Het is vroeg opstaan deze zondagmorgend, om zes uur licht ontbijten, en dan richting Nieuwpoort. Zo rustig op de baan, zou het altijd moeten zijn gewoon zalig, ruim op tijd aangekomen in Nieuwpoort. Boven de vismijn is de inschrijving en ophaling van de wedstrijdnummers, alles verloopt vlot. Alleen de lange files voor de mannen-wc zijn vervelend, zeker als je nog een paar bezoekjes moet brengen. Maar tussendoor was er een blij weerzien met zes leden van de nationale Belgische ulra-ploeg.
Ik ben wel niet zeker van mijn onderneming een week na de Maas en Waal, die niet verliep als gewend. Buiten kwam de geruststelling de wind blaasde in het voordeel en het was 16°, ideale omstandigheden. Ik nam me voor niet te snel te starten en zo lang mogelijk te overleven in een mooi compact groepje. De wedstrijd werd op gang geschoten, tien mannen gingen er van door als gestoken door een wesp. Ik volg in een groepje van vier, na twee kilometer blijven we op een tachtig meter gangen van een viertal.
In een opwelling besluit ik er naar toe te lopen, daar gaat mijn plan van een rustig begin, aard van het beestje. Doorkomst na drie kilometer ( 0:11:05), gesteund door de rugwind loop ik het gaatje meter per meter dicht. Een van de drie andere atleten heeft de achtervolging ook ingezet, kilometer zes (0:22:05) kunnen we aansluiten. In deze groep zitten onder andere Gino Casiers en Eric Bartholomeeusen, we zijn nu met zes atleten. Het is een mooi parkoer meestal langs de ijzer, en goed beloopbaar asphalt, kiloometer negen in (0:33:13).
Soms heb ik de indruk dat het net iets te snel gaat, voor de benen, maar de hartslag zit goed aanklampen dus. Aan kilometer tien, bij een bevoorrading, die overigens zeer goed was, geraak ik op kop van de groep. Kilometer twaalf (0:44:23) nu doe ik meer dan het deel van mijn werk, en de benen zitten op de limiet. Af en toe geeft Gino er een snok aan, en dan loop ik het gat dicht, maar het kost veel krachten, zo vroeg in de wedstrijd. Na vijftien kilometer (0:55:36) ga ik een eerste keer in het rood, en voel direkt dat de benen niet fris genoeg zijn.
Ik zet me achteraan de groep en ga nu zo lang mogelijk aanklampen, en de hartslag in het oog houden. Op kilometer achttien (1:07:07) ben ik al een kilometer alleen aan het lopen, de laatste drie in 11:30. De hartslag is wel gezakt onder de 145 hsm, het word weer een lange solotocht tot de finish, nog 24 kilometer. Ik probeer wat ontspannen te lopen, maar dat lukt niet echt, de heupen verkrampen, en de rechterbil doet pijn. Kilometer eenentwintig (1:18:56), mijn tempo zakt verder weg, en de km-aanduiding is al 150 meter meer dan de Garmin.
het parkoer is uiterst vlak, maar soms moeten we van het jaagpad weg en is er een lichte klim naar de hoger gelegen baan. Na vierentwintig kilometer (1:31:03), is het tempo onder de 15 km/uur gezakt, de benen voelen ook zwaar aan. Ik vrees voor een zelfde scenario als verleden week, maar als ik naar mijn hartslag kijk, die is gezakt tot 141 hsm. Dus steek ik een tandje bij en probeer de ademhaling te controleren, kilometer zevenentwintig in (1:42:54). Het tempo ligt weer boven de 15 km/uur en ik loop in op de elfde in de wedstrijd, een extra motivatie.
Het jaagpad ligt er hier veel slechter bij te bol, en de voetpezen en achillespees beginnen te protesteren. De hartslag is al een tijdje tegen de 147 hsm, en nog voor kilometer dertig (1:54:48) heb ik de tiende plaats te pakken. Er is een atleet uit de wedstrijd gestapt, lang kan ik niet geniete van deze plek, want ik word op mijn beurt voorbijgesneld. Het is een jonge atleet, Karel Moerman, ik kan niet aanpikken het is knokken nu, om het tempo er in te houden. Zowat alles aan mijn benen doet pijn, kilometer drieendertig (2:06:56), het verval is nu onvermijdelijk, op de tanden bijten.
Het aftellen is begonnen, de kilometer-aanduiding van de wedstrijd is nu tweehonderd meter meer dan de Garmin. Kilometer zesendertig (2:19:26) 4:10/km, het tempo moet boven de 14 km/uur blijven, maar de benen doen pijn. Volhouden maan ik mezelf aan, er zit nog een mooie tijd in, en het einde van de marathon naderd zienderogen. Het parkoer golft hier een beetje op en neer, niets spectaculair maar genoeg als de brandstof bijna op is. Kilometer negenendertig (2:32:16), ik hoor kort na mijn pasagge, de aanmoedegingen voor mijn achtervolger.
Dus probeer ik nog wat te versnellen om die elfde plaats vast te houden, eens Ieper binnen is het draaien en keren. Een mooie stad, ik was er nog nooit geweest, maar veel tijd voor de mooie plaatjes is er nu niet, blijven beuken. Af en toe een streepje kassei, die mij herinnerd aan de voetpeesontsteking, laat de finish er snel zijn. De aankomst in Ieper is prachtig gelegen op de grote markt, Carine maant me aan te versnellen, de achtervolger is genaderd. Ik kan er nog een mooi sprintje uitpersen en eindig elfde in 2:46:44, vijfde 45+,maar toch tevreden met de prestatie.
|