Deze morgend kunnen uitslapen dankzij het winteruur, dan de gebruikelijke boterham met choco. Twee mokken koffie, een paar keer de toiletten bezoeken, de sporttas nazien, niets vergeten! De verplaatsing naar Etten-Leur is een autorit van minder dan een uurtje rijden, een aanrader. Het is voor de zesde maal dat ik aan deze marathon zal deelnemen, met wisselend succes. Voor de inschrijving, de kleedruimte en voor een drankje moet je in de Nobbelaer zijn.
We komen daar snel volk tegen, Marc Papanikitas en Bart de Grove zijn ondermeer van de partij. Op het gemak een ice-tea drinken, de rest van de familie drinkt een warme chocomelk, even de tijd doden. Veertig minuten voor de start is het tijd om van kledij te veranderen, Wat vaseline smeren en reflexspray spuiten. Dan op het gemak naar het startvak, hier geen gedrum en nervositeit, rustig naar de eerste startrij, zonder gedoe. Om 11:30 worden we op gang geschoten, van de eerste meters voel ik dat het mijn dagje niet zou worden.
De dijspieren lijken wel te kort, en de voetpees protesteerd in volledige harmonie met de rechter achillespees. Toch kan ik het niet laten om zo goed als mogelijk op te schuiven, de eerste drie kilometer gaan in ( 0:11:11). Met een 1.5 km met wind mee, de wind zal vandaag een grote tegenstander worden, we zijn na 4 km met 4 lopers. Dat is een klein groepje na een toch normale aanvang, andere jaren is de groep zeker dubbel zo groot. De voetpees, achillespees en dijspieren doen het toch iets beter, maar het tempo is al gevoelig gezakt.
Op zes kilometer komen we door in (0:22:53) de wind doet zijn werk al, de groep met Bart verdwijnt in de verte. Ik doe mijn deel van het kopwerk, om het tempo niet teveel te laten zakken, maar we zijn ondertussen nog maar met twee. Veel recuperatie zit er dus niet in, op goed 100 meter loopt Phillip Vermoens, maar we komen geen meter dichterbij. Kilometer negen in (0:34:58) dat is voor de laatste drie km trager dan 4:00/km, ik zie de bui al hangen. De frisheid is ook ver te zoeken, de zwaardere trainingsweek zit in de benen, maar ik heb een hoger doel voor ogen.
Ik probeer mijn gedachten te verzetten en niet teveel over de wedstrijd van vandaag na te denken, positieve signalen vinden. De marathon en zeker het goed gevoel is een kwestie van een goed gevoel in het hoofd, en positief blijven denken. Kilometer twaalf in (0:46:42) weer onder de 4:00/km, ondanks we met de wind af te rekenen hebben, maar straks wind mee. Mijn gemiddelde hartslag ligt nu op 145 hsm dat is normaal goed voor een 3:50/km, vandaag amper goed voor 4:00/km. De loopgezel die nu tempo maakt ging voor een tijd onder de 2:45:00, die moet goed versnellen wind mee, om dat te halen.
Het kan ook dat hij een negatief split wil lopen, maar aan zijn ademhaling, die de mijne overstemd te horen, heb ik mijn twijfels. Kilometer vijftien gaat in (0:58:27) het zal het laatste blok van drie kilometer worden die onder de 4:00/km zal gaan. Ik beslis na de bevoorrading, het gat op Phillip dicht te lopen, we hebben nu toch wind mee hebben tot aan de eerste doorkomst. Het duurt toch twee kilometer voor ik er bij ben, toon direkt mijn goede bedoelingen en loop op kop om tempo te maken. Op kilometer achttien ( 1:10:29) loop ik zelf al 50 meter voor Phillip uit, nochtans heb ik niet het gevoel dat ik versnel.
Meer loop ik op recuperatie, hopend wat te herstellen, voor de tweede helft van de wedstrijd , die zich loodzwaar aankondigd. Halfweg komen we door in 1:23:01, Phillip is weer komen aansluiten en heeft weer de kop genomen, ik kan amper volgen. Op kilometer vierentwintig (1:34:27) moet ik Phillip laten gaan, de eenzame calvarietocht van het Joggerke neemt aanvang. Ik voel de kracht zo uit de benen vloeien, maar aan opgeven denk ik niet, het is best normaal dat ik vermoeid geraak. Marathons zijn geen joggings dat doet men niet ongestraft week na week, toch hoop ik binnen de drie uur te finishen.
Kilometer dertig in 2:00:00 rond, onder de 5 min/ km blijven lopen en mijn weddenschap is binnen , dat moet zeker kunnen. Wat karakter tonen, als er iets is wat ik bezit is het wel karakter, maak ik me sterk, ik word voorbij gelopen door Christian Cappele. Het heeft toch elke keer een knakje in het vertrouwen, kilometer drieendertig (2:13:22) het word rekenen hoeveel onder de drie uur. Een goede afleiding, want ondertussen zit de rechterheup en bil in een lichte niet overgaande kramp, op de tanden bijten en doorgaan. Kilometer zesendertig (2:26:43) De laatste bevoorrading is achter de rug en de wind is nu in het voordeel, de redding?
In de verte zie ik Christian over Phillip gaan, die op zijn beurt niet meer uitloopt op mij, ik steek een tandje bij, wie weet? Zelf met wind mee blijft het zwaar, geen al te beste dag maar ik put motivatie uit het feit dat ik weer aan 14 km/uur loop. Kilometer negenendertig (2:39:39) ik krijg het weer ontzettend kwaad, mijn rechterbeen wil precies niet meer meewerken. De laatste keer de brug over, Phillip heeft het blijkbaar nog moeilijker en verliest meter per meter, een atleet raast me voorbij. Met een laatste krachtinspanning ga ik over Phillip, de speaker kondigd mijn 7de finish op de marathon in vijftig dagen aan.
|