13:00 de lucht begint op te klaren, en word alsmaar blauwer, de wind is nog van de partij. We vertrekken richting Olen, Kenney moet binnen het uur zijn wedstrijd lopen. Na ons ingeschreven te hebben, gaan we richting start, de jeugdlopen zijn vol op bezig. Om stipt 13:58 start Kenney met zestien andere atleten voor zijn eerste wedstrijd van het seizoen. Het betreft een wedstrijd over twee rondjes van een kilometer, de eerste meters muizen er al drie vanonder.
Kenney loopt op kop van de achtervolgende groep, na de eerste doorkomst liggen de positie's meestal vast. Op een vijfde plaats passeert onze jongste, maar ligt maar dertig meter achter op de vierde. De tweede en laatste ronde zal Kenney nog een plaats goed maken en vierde finishen, een goed resultaat. Aangezien hij nog veel last geeft van zijn hiel, zijn beloning een appel en een snicker, geen tobolabiljet in de enveloppe. Ondertussen zijn de vier en de acht kilometer ook van start gegaan, met een paar bekende loopvrienden.
Maar ik moet mezelf gaan omkleden en klaarstomen voor de halve marathon, om een toptien plaats te behalen. Geen sinicure hier, want er zijn hier altijd een pak goede atleten, die veel te snel zijn, op dit vlakke parkoers. We zien Gilles Coeckelberg, Jan Daems, Nid Rumphakwaen, Wilfried Wuyts,Chris Gommers, Gino Geens, Eddy Vanhoof. Reken daarbij nog een drietal, ons minder bekende atleten, en een toptien word niet vanzelfsprekend. Om 15:00 is het aan de twee langste afstanden van de dag, de 12.7 en 21.1 kilometer, een gedrum aan de start.
De starter is al aan het aftellen als ik merk dat de Garmin nog niet aanstaat, rap aanzetten maar het duurt wel even. Het startsignaal word gegeven en ik mis half mijn start, toch de chrono kunnen indrukken en ik heb de hartslag. Na de lange rechte startstuk komt een s-bocht ik lig in 35ste positie ongeveer, en zal niet meer tot het groepje geraken waar ik zolang mogelijk had willen bijblijven, Gino, wilfried ,Jan, nid, en chris lopen samen een goede 50 meter voor ons uit. Ik zoek de graskant op om nog wat plaatsen te winnen, Eddy vanhoof maakt het tempo van onze groep, ook zijn start gemist.
Ik neem direkt over en al snel lopen we met twee weg, de uitgewaaiden van de groep voor ons halen we in en gaan er voorbij. Samen met Eddy probeer ik het gat tussen de groep waar ik wou zitten zo klein mogelijk te houden, het lukt redelijk. Na goed twee kilometer wind mee, krijgen we twee kilometer wind tegen, en ik hoop dat het voor ons wat stil gaat vallen. Maar ze lopen er met zeven en er zijn er die voor een goede tijd gaan, niet voor de plaats, dat word bijna onmogelijk er bij te komen. Tegen beter weten in probeer ik het tegen de wind in toch, na een kilometer alles geven ben ik vijftien meter dichter geraakt.
We draaien weer naar de aankomst toe, en hebben wind mee, nu lopen ze weer wat weg van mij, ik besluit Eddy op te wachten. Het duurt bijna tot het einde van de tweede ronde eer Eddy er weer bij is, en hij neemt direkt over, samen voor een tiende stek. Negen atleten van de halve lopen voor ons uit, en veel hoop er een van terug te zien is er niet, het groepje loopt verder uit. Dit terwijl ik wind mee amper het spoor van Eddy kan volgen, wind mee voel ik me wel iets sterker, maar Eddy is sneller. Tijdens de vierde ronde gaat het iets beter en kan ik wind mee, mee het tempo maken, een fatsoenlijke tijd zit er in.
Op het einde van de vierde ronde, op het laatste stuk tegen de wind in versnel ik en Eddy moet een gaatje laten. Nu ga ik alles uit de kas halen de twee kilometer met wind mee, hopen dat het gaatje wat grote word, ik geef alles. De heup speelt lichtjes op, een signaal dat ik tot het uiterste ga, de hartslag zakt niet meer onder de 154 slagen. Ik draai af naar links voor de laatste twee kilometer tegen de wind in, hier kijk ik wat de voorsprong is, 30 meter. Dit word knokken tegen de verzuring tot aan de meet, ik hou stand en finish als tiende in 1:16:44.
|