Ik ben Bart Bonne
Ik ben een man en woon in Las Palmas (Gran Canaria-Spanje) en mijn beroep is mountainbikegids.
Ik ben geboren op 08/11/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielrennen,metal,voetbal (Anderlecht).
Deze midweek wedstrijd brengt ons naar Gijzegem bij Aalst... Driewerf hoera! Ik beken. Ik heb hier eigenlijk nooit graag gereden, maar heb nu eenmaal niks beters te doen vandaag... Dankzij een haperende GPS en wegwerkzaamheden in de buurt van de ajuinenstad kom ik toch nog bijna gestresseerd aan de start. M'n humeur betert er niet op, als de wei die als parking dienst doet nog bezaaid ligt met enkele gigantische koeievlaaien, die vervolgens zowel door m'n Renault Kangoo, m'n Bontrager carbonwielen als mijn DMT-koersschoenen onopzettelijk opengesmeerd worden! Shit...! (Sorry voor de vele merknamen, maar aangezien ik nu van een jaar tijdskrediet geniet, moet ik m'n inkomen toch van ergens halen hé.) De wedstrijd zelf dan. De A- en B- categorie starten samen, en al in de eerste ronde gaan tien renners lopen, waaronder zeven B's. Gijzegem is traditioneel een snelle wedstrijd en er staat vandaag ook een vrij strakke wind, dus denkt het merendeel van het peloton zoals ik: Die "sukkels" halen we wel nog in... Gegokt en verloren natuurlijk, want ondanks een gemiddelde van 43 per uur, blijft het tiental voorop en hou ik me ver weg van het strijdgewoel op de eerste rijen voor de resterende kruimels.
61 Km. in 1h.25' 43 Gem. 25e/34 Gem. hartslag: 159 Max. hartslag: 179
Onder het motto: "afgaan in eigen dorp" start ik in deze 1.12 B wedstrijd voor elite zonder contract en beloften. De zenuwen stonden uiteraard hooggespannen, en dat beterde er niet op toen de semi-professionele Revor-Jartazi ploeg, met kleppers als Ben Berden en Vytautas Kaupas zich aan de inschrijvingstafel meldden. Ondertussen vroeg de ene na de andere flauwe plezante of ze hun geld op mij konden inzetten bij de bookmakers. Iets wat ik ze zeker niet wou afraden, wilden ze met een platte beurs huiswaarts keren. Tijdens het losrijden verlangde ik plots enorm naar de rust van een Canarisch strand, ver weg van alle renners, racebolides en blinkende ingesmeerde kuiten. Nu ja, niemand verplichtte me om hier te starten natuurlijk, maar ik was bereid m'n huid duur te verkopen. En of dat nodig was...! De eerste ronden ligt het tempo verschroeiend hoog! Ik kan me niet herinneren dat ik op het vlakke ooit al sneller gereden heb. Vijf-en-zestig per uur blijkt achteraf de maximum snelheid geweest te zijn! Iets waar ik me op dat desbetreffende moment allesbehalve bewust van was, omdat ik toen wellicht in een deuk tussen mijn kader hangend, enkel oog had voor het achterwiel van de renner voor me. Als na 'n uurtje elf renners al een tijdje ruim voorop rijden, wordt het tempo enigszins teruggeschroefd en voel ik me weer een beetje mens worden. De elf koplopers gaan zo hard tekeer, dat we met het voltallige peloton de wedstrijd al moeten beeindigen na 76 kilometer.
76 Km. in 1h. 48' 42,5 Gem. 49e/73 Gem. hartslag: 178 Max. hartslag: 194
Naar aanleiding van de start van de Eneco Tour in Aalter, werden alle renners van de gemeente ( + ikzelf ! ) uitgenodigd om als VIP de start mee te maken op het gemeenteplein. Naast een uitgebreid ontbijt en een voorstelling op het startpodium, kregen we van het gemeentebestuur ook een "drinkpulle" met daarin een waardebon van 25 Euro, te verbrassen in de plaatselijke fietsenwinkel. Dit was meteen ook m'n grootste prijs in mijn achtjarige carriere... Niks hoefde dus nog, in de 1.18 Open avondwedstrijd in Ruiselede, waar ik vorig jaar al na excact anderhalve kilometer de hardheid van een verkeerswisselaar testte. (Zie blog van 25/08/08) Het was enorm heet, zodanig broeierig heet, dat zelfs Maria kreeg af te rekenen met "warmtehoofdpijn," dus verkoos ze om een siesta te houden in de koelte, in plaats van me "naar de overwinning" te schreeuwen... Geef toe. Dit klinkt toch veel mooier dan: ..."me aan te moedigen." Met heel wat contractloze eliterenners aan de start vertrek ik echter met bescheiden ambities. Eerste doelstelling was om beter te doen dan vorig jaar, en daarna zien we wel. Groot was dan ook m'n opluchting toen ik na anderhalve kilometer het verkeerseiland succesvol passeerde! Vanaf de eerste ronde al ligt het tempo serieus hoog, en dat blijft zo de eerste 50 minuten. Net als ik wat kan recupereren en redelijk vooraan het peloton zit, demarreren achter m'n rug verscheidene renners en krijgen we een kopgroep van zowat 16 man. Een tiental probeert nog de sprong te maken, maar blijft hangen tussen het peloton en de kopgroep. Na anderhalf uur wedstrijd in de loden hitte begint dit z'n tol te eisen, want regelmatig geven verschillende roodaangelopen renners er de brui aan. Uit vrees voor vroeg uit de wielen gereden te worden, koerste ik de eerste 50 kilometer met de handrem op, maar nu ik merk dat er heel wat collega' s blazen als een drachtige koe, spring ik naar een vooruitrijdend viertal toe. Ik krijg nog één renner mee, en met ons zestal (waaronder collega blogger Wim Braet) draaien we goed rond, en ben ik tevreden met m'n dertigste plaats op drieenvijftig deelnemers. Ploegmaat Kristof Van Wymeersch echter, strand op een meer dan schitterende derde plaats!
Door m'n gering aantal koerskilometers gisteren op het BK, offer ik deze geplande rustdag op om eens te gaan rijden bij onze Westvlaamse vrienden van de OVWF. Net voor de start kom ik nog wat bekende renners tegen waarmee ik in mei in Parijs gekoerst heb. Met Giovanni De Beyter blijf ik relaxt aan de auto keuvelen, als het ons plots begint te dagen dat we (eigenlijk nogal redelijk vlug dringend snel rapido) naar de start moeten. Als we net in tegengestelde richting op het parcours komen, stormt de wagen met de rode vod al op ons af, en moeten we vliegensvlug rechtsomkeer maken of we worden overhoop gevlamd door het peloton. Hierdoor zitten we beiden redelijk vooraan in de meute, en heeft bijna niemand gemerkt dat we de eerste hectometers van de wedstrijd gemist hebben. Nu ja, tzal daar wel niet op aankomen zeker... Bij de OVWF wordt er zeer nerveus gekoerst en ik voel me in de bochtige omloop alles behalve secuur. Wanneer zeven renners ontsnappen en het ernaar uitziet dat we ze niet meer gaan bijbenen, wordt er iets minder "gekwakt" en "gecoupeerd," en laat ik m'n afgeleefd en afgrijselijke smoel wat meer in de voorgrond bewonderen. Een zestal maakt echter toch nog de aansluiting met de leiders en na driekwart wedstrijd en heel wat verloren demarrages (voor "den bok zijn kl*ten!"), reageer ik op een uitval van twee renners. We kunnen ons ontdoen van het peloton en in verschillende schuiven dikt onze eenheid aan tot een tiental. Het lukt ons het peloton voor te blijven, en met een 17e plaats spoel ik (slechts gedeeltelijk) de kampioenschapskater van gisteren door.
Een teleurstellend BK voor ondergetekende, en veel meer kan ik er niet over kwijt. Nochtans zag ik het voor de start meer dan zitten, getuige m'n brede lach net voor het vertrek... Ja, het was warm en ik voelde me loom, maar daar had zowat 3/4 van het peloton last van. In het begin van de race probeer ik nog mee te schuiven met de beslissende vlucht, maar voel al snel dat er vandaag nog maar eens een rol als "volger" is weggelegd. (Een papieren kaartje met: "volger VWF" zou dan ook niet misstaan ter vervanging van mijn rugnummer.) Dat ik de laatste ronde op de helling het peloton (of de gaargekookte cadavers die er nog in rondzwermden) achter me laat en voorblijf, is slechts een druppel op een hete plaat. Opnieuw slechts 48 kilometer gekoerst. Ik ken bomma' s die voor die afstand hun loopschoenen vanonder het stof halen...
48 KM. in ? uur en ? gemiddeld. (Ah ja, ook dat nog. Het sensorke van m'n kilometerteller losgekomen...) 25e op 51
De kogel is door de kerk! Het schaap is de... geweetwel af... Na net geen 16 jaar bij Campina gewerkt te hebben neem ik 1 jaar tijdskrediet, en ga vanaf begin oktober m'n vriendin vergezellen op Lanzarote. Vrijdag 14 augustus was dan ook m'n (voorlopig) laatste werkdag. Ik heb dus helaas (nog) geen koers gewonnen, verhuis ook niet naar Saturnus en ben slechts sporadisch geintereseerd in het paargedrag van de vijf-potige Braziliaanse boskikker. (Zie blog van 12/08/09) Wat ik vanaf oktober op Lanzarote ga uitrichten weet ik zelf nog niet. Onlangs stond in Humo een niet zo positief, maar uiterst grappig relaas van Patrick De Witte (PDW), die vindt dat er op Lanzarote geen zak te beleven is. Ben ik uiteraard niet mee eens, maar hier volgt een korte bloemlezing:
"Er is geen zak te beleven op Lanzarote. Ja, de zon schijnt. Af en toe. En als de zon zo rond de middag eindelijk van tussen de grijze wolken priemt, brandt ze meteen zo fel, dat kale mensen zoals ik plots het gevoel hebben dat de weergoden zelve spottend hun sigarettenpeuken op ons hoofd uitduwen." "Lanzarote stikt van de Duitsers, er is geen cuisine van betekenis, een kamelenrit langs de flanken van een ouwe vulkaan is zowat het opwindenste wat er te beleven valt." "Bovendien wordt Lanzarote onophoudelijk door een genadeloze passaatwind geteisterd, een wind die uit de aars van Satan zelve lijkt te komen. Een hete, vochtige fohn zo krachtig dat ik van op het strand badminton gespeeld heb met iemand in Tunesie..." (Uit: "Blijf thuis." van PDW)
En daar, beste vrienden, op dat stukje uitgedroogde vulkaanlava ga ik dus het komende jaar vertoeven... Wat voor gevolgen dit heeft voor m'n "wielercarriere" kan ik nu nog niet zeggen. Ik zal (voornamelijk vanaf voorjaar 2010) regelmatig wel eens een bezoekje brengen aan "Helgie." Mijn fiets zal me dan ongetwijfeld vergezellen, maar wat nu al met stip op nummer 1 staat in m'n sportieve uitdagingen is de 21ste "Vuelta Cicloturista International de Maspalomas-Gran Canaria," die doorgaat van 1 tot 7 december 2009. !Hasta luego y hasta la proxima!
Enkele 1.18 Open wedstrijden niet meegerekend is dit vandaag mijn debuut bij de "grote" jongens, nl de Elite zonder contract. Tijdens de heenrit vraag ik me af wat ik daar uberhaupt te zoeken heb. Ik rij met moeite een platte prijs bij de B' s, dus wordt deze wedstrijd zeker geen zondagswandelingetje. Nu, een beetje gek zijn is gezond en dan zit ik hier in Beernem wel om mijn plaats. Naast de finish bereiken met nog al m'n tanden, is mijn tweede doelstelling om toch tenminste 60 a 70 kilometer (de afstand die ik gewoon ben van te koersen) mee te draaien in het peloton. Als de grootste stress wat geweken is, krijgt die echter een acute opflakkering als ik de speaker de namen van de deelnemers hoor afdreunen. Op uitzondering van ondergetekende blijken er maar weinig pannekoeken tussen te zitten. Toch ben ik niet de enige die met stress aan de startlijn staat. Achter mij vang ik een pittige conversatie op waarin de ene renner z'n ploegmaat erop wijst, dat het zo net voor de start geen moment is om het steeds maar over z'n bevallige zus te hebben, die blijkbaar ergens langs de kant van de weg heeft postgevat. Met 143 renners gaan we van start in een miezerige regen en ik klik me als één van de laatsten vast in mijn pedalen. Na enkele hectometers al begint het harder te regenen en bij de eerste bocht, waar we serieus in de remmen moeten, knal ik al bijna op m'n voorligger. De combinatie van dit weer en de bijna versleten remblokjes op mijn carbon velgen, zorgen ervoor dat knijpen in mijn remhendels bijna hetzelfde effect heeft als duwen op twee zachte sponsen, die je gratis bij een doos cornflakes krijgt in "den Aldi." Weerstand 0,0... Ik rij nu met een serieus ei in de broek rond. Opgeven is geen optie, want hoe moet ik dat anders aan m'n vierjarig neefje Cas gaan uitleggen, die als aandachtig toeschouwer passievol de passages gadeslaat. Door de regen heeft ondertussen ook m'n kilometerteller het begeven en dat is misschien maar best ook. In de rechte stukken langs het kanaal moet ik meermaals de "53x12" ronddraaien en alles geven om te kunnen volgen. Halfweg wedstrijd hebben al 'n goeie veertig renners de strijd gestaakt en na iets meer dan 80 kilometer verliezen enkele renners voor me voeling met het peloton. Ik krijg ook de kloof niet meer gedicht en na 85 kilometer en ongeveer twee uur wedstrijd in extreme weersomstandigheden mag ik niet echt ontgoocheld terugkijken op m'n eerste wedstrijd bij de elite.
Wegens accuut tijdsdgebrek volgen hier gewoon mijn uitslagen van de laatste zeven wedstrijden. Ik weet ook wel dat dit jullie geen moer intereseert, maar koppig als ik ben doe ik het toch. Voila, statement! ;-) Op de koop toe heeft ook m'n hartslagmeter het na vijf jaar trouwe dienst laten afweten, en natuurlijk uitgerekend op het moment dat de winkel gesloten is wegens jaarlijks verlof. Is dat nu een reden om te sluiten verdomme? Nu, beter m'n Polar die het begeeft dan mijn hart, want in enkele voorgaande wedstrijden heeft dat eigenlijk niet veel gescheeld. Vooral in de wedstrijd in Erwetegem, waar de reeksen A, B, en C samen startten heb ik het begrip "sterven tijdens de koers" enkele dimensies richting hemel opgetrokken. Was me dat afzien. Omdat ik m'n uithouding wens op te krikken had ik die voormiddag al 'n goeie 70 kilometer op de teller en met de wedstrijd erbij kwam mijn dagtotaal uit op 145 Km. Een meer dan aardig trainingsdagje dus. Binnenkort heb ik ook groot nieuws aan te kondigen. Ik zou het eigenlijk nu al kunnen bekendmaken, maar ik laat jullie liever eerst nog wat sudderen in eigen nieuwsgierigheidsvocht. Om een tipje van de sluier op te lichten, hieronder enkele mogelijkheden:
A. Ik heb een koers gewonnen. B. Ik begin terug een metalband. C. Ik stop met koersen en ga me verdiepen in het paargedrag van de Braziliaanse vijf-potige boskikker. D. Ik verhuis naar Saturnus en begin er een frituur. ("Bono Patato.") E. Een combinatie van bovenstaande mogelijkheden. F. Geen enkele van bovenstaande mogelijkheden, maar...
Ok, en nu humor. Hier volgen m'n uitslagen van vorige wedstrijden:
35. VWF Itterbeek, 25/07/09 : 51 Km. in 1h.20' 38 Gem. 18/28 36. VWF Borchtlombeek, 27/07/09 : 65 Km. in 1h.31' 43,3 Gem. 10/18 37. VWF Aalst, 29/07/09 : 60 Km. in 1h. 29' 40,4 Gem. 20/28 38. VWF Aspelare, 01/08/09 : 47 Km. in 1h.12' 39,8 Gem. 16/28 39. VWF Erwetegem, 05/08/09 : 68,5 Km. in 1h.39' 41,3 Gem. 19/32 40. LFT Meigem, 08/08/09 : 54 Km. in 1h.20' 40,5 Gem. 9/34 41. VWF Kapelle o/d Bos, 09/08/09 : 78 Km. in 1h.50' 42,5 Gem. 28/38
Het prachtige meer van Annecy is de stille getuige van de enige echte tijdrit van deze Tour, en ondergetekende en zijn vriendin staan weer op de eerste rij. Eerst in de afdaling van de Col de Bluffy, waar ik me vergaap aan de dalingskunsten van de profs. Hoe die mannen met hun (lompe) tijdritfietsen de bochten aansnijden is een kunst voor het oog. Ik zou gegarandeerd vijf a zes meter per bocht verliezen, hetgeen ik op het vlakke met "de grote molen" wel weer terug goed zou maken natuurlijk... Naarmate de grote kanonnen zich manifesteren, schuiven we door naar de top om de helden iets langer aan het werk te zien. Tijdrijden is afzien, constant in gevecht verkeren met je eigen lichaam dat smeekt deze martelgang te stoppen. De verwrongen gezichten van de klassementsrijders spreken dan ook boekdelen. Helaas moeten we onmiddelijk na de tijdrit huiswaarts, omdat Maria de volgende dag om zes uur haar vliegtuig moet halen. Dit betekent ook gans de nacht doorrijden en ik ben nooit een nachtraaf geweest. Was het nu door de tanende vermoeidheid of andere factoren? Feit is dat ik nou niet bepaald gezegend ben met enige technische bagage. Met behulp van een halve tube Flammazine achteraf lukt een gloeilamp vervangen nog net, maar wat ik jullie niet wil onthouden is m'n "afgang van de maand." Na het tanken in Luxemburg (voor de goedkoop uiteraard) krijg ik "vlammestemiljaardedju!" mijn godverdoms benzinedopje "sh*t f*cking hell!" met de beste wil van de wereld niet meer op zijn plaats! Er staan een auto of twee (uiteraard ook allemaal Belgen) te wachten achter me, en ik begin het op m'n heupen te krijgen. Maria wordt wakker van mijn gevloek, gestommel en geklungel, schuifelt met slaapoogjes naar me toe, gritst de benzinedop uit m'n handen om hem vervolgens met één vloeiende beweging vast te schroeven. Met haar typische hoe is dit mogelijk- blik kijkt ze naar de wachtende rij achter me, die plat gaan van het lachen. Wellicht het hoogtepunt van hun reis voor die bende klojo 's, die op café weer een verhaal hebben om mee uit te pakken en zo hun miserabel bestaan enige glans kunnen geven in deze duistere tijden... Ik daarintegen sprint in m'n wagen om de laatste honderden kilometers mokkend af te werken richting hevige onweersbuien en het "Vlaamsche binnenland."
Voor enkele filmpjes van de tijdrit, "let' s klick" hieronder:
De koninginnerit van deze Tour stuurt het peloton over vijf cols, en een beetje sadist als we zijn, willen we natuurlijk op de laatste col (daar waar vele renners door uitputting nauwelijks te onderscheiden vallen van uitgedroogde, fietsende zombie' s) het spektakel volgen.
Het is een zwoele ochtend met slechts enkele "Dolly-achtige" schapewolkjes. Ik geef (gentlemen zijnde) m'n regenjasje aan Maria, omdat zij de laatste kilometers van de Col de la Colombière te voet naar boven zal gaan, terwijl ik vanuit La Clusaz met de fiets vertrek.
Na nauwelijks enige klimkilometers begint de ellende al: regen! De daarnet nog zo vredelievende lichtblauwe hemel heeft plaats gemaakt voor een intense regenbui, en ik schuil onder een half-open toeristisch informatiehutje dat de bergbeklimmer informeert over de gevaren van zijn sport. "Niet vallen," lijkt me zowat het enige wat ik me daarbij kan voorstellen, maar goed. De regen lijkt niet direct op te houden en ik krijg het verdomme fris, daar in dat met afgedankte planken ineengesmeten minuscuul berghutteke. Plots komt er een reus van een Duitser met z'n overdreven geschminkte en opgetutte eega me vervoegen. Al bij al niet zo erg, ware het niet dat ze een verschrikkelijk lelijke en vervaarlijk grommende viervoeter met zich meezeulen, die er niets beter op vindt dan z'n natte luizige pels op m'n stilaan onderkoelde benen uit te schudden. En... jawel. Het kan nog altijd erger. De ellendige vlooienbal heft z'n achterpoot op en maakt aanstalten om m'n blinkende Trek Madone onder te plassen! Gelukkig wordt dat pleziertje hem ontnomen door z'n baas, die aan mijn gezicht kon aflezen dat ik daar allerminst mee opgezet zou zijn.
Na regen komt zonneschijn... maar helaas niet voor lang. Als ik verder fietsend bijna de top bereik barst er een hevig onweer los, en ik schuil onder de eerste beste "Amstel "(strand) parasol die m'n pad kruist. De eigenaars blijken twee naar bier ruikende, maar sympathieke Nederlanders te zijn, die de ganse beklimming te voet en met twee volgestouwde frigoboxen bier (respect!) de berg zijn opgesukkeld. Vast en zeker een niet te onderschatten prestatie van het olijke duo, die mijn vocabularium verrijken met enkele heerlijke woordjes/uitdrukkingen, waarvan: "Staan blauwbekken."(vergaan van de kou) het meest toepasselijk is voor uw dienaar, de eerste twee uren op de top van de Colombière. Gelukkig breekt daarna de zon er terug door en kunnen we genieten van de doortocht van de renners. Onze calvarietocht begint echter na de aankomst. Omdat terugkeren via dezelfde weg niet toegelaten is, moeten we met de auto de andere kant van de berg afdalen, en laat dat nu net de richting zijn die we vooral NIET uitmoeten. Maar liefst twee-en een half uur schuiven we meter per meter naar beneden, vooraleer we ruim drie uur na de aankomst terug ons hotel bereiken.
De Tourkoorts neemt toe vandaag. Op onze Nationale Feestdag ligt de aankomst in Bourg Saint Maurice en vanuit La Clusaz is dit ongeveer een goeie 100 kilometer. Twee jaar terug deed ik dit traject in omgekeerde volgorde met de fiets, maar dat viel op het einde behoorlijk tegen. Je moet immers drie zware cols (Cormet de Roselend, Col des Saisies en Col des Aravis) over, goed voor een slordige 60 kilometer bergop, en daar waren mijn arme stampers niet op voorzien. Omdat ik Maria geen ganse dag alleen in de 'volgwagen' wil laten zitten, doen we de cols Aravis en Saisies met de auto. Vanaf de top van de Saisies rij ik dan verder met m'n vertrouwde tweewieler. Best heerlijk om de training aan te vatten met een afdaling. Ploegmakker en bochtenspecialist(!) Tom Persijn had me recent aangeraden om het stuur onder in de beugel vast te nemen tijdens het bochtenwerk, dus probeer ik dat eens uit. De eerste linkse haarspeldbocht echter loopt het al bijna mis! M'n snelheid is veel te hoog en ik zie de houten afsluiting akelig dicht op me afkomen. Ik bereid me voor om onzacht het decor in te vliegen, maar op het laatste moment kan ik (met een slippend achterwiel) een botsing vermijden. Het wereldrecord "Hoogste hartslag tijdens afdaling" heb ik ongetwijfeld weer wat scherper gesteld. In het dal, even voorbij het pittoreske stadje Beaufort begint dan de klim van de Cormet de Roselend. Een mooie, steile maar gelijkmatige klim die me goed schijnt te bevallen. Na ongeveer 12 kilometer en bij het nagenoeg overstijgen van de boomgrens maakt de weg zelfs enkele vlakke, tot dalende kilometers. Ideaal om de benen wat te ontspannen en het prachtige stuwmeer en immense rotspartijen te bewonderen. Dit is werkelijk één van de mooiste plaatsen in de Savoie. Daarna slingert de weg zich in smalle haarspeldkronkels en tussen woeste natuur door naar de top die zich bevind op 1968 meter boven zeeniveau. (1943 meter boven 'Aeltere.') Met de duik van Johan Bruyneel in het ravijn, en de recentere zware crash van Michael Rogers in gedachten, doe ik het in de technische afdaling vrij voorzichtig aan, maar haal in de rechte stukken toch snelheden tot 80 Km./uur. In Bourg Saint Maurice een vlugge douche met behulp van mijn EHVC- kit, om daar met "kiekenvlees" van emotie op onze armen de aankomst van de 16e Touretappe mee te pikken.
Voor nog wat fimpjes van de Cormet de Roselend, klik op onderstaande links:
Klimtijd vanaf Beaufort bedroeg 1h.18', al heeft Maria daar in het laatste filmpje behoorlijk haar bedenkingen bij. Pero en todo caso muchas gracias por filmar guapa. Klimtijd Col Des Aravis vanuit Flumet: 38'
Naar jaarlijkse gewoonte ben ik ook deze keer van de partij als het Tourpeloton de Alpen aandoet. M'n companen van vorig jaar zijn er helaas niet bij, maar ik ben nu wel vergezeld van mijn vriendin, dus heb ik die lelijke apen helemaal niet gemist. (Grapje hé gasten!) Onze uitvalsbasis was deze keer La Clusaz (aan de voet van de Col des Aravis) en ons hotel luisterde naar de illustere naam "Cythéria." Voor de vetzakken onder jullie, ondanks de naam anders laat vermoeden betrof het geen bordeel, al was de blinkende oranje neonverlichting toch wel ietsje teveel van het goede... Het was een degelijk hotel, alleen jammer dat de vleermuizen ons balkon helemaal hadden ondergesch*ten, de handdoeken zo ruw waren als schuurpapier en de sas van het toilet zo nu en dan dienst weigerde. Gelukkig zorgde m'n EHVC- pakket (Eerste Hulp Voor Coureurs) voor de nodige oplossingen. Ook het uitzicht maakte veel goed. Vanuit onze kamer keken we wel niet uit op de "Hangende tuinen van Babylon" of de "Taj Mahal", maar de indrukwekkende keten van het Aravis- gebergte, met in de voorgrond de eerste hectometers van desbetreffende col. Na een lange en vermoeiende autorit is deze trouwens ideaal om vanuit St. Jean de Sixt de benen eens los te gooien. Iets wat ik dan ook al meteen doe.
De volgende dag staat een trip naar Chamonix en de Mont Blanc op het programma. Even twijfelen we nog of we met de kabelbaan meegaan naar de top, maar we besluiten dat 89 Euro toch wel ietsje teveel is om 'van de grond' te gaan. Bovendien jeuken de benen om terug enkele cols af te haspelen en vanaf St Gervais-les Bains werk ik de terugweg af per fiets. Ik zit hiermee al een klein stukje op het parcours dat de Tourrenners woensdag voor de wielen geschoven krijgen. Als dessert staat me dus nog de 12 kilometer lange klim van de Aravis te wachten vanuit Flumet en die zuidzijde is toch wel iets lastiger dan de noordzijde. Vooral in het bergdorpje La Giettaz flirt het stijgingspercentage enkele kilometers met de acht procent. Als 'veredelt wielertoerist' vormt dit echter geen probleem, en ik lap er de korte maar nijdige Col de la Croix Fry vanuit Les Etages (afdaling Aravis) nog even bij. Vier jaar terug deed ik die Croix Fry samen met Joost en 'Canarialeider' Luc Van Damme vanuit de lastige zuidzijde, en dit was (in combinatie met nog enkele andere cols) een moordende beklimming. Luc 's vrouw Christine mocht me nadien oplappen met -ik geloof- een bord of 26 heerlijke spaghetti.
Vandaag staat de strijd om het Beneluxkampioenschap op het programma en dit betekend dat de winnaar een jaar in de roze kampioenschapstrui moet starten. Geef toe, je zou voor minder je remmen dichtknijpen, nietwaar? De omloop is relatief vlak, maar er staat een moordende wind die al vlij vlug het deelnemersveld uit elkaar ranselt. U raadt het al. Voor mij is er vandaag nog maar eens een rol in de schaduw weggelegd. Ik geef niet thuis als al vrij vroeg enkele renners de aanvalstrom luiden en ook in de achtervolgende groep ben ik niet vertegenwoordigd. Dit is dus een wedstrijd om vlug te vergeten. Dat doe ik ook, want morgen (vorige week dus, want door tijdsgebrek heb ik dit nog niet kunnen 'posten') vertrek ik immers naar de Alpen om de Tour daar enkele dagen te volgen. Nu King Lance terug meedoet wil ik alles vanop de eerste rij kunnen gadeslaan. Binnenkort volgt hier dan ook een ruim verslag van m'n vijfdaagse trip in Zuid-Oost Frankrijk. De wedstrijd in Temse wordt verdiend gewonnen door ploegmaat Danny Saelens die al een gans het seizoen op hoog niveau presteert!
60 Km. in 1h. 30 39,7 Gem. Peloton Gem. hartslag: 169 Max. hartslag: 190
Na deze wedstrijd in Lierde staan steevast enkele van onze Vlaamse "vedetten" op het podium in de feesttent, dus komt het erop aan van je zo snel mogelijk uit de voeten te maken na de koers. Zo was in het verleden al eens Eddy Wally headliner en nu was niemand minder dan Sabrina Tack (alter ego "Laura Lynn") top of the bill. Of haar grootste dijenkletsers: "Arrivederci Zwans" en "Je hebt me duizendmaal bespogen" op haar repertoire stonden weet ik niet, en kan me eigenlijk volledig gestolen worden ook. Vandaag nog eens ouderwets veel volk aan de start bij de B-reeks. Vijvenvijftig zielen, hoor ik de speaker aankondigen. Als ik na de race echter een blik werp op het uitslagenblad is dit plots gereduceerd tot vijfendertig. Hebben die twintig anderen nu plots een aanval gekregen van Mexicaanse griep net voor de start, of kwam er tijdens de eerste ronde een allesverslindend vleesetend monster het peloton binnengedoken? Joost mag het weten. Feit is wel dat er enorm veel wind stond, dus ze kunnen ook naar buurgemeente Brakel weggeblazen zijn, en daar kan Joost het wel weten. (Inside joke, doe vooral geen moeite om dit gezwans te begrijpen...) Ik voel me in het begin van de wedstrijd niet slecht, maar zeker niet super. Ik heb vooral moeite met de stevige tempowisselingen op dit heuvelachtige parcours. De frisheid ontbreekt precies, en daarom hou ik me koest als ik voel dat ik tijdens de eerste ronden op de licht oplopende aankomstlijn nog wat reserve heb. Aangezien hier heel wat bekenden zijn had ik wel graag eens de held uitgehangen en als eerste doorgekomen voorbij de finish. Een ronde later heb ik al verdomme spijt dat ik dit niet in de praktijk heb gebracht, want de toppers ontbinden hun duivels en Bonne zit weer achteraan te spartelen. Als ik eens meespring is het op het verkeerde moment (zoals altijd), al kan dit ook een indicatie zijn van net niet goed genoeg zijn natuurlijk. Elke ronde dooft m'n kaars gestaag uit en ik eindig de race in het derde groepje en word vijfentwintigste.
66,5 Km. in 1h. 43' 38,7 Gem. 25/55 ??? Gem. hartslag: 176 Max. hartslag: 194
Het heeft geen haar gescheeld of ondergetekende was vandaag naar West-Vlaanderen afgezakt in plaats van naar het Waasland. Dat komt ervan, als je telkens de eerste drie weken van juli een "Tourobsessie" ontwikkelt, nog snel even de aankomst om halfzes wil meepikken en vervolgens in zeven haasten de GPS instelt op Varsenare ipv Vrasene. Gelukkig was ik nog net op tijd bij de pinken om m'n fout terug recht te zetten. Ook vermeldenswaardig is dat net nu mijn vriendin uit Gran Canaria hier is, de afpellende korst op m'n knie (van m'n valpartij twee weken terug), excact dezelfde vorm aanneemt van haar eiland. Weliswaar op schaal 1:880000, maar de gelijkenis is treffend. Jongens jongens,... We wijken hier weer een serieus stukske af van de zin van het bestaan, namelijk koers. Tijdens deze midweekwedstrijden in het Waasland starten de A, B en C-reeks samen, maar wel drie minuten na de categorie "Toeristen." Dat die Toeristenkoersen al lang niet meer bestaan uit bierbuikzuipende trappistendrinkers is algemeen bekend. Velen zouden zelfs bij de VWF geen mal figuur slaan, maar toch hebben we na amper dertig kilometer de kloof op hen al gedicht. Als we met ons 89-koppig peloton hen voorbijstuiven valt er een gat, en moet ik even serieus in het donkerrood gaan om de kloof terug te dichten. Het is een parcours dat zich leent om anderhalf uurtje serieus te vlammen en dat gebeurt ook. Door de moordende snelheid (44,3 Gemiddeld) raakt niemand weg en eindigt de wedstrijd in een massaspurt. Dat is echter nooit mijn ding geweest en ik kijk vanuit de derde rij toe hoe het sprintgeweld zich op de streep stort.
59 Km. in 1h.20' 44,3 Gem. Peloton Gem. hartslag: 167 Max. hartslag: 188
"Plat" na 7 kilometer! Crevaison en kilométre 7! Flat tyre after 7 kilometers! Rueda pinchada despues 7 kilómetros!
Wir habben est nich gewust! (Italiaans is nooit m'n sterkste taal geweest.)
Tja, wat kan je verdomme meer zeggen over een wedstrijd waarin je na zeven (!) kilometers uitvalt met een lekke band? Misschien dat het aangenaam was om met de fiets in de hand terug de startlijn te passeren, waggelend op die verschrikkelijk lompe koersschoenen terwijl iedereen je staat aan te gapen, precies of je bent rechtstreeks neergedaalt uit de diepste krochten van de planeet "Orck." Om van de verschrikkelijk attente vraag: "Plat gevallen misschien???" nog maar te zwijgen. Ik leef direct mee met de renners uit de Tour, die na elke rit een wollige salami onder de snuit geduwd krijgen met de meest intelligente vragen van de journalisten.
Nu ja, het is allemaal goed bedoelt hoor, en lek rijden is nu ook niet meteen de grootste ramp die een fietsend individu moet doorstaan. Gelukkig kan je deze tijd van het jaar zowat elke dag, op de meest onmogelijke tijdstippen aan wedstrijden deelnemen. Iets wat ik dan ook volgende week donderdag ga doen in Vrasene.
Het is me in mijn "carriere" nog niet vaak overkomen, maar ik heb vandaag eigenlijk totaal geen goesting om te gaan koersen. Het is nochtans de eerste dag van m'n verlof en de weergoden spelen mee, maar ik blijf vrij apathisch bij deze gunstige factoren. Ik sleep me naar de ontbijttafel, slenter om m'n fiets, gooi hem vervolgens slordig in mijn wagen en vertrek naar de wedstrijd. Na exact anderhalve minuut sta ik terug thuis. Miljaarde! Mijn "Megabike" voor de Tour vergeten invullen en de deathline schuifelt naarstig dichterbij. In nog geen twintig minuten is het hele zootje verzonden naar 'Het Nieuwsblad', maar of ik zoals zes jaar geleden terug de 11e plaats in het eindklassement (op ongeveer 32000 inzendingen) ga halen is maar de vraag natuurlijk. By the way, veel leverde dat niet op. Vijfendertig kraslootjes van "Win For Life" kreeg ik toen in de bus en de plannen waren al gesmeed om met m'n privé-jet richting de Bahama' s te vertrekken! Tot ik effectief begon te krassen natuurlijk... Zeven krasloten bevatten vijf luttele Eurootjes, waardoor ik de reis nog eventjes moest uitstellen. Voor m'n privé-jet ben ik nog steeds aan het afbetalen... Maar goed, Kruishoutem dus. Hoe het komt weet ik niet, maar vandaag voelen m'n benen aan als twee slappe uitgewrongen schotelvodden. Geen kracht, geen souplesse, het draait in het begin van de wedstrijd niet vierkant maar "parallellepipedum-trapezium"- achtig. Op enkele vluchtpogingen na, blijf ik dan ook het grootste deel van de wedstrijd in het peloton rondhangen. Na driekwart wedstrijd voel ik me iets beter, maar ondertussen is m'n maat Vincent er met een renner vandoor gegaan. Omdat ik ervoor vrees het hele zootje terug te brengen, maak ik de sprong niet en koers attent mee vooraan. Niemand waagt zich echter nog aan een demarrage en de twee blijven voorop. In de laatste ronde kan ik op het stuk vals plat nog wegrijden van het peloton en sleep zo de derde plaats in de wacht. Eindelijk eens een uitslag die naam waardig.
61,5 Km. in 1h. 33' 39,7 Gem. 3/28 Gem. hartslag: 167 Max. hartslag: 187
Hemelveerdegem is m'n volgende halte. Een mooie heuvelachitge omloop, tropische temperaturen,... Wat wil een mens nog meer? Tja... Voor de vuist weg kan ik hier wel enkele zaken opnoemen, maar of ze voor dit blog geschikt zijn is maar de vraag natuurlijk. Laat ons stellen dat ik al tevreden zou zijn met een top-10 plaats. (Ik weet het, een simpele coureurshand is gauw gevuld.) De A- en B- reeks start samen vandaag en er zijn heel wat pedalleurs komen opdagen. (Wie werkt er nu eigenlijk nog op een zonnige namiddag??? Wie houdt de economie draaiende in dit kikkerlandje???) Wielrenners niet en ondergetekende al helemaal niet...! Aan de start staan oa. vijf "Aussies" van Down Under kangoeroeland Australie zelf! Het tempo ligt direct vrij hoog en in de eerste ronde wil ik de beentjes eens testen en glip mee in een eerste akkefietje. Ik weet echter meteen hoe laat het is. Dit gaat hier precies m'n beste dag niet worden, en ik zak terug tot in de buik van de grote groep. De frisheid is een beetje weg omdat ik deze week om 5u moet opstaan, en daarna in de broeierige hitte van m'n "geliefde" UHT- afdeling acht uur m'n kl*ten moet afdraaien. Ook ligt het tempo door de vele A-renners iets hoger, want het gemiddelde bedraagt op twee ronden van het einde nog 42,5 Km/uur. Het peloton breekt in drie stukken en ik denk dat jullie onderhand wel al kunnen raden in welk deel ik verzeil... Dit derde peloton is het omvangrijkst en ik troost me met de gedachte dat ik gewoon goed ben. Alleen zijn de meesten beter...
Aangezien ik m'n "kladpapierke" verloren ben met het verslagje van deze wedstrijd, zul je het dit keer zonder moeten doen. Een welgemeende sorry, maar we moeten immers vooruit in het leven, nietwaar? Allemaal tegelijk:"Da zal wel zijn!" ..... Bovendien was het artikel niet van hetzelfde hoge niveau als m'n andere pennegedrochten dus missen jullie eigenlijk niet zoveel. (Bovenstaande zin met enig korrelken zout nemen...) Eigenlijk begint het me nu te dagen dat m'n verslagje toch bijlange zo slecht niet was... Het was zelfs goed, tegen het sublieme aan! Het was verdomme het beste wat het laatste decenium ooit op papier/pc scherm verschenen is! (Bovenstaande zin(nen) met enig "korrelken" zout nemen...) Helaas zullen jullie het dus nooit te zien krijgen. Jammer... Het enige waar ik mij zorgen om maakte vorige week zondag was om niet opnieuw met mijn smoel tegen de straatstenen te kletteren. De bochtige afdaling met enkele verraderlijke haarspeldjes en een recht stuk, waar we tegen de 70 per uur naar beneden vlamden deden me meteen terug het goeie ritme vinden.Verstand op nul en gas geven dus. M'n ploeggenoten E. Hiel en D. Saelens worden respectievelijk één en twee, en ik kan me nuttig maken door in het begin wat afstoppingswerk op te knappen. Risicoloos rij ik met m'n opgelapte bolide de wedstrijd uit in het peloton.
56 Km. in 1h.27' 39,1 Gem. 20/31 Gem. hartslag:170 Max. hartslag:186
Sta mij toe jullie van harte welkom te heten op mijn jaarlijkse "stress- dag." Tijdens deze 1.18 Open wedstrijd word ik elk jaar trouw aangemoedigd door een horde vrienden, collega' s, familie,... die aan de café' s rond de kerk de innerlijke mens versterken en me vooruit schreeuwen als we op de ellendige kasseistrook komen aangedokkerd. Dan wil je zeker niet afgaan natuurlijk, maar het deelnemersveld wordt wel elk jaar sterker, want naast heel wat goeie contractloze eliterenners stond dit jaar ook Iljo Keisse aan de start. Met 105 deelnemers en een razende openingsfase was het een nerveuze bedoening en het duurde dan ook niet lang of de eerste renners maakten kennis met het asfalt. Een Australier is er zo erg aan toe dat de wedstrijd zelfs dertig minuten stilgelegd wordt, omdat de ongelukkige jongen nog steeds in dezelfde houding roerloos op het parcours ligt. Als we terug mogen vertrekken ben ik enkele ronden serieus aan het krasselen om te kunnen volgen. Keisse ment het peloton en het tempo loopt op: 58Km/h, 60, 61,... "Verdomme, dit mag hier niet lang meer duren!" Als de volgende ronde het tempo wat stokt, zie ik dat er heel wat jongens afgereden zijn, maar hierdoor zit ik nu wel serieus achteraan. Na een bocht van 180° wil ik hieraan wat doen. Ik sta recht op de trappers en... KRAK! Het miserabele geluid van verwrongen carbon op het wegdek en ik lig met m'n snuit op de grond. Twee renners maken een (on) zachte landing op ondergetekende en zijn fiets, die in stukken vaneen over het wegdek ligt. Mijn voorvork ("foursse" in de volksmond) was blijkbaar al half afgescheurd net onder m'n stuurpen, en is door het optrekken na de bocht volledig afgebroken. Ik bloed als een rund (zoals een varken volgens sommige ezels...) omdat ik natuurlijk recht op het afgescheurde stuk aluminium ben terechtgekomen. De toegestrompelde hulpdiensten vragen me even te wachten omdat ze slechts één (!) renner per keer kunnen/willen meenemen. Wat dan volgt is pure slapstick, of voer voor "In de gloria." In m'n verfrommeld en bebloed koerstenue' tje raap ik m'n fiets bijeen en wacht op de volgende doortocht van de hulpdiensten. Ze passeren één maal, twee maal, drie maal... maar vertikken het verdomme om te stoppen. Gelukkig krijg ik hulp van enkele toeschouwers en die kunnen uiteindelijk een volgwagen overtuigen om te stoppen en me mee te nemen naar de infirmerie aan de aankomst. Een fris besje van een jaar of zeventig staat me daar op te wachten, maar het mens is duidelijk over haar toeren. Zo slaagt ze er maar liefst drie keer in om haar plastieken handschoentjes mee in te tapen met m'n snelverband en moet ik telkens haar vingertoppen er vantussen knippen. (Van haar handschoenen hé...Alhoewel ik ferm betwijfel of ze het wel zou voelen mocht ik haar echte vingers...maar dit terzijde.) Wanneer even later nog een gecrashte renner wordt binnengebracht slaat ze helemaal tilt en moet ze dringend assistentie oproepen. Na vorig jaar het debacle met m'n zadel (zie archief van juli 2008 in dit blog) eindigt "de wedstrijd van het jaar" voor mij reeds na 60 kilometer, maar met gelukkig alleen maar schaafwonden.