Ik ben Bart Bonne
Ik ben een man en woon in Las Palmas (Gran Canaria-Spanje) en mijn beroep is mountainbikegids.
Ik ben geboren op 08/11/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielrennen,metal,voetbal (Anderlecht).
Er heerst een uitgelaten en gezellige kermisdrukte in en rond café Coolhem, als ik naar de inschrijvingstafel schuifel. Best dat ik koers eigenlijk, want zo zie ik ook nog eens een café aan de binnenkant... Wedstrijden afwerken rond de plaatselijke kermis is altijd iets speciaals, en dit is Vlaanderen op z'n best natuurlijk. Bij elke passage door het centrum walmt de mix van oliebollen, bier, ellendige 'foormuziek' en lekkere vettige hamburgers door je zintuigen, en verdringen zo eventjes de pijn en het afzien. Want afzien wordt het zeker, met maar liefst acht bochten in de laatste anderhalve kilometer, is dit niet echt spek voor mijn bek. De deelnemers in onze reeks zijn weer niet echt talrijk, maar op dit parcours rouw ik daar niet om. Ik heb doorgaans een 'abonnement' op de achterste plaatsen, en ben hierdoor een beetje de Peter Van Petegem van het peloton. ( De 'zwarte van Brakel' hield zich tijdens de aanvangsuren van grote wedstrijden doorgaans op in de staart van het peloton.) Helaas, verder reiken onze gelijkenissen niet. Ik heb géén klassiekers of zilveren medailles op WK' s gewonnen, heb geen grandioze villa in de Vlaamse Ardennen of twee ezels die m'n weilanden kaalgrazen en volsch*ten,... zelfs mijn ooit zo bruingebrande benen beginnen na een zonloze augustusmaand meer op twee opgerolde, binnenstebuitengekeerde posters te lijken. Maar... Ik voel me vandaag wél stukken beter dan zondag en maandag. De vele schermutselingen in ons kleine peloton worden allemaal gereduceerd, en halfweg koers waag ik met enkele andere renners een uitval. Veel verder dan enkele kilometers reikt onze vluchtpoging niet, want altijd is er wel één of andere pipo die elk gaatje 'siliconegewijs' dichtrijdt. Het ziet ernaar uit dat we afstevenen op (één van de weinige) massasprints dit seizoen, maar dat is buiten streekgenoot Patrick Van Renthergem gerekend. Die gaat er op het einde van de wedstrijd, samen met ploegmaat Bruno Albrecht vandoor. Beiden blijven uit de greep van het peloton, en de onverslijtbare Van Renthergem beslecht het pleit in z'n voordeel. In de bochtrijke aankomstzone is het moeilijk positie kiezen, en eindig ik op een veertiende plaats. Iets waarmee ik me best kan verzoenen.
62 Km. in 1h.30' 41,3 Gem. 14/30 Gem. hartslag: 171 Max. hartslag: 194
Een mens komt zo' n beetje overal als hij koerst. Oetingen, gesitueerd tussen agrarische grootsteden als Neigem en Herfelingen, is zo een gehucht waar je anders zelden of nooit je vleugels zou uitslaan. Zonde eigenlijk, want dit pittoresk landelijke dorpje is prachtig door z'n eenvoud en rustige ligging in het Pajottenland. Maar goed. Tot zover 'Vlaanderen vakantieland.' We zijn hier om te koersen natuurlijk, en dat de vorm niet echt super is, merk ik direct als ons kleine peloton uiteenvalt, en ik in de achtervolging op de kopgroep geen meter dichter kom. De redding komt echter uit onverwachte hoek. Het peloton van de D' s telt bijna dubbel zoveel 'pedaleurs' als het onze, en na eerst ons groepje ingelopen te hebben, slokt het ook de kopgroep van mijn categorie op. Ik denk terug te kunnen meestrijden voor de oppergaai, maar als we de finishlijn passeren, hoor ik dat er blijkbaar al enkele C- renners ontsnapt waren voor de samensmelting een feit was. Wéér geen palm vandaag. (Ik ben trouwens niet anders gewoon...) Het valt nu echt niet meer stil, en ik moet bij momenten echt bijten om te kunnen volgen, wat niet echt bevorderlijk is voor het zelfvertrouwen. Ik doe dan ook niet echt veel moeite meer om me naar de voorste rijen te wurgen, en sprint risicoloos op de derde rij voor een verre ereplaats.
55 Km. in 1h 24' 39,3 Gem. 15/27 Gem. hartslag: 167 Max. hartslag: 188
Na een ganse voormiddag de verschillende weerberichten gewikt en gewogen te hebben, besluit ik toch maar te vertrekken richting ajuinenstad. Ik had gisteren krék hetzelfde gedaan met de weersvoorspellingen, en uiteindelijk draaide de eindbalans uit op een onvoorwaardelijke 'njet', niet starten dus, hetgeen me dan weer met een schuldgevoel opzadelde van hier tot in Kuala Lumpur. Ik nader de andere wereldstad (toch wat carnaval betreft) onder een dreigend wolkendek, en in deze achterbuurt van Aalst lijkt het wel of sommige inwoners warempel nog hun carnavalsmasker ophebben. Het kan ook aan mij liggen natuurlijk, want het gebrek aan zon begint m'n humeur serieus aan te tasten. Nu, wat die 'Oilstenairs' zien in carnaval heb ik nooit goed begrepen. Sinds ik al twee jaar carnaval heb 'moeten' vieren op Gran Canaria, en daar telkens moet horen dat volgens de traditie elke man zich als vrouw dient te verkleden, is m'n menig er niet op verbeterd. Het kost me elk jaar bloed, zweet, tranen, en m'n volledig Spaans vocabularium (alle 25 woordjes...) om Maria haar vriendinnen duidelijk te maken dat ik me NOOIT ofte nimmer in een vrouwmens ga verkleden. Ik heb al lang haar en geschoren benen, en dat is al erg genoeg! Amper 23 koppen tel ik aan de start vandaag, en wat me meteen opvalt is dat de harde kern toppers weer allemaal present is. Dit wordt dus weer een namiddagje 'harken', en inderdaad... De eerste kilometers regent het demarrages, en ik hang al meteen tussen m'n kader. Het is constant meespringen, en attent reageren om geen groepje te laten wegrijden. Als het dan ook nog in de tweede ronde begint te druppelen, zakt de moed me helemaal in de schoenen, en overweeg ik zelfs om er de brui aan te geven. Omdat ik me dan pas écht ellendig zou voelen, bijt ik door de zure appel heen, maar ik heb moeite om het tempo te volgen. Het draait niet vandaag, en ik zie de ene na de andere renner wegspringen, zodanig dat ons pelotonnetje nog slechts uit een renner of twaalf bestaat. Hoe ik het gedaan heb weet ik ook niet, maar ik slaag er warempel toch nog in, om op karakter vijf man achter me te laten, en wordt afgevlagd op een achtiende plaats.
56 Km. in 1h. 23' 39,8 Gem. 18/23 Gem. hartslag: 170 Max. hartslag: 186
1.18 Open (Am./Mast./B.El.zc/B.U23) Ruiselede, 20/08/08
Voor deze 1.18 Open- categorie wedstrijd te Ruiselede heb ik werkelijk niets aan het toeval overgelaten. De omloop passeert op een kleine vijf kilometer van mijn voordeur, dus dan wil je zeker niet afgaan natuurlijk. Zaterdag na de wedstrijd, ben ik met de fiets achter de wagen naar huis gekomen, en gisteren heb ik op z'n Armstrongs minutieus het parcours bestudeerd. Ik had alles zo goed en zo kwaad mogelijk in m'n grijze massa opgenomen: putteke hier, wegversmalling daar, steentjes aan de binnenkant van bocht x, veel zijwind, dus uitkijken voor waaiervorming,... Alles was op m'n harde schijf opgeslagen, werkelijk alles... behalve het reusachtige verkeerseiland, net voor een scherpe bocht naar links... Kilometer twee in de wedstrijd...chute! Het enige wat ik me kan herinneren is dat het peloton in de remmen ging, en dat het volgende moment een strobaal op me afkwam, al was het een vleesverslindend monster na drie maanden 'Montignaccen'. VLAM!!! Met m'n domme kop er los tegen natuurlijk! Een kokket dametje van middelbare leeftijd snelt te hulp, ondertussend druk gesticulerend: "Ziedet zie, ké et gistren nog gezeit tegen onze Jérome, der gaan ier ongelukken gebeuren, en lap, tes al van dadde..." Akkoord. Een geel vlagske, of een extra seingever op die plaats was zeker geen overbodige luxe, maar als 56 man het obstakel kan ontwijken, waarom moet uitgerekend ik er dan tegenaan knallen? Tot m'n grote opluchting blijkt m'n fiets ongeschonden. (De baal stro komt er met de schrik vanaf.) Ik krabbel recht en zet de achtervolging in. Ik nader! Nog 60 meter, 40, 15, ... Verdomme! Wat ik ook probeer, ik krijg door de strakke tegenwind het ultieme kloofje niet meer gedicht. Ik zie het op een lint getrokken peloton opnieuw van me wegrijden. Miljaar...! Ze zijn vooraan dus wel serieus aan het vlammen. Verder aandringen is hopeloos, dus laat ik me uitbollen. Natuurlijk op dat pijnlijke moment zie ik de ongelovige blikken van de eerste bekende koppen langs de kant van de weg. Ik besluit dan ook maar om niet langs de finishlijn te passeren (ik heb ook m'n trots), en als een dief in de nacht verlaat ik de kortste wedstrijd uit mijn carriere via een smal baantje, juist voor de meet. Hierdoor vind ik op de koop toe niet direct m'n wagen terug in de wirwar van kleine straatjes, en kom bijna een tweede keer ten val, omdat ik vliegensvlug m'n rugnummer wil verwijderen.