wat anders in het hoofd of het hart blijft steken! Als het mij overvalt, of mij niet loslaat. Maar het kan ook voor het oefenen zijn. Oefenen in waar ik niet in opgeleid ben, oefenen met woorden.
20-02-2011
Vals spelen en participatie
Het gezin zou de hoeksteen zijn van het al of niet participeren. Neen dat verbaast mij niet. Ook ik weet dat er bij mij veel is blijven hangen van toen, al werkt dat niet rechtlijnig. Neem het koken als voorbeeld, iets wat ik graag doe, dat is daar een overblijfsel van. Ik herinner mij zondagen met de geur van heerlijke maaltijden in de late voormiddag, door mijn moeder klaargemaakt, terwijl ik wat rond lummelde dingend naar haar aandacht en die dan ook kreeg. Het geluid van klokken op de achtergrond, die de mensen moest lokken naar een late mis. Het is steevast zonneschijn in mijn gedachten, de achterdeur naar de tuin staat open en mijn moeder lacht, een brede glimlach straalt van haar gezicht, alles is geluk. De geur is van gebraad of kip. Zo zijn de herinneringen, en ja ik koester ze. Nu kook ik op zondag, zei het met andere ingrediënten en onder andere omstandigheden maar ook nu is het de gezelligheid waar het op draait. Ik probeer deze mee te geven, door te geven. Zoals ik de liefde van mij moeder probeer door te geven. Simpel toch, heel simpel. Het is zoiets als het bewaren van een traditie door alle vernieuwingen geen. Zo gaat dat met cultuur. Als het geen totaal beleving is dan zal het ook niet blijven plakken. Zo was het koken , het er zijn, de geluiden , het eten, de aandacht een totaalbeleving die mij altijd zal bijblijven en die ik op mijn manier, zei het anders, wel weer doorgeef. Daar hoef je geen statistieken of onderzoeken voor. Zo werkt het nu eenmaal. Het is nog meer een pleidooi om ook de kunst een deel van het dagelijkse te maken als we dat al onderdeel van ons bestaan willen maken. Spelen, dansen, beelden maken als onderdeel van het dagelijks bestaan. Zoals mijn ene grootvader omzichtig omging met hout (hij was schrijnwerker, meubelmaker, beeldenmaker), als hij hout vasthield dan kreeg het een ander leven, hij sprak daartegen, wist dat tot een nieuw leven te brengen. Of de andere grootvader waar de toesten van een orgeltje of piano een nieuwe wereld vormden, een van klanken als iets totaals. Het was zo aanwezig dat het mij nooit is opgevallen. Daarom is dit alles nu onderdeel van mijn bestaan. Maar er zijn zoveel zaken die toen geen onderdeel waren en die ik nu wel doe. Bij mij thuis was geen plaats voor wanorde en die compenseer ik nu ten volle, de wanorde die ik nodig heb om op nieuwe gedachten te komen. De gedachten, de structuren, de voorwerpen, de planning, alles was geordend bij mij thuis. Iets nieuws was lastig ook al deed mijn moeder haar best want ook zei verlangde naar het nieuwe. Maar de wat bange hand van mijn vader herstelde altijd weer de oude orde, het gewone, het eeuwige zelfde. Waar komt die doorbraak vandaan, een afzetten tegen wat thuis was? Een inzicht op ander plaatsen vandaan gehaald? Dus met "thuis" alleen zullen we het niet redden. Het botsen en schudden der componenten van het leven maken dat we iets wel of niet toelaten, iets koesteren of afstoten. Het is dus schudden dat we moeten doen, zoals met het kaartspelen. Ans-ders is het nieuwe spel teveel copie van het oude, ons wel bewust zij de dat de kaarten dezelfde gebleven zijn. Ook al durf ik wel eens een kaart late verdwijnen of er een gelijke bijsteken, het spel moet immers wel spannend blijven. Vals spelen in deze heeft iets heerlijk, iets geestig! Dus vrienden weze gewaarschuwd. Ik speel graag vals ter ere van de verandering.
noodzaak en aandrang (over cultuur, kunst, licahmelijkheid, sport en meer)
In de vroege ochtend iets schrijven over kunst en cultuureducatie daar is aandrang mee gemoeid denk ik dan! Maar ze slaan me om de oren met cijfers over participatie en stijgende en dalende trends, over gedrag van mensen, hun tijdsbesteding, hun koopmotivatie, hun motivatie tout cour en meer van al dat fraais. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat er wat verwarring bij komt kijken. Zo is er geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen lichamelijkheid en lichamelijk bezig zijn en sport, tussen cultureel actief zijn en als kunst participant kunnen ingeboekt worden. Cultureel zijn we met zijn allen actief net als we met zij allen lichamelijk actief zijn, hoe willen we anders aan deze grote boze of brave wereld mee gestalte geven, hoe wil ik mijn zingeving anders gestalte geven? Anders is het gesteld als we meer gespecialiseerd gaan kijken vanuit nog steeds vage definities over sport of kunst. Wat wat zijn deze begrippen en wanneer spreken we over bvb "kunst". Lid zijn van een amateurclub en er actief zijn is kunstbedrijvigheid, thuis een tekening maken niet, dit op een acedemie doen weer wel en er naar kijken in een museum ook, de tekening van mijzelf thuis bekijken.....? In de tuin tegen een balletje stampen is geen sport ditzelfde of met zelfs minder vaardigeheid in groep bij een clubje doen is dat wel? Wat willen we echt meten vraag ik mij af. Gisteren hoorde ik prof. Honing van de universiteit van Leiden op Klara over ritme een exposé doen. Dat we van op dag één van ons leven ritme herkennen. Dit wil zeggen dat ritme gevoeligheid aanwezig is om ons bestaan te laten zijn wat het is en dat ritme hiervoor noodzakelijk is. Bij de vraag of we muziek nodig is kon deze prof. uiteraard geen antwoord geven maar zijn overtuiging was het wel. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat we niet zonder kunst kunnen. De vraag blijft hoe we dit fenomeen definiëren. Als kunst geen gebeuren is, maar louter product en liefst één met markteconomische eigenschappen dan participeren we inderdaad niet allemaal. Gaan we echter uit van de noodzakelijkheid tot vertellen, tot uiten, tot vormgeven dan hebben we het met zijn allen in ons. De ontwikkeling daarvan is een maatschappelijk must, dat is mijn overtuiging. Dit laatste is dan ook mijn ware drijfveer van wat ik doe! We hebben in ons allen het vermogen, maar het ontwikkelen is een ingewikkeld maatschappelijk spel tussen vele opvoeders (ouders, leerkrachten, vrijetijdsaanbieders, de straat, de omgeving, de mentaliteit,.....) Meten doet men echter louter bij bezigheden en dan zijn conclusies mijn inziens toch eenzijdig, toch? Kijk nu eens in wat voor gedrochten van gebouwen we kinderen acht uur per dag of meer laten lesvolgen, echt geen toonbeeld van kunstzinnigheid, de activiteiten al evenmin. Zoomen we echter in op het meubilair (en bij te strenge scholen op hun schriften of papieren als ze dat nog hebben) van de student dan zien we een hoeveelheid van tekens,tekeningen, woorden, droedels, boodschappen, die smeken naar iets anders! Ook op hun computerschermen wemelt het van tekens en vormgevingen. Een meer globale blik op kunst en in brede zin cultuureducatie zou deze discussie moeten aangaan in plaats van louter te focussen op enge participatiecijfers (die helpen, maar zijn te eng om de gehele situatie te bekijken). Ik heb niets tegen onderzoekers en monitoring van bezigheden, wel tegen de steeds weer kerende neiging cijfers als een "God" te gebruiken bij beslissingen zonder dat de discussie van daaruit breder wordt gemaakt. Dat is klein en kortzichtig, ik noem dit ongewild een beetje Hollands, met excuses aan mijn noorderburen. Maar daar zag je ook dat beleid vanuit cijfers om de paar jaar andere richtingen insloeg, terwijl we weten dat gedrag en maatschappelijk verandering met generaties te maken heeft. In dat laaste waren zuiderlingen dan weer de overdrijvers, daar legde men soms geen accenten vanuit beleid waardoor het geheel ook bleef steken. Als ik gisteren in de Vlaamse pers en media de discussie hoor over cultuurparticipatie en het gaat over kunst dan weet ik al hoe laat het is. Termvervaging en ieder zijn waarheid. Jammer, laat ons de gemaakte Survey bekijken en plaatsen binnen de berde culturele context van ons bestaan. Laat ons bekijken hoe we kunst definiëren vandaag en ons vragen stellen waar we morgen mee aan het werk kunnen, dan gaan we vooruit. Nu zit de discussie gevangen in het al dan niet besteden van overheids budget, laat ons daar over duidelijk zijn, voor culturele noodzakelijkheden zoals: kunst, onderwijs, welzijn, lichamelijke ontwikkeling zal er nooit genoeg budget zijn. Zelfs als kiest een overheid ervoor louter faciliterend te zijn. Een beetje overheid zou meer mogen van mij maar dat is een andere discussie! Aan het werk dan maar.
Het moet onderhand veertien jaar geleden zijn dat we met het project "Vlaggen & Wimpels" gestart zijn. De uitdaging was, scholen een culturele entiteit in hun buurt laten zijn, scholen laten communiceren met hun buurt en omgekeerd en dat alles tot het welzijn en de ontwikkeling van kinderen. Ons middel "Kunst"! Niets meer en niets minder, we gaven scholen een artist in residentie die als opdracht meekreeg: 1. kinderen, ouders,leerkrachten, buurtbewoners hun verhaal laten vertellen via allerlei kunstprojecten, 2. zorgen dat de school elementen uit de buurt plukt, daarmee iets doet en het dan teruggeeft aan de buurt(communicatie dus) op een kunstzinnige manier. 3 scholen helpen om te zorgen dat ze een culturele entiteit in hun buurt werden. Het werkte, het werkte zeer goed, rond de eeuwwisseling waren we met 27 scholen aan het werk, samen met een schare ongeloofelijk gemotiveerde artistieke medewerkers boekten we succes van Kortrijk tot Maas-mechelen, en ook in de centrum steden deden we het zeer goed! We werden Europees opgenomen in een project dat geleid werd door de zeer geprezen Ken Robinson, we kregen de Evensprijs in 2003 voor dit prachtige werk, we werden op alle fora geprezen tot..... totdat mensen met regelgeving aan de slag gingen. Men wou het netjes regelen! Onze ervaringen en methodieken werden opzij geschoven. Aan de ervaring van scholen werd voorbijgegaan! Jawel er waren debatten en onderzoeken , maar onderzoekshgeld (ook verbonden aan ons project) werd stopgezet, het expertiosenetwerk werd stopgezet, .....er werd geregeld van achter het bureau. De regelgevers kwamen niet in de scholen, die lazen en interpreteerden vooral rapporten. Zo gaat dat! Wij mochten nog werken binnen het keurslijf van de "tijdelijke projecten kunst-initiatie", de ploeg medewerkers met 8 à 10 jaar ervaring moest ik laten gaan vanwege andere financierings modaliteiten. En nu.... nu zegt men dat het beleid faalt, men heeft keer op keer vanuit regels en niet vanuit inhoud gedacht. Men heeft paniekerig gereageerd op de concentratieschool terwijl ik nooit op een andere heb gezeten (een witte concentratie dan). Behalve de geadopteerde zwarte schoolgenoot waren wij zo wit en Westvlaams als we maar konden zijn. Toen ik de wereld eindelijk ontdekte was het een schok! Mijn dochters hadden meer geluk, ze kwamen in het veel gekleurde Antwerpse onderwijs terecht (gewone stedelijke scholen), scholen waar ik projecten mocht mee doen! Gewone scholen die nadachten over: leren, de buurt als uitgangspunt, kunst en cultuur als integraal deel van het leren, communicatie,.... kortom over het wezen van een school. Scholen die het ook toelieten dat de ouders en de buurt zich moeide met de school, maar de school moeide zich ook met het leven in de buurt! Ging het vanzelf, neen!!! Het was werken , zoeken, denken, werken, zoeken, lachen en handelen! Er was geen weg! Hij ontstond al lopend! In elke school was het traject anders maar de buurt was ook anders, de uitgangspunten waren anders, niet in regels te vatten dus! Ja moeilijk he als men de vrijheid in regels probeert te vatten. Na tien jaar moest het vertrouwen omgezet worden in regels, tja.... De dwazen zouden minder regels moeten maken en meer nadenken over de kracht van kunst(ja ook op school), over samenleven en hoe we communiceren, wat leren eigenlijk is! Ikzelf heb veel meer geleerd buiten school dan in de school en toch versleet ik in de school een kleerkast broeken (kon ook niet stilzitten)! Nog dit: Ouders en buurtbewoners zijn fantastisch in een leergebeuren! Kunstuitingen zijn fantastisch in een leeromgeving! Een school als culturele entiteit in zijn buurt het kan! Dan pas zijn alle discussie over wit en zwart de dwaasheid zelf! Maar het zal wel mijzelf zijn die ik tot dwazen koning kan kronen! Maar de koning der dwazen werkte verder aan alweer een nieuw project.
Culturele expressie ? Kunst en cultuur in opvoeding of het maken van een droedel!
Ik lees "culturele expressie" in een nota die gaat over hervormingen in het onderwijs. Ik krap in het haar, staar door het raam, kijk naar het roodborstje dat van tak tot tak springt maar raak niet wijzer. Ik kijk terug naar het begrip "culturele expressie" onderstreep het woord en krijg steeds meer een wee gevoel in mijn maag. Is niet alle expressie cultureel dan? Is expressie los te zien van een culturele background? Is expressie niet het gevolg van een culturele orde en programma(tie) waar we willes nilles deel van uitmaken. Er soms graag van willen bevrijd maar voor altijd mee verbonden zijn? Ik lees dat het een sleutelcompetentie is. Wat verlang ik ernaar mijn ogen te laten afdwalen in de tuin, het park, over de zee of de woestijn zo je wil. Ik wil weg van deze begrippen en hun gebrek aan transparantie en doorgrondelijkheid. Het is deel van mijn vakjargon, helaas. Ik lees eveneens dat het verwerven van een moedertaal een sleutelcompetentie is, dus mijn moeder is oorzaak van een sleutelcompetentie want de taal die ze mij leerde is dat ook. Wat een geluk dat mijn moeder mij leerde dansen, naar de zee luisteren, hoe je zag dat de melk op het vuur warm was, hoe fris de lakens na het wassen en drogen in de tuin, hoe schoon de schittering van de avondzon op de daken, wat de geur van kaneel met de gedachtendoet..... wat leerde ik veel via moedertaal. Maar moedertaal werd hier gezien als spreken en schrijven. Ach ze zijn vergeten "Sprakeloos" van Tom Lannoye te lezen denk ik dan. Ik zoek verder de nota af naar meer kunst en minder vliegwerk, maar raak verstrik in het begrip taal. Taal is enkel spreken en schrijven alsof het snuiven doorheen mijn grimas, het maken van gestes met mij lijf, het kloppen van ritmes, het.....geen taal zou bevatten. Ik maak een droedel op de te lezen nota en word er niet vrolijker op. Ik moet niet tekenen, neen ik moet lezen en begrijpen, studeren heet dat in schooltaal. Ik ben 53 jaar maar een kind van 14 jaar en wil afgeleid worden door dat roodborstje, ik wil dromen in beelden van zeeën die uitlopen in een woestijn van steen en zand, ik wil de wolken overstijgen en dan roepen en roepen "Halloooo is hier nog iemand?" Neen de kunst is een eenzame in het landschap van het leren en opvoeden. We slagen er niet in ze op zichzelf te laten bestaan, ze moet gevat in leerlijnen en competenties ter competitie met onszelf. Ik denk terug aan "Out of context, for Pina" van Alain Platel, geen ander woord komt over mijn lippen dan "just!!!" bij het zien van dat stuk. "Dat" is sterke taal, die verteld, dat is ook mijn moedertaal. En dan nu Dvorak en zijn 9 Symphony (from the new world), mijn dochter leert mij de context, over nationalistische muziek gaat het gesprek verder, en ja we horen het en doen een danske. Taal, mijnheer, taal en leren, ik leg de nota opzij. Het roodborstje is weg!
Met grote verbazing kreeg ik gisteren , eerder bij toeval, Extra Knack van 19 januari 2011, in handen met als ondertitel Kunst en cultuur in het onderwijs. Ik zou zeggen lees het eens, tuit de lippen en blaas, ja blaas nog maar eens dan is de eerste stoom eraf! Waarom is niemand van de educatieve organisaties die werken vanuit de kunsten hiervan op de hoogte? Waarom is niemand van deze organisaties geconsulteerd bij het maken van dit nummer (slechts Aifoon en De Veerman worden vernoemd in een van de artikelen, maar zijn niet geconsulteerd)? Blijf lezen en val van uw stoel en merk dat het hier over een toch wel traditionele kijk op kunsteducatie gaat. Hadden wij (kunsten organisaties met als kerntaak kunsteducatie) laatst niet een studiedag, die over de kunsteducatie die vertrekt vanuit de kunsten ging? Het is aan de makers van dit extra Knack nummer totaal voorbijgegaan. Ik weet het, dit nummer gaat over kunst in het onderwijs, maar onze manier van kijken zul je maar sporadisch terugvinden in deze geschriften. Dat ik het niet met alles eens ben hoeft uiteraard niet, dit artiekel was voor het brede publiek bedoeld en als informatie van die groep. Maar we hadden op de hoogte moeten zijn, gevraagd worden zelfs, om hieraan mee te werken of er ook een stem in hebben!!! Ik ben slecht door collegas uit de erfgoed sector op de hoogte gebracht dat we erin staan.
De stem van minister Pascal Smet is ook luider dan die van minister Schauvliege mijn inziens! Toch is het de cultuursector die massaal producten en programma's levert waar onderwijs gretig gebruik van maakt. De ware prijs daarvoor vragen aan de klant (het onderwijs dan) is onmogelijk want dan krijg je geen enkel product of programma gesleten. En wie betaald het onderzoek, de methodiekontwikkeling, de vormgeving, de distributie,....? Juist de cultuursector. Als cultureel ondernemer zie ik dat dit fout loopt, dit is een vertekende situatie , zeker als ik dan ook nog eens een opmerking naar mijn hoofd geslingerd krijg dat kunst en cultuur een slokkop is van subsidie. Dan maar de vrije markt? Cultuur voor wie betaald en kan betalen? Er is blijkbaar ook een nieuw protocol voor de samenwerking tussen cultuur en onderwijs afgesloten (na het eerste dat gepresenteerd werd in 2000 op het congres in Antwerpen , cultuur en participatie). Hebben wij daar iets over gehoord is dat met enig overleg gebeurd? Ik heb er alvast niets over gehoord, wie wel?
Er is duidelijk iets fout met het overlegmodel in de sector van kunst en cultuureducatie. Minister Smet wil een expertise centrum, ik mag hopen dat het midden op de brug staat, onafhankelijk is en niet aangestuurd door educatie of door cultuur maar door onafhankelijke expertise. Dan kan dit soort vergetelheid van een groep (de kunsten organisaties die als kern kunsteducatie hebben en verenigd onder OKO = overleg kunsten organisaties) niet gebeuren tenzij uit kwaaie wil, Daar ga ik in deze niet vanuit, al durf ik soms twijfelen, maar de mens heeft zo zijn zwakheden.
oefenen in/door kunst.... de schaduw van een bestaan
Proberen formuleren of er proberen een beeld aan te geven, een klank of wat dan ook, het zal ons lot zijn. Ik probeer wat af en blijf in het rijk van de onduidelijken steken, terwijl anderen doen of het vanzelfsprekend is of alles reeds ontdekt is. Alsof de helderheid een vanzelfsprekendheid is, terwijl we weten dat teveel licht enkel verblind of dat een ruimte zonder schaduw niet waar te nemen is. Ik probeer dan nog enkel mijn verlichte kant tot uiting te brengen(in zoverre dat die bestaat). Laat staan dat ik de schaduwkant van mijzelf zou willen duidelijk maken , wat mij ineens en ogenblikkelijk onsympathiek en vreselijk zou maken bij velen. Maar waarom zou ik ook, door mijn duistere ik ben ik net zo interessant en blijft de nieuwschierigheid, ik schaam mij niet voor die duistere kant maar hou hem toch daar waar die thuishort. Misschien steekt daar wel niets en is het één grote leegte. Maar ik had het over de heldere kant of wat daarvoor moet doorgaan! Probeer daar maar eens duidelijk over te zijn. Zeker als je het niet wil doen met woorden of beelden die mij zijn voorgegaan. Dat zou immers maar al te gemakkelijk zijn, een kopie van een ander om mijzelf duidelijk te maken, dat kan enkel een halve waarheid zijn of een leugen. Daarom is het zo nodig te oefenen elke keer opnieuw. Ik beoefen het oefenen als een deugd! Maar het valt mij zwaar om te merken dat de beelden van gisteren en anderen zo in mijn formuleren blijft steken. Het moet wel schrik en luiheid of erger nog een combinatie van de twee zijn die mij zo lam maakt. Daardoor herhalen we elkaars dwaasheid als ultieme lied. Ik verheug mij elke keer wanneer ik een kunstwerk kan ontmoeten dat daaraan ontsnapt, de schoonheid van zo'n moment maakt mij heel klein. De ene keer is het Bach, de andere keer een dansfragment van Les Ballets C de la B, of een schilderij van Rik Wouters of de woorden van...... en soms is het de vogel in het park, het zicht over een wijds landschap of de bezigheid van de mens in de stad. Het komt er allemaal zo helder uit maar met voldoende schaduw voor net dat wat verscholen moet blijven voor net dat waar ik mee verder kan. Schoon is dat , schoonheid meer dan voorbij zou ik durven zeggen!!!!
Het lijkt allemaal zo troosteloos, het regnt, het wil maar niet helder worden en het licht blijft verdoken achter een grauwheid. Bovendien spreken ze hier een bijzondere wartaal in dit land. "Ze" zijn politici die er enkele maanden over doen om ons wijs te maken dat ze elkaar niet beliegen en bedriegen, dat ze niet met dubbele agenda's en gespeleten tongen spreken, stilaan worden we echt wel heel kwaad. Komt er nog bij dat het geld in onze sector op is en dat er geen horizonten zijn om naar uit te kijken. Je zou van minder in een diepe coma gaan om het jaar mee te beginnen, hiep hiep hoera voor 2011 en daarna een diepe slaap. Maar we weten beter, slapend blijven er enkel de dromen die niet gerealiseerd hoeven te worden. En de dromen die we wel willen realiseren vragen moed en daadkracht. Vooral het omzeilen van eigen angst en vaste beelden is het moeilijkst. Ik roest zo makkelijk vast in de makkelijkheid van de herhaling, van het vertrouwde, het gisteren-syndroom. En maar dwepen met verandering, creativiteit, innovatie, vernieuwing en nieuw en dan snel naar het vertrouwde lopen om te doen wat we altijd deden. Tabula rasa, alles overboord en een wit blad, zo zeggen ze het toch in de politiek en dan beginnen ze met het gezeur van gisteren wist ik het beter. Met zijn allen "de slimste mens" die "den domme" speelt en dan op zijn sokken tien decors van sets van televisie reeksen herkend, maar niet meer weet hoe de verwondering eruit ziet. Wat verwondering en het wonder met mensen doet. We weten: geen verwondering- geen nieuwschierigheid- geen nieuwe vragen- en dus geen leren! Simpels toch. Wat is er mis met de verwondering, het nog nooit eerder bekende. Het mag in denken en doen! Het is veel heilzamer dan de roest van het stilstaan, het verkleumen door het statische denken. Dus ik ga nu de wondere wereld van de verwondering in en sluit de ogen voor het gezeur van de slimste mens die weet hoe het gisteren met mij was.
Dat denken
en het creativiteit belangrijke vaardigheden in
een kenniseconomie zijn daar schreef Piet Hagenaars (http://piet-hagenaars.blogspot.com/2010/12/onderwijs-in-de-kunsten-als-sleutel.html) op zijn blog een mooi stuk over .
In het onderwijs zijn de kunstvakken (beeldend, dans, muziek en drama)
de plaats om o.a.creativiteit te trainen maar ook het denken en reflecteren te stimuleren. Net als wiskunde die dit eveneens beroep doet op creativiteit en denken lijkt me dan ook de plaats die de kunsten hier moeten innemen niet meer ter discussie. Nu bezig zijn met, en trainen in allerlei vormen van nieuwe geletterheid is dan ook een noodzaak! Het is niet anders! Maar ook buiten onderwijs moet dit gebeuren, een samenleving die niet meer met de kunsten verbonden is of kunst die niet meer met de samenleving verbonden is een verloren zaak. We evolueren maar als we mythes, cultuur en actuele uitingsvormen integreren in ons bestaan. Ons denken gaat echt niet vooruit met elke dag hetzelfde of de herhaling van wat gisteren was. Nu lijkt het er sterk op dat we ons gemakshalve wentelen in wat reeds is verworven, wat is geweest, wat we reeds dachten en deden. Tijdens een zonnewende zijn voornemens aan de orde, en ik vraag om deze wanorde! durven de onzekerheid van het iet weten inbouwen in onderwijs en ons gehele bestaan kan redding brengen in het gekende en ons van de uitzichtloosheid bevrijden. Jongeren en het onderwijssysteem zoals vandaag uitgevoerd hebben een niet prettige relatie, je zou voor minder. Als er geen avontuur meer is als het onbekende ,niet centraal staat maar net dat wat gisteren al bekend was, als "het denken" niet gevraagd wordt maar het "nadien denken" oftewel het "nadenken" dan komen we er niet. Er is genoeg onderzoek die verwijst naar de mogelijkheden in het bezig zijn met muziek, drama, dans, beeld kortom met de kunsten, en hun waarde voor ontplooiing, voor creativiteit en ontwikkeling. En wat blijkt vandaag, wat zetten regeringen massaal op de kapblok der besparingen! Juist, dat! Er is wel even geroep in het Vlaams Parlement dat op cultuur en wetenschap besparen jammerlijk is. Maar fundamenteel kijken naar een samenleving is daar minder aan de orde dan het stratego der machtsposities zo blijkt. Het debat wordt niet opgenomen. Zei die bezig zijn met onderzoek, met kunsten, met kunsten en educatie en ontwikkeling zien het met lede ogen toe. Net nu de vraag groot zou moeten zijn, de inzet meer dan verdubbeld zou moeten worden is er algemene afbouw en een discours van " het is allemaal niet zo nodig". Uitdagingen zijn nog nooit opgelost door ze niet aan te gaan. Mensen daarin trainen met denken en doen, met creativiteit en vormgeven, met confrontatie van het onbekende tov het gekende dat is eeen ware uitdaging. Zowaar een schoon voornemen toch. Waar zitten die durvers die dat durven aangaan en niet meegaan in het failliet van vasthouden wat we hadden! Hier en daar hoor ik een zachte stem maar het roepen en de daadkracht zal groter moeten, ik spreek mijzelf moed in en ga verder! De mythe is mij voorgegaan.
In 1945 toen men ook al eens dit land wou splitsen sneeuwde het 16 dagen, nu al 18 dagen. De vergelijkingen gaan soms op. Toen was ons land in dikke crisis verwikkeld, de Waals Vlaamse politieke tegenstellingen waren groot, nu niet anders. We zijn nu wel wat rijker en luxueuser en wat verder (letterlijk dan) van een oorlog verwijderd, maar we sakkeren nog steeds dat het lijkt of we in miserie leven. maar de feiten spreken mij tegen! Ik slaap elke dag in een warm bed, neem een douche daarna ontbijt, werk, lunch, werk, neem een diner om "u" tegen te zeggen en als vrije tijd ga ik wat centen geven voor een actie zoals "Het Glazen Huis", geweten gesust. Toen in 1945 moest het geweten weer wakker gemaakt, "wie" was "wie"? waar stond hij/zij voor en vooral welke kant had hij/zij gekozen? Nu kiezen we geen kant, tenzij stiekem in een stemhok, wel overal een mening over, maar daden ooooo dat!!! Engagement waarover ging dat nu ook alweer? en solidariteit lijkt een begrip uit overgrootvaders tijd. Het is kerstmis, winterzonewende!!! We hebben alles in evenmenten gegoten zodat het makkelijk verteerbaar en dus minder vermoeiend is. Help de armoede, geef wat zeep, een deken en wat droge voeding, het kan via uw grootwarenhuisketen...... help de thuislozen..zet hem in een afgedankte kazerne maar niet in mijn tuin, daar zijn gespeciliseerde diensten mee bezig...... En politiek maatschappelijk kiezen we voor recht en rechts voor regels en wet die daar niets over zegt of toch.... elk mens heeft recht op..... Op wat? Op geluk? Geluk in regels proberen te vangen. Zoals hedendaagse schilders wazige beelden maken zo zij ook mijn gedachten vertroebeld en wazig. Het duidelijke beeld, de strakke lijn is weg.Mondriaan is vergeten en tot tentoonstelling verworden. De harmonie van de schoonheid verborgen als onder een laag vuile sneeuw. Laat maar sneeuwen nu, dan is het contrast weer groter, de tijd trager, het denken scherper, het oordeel milder,.... Ik ga de winter in als een sneeuwman op stap, wetend dat ik ga smelten als de zon terugkomt. Wat een leven, wat een blijheid. Maar er is hoop, de Nobel prijs voor de Vrede staat weer ergens voor, het beroert de wereld. Bach cantate is dat, licht dat weerkeert, ook vanuit de diepst duisternis. Het is deze schoonheid die ik zoek elke dag elk moment en al de rest, acht dat is de rest. Misschien is er toch een verschil met 1945 ik was er toen niet:)
Cultuurparticipatie
en diversiteit zijn de laatste jaren sleutelwoorden geworden in de westerse
culturele beleidsplannen en dit in hun breedste betekenissen. Ook de kunsten
werden bestookt met dit soort begrippen en moesten mee in deze stroom. Hadden
ze immers niet een prioritaire positie in het culturele landschap? Deze
begrippen waren vaag en werdendoor elkaar gebruikt. Hoe goed bepaalde concepten ook bedoeld waren, ze
vervaagden in een vloed van (studie)dagen die poogden begrippen als
intercultureel, toegankelijkheid en cultuurparticipatie te stroomlijnen.
Nu,
nog geen tien jaar na deze stroom, ziet het landschap er plots anders uit.
Na een economische of was het banken crisis, is de kunst en ook haar taak in de maatschappelijke
participatie eensklaps veranderd. Het moet allemaal niet meer zo nodig. Het
gevecht tegen maatschappelijke verzuring is even niet meer het centrum van de
storm. Het gaat immers om echte problemen, harde feiten, economische
ontsporingen, tekorten op de begrotingen, dreigend failliet van de
welvaartstaten en zo verder. En de kunst en cultuur? Ach achhhh ja, die zijn er ook
nog...
Mee
op die stroom van de vroegere begrippen, kwam de kunsteducatie meer in zicht en werd er meer belang aan
gehecht. Van jongs af aan en dit gedurende hun hele bestaan aan wilden we mensen
met kunst en cultuur in het algemeen in contact brengen. Dit is nodig om te
reflecteren op onze wereld, om de verzuring tegen te gaan, om participatie te
bevorderen, om kritisch en positief denken te stimuleren. Zowel in het
onderwijs als in het jeugdwerk, de permanente vorming, de sociale sector en de
kunstensector moest en zou de kunsteducatie (die al snel werd veralgemeend naar
cultuureducatie)aanwezig zijn en
een belangrijke positie innemen. Sommigen vergaten dat dit werk al bezig was
sinds de jaren 50 van vorige eeuw en gooiden ook kinderen met het badwater weg
en vonden alles opnieuw uit! Maar daar ga ik in deze korte tekst niet verder op
in!
Kunsteducatie
was geen werksoort maar "iets" dat overal thuishoorde. Deze vaagheid
bood kansen maar was meteen ook de grote bedreiging van het geheel. Door niet
duidelijk te specificeren wat men precies wou, kon er veel, maar welke doelen
het precies moest dienen bleef soms al te vaag. De budgetten blevenook nog wat aan de lage kantom het geheel te stimuleren maar tal
van organisaties konden mee de stroom op! Ook kunstorganisaties schreven in hun
beleidsplannen een hoofdstuk over kunst of algemener over cultuureducatie.
Daarenboven
kwamen erfgoed, media en het sociaal-artistieke luik in the picture en werden
mee in de brede waaier van de cultuureducatie opgenomen.
Er
werd ruimte gemaakt in het kunstendecreet maar ook in regelingen van het
jeugdwerk, volwassenwerk, onderwijs en sociaal werk was er plaats.Van enige afstemming was geen sprake,
wel werden er vage decretale terreinafspraken gemaakt. Zo zouden
kunsteducatieve organisaties voor jeugd zich met de vrije tijd van jongeren
bezighouden, volwassenwerk zou zich inpassen in de permanente vorming en de
kunsteducatieve organisaties die werken onder het kunstendecreet zouden vooral
de kunsten ontsluiten voor het grote publiek. En voor de sociale sector en
onderwijs: ehhhhh... daar was iedereen toch ook actief bezig met programma's.
En moest het deeltijds kunstonderwijs daar geen opdracht in krijgen? Iedereen
deed wat hij dacht goed te vinden met een veelheid aan doelen en visies.
Het
eerste helikopteronderzoek door prof. Anne Bamford gaf enerzijds blijk van tal
van goede cultuureducatieve projecten maar anderzijds van een wirwar van
reglementen, budgetten en doelen. Zij vond er alvast haar weg niet in.
De leden van de sector zelf, ondertussen gedeeltelijk verenigd in de
Federatie van Organisaties voor Kunsteducatie (het FOK), probeerden elkaar te
vinden. Ondertussen was er ook Canon, de cultuurcel van het department
onderwijs, die een eigen stimulerend programma voor cultuureducatie in het
onderwijs opzette. Wat later kwam er een ambtenarenoverleg cultuureducatie
(ACCE) dat na het bewuste Bamfordrapport de samenwerking en afstemming wou
bewerkstelligen. Maar nog steeds blijft de afstemming zoek!
Bovendien
hadden sommige sectoren hun eigen overleg. Zo kwamen de kunsteducatieve
organisaties die binnen het jeugdwerk actief waren samen in de schoot van de
jeugdraad, overlegden de onderwijsgerelateerde organisaties op eigen houtje en
verenigde het deeltijds kunstonderwijs zich binnen eigen muren, na zich herpakt
te hebben in de nasleep van het Bamfordrapport (waar ze nogal gefrustreerd uitkwamen daar ze als een nogal stugge structuur werden voorgesteld in het rapport).
Maar
wat met de organisaties die onder het kunstendecreet werken? Hoe is het daar
mee gesteld?
Deze
organisaties namen hun opdracht zeer ernstig en met een enorme dynamiek werden
programma's gemaakt. Ze werkten samen met individuele kunstenaars en tal van
kunstorganisaties om aan hun plannen gestalte te geven. Door het beleid werden
ze als een nieuwe wind ervaren en woordelijk gewaardeerd maar bij de vorige
subsidieronde helaas niet financieel opgewaardeerd.
Het
blijven dus meestal kleine organisaties met beperkte mogelijkheden maar een
groot potentieel. Daar het kleine organisaties zijn dringt een verdere
profilering zich op. Met zijn allen kozen deze organisaties ervoor om zich als
kunsten organisaties te profileren die educatie centraal stellen.
De
samenwerking met de kunstensector en individuele kunstenaars is een feit waar
men niet meer buiten kan. De organisaties zijn actief voor alle leeftijdsgroepen
uit de bevolking, al kunnen ze individueel wel accenten leggen voor een
specifieke doelgroep.Ze werken
landelijk maar gaan regelmatig de landsgrenzen over voor gemeenschappelijke
projecten en uitwisselingen.
Is er dan nog een probleem?
Helaas
wel! Doordat er geen overlegstructuur bestaat (bestond) voor deze organisaties
dreigen ze verloren te gaan in het tumult en de veelheid der dingen. Jeugd
roept enkel voor zijn organisaties, het onderwijs en het
deeltijdskunstonderwijs hebben toegang tot hun overlegorganen, en zo verder.
Daardoor dreigt de groep die onder het kunstendecreet werkt wat vergeten te
raken. Onderwijs gaat als snel bij het jeugdwerk ten rade, wat niet verwondert
aangezien ze onder de bevoegdheden van een zelfde minister vallen. Zo ontstaat
de perceptie dat onderwijs de kunsteducatie alleen aanstuurt of moet aansturen.
Terwijl de kunsthuizen meer en meer vragende partij zijn om educatie mee in het
centrum van hun organisatie te plaatsen.
Kunsteducatie
moet ook af van het imago dat het enkel voor kinderen is bedoeld of dat het
gaat om leuke spelletjes bedenken bij tentoonstellingen en voorstellingen. Het
samengaan van de kunstontwikkeling met een educatieve ontwikkeling is hier de
kern van de zaak. Kunst word door de organisaties die binnen kader van het
kunstendecreet werken ook bekeken als een educatief gegeven! Kunst is en een
sociaal maatschappelijk gegeven en een educatief gegeven. Het is dan ook voor
deze profilering dat we vandaag willen pleiten maar die we tevens ter discussie
stellen. Het is samen met de kunstensector dat we graag de profilering verder
uitbouwen enonderbouwen. We hopen
eveneens dat het beleid ons werk waardeert zowel naar inhoud als naar de
broodnodige middelen om waar te maken wat er in diverse beleid's intenties staat.
Of anders gezegd, we zijn nodig en geen overbodige luxe. Zoals het bestaan van de kunsten is de educatie die ermee samengaat een noodzaak. Maar laat ons dan ook die educatie breed bekijken zoals kunst ons ook probeert te laten zien en proeven van een breder bestaan dan we ooit hadden vermoed! Het is niet de wind, de regen of de zon die mij beroeren het is het zelf waaien, stralen en het regenen dat ik wil!
Het is een feit, we leren niet"aan" maar "af". Waarom? omdat dat makkelijk is, we verstaan elkaar, denken in dezelfde richting, mogen zelfs wat afwijkend zijn maar de basis voor de gedachte is dezelfde. Een "a" blijft een "a" en als ik "b" zeg dan is dat ook al duidelijk. Plezierig is anders denk ik dan. Wat is er nu aan om onze zelf gemaakte werkelijkheid steeds maar opnieuw vanuit datzelfde ramen te bekijken! Nogal wat mensen worden onrustig van mijn gedachte dat ik breder wil, andere vensters of zelfs geen vensters De "a" in vraag stellen en de "b " ook. Al doe ik dat vanuit wat ik ben verleerd, wat ik heb afgeleerd. De zogenaamde onzin mag weer in mijn brein, mag weer binnen in mijn bestaan, zonder oordeel over goed of slecht. Jawel dat maakt onrustig, jawel er is angst om die stap te zetten. Maar anders is er enkel stilstand en matigheid! Een zwaktebod.
Ik mocht over dit alles gisteren spreken, maar merk dat weinigen er zin in hebben. Ze vinden het wel inspirerend en houden wel van creativiteit en kunst & wetenschap (die daar nu net uitdrukkelijk mee bezig zijn) maar dan die van gisteren, niet nu, niet morgen. TEveel voor het hoofd, teveel voor het verstand! Is het luiheid of angst die ons weerhoud?
Ik hoor veel over veranderende structuren in onderwijs, plannen van beleidsmakers in cultuur maar nergens bouwt men onzekerheid in. We zijn enkel op zoek naar rust. Omdat deze wereld ons blijkbaar zo onrustig maakt? Maar met rust komen we er niet, wat is er tegen nog meer wanorde in onze orde? Geen creatieviteit zonder eerst wanorde. Geen enkele nieuwe ordening zonder eerst de oude overhoop te halen.
Kunst, kunst, kunst,...: het zou volwaardig een plaats moeten hebben in onze dagelijks bestaan, het zou een evidentie moeten zijn! Waarom? Omdat we het altijd gedaan hebben en altijd zullen blijven doen, we kunnen niet zonder het is ons eigen daar we intelectuele wezens zijn! Van orakel tot het proberen formuleren, van inhoud tot plezieren, van schoonheid tot lelijkheid, van echtheid tot kitch, van engagement tot spiegelen. Het is en moet een recht blijven voor elkeen! Maar wat zien we, overal staat het onder druk of ttz niet de kunst staat onder druk maar hoe we die willen financieren staat onder druk. Studiedagen en congressen over de creatieve ondernemer en kunstenaar ondernemer daar kan je de dagen mee vullen. Men doet of een kunstenaar of kunsten bedrijf geen ondernemer is. Mis poes! We ondernemen de ziel uit ons lijf! Maar wat scheelt er dan, tot nu toe zijn een deel of deeltje van onze inkomsten subsidies van overheden en dat wil men liever niet zo houden. Over de return die de gemeenschap krijgt heeft men het niet, wel over de uitgaven! Moeten we kunst wel financieren met ons allen of laten we dit over aan enkelen die kunstkopen, zei het om zich te plezieren, te onderscheiden, zich te laven, te reflecteren, te...? Er zijn verschuivingen bij beleidsmakers aan de hand die de waarde van het weerloze onderschatten. Maar ook wij in de kunsteducatie moeten af en toe schuldig pleiten door aan deze verschuiving mee te bouwen. Door kunst al teveel voor te stellen als een subjectief te waarderen feit, pleiten we schuldig. Het niet, of alvast te weinig onderbouwen met maatschappelijke, filosofische ,historische, economische, ...argumenten maken we de kunsten zwak. Als ik zie wat er voor kunst allemaal doorgaat zonder dat we het een daadwerkelijke plaats geven, als ik zie wat er voor niet kunst wordt afgeschreven omdat het moeite kost dan weten we dat er iets schort aan de positie van dat gebeuren. Dat maakt ons zwak, dan is het makkelijk om zoals in Nederland het budget met één hap 25% te minderen. Wie ligt er wakker van behalve de directe betrokkenen? Hoe smal hebben we ons draagvlak gemaakt. en dan zal enkel het populaire overleven, zonder dat ik het populaire als -not done- wil beschouwen blijft dit echter een schande voor een mensheid die de miond vol heeft over innovatie, creativiteit, uitdagingen, vernieuwing, globalisatie, nieuwe geletterdheid, groeien, ......; Nochtans is wat nu gebeurd een barometer voor onze samenleving, als: stotteren, formuleren, vormgeven of dat alvast pogen te doen, reflecteren en zelfs verkondigen van denken en weten, van fantasie en werkelijkheid van het virtuele en de realiteit niet meer gesteund wordt wat dan? Dan blijven we een zielig hoopje dwazen! Een niet denkende massa die steeds dezelfde rondjes zal lopen tot we erbij neervallen. Ik ga nu maar weer de begrotingscijfers bijstellen, de ploegen medwerkers van artistiek tot andere motiveren en straks kijk ik uit naar weer een ontmoeting met een boek, een schilderij een film en voorstelling een gebeuren van de hand ven een groter onnozelaar dan mijzelf om dan te constateren, kon ik het maar! Kon ik het maar!!!
Het indienen van dossiers en dossierkes is in de culturele sector een bezigheid die én gehaat én veel ellende met zich meebrengt maar een noodzakelijkheid is geworden Er is niets op tegen dat we ons als kunsten bedrijf moeten verantwoorden en motiveren van wat we willen , zeker als we daar ook overheidsgeld (Vlaams en lokaal) willen voor gebruiken. Maar dat er zich daar veel volk mee moeit, die zich niet de moeite getroost om zich van de realiteit en de praktijk van kunst en kunsteducvatieve projecten op de hoogte te stellen neemt deze dagen te grote proporties aan. Zo werd ooit een project (een concert) van een muziekensemble niet gehonoreerd omdat het educatief niet goed in elkaar stak (mijn naam kwam ergens in de rand van het dossier voor en dus moest het wel kunsteducatief zijn terwijl het er niets mee te maken had). Of beter nog: kunsteducatieve projecten die vergeleken worden met onderwijssituaties en vervolgens met de spelregels van onderwijs worden beoordeeld. Of nog erger kunst educatieve projecten waar de kunst zoek is geraakt die worden gehonoreerd omdat ze sympathiek ogen in een straatbeeld. Het is er allemaal!!!! De dossierschrijver komt terecht in een hutsepot van beoordelingscriteria die allen zo subjectief zijn dat het veel tijd en ruimte vraagt om deze subjectiviteit te ontsluiten en te gebruiken in zijn geschrijf. En waarom? Omdat we oordelen zo plezant vinden: dit is "een goed project" dit is" een slecht project" (zonder ook maar het project gezien te hebben, enkel op woorden beoordeeld). Mijn ervaring is ook deze: hoe kleiner het budget dat ter beschikking is hoe moeilijker de beoordelaars. Deze heel dikwijls uit de mouw geschudde beoordelingscommissies laten zich voelen als helden van het kunsten veld. Jawel ik mag mij af en toe ook in dat soort middens begeven en toegegeven het gaat er niet altijd kwalitatief aan toe. Sommige commissie leden weten het beter, en best en vooral weten ze hoe het nog beter kan. Waarom is er geen vertrouwen in proffesionele organisaties, waarom niet werken met de bestaande degelijke controle en doorlichtingen die in het culturele veld al voor handen zijn. Waarom lokaal nog eens overdoen wat op Vlaams niveau al reeds werd bevraagd en goedbevonden? Neen liever lokaal ook nog eens een oordeel uitspreken. De beoordelingscommissie als held!!!! Veel lijkt te maken te hebben met afgunst en vooral met niet gunnen van ontwikkeling. Oordelen is iets waar we met z'n allen zo in goed zijn dat we veel naar de knoppen helpen. Nederigheid en geloven in engagement is moeilijker, laat staan meedenken. Beoordelaars die mee denken over oplossingen ipv van louter te oordelen over een concept zijn een aanwinst. Zei die louter oordelen op grond van eigen geweten zullen "het geweten" wel hebben zeker!
Ze was te jong om haar jong overleden moeder ten grave te dragen. Moedig, hoe ze een kistje met wat as in haar armen droeg. Jonge dochter met jonge moeder. De dood en het ongewisse als een niet te verbeelden woord. Dat alles speelde zich af in de achterbuurten van een kleine stad die groot is "Berendrecht", een deel van een achterliggend district waar industrieel geweld en verloren gewaande schoonheid elkaar treffen. Ik ben er op een zaterdag, wolken laag in de lucht af en toe zon! Alles lijkt hier verloren op deze dag. Een jonge vrouw verloor haar jonge moeder. Het dorp verloor zijn glorie, de zon zijn zicht op de aarde, en ik.... wat verloor ik. Ik sta wat verloren tussen vele onbekenden. Ik heb geen woorden voor dit eindigend spektakel van een leven, want het is duidelijk, het hoort erbij! Voor het teruggaan kijk ik nog even over de velden tot aan de enorme kranen die de haven afbakenen. Ik kijk nog even dit dorp rond met zijn lelijke en aftandse architectuur die weer mooi wordt. Ik weet mij geen houding en kom niet op verhaal. Ik sta als voor een wit blad, een wit doek, een lege scene, een zwijgend orkest en er komt niets! Het is "dood" niets anders dat dat waar we met zijn allen naartoe gaan. Niets anders dan de zekerheid van een begin. Ik begrijp dat een schilder witte verf op een wit doek aanbrengt, de solist begint met stilte, elke tekst eerst een witregel laat,.... daarna begint het vervellen, tot er niets meer overblijft. Niets als eeuwige vrijheid!
Soms is een wit blad veel duidelijker dan een blad vol woorden. Het broze van het witte, van de open vraag van het nog niet beantwoord zijn, het niet vervuild zijn, het niet beschreven zijn. Maar u nog ikzelf kwam onbeschreven de wereld binnen. Ik kwam gehavend met vlekken en losse zinnen de wereld binnen en schrijf nu aan de tekst van het bestaan. Wat kan ik hunkeren naar dat onbeschrevene, naar dat witte niets, waar niets nog een naam nog kleur nog geur heeft. Het onbestaande dat je opnieuw bekijkt en niet begrijpt er ook geen oordeel over hebt. Ziets als een gesprek waar het stil blijft, lang stil en toch vol van betekenis. Je weet als je de woorden zult uitspreken dat alles voor goed is veranderd, dat het oordelen begint, dat betekenis zal vastgelegd worden. Dat uistelgedrag blijkt dan ook zo lastig vandaag. We hebben over alles een mening, een oordeel. Indien we dat niet hebben lezen of horen we die van anderen en alles is weer vastgezet gebetoneerd in de banen van mijn hersenen. Voorgoed afscheid van wat onschuldig was. Ik ben schuldig tot mijn diepste vezel aan het oordeel van de wereld.
Wat hou ik van het onbeschrevene, het witte blad en hoe lastig is het om dat zo te laten. De stilte in het gesprek, de muziek, het niet bewegen in de dans, het niet zetten van de lijn op het doek! Als dwaas tik de letters van een onwetendende alsof ik alles weet, alles aankan, alles begrijp. De schoonheid van het niet begrijpen, van de open vraag, waar het antwoord niet het einddoel is. Soms kan ik het contradictorisch horen bij een piano kwintet van Schuman of de gezangen van een kleuter, zag ik het bij Kandisky of in de tekening van het kleine kind. In het ruizen van de bomen of de bewegings stukken van Alain Platel. Soms is het net niet begrijpen van wat er gebeurd de schoonheid voorbij en daardoor zo waarde- vol.
Voortaan enkel nog kunst neem ik mij voor! Het is het enige gebied waar misdaad niet bestaat. Ik laat buiten beschouwing de kunsthandel die misdaden te over heeft voor het eigen welzijn, het kunstenbeleid dat zowat overal ter wereld een misdadig instrument is daar het expressie en uiten van gedachten goed te weinig ondersteund laat staan het kunst evenement al dan niet in een of andere schone binnenstad of landelijk dorpje ter promotie van zichzelf (city marketing) en niet de gedachte!!!
Neen ik heb het over de zinvolle besteding van het pogen de wereld met een onbekommertheid te bekijken, te voorzien van commentaren, subjectief te beschrijven of alvast dit alles te pogen. Het is het enige gebied waar de misdaad afwezig is, waar de misdaad niet kan aan tippen. Niet dat de leugen weg zal zijn, die is niet weg te denken. elke uitdrukking is na het uitdrukken reeds een leugen. Het zijn steeds maar pogingen tot een greep krijgen op een werkelijkheid. Of we daar veel wijzer van worden? Ik denk het wel, ik weet het zelfs zeker. Het spel van de relativiteit van de eigen uitdrukking is het groots in de kunstbezigheid. Het loopt echter fout als men deze de relatiteit van het uitgedrukte probeert aan de man te brengen als de norm, het ware en de werkelijkheid. We hebben al Goden en goeroes genoeg in dit bestaan en zie wat bakken zei ervan?
Dus geef mij de prutser maar die het probeert en dit telkens weer opnieuw probeert, zeker wetend dat hij elke keer weer een benadering van wat hij wil zal maken. En dit kan volhouden, zelfs zijn leven zo inricht dat hij enkel en uitsluitend daarmee bezig kan zijn. Zo'n schoonheden kunnen we niet genoeg koesteren, niet genoeg aan ons hart drukken. Het helpt ons om al het uiterlijk vertoon zich dwingend in het keurslijf van "de norm" aan het wankelen te brengen. Het brengt de chaos terug in ons leven het berngt net die verandering teweeg waardoor ademen weer benemend wordt. Schoon echt schoon dus!!!
Een week waren we samen ergens in Frankrijk -
ik noem naam nog streek zodat niemand dit schone oord kan vinden -, vrienden op
vakantie.
In dit stille oord vullen we het met onze
aanwezigheid, ons geratel of toch voornamelijk dat van een van ons, dat wanneer
het dreigt stil te vallen, aangewakkerd wordt door iemand anders van het
gezelschap. De grappen herhalen zich dagen na elkaar en worden steeds groter en
voller van kleur. Maar er zijn ook de langerokken momenten van stilte, iemand
tekent, drie lezen een boek, een zwemt of liever drijft in het water en ik kijk
toe. Het is allemaal met veel liefde en respect gekruid. Het laise fair van een
vakantie onder vrienden, de genoegdoening der genoegdoeningen. Literatuur wordt
verslonden net als de veel te copieuze maaltijden (we doen het dit jaar iets
rustiger met het eten hé mannekens) met volle teugen wijn, zonder ons dronken
te voeren, de avonden zijn immers lang en van sterrenhemels voorzien. De
volgende dag is zoals die daarvoor maar toch anders,met de nodige activiteit zoals een rommelmarkt (het kunnen
er ook meerdere zijn) als afwijking. Aan het ontbijt is het woord al weer uitgevonden
en ratelen sommigen aan één stuk, anderen knikken of houden het bij een zachte
repliek die steevast beantwoord wordt met alweer een beeld van een spraak.
Iemand heeft er al een ochtendwandeling op zitten een ander al een koude
zwembeurt achter de rug. Plannen voor de dag zijn er niet, er zal wel iemand
voor (een teveel aan) eten zorgen en ook de wijn aanvullen. De afwas lost
zichzelf op en opruim evenzeer. Twee rijden door het landschap als komen ze er
voor het eerst en dit na twaalf jaren. Er zijn meer Buizerds dit jaar en het
landschap is nog schoner, de regen heeft alles zijn volle groenheid terug
gegeven de bruine koeien steken zacht af tegen de schakeringen van zoveel groen
dat woorden, ook al hebben we er veel deze dagen, onvermogend zijn. De dagen
zijn vol zon en schone vriendschap, al regent het af en toe en soms een ganse
dag of toch bijna.
Na een week rijden ze weg de vrienden, drie
mensen, twee vertrekkende wagens, de streek blijft mooi en de zon schijnt volop,
toch is er even dat weeë gevoel aan de maag die leegte suggereert. De streek
blijft mooi en toch is er gemis. Vaknatie zijn vooral vrienden eender in welk
landschap, je maakt met vrienden een taai dor landschap tot een schoonheid,
zoveel is zeker.Twee dagen later
is er herinnering en minder luidruchtige woorden, een nieuwe schoonheid bouwt
zich opvoor alweer een nieuw
verhaal een nieuw beeld.Toch
blijft het nazinderen en nooit meer weggaan. Er zijn tekeningen, fotos van wat
ons boeit aan de streek, verhalen hier en daar opgetekend of opgeslagen in een
of ander zijn brein maar er is bovenal een niet te bewoorden of beschrijven
iets wat blijft en zich nooit heeft laten vangen aan welke expressie dan ook.
Zelfs de herhaling, de wederopvoering, de replica, de afdruk, de copie, de
kloon, de . is onmogelijk.
Met het
uitzicht op een valei met want bruine voortschrijdende koeien in het
ochtendlicht, met naast mij een reus van een paardekastanjeboom een wilg daarachter
en zacht op de achtergrond een specht en nog wat door mij niet te definieren
vogels. Eveneens op een verre, verre achtergrond het geluid van de beschaving
die rondvliegt hoog in de lucht zijn Co2 uitspuwend over het mensdom en zijn
teloorgang. Op zo'n ochtend als deze is alles helder en fris , niet enkel de
kleur, de geur, het zicht, het proeven en smaken van de ochtend maar ook de
gedachte.
Uiteraad
zijn wij creatieve wezenbij
uitstek, diegene die mee beslissen over wel en wee over goed en kwaad, over
verdergaan of alles opgeven of erger vernietigen tot de laaste levende cel. Wij zijn
in staat tot denken tot handelen vanuit dit denken. We zijn hoofdpesronage in een
slechte film of in een schilderij waar elk perspecrtief vals is, in een orkestraal
werk waar disonaten zo zijn gestapeld dat het pijn moet doen, waar elke beweging
de vernietiging van het ieigen lijf als beweegreden heeft.
Is het dit
nu, is het dit wat we cultuur noemen? Wat een vriendelijke gedachten om de dag
mee te beginnen!!! Ik zit ook op
een lekker zittend meubel, ik proef straks de heerlijke koffie - vooral die
eerste slok-, wat grof brood kauwend en dan de vrienden die met mij hier
verblijven begroetend. We gaan de dag in al ratelend over deze en gene kunstige
ingreep van de mens, bewonderend kijken naar dit landschap, ons verbazend over
evenwicht tussen natuur en de ingreep van onze soort. Wij cultuur en kunstminnend volk op kop
moeten dit zien, dit soort paradox van de eigen wil, van de eigendrang naar meer
en schoner. De tegenstelling varvat in elk van ons, van spraak en tegen spraak,
van laten en ingrijpen, van dromen en dadendrang. Wat willen we nog bewijzen?
Wat moeten we nog bewijzen? Waren de vorige teloorgangen van een cultuur niet
genoeg of proeven ook deze naar meer en groter naar erger en totale waanzin. W<illen we het
uly-tieme bewijs va de vernietigende kracht van de creativiteit Of kijken we
naar de dwaasheid deze schone gave, niet te wetenhoe gebruiken voor het
subtiele, het kleine, het voorzichtige.Het voorzichtig toevoegen zoals in een vioolkwartet, voortdurend zoeken
naar klank, tegenklank, samenklank maar vooral muziek makend, die elke noot,
elk geschreven woord, elke gedachte weet te overstijgen door schoonheid van het
zijn. Is het zo moeilijk dat evenwicht?
Waarom
hebben we steeds last van dadendrang uit bewijs van ons bestaan. Het kan zo
simpel: drie tonen bovenop elkaar, drie evenwijdige lijnen een stapel van drie
stenen op elkaar, zoals Bram mij zo mooi vertelde
in een eenvoudig lied.
Maar nee, hormonaal gestuurd en vol van
bewijsvoering woelen we aarde om, vliegen rond en rond en rond, kleuren scènes
in, braken tekst en uitleg naar elkaar en zwoegen en zweten tot we uniek en met
grote leugenachtigheid weer een nieuwe waarheid verkondigen.
Ik kijk verder naar beneden, ruik de koffie
al, hoor mijn vrienden en ik ga over tot de dwaasheid van elke dagmet plezier en vol overgave. Misschien
wordt mijn dag wel geheel doorspekt van eenvoud en liefde, het zal vakantie
zijn hoor ik u denken. Je hebt gelijk, duizendmaal gelijk!
Alsof het
zo is, en niet anders. Over vol en leeg en alles tegelijk en over oplossen in
twee betekenissen.
Het lijkts
alsof de stad alle impulsen heeft , alsof stedelijkheid een noodzaak is. Aan de
hoeveelheid opgehooptheid te zien delen velen die mening. Opeen gehoopte
mensen; opeen gehoopte gedachten en impulsen, opeen gehoopte cultuur,
opeengehoopte vervuiling, opeengehoopt geluid, opeengehoopte emotie en
gedachten . Schoon zo schoon tot ik me de allesomvattende stilte veroorloof met
niets dan het geluid van een koe, een verre haan, het geluid van vliegen. Maar
vergis u niet ook cultuur heeft hier zijn invloed. Ik bewijs midden in de wei
met mijn MacBook op schoot dat het zo is, ik ben omgeven door weiland en vaag
afgebakend akkerland. Zicht op roodbruine boerderijen met typische daken en
jawel om het uur in de verte een wagen die deze wegen ook neemt. Ik weet dat
een paar bochten en een heuvel verder er een kasteel hoog boven het landschap
tornt maar zoals mijn vriend gisteren beschreef, er is zoveel evenwicht tussen
natuur en cultuur dat je er stil van wordt, iedereen blijkbaar . Met zn allen
in die mantel der stilte die zoveel inhoud. Neen, het is niet de romantiek van
den buiten die mij hier naartoe brengt, ook niet het afkicken van een teveel
stad of mensdom, het is het verstillen zelf dat ik hier elke keer weer
leer. Het luisteren naar dat overdovende, zelf midden van een traag en stil
landschap. En ja ook hier wordt ik verstoord door een vliegtuig in de lucht als
eeuwige verbinding tussen alle overvolle plekken, maar ik sta mij toe even te
verpozen tussenin, het op adem komen, de noodzaak van de stilstand die vol is
van beweging.
Nu ik zover
ben komen ze als vanzelf, de kleine grote duidelijkheden waar ik al een jaar op
wroed en denk zonder dat er zich ook maar een oplossing lijkt aan te bieden,
het ligt hier allemaal zomaar voor het rapen. Bij elke stap van de kudde
koeien, bij elke wolk voor de zon, bij elke toost die wij (de vrienden)
uitbrengen op het ogenblik nu. En dan met grote woorden en weidse gebaren verdrijven
we alle stilte want zoveel schoonheid kunnen we niet verdragen, zoveel
oplossing is teveel, zoveel vreugde vraagt om lawaai om het zoeken naar deander, de veelheid, de stad, de hoop
van de hopen.Maar we leren bij,
elke dag verwijderen we ons weer van elkaar om op te gaan in de veelheid van de
stilte, om mee op te lossen in het geheel der dingen. Tis dat wat ik meenemen
wil, om straks bij mijn terugkeer weer op te gaan in het hopen teveel. En voldoende stilte en
rust in mij te hebben om die orde te verstoren, om ze element per element weer
op te bouwen tot ik zie dat ook weer dat een stotterenis, een probeersel om samen te leven of
samen leven te maken zonder al teveel oordeel vooraf. Zonder het weten van wat
gisteren al reeds bewezen is, zonder het teveel aan teveelheid. Gewoon het
witte blad, de stilte voor de eerste vioolstreek in welke toonaard dan ook,
zonder de volheid van de woorden op het podium, de volheid van de beweging die
alle geschiednis met zich meedraagt. Gewoon niets om alles weer opnieuw te
formuleren of toch te pogen.
Daarom ben
ik ook nu weer stil te midden van deze gedachte.
Mijn
schaduw was een twintig meter lang. Prettig om vast te stellen dat je in een
slanke en ranke versie boven jezelf kan uitstijgen. Prettig om vast te stellen
dat dit weidse landschap dat zicht van mijzelf nog aankan. Alles is stil en nog
steeds moet er niets, toch is het nog steeds bevreemdend om het te aanvaarden.
Na de drukte van een jaar waarin doen en herdoen, verleggen en verplaatsen,
betalen en betaald krijgen, overleggen en wegleggen, horen en gehoord worden,
praten en bepraten, beelden en verbeelden en nog veel meer van die activiteiten,
is een de roep van een buizerd in
de ochtend, de zwaluwen op een draad het zachte en soms minder zachte gezoem van slapende liefden op de de achtergrond het middelpunt van mijn bestaan. Ik
heb tijd heruitgevonden maar weet ineens niet waar ik er mee blijven moet.
Gelukkig is er veel om mij van die gedachte af te leiden, een lichte mist die
optrekt uit het landschap, de warmte van de vroege zon, licht koude voeten in
het natte gras. Vier ezels staren in de diepte en doen alsof ze niet gaan
bewegen vandaag. Ik adem in en uit en ben mij zeer bewust van mijn aanwezigheid
in deze schoonheid. Pas ik hier nog wel in of ben ik zo vervreemd dat het een
vlek is midden van een zich zelfvoltrekkende tekening.
Alles is in
evenwicht, nochtans is er ingegrepen maar met zocveel zorg en respect met het
kunnen laten van overdaad met het kunnen laten gaan. Nochtans moet ik maar een paar kilometers rijden
en alles geraakt verstoord door lawaai en een teveel aan activiteit, een nieuwe
orde die we gemakshalve cultuur zijn gaan noemen. Al is deze hier zeker ook,
maar dan soberder, met mate aangebracht.Ik wacht nog even ik verpoos nog even voor ik met lawaai van mijn wagen
het lawaai van onze ore weer binnedonder en met de liefde van elke dag mij moei
en bemoei, mij smijt en er met mij gesmeten wordt, ik praat en bepraat wordt,
ik maak en laat maken, wij zien en gezien worden , drinken en dronken raken, ..
en telkens met die ene vraag voor ogen waar zijn we nu weer mee bezig. Beide
levens zijn er en ik mis ze niet graag al ben ik er mij zeer bewust van dat een
laaste adem, die laaste keer zon op de huid , de laaste keer kabaal maken, de
laaste beweging aanzetten tot de mogelijkheden behoort.
Maar laat
het nog maar wat duren dat dubbelzinnige, dat eeuwige gezoek . Ik kijk nog even
in de verte naar een iets kortere versie van mij schaduw en weet dat de ochtend
stevig begonnen is.