Ik ben Bart Bonne
Ik ben een man en woon in Las Palmas (Gran Canaria-Spanje) en mijn beroep is mountainbikegids.
Ik ben geboren op 08/11/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielrennen,metal,voetbal (Anderlecht).
Precies honderd jaar was het geleden dat de Ronde van Frankrijk voor het eerst de meest zuidelijke bergketen van Frankrijk aansneed, en dit werd herdacht door maar liefst vier zware bergetappes op het Tourmenu te plaatsen. Zeg nu zelf, daar moest Barduk uiteraard bij zijn, en in makker Joost "Josito" Pieters vond hij een uitstekende reisgezel en gangmaker. De heenreis per super de luxe Citroën Berlingo, raakte even in het slop door een ambetante file op de ring rond Parijs (ik prefereer de veel vlottere ring rond Poesele), maar na ruim twaalf uur kwamen we toch veilig en wel aan in onze uitvalsbasis St-Girons. Meteen consternatie bij het betreden van het vooraf gereserveerde twee- sterrenhotel. Na lang wachten verscheen er plots een Jezus-achtige gedaante in een wit gewaad, dat nog het meest leek op een judo kimono. De langharige baardmens was blijkbaar niet op de hoogte van onze reservatie, maar gaf ons na enig aandringen toch een hotelkamer. Een ticket naar de hel, of voor mijn part een mesthoop ware misschien beter geweest, want de kamer was (zoals het hele hotel trouwens) niet om aan te zien! We hadden natuurlijk al onraad kunnen ruiken bij het aanschouwen van de afgebladerde dakgoot en erbarmelijke luiken (ik vermoed dat de laatste verfbeurt net na de Franse Revolutie gebeurt moet zijn), maar wat we in onze kamer te zien kregen sloeg werkelijk alles. De stijl van het behangpapier herkende ik vanop de foto's van mijn bloedeigen pa en ma, toen ze in hun prille adolescentie verkeerden, en zo moet ongeveer ook het behangpapier in het ziekenhuis er hebben uitgezien, toen mijn compaan (nu al iets meer dan een halve eeuw geleden) het levenslicht zag... Het slaapkamermeubilair viel bijna uit elkaar, de douche was smerig en het vergde bovendien heel wat stuurmanskunst om bij het verlaten ervan niet in de WC-pot te tuimelen, de aarding liep open en bloot langs de douchewand (!) naar beneden, en dan heb ik het nog niet gehad over de geur in de kamer of ons fantastisch uitzicht op enkele verouderde en verkrotte huizen, waar een duivenmelker zijn "blauwe geschelpte" niet zou durven in opsluiten. Gelukkig dient zo'n kamer enkel maar om te slapen, maar toen de volgende morgen de miezerige regen op de verouderde daken tikte (ik blijf me erover verbazen dat het niet binnen regende), zaten we toch wel even met de handen in het haar. Van ons eerste plan, om in de buurt wat colletjes te gaan verkennen, schakelden we over op noodplan B, en dat was richting Revel rijden om daar de aankomst van de 13e rit mee te pikken, en wat te fietsen in droger weer. Zeven kilometer voor de aankomst lag trouwens een lekker lopend colletje van derde categorie, waar we gezamenlijk opstoven en boven op een groot scherm het verdere verloop van de wedstrijd konden volgen. Het Tourpeloton zorgde blijkbaar voor inspiratie, want na de aankomst fietsten we terug richting wagen en kletsen we heel wat Franse "Jopie's" (wieltjeszuigers) uit onze slipstream. Ik liet wijselijk het merendeel van het kopwerk aan Joost over, omdat er de volgende dagen nog heel wat geklommen zou moeten worden. De volgende dag stond er immers al de steile beklimming naar het skistation Ax-3 Domaines op het menu, en gelukkig hadden de wolken boven de Pyreneeën plaatsgemaakt voor zonneschijn en temperaturen die in het dal opliepen tot 32 graden. Ik had natuurlijk m'n zonnecreme vergeten, dacht dat het Europese "flutzonnetje" m'n Canarisch gebruinde huid niet zou kunnen aantasten, maar dat viel lichtjes tegen. Net zoals de beklimming van Ax-3 Domaines trouwens. Was me dat een slecht lopende Col zeg! Amper 8 kilometer lang, maar constant 8 a 9 procent stijgingspercentage, waarin de steilste stukken zelfs flirtten met de 12 procent. Gelukkig kregen we heel wat aanmoedigingen van het talrijke publiek langs de weg, en toen we de top bereikt hadden, daalden we twee kilometer, waar we in de buurt van een bende Franse "carnavalszotten" de passage van het Tourpeloton meemaakten. Knotsgekke toestanden, want de olijke bende was getooid in de meest uiteenlopende carnavalskostumen. Van wulpse travestietverpleegster over "condoom" tot gigantische penis, maar de mafste was ongetwijfeld de kerel die zich in een uniform van de Franse politie had gehesen, met uitzondering van het benedenstuk dat was vervangen door een string en jarretellen. Hilarisch, want zelfs sommige renners konden hun lach niet onderdrukken. Na de doortocht van de Tour werd er in de vallei (met Joost op kop uiteraard) terug stevig gevlamd, niet denkend aan wat er ons de volgende dagen nog te wachten zou staan in het hooggebergte.