen we heel wat Franse "Jopie's" (wieltjeszuigers) uit onze slipstream. Ik liet wijselijk het merendeel van het kopwerk aan Joost over, omdat er de volgende dagen nog heel wat geklommen zou moeten worden. De volgende dag stond er immers al de steile beklimming naar het skistation Ax-3 Domaines op het menu, en gelukkig hadden de wolken boven de Pyreneeën plaatsgemaakt voor zonneschijn en temperaturen die in het dal opliepen tot 32 graden. Ik had natuurlijk m'n zonnecreme vergeten, dacht dat het Europese "flutzonnetje" m'n Canarisch gebruinde huid niet zou kunnen aantasten, maar dat viel lichtjes tegen. Net zoals de beklimming van Ax-3 Domaines trouwens. Was me dat een slecht lopende Col zeg! Amper 8 kilometer lang, maar constant 8 a 9 procent stijgingspercentage, waarin de steilste stukken zelfs flirtten met de 12 procent. Gelukkig kregen we heel wat aanmoedigingen van het talrijke publiek langs de weg, en toen we de top bereikt hadden, daalden we twee kilometer, waar we in de buurt van een bende Franse "carnavalszotten" de passage van het Tourpeloton meemaakten. Knotsgekke toestanden, want de olijke bende was getooid in de meest uiteenlopende carnavalskostumen. Van wulpse travestietverpleegster over "condoom" tot gigantische penis, maar de mafste was ongetwijfeld de kerel die zich in een uniform van de Franse politie had gehesen, met uitzondering van het benedenstuk dat was vervangen door een string en jarretellen. Hilarisch, want zelfs sommige renners konden hun lach niet onderdrukken. Na de doortocht van de Tour werd er in de vallei (met Joost op kop uiteraard) terug stevig gevlamd, niet denkend aan wat er ons de volgende dagen nog te wachten zou staan in het hooggebergte.
Tegen alle verwachtingen in blijft het in Helgië maar zomeren. Het is zelfs zo erg, dat m'n maat Niels 'Schleck' Moreau voor het eerst sinds mensenheugenis rondrijdt met lichtjes gebruinde armen en benen. Normaal gezien kan je zijn witte koersbroek amper van zijn bovenbenen onderschijden. Met tropische temperaturen die flirten met de dertig graden voel ik me natuurlijk als een vis in het water, maar ook m'n collega renners blijken niet echt onder de hitte gebukt te gaan, want de meesten aanvallen worden vliegensvlug gecounterd. Veel langer dan een halve ronde dragen de vluchtpogingen dan ook niet. Wanneer ploegmaat Ronny me erop attent maakt dat er in de laatste bocht voor de aankomst "sponsen te grijpen zijn," twijfel ik geen minuut en grits regelmatig een in fris water gedrenkt exemplaar. Nog meer verfrissing komt er van een bewoner langs het parcours, want die had er niet beters op gevonden om ons bij elke doortocht nat te spuiten met de tuinslang. Dan regent het eens enkele dagen niet, moet je verdommme achteraf toch je fiets schoonmaken! Niemand kan ontkomen of het peloton een hak zetten, dus stevenen we af op een massaspurt. Ik denk eerst van me ook eens in de debatten te mengen, en wordt zelfs tot op de derde rij gebracht door 'Schleck,' maar bij het uitkomen van de voorlaatste bocht kan ik niet genoeg opschuiven om nog echt mee te spurten. Misschien maar best ook, want in de laatste bocht knallen er nog enkele jongens tegen de straatstenen, en moet ik tevreden zijn met een 18e plaats.
59Km in 1h 27' 40,7 Gem. 18/53
Zondag was er dan de wedstrijd in Lierde, en omdat ik binnen enkele uren richting Pyreneeën trek om de Tour te volgen, en graag nog wat zou slapen, wordt dit het kortste verslagje ooit: Goe weer, goeie benen en met een groepje een rondeke in de aanval op het verkeerde moment = geen prijs, punten of pluimen voor op mijnen hoed. In examentermen: grandioos gebuist! Een positieve noot is dat de conditie verre van slecht is, dus ik hoop op betere tijden en...warmer weer!
Het lichtjes glooiende parcours van Schendelbeke vormde het decor van het Provinciaal Kampioenschap, maar de leeuwentrui was echter niet voor ondergetekende weggelegd. Ik had een enorm suf gevoel in mijn benen, zodat klauwen als de katachtige viervoeter die op het shirt van de winnaar zou prijken, er niet inzat. Op de korte klimmetjes kon ik wel goed opschuiven, maar eenmaal op het vlakke met de neus in de wind, vond ik precies het juiste ritme niet. Het was vandaag slechts 26 graden, en ik ben die koude lucht die op mijn benen inslaat niet meer gewoon... Waarschijnlijk was dat de reden van het lome gevoel. Ronny Paridaens ligt aan de basis van de defenitieve ontsnapping en wint ook de wedstrijd. Ik eindig voor de zowat vijfhondertachtigste keer in het...peloton!
63 Km. in 1h35' 39,4 Gem. Peloton
Gelukkig was het die donderdagavond in Vrasene terug heet, zwoel en warm tegelijk! Ondanks ik vroeger tijdens mijn schooltijd een gloeiende hekel had aan de combinatie van 'donder' en 'dag', en dit niet in het minst omdat we dan in het middelbaar verdomme elke keer wiskunde op ons bord kregen, zie ik het vandaag best wel zitten. Na negen maanden eenzaam en alleen op het zonnige Lanzarote rondgereden te hebben (iemand medelijden...? nee...? niemand...?) merkte ik in voorgaande wedstrijden dat ik wat snelheid mis, dus was dit de ideale gelegenheid om daar iets aan te doen. De eerste ronde moeten we echter aan een gezapig tempo achter de auto afwerken. Het deuntje met: "Rodaniaaa tet tet tet teu..." begon me al vrij vlug de keel uit te hangen, en bleef op de koop toe de hele wedstrijd in m'n hersenpan rondzweven. Erger nog: vastgeklonken in m'n grijze massa zoals een octopus met zijn tentakels z'n prooi omklemt, en niet van plan is om die de eerste etmalen te lossen! Na de passage door het centrum zocht het vrij aardige parcours zijn weg door landelijk Vrasene, en dat het daar wel eens naar een fris gewassen zwijntje durft te ruiken, stoorde allesbehalve. De eerste ronden had ik precies wel een beetje moeite met de ademhaling. Ik weet nu niet of dit aan het weer te wijten was, of aan een accuut geval van hooikoorts, maar ik hapte lucht als een uitgehongerd adelaarsjong dat wacht op zijn eerste wormpje. Bon, voorlopig genoeg vergelijkingen die zich situeren in de leefwereld van fauna en flora, en over naar de feiten van de dag: 1. Ik zit teveel achteraan te koersen. 2. Ik mis de ontsnappingen van twee groepjes van een achttal renners. 3. Ik spring mee op het verkeerde moment. 4. Ik rij niet in de prijzen.
66 Km. in 1h34' 41,7 Gem. Peloton Gem. hartslag: 161 Max. hartslag: 198
Nauwelijks twintig uur op Belgische bodem en daar sta je dan..., eindelijk nog eens aan de start van een wielerwedstrijd in Hemelveerdegem. (Of all places...) De terugreis uit Lanzarote verliep niet direct zoals ik gehoopt had. Vooral het inschepen van de valiezen verliep nou niet bepaald lekker. Aangezien ik voor de eerste keer met Ryanair vloog en zij nogal streng toezien op het gewicht van de valiezen, moest ik in 'Lanzarote airport' hemel en aarde verzetten om net niet boven het maximum toegestane gewicht van handbagage (10Kg), gewone bagage (15Kg) en fietsvalies (20Kg) te komen. Groot was dan ook mijn frustratie toen ik voor het inchecken (voor één keer was ik nu eens ruimschoots op tijd...) mijn fiets- en gewone valies woog, en ze respectievelijk 25 en 16 Kg bevatten. Ik had slechts 8 kilo handbage, dus worstelde ik nog steeds met de vraag: "Hoe laat ik 4 kilo verdwijnen in één uur?" Houdini, of voor mijn part Andras Pandy zouden hier ongetwijfeld raad mee weten, maar daar had ik uiteraard geen flikker aan! Ik spurtte met mijn valiezen terug naar de uitgang, kon nog net María tegenhouden, en gooide haar wat kledij uit mijn bagage toe. (Voornamelijk shorts en T-shirts, dacht van die in Helgië toch niet nodig te hebben...) Na enkele wegingen, en wat gehannes en gewissel met kledingstukken en fietsonderdelen die van de ene valies in de andere verdwijnen, sta ik (met ondertussen al een hoofd als een overrijpe tomaat) nog steeds te worstelen met enkele kilo's 'overgewicht.' Ondertussen is het ook al drukker geworden in de luchthaven, en voel ik de spottende blikken van een kudde Engelse toeristen, die terugkeren naar hun 'shity island,' priemen in mijn nek. Mij een zorg. De meesten zien eruit alsof ze nog nooit de binnenkant van een fitnessruimte gezien hebben, laat staan op een fiets gezeten. Hun grootste bekommernis de afgelopen week bestond er ongetwijfeld uit om zo snel mogelijk dronken, verbrand, sch*tlazarus en weer verbrand te worden. Een opdracht waar de meesten duidelijk in waren geslaagd met grote onderscheiding.
Om toch maar aan het gewenste gewicht te komen moet ik (met pijn in het hart) een tiental bidons die ik gekregen heb tijdens de Ironman in een vuilbak achterlaten, mijn short voor een lange jeansbroek ruilen, twee T-shirts boven elkaar trekken, een winterpull rond mijn middel binden, een fleecebody aandoen en allerhande spullen (camera, MP4,...) in mijn zakken proppen. Na deze geslaagde onderneming word ik op het vliegtuig echter begroet door een flink uit de kluiten gewassen stewardess, in een pakje dat ongetwijfeld drie maten te klein is en die vast en zeker het podium zou halen in een miss maxi verkiezing. Nu, het kind kan er waarschijnlijk ook niet aan doen, en ik vind niet dat zwaarlijvige mensen meer moeten betalen op een vliegtuig, maar zorg er dan als vliegtuigmaatschappij godverdomme voor dat zo'n fietskoffer twee kilo meer mag wegen. Dit zou ongetwijfeld veel ellende uit de wereld helpen! Amper bekomen van de situatie, krijg ik bij het binnengluren van de cockpit de schrik van mijn leven! De piloot lijkt namelijk als twee druppels water op Jo Planckaert! Zenuwachtig wurm ik me op een passagiersstoel en ben pas gekalmeerd als ik de piloot in onvervalst 'posh Oxford English' de stewards hoor toespreken vlak voor het opstijgen. Hierin hoor ik bitter weinig Nevels' dialect, dus vermoed ik dat het de ex-coureur wel niet zal zijn. Eenmaal geland in Charleroi rep ik me, gepakt en zwetend als een ezel met hoefpijn naar de bushalte, waar ik in een mix van Frans en Spaans de juiste bus probeer te vinden naar het station. De derde buschaffeur die ik aanspreek begrijpt m'n gebrabbel (mijn Frans is blijkbaar echt abominabel geworden) en brengt me naar het station. Daar aangekomen sleur ik zwetend mijn zware koffers boven naar perron 1, tot een krakende stem door de eeuwenoude luidsprekers klinkt: "Changement de voi. Le train a destination Bruxelles..." Grrrr. Welkom in Helgië! Met de loden koffers dus opnieuw de trappen af en op, en als overmaat van ramp kom ik in Brussel-Zuid krék hetzelfde tegen, met nog eens veertig minuten vertraging erbovenop! Gelukkig verliep de rest van de terugreis zonder problemen, maar dit belette niet dat ik toch tamelijk uitgeblust aan de start in Hemelveerdegem verscheen. (Aja, want dit ging hier eigenlijk een verslagje van die wedstrijd worden...) Om een lang verhaal kort te maken: ik had zeker geen superbenen, maar echt slecht was ik ook niet. Op een kleine drie kilometer voor de aankomst vraagt Joost nog om een gaatje te dichten op twee ontsnapte renners, en ik krijg het warempel nog toe ook. Er waren voordien wel al een dozijn renners voorop, en daarom sprint ik niet echt meer mee voor de ereplaatsen.
62 Km. in 1h.31' 40,5 Gem. 23/39 Max. hartslag: 195 Gem. hartslag: 169
Momenteel geniet ik hier van mijn laatste dagen op Lanzarote. Ik heb namelijk voor het eerst in mijn leven een wintersportvakantie geboekt: twee maanden koersen in Helgië in juli en augustus... Als het weer echter zo´n typische Belgische zomer dreigt te worden, waarbij de hemelsluizen om de twee dagen opengaan, zal ik echter vlug mijn "annulatieverzekering" aanspreken. Ondanks het goed zal doen om familie en vrienden terug te zien, zal ik dit eiland en alles er omheen wel missen. Op twee dingen na: die enerverende Alisios wind en de Spaanse TV. Ik weet het. In vorig item op dit blog heb ik er jullie ook al mee verveeld, maar het is sterker dan mezelf! Een passend voorbeeld is het enerverend namiddagprogramma "Salva me." Daarbij worden telkens enkele randfiguren (lees: randdebielen) uit de Spaanse media opgevoerd, en tegen elkaar opgezet in een talkshow, geleid door een nicht van de zuiverste soort. Meestal ontaardt dit in een ordinaire scheldpartij, die op dat uur van de dag allesbehalve geschikt is voor jeugdige kijkers. Neem nu iemand zoals Belén Esteban. Wereldberoemd in Spanje en omstreken, en dit enkel door het feit dat ze een decennium geleden eens iets gehad heeft met een toreador, die nog nooit door een potige stier tussen het kruis was gestoken, want het domme wicht wierp negen maanden later de vrucht van hun gezamenlijke coöperatie. (En als dit laatste geen pleonasme is, weet ik het ook niet meer.) Naast haar ranke bek en IQ, dat op zijn zachts gezegd serieus onder dat van de modale Spaanse medemens ligt, is aan haar lichaam zowat alles al eens opgepompt, uitgerokken en opgevuld! Desondanks is ze razend populair, en heeft ze ondertussen toch ook maar mooi deze blog gehaald... Shame on me!
Wat me ook serieus tegen de borst stuit hier, is de overvloed van reclameboodschappen tijdens sportwedstrijden. Nu, met eerst de Giro, de Dauphiné Liberé en recent nog de Ronde van Zwitserland mocht ik echt niet mopperen over het aanbod. Wat ik iets minder geslaagd vond, was dat ze enkele kilometers voor de aankomst eruit gingen voor...jawel: reclame! In België zou de desbetreffende ezel die hiervoor verantwoordelijk is, simpelweg gevierendeeld worden. Stel je de komende sprintersetappes in de Tour voor: het peloton raast met 65 km per uur over rotondes en door wegversmallingen, de treintjes van HTC-Columbia, Garmin en Quick Step worden gevormd, en dan hoor je plots de nasale stem van Michel Wuyts, die platonisch aankondigd dat we er even uitgaan voor reclame...! Waanzin! Wel, hier kan dit dus allemaal. Tijdens voetbalwedstrijden worden we hiermee nog niet verveeld, maar lang kan dit niet meer duren, vooraleer koning voetbal ook hier ten prooi valt aan de platte commercie. Hopelijk heb ik ze hiermee niet op een idee gebracht.
De wereldbeker voetbal is nog maar eens van start gegaan zonder de Belgen, maar hierover uitwijden zou in een eindeloze klaagzang uitmonden, waarbij de conclusie ongetwijfeld luidt: "Dat het vroeger allemaal beter was..." "En dat die jonge generatie veel te vet betaald wordt!" Etcetera, etcetera... Nee, laat ik het dan liever eens hebben over de Spaanse televisiezenders! Ik die dacht van hier dagelijks, achterovergezakt in mijn zetel enkele WK-wedstrijden te bekijken, kwam bedrogen uit. Blijkt dat Canal+ de rechten heeft voor alle wedstrijden, behalve de openingsmatch, de wedstrijden van de Spaanse nationale elf en de finale. Gelukkig biedt mijn stamcafé "Casa Paco" in Arrieta hier de oplossing, zodat ondergetekende regelmatig te vinden is in deze gezellige bar, waar hij samen met twee man en een paardekop de wedstrijden kan volgen op een groot scherm. De doorsnee Lanzaroteen loopt dus nog niet direct enthousiast voor dit evenement. Nochtans heeft de uitbater er alles aan gedaan om meer klanten te lokken. Tijdens de wedstrijden betaal je voor een pint amper één Euro, en voor een halve liter gerstrijk vocht slechts 1,80 Euro! Nog een geluk dat ik geen fervente bierdrinker ben, of uw dienaar waggelde hier elke avond straalbezopen naar huis. Afgezien van het WK, is er aan voetbal trouwens geen gebrek op de Spaanse kabel. Zo kan je practisch elk weekend live meemaken, hoe Union Deportivo Las Palmas zich elke wedstrijd meer en meer in de knoei brengt, en steeds verder afzakt naar de bodem van Segunda A. (Spaanse Tweede Klasse.) Twee weken terug zonden ze ook de eindstrijd uit van de "Copa del Reina," dit is de voetbalbeker voor Spaanse vrouwenploegen, en we kregen alles voorgeschoteld vanaf de halve finales. Ik had het (on) geluk van de eerste halve finale te kunnen aanschouwen tussen Barcelona en Español. Nou, daar wordt een mens ook niet bepaald vrolijk van! Net zoals bij de meeste mannenwedstrijden werd er hard getackeld, gespuwd, geschoffeld en geschopt dat het een lieve lust was. Ik zag 22 "Dolle Mina' s" die met het mes tussen de tanden de groene arena betraden, met maar één doel voor ogen: "Gij passeert mij niet, trut!" Helaas bleken er op de koop toe (geheel volgens de cliché ´s van het vrouwenvoetbal) heel wat manwijven tussen te zitten. Zo ben ik er rotsvast van overtuigd, dat de voorstopster van Barcelona niemand minder was dan de broer van Carlos Puyol! Hetzelfde halflang krullend haar, een boeventronie en benen die opgetrokken zijn uit een legering van titanium en roestvrij staal! Nee, die "meid" kom je liever niet tegen als spits van de concurrerende ploeg, laat staan ergens in een doodlopend desolaat steegje in het halfduister... Tot mijn grote opluchting werden er op het einde van de partij geen truitjes gewisseld. Español won met 1-0, en versloeg in de finale Rayo Vallecano met 3-1.
Ik ben nog even in mijn archieven gedoken en stuitte op dit filmpje van begin januari, waarbij ik de bochtige afdaling gefilmd heb van de verbindingsweg tussen San Bartolomé de Tirajana en Fataga (GC-60) op Gran Canaria. Nu ik nog enkele weken competitieloos blijf, moet ik regelmatig zoeken en puzzelen om hier een konijn uit 'mijnen' hoed te toveren, maar wees gerust. Aangezien mijn camera al vijf (!) weken voor herstelling binnen is, zal dit wellicht het laatste afdalingsfilmpje zijn waarmee ik jullie kan vervelen. Ik hoop van mijn "speelgoedje" alvast terug te hebben tegen 29 juni, want dan heb ik mijn "Ticket to Hell" geboekt: een (voorlopig) enkele reis richting Helgië. Vanaf dan ga ik ook zo vlug mogelijk in competitie treden, om het harde, eenzame trainingswerk hier te verzilveren met een verre ereplaats. (Een plaats bij de eerste dertig is mogelijk, bij een goeie en slechte dag van de anderen zit er misschien zelfs een top twintig in...) Man man, koers...,wat een ellende! Ik had gehoopt van komend weekend nog eens richting Gran Canaria te trekken, voor de "XVI Vuelta a Gran Canaria" (voor de niet-Spaanstaligen onder jullie: dit is geen pensenkermis of sjoelbakcompetitie, maar een tweedaagse wielerronde op het betreffende eiland), maar op het laatste moment hebben de heren van de Canarische wielerbond beslist om het hele zootje te verplaatsen naar half juli! Dit wellicht om de concurrentie met de Tour aan te gaan... In alle geval mag ondergetekende, ipv wat competitieritme op te doen, nog drie weken trainingskilometers wegtrappen onder een stralende zon. En ik hoop voor jullie uiteraard hetzelfde!
De dorstigen laven is een werk van barmhartigheid, maar geen enkele toerist die me hier in een huurwagen voorbijscheurd, heeft door dat ik langzaam begin te dehydreren. Nu ja, het is mijn eigen schuld natuurlijk, want ik wou kost wat kost met zo weinig mogelijk ballast aan de vijf kilometer lange klim door het park van Timanfaya beginnen. Nu zie ik me genoodzaakt om een klein ommetje te maken richting Yaiza, om m´n vochtreserves weer op peil te brengen. Op elke beklimming die ik vandaag voor de wielen geschoven krijg, staat de wind natuurlijk pal op kop. Ik heb ondertussen al ruim 100 kilometer afgelegd en spreek m´n MP4 aan voor wat muzikale afleiding. Het eerste nummer dat door mijn oortjes knalt is "The Sun no Longer Rises" van Immortal. Na reeds vier uur onder een loden zon gepeddeld te hebben, komt dit nummer vrij surrealistisch over... Eenmaal het park van Timanfaya door blijft het constant beuken tegen de wind. Via Tinajo en La Santa hou ik halt aan mijn vaste stopplaats in Soo, en verslind zowat het halve rek van de koekjesafdeling in het plaatselijke kruidenierswinkeltje. Dat had ik misschien beter niet gedaan, want amper terug op de fiets beginnen mijn darmen nogal heftig te protesteren. Ik krijg last van hevige krampen en moet dringend een sanitaire stop maken of het komt niet goed. Uitgerekend vandaag is de enigste bar van het dorp gesloten! "Abierto cada dia, excepto el jueves 20 de Mayo." Grrrr, sh*t...!" Soo, beste vrienden, is een gehucht van amper 200 zielen, maar op dit middaguur zie je natuurlijk geen levende ziel op straat. De meesten liggen wellicht te ronken tegen de sterren op, want de siesta hier is nog iets heiligs. Je kan dan ook moeilijk bij een willekeurig huis aanbellen en vragen om eens goed te... Enfin, je begrijpt wel wat ik bedoel. In de wijde natuur dan maar. Tussen Soo en Caleta de Famara sla ik een klein aardewegje in, bestudeer uitgebreid de windrichting en leg mijn eh... colletje van vierde categorie. Als een konijn mag k*kken in de vrije natuur, dan mag ik dat toch verdomme ook wel zeker? Meteen weet ik ook weer waarom ik telkens enkele papieren zakdoekjes bij me heb. Lang leve de uitvinder van de papieren zakdoekjes! Na dit oponthoud komt het echte werk eraan, want via Teguise vat ik de klim aan naar Mirador de Haría. De afstand laat zich voelen, want ondanks ik nog maar veertig kilometer af te werken heb, zijn dit (op uitzondering van de tien laatste) de zwaarste. Hoe hoger ik klim, hoe meer wind en wolken mijn pad kruisen. Deze puist is godver slechts 671m hoog, maar hij krijgt warempel de capsones van een heuse alpencol. Ik hijs me naar boven, maar in de afdaling staat er me een onaangename verrassing te wachten. In de open vlakte waai ik bijna van m´n vehikel en de rukwinden stuwen donkergrijze wolken tegen de bergwand. Precies of ik ben plots in het oog van een tornado beland. Ik kan mijn fiets amper onder controle houden, en in de bochten klik ik veiligheidshalve m´n voeten uit de pedalen. De ezel die hier met hoge velgwielen passeert, vliegt vast en zeker het decor in! Eenmaal beneden in Haría zijn de wolken weer verdwenen, en wacht me ietsje verder het steilste stuk van de omloop. Een korte, maar enorme pittig bult doet me amper vooruitkomen. Ik rij nu zelfs zo traag, dat de hagedissen langs de kant van de weg me dreigen voorbij te kruipen! Na zes en een half uur fietsen wacht me na een korte afzink de laatste klim van de dag, Mirador del Río. (Het was hier dat Marc Hermans in 2002 zijn onfortuinlijke val maakte, waardoor hij in een rolstoel belandde.) Met het laatste restje kracht dat nog in m´n uitgemergeld lijf schuilt, duw en trek ik me naar boven, waar me naast een prachtig uitzicht op de top, enkel nog een afdaling wacht tot Arrieta. Na bijna 190 kilometer en zeven uur fietsen, kan ik na een heerlijke douche en uitgebreide schranspartij eindelijk languit in de zetel ploffen. Het parcours van de afsluitende marathon verkennen zal voor een ander keertje zijn...
Zaterdag won de Spanjaard Eneko Llanos de Ironman hier op Lanzarote ( tweede was Bert Jammaer ), maar drie dagen geleden, wou ik wel eens aan den lijve ondervinden wat 180 kilometer fietsen, met 2500 hoogtemeters aan lijf en leden aanricht. Wat ik echter nog het meest vreesde, zijn de verschrikkelijke Alisioswinden die hier verwoestend kunnen uithalen, en die vooral de laatste uren van m 'n tocht in het nadeel zullen föhnen. Het blijft me trouwens een raadsel waar die allesvernietigende passaatwind vandaan blijft komen. Om jullie een idee te geven van de kracht: Met een beetje meeval acht ik het niet uitgesloten dat je verdomme éénrichtingsbadminton kan spelen, met iemand in het noorden van Gran Canaria! Maar goed. Op een voor mij onooglijk vroeg startuur begin ik in thuisbasis Arrieta aan mijn calvarietocht, die me langs de meeste uithoeken van het vulkaaneiland zal voeren. De benen voelen niet direct super aan, maar ik ben dan ook een "diesel eerste klas," die niet zelden na twee uur het juiste ritme vind. ( Om nog eens twee uur later uitgeput tussen de touwen te hangen, omdat ik in mijn enthousiasme enig proviand vergeet in te slaan...) Dit mag me vandaag zeker niet overkomen, dus steek ik geregeld ( in het begin wel met enige tegenzin en walgneigingen ) iets achter de kiezen. Na een kleine twee uur bereik ik Puerto del Carmen, waar de start en aankomst van de Ironman is, maar één of andere aap heeft hier waarschijnlijk een pijl geschoept, want ik rij enkele kilometers verloren. Tientallen triatleten zijn zich hier aan het losrijden, en krijgen applaus van de vele wandelaars die langs de boulevard paraderen. Zo ook ondergetekende, en voor het eerst schaam ik me een beetje omdat ik maar een coureurke ben van het achtendertigste knoopsgat. Bij het verlaten van de badplaats heb ik zestig kilometer, dus zit één derde van m'n tocht er al op. Ik vier dit met een banaan en een halve suikerwafel. Een geut lauwe aquarius maakt de feestmaaltijd compleet... Op de grote brede weg richting Yaiza wemelt het opnieuw van de triatleten, en ik krijg het gezelschap van een Spaans exemplaar met benen als staalkabels. We nemen elk om beurt een kilometer voor onze rekening, maar m´n gezel gaat nogal tamelijk hard tekeer. Ondanks ik vandaag niet in het rood wil rijden, flirt mijn hartslag al met de grens van de 185. Beseft die kerel wel dat hij overmorgen wedstrijd heeft? Vijftien kilometer verder scheiden onze wegen, en rij ik verder in zuidwestelijke richting langs het prachtige "El Hervideros" (de kokenden). Dit mag je ondertussen letterlijk beginnen te nemen, want het kwik loopt op tot dertig graden, en er is geen wolkje aan de lucht. "That´s the way we like it," maar ik merk hierdoor weer veel te laat dat m´n bidons dringend bijgevuld moeten worden...
Later deze week het vervolg, met een antwoord op de vraag wat kruipende hagedissen, tornados en wildkakken met elkaar gemeen hebben...
Op onderstaande link vind je een filmpje van de Waalse Pijl. We zijn nu bijna een maand later, dus vooraleer dit kleinnood gedateerd is (voor zover het dat al niet is) heb ik het dus maar vlug op mijn blog gegooid. Het betreft de doortocht van het peloton op de Cote du Ben Ahin, een twintigtal kilometer voor de aankomst.
Aanstaande zaterdag staat Lanzarote in rep en roer, want dan vind hier voor de 19e keer de Ironman triatlon plaats. Toen ik vorige week een landgenoot tegenkwam, die voor dit evenement aan het trainen was, moest ik ontkennend antwoorden op de vraag of ik al eens het volledige fietstraject van de "Ijzeren Man" had afgewerkt. Dit kan niet zijn natuurlijk, dus daarom ga ik deze week eens de volledige 180 kilometer afhaspellen, en een verslagje neerposten op deze blog. Sinds dit weekend staat de volledige omloop met grote gele borden uitgepijld, zodat zelfs een halve blinde met glaucoom moeiteloos de juiste richting zou weten te vinden. Schrik dus vooral niet als ondergetekende hopeloos verloren rijdt... Het fietscircuit van vorig jaar stond trouwens nog met witte pijlen op het asfalt geschilderd, maar omdat ik tijdens wedstrijden al genoeg kromgebogen over mijn stuur, met mijn kop struisvogelgewijs op de grond hang, bieden die grote gele borden nu enig soelaas. Sommige wielrenners mogen dan misschien ietwat denigrerend tegenover triatleten staan (ook ikzelf denk in een donker moment wel eens dat sommigen naar deze sport overgestapt zijn, omdat ze in de koers niet meekonden), maar je kan appelen niet met peren vergelijken. "Fietsen es fietsen," horen we in een hilarisch filmpje van Man bijt hond. Bekijk het filmpje hieronder:
Maar 180 kilometer afpeddelen na 3,6 km zwemmen en vóór een marathonneke lopen is geheel andere koek. Mij zouden ze bijvoorbeeld na 500 meter zwemmen al met uitputtingsverschijnselen uit het koude water mogen vissen, en na een koerske van amper zestig of zeventig kilometer kan ik ´s avonds amper nog de trap op, laat staan een marathon lopen. (Een sprintje naar de plaatselijke frituur kan nog net.) Kortom, respect voor de triatleten en ik hoop voor hem dat die verschrikkelijk, tergende "Alisioswind" tegen zaterdag wat gaat liggen.
Het zal jullie wellicht niet verbazen als ik zo maar voor de vuist weg meegeef, dat één van de grootste verschillen tussen Lanzarote en Helgië zich situeert op klimatologisch gebied. Int schoon Vlaams: "Twere es ier betere." Wat wel enige gelijkenis oplevert, is dat de Canarische televisie ook een weerman en weervrouw op ons loslaten, luisterend naar ronkende namen als Carmelo en Vicky. ( De Canarische versie van Frank en Sabine zeg maar.) Nog meer gelijkenissen: Bij hun weersvoorspellingen slaan ze beiden net zovaak de bal mis, als een dronken, uitgeputte tennisser na een negen uur durende vijfsetter. Als een graaiende, vliegenvangende keeper als S. Stijnen had ook gekund, maar die losers van Blauw-Zwart hebben de laatste weken al genoeg geleden, dus gaan we ze (voorlopig althans) een beetje sparen. De eerste dagen van mei waren hier behoorlijk bewolkt en winderig, maar die (sorry voor m´n oneerbiedig taalgebruik) trut van een weervrouw vond het nodig om vrolijk aan te kondigen, dat we de volgende dag opnieuw van een zonovergoten dag met weinig wind zouden kunnen genieten. Weinig wind op Lanzarote wil zoveel zeggen als: Zorg er zeker en vast voor dat je de was goed vastmaakt aan de waslijn, of je kan je onder- en andere broeken gaan samenrapen ergens op een strand in Fuerteventura, hier in vogelvlucht toch wel een slordige zeventig kilometer vandaan... Dat die wind allesbehalve een pretje is op de fiets is een open deur intrappen, maar ja, er is ook niemand die me verplicht om me hier op mijn tweewieler te begeven bij windkracht zes. Het is me trouwens opgevallen, dat er elke week precies minder en minder idioten (zoals ikzelf) met hun stalen ros op dit vulkaaneiland rondpeddelen, dus eventjes bij een collega fietser in de wielen uitrusten zit er ook al niet in. Zo ben ik gisteren tijdens mijn trainingstocht van vier- en een half uur welgeteld negen fietsers tegengekomen, waarvan er zeven in tegenovergestelde richting reden, en ik er twee op een helling heb voorbijgestoken en ver achter me gelaten! ( Het betrof een vrouw van middelbare leeftijd op een mountainbike en een overjaarse, mollige wielertoerist met harige benen, maar dit wil niks zeggen!) Eraf is eraf! ;-) Toen mijn vriendin bij thuiskomst m´n rode, verbrande snuit onder de ogen kreeg, merkte ze terecht op dat ik zonnecreme moet gebruiken, maar hoe kon ik nou verdomme vermoeden dat van ´s morgens tot ´s avonds de zon zou schijnen? Mijn beste vriend Carmelo had gisteren met veel overgave een bewolkte dag aangekondigd! Het blijft me trouwens een raadsel waarom dit nu zo moeilijk blijkt te zijn om het weer te voorspellen. Mijn vader is vijfentwintig jaar geleden eens door een laffe, Mechelse herder in zijn been gebeten. Wel... Als dat been nu begint te jeuken, mag je er al je geld op verwedden dat we binnen de twee dagen sneeuw krijgen! Twee maanden terug was hij hier met mijn ma en neefje Cas een week op vakantie. Awel... Zijn been heeft niet gejeukt! Toeval? Ik dacht het niet...
Met deze avondwedstrijd in Beveren sluit ik voorlopig mijn Belgische campagne af. Onderweg passeer ik langs de Freethiel, de thuishaven van SK Beveren, waar ik in het verleden het bezoekersvak vaak onveilig gemaakt heb met RSC Anderlecht. We herinneren ons uiteraard nog allemaal de goal van Taument in de vierennegentigste minuut, die ons in 1998 verzekerde van Europees voetbal en jullie vragen zich ongetwijfeld af, wat dit nu met deze wielerwedstrijd te maken heeft, bijna twaalf jaar later??? Niks eigenlijk, dus kom ik maar meteen ter zake. Ruim honderddertig renners zijn naar het Waasland afgezakt, en onder hen vind ik ook enkele Lanzarotegangers terug, die eind februari met ondergetekende de Lanzaroteense wegen onveilig maakten. Het parcours leent zich uitstekend voor LV (lekker vlammen) en dat wordt er van bij de start gedaan. Het eerste uur leggen we maar liefst 44 kilometer af, en toch slagen nog een dozijn renners erin om aan de haal te gaan. Wanneer we rond halfweg wedstrijd het peloton van de "T"- categorie inhalen en voorbijsteken, breekt onze groep in twee stukken, en zit ik natuurlijk weer achteraan neusbolletjes te draaien. Eerlijk gezegd: Het kan me op dat moment geen halve kl**t schelen, want in het omvangrijke peloton zat ik geen halve minuut op mijn gemak. Ik leg me al neer bij nog maar eens een wedstrijd "voor spek en bonen" uitrijden, als we na een helse ronde achtervolgen toch weer aansluiting krijgen bij het grootste peloton. De koplopers hebben ondertussen hun voorsprong opgetrokken tot meer dan een minuut, dus die gekken zien we ook niet meer terug tot na de finish. Uiteraard laat ik de woelige sprint links liggen, omdat ik overmorgen liefst in één stuk en zonder beschadiging aan mijn bruine benen, in Lanzarote wil aankomen. Wat ondertussen (ondanks de vulkanische assen) alweer gebeurt is, en ik alweer uren tegen die verschrikkelijke "Alisios-winden" aan het beuken ben.
67 Km. in 1h.33' 43,2 Gem. Peloton Gem. hartslag: 166 Max. hartslag: 193
De wedstrijd in Steenhuize zal ik blijven herinneren als die waar ik voor het eerst zonder handschoentjes met lange vingers gekoerst heb. Een prestatie, want we zijn nog maar half april... Mouwstukjes en overschoentjes bleken ook hier geen overbodige luxe, want de striemende noordoostenwind deed zijn werk naar behoren. (En ik die zelfs begin januari in Lanzarote aan het klagen sloeg tegen mijn vriendin, omdat het door de frisse noordoostenwind daar amper 21 graden was...) Maar goed, eens vertrokken was het op de steile helling halfweg de omloop plots zo koud niet meer. Tijdens de eerste doortocht vond ik daar niet direct mijn ritme, en natuurlijk komt de beslissende ontsnapping daar tot stand. Echt ver rijden de koplopers niet voor ons uit, en wanneer Arie De Moor de volgende ronde alles uit de kast haalt bergop, spring ik mee. Na de bochtige afdaling worden we echter terug bijgehaald en achtergelaten door een zestal renners, die wel uit de greep van de grote groep blijven. Elke passage op de heuvel werk ik nu af in de eerste gelederen van het peloton. Meestal kom ik zelfs lichtjes afgescheiden boven, maar voorop blijven blijkt echter onmogelijk. Een bescheiden drieëntwintigste plaats valt ietsje te mager uit, maar ik mag zeker niet zaniken over de conditie.
59 Km. in 1h.33' 38,2 Gem. 23e/59 Gem. hartslag: 171 Max. hartslag: 200
De race de volgende dag in Borgt liep zo lekker niet. De beentjes waren verre van hersteld, en het zachtjes glooiende parcours was bij momenten een marteling. Beter nieuws was er van het klimatologisch front, want nu konden zelfs de schoenovertrekjes en mouwstukken in de tas blijven zitten. Als die traditie zich voortzet, en we tijdens de volgende koersen telkens wat kledingsstukken achterwege kunnen laten, rijden we weldra poedelnaakt rond! Alhoewel, dat zou ook geen zicht zijn eigenlijk. Allez, bij sommigen toch nie... Doordat heel wat ontsnappingspogingen in de kiem gesmoord werden lag het tempo redelijk strak. Op zich niet slecht, want ik wou vandaag maar één ding: zo vlug mogelijk na de koers vertrekken om Anderlecht kampioen te zien worden op het veld van aartsrivaal Klup Bruhhe. De match overtrof m'n stoutste verwachtingen, want uitgerekend op het moment dat ik nog eens terug in België ben, spelen we verdomme kampioen in het hol van de (tamme) leeuw! Een prestatie die uiteraard gevierd moest worden, dus trokken we nog diezelfde avond richting Constant Van Den Stock stadion, waar ik tijdens het bestellen van enig gerstrijk vocht, op een collega wielrenner bots die me vertelt dat hij gans de wedstrijd in mijn wiel heeft zitten afzien. De pijnlijke benen waren echter vlug vergeten na de historische zege!
57 Km. in 1h. 24' 40,5 Gem. Peloton Gem. hartslag: 166 Max. hartslag: 195
Bovenstaande gemeente deed zijn naam alle eer aan, toen ik in het centrum vruchteloos op zoek ging naar iets dat kon doorgaan als "wielerwedstrijd." Van dranghekkens over gedateerde muziek tot speakerwagen... niets van dit alles was hier in de verste verte te bespeuren, zelfs geen fiets, laat staan wielrenners. In een dorp, amper zo groot als mijn pc-klavier kan het toch niet echt moeilijk zijn om de weg naar te koers te vinden, niet? Wel, waarom ben ik dan altijd de enige die in het Vlaamse land steeds hopeloos verloren rijd, en hautain zijn GPS ("Bwah, ik vind da wel...) thuis laat liggen? Na wat omzwervingen en stressmomenten (de eerste in acht maanden) toch nog op tijd de plaats van afspraak gevonden, en tijdens de parcoursverkenning onmiddelijk vastgesteld dat mijn drinkbus op de kasseistrook "verschijnselen van ontsnapping" vertoont. Wil ik na de eerste ronde nog wat vocht tot me nemen, rest me niets anders te doen dan net voor dat boereslagje mijn bidon in mijn (veel te klein) zakje van m'n koerstrui te proppen. Consternatie aan de start: beide reeksen (C en D) moeten samenrijden, zodat we met veel te veel renners op de smalle, kronkelende landelijke wegen opeen zitten. Tegen alle tradities in start ik goed vooraan, maar tegen de tijd dat ik mijn bidon in mijn achterzak gewurgd heb, zit ik al redelijk achteraan het peloton te apegaaien. Natuurlijk rijden ze net op dat moment weg, zodat de koers nog maar eens vrij vlug beklonken is. Tja, wat heb je dan aan een redelijk goeie conditie als je geen fluit koersinzicht hebt? Inderdaad, bitter weinig natuurlijk. Ik probeer hier en daar nog wat te reageren op één of andere speldeprik, maar veel haalt dat natuurlijk allemaal niet uit. Ploegleider en "Canaria-liefhebber" Joost was wel met de eerste trein vertrokken, maar krijgt in de eindsprint helaas af te rekenen met krampen, zodat hij tevreden moet zijn met een (knappe) tweede plaats.
60 Km. in 1h.33' 38 Gem. Peloton Gem. hartslag: 168 Max. hartslag: 190
Negen jaar geleden reed ik hier mijn eerste wedstrijd bij de VWF, mijn tweede koers ooit. Niet dat ik toen schuddend en bevend van de zenuwen aan de start verscheen, maar veel scheelde het toch niet... Nu, een klein decenium en honderden (al dan niet klote-koersen) later is er eigenlijk nog niet zoveel veranderd. Voor de start van elke koers (of hij nu in Lammekensvere, Aguïmes, Parijs of pakweg Zichem-Zussen- Bolder vertrekt maakt eigenlijk geen moer uit) ervaar ik toch een gevoel dat we gerust als stress kunnen omschrijven. Al was de vorige wedstrijd nog zo goed, het risico zit erin dat je hier al na twee ronden uit het peloton gereden wordt. Met 864 "draaikes" per "toerke" is dit zo gek nog niet, dus sta ik aan de start wat nerveus aan mijn mouwstukjes te frummelen en mezelf te vervloeken, omdat ik het blijkbaar niet koud genoeg vond om mijn schoenovertrekjes aan te doen. Eenmaal uit de beschutting en heerlijke dampen van het hamburgerkraam aan de start, dringt de snijdende noordoostenwind door merg en been. Zoals verwacht ben ik niet mee in de vroege ontsnapping van een achttal renners en de daaropvolgende ronden krijgt natuurlijk niemand meer een vrijgeleide van het peloton. Op anderhalve ronde voor het einde, kunnen toch nog enkele renners ontkomen, en omdat teamgenoot Patrick meeschuift sla ik het schouwspel vanop de eerste rijen van het peloton gade. In de pelotonsprint gaan er nog enkele renners voor me onderuit in een bocht naar links, zodat mijn dagopbrengst weer bijzonder schaars uitvalt. Maar of we ons geamuseerd hebben...!
58 Km. in 1h.31' 39,3 Gem. Peloton Gem. hartslag: 170 Max. hartslag: 187
Bijna dag op dag zes maanden geleden reed ik hier mijn laatste wedstrijd op Belgisch grondgebied, alvorens naar Lanzarote af te zakken. Leuk dat ik hier opnieuw mijn eerste koers mag betwisten. Alhoewel, leuk... In die zes maand is er in Ternat (en België tout court) weinig of niks veranderd. Het is er nog steeds kil, grijs en regenachtig. Wanneer ik mijn rugnummer ga afhalen schalt er een vrolijke, decadente dijenkletser van zangeres Samantha door de boxen, getiteld: "Eviva Espana..." "Geef mij maar alle dagen zon, Espana por favor..." Ik had (bijna) alle dagen zon, maar de ezel in mij wou dat een grote twee weken inruilen om vanop de eerste rij de voorjaarsklassiekers te volgen, en zelf wat competitie mee te pikken. Helemaal gerust ben ik er niet op. Je zal er hier als halve prof (mijn statuut als voltijds huisman in Lanzarote niet meegerekend) maar uit de wielen gereden worden... Tijdens de opwarming voel ik me al niet super. Door de koude wind heb ik nog wat last van de pees in mijn linkerknie, die ik vorige week tijdens een mountainbikewedstrijd bezeerde. Dat een koersje in Vlaanderen rijden iets heel anders is, dan met de handjes op het stuur vier uurtjes in de zon te peddelen, wordt me al snel duidelijk tijdens de eerste ronden. Het tempo ligt redelijk hoog, en ik mis een beetje koersritme om vlot op te schuiven, en vooraan het peloton stand te houden. Ik voel wel dat de conditie redelijk is, want had ik deze winter in België vertoeft, zou ik door dit apeweer héél wat minder trainingskilometers in de benen gehad hebben, en waarschijnlijk na enkele ronden al roemloos uit het peloton zijn verdwenen. Wanneer halfweg wedstrijd dertien man het hazepad gekozen hebben, stokt het tempo een beetje en waag ik me met een viertal anderen aan een schuchtere uitvalspoging. Echt ver rijkt onze vlucht niet, maar de volgende renners die demarreren hebben meer geluk, want zij blijven wel uit de greep van het peloton. De koers is gereden en ik eindig mijn eerste wedstrijd in de buik van het peloton.
64 Km. in 1h.41' 38,2 Gem. Peloton Gem. hartslag: 170 Max. hartslag: 194