wat anders in het hoofd of het hart blijft steken! Als het mij overvalt, of mij niet loslaat. Maar het kan ook voor het oefenen zijn. Oefenen in waar ik niet in opgeleid ben, oefenen met woorden.
30-08-2010
vakantieoefening 1 over vol en leeg
Alsof het
zo is, en niet anders. Over vol en leeg en alles tegelijk en over oplossen in
twee betekenissen.
Het lijkts
alsof de stad alle impulsen heeft , alsof stedelijkheid een noodzaak is. Aan de
hoeveelheid opgehooptheid te zien delen velen die mening. Opeen gehoopte
mensen; opeen gehoopte gedachten en impulsen, opeen gehoopte cultuur,
opeengehoopte vervuiling, opeengehoopt geluid, opeengehoopte emotie en
gedachten . Schoon zo schoon tot ik me de allesomvattende stilte veroorloof met
niets dan het geluid van een koe, een verre haan, het geluid van vliegen. Maar
vergis u niet ook cultuur heeft hier zijn invloed. Ik bewijs midden in de wei
met mijn MacBook op schoot dat het zo is, ik ben omgeven door weiland en vaag
afgebakend akkerland. Zicht op roodbruine boerderijen met typische daken en
jawel om het uur in de verte een wagen die deze wegen ook neemt. Ik weet dat
een paar bochten en een heuvel verder er een kasteel hoog boven het landschap
tornt maar zoals mijn vriend gisteren beschreef, er is zoveel evenwicht tussen
natuur en cultuur dat je er stil van wordt, iedereen blijkbaar . Met zn allen
in die mantel der stilte die zoveel inhoud. Neen, het is niet de romantiek van
den buiten die mij hier naartoe brengt, ook niet het afkicken van een teveel
stad of mensdom, het is het verstillen zelf dat ik hier elke keer weer
leer. Het luisteren naar dat overdovende, zelf midden van een traag en stil
landschap. En ja ook hier wordt ik verstoord door een vliegtuig in de lucht als
eeuwige verbinding tussen alle overvolle plekken, maar ik sta mij toe even te
verpozen tussenin, het op adem komen, de noodzaak van de stilstand die vol is
van beweging.
Nu ik zover
ben komen ze als vanzelf, de kleine grote duidelijkheden waar ik al een jaar op
wroed en denk zonder dat er zich ook maar een oplossing lijkt aan te bieden,
het ligt hier allemaal zomaar voor het rapen. Bij elke stap van de kudde
koeien, bij elke wolk voor de zon, bij elke toost die wij (de vrienden)
uitbrengen op het ogenblik nu. En dan met grote woorden en weidse gebaren verdrijven
we alle stilte want zoveel schoonheid kunnen we niet verdragen, zoveel
oplossing is teveel, zoveel vreugde vraagt om lawaai om het zoeken naar deander, de veelheid, de stad, de hoop
van de hopen.Maar we leren bij,
elke dag verwijderen we ons weer van elkaar om op te gaan in de veelheid van de
stilte, om mee op te lossen in het geheel der dingen. Tis dat wat ik meenemen
wil, om straks bij mijn terugkeer weer op te gaan in het hopen teveel. En voldoende stilte en
rust in mij te hebben om die orde te verstoren, om ze element per element weer
op te bouwen tot ik zie dat ook weer dat een stotterenis, een probeersel om samen te leven of
samen leven te maken zonder al teveel oordeel vooraf. Zonder het weten van wat
gisteren al reeds bewezen is, zonder het teveel aan teveelheid. Gewoon het
witte blad, de stilte voor de eerste vioolstreek in welke toonaard dan ook,
zonder de volheid van de woorden op het podium, de volheid van de beweging die
alle geschiednis met zich meedraagt. Gewoon niets om alles weer opnieuw te
formuleren of toch te pogen.
Daarom ben
ik ook nu weer stil te midden van deze gedachte.