Ik ben Bart Bonne
Ik ben een man en woon in Las Palmas (Gran Canaria-Spanje) en mijn beroep is mountainbikegids.
Ik ben geboren op 08/11/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielrennen,metal,voetbal (Anderlecht).
Voila, vanaf nu geen enkel excuus meer. Dit, dames en heren, is mijn nieuwe fiets waarmee ik in Helgië mijn wedstrijden ga afwerken! Met spijt in het hart heb ik hem in het ijzige vaderland moeten achterlaten, want ik wou het risico niet lopen dat hij tijdens het transport beschadigd zou worden. Of erger... Stel dat hij verloren gaat ergens in de luchthaven, of dat een luchthavenmedewerker de bestemming "LPA" interpreteerd als Lapland in plaats van Las Palmas, en mijn vehikel in het hoge noorden terechtkomt en eeuwig vastvriest in zijn fietskoffer! Nee, dan nog liever eventjes op de tanden bijten en hier op mijn oude vertrouwde Madone verder blijven bollen. Dit gaat me trouwens een hele hoop stress en geklungel besparen als ik in de toekomst nog eens de transfer Las Palmas - Brussel maak, en niet tot op het allerlaatste moment bezig ga moeten zijn met mijn fiets in die veel te krappe koffer te plooien. Trouwens, alle trainingen en opofferingen van de laatste dagen ten spijt, is de eerste wedstrijd van het seizoen (oorspronkelijk voorzien voor vijf februari), hier afgelasd. Eerstvolgende wedstrijd is nu op negentien februari. Hmmm, misschien net lang genoeg om toch nog de nieuwe Madone te laten overvliegen...
Beelden zeggen meer dan woorden, dus vinden jullie hieronder twee filmpjes over hetgeen ik zoal uitvoer hier op Gran Canaria. Vergeet niet dat het in het echt allemaal wat spectaculairder en fraaier oogt. Het water is dieper, doordrenkt van krokodillen en giftige slangen, en de rots is een steil stuk ruw graniet, waarop al heel wat doorwinterde mountainbikers hun tanden op hebben stukgebeten! Of verloren... Ok, misschien overdrijf ik nu een heel klein beetje, maar jullie nieuwsgierigheid is nu tenminste aangewakkerd om de filmpjes aan te klikken. Het eerste fragmentje is gefilmd tijdens de Eagle-pass excursie, terwijl het tweede van de Chira - tour afkomstig is.
De wedstrijden in Helgië deze zomer zal ik in de vertrouwde Fivez- kleuren blijven afwerken, terwijl ik de koersen hier in de blauw-witte Happy Biking uitrusting zal rijden. De races hier zijn uiteraard niet zo talrijk als in het Vlaamsche land, maar ik hoop er toch geregeld eentje mee te pikken. Daarom ga ik binnenkort ook een Spaanse vergunning aanvragen. Op vijf februari, een datum waarop ze in Helgië nog volop sneeuw aan het ruimen, of hinkstapspringewijs met zandzakjes aan het sleuren zijn, begint het seizoen hier al. Eerst met de "Copa Masters Islas Canarias", en op 19 februari is er dan de "Gran Fondo del Sol", die vertrekt vanuit Maspalomas en vijftig kilometer en 2500 hoogtemeters verder eindigt op de Pico de las Nieves. Wedstrijden om naar uit te kijken, maar eerst breng ik van 22 tot 26 januari een blitzbezoek aan het thuisland. Kwestie van er eens aan herinnerd te worden dat het eigenlijk winter is.
Knallend vuurwerk in de zachte nachtlucht, uitgelaten mensen die de cavakurken laten knallen tegen de sterren op... Dit is Nieuwjaar vieren in de hoofdstad van Gran Canaria beste vrienden. Een nieuw jaar waarin ik jullie uiteraard het allerbeste toewens, en waarbij ik plechtig beloof om deze blog in de koersarme wintermaanden wat meer ga proberen up to date te houden. Ik geef het grif toe. Netwerksites zoals facebook en dergelijke zijn ietsje gebruiksvriendelijker, makkelijker om foto' s te posten en slorpen dan ook een grote hap uit mijn online bezigheden. Voor degenen die de laatste weken vruchteloos mijn blog bezocht hebben: Nen welgemeende fuck you! (Lees: welgemeende sorry!) Vergeet ook niet dat ik heel wat tijd en energie steek in mijn job hier als mountainbikegids. De laatste weken werden onze technische capaciteiten door de hevige regenval serieus op de korrel genomen, maar vooraleer jullie met veel leedvermaak in een deuk gaan liggen, wil ik eerst het volgende meegeven: Slechts één keer hebben de weergoden me hier te pakken gekregen en hebben we een rit in de regen moeten afwerken. Als het erop aankomt om de regen een stapje voor te zijn, ken ik immers mijn gelijke niet! Buiten het feit dat Gran Canaria eigenlijk een continent in miniatuur is, hebben we hier ook (afhankelijk van de windrichting), een miniatuurklimaat. Zo was het bijvoorbeeld perfect mogelijk om in het zuidoosten van het eiland "braadkipsgewijs" in de zon te liggen smeulen, terwijl in het zuidwesten de regen met bakken uit de lucht viel. De laatste week is het vertrouwde Canarische weer gelukkig teruggekeerd, zodat de kerstmannen die hier ook de gevels ontsieren, hangen te smelten in de zon. Hun verdiende loon eigenlijk, want de corpulente, naar alcohol ruikende baardmens uit het hoge noorden is me nog maar eens rats vergeten! Net zoals zijn gemijterde collega uit Spanje trouwens... Ik had zondagavond 5 december nochtans mijn schoentje klaargezet, en ik mocht godverdomme nog blij zijn dat hij er 's morgens nog stond! ( Oneliner van T. Hermans trouwens.)
40. Escalada al Pico de las Nieves, Gran Canaria 08/12/10, DEEL II
VERVOLG VAN VORIG ITEM.
Tijdens het wachten op de Guardia Civil begin ik pas echt nerveus te worden, en ik besluit een klein eindje te gaan rijden. Op het verste punt van de start las ik nog een ultime sanitaire stop in, en natuurlijk uitgerekend op dat moment komen de motards aangetufd. Miljaarde! Zo heb ik ooit in Aalst eens mijn start gemist, en de spookbeelden van een achterlijke renner die wanhopig de bezemwagen probeert bij te halen, doemen opnieuw voor me op. Zover komt het gelukkig niet, en even later mogen we eindelijk aan onze martelgang beginnen. Na anderhalve kilometer wedstrijd zit ik warempel in derde positie. Ik zie de vaste camera op de wagen van de jury staan, en even denk ik de "vrolijke Frans" uit te hangen en te demarreren, om zo voor de eerste echte aanval van de wedstrijd te zorgen. Mijn verstand en mijn hartslag van 188 zorgen ervoor dat het zover niet komt. Bij de eerste steile strook versnelt echter de winnaar van vorig jaar, vijf renners pikken aan en ik kom in een groepje van zeven te zitten. Op twee kilometer van "de muur van Pasadilla" komt het er nu op aan van niet teveel in het donkerrood te rijden. Al gauw duikt de gevreesde passage op, en de organisatie had hier voor een opbeurend spandoek gezorgd: "23%, Comienza el infierno!" ( Hier begint de hel! ) Ons groepje spat uiteen en ik blijf op de steile stroken rondspartellen met twee renners uit Asturië. Althans, dat staat toch op hun truitje. Voor hetzelfde geld kwamen ze uit Zimbabwe of Timboektoe, want ikzelf ben trouwens in de "Happy-Biking Gran Canaria" kledij getooid, en heb nu niet bepaald de looks van de doorsnee Canarien. Na Cazadores, op de GC130 richting "Caldera de los Marteles" krijgen we op 1300 meter hoogte plots het gezelschap van mistige wolkenflarden, die door de aanwakkerende wind steeds hardnekkiger worden. De temperatuur duikt meteen tien graden naar beneden, en als ik hetzelfde doe na de kleine afdaling voorbij netgenoemde krater, zie ik dat mijn metgezellen niet meteen aanpikken en moet ik moederziel alleen beuken tegen de hevige rukwinden. Alsof dat nog niet erg genoeg is, begint het op de koop toe ook nog te regenen! De koude vochtigheid snijdt mijn adem en benen af, en naarmate ik de top nader wordt het zicht alleen maar slechter. De laatste kilometer raap ik nog twee renners op, en na het overschrijden van de finishlijn verneem ik dat ik net niet de top-10 gehaald heb. Met een eindtijd van 1h.31' 57'' ben ik bijna twee minuten trager dan vorig jaar, maar toen scheen er de ganse beklimming een vredelievend zonnetje en was er nauwelijks wind. Een kleine vijf minuten na mijn aankomst breekt de hel op de top pas echt goed los! Regen en hagel, vergezeld van rukwinden tot 90km. per uur doen de temperatuur dalen tot zeven graden, en indien de organisatie niet voor een shuttlebus naar beneden had gezorgd, was dit verslagje er hoogstwaarschijnlijk nooit gekomen.
22 Km. in 1h.31'57'' 11e/90 Gem. hartslag: 183 Max. hartslag: 192
40. Escalada al Pico de las Nieves, Gran Canaria 08/12/10 DEEL I
Nog één keer en daarna nooit meer! Met die gedachte verschijn ik aan de start van de negende editie van deze klimkoers naar het hoogste punt van Gran Canaria (1949m.). De klim vanuit Ingenio wordt door de organisatie omschreven als de zwaarste beklimming van Europa, en met cijfertjes en statistiekjes worden hellingsgraden en hoogtemeters van andere gerenomeerde Cols vergeleken, waarbij de Pico de las Nieves er uiteraard als zwaarste uitkomt. Of dat daadwerkelijk zo is laat ik in het midden, maar het is in ieder geval de zwaarste Col die ik ooit beklommen heb. Om kleppers als Galibier of Tourmalet eens vriendelijk over het kopje te aaien, en af te schilderen als puisten van het vierentachtigste knoopsgat is die reuzen oneer aandoen, maar zelden zag ik zo af als tijdens de twee verkenningen op "De Pico" die ik voorgaande week afwerkte. Akkoord, stijgingspercentages van 23% snijden zelfs de meest gevleugelde klimmers de "vleren" af, maar als je pas elke twee seconden de merknaam op je voornaaf ziet passeren, dan hebben cadans, hartslag of hoogtemeters geen enkel belang meer en komt het er vooral op aan van niet omver te vallen. Met tijden van 1uur 51' en 1uur 49' was ik maar liefst twintig minuten trager dan tijdens de wedstrijd van vorig jaar. Om nu te zeggen dat ik aan de start het net niet in mijn broek deed van de schrik is misschien ietsje overdreven, maar de zenuwen stonden alleszins strak gespannen. Ik kom er wel een oude bekende tegen, want de sympathieke Brit Derek Waight, eindwinnaar van de Cycling Trophy op Lanzarote is naar Gran Canaria afgezakt, alsook de winnaar van de Escalada van vorig jaar, de spichtige Spanjaard David Plaza. De fictieve start van Agüimes naar Ingenio verloopt uiteraard vrij rustig, en in laatsgenoemd stadje moeten we verdomme nog ruim veertig minuten wachten op de motards van de Guardia Civil, die blijkbaar een uit de hand gelopen koffiepauze gehouden hebben. Zoiets kan natuurlijk alleen maar hier voorvallen... Tijdens het wachten brandt de zon meedogenloos op onze behelmde koppen, wat bij sommige Canariens de vraag doet rijzen of het überhaupt wel "winter" zou worden dit jaar. Wisten we toen veel welk onheil ons boven het hoofd ging...
Om jullie nieuwsgierigheid niet tot het uiterste te rekken volgt meteen het antwoord op dé vraag uit vorig item: Wat voert Barduk uit op Gran Canaria??? Enkele snuggere individuen hadden het al opgemerkt op mijn facebookpagina, en een paar hele slimme hadden al gezien dat onder mijn profielfoto op deze blog de titel "mountainbikegids" prijkte... Inderdaad vrienden, tegenwoordig verdien ik hier het zout op mijn patatten door, al dan niet als een gek (dat laat ik aan de klanten over om hierover te oordelen), door de stoffige en prachtige off-road paadjes van Gran Canaria te scheuren. Het bedrijfje heet "Happy-Biking" en is gevestigd in Playa del Inglés. Avenida de Italia 2, links van het IFA Continental-hotel om precies te zijn. Hoeft het nog gezegd dat deze job me op het lijf geschreven is? Ja??? Awel, deze job is me op het lijf geschreven, want wat is er nu plezanter dan met de fiets het prachtige en rustige binnenland van het eiland te ontdekken, met mensen die in een vakantiestemming vertoeven? Aan het strand liggen bakken met een koele coctail in de hand is uiteraard ook niet te versmaden, maar is volgens mij nog niet half zo spannend als stof vreten op een desolate landweg. Ook op de weg word ik soms ingezet als begeleider, maar dit is dan bij de zogenaamde "level 1 tochten," dwz tochten die voor iedereen haalbaar zijn. Ja, zelfs de mensen die boven op "Stratem-brug" in Aalter met ademnood bovenkomen en net niet kokhalzend moeten afstappen kunnen dit aan, want de tochten verlopen grotendeels bergaf en er rijdt steeds een bezemwagen mee. Naast georganiseerde (mountainbike) ritten verhuren we ook professionele race- en mountainbikefietsen en trekkingbikes. Voor degenen die aan een slakkegangetje over de promenade van Maspalomas willen freewheelen met een frisco in de hand en een koel Tropical-biertje in het mandje, hebben we city-bikes ter beschikking. Meer informatie vind je linksboven deze startpagina. De luie medemens kan zijn nekspieren sparen en gewoon hieronder klikken: http://www.happy-biking.com/ (Ik wist gewoon dat jij hier ging klikken!)
Vertoef je op Gran Canaria, aarzel dan niet om ons met een bezoekje te vereren en eventueel een fiets te huren of excursie te boeken. Met een beetje pech heb je ondergetekende als gids!
Aandachtige volgers van deze blog zullen al gemerkt hebben dat het hier de laatste weken een dode bedoening is. Ik heb het de laatste tijd nogal tamelijk druk met iets, maar wat, dat ga ik nu nog niet aan jullie neus hangen. Kwestie van mijn bezoekersaantal wat de hoogte in te jagen de komende dagen, nieuwsgierig addergebroed die jullie ongetwijfeld zijn. Misschien licht bijgevoegde foto een deeltje van de sluier op, of misschien ook wel helemaal niet... Laat ons zeggen dat ik vroeger aan werken een broertje, nee, zeg maar een hele familie dood had. Dat werken ook best wel aangenaam en fun kan zijn ontdek ik nu pas en ik had nooit gedacht dat een zin zoals deze ooit nog uit mijn brein zou komen ontspruiten. Ik hoor het mijn leraar praktijk van het Sint-Jozefinstituut in Aalter (waar is den tijd) nog jammeren als was het gisteren: "Bonneke Bonneke, gij gaat ongetwijfeld tweehonderd jaar worden en je gaat maar gewerkt hebben zoals iemand van vijfentwintig...!" Tja, mensenkennis had hij wel, de brave man. Jullie kunnen alvast beginnen brainstormen en misschien zelfs op "Unibet.com" een gokje wagen over wat ik allemaal zou kunnen uitspoken hier op dit prachtige eiland, waar de herfst nu ook eindelijk zijn intrede heeft gemaakt. Na de Calima en de daarbij gepaarde aangename temperaturen van om en bij de 30 graden vorige week, moeten we het hier nu stellen met een graad of 25. Je zou voor minder naar arm- en beenstukken grijpen, nietwaar?
Na een maand in het noorden van Gran Canaria vertoefd te hebben was ondergetekende dringend aan vakantie toe..., dus vertrokken we vorige week maandag voor zes dagen naar het zuiden, in een vakantiebungalow in Playa del Inglés. Na een korte rustperiode die onfortuinlijk verlengd werd door een gemene keelontsteking besloot ik de transfer per fiets te maken, om zo vlug mogelijk terug wat fietsritme in de benen te hebben. ( Dat de rit andersom, van zuid naar noord niet zo vlot kan verlopen, kan je op deze blog lezen onder het item "Gran Canaria, donderdag 26/06/08" ) Tijdens de zes dagen die ik noodgedwongen binnen moest blijven en mijn kas aan het opvreten was van ellende, was er zelfs in Las Palmas de G.C. amper een wolk te bespeuren, maar dat is nu niet het geval. Amper vijf kilometer ver, krijg ik in Tafira al een kleine douche. Grommend zet ik mijn weg verder, maar eens voorbij Telde klaart de hemel en mijn gemoed terug op, en bereik ik onder een quasi heldere hemel en bij temperaturen die flirten met de dertig graden Playa del Inglés. Daar merkte ik ook meteen dat de conditie door de inactiviteit toch wel een klein knauwtje heeft gekregen, dus is een goeie nachtrust niet te versmaden. Driewerf helaas! De eerste nachten in de bungalow sliep ik verdorie als een octopus met tentakelontsteking! Dat kwam niet in het minst door onze buren... Overdag waren alle rolluiken daar naar beneden en zag of hoorde je ze niet. Rond twaalf uur echter, begonnen ze steeds lawaai te maken. Stoelen verschuiven, het geluid van borden en koppen op tafel en communiceren in een taal die ik echt niet kon thuisbrengen. In mijn op hol slaande fantasie en met Halloween voor de deur, leek het me niet onmogelijk dat het vampieren waren die een vakantiebungalow gehuurd hebben om 's nachts een lekker mals toeristje in de nek te bijten en het bloed te drinken! Dit zou meteen ook verklaren waarom er elke morgen een aantal versgewassen witte hemden op het droogrek lagen, want mensenbloed maakt waarschijnlijk vieze plekken. Toen ik die theorie voorzichtig bij mijn vriendin polstte, merkte ze op dat het in plaats van vampieren misschien gewoon jongeren waren die feestten tot het ochtendgloren, en daarna hun roes lagen uit te slapen om er de volgende nacht opnieuw in te vliegen, maar dat leek me veel te ver gezocht. Uitgaan in Playa del Inglés??? Komaan zeg, wie verzint nu zoiets?
Na negen maanden op Lanzarote gewoond te hebben, is de hoofdstad van Gran Canaria nu al een kleine maand mijn nieuwe thuis. "Las Palmas de Gran Canaria" luidt de volledige naam en o wee als ik "de Gran Canaria" er niet bij vermeld, want dan krijg ik van mijn vriendin steevast te horen dat "Las Palmas" de provincie is die drie eilanden omvat, respectievelijk Lanzarote, Fuerteventura en Gran Canaria. Maar goed, genoeg geografische wijsheid voor vandaag me dunkt. Het verschil met Lanzarote is wel tamelijk groot. Van een dorpje als Arrieta met ongeveer 300 inwoners verhuizen naar een grootstad die 382.000 (+1) zieltjes telt, is een niet te onderschatten aanpassing. Gelukkig wonen we net aan de rand van de stad, zodat ik meteen met de fiets via de minder drukke wegen de bergen kan intrekken. Al is dat nu al wel een week geleden, want sinds maandagavond zit ik met een keelontsteking opgeschept, die verdere lichamelijke ongemakken zoals lichte koorts en hoofd- en spierpijn met zich meebrengt. Na eerst enkele dagen de pijn verbeten en de symptomen wat verwaarloosd te hebben, vond ik het donderdag welletjes en besloot een dokter te raadplegen. Nu, de gezondheidszorg werkt hier wel anders dan in België. Voor gewone visites bij een huisarts moet in Spanje niet betaald worden, daar dokt de overheid en de Spaans werkende medemens via zijn belastingen voor. De artsen zetelen in een "Centro de Salud," een gezondheidscentrum waarin men zich eerst moet aanmelden om verschillende administratieve zaken te regelen aan loketten die zo lijken weggeplukt uit een kille stationshal. Even vrees ik in Gent - Sint - Pieters beland te zijn, maar mijn vrees blijkt ongegrond... Gelukkig kan mijn vriendin het administratieve gedeelte afwerken, maar sta ik er zowat voor spek en bonen bij. "Is hij Engelsman?" Hoor ik de bediende vanuit haar schamel loket vragen. Hoezo Engelsman? Vraag ik mezelf af. Heb ik de oerlelijke tronie van Wayne Rooney misschien? Of de olifanteflappers van Prins Charles? De krullen en snor van Susan Boyle??? Nee toch? Mijn papieren worden ingevuld en we worden naar het volgend loket doorgewezen. Daar neemt een andere bediende mijn identiteitskaart en verblijfsvergunning door. "Is meneer Duitser?" Vraagt hij aan mijn vriendin. Lap, het gaat van kwaad naar erger, denk ik. Welke Nationaliteit gaat de volgende pipo me toekennen? Hollander??? Of inwoner van de planeet "Orck???"
( Noot aan mijn Duitse en Nederlandse vrienden en verdwaalde Engelsman op deze blog: Het is maar om te lachen hé jongens. Zolang ze in mij geen FCB - supporter zien ben ik allang content! )
Dankzij mijn verblijfsvergunning ziet het er naar uit dat ik niet zal moeten betalen en we worden naar de wachtzaal doorgewezen. Geen schriel klein kamertje zoals in België, waar je de microben van je buurman letterlijk je luchtwegen ziet binnendringen, maar een ruime zaal die dienst zou kunnen doen als balzaal of tenniscourt. (De stoelen lijken trouwens zo weggeplukt uit een voetbalstadion.) Nu, ondergetekende stond zeker niet op de eerste rijen toen de schoonheid werd uitgedeeld, maar wat er qua menselijke specimen de revue passeerde tijdens het uurtje wachten daar, deed me beseffen dat ik me nog (voorlopig) niet tot de lelijksten van de planeet moet rekenen. Toen het uiteindelijk mijn beurt was werd ik geholpen door een sympathieke dokter, die min of meer een kruising was tussen Charlie Chaplin en René Artois uit "Allo Allo." Ik durf er al mijn geld op te verwedden dat de aimabele knul na de diensturen bijklust als kliniclown! Wat voor mij echter belangrijker is, is dat de juiste diagnose (keelontsteking) in een oogwenk gesteld was. "Bélgica eh?" Zegt hij en graait in een doos onder het bureau een handvol pijnstillers en de nodige antibiotica uit een doos en duwt ze in mijn pollen, gratis en voor niks. Zeg nu nog eens dat Belgen in het buitenland niet geliefd zijn!
Normaal gezien bestond de slotrit van deze Cycling Trophy uit een grote ronde door het midden- en zuiden van het eiland, maar door het beperkte aantal deelnemers moeten we drie keer het traject La Santa - Famara afleggen, goed voor 63 kilometer in totaal. Vandaag is echter de oude vertrouwde kl*tewind terug komen aanwakkeren, zodat we het in het begin, wanneer die enerverende 'Alisios' meedogenloos op onze verbrande snuit blaast, rustig aandoen. Bij het keerpunt in Famara trekt Thomas alle registers open en schuif ik mee in het wiel. Wil Thomas de Cycling Trophy winnen en ik terug het podium halen, dan moeten we minstens twee minuten zien te nemen op onze Britse opponenten Derek en James. Zeg maar 'n België-Engeland dus, maar dan wel op de droge, heuvelachtige vulkaangrond van Lanzarote. Wegkomen lukt niet, want de Britten reageren gevat op onze aanval en brengen nog twee andere vluchters mee. Na herhaalde uitvalspogingen van vooral Thomas moeten zij er terug als eerste af, zodat we met ons vieren de finale ingaan. Echt hard wordt er nu niet meer gereden, want door de striemende wind het is vrij duidelijk dat niemand uit de kopgroep zal kunnen ontkomen. Ik ben zeker niet de sterkste, maar misschien wel de rapste, en bovendien was de overwinning van maandag een enorme boost voor het zefvertrouwen. Wanneer we in België met het voltallige peloton op de meet afstevenen, laat ik me meestal al vrij vroeg uitzakken om niet op mijn smikkel te vallen, maar in een kleine groep maak ik wel kans. Het komt er nu op aan van rustig te blijven en niet te vroeg aan te gaan, want de wind staat aan de meet weer pal op kop. Als derde kom ik de laatste bocht uit, maar James (die in Engeland regelmatig op de piste rijdt) zit pal in het wiel. Ik schakel bij en sprint voorbij Thomas en Derek, maar kom nu wel vol in de wind te zitten. Ik voel James komen op rechts, maar met een hartslag die mijn IQ ver overstijgd kan ik hem net voorblijven en win mijn tweede wedstrijd op drie dagen! Mijn voornemen om me eens serieus "de kop in te drinken" bij een overwinning laat ik al vrij vlug varen. Dit was dan wel de laatste wedstrijd van het seizoen, maar over ruim twee maanden ligt de verschrikkelijke Pico de las Nieves al op me te wachten, en elke gram overgewicht die je daar naar boven moet stampen laat zich dubbel en dik voelen. Ondergetekende goed gek? Ik dacht het wel...!
38. CLS Cycling Trophy Lanzarote, Rit 3: Tabayesco 28/09/10
Degenen die nog een gooi willen doen om het eindklassement naar zich toe te halen, moeten vandaag hun klimmersbenen aanspreken, want na een kleine tien kilometer klauteren ligt de top op de 671m hoge Tabayesco. Met vier renners binnen de halve minuut en uw trouwe dienaar op een derde stek, mag ook ik nog dromen om vanmiddag de blauwe leiderstrui aan te trekken. De berg heeft een gemiddeld stijgingspercentage van om en bij de zes procent en ik ken hem als m´n broekzak, want woonde negen maanden in Arrieta, aan de voet van de Tabayesco. Op een uur waarop ondergetekende nog doorgaans in zijn bedstee ligt te ronken als een bende vetgemestte, slachtrijpe varkens, vertrekken we vanuit La Santa per fiets naar de voet van de berg, waar ook de officiële start wordt gegeven. Nauwelijks is dit gebeurt of de Brit James H. Leader, vierde in de stand, plaats al een verschroeiende versnelling. Ik reageer direct, want James is m'n grootste concurrent voor het podium en in mijn leeftijdscategorie. Nauwelijks heb ik me hijgend in zijn achterwiel gehesen, of hij demarreert opnieuw. Met hulp van Thomas en Derek kom ik terug, maar bij de derde aanval moeten we klimmer en pluimgewicht James laten gaan. Na drie maanden in Helgië voornamelijk op biljartvlakke wegen rond de kerktoren te hebben gekoerst, mankeer ik duidelijk klimritme, want ook mijn twee kompanen rijden nu te snel voor mij. "O-oooohhh, Bonne is zijn podiumplaats aan het verliezen...!" Met wat fantasie en zin voor zelfdramatiek fantaseer ik er de nasale stem van Michel Wuyts bij... Ik kijk achterom, maar daar gaapt de grote leegte, dus wordt dit nog een eenzame tocht naar de top, al vechtend met mijn geliefde berg. In de verte zie ik de eerste drie nog verder van me wegrijden. Sh*t..., qua psychologische tik dan dit wel tellen. In mei reed ik hier nog met de buitenplaat naar boven, al kreeg ik toen wel serieus wat hulp van de felle rugwind. Nu draai ik slungelig en krampachtig de 39x23 "vierkant," al zat ik op een verroeste bakfiets uit 1924. Als ik na mijn desolate tocht eindelijk die ellendige top bereik (die berg was precies gegroeid...), ben ik toch nog aangenaam verrast door mijn tijd van 30'48''. Een crono die in de buurt komt van mijn beste tijd op training. Aangezien ik respectievelijk drie en twee minuten verlies op de eerste drie, rest er me morgen maar één ding wil ik nog op het podium eindigen: "atacar!"
9,6 Km in 30'48'' 18,8 Gem. 4e/17 Gem. hartslag: 183 Max. hartslag: 194
Top 5: 1. James Holland Leader GBR 00:27:49 2. Derek Waight GBR 00:27:50 3. Thomas Goossens BEL 00:28:42 4. Bart Bonne BEL 00:30:48 5. Vaughan Portelli GBR 00:32:50
37. CLS Cycling Trophy Lanzarote, Rit 2: criterium 27/09/10
Dezelfde dag als de proloog stond er nog een kort criterium op het programma. Na eerst enkele uren in de brandende zon aan het zwembad te hebben doorgebracht, rep ik me naar de start met een gloeiende kop zo rood als een indiaan die in een kom dampende tomatensoep is gevallen. Blijkbaar moet mijn huid terug aan de sterkte van de zon wennen, iets waar ik nochtans in Helgië weinig last van had... Ook de benen voelen in het begin niet super aan, maar omdat er niet vlug gestart wordt, kan ik ze de eerste ronde rustig laten warmdraaien. Zonder echt hard te demarreren raken we al vrij snel met zes man voorop. Het niveau is dus duidelijk ietsje lager dan de nevenbonden in België, maar in de kopgroep is iedereen aan elkaar gewaagd, want ontsnappen is quasi onmogelijk. Met zes gaan we de laatste ronde in, en het is landgenoot Thomas Goossens die het vuur aan de lont steekt. Na de laatste bocht neemt hij enkele meters, maar de Brit Derek Waight laat niet begaan en probeert de kloof te dichten. Ik schuif mee in derde positie en wanneer Derek op tweehonderd meter van de meet bij Thomas komt, ga ik vol aan. Verdomme! Waarschijnlijk te vroeg, want de wind staat pal op kop en de laatste honderd meter lopen nog verraderlijk bergop. Ik schakel nog een tand groter en focus alles op de finishboog. In een allesvernietigende versnelling geef ik mokerslagen op de pedalen, waarin de frustratie van vijf jaar zonder overwinning zit. Op de weg zie ik enkel mijn shaduw die zich aftekend op het warme asfalt. Dit mag nu miljaarde niet meer misgaan! Zonder om te kijken blijf ik sprinten tot op de meet, en pas wanneer mijn voorwiel als eerste over de meet is bal ik mijn vuist en zwier mijn rechterarm in de lucht. (We mogen nu ook niet direct te enthousiast worden hé...) Toch is dit een enorme opsteker en met vertrouwen kijk uit naar de rit van morgen, want dan ligt de finishlijn boven op de mij zo vertrouwde Tabayesco.
22 Km in 34'07'' 38,7 Gem. 1e/16 Gem. hartslag: 170 Max. hartslag: 199
Na een kleine drie maanden terug in "Canarias!!!" Het gezellige maar winderige Lanzarote hebben we nu ingeruild voor Gran Canaria, en toen ik vorige zaterdag daar rond het middaguur neerstreek was mijn eerste bekommernis niet om wat te relaxen op het strand of de nieuwe omgeving te verkennen, maar om alles in gereedheid te brengen voor de tweede editie van de "Cycling Trophy," ingericht door het befaamde sporthotel Club La Santa op...Lanzarote, inderdaad! Zondag met María dus al meteen teruggevlogen naar het vulkaaneiland waar we negen maanden hebben vertoeft. In de vooravond als een bezetene direct mijn fiets in elkaar geflansd, om voor het duister nog vlug eventjes de twee vliegtuigtrips uit de benen te rijden. Hierdoor natuurlijk te laat terug om inkopen de doen in het supermarktje van het hotel, zodat mijn ontbijt voor de proloog de volgende dag bestond uit een taai hompje stokbrood (van anderhalve dag oud...) met speculoospasta, een uit Helgië meegesmokkeld en platgedrukt "franchipanneke" en een quasi niet te vreten sportreep die ik gisteren bij het inschrijvingspakket ontving. (Mocht ook wel voor 75 Euro, maar verder over de organisatie niks dan goeds...!) Op het onooglijke vroege startuur van 9u40 begin ik aan mijn vijf kilometer lange proloog. De eerste 2,5 kilometer lopen gestaag bergop, maar krijgen we wel de wind in de rug. Helaas, als het dan eens moet waaien op Lanzarote, laat de wind het afweten, want meer dan een lauw briesje is er niet zo vroeg op de dag. Na vijfhonderd meter zit ik al aan een hartslag van 190 en plakt mijn bek toe van de droogte! Drinken kan niet meer, want voor vijf kilometer vond ik het echt niet de moeite om een bidon mee te zeulen, en naar mijn weten passeren we niet aan één of andere verborgen oase. Net voor het keerpunt ligt het steilste stuk, maar ik blijf verder stoempen op het buitenblad. Met resultaat, want ik nader nu vlug op de één minuut vroeger gestarte Ulmar Schmidt, een Duitser die op Lanzarote woont en waar ik vorig jaar menig trainingsritje mee heb afgewerkt. Ulmar is een kranige vijftiger, maar mag zich wel "Ironman" noemen, want finishte vorig- en dit jaar de Ironman op Lanzarote in een meer dan behoorlijke tijd. Na het keerpunt denk ik dan ook van hem vlug te pakken te krijgen, maar dit valt efkes tegen. Ik ben tijdens de beklimming tamelijk diep geweest en blijkbaar staat er toch meer wind dan ik gedacht had. Dit wordt nu nog echt enkele minuten afzien met het bloed in de keel en het verstand op -15! De laatste honderd meter pers ik er toch nog een sprintje uit en word zo nog winnaar in mijn leeftijdscategorie (30-39). In de algemene rankschikking eindig ik derde op dertig seconden van de eindwinnaar van vorig jaar en landgenoot Thomas Goossens. Tweede wordt de Brit Derek Waight op slechts drie seconden. Beide heren wonen trouwens op het eiland, dus zal het er de komende dagen beslist nog heftig aan toegaan.
5 Km in 9' 10'' 32,7 Gem. 3e/15 Gem. hartslag: 189 Max. hartslag: 200
TOP 5: 1.Thomas Goossens BEL 00:08:40 2. Derek Waight GBR 00:08:43 3. Bart Bonne BEL 00:09:10 4. Dirk Marsmann GER 00:09:14 5. James Holland Leader GBR 00:09:15
Beste vrienden, voor uw trouwe dienaar was dit het laatste koersweekend in Helgië!!! Op zaterdag 25 september vertrek ik terug richting Canarische Eilanden, dus wil ik mijn laatste wedstrijden verdelen tussen de verschillende wielerbonden. Met enige zin voor dramatiek kan je dus gerust stellen dat mijn afscheidstournee is ingezet, te beginnen bij de LFT in Stasegem... Dit is mijn eerste en tevens ook laatste wedstrijd dit seizoen bij die vereniging, die zich kenmerkt door te kiezen voor smalle, landelijke wegen waarop hun wedstrijden betwist worden. Eén uitzondering echter, en dat is deze slotrit van hun wegseizoen in de deelgemeente van Harelbeke. Slotrit al, inderdaad, want volgende week beginnen ze al met het veldritseizoen, dus wordt het hoog tijd dat ik me hier uit de voeten maak. Ik krijg al spontane migraine-opstoten, stress-en haaruitval alleen al door het woord "veldrit" te horen uitspreken. Niet dat ik deze sport minacht of helemaal niet boeiend vind, maar gewoon door het feit dat hun seizoen zich in die ellendige winterperiode situeert. Om dan nog maar te zwijgen over het feit dat ze met hun prachtig blinkende, peperdure fietsjes door een bemodderd en bescheten weiland razen, waar even voordien nog vijf dozijn herkauwers op stonden te loeien, grazen en god weet wat nog meer allemaal... Maar goed. Traditioneel een snelle wedstrijd hier en hierdoor krijgen vluchters zelden een vrijgeleide omdat ze nooit echt uit het gezichtsveld verdwijnen. Na driekwart wedstrijd rijden er twee renners voorop, en ik probeer er met twee metgezellen naartoe te rijden. Dit lukt ook, maar al vrij vlug worden we door het peloton opgeslorpt. De volgende vijf die het proberen hebben meer geluk, slaan een kloofje van twintig seconden en mogen sprinten voor de zege. Aangezien ook de B-en C-categorie met ons hun wedstrijd afwerken, hou ik me gedeisd op de tweede rij en eindig nog zestiende.
58 km in 1h 23' 42 Gem. 16/35 Gem. hartslag: 163 Max. hartslag: 192
De volgende dag stond de wedstrijd in Boom op het menu. "Boomlang", "boomvast" of "boomhoog" zijn begrippen die de meeste stervelingen regelmatig in de mond nemen, ikzelf kan er nog gerust eentje aan toevoegen, namelijk: "boomellende!" Twee jaar terug vond ik de omloop in deze Antwerpse stad niet terug en miste zo m'n start. Niet iets om vrolijk van te worden als je net meer dan een uur in de wagen hebt gezeten. Het feit dat ik de renners zag rijden aan de overkant van de A12, maar verdomme niet wist hoe ik daar kon geraken maakte het nog dramatischer! Anno 2010 heeft Barduk gelukkig een GPS in zijn "Kangooroe" hangen, en toen even voor het centrum de vrouwenstem op dat miserabel ding aankondigde om "naar rechts af te slaan," dacht ik het natuurlijk weer beter te weten dan die trut, en reed blindelings naar de plaats die twee jaar geleden onvindbaar voor me was. Apetrots omdat ik de moderne technologie een hak had gezet reed ik nog even verder, om dan te contstateren dat het er wel héél erg desolaat was. Niet moeilijk, de wedstrijd was g*dverdomme op een andere plaats!!! Na wat gesukkel gelukkig toch nog op tijd op de plaats van afspraak geraakt, en vastgesteld dat de omloop eigenlijk een rasecht kl*teparcours was. Veel "draai en keer" door een woonwijk, ellendige uitstekende riooldeksels en zelfs honderd meter kasseien die m'n carbonwielen bijna uit hun voegen doen barsten. Bovendien is het op de koop toe nog bitter koud ook, en waar ik gisteren nog de enigste koukleum was die met mouwstukjes reed, koerst nu ruim drie vierde van het peloton met armstukken. Nee, je hebt het wellicht al gemerkt. Tussen Boom en ikzelf komt het wellicht nooit meer goed. De conditie is nochtans niet slecht, maar om mee te zijn met de kopgroep van vijf renners... nope, dat is nu net iets teveel gevraagd. Aangezien ik volgende week deelneem aan de "Cycling Trophy" van Club La Santa op Lanzarote, doe ik (zoals bijna altijd) geen zottigheden om me nog vooraan te mengen in de sprint. Normaal was ik van plan om donderdag nog in Landegem te rijden, maar door het apeweer gisteren ben ik niet meer gestart. Op nu naar Gran Canaria en Lanzarote!!!!!
57 km in 1h 23' 40,8 Gem. Peloton Gem. hartslag: 157 Max. hartslag: 181
Onder het motto: "Koersen in eigen streek," neem ik vandaag de start in Ursel-city. Met veel goeie wil kunnen we spreken van een mooie nazomerdag. Als je echter de zuurpruim wilt uithangen (of negen maanden op de Canarische Eilanden hebt vertoeft) weet je wel beter, maar er is alvast geen reden om over het weer te kankeren. Over het parcours dan weer wel, want met een toerke van amper één kilometer is dit een onvervalst criterium. Leuk voor de toeschouwers, iets minder leuk voor ons... De wedstrijd staat bij WBV gecatalogiseerd onder de noemer "gentlemen." Een begrip dat ondergetekende in het dagelijkse leven zelden of nooit te horen krijgt, en naar de reden hiervan hengelen zou ons weeral veel te ver van de essentie doen afdwalen natuurlijk. Bij de inschrijving krijg ik naast een bidon en een cycling-magazine ook nog een pulleke shampoo in m'n pollen gestopt. Misschien moet ik toch dringend iets aan die lange manen van me doen... Wanneer de wedstrijd op gang geschoten wordt, is het echter uit met de pret. Optrekken, een sprintje naar de volgende bocht, remmen en wanneer je weer wat snelheid hebt, dient zich al de volgende bocht aan en begint het hele zootje opnieuw. Nu, ik vertoef in een aanvaardbare goeie conditie, en heb me in Ursel onder het goedkeurend oog van neefje Cas, zijn gelegenheidsfotograferende mama en aandachtig koffiedrinkende opa best wel goed geamuseerd. Halfweg wedstrijd ontstaat echter wel de beslissende vlucht, en ondanks we de koplopers steeds in ons vizier hebben krijgen we de kloof niet meer dicht. Op twee rondjes van het einde zetten Lanzarote- bezoeker Vincent Evers en ikzelf een tegenreactie op, maar onze reactie komt iets te laat. Ik strand op een vierde plaats, terwijl die andere Lanzarote- ganger, Wim Braet, knap de wedstrijd binnenhaalt door z'n metgezellen te kloppen in de sprint.
43 km in 1h06' 39,1 Gem. 4/16 Gem. hartslag: 172 Max. hartslag: 194
De wedstrijd in Nieuwerkerken is de afsluiter van de Ronde van het Waasland en hierbij rijden de A, B, en C-categorie samen. Veel renners opeengepakt dus en in de start wil iedereen natuurlijk vooraan staan. Het achtste wereldwonder is geschied, want wie staat er mooi vooraan op de eerste rang te pronken??? Jawel, uw edele dienaar! Helaas moet er eerst een gezamenlijk rondje achter de wagen afgelegd worden, zodat ik in het gewring nogal vlug m'n mooie uitgangspositie aan mijn kl*ten ben... Als de wagen na het "inrijrondje" plankgas geeft, is het precies of ik stilsta! Ik rij verdomme 54 per uur en word langs alle kanten voorbijgesneld! Ik voel me precies een tractor die heeft postgevat tussen Formule 1-bolides. Met vier haakse bochten binnen een goeie achthonderd meter is het achteraan het peloton pompen of verzuipen! De renner naast mij bromt dat z'n remmen niet goed werken... Wel, die zal hij amper nodig gehad hebben, want telkens na de bochten moet er gesprind worden op leven en dood, om het op een lint getrokken peloton te kunnen volgen. Al gauw ontstaan de eerste gaten, en mag ik met het hart in de keel de eerste kloofjes dichten. Na twee ronden geeft het kilometertellertje een gemiddelde aan van 44,5 per uur. Normaal gezien daalt dan na enkele ronden de snelheid, maar dit is vandaag niet het geval. Vooraan zie ik tot m'n ergernis de ene demarrage de andere opvolgen, maar niemand kan ontkomen. Pas na halfweg wedstrijd kan ik me handhaven in de buik van het peloton, want achteraan wordt er nog steeds gekoerst met "de achterdeur open" en zie ik renners lossen waarvan je het helemaal niet zou verwachten. Ik vertoef blijkbaar in een uitstekende conditie. Een reden te meer om de risico's van de massasprint aan me te laten voorbijgaan.
59 Km in 1h22' 43,5 Gem. Peloton Gem. hartslag: 171 Max. hartslag: 198
Deze wedstrijd is op korte tijd uitgegroeid tot één van m'n favoriete wedstrijden van het seizoen. Ligt het aan de gezapige kermissfeer in het centrum? Of de heerlijke geur van dampende oliebollen en het knisperend geluid van ajuin, die straks aan zijn einde komt tussen een vettige snee rundsgehakt en een knapperig broodje? Feit is dat ik het moet hebben van iets langere afstanden, dus kom ik met deze 85 km, verdeeld over 14 rondjes ruimschoots aan mijn trekken. Met slechts vijf bochten per ronde, komen "derrière-rijders" als ondergetekende dan ook zelden in de problemen. Jaarlijks komen ook heel wat VWF-collega's naar hier afgezakt, zodat we tussen heel wat bekende smoelen onze wedstrijd kunnen afwerken. En dan rijdt een mens eens bij Wielerbond Vlaanderen om eens met andere tegenstanders te duelleren... Na vier ronden (het tempo lag toen nog niet echt hoog-ofwel had ik een superdag) krijgen een twintigtal renners een cadootje van het peloton. Ze mogen ongehinderd op kousevoeten wegrijden zonder echt te demarreren. Ze zouden zelfs nog ruimschoots de tijd gehad hebben om even af te stappen, hun beide wielen te demonteren en achterwaarts a la "Circus Boltini" verder te rijden! Meteen weet ik ook weer waarom je eigenlijk altijd vooraan moet koersen... Iets over halfweg wedstrijd komen we nog verrassend dicht bij de koplopers, maar dan stokt het tempo opnieuw. In de laatste ronden rijden nog een vijftal renners weg van het peloton, en tijdens de voorlaatste ronde, op een venijnig stuk vals plat waag ik ook m'n kans. Ik krijg twee metgezellen mee, die duidelijk sterker zijn, want als we ronddraaien staan mijn bovenbenen op springen. Op vier kilometer voor het einde moet ik de twee dan ook laten gaan. Even vrees ik om terug door het peloton opgeslokt te worden, maar ik krijg het gezelschap van vier renners die uit die grote groep zijn weggeglipt. We blijven de jagende meute voor, maar ik heb niet echt een sprint meer in de benen en eindig net buiten de prijzen als 32ste. Toch dik tevreden over mijn wedstrijd.
85 Km in 2h02' 41,8 Gem. 32/77 Gem. hartslag: 171 Max. hartslag: 197
Zelfs nu ik al héél lang verlost ben van die ellendige school, krijg ik bij het aanschouwen van de kalender op 1 september nog steeds een wrang gevoel in mijn maag. M'n ingewanden lijken precies naar buiten te willen treden en mijn hoofd staat op springen. Dit heeft alles te maken met het einde van de zomer. Zeg nu zelf: het mag nu nog oude wijven regenen op 24 augustus, die datum klinkt toch véél sympathieker dan 1 september??? Maar goed, ik moet me van heel dat miserabel wintergedoe niet veel aantrekken, want ik trek binnen drie weken toch terug richting 'Islas Canarias.' Door omstandigheden rij ik vandaag nog eens bij de B-categorie, en aan de start zie ik heel wat bekende koppen die me vorig jaar het leven zuur gemaakt hebben in die reeks. Niet moedwillig uiteraard, want koers is koers. De renners bij de B's zijn brommertjes en ik voel dat dit niveau iets te hoog is voor mij. Met (ik schat slechts) een goeie 26 renners komt het erop aan van geen groepje van meer dan tien man weg te laten rijden. Ruim driekwart van de wedstrijd rijden slechts twee renners op kop, dus tot zover opdracht volbracht. Wanneer de twee leiders echter gegrepen worden barst de hel los. De ene demarrage volgt de andere op, en ik moet geregeld alles uit m'n krachtenarsenaal putten om de gaten dicht te rijden. Er ontstaat een kopgroep van een dozijn renners en uit ons pelotonnetje proberen sommigen (met wisselend succes), naar de leiders te fietsen. In de laatste kilometers is het echt oorlog en wordt ik op het vlakke net niet uit de wielen gereden. Met een twintigste plaats als 'beloning' rij ik nog net binnen de prijzen.
60 Km in 1h26' 41,7 Gem. 20/26
Altijd leuk om terug te komen naar St-Pieters Leeuw. Hier haalde ik acht jaar geleden m'n eerste overwinning en als je op tien seizoenen slechts twee maal het zegegebaar kunt maken, dan zijn dat momenten om te koesteren. Met 165 renners stonden we aan de start en ik schat dat ik zowat als honderdnegenenvijftigste uit de startblokken schoot. Meteen mocht ik al serieus diep gaan om het razend snelle peloton te kunnen volgen. Ik vraag me in zo'n situaties altijd af welke ezel aan meer dan vijftig per uur vertrekt, als er verdomme 107 kilometer moet gereden worden. Nu ja, moesten ze zoals ondergetekende allemaal rustig achteraan willen inrijden aan dertig per uur, het zou ook geen zicht zijn natuurlijk. De omloop van de klassieker was grotendeels hertekend. Zes ronden van achtien kilometer stond er op het menu, met daarin telkens een verdomd lastig klimmetje van een goeie zeshonderd meter. Bij de eerste doortocht op die vervelende helling komt de stoom letterlijk uit mijn oren. Ik vind totaal het ritme niet, iets dat me tijdens het eerste kwart van de wedstrijd nog vaak overkomt. Bij momenten hang ik serieus met de bek open achteraan de omvangrijke groep te bengelen en wanneer ik ook vrij vlug één van mijn bidons uit m'n fiets zie jumpen, zit de moraal efkes onder het vriespunt. In gedachten zie ik me al schuimbekkend en met uitdrogingsverschijnselen de ambulance inladen, die me naar het meer van Genève brengt om het vervolgens eigenhandig voor één derde leeg te slurpen. Gelukkig hoeft het zover niet te komen, want ik krijg een bidon vanuit de volgauto van "Het Grillhuisje." Eens de kilometers zich opstapelen voel ik me beter worden, maar het tempo ligt echt te hoog om eens mee te gaan in de aanval. Ik schat dat er ongeveer tien man voor ons uitrijden (heb totaal geen zicht op de wedstrijdsituatie), en die blijven ook buiten schot. In de laatste kilometers kan ik nog wat opschuiven, maar wanneer het peloton breed uitwaait over de weg, verlies ik weer wat plaatsen. Wat echter telt is dat ik niet veel moeite had met de langere afstand, en zonder kleerscheuren de finish bereik.
27.VWF Asbeek (BK) 28 aug. & 28. Maria-Aalter 29 aug.
Patriotten in de Pajotten! Vandaag staat immers het Belgisch Kampioenschap van de VWF op het menu, en vergeef me als gastdorp Asbeek geografisch een beetje van het eerdergenoemde Pajottenland verwijdert is. Komende vanuit de Kuststreek ligt het in elk geval in die richting, voila! Ruim vijfenzeventig minuten voor de start bevinden ik en compaan Tom ons al op het parcours. Weliswaar nog in de auto, en wanneer achter ons een wagen van de politie druk sirenend en toeterend ons op de hielen zit, moeten we de omloop verlaten om de E- en F-renners doorgang te verlenen. Het wachten op die laastgenoemde categorie duurt ons iets te lang, dus krijg ik weer één van mijn geniale bevliegingen: enkele "boerewegeltjes" inslaan in de hoop om zo dicht mogelijk bij de aankomst te kunnen parkeren. Conclusie: Asbeek en Asse zijn beiden pareltjes van de natuur, met een uitgebreid gama aan smalle straatjes en desolate wegeltjes waar het makkelijk verdwalen is... Pas een halfuurtje later(!) zijn we terug op het parcours en kunnen we nog net een verkenningsrondje afmalen voor het wedstrijdgeweld losbarst. De combinatie van een ruim deelnemersveld op grotendeels smalle straatjes zorgt voor een nerveuze start. Tel daar nog de kampioenschapskoorts bij en het duurt niet lang of de eerste valpartij is een feit. Gelukkig net achter mij, want vier jaar geleden liet ik hier al eens m'n laatste stukken zomerhuid achter op het Brabantse wegdek. Ondanks amper trainingskilometers afgelopen week, heb ik toch een redelijk goed gevoel in de benen, maar na enkele ronden krijgen we plots een stortbui over onze behelmde koppen, en meteen schuift mijn achterwiel eventjes weg in een haakse bocht. Ik ben al geen held bij regenweer, dus nu is het vertrouwen volledig naar de haaien. Amper bekomen van de lichte schuiver begint mijn voorwiel plots een eigen leven te leiden en al gauw merk hoe dat komt: lekke band en einde wedstrijd. Net nu ik verdomme gans de week de Brabanconne had ingestudeert om op het podium uit volle borst te kunnen meezingen met de tricolore trui om de lendenen... Hopelijk rijd ik de volgende keer lek net vóór een helse regenbui!
De kermiskoers in mijn bloedeigen Maria-Aalter wordt normaal gezien altijd in mei gereden en daar ik toen nog op Lanzarote vertoefde, dacht ik de dans te kunnen ontspringen. Niet dus, want dit jaar echter werd die eer weggelegd voor augustus en was er naast een wedstrijd voor eliterenners zonder contract, ook een wedstrijd voor vergunninghouders en 'geoefenden' (wie bedenkt nu zo'n woord) die vooraf gegaan werd door een wedstrijd voor 'ongeoefenden.' Vorig jaar reed ik de wedstrijd bij de elite zc uit in het peloton, maar door wegenwerken was de vertrouwde omloop hertekend, dus koos ik eieren voor m'n geld en startte in de wedstrijd voor 'geoefenden,' die trouwens ook al 63 km bedroeg. Achteraf een slimme zet, want ik ging het bij de elite nooit zolang getrokken hebben waarschijnlijk. Onder een zwaarbewolkte en dreigende hemel startten we met 33 strijders en dit onder het goedkeurend oog van neefje Cas en nichtje Ines, die wat op hun honger bleven zitten omdat hun papa het in de eerste wedstrijd niet zo lang uitgezongen had. In de traditionele 'trappistenbar' werd de mindere wedstrijd van schoonbroer vlug vergeten en door hemzelf weggespoeld met enige Leffe's, terwijl ondergetekende scheurend van de honger 'frituur Ludwina' leegplunderde... Maar eerst nog even terug naar de wedstrijd uiteraard. 21 rondjes met 4 haakse bochten moesten we afhaspelen, want dus neerkomt op 84 intervallekes, het gewriemel of sprintjes voor de bocht nog niet meegerekend. Bijna gans de wedstrijd rijden twee renners voorop, en ondanks een spijtige valpartij in ons peloton die de vaart eventjes uit de wedstrijd haalt, wordt in de voorlaatste ronde de kloof gedicht. Ik krijg nog een vrijgeleide van Wim Braet om het in de laatste ronde alleen te proberen, en eventjes ziet het er niet slecht uit als Mario Lammens me vergezelt, maar het peloton laat niet begaan. Met een kleine twintig man wordt er voor de overwinning gesprint, maar ik had duidelijk m'n beste pijlen even voordien verschoten, want meer dan een tiende plaats zit er niet meer in. Na een relatieve rustweek was het goeie gevoel alvast terug, wat hoopgevend is voor de laatste competitieweken.
Voor ondergetekende was dit een eerste kennismaking met het verraderlijke parcours te Denderleeuw. Wie de naam van die gemeente noemt, denk onvermijdelijk aan het vilbeluik, waar al menig koe-en varkentje fijn vermalen werd tot een glibberige vettige brij en... jawel... Ook ik voelde me na enkele ronden meer als een stuk ontbindend slachtafval, dan renner. Na twee ultrasnelle openingsronden, ontstaat in de derde ronde de beslissende vlucht van een twaalftal renners. Ik en ploegmaat Willy Van Herreweghe bemerken het gevaar en proberen nog de aansluiting te maken. We naderen tot op vijf meter, maar dichter komen we niet. Vijf f*cking meterkes, het is ocharme de afstand van mijn voordeur tot aan de brievenbus! Als de wind goed zit, dan p*s ik verdomme over het verrekte ding, en nu krijgen we die afstand niet gedicht. Feit is dat ik hierdoor serieus over mijn toeren ben geweest en ik krijg het goeie ritme niet meer te pakken. Dit wordt nog eens ouderswets afzien in de staart van het peloton, want er zitten enkele haakse bochten in de omloop zodat je telkens bijna vanuit stilstand opnieuw moet vertrekken. De zin om me nog veel in de wedstrijddebatten te mengen is over (de koers is toch gereden), en ik beëindig in de laatste gelederen van het peloton de wedstrijd.
52 Km in 1h19' 39,5 Gem. Peloton
De volgende dag staat de wedstrijd in Aalst op het programma en het enige waar ik mee bezig ben, is met een bang hart de grijze lucht monsteren om op tijd de voorspelde zware onweders te vlug af te zijn. Bovendien had ik gisteren zodanig afgezien dat vandaag de motivatie totaal ontbreekt om er wat van te maken. Ik besluit gewoon van me gans de wedstrijd achteraan gedeisd te houden, omdat ik denk dat het hele zooitje vandaag wel eens samen zou kunnen blijven. Voor één keer laat m'n gamel koersinzicht me niet in de steek, en stormt het zevenenvijftig-koppend peloton op de meet af. De laatste kilometer is echter vrij bochtig en ik zit nog steeds ver achteraan, als er op rechts toch een minuscuul gaatje vrijkomt. Ik waag de gok en kan zo toch nog enkele plaatsen goedmaken en me net bij de eerste 25 positioneren. Het venijn zit echter in de staart. Na de wedstrijd besluiten ploegmakker Tom en ik nog een rondje los te rijden, en net als we het verst van de auto af zijn gaan plots de hemelsluizen open. Ik baal als een vierkante, gigantische bananestekker! Nu de weergoden ons tijdens de wedstrijd eens gunstig gezind waren, slagen we er toch in om als twee doordrenkte waterkiekens de auto te bereiken, en dit enkel omdat we (bij gebrek aan iets zinnings te doen), zo nodig nog moesten losrijden. Als ik de dag erna mijn stijve bovenspieren voel, heeft het nog geen kl*ten geholpen ook!
56 Km in 1h20' 41,5 Gem. 22/57 Gem. hartslag: 159 Max. hartslag: 180