Zondag 21-08-2011, de marathon van Hulshout, op tien minuten rijden van mijn thuis. Het voorspelde onweer is s'morgens al boven de provincie Antwerpen getrokken. Nog juist voor de helden van de 100 km vertrokken om tien uur, een zware karwei onder deze omstandigheden. De lucht is klammig en warm, zeer zwoel, het word moeilijk om het verloren lichaamsvocht aan te vullen. Laat staan de zouten en elektrlyten die het lichaam nodig heeft om genoeg energie aan te maken. Omstreeks 16:00 komen we aan in Hulshout, de honderd kilometer die nog bezig is, is een echt slagveld. Er zijn al veel atleten uitgestapt, sommigen volledig verkrampt, de atleten die nog lopen zien er ook uitgeput uit. Voor de marathon zijn er zeer weinig atleten komen opdagen, maar er zit wel wat kwaliteit aan de start. Namen als Gino Casiers, Paul Mertens, Leo Smets, Gert mertens en dan nog een atleet uit Geel, die ik niet van naam ken. Om 17:00 starten we ik neem samen met Leo en die van Geel de kopstart, vanaf de eerste kilometer voelen de benen zwaar aan. Die eerste kilometer gaat nochtans maar tegen 3:50, maar de benen staan al op ontploffen, nog nooit meegemaakt. Ik neem de kop om het tempo iets te drukken en hoop zo de goede benen te vinden, maar die van Geel neemt weer over. Nog voor het einde van de eerste ronde na 5.000 meter in 19:30, laat ik de twee gaan en zoek een aangenamer tempo. Ik drink zeker driemaal zoveel als anders er staan ook drie drankposten op de 5280 meter lange ronden, die goed beloopbaar zijn. Het besef is er al dat het vandaag een superzware onderneming gaat worden, nog maar eens een slecht dag tijdens een marathon. De tweede ronde loop ik gemiddeld 4:09/km en nog voelen de benen superzwaar aan, gewoon niet normaal ondanks de warmte. Normaal kan ik redelijk goed tegen de warmte, het verwonderd me dat Gino Casiers en Paul Mertens me nog niet bijgebeend hebben. Mijn derde ronde loop ik gemiddeld nog altijd 4:09/km, maar de krampen zijn nooit ver weg, toch ga ik dit tempo vast proberen houden. In het begin van de vierde ronde krijg ik gezelschap van Gino, ik zet me in zijn spoor want besef dat hij de twee voor aan op ga rapen. Maar nog voor het einde van de ronde moet ik ook Gino laten gaan, geen fut meer en nog niet halfweg de vierde ronde in 4:20/km. Toch zit ik halfweg nog onder de tijd die nodig is om onder de drie uur te blijven, 1:57:36, maar ik weet wel beter dan dat. Na vijfentwintig kilometer gaat ook Paul mertens me voorbij, hij moedigd nog aan om aan te pikken, maar de benen en het hoofd wil niet. De vijfde ronde is het tempo gezakt naar 4:42/km en nog voelt het zwaar aan, veel drinken en tientallen sponzen helpen niet meer. Ik ben leeg mentaal en fysiek, op het einde van de zesde ronde gaat ook Gert Mertens me voorbij, ook hij ziet af van de warmte. Het tempo blijft zakken ronde zes tegen 4:49/km, en ik voel de pijn aan de voetpezen, achillespees en rechterheup bij elke stap. Zo erg dat ik nu af en toe een 50 meter stap om de pijn draaglijk te maken, tijdens het stappen meestal na een drankpost, is het iets beter. Tot overmaat van ramp ben ik zo slecht geconcentreerd dat ik een lus van 1.200 meter extra maak, en mentaal is dat de druppel. Het voornaamste is dat ik vandaag niet opgeef maar ik moet me dikwijls oppeppen, de zesde ronde gaat gemiddeld tegen 5:30/km. De laatste ronde krijg ik gezelschap van mijn vrouw Carine, ze zal me de laatste ronde bijstaan, en dit op haar verjaardag. Nu kan ik niet anders dan uitlopen, haar aanmoedegingen en enthousiasme doen me voortbewegen, hoewel het vat helemaal leeg is. Zelf moet ik in de laatste kilometer nog alle zeilen bijzetten om Rudy van daele achter me te houden en te finishen in 3:25:44.
|