wat anders in het hoofd of het hart blijft steken! Als het mij overvalt, of mij niet loslaat. Maar het kan ook voor het oefenen zijn. Oefenen in waar ik niet in opgeleid ben, oefenen met woorden.
11-02-2011
noodzaak en aandrang (over cultuur, kunst, licahmelijkheid, sport en meer)
In de vroege ochtend iets schrijven over kunst en cultuureducatie daar is aandrang mee gemoeid denk ik dan! Maar ze slaan me om de oren met cijfers over participatie en stijgende en dalende trends, over gedrag van mensen, hun tijdsbesteding, hun koopmotivatie, hun motivatie tout cour en meer van al dat fraais. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat er wat verwarring bij komt kijken. Zo is er geen duidelijk onderscheid gemaakt tussen lichamelijkheid en lichamelijk bezig zijn en sport, tussen cultureel actief zijn en als kunst participant kunnen ingeboekt worden. Cultureel zijn we met zijn allen actief net als we met zij allen lichamelijk actief zijn, hoe willen we anders aan deze grote boze of brave wereld mee gestalte geven, hoe wil ik mijn zingeving anders gestalte geven? Anders is het gesteld als we meer gespecialiseerd gaan kijken vanuit nog steeds vage definities over sport of kunst. Wat wat zijn deze begrippen en wanneer spreken we over bvb "kunst". Lid zijn van een amateurclub en er actief zijn is kunstbedrijvigheid, thuis een tekening maken niet, dit op een acedemie doen weer wel en er naar kijken in een museum ook, de tekening van mijzelf thuis bekijken.....? In de tuin tegen een balletje stampen is geen sport ditzelfde of met zelfs minder vaardigeheid in groep bij een clubje doen is dat wel? Wat willen we echt meten vraag ik mij af. Gisteren hoorde ik prof. Honing van de universiteit van Leiden op Klara over ritme een exposé doen. Dat we van op dag één van ons leven ritme herkennen. Dit wil zeggen dat ritme gevoeligheid aanwezig is om ons bestaan te laten zijn wat het is en dat ritme hiervoor noodzakelijk is. Bij de vraag of we muziek nodig is kon deze prof. uiteraard geen antwoord geven maar zijn overtuiging was het wel. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat we niet zonder kunst kunnen. De vraag blijft hoe we dit fenomeen definiëren. Als kunst geen gebeuren is, maar louter product en liefst één met markteconomische eigenschappen dan participeren we inderdaad niet allemaal. Gaan we echter uit van de noodzakelijkheid tot vertellen, tot uiten, tot vormgeven dan hebben we het met zijn allen in ons. De ontwikkeling daarvan is een maatschappelijk must, dat is mijn overtuiging. Dit laatste is dan ook mijn ware drijfveer van wat ik doe! We hebben in ons allen het vermogen, maar het ontwikkelen is een ingewikkeld maatschappelijk spel tussen vele opvoeders (ouders, leerkrachten, vrijetijdsaanbieders, de straat, de omgeving, de mentaliteit,.....) Meten doet men echter louter bij bezigheden en dan zijn conclusies mijn inziens toch eenzijdig, toch? Kijk nu eens in wat voor gedrochten van gebouwen we kinderen acht uur per dag of meer laten lesvolgen, echt geen toonbeeld van kunstzinnigheid, de activiteiten al evenmin. Zoomen we echter in op het meubilair (en bij te strenge scholen op hun schriften of papieren als ze dat nog hebben) van de student dan zien we een hoeveelheid van tekens,tekeningen, woorden, droedels, boodschappen, die smeken naar iets anders! Ook op hun computerschermen wemelt het van tekens en vormgevingen. Een meer globale blik op kunst en in brede zin cultuureducatie zou deze discussie moeten aangaan in plaats van louter te focussen op enge participatiecijfers (die helpen, maar zijn te eng om de gehele situatie te bekijken). Ik heb niets tegen onderzoekers en monitoring van bezigheden, wel tegen de steeds weer kerende neiging cijfers als een "God" te gebruiken bij beslissingen zonder dat de discussie van daaruit breder wordt gemaakt. Dat is klein en kortzichtig, ik noem dit ongewild een beetje Hollands, met excuses aan mijn noorderburen. Maar daar zag je ook dat beleid vanuit cijfers om de paar jaar andere richtingen insloeg, terwijl we weten dat gedrag en maatschappelijk verandering met generaties te maken heeft. In dat laaste waren zuiderlingen dan weer de overdrijvers, daar legde men soms geen accenten vanuit beleid waardoor het geheel ook bleef steken. Als ik gisteren in de Vlaamse pers en media de discussie hoor over cultuurparticipatie en het gaat over kunst dan weet ik al hoe laat het is. Termvervaging en ieder zijn waarheid. Jammer, laat ons de gemaakte Survey bekijken en plaatsen binnen de berde culturele context van ons bestaan. Laat ons bekijken hoe we kunst definiëren vandaag en ons vragen stellen waar we morgen mee aan het werk kunnen, dan gaan we vooruit. Nu zit de discussie gevangen in het al dan niet besteden van overheids budget, laat ons daar over duidelijk zijn, voor culturele noodzakelijkheden zoals: kunst, onderwijs, welzijn, lichamelijke ontwikkeling zal er nooit genoeg budget zijn. Zelfs als kiest een overheid ervoor louter faciliterend te zijn. Een beetje overheid zou meer mogen van mij maar dat is een andere discussie! Aan het werk dan maar.
Het moet onderhand veertien jaar geleden zijn dat we met het project "Vlaggen & Wimpels" gestart zijn. De uitdaging was, scholen een culturele entiteit in hun buurt laten zijn, scholen laten communiceren met hun buurt en omgekeerd en dat alles tot het welzijn en de ontwikkeling van kinderen. Ons middel "Kunst"! Niets meer en niets minder, we gaven scholen een artist in residentie die als opdracht meekreeg: 1. kinderen, ouders,leerkrachten, buurtbewoners hun verhaal laten vertellen via allerlei kunstprojecten, 2. zorgen dat de school elementen uit de buurt plukt, daarmee iets doet en het dan teruggeeft aan de buurt(communicatie dus) op een kunstzinnige manier. 3 scholen helpen om te zorgen dat ze een culturele entiteit in hun buurt werden. Het werkte, het werkte zeer goed, rond de eeuwwisseling waren we met 27 scholen aan het werk, samen met een schare ongeloofelijk gemotiveerde artistieke medewerkers boekten we succes van Kortrijk tot Maas-mechelen, en ook in de centrum steden deden we het zeer goed! We werden Europees opgenomen in een project dat geleid werd door de zeer geprezen Ken Robinson, we kregen de Evensprijs in 2003 voor dit prachtige werk, we werden op alle fora geprezen tot..... totdat mensen met regelgeving aan de slag gingen. Men wou het netjes regelen! Onze ervaringen en methodieken werden opzij geschoven. Aan de ervaring van scholen werd voorbijgegaan! Jawel er waren debatten en onderzoeken , maar onderzoekshgeld (ook verbonden aan ons project) werd stopgezet, het expertiosenetwerk werd stopgezet, .....er werd geregeld van achter het bureau. De regelgevers kwamen niet in de scholen, die lazen en interpreteerden vooral rapporten. Zo gaat dat! Wij mochten nog werken binnen het keurslijf van de "tijdelijke projecten kunst-initiatie", de ploeg medewerkers met 8 à 10 jaar ervaring moest ik laten gaan vanwege andere financierings modaliteiten. En nu.... nu zegt men dat het beleid faalt, men heeft keer op keer vanuit regels en niet vanuit inhoud gedacht. Men heeft paniekerig gereageerd op de concentratieschool terwijl ik nooit op een andere heb gezeten (een witte concentratie dan). Behalve de geadopteerde zwarte schoolgenoot waren wij zo wit en Westvlaams als we maar konden zijn. Toen ik de wereld eindelijk ontdekte was het een schok! Mijn dochters hadden meer geluk, ze kwamen in het veel gekleurde Antwerpse onderwijs terecht (gewone stedelijke scholen), scholen waar ik projecten mocht mee doen! Gewone scholen die nadachten over: leren, de buurt als uitgangspunt, kunst en cultuur als integraal deel van het leren, communicatie,.... kortom over het wezen van een school. Scholen die het ook toelieten dat de ouders en de buurt zich moeide met de school, maar de school moeide zich ook met het leven in de buurt! Ging het vanzelf, neen!!! Het was werken , zoeken, denken, werken, zoeken, lachen en handelen! Er was geen weg! Hij ontstond al lopend! In elke school was het traject anders maar de buurt was ook anders, de uitgangspunten waren anders, niet in regels te vatten dus! Ja moeilijk he als men de vrijheid in regels probeert te vatten. Na tien jaar moest het vertrouwen omgezet worden in regels, tja.... De dwazen zouden minder regels moeten maken en meer nadenken over de kracht van kunst(ja ook op school), over samenleven en hoe we communiceren, wat leren eigenlijk is! Ikzelf heb veel meer geleerd buiten school dan in de school en toch versleet ik in de school een kleerkast broeken (kon ook niet stilzitten)! Nog dit: Ouders en buurtbewoners zijn fantastisch in een leergebeuren! Kunstuitingen zijn fantastisch in een leeromgeving! Een school als culturele entiteit in zijn buurt het kan! Dan pas zijn alle discussie over wit en zwart de dwaasheid zelf! Maar het zal wel mijzelf zijn die ik tot dwazen koning kan kronen! Maar de koning der dwazen werkte verder aan alweer een nieuw project.