Ik ben Bart Bonne
Ik ben een man en woon in Las Palmas (Gran Canaria-Spanje) en mijn beroep is mountainbikegids.
Ik ben geboren op 08/11/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielrennen,metal,voetbal (Anderlecht).
De plannen om twee wedstrijden af te werken dit weekend werden zaterdag door de weergoden serieus in de war gestuurd. Alles zat vertrekensklaar, de nodige dosis motivatie was aanwezig maar toen rond de middag het gemiezer begon, smolt m'n weinig Flandrien gehalte als sneeuw voor de zon. Ik kreeg terug een klein beetje hoop na het surfen op 'buienradar.be', maar toen weergoeroe Frank DB even later laconiek aankondigde dat de buien verder landinwaarts zouden trekken, gooide ik vertwijfeld de handdoek. Toen datzelfde individu enthousiast verderging met z'n weerpraatje en doodleuk stond te verkondigen dat we een heldere nacht tegemoet gingen, kreeg ik het pas echt op mijn heupen!!! Hiep hiep hoera!!! Een heldere nacht... Deboosere, het is niet omdat jij in het holst van de nacht zit te kwijlen achter je sterrenkijker, dat de helft van de Belgische bevolking dit ook moet doen! Welk normaal mens staat nu 's nachts op om naar de sterren te kijken???? Ik zie er verdomme al genoeg tijdens de koers en dit was tijdens de eerste ronde in Hamme niet anders. Er stond redelijk wat wind, ik startte (stom als een rund en koppig als een ezel) op m'n vertrouwde positie achteraan, met als gevolg dat na drie kilometer wedstrijd de eerste breuken in het peloton ontstonden, waardoor dertien man konden wegrijden. Die zagen we natuurlijk nooit meer terug. Verschillende renners vlogen als luchtige kegeltjes uit de waaier voor me, zodat ik tandartsgewijs telkens de gaatjes kon opvullen. Echt veel moeite kostte me dit niet. Om er eens een cliché tegenaan te gooien: de benen waren goed vandaag. Zodanig goed zelfs, dat ik besloot om er op enkele kilometers van de aankomst alleen vandoor te gaan uit het (fel uitgedunde) peloton. Nu we toch bezig zijn met de bekende wielerclichés: ik speelde ridder of mis. Toen op enkele tientallen meter voor de aankomst een deel van het peloton over mij kwam gevlogen, drong de betekenis van die verschrikkelijke uitdrukking pas echt tot me door.
57Km. in 1h.25 40,1Gem. Gem. hartslag:175 Max. hartslag:198
Amper de tweede koers van het seizoen en het is verbazend hoe vlug de routine terugkeert bij de voorbereiding van een wedstrijd. Van de kledij klaarsteken en m'n fiets kuisen op vrijdag, tot en met het koken van m'n "overheerlijke" tagliatelli natuur op zaterdagmiddag: het lijkt of het nooit winter geweest is. (Een stelling die echter serieus ontkracht wordt bij het overschrijden van de huisdrempel.) De omloop in Essene kunnen we met enige goeie wil selectief noemen. Ben je goed, dan kan je op de korte hellingen en in de bochtrijke afdaling het verschil maken. Heb je een mindere dag, dan belooft het geen prettige namiddag te worden en zou men zich beter gaan verdiepen in de kunst van het krulbowlen. Kortom: een wedstrijd waarnaar je in het begin van het seizoen naartoe trekt met de sch*t in je broek. Vorig weekend werd er de eerste rondjes hier en daar wat gekeuveld onder de collega renners, maar dit was vandaag wel even anders! In de aanvangsfase lag de snelheid zo hoog dat de enige menselijke geluiden bestonden uit gezucht, gesniffel en gerochel. Iedereen wou het liefst de afdaling aanvatten vooraan het peloton en hierdoor moest (niet enkel) ondergetekende alles uit de kast halen, om het op een lint getrokken peloton bij te benen. Vooral op de helling na de kasseistrook was het alle hens aan dek! Ook nu weer kon een groep van een goeie twintig renners zich halfweg wedstrijd van de rest ontdoen en lag de wedstrijd in een beslissende plooi. Zonder problemen kon ik me handhaven in het peloton en omdat de wedstrijd toch gereden was, begon ik maar alvast m'n nekspieren los te maken voor het concert de volgende dag van death metal grootheden Obituary en Amon Amarth. Iets wat ik blijkbaar niet zorgvuldig genoeg gedaan heb, want terwijl ik hier voorovergebogen over mijn pc-klavier hang en m'n oren suizen als een ontplofte biljartbal, voel ik m'n nekwervels kraken tot op het bot.
67 Km. in 1h. 40' 40,2 Gem. 30/54 Gem. hartslag:171 Max. hartslag:190
Na een véél te lange winter en eindeloze eenzame trainingen opent de VWF traditiegetrouw het wegseizoen in Oordegem. Dit dorpje is echter vooral bekent door café "Den Bok" , want volgens de legende was in deze herberg een bierdrinkende bok aanwezig, die bij elke Tourné General lustig het vochtrijke gerstenat in zijn keelgat deed verdwijnen. Het parcours in dit 'bokkendorp' is echter ideaal om de competitiedraad terug op te nemen, want met slechts vier bochten en een korte maar nijdige helling moet zelfs ik in staat zijn om zonder veel problemen de wedstrijd uit te rijden. Van het vooropgestelde lenteweer was echter bijzonder weinig te merken. Degenen die er net een acht maand durend strafkamp in Siberie hadden opzitten zullen dit misschien tegenspreken, maar als je zoals ik, na een kleine drie weken Lanzarote terug op Belgische bodem moet rondhossen, dan voelt 10 graden Celcius aan als poedelnaakt de Col de l' Iseran afdalen na eerst 25 baantjes in het meer van Tignes gezwommen te hebben. Met pijn in het hart moest ik dan ook mijn kniestukken boven m'n felgebruinde stampers trekken, om toch maar enigszins beschermt te zijn tegen de kou. Ondanks ik serieus in het duister tastte omtrent m'n fysieke paraatheid bleek die schrik ongegrond, want vanaf de eerste ronden zat ik redelijk goed in het ritme. Al vrij vlug in de race gingen er 13 man vandoor en zoals zo vaak in het begin van het seizoen, blijken de eerste vluchtpogingen vaak succesvol. Ik koerste goed mee vooraan, kon me af en toe mengen in verscheidene ontsnappingen, maar blijkbaar was m'n timing serieus verkeerd. Telkens we ingelopen werden koos een ander groepje het hazepad en die bleven dan wel buiten schot. Alhoewel ik als tweede van het peloton over de meet bolde, was ik niet bij de eerste dertig, maar al bij al was de eerste wedstrijd bevredigend voor hetgeen ons dit seizoen nog te wachten staat.
66Km. in 1h.39' 39,8 Gem. Gem. hartslag:164 Max. hartslag:188
Verbazend en beangstigend hoe verrassend snel de zonnige dagen hier voorbijglijden. De jongste twee weken zijn werkelijk voorbijgevlogen en ik geniet momenteel op "grote broer" Lanzarote van de laatste trainings-en vakantiedagen in de zon. De knie heeft verbazend goed standgehouden, want m'n tendinitisletsel is zo goed als verdwenen. Hopelijk blijft dit ook zo in het kille Belgie. Naast vijf (genoodzaakte) trainingen per week op de rollen op "zandeiland" La Graciosa (ik en m'n "Tackx" zijn ondertussen de beste vriendjes geworden), ben ik er ook drie keer met de boot op uitgetrokken om te trainen hier op Lanzarote. Een hele belevenis, want bij de eerste keer werd m'n juweeltje van een Trek fiets gewoon vooraan op het dek geplaatst tussen de half versleten surfborden en naar rotte vis stinkende vislijnen. Toen ik echter tijdens m'n terugtocht aan de praat raakte met een lokale eilandbewoner en hij informeerde naar de prijs van zo'n carbonnen vehikel, werd mijn fiets door het rederijpersoneel behandelt al was het de enige maagdelijke prinses in een harem van 88 mannelijke arabieren. De eerste trainingsmeters op Lanzarote waren trouwens geen onverdeeld succes. Nauwelijks zat ik goed en wel in het zadel, of een kleine keffende viervoeter deed me met z'n plotse geblaf zodanig schrikken dat ik er een platte:"Angt uj muile!" uitgooide. Blijkbaar verstond het simpele beest onveredeld Aalters dialect, want hij sprong over z'n omheining met in zijn zog plots twee groter soortgenoten. Ondanks de geringe opwarming en de lichtjes hellende weg was de eerste serieuze interval van de dag een feit... Lanzarote is anders best wel OK om te fietsen. Wel niet zo mooi als Gran Canaria, maar ook hier loopt de weg bij momenten aardig bergop. Er blaast echter ook een vrij strakke noord-oostenwind, die me tot twee maal toe bijna m'n terugvaart naar La Graciosa deed missen. Een ezel stoot zich normaal geen twee keer aan dezelfde (vulkanische) steen, maar dat is dan zonder uw dienaar gerekend. Aangezien ik m'n trainingstochten steeds moest aanvatten vanuit het noordelijke havenstadje Orzola, kon ik niet anders dan landinwaarts en dus met de wind mee vertrekken. De gouden basisregel: 2u rugwind = 3u tegen de wind in fietsen; is verwaarloosbaar als de weg tijdens de terugtocht meer bergop loopt en als je een zelfoverschatte ijdeltuit bent, die liever nog een extra halfuurtje met de snuit in de zon zuidwaarts verder fietst. Het liep gelukkig twee maal goed af, maar het was wel stressen natuurlijk. Een lekke band of een onnozele wegvergissing en ik kon de nacht buiten in het obscure haventje doorbrengen.
Ik weet het. Vakantie en stress horen evenzeer bij elkaar als paardevlaai in een hoenderhok, maar dat is dan wel buiten mijn afreis van zaterdag 6 februari naar het kleine Canarische eiland La Graciosa gerekend. Om jullie een idee te geven volgt hieronder m'n tijdstabel. 3u45: Opstaan. 3u50: Beseffen dat ik niet de vroegen heb, maar op reis mag en opeens voel ik me "Vivo y coleando", "Alive & kicking" , Springlevend, ... 4u20: Met de wagen naar de luchthaven van Oostende. 5u05: Aankomst Oostende en 'bazar' inchecken. Ze beginnen me daar ondertussen al wel te kennen, want m'n grote fietskoffer moet niet meer open, maar ze vragen zich nu wel af wat dat zware lompe metalen driehoekige ding is bij m'n gewone bagage. Het kost me enige moeite om ze te doen begrijpen dat het mijn fietsrollen zijn en dat die absoluut meemoeten... 6u20: Vertrek vlucht Oostende-Las Palmas. (Gran Canaria) 9u40: Aankomst Las Palmas. 9u55: Valiezen rollen al van de band en in m'n beste Spaans naar het loket van 'Bintercanarias' vragen. 10u05: Loket gevonden en driewerf hoera! M'n fiets en ik kunnen al direct mee met de eerste vlucht naar Lanzarote. 10u45: Vertrek vlucht Las Palmas-Arrecife. (Lanzarote) 11u25: Hevige turbulentie en twee serieuze 'luchtzakken' jagen me de stuipen op het lijf en doen me al in gedachten afscheid nemen van m'n naasten en deze blog... 11u27: Ik stel met genoegen vast dat ik niet de enige broekschijter ben op deze vlucht, want het is hier verrassend stil geworden. Zelfs de bruingebrande dame naast me ziet plots lijkbleek van de schrik. 11u30: Ondanks alles toch een veilige landing in Arrecife. 11u45: Fiets en overige bagage komen waggelend op me afgerold in de aankomsthal. 11u50-15u30: "Kill some time Dot Com" in de luchthaven van Arrecife. (Mbv. boek: "Ik ben God niet." van Frankske VDB.) 15u35-16u15: "Gepeperde" taxirit Arrecife-Orzola. (noorden Lanzarote) 16u35: Neerbliksemende blikken van het rederijpersoneel bij het inschepen van m'n zware valiezen. 17u00-17u20: Woelig bootje varen tussen Orzola en La Graciosa. 17u23: Nog 'neerbliksemendere' blikken van het rederijpersoneel bij het uitschepen van m'n zware valiezen. 17u30:Na een trip van een goeie 14u, eindelijk op bestemming en bij m'n vriendin.
Ik beleef momenteel niet de leukste periode van deze winter. Op 31 januari is m'n bijna 102 jarige grootvader overleden, en als je denkt dat je door zijn hoge leeftijd op een eventueel afscheid voorbereid bent... Niet dus. We kunnen niet anders dan trots terugkijken op zijn rijkgevulde leven, want door zijn onverzettelijk optimisme liet hij niemand onberoerd. Z'n leven was doorspekt met talrijke anekdotes, waarmee je gerust een bestseller kan schrijven. Het voelt raar, nu hij er niet meer is...
Maar ja. "Life goes on." Zegt men, en terwijl jullie dit lezen zit ik al op het Canarische eiland La Graciosa (Lanzarote), maar of ik daar veel ga kunnen trainen blijft bang afwachten. Na 'n goeie drie maand (!) met een lichte pijn aan de zijkant van de linkerknie rondgefietst te hebben, luid de diagnose:tendinitis. Ik dacht eerst dat de oorzaak te wijten was aan de andere positie op m'n trainingsfiets, maar je moet al een grote ezel zijn (of luisteren naar de naam Bart Bonne) om zolang te wachten om naar de dokter te stappen. Een weekje rusten en daarna opnieuw rustig pedalleren zonder veel kracht te zetten, zou dit euvel vrij vlug moeten verhelpen. Zoals sommigen zich misschien nog herinneren zijn er op La Graciosa geen verharde wegen, dus heeft ondergetekende naast z'n fiets ook zijn rollen mee naar hier. Je moet dus inderdaad een balkende langoor zijn om je 'Tackx' mee te nemen naar de Canarische eilanden, maar het is de enige (en goedkoopste) manier om me hier klaar te stomen voor volgend seizoen. Ik verblijf hier bij m'n vriendin nog tot 25 februari en het 'World Wide Web' is hier gelukkig ook al doorgedrongen, dus hou ik jullie wel op de hoogte hoe het me hier vergaat. !Hasta luego!
De conditie is momenteel nog niet optimaal, maar dit hoeft in deze periode van het jaar nog geen nadeel te zijn. Integendeel, het bracht me vorige week dinsdag zelfs drie seconden eeuwige roem op in Gent en omstreken. Toen ik die middag na m'n nachtdienst lamlendig ontwaakte, en me nog mottiger voelde dan de mottigste mot uit de jas van Dorus, zag ik het niet zitten om mee te rijden met die halve garen van 'De Buize.' Door de strakke wind zou ik hoogstwaarschijnlijk al vrij vlug uit die ellendige waaier moeten lossen hebben, en 'gedesusionilliseerd' en moederziel alleen m'n rit hebben moeten verderzetten. Nee, ik koos een alternatieve route, die me net voor ik Drongen binnenreed bijna op een cameraman van de regionale zender AVS deed botsen. De brave man was bezig met een reportage te maken over daar aan de gang zijnde wegenwerken, en vroeg of ik nog eens met m'n tweewieler door die werken kon laveren, om aan te tonen dat voetgangers en fietsers (ondanks de rompslomp), wel degelijk doorkonden. Mediageil als ik ben, hoefde ik daar geen seconde over na te denken natuurlijk... Ik denk soms nog met plezier terug aan zondag 15 juli, toen Michael Rogers (even voordien zwaar gevallen) in de achtste Touretappe opgaf, net op de plaats waar Maria en ik het schouwspel volgden. Vlak voor de TV cameras waren we de eerste getuigen van die arme renner z'n zwanezang. Het waren beelden die de wereld rondgingen, en diezelfde avond telkens opnieuw werden uitgezonden in Tour- en andere journaals, met uw dienaar en zijn eega telkens figurerend op de achtergrond. Pechvogel Rogers vond het ongetwijfeld allemaal zo leuk niet, maar z'n bebloedde bidon die ik in handen geduwd kreeg, staat trouwens nog steeds als een heilig relikwie onaangeroerd in m'n berging. Maar goed, we wijken af. Waar waren we nu eigenlijk gebleven??? Ah ja, Drongen en AVS natuurlijk. Wel, ik was dus inderdaad (helaas veel te kort, héhé...) te zien in het AVS journaal vorige week dinsdag. M'n TV optreden zal deze keer wel niet kunnen tippen hebben aan die verschijning op die warme zondag in juli, maar toen stond m'n Spaanse schone immers naast me te blinken natuurlijk.
Afgelopen week lag ondergetekende letterlijk en figuurlijk in de lappenmand. Ik sukkel al jaren met de oogleden, en die zien er dan uit alsof ik na het snijden van 85 Kg. ajuin en een oogspoeling met waterstofperoxide, ook nog eens een schoonheidsbad in half gekookte ammoniak genomen heb. Was ik groen, ik leek precies Plons de gekke kikker na een nachtje stappen. Die ontstoken oogleden zijn een allergische reactie op iets, maar het blijft voor de dermathologe raden aan wie of wat ik allergisch ben. Enkele voor de hand liggende keuzes zijn (in willekeurige volgorde):
-Trainen in temperaturen beneden 20 graden. -Nachtshift. -Lucky goals van 'Klup Bruhhe.' -Nachtmerries over herexamen wiskunde. (Ben getraumatiseerd voor het leven.) -Regen. -Melk. -Alle goals van 'Klup Bruhhe.' (= regel 3) -Een (zeldzame) goeie zomer en te weinig verlof.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan natuurlijk. Ik werd op allerhande stoffen gewikt, gewogen en getest, en dit deed men door middel van minuscule hoeveelheden van verschillende producten op m'n huid aan te brengen. Vervolgens werd alles genummerd en ingepakt, alsof ik seffens zou solliciteren voor een hoofdrol in de film 'The Mummy.' De opdracht luidde: de huid drooghouden en vooral niet zweten, iets wat verrassend goed bleekt te lukken op het werk deze week. Denk nu niet dat ik er met m'n 'haarnetmutske' naar gooide. ( Het is er gewoon iets frisser de laatste tijd.) Vrijdag viel dan het verdict. Ik blijk allergisch te zijn aan nikkel, maar dit is niet de kwelduivel die voor m'n ontstoken oogleden zorgt. Daar hebben ze nog steeds het raden naar, iets dat me alleszins verbaast, want na vier visites en 246 Euro mag je toch wel enig resultaat verwachten, nietwaar? Interessant beroep, dermatholoog. Hoe word je dat trouwens?
Nikkel, beste vrienden zit ondermeer in stukken van 1 en 2 Euro. Om beter met die allergische stof vertrouwd te raken, mogen jullie alvast zoveel mogelijk stukken van desbetreffende munten opsturen. Ik reken alvast op jullie medewerking!
Glimmend van trots en blakend van gezondheid, kan ik jullie de nieuwe kledij van het 'Brakel Cycling Team' voor het seizoen 2009 voorstellen. Zeg nu zelf. Wie kon er anders, na de annulaties van Fabian Cancellara (op overlevingskamp met Saxo bank) of Brad Pitt (opnames nieuwe film in 'Wollyhood') die nieuwe kledij komen showen??? Komt daar nog bij dat de meeste mannequins ofwel 'Johnnys' of rasechte jeanetten zijn (en in het slechtste geval beiden), dus was de keuze voor ondergetekend wielergod vlug gemaakt... Niet alleen oogt de zwart-groene combinatie veel flitsender, het zijn tevens de basiskleuren van deze blog die ongetwijfeld tot de grootste inspiratiebron zullen geleid hebben. Neenee, ere wie ere toekomt. Teamleider Joost Pieters heeft samen met de sponsors kosten nog moeite gespaard om z'n renners van massa' s en comfortabel zittende kledij te voorzien, en dit ruim twee maanden voor de aanvang van het seizoen! Daar kunnen in alle geval heel wat andere ploegen een ferm puntje aan zuigen. Ik wacht trouwens nog steeds (en met mij alle ex-ploeggenoten) op de kledij van m'n vorig (Dream) Team voor het seizoen 2008. Die levering is waarschijnlijk ergens van de camion gevallen tussen Zottegem en Deftinge...
Met het nieuwe jaar dat net in gang geschoten is, kan ook ik bijna niet anders dan jullie het allerbeste te wensen voor 2009! Voila, daar zijn we vanaf... Niet dat ik jullie de verdoemenis inwens, integendeel, maar wat was er nu zo plezant aan die feestdagen??? De rijkelijk gevulde tafels met allerlei vet- en zoetigheden, de (al dan niet) alcoholische uitspattingen, of de extra dagen (betaalde) vakantie? Verdoemme, eigenlijk was het nog zo slecht niet hé! Feitelijk begint de ellende nu pas: wéér een gans jaar gaan werken, het is nog winter en bitter koud tot en met april, vervolgens regent het tot in oktober en dan staat de winter weer voor de deur...Pfff, mooie vooruitzichten! De komende weken slepen we ons ook van de ene nieuwjaarsreceptie naar de andere, waar de bacillen en microben in de broeierige hitte welig rondvliegen, en waar we ons in allerlei bochten wringen om die vervelende buurvrouw of gekke tante mét snor niet te moeten kussen. (Voor alle duidelijkheid: ik spreek hier niet uit ervaring. ... ) En dan is er nog, 'last but not least,' de goede voornemens. Nog zo'n jaarlijks weerkerend fenomeen, dat al vrij vlug op de mesthoop gegooid wordt, nog voor de vorstmaand halfweg is. Mijn voornemen vorig jaar, om minstens twee stukken fruit te eten elke dag, heb ik enkel kunnen waarmaken als je de overheerlijke Cote d'Or chocolade met banaansmaak ook meetelt. Dit jaar wordt het nog hopelozer. Mijn voornemen bestaat er namelijk in om eens vijf Spaanse woorden, liefst in de juiste volgorde, en zodoende 'zinsbouwgewijs' uit te spreken zonder dat m'n Spaanse wederhelft in de lach schiet. Toen ze m'n grootste wens voor het nieuwe jaar polstte, en ik antwoordde dat ik nog dolgraag eens een koers zou winnen, replikeerde ze met een welgemeende:"Pobrecito." Zij die enige kennis bezitten van de Spaanse taal, hoeven geen verdere uitleg. Terwijl ik dit hier neerpoot, hangt ze ondertussen al terug ergens boven de Atlantische Oceaan, richting Canarische Eilanden, en ben ik de dagen al aan het aftellen om haar te gaan vergezellen, ergens in februari. !Prospero an(j)o nuevo!
Beetje bij beetje probeer ook ik uit m'n winterslaap te ontwaken, om toch met enig niveau aan de start van de eerste wedstrijden te verschijnen. Die zijn nog veraf, maar net zoals ik vroeger m'n examens ook weken op voorhand voorbereidde (een leugentje om bestwil moet kunnen), heb ik de laatste anderhalve week de traningsintensiteit wat opgedreven. De gevolgen eventjes op een rijtje:
-1 valpartij met de mountainbike. (Berk met eigen willetje en muurharde stam vertikt het om uit de weg te gaan.) -3 lekke banden. (Lang leve de 'vettige ondergrond', zodat alle zwerfvuil zoals kleine stukjes glas, ijzer, kuntsstof, steentjes, weggegooide sjaals van Klup Bruhhe, ...) aan de bandjes blijven kleven. -1 kapot voorwiel. (Te hard doorgetrokken na een bocht, spaak afgebroken en vervolgens nog 30 Km. moeten rijden met 'samba dansend' voorwiel.) -2 voorste remblokjes versleten. ('Samba dansend' voorwiel neemt loopje met de centrage wetten.) -2 net niet- aanrijdingen door onvoorzichtige chaffeurs die van hun oprit het fietspad komen opgestoven. (En fietsers wel het laatste is waar ze aan denken op een miezerige voormiddag.) -1 onvrijwillige slag in de lendenen door een overenthousiaste 'lustige wandelaar.' (Kan gebeuren, elk z'n hobby...) -1 'bijna botsing' met dronken kerstman om 13u(!) zondagmiddag in Poeke-city. (Gratis gluhwein voor iedereen...Yeah, wright!)
Maar kom, het kan natuurlijk allemaal erger. Je kan nu bijvoorbeeld ook supporter van 'Klup Bruhhe' zijn, of erger nog: speler, of nog dramatischer: trainer zijn bij diezelfde vereniging... We wensen het niemand toe, en zeker Jacky 'comical' Mathijssen niet, de eens zo wereldberoemde doelman van topclub Lommel, die na ooit een doodschop te hebben geincaseerd tijdens een wedstrijd, nooit nog één zinnig woord heeft uitgekraamd. Nochtans blijven de fans vollop hun trainer steunen, want woensdagavond galmde na de Europese uitschakeling een olijke "Merci Jacky!" door de tribunes, en dit was volgens doelman Stijnen een dankgebaar voor hun Europese campagne... Hoezo??? Welke campagne??? Stijnen is dus doelman, en die krijgen regelmatig wel eens (al dan niet onvrijwillig) een schop tegen het hoofd. Ik kan het weten. Heb indertijd zelf veel te lang in die goal gestaan...
Hoe sommige 'masochisten' het klaarspelen om in deze periode van het jaar een goeie basis te leggen voor het aankomend wegseizoen, blijft voor mij een raadsel. Barduk en winter, ...nee, wordt nooit een geslaagd huwelijk, zelfs geen vluchtige flirt. De zin om te trainen/fietsen is er al vollop, maar telkens ik m'n derriere ophef van de chauffage, en m'n uit de kluiten gewassen reukorgaan buiten steek, smelt m'n goesting als sneeuw voor de zon. Als ik de weerelementen toch eens wil trotseren, dan duurt de preparatie voor zo'n winterse rit minstens een half uur. Om goed beschermt te zijn tegen de ijzige kou, had ik ooit eens gelezen dat men zich best kleed in 'laagjes.' Wel, als er één handeling is die ik volledig onder de knie heb, dan is dat toch wel de kunst om zich te kleden in laagjes zeker! Na het aanbrengen van verwarmende massage olie op voeten, benen en knieen, volgen twee paar kousen, schoenen en daarover nog eens twee paar overschoenen. Vervolgens kniestukken, korte en lange koersbroek, hartslagmeter (alle beetjes helpen), thermisch onderlijf (waar 'de willy' lekker warm ingedraaid wordt...), trui met lange mouwen, thermovest, windstopper, oorband met daarover een muts, plastieken wegwerphandschoentjes onder m'n gewone handschoenen, en tenslotte een bril tegen de ijzige wind. Niet zelden gebeurt het dat je net volledig 'aangesjareld' staat, als je plots nog eens naar het toilet moet. Heel het zootje terug af natuurlijk, met uitzondering van de muts en de hartslagmeter, want die zitten niet in de weg om,... laat ons zeggen, te doen wat nodig is. Wat ik naast de zon nu het meest mis, is het trainen bergop. Het vlakke Meetjesland telt geen enkele helling die naam waardig. (Geef toe, je kunt 'De Campel' in Maldegem toch niet meer noemen dan een stukske omhooggesch*ten molshoop van het achtendertigste knoopsgat.) Nee, dan bied 'De Poelberg' in Tielt een beter alternatief, al ben je daar ook goed en wel boven voor je het beseft. Allez, als je al in conditie bent tenminste, want in december lijken die heuveltjes precies langer en hoger dan in de zomer. Geen mens zou ervan verschieten moest er halfweg de helling een bordje prijken met: 'Col Fermé,' om van de ijle lucht bovenop de top (25m. boven zeeniveau) nog maar te zwijgen... Na zo'n eerste 'heuvelverkennende' training kom je apetrots thuis (blij dat je nog eens ruim twee uur in het zadel zat), om dan te moeten vaststellen dat je gemiddelde snelheid amper 27,4 Km./h. was. Ontnuchterend, en huilen met de pet op!
Tijdens de winterperiode probeer ik zoveel mogelijk afspraken vast te leggen bij medische- en andere instanties, omdat tijdens de drukke koerszomer het stalen ros de absolute prioriteit geniet. Stonden oa. de laatste paar weken op het programma: twee bezoeken aan de tandarts, oogarts, autokeuring, dokter (= autokeuring, want voel me door dit weer als m'n 'in staat van ontbinding zijnde' Volkswagen Golf - begin zelf nét nog niet te roesten..., dermatoloog (omdat het probleem met mijn ogen iets te maken heeft met mijn ontstoken oogleden - kostte me door overbodig bezoek aan oogarts 50 Euro 'tjes om daar achter te komen...) Dus, beste vrienden. Ik heb inderdaad de laatste weken heel wat van m'n kostbare tijd zitten verklooien in van die muffe, kille wachtkamers. De ellende begint meestal al bij het binnenkomen. Een vriendelijke "Hallo." of "Goeiemorgen." wordt apathisch onthaald en zelden beantwoord. De meeste mensen zitten verveeld achter hun magazine gedoken, en proberen vanuit hun ooghoeken je volledig te bemonsteren. Naargelang de plaats, verschilt het aanbod van de (op een meestal overjaars salontafeltje gespreide) lektuur drastisch. Van 'Libelle' tot 'Knack,' over 'Voetbalmagazine' en 'Van boer tot tuinder!' Over de versheidsdatum hebben we het dan zelfs nog niet gehad. Zit u trouwens met een vraag over de inhoud van 'Knack' Nr.21 van 16 mei 2004, of wou je weten welke vierwieler het paradepaardje van de maand augustus, het 'Jaar onzes Heren' 2001 (!) was? Eén adres: barduk@skynet.be En néé, het was niet m'n Volkswagen Golf met vastvriezende deuren en eeuwig platliggende achterzetels. Ook de conversaties onder de wachtenden halen zelden hoog niveau, en zijn al op voorhand ten dode opgeschreven: -"Goh, da duurt lang e." -"Jaja..." -"......" Eén dappere waagt zich aan een gesprek met de man naast mij: -" 't Weer valt nog mee vandaag e, meneer." -"Ja ge zijt rap content!" -".....!" Einde dialoog, en wat volgt is een pijnlijke, genante stilte die enkel doorbroken wordt door het geritsel van antieke magazines en het geknor en gepruttel van m'n maag. Verdoeme, het duurt inderdaad lang... Om de verveling tegen te gaan, vraag ik me af hoe de mensen zouden reageren moest ik hier plots in ware 'Tragger Hippy stijl' een sketchke zou opvoeren zoals 'de Joeri'... Ik zie het zo voor me: "Hay, listen up folks!" "Ik ben den Bonne en ik wil aangesproken worden met den Bonne, hay!" "Drie veiligheidsmaatregelen in dees lokaal,....." Ik ga er zodanig in op dat ik in dit lijkbiddersgezelschap moeite heb om niet in lachen uit te barsten, wat me een hautaine en onbegrijpende blik oplevert van de over het paard getilde schminkdoos recht voor me. Pffff, trut. Den boom in. Haar hoog zuurpruimgehalte verraad wellicht haar nakende aambei operatie... Nee, zoals jullie wel merken heb ik het niet zo begrepen op wachtkamers, en dan heb ik zelfs nog niet eens gehad over het moment dat het jou beurt is, als je net het intervieuw met je favoriete voetbalspits aan het lezen bent.
November is traditiegetrouw de maand waarop ik m'n kopke laat hangen. Alle goede voornemens ten spijt, eens het kwik z'n daling naar de onderste regionen van onze thermometer heeft ingezet, kost het me enorm veel moeite om de fiets op te kruipen. Het is ook altijd wel iets met die achterlijke maand. Is het niet koud of regent het niet, dan heb ik eenvoudigweg geen tijd om te trainen omdat ik deze periode van het jaar aanwen om m'n overuren wat aan te dikken. "Gij et nogal een leven e vent!" Dat zinnetje krijg je dan meermaals naar de kop geslingerd, als je ergens in mei, op een zonnige middag midden in de week op je fiets gespot wordt. Wel, ze mogen nu gerust eens langskomen op een zondagavond, zo rond halftien. In de living, bij het gezellig knetterende haardvuur staat 'Witse' net op punt om een zoveelste moord op te lossen, als ondergetekende (al dan niet met een bakkes tot op de grond) richting Campina trekt voor de nachtshift. Niet zelden heb ik de week voordien er dan ook al zes 'vroegens' opzitten, zodat m'n weekend gereduceerd is tot 'n luttele dertig uur. En van die dertig regent het er dan ook nog achtentwintig... Van trainen is er dus in deze "fleurige" maand niet veel in huis gekomen. Tot nu toe heb ik zo'n 600 Km. op de teller, en al drie ellendige namiddagen (van hooguit 30 min.) op de rollen achter de rug. Welk individu beneden de 150 jaar kan zich verdomme nog een sneeuwstorm herinneren in november???
Toen bekend werd dat Tourwinnaar Carlos Sastre voor een tweede keer naar zijn fanclub in Aalter zou komen, en dat ten voordele van z'n kinderkankerfonds een sportquiz werd georganiseerd, was ik er natuurlijk als de kippen bij om me in te schrijven. Elk deelnemend team moest uit vier leden bestaan, en omdat niemand qua sportkennis en looks ook maar in de buurt van ondergetekende kwam, (graptjen hé gasten! Alhoewel...) moest ik het stellen met de volgende individuen:
*Geert Braeckevelt alias "Brakkie": Naast trotse eigenaar van een ferme dosis haargroei onder de neus, staan ook ontelbare nationale- en internationale titels in het trial op z'n palmares. Eerste klas moto-bromfiets-sidecar technieker, en staat hierdoor ook wel bekend als "Brommerfield" of "Kiekeboe." Heeft daarintegen wel geen knappe dochter als laatstgenoemde, maar zoon "Brakkie junior" is goed op weg om z'n pa op te volgen in het brommerwereldje.
*Bram Dierickx alias (de énige echte) "Fooraap": Ex- UHT melkboer, nu vettig roombereiderke en computerspecialist. Gespecialiseerd in het formatteren van computers zonder geluid. Luistert soms ook naar de naam "Bohemerke." Onlangs getransfereerd van topploeg 't Schuurke' naar derde provincialer H.O. Oedelem, waar het bestuur met niets minder tevreden is dan een plaats in de top vier, en het hieraan verbonden UEFA-ticket natuurlijk.
*Niels Moreau alias "Schleck": Pluimgewichtige 'pocketklimmer' die sneller een Col opfiets dan afdaalt. Kan zo doorgaan voor de tweelingbroer van profrenner Andy Schleck. Is daarintegen fietstechnieker, gespecialiseerd in het lijmen van tubes en het herstellen van blauwe Trek' s, die onhandige eigenaar vakkundig naar de botten heeft geholpen. Is onlangs vrijgezel af, maar de kleur van het bruidskleed (paars-wit of blauw-zwart) zal ongetwijfeld nog enige stof tot discussie opleveren.
We doopten ons team: "De foorapen" (of hoe een banale zwanspartij tijdens een nachtelijke shift kan uitgroeien tot iets 'blijvend moois'), en waren klaar om Aalter en omstreken te verbazen met onze parate kennis. Maar liefst 68 teams hadden zich ingeschreven, en ons vooropgestelde doel was om in de middenmoot te eindigen, en als het nog even kon, de bevriende teams: "Iakovenko vrienden" en "De verloren talenten" ruimschoots te overklassen. Naast Carlos Sastre waren die stormachtige avond nog tal van sport- en andere coriefeen van de partij, waaronder Karl Van Nieuwkerke, André Meganck, Aime Antheunis, Walter Godefroot, Bart Bonne,... De kwis bestond uit zes reeksen van vijftien vragen, en al vanaf reeks 1 zaten "De foorapen" in het goede ritme. Ons quartet bleek perfect uitgebalanceerd. Schleck en ik deden de wielervragen, de fooraap nam de voetbalvragen voor z'n rekening, en ondertussen hield Brakkie de sfeer erin door z'n fictieve anekdotes op te rakelen als helikopterpiloot-cameraman tiidens belangrijke biljartwedstrijden, en als chauffeur van achteruitrijdende mobilhomes in het hooggebergte. Ons eindresultaat mocht er best wezen: een gedeelde achtste plaats, en we lieten de "Iakovenko vrienden" en " De verloren talenten" achter ons. Nadat Carlos Sastre met Schleck en ik op de foto wou (we zijn niet voor niets gerenomeerde VWF- grootheden), liep de geslaagde avond op z'n einde en keerden we tevreden huiswaarts met onze prijzen. Brakkie met een soort speelgoedpan voor acht-jarigen, ik viste een lederen voetbal uit het prijzenrek, en onze fooraap kwam aanzetten met een spelcomputer voor kinderen van drie tot en met acht jaar... Door het drukke sms-verkeer met z'n kersverse vriendin had Schleck de prijzenoorlog gemist, maar aan z'n glunderende gezicht kon hem dat gestolen worden!
In het contractje dat ik met de 'moentenbikeverhuurwinkelverantwoordelijke' had getekend, stond uitdrukkelijk vermeld dat het strikt verboden was de paden te verlaten. Wat is het eerste wat je dan doet denk je, als je uit haar gezichtsveld onttrokken bent? Inderdaad... da zal wel zijn! Van het uitgestippelde traject afwijken en de vulkanische wildernis in, volop het avontuur tegemoet! Deed ik in eerder verslag (zie 'Lochristie WAOD' van 12/10/08) nog meewarrig over onze Belgische betonwegen, ze zouden pareltjes geweest zijn in vergelijking met deze stoffige en 'lichtjes oneffen' dromedarisch-achtige zandweggetjes. Eenmaal ik ook deze verliet was het hek helemaal van de dam, en wist uw eigenzinnige dienaar meteen ook waarom het verboden was de mountainbikepaden te verlaten. Putten waarin je gerust de schulden van de Belgische staatskas (samen met m'n gezonken Fortis aandelen) in kon doen verdwijnen, metershoge onberijdbare duinen, maar vooral stenen in alle vormen en kleuren. Als een volleerd trial piloot manoevreer ik zo goed en kwaad ik kan m'n Trek 4700 door de meeste obstakels, maar moet wel meermaals met de fiets in de hand te voet verder. Hoe ik het klaarspeel om niet lek te rijden op de puntige stenen is me nog steeds een raadsel, maar ik ben ondertussen wel al twee uur aan het 'karotten' op dit stukske vulkaan en heb al evenveel spaken in m'n voorwiel naar de botten geholpen. Gelukkig tel ik er nog zo een stuk of dertig. Een meevaller, want ik ben niet van plan om hier nog dertig uur rond te hotsen. Ik besef wel meteen dat ik weer 'de actie van de eeuw' op gang gezet heb door een maagdelijke route dwars doorheen het eiland uit te proberen, want behalve het karkas van wat ooit een trotse meeuw moet geweest zijn, die ongetwijfeld menig eilandbewoner op de kop gesch*ten heeft, ben ik de laatste twee uur nog niks of niemand tegengekomen. Onder een loden zon, en met een halflege drinkbus op m'n rug die al ondertussen mijn lichaamstemperatuur heeft aangenomen, begin ik in dit desolate landschap nog net niet te panikeren, maar even later besluit ik m'n 'gekluun' verder te zetten in de richting van een steeds dichter en groter wordende stofwolk. Geen twijfel mogelijk! Als het geen van de drie aanwezige kleine vulkanen is die hun lava over mij gaan ejaculeren, moet het een 4x4 jeep zijn, want dat zijn de enige wagens die hier gedijen. Na enkele minuten geklungel met (in willekeurige volgorde) mezelf, het landschap en die verschrikkelijk lompe 'moentenbike' blijkt het inderdaad een jeep te zijn. Ik bemerk nu terug de 'officiele' zandweg van La Graciosa, maar zie tot m'n eigen ontsteltenis dat het enige pad die richting uit, niet meer is dan een vijftig meter lange en slechts één meter brede richel, waarbij de rechterkant uitgeeft op een zeven meter diepe afgrond. Niet denken, doen... en met de daver op het lijf bereik ik zonder kleerscheuren de overkant, maar zweer in m'n binnenste om vanaf nu een 'good boy' te zullen zijn en niet meer onnodig het gevaar op te zoeken. (Yeah, wright...) Aangezien dit een klein maar prachtig eilandje is, heb ik na een goeie drie en 'n half uur de volledige rondrit van het eiland afgewerkt, en zal ik die trip de volgende dagen in al dan niet omgekeerde volgorde nog enkele keren afwerken. Het smalle richeltje en de meeste 'binnenbaantjes' laat ik dan wel wijselijk achterwege.
Uitgelaten als een kind die zopas de paashaas heeft beroofd, en van z'n oren een overheerlijke 'kip-kap' heeft gemaakt, sta ik al een kwartier voor het eigenlijke openingsuur aan de 'moentenbikeverhuurwinkel' te trappelen van ongeduld. Als de eigenares een twintigtal minuten later dan voorzien haar zaak opent (het steekt hier niet op een halfuur), krijg ik warempel een 'Alpha custom 3700 Trek', met verende voorvork onder het zitvlak geschoven. De vreugde is echter van korte duur, want het vehikel staat er totaal verwaarloosd bij. De laatste poetsbeurt ligt waarschijnlijk al maanden achter de rug (als die ooit al heeft plaatsgevonden), en de ketting en de overige draaiende onderdelen schreien om een beetje olie. Drinkbushouders ontbreken, wielen niet gecentreerd en een derailleur die pas schakelt als je al vijftig meter verder bent, waardoor je eigenlijk al opnieuw naar je vorige verzet terug moet. Bovendien weigert de voorversnelling de ketting op de buitenplaat te gooien, en doet de verende voorvork zowat alles, behalve veren maar voor de rest werkt alles pico bello... Een vuile Trek fiets, zelfs al betreft het een gehuurde mountainbike doet m'n hart bloeden, en vooraleer ik m'n rit aanvang onderwerp ik hem eerst aan een grondige poets- en smeerbeurt. (Dat laatste met olijfolie, bij gebrek aan beter.) De fiets ziet er nu totaal anders uit, en 'I am ready to conquer the island!' Ik dus vol goede moed op weg. Had al enkele dagen geen zadel onder m'n zitvlak gevoeld, dus de eerste ontwenningsverschijnselen sluimerden al door m'n lijf. Het voelde goed om de benen eens te doen draaien, maar het eerste probleem stak al direct de kop op. Geen asfaltwegen, dus ook geen verkeersborden, laat staan wegwijzers...
Meer dan wat rondsloffen in het zand, en ongeveer twintig meter zwemmen heb ik de voorbije dagen niet gedaan, en omdat ik morgen pas een mountainbike ga huren, krijg ik het in mijn stomme kop om wat te gaan lopen. Het eiland van de triatlon, Lanzarote, ligt hier letterlijk een steenworp vandaan, dus waarom later na de 'succesvolle wielercarriere' het niet eens in die sport proberen? Na exact vijftig meter lopen weet ik het antwoord al: Jamais de ma vie!!! Ik haat lopen, bah... Walgelijk, saai, ellendig,... Da ga langs geen kanten vooruit, maar vooral: Lastig man! Nie te doen. Na twintig minuten geef ik al de spreekwoordelijke pijp aan Maarten. Om te voorkomen dat ik morgen als een eeuwling m'n bed kom uitgerold, gooi ik er nog wat stretchoefeningen achteraan, die zoals ik de volgende morgen merk, natuurlijk geen reet hebben geholpen. Luc Van Lierde mag op beide oren slapen. Mijn aanval op z'n wedstrijdrecord op de Ironman komt (voorlopig toch niet) in gevaar.
De siesta gisteren was geen groot succes. De reden waarom ik geen groot voorstander ben van slapen in het putteke van de dag, is dat wanneer je (hopelijk) terug wakker wordt, je meestal nog belabberder en lamlendiger ontwaakt dan voorheen. Je bioritme is volledig naar de haaien (met uitzondering van degenen die tot de Spaanse soort behoren), waardoor je dezelfde nacht de slaap niet kan vatten, maar goed. De wolken die ons gisteren bedreigden zijn verdwenen, de stranden wit en de zee helderblauw, dus krijg ik m'n vuurdoop in het snorkelen. Het is warm, maar wanneer ik me tot aan m'n 'knoeselkes' in het water begeef, vind ik het toch wel een beetje te koud. Ik trek me van de aanmoedigingen van Maria (die overgaan in plagende opmerkingen) niks aan, decapituleer terug naar het strand, en nestel me op m'n comfortabele badhanddoek. Tien maand en twee weken heb ik het al koud in Helgie (de vijftien niet-regendagen uitgezonderd), zodoende wil ik de vier weken die ik op de Canarische eilanden vertoef zeker geen 'kiekevlees.' Bovendien kom ik net afgepeigerd en afgetraind (lees: afgeleefd) uit het voorbije wielerseizoen, en ben ik door m'n vetpercentage, schommelend tussen zes en acht procent (afhankelijk van de plaats...), niet bestand tegen het 'slechts' 21 graden warme zeewater. Pas wanneer een driejarig meisje vanuit het water haar moeder toeroept: "Que rico el aqua, no esta fria mama!" (Het water is heerlijk en niet koud mama.), krijgt m'n mannelijke trots een ferme knauw, en besluit ik het er toch op te wagen. Schoorvoetend, en als een slaaf die naar de galg geleid wordt betreed ik de oceaan, en krijg het pas écht koud wanneer het water de ...eh, laat ons zeggen delicate onderhelft van m'n lichaam bereikt. Ik bijt door, en 'Tarzansgewijs' maak ik de borst nat en duik het water in... Zalig! Eens je kopje onder bent geweest is het helemaal niet meer koud. Snorkelen nu maar. "Weet je hoe het werkt?" Vraagt Maria. Tuurlijk weet ik dat: bril op, mondstuk snorkel in de mond (in de k*nt zou onpraktisch en compleet belachelijk zijn), en laat die wonderen der oceaan maar tot me komen! Al vrij vlug bespeur ik enkele kieuwende vrienden. Twee zilvergrijze, een lichtblauwe, een prachtig gifgroen exemplaar,... "Verdomme, die groene duikt dieper weg!" Even volgen en... WALG! Een ferme geut zeewater baant zich door m'n slokdarm een weg richting ingewanden. Ver-schrik-ke-lijk! Maria komt bijna niet meer bij. " Was je vergeten hoe lang je snorkel is misschien?" Ja zeg, je kan niet aan alles denken hé.
Na de vliegtuigramp in Madrid van zo' n goeie twee maand terug, stap ik niet echt met een gerust gemoed op de boeing 737 met bestemming Arrecife. Nu, de kans dat er ooit nog iets serieus misgaat met een lijnvliegtuig richting Canarische eilanden is door netgenoemd voorval wel bijzonder klein, maar helemaal zeker ben je natuurlijk nooit. Onnavolgbare 'dooddoeners' als: "Wanneer hij neerstort moet je dat niet betalen." Of: "Als het ergste gebeurt moet je tenminste niet meer gaan werken." konden me vooraf maar gedeeltelijk geruststellen. Zonder de minste hapering of enige turbulentie land ik echter op het voorziene uur, waar m'n wederhelft me al glunderend staat op te wachten. Vanaf de luchthaven wacht ons nog een taxirit van een kleine veertig minuten, die ons naar Orzola, het uiterste noorden van Lanzarote brengt, waar we straks de boot nemen richting La Graciosa. Nog maar net heb ik die ellendige jeans verwisseld voor een comfortabel kort stuk polyester-katoen ( in verhouding 70-30% , voor de huismoeders: slechts wassen op 30 graden en zachtjes stomen), of de wind steekt op en blaast een donkergrijze massa wolken in onze richting, die hun vocht net boven onze verbouwereerde hoofden verliezen. Schitterend! Regen is hier net zo zeldzaam als een solariumcenter in de woestijn, maar ik ben pas een uur op Canarische bodem en deel al in de brokken. De regen houdt echter vlug op, maar ik vind de golven op de oceaan er allesbehalve rustig uitzien. Volgens Maria valt alles redelijk mee, maar zo schuchter als een muis in een slangenterrarium betreed ik het bootje, terwijl ik bedenk dat verdrinken eigenlijk een veel gruwelijker dood moet zijn dan omkomen in een vliegtuigcrash. Het vaartuig, met ik schat zo' n veertig 'ongelukkigen' is de speelbal van de woelige zee, en ik hoop maar dat mijn ontbijt blijft waar het hoort te zitten. Nee, er is in alle geval geen groot zeeman aan ondergetekende verloren gegaan. Na twintig minuten meren we heelhuids aan in La Graciosa, en... zombie time! Na een slapeloze nacht, en in zeven pogingen telkens drie minuten te hebben geslapen op het vliegtuig (met dank aan de achtien maanden oude dreumes, twee rijen en één seat achter me), is het tijd om een Spaanse traditie te respecteren: Siesta!!!