 Gisterenmorgend omstreeks 07:20 opgestaan om een ontbijt te nuttigen, later op de dag moeten er zes uur gelopen worden. Het ontbijt bestaat uit drie sneden brood met choco en speculoos en een banaan, daarbij een grote mok koffie. Omsteerks 08:00 staat Carine op, zij zal chauffeur, verzorger, motivator en bevoorraadster zijn tijdens de volgende uren. De planning voor de wedstrijd is tussen de 72 km en de 78 km te lopen, hoe dichter bij de 78 km, hoe groter de tevredenheid. Zo is de verwachting als ik rond de 78 kilometer loop, dat ik na drie wedstrijden in de marathon en ultra cup de leiding neem. Iets wat me in de vorige wedstrijd voor dit regelmatigheidsciterium niet gelukt is, is door een complete offday in de LPM-mrathon. Het is maar een miezerig weertje op weg naar Stein, veel slechter als wat de weersvoorspellingen hadden voorzien. Aangekomen in Stein aan het plaatselijk zwembad, is het al de drukte van de grote ultraloopwedstrijden, 140 atleten en de entourage. De kwantiteit is er maar ook de kwaliteit, ik heb het startnummer 18 wat ongeveer mijn plaats is in dit top deelnemersveld. Alle leden van de nationale ultra-ploegen van Nederland en Belgie tekenen present, bij de Belgen ontbreekt alleen Pieter Vermeersch. Het is zelf zo dat de Belgen de meeste 80 km en meer hebben, Gino Casiers, Johan Whatty, Gert Mertens, yves De Dapper, Wouter decock, Mark Vanderlinden, Marc Papanikitas, Nid Rumphakwean, allemaal kandidaten voor een toptien plaats, wat een weelde. Ongeveer evenveel als de rest van het deelnemersveld, Bram van Rijswijck, olivier Jacques, Robert Boersma, Ralph preibisch, Daniel Oralek, Luc Krotwaar, en Peter kaminsky, het moet een van de sterkst bezette zes-uurs wereldwijd zijn, even slikken. Aan de start word een minuut stilte gevraagd voor een overlijden in deze grote ultra-familie Jutta Johring na een slepende ziekte. Er word uitdrukkelijk gevraagt om de muziek af te zetten, dan volgt een minuut pakkende stilte, je hoort de vogels tjierpen. Hier en daar vochtige en betraande ogen, ze was geliefd Jutta, het zet ons terug in de realiteit ook ultralopers zijn niet onaantastbaar. Om elf uur word de wedstrijd op gang gefloten, want de wereld blijft doordraaien, ook na een tragische gebeurtenis, moeeten we doorgaan. Een jonge Hollander knalt er van door als of hij een nieuw wereld beste prestatie na streeft;kert erna gevolgt door Johan Whatty en Daniel Oralek.; Daarna volgt een groepje met Bram van Rijswijck, Luc Krotwaar, Ton Verbaandert, Ralph Preibish, Gino Casiers, en mezelf, snel gezelschap. De doorkomst van ons groepje aan kilometer vijf (0:20:30) bestsnel te noemen voor een zes uur wedstrijd, mar de hartslag zit goed. Kort erna beslist Gino om af te haken, wat een zeer wijze beslissing was zou naderhand toch blijken, ik haak ook af samen met Gino. In het stuk bergaf sluit ik weer aan bij het groepje, op dat zelfde moment versnelt Ralph Preibiesh, die heeft blijkbaar goede benen. Na tien kilometer komen we door in (0:41:12), hier haakt Luc Krotwaar af die blijkbaar last van buikkrampen, en dat is einde verhaal. In de verte zien we Johan Whatty voor ons uitlopen, hij is voorbijgelopen door Daniel en Ralph, een titanenstrijd is in de maak. Maar zullen alle hoofdrolspelers het einde halen, en die anderen die trager gestart zijn, zullen zij er het profijt uit halen? Kilometer vijftien (1:01:48) in deze vijfde ronde lopen we Johan in, die kiest snel daarna om zijn eigen tempo te lopen. Ondertussen is Luc Krotwaar weer komen aansluiten maar richting finish geeft hij er difinitief de brui aan, Ralph nadert op Daniel. Ik blijf lekker in het spoor van Bram en Ton hangen, Ton is duidelijk de haas van dienst nu Luc uit de wedstrijd gestapt is. Kilometer twintig in (1:22:25), we lopen dus een vrij egaal tempo, allez t'is te zeggen ik volg de twee Nederlandse atleten. Ondertussen ben ik ook de eeste belg en dit onder de ogen van de selectie heren van de nationale selectie, lang zal dit niet duren. Na 2:00:00 lopen verzamelen we (29.080 meter)en de hartslag is in de juiste zone, toch voel ik al dat ik geen superdag heb. De benen voelen al licht verkrampt en als Ton uitstapt na twee uur haaswerk, laat ik ook Bram gaan en zoek mijn eigen tempo. Ik hoop dat de benen zo iets meer zuurstof gaan krijgen en ik het tempo zo lang als mogelijk rond de 4:20/km kan houden. Op de marathon kom ik door in (2:56:25) ik kan dit tempo niet lang meer vasthouden, maar hoop toch een goede 50 kilometer te lopen. Nu krijg ik af en toe een lichte buikkramp en dat voorspeld niet veel goeds, lucht aflaten gaat ook al niet een sanitaire stop is noodzakelijk. Toch probeer ik die zolang mogelijk uit te stellen, kilometer vijftig (3:32:29) op zich geen misse tijd, ruim zes minuten beter dan mijn officiele besttijd. De buikkrampen krijgen stilletjes aan de bovenhand en het tempo zakt in elkaar, na tweeenvijftig kilometer kan ik het niet meer houden. Na de finish zijn er toiletten en ik doe een sanitaire stop, een die niet vanzelf gaat, buiten een paar scheten en een goed plassen, niets. Ik zou ruim drie minuten verliezen, maar de krampen zijn voorbij, rustig in gang trekken en op naar de zestig kilometer in (4:28:16). Met nog anderhalfuur te gaan zit de achtenzeventig kilometer er nog in, als ik tegen gemiddeld 5:00/Km kan blijven lopen nauurlijk. Het is nog altijd betrokken buiten en tegen de wind in is dat nog voelbaarder, gelukkig staat de wind tegen ls we naar beneden lopen. Na vijf uur wedstrijd verzamel ik (66.210 meter) dat is al meer dan tijdens mijn laatste zes uuur wedstrijd (Aalter) een P.R. als 50+. Ondertussen zijn er al heel wat opgaves, ook atleten die voor mij liepen, Ralph Pribiesch na (45.436) Bram van Rijswijck na (48.678). Gert Mertens na (58.970) zodoende loop ik op een negende plaats en als eerste vijftig-plusser, en er komt nog meer en beter nieuws. Kilometer tweeenzeventig (5:28:50) dat was een streefdoel tussen de 72 km en de 78 km lopen binnen de zes uur wedstrijd. Ik probeer het tempo gelijkmatig te blijvenn lopen en blijf rond die 12 km/uur, de benen, voornamelijk hamstrings en kuiten. Deze zijn dicht bij een kramp, ik probeer iets soepelder te lopen om de krampen uit te stellen, hopelijk lukt me dat laatste half uur te lopen. Tijdens de voorlaatse ronde gaat het nog redelijk en ik hoop er nog een rondje bij te doen aan de laatste doorkomst besef ik dat het niet zal lukken. Toch maar proberen zo snel mogelijk te gaan, maar de kramp zit tot achter mijn oren, nog eventjes doorbijten en ik mag gaan zitten. Gestrand op een kleine tweehonderd meter van de finish, mijn polar geeft 78.490 meter aan, daar mag je nog iets van af doen officieel. Ik sta diep voor over gebogen uit te hijgen, een ambulacier vraagt me tot driemaal toe of het wel gaat, ik moet er vreselijk uitzien. Me laten neerzakken op de grond, een plaatselijke vrouw komt met een krukje aan waar ik verder kan uithijgen in afwachting van de restmeters. Ondertussen weet ik dat ik voor Wim Driessen gefinisht ben en na drie wedstrijden eerste sta in de marathon en ultra cup.
|