Sinds we hier maandag aankwamen, is het elke dag een goeie twee a drie graden warmer geworden, en gelukkig zet deze trend zich ook vandaag verder. We willen de start van de 18e rit in de Tour meepikken vanuit Bourg-d' Oisans, maar moeten daarvoor eerst met de auto de Croix de Fer over. Omdat op die top verschillende campers ons in tegenovergestelde richting willen passeren, zorgt dit voor wat gespannen situaties. De bergpas is nauwelijks breed genoeg voor een ruime personenwagen, en op die weg een camper dwarsen, met rechts de gapende afgrond in het vizier, is zeker geen sinecure. Vooral de jonge 'Schleck' zit op de passagierszetel in z'n eigen wagen te sterven van de schrik! Zonder ongelukken bereiken we Rochetaillée, om van daaruit met de fiets naar de startplaats te trekken. Dit is echter buiten de wil van de overijverige gendarmerie gerekend, die ons tot vervelens toe aanmaant te voet verder te trippelen. Naast de hoofdweg bemerken we, parallel met de rivier de Romanche, een oude aardeweg, waar we wel mogen fietsen. De weg is in een zodanige staat, dat zelfs de organisatoren van Parijs-Roubaix geen sterren genoeg zouden hebben om die strook te quoteren! Vol afgrijzen hoor ik hoe de losliggende stenen meedogenloos hard inslaan op de onderkant van m'n blinkende Trek- frame, en ik voel mijn maag krimpen van ontzetting. Zonder al te veel blutsen bereiken we Bourg-d'Oisans, en na de start van de Tourrenners is het onze beurt om ons in de kijker te pedalleren. Ik heb wat je zou kunnen noemen een haat-liefde verhouding met L'Alpe d' Huez. Bij m'n eerste beklimming van dit skistation in 2002, had ik al de Lautaret en de Galibier achter de kiezen, en een jaar later, bij de passage van de Tour, was het er zo druk en warm dat alle zuurstof wel leek weggezogen uit de Alpenlucht. Het spreekt dan ook voor zich dat ik niet direct toptijden neerzette op de Alp. In het 'wereldberoemde' handboek:"Hoe overleef ik met drie gezellen zeven Alpencols in vier dagen..." staat dat men zichzelf een behoorlijk, tot goed klimmer mag noemen als je de fameuze 21 bochten binnen het uur kan bedwingen. Dit is dus de uitdaging, en schuchter druk ik de crono in aan het bruggetje bij camping 'La Cascade' , waar de klim begint. De eerste stroken, met percentages tot 14% zijn meteen loodzwaar, en al in de tweede 'haarspeld' (bocht 20) staan hijgende wielertouristen uit te puffen tegen de bergwand. Nu, als je zoals uw dienaar vroeger, enkel je stalen ros de sporen gaf naar de plaatselijke dorpsfrituur, (Frituur 'Op 't Pleintje, bij Ludwina' , voor de geintereseerden) dan moet je het hier zeker niet bestijgen. Even verder, in bocht 16, passeer ik een ranke blonde deerne, in rode DSB-bank uitrusting. DSB-bank is de sponsor van een Nederlands professioneel vrouwenteam, en ze gaat toch niet...? Jawel verdomme! Madam pikt aan! Vlam, wat nu...? Haar opflakkering is (gelukkig voor m'n eergevoel...) van korte duur, want even later moet ze de rol lossen. Het klimmen gaat echt behoorlijk vlot vandaag, en al na 59 minuten bereik ik het tunneltje in Huez, waar freaks hun klimtijd registreren. Opdracht volbracht dus. Ik rij nog wat verder tot waar de aankomststreep van de Tour getrokken is, en bereik die na 1 uur en 4 minuten. (De betreurde Marco Pantani heeft nog steeds het snelheidsrecord van de klim: 37' 25", voor Lance Armstrong, met 38' 01".) Iets voorbij de aankomststreep staan 'Schleck' en Kristof me glunderend op te wachten. Niet alleen trots op hun klimprestatie, maar vooral omdat ze vandaag nu eens niet verkeerd zijn gereden. Na een deugddoende, maar moeilijk verteerbare tagliatelli carbonara in Bourg-d'Oisans, willen we ons kilometeraantal nog wat aandikken. Vanuit die bekende startplaats rijden we naar Les Deux Alpes, ook wel het 'kleine broertje' van L'Alpe d'Huez genoemd. Hierdoor denk ik natuurlijk dat de berg een hapklaar brokje wordt, een nietig molshoopje, gesitueerd tussen de Barrage du Chambon, en het stuwmeer aan de voet van de Col du Lautaret. Wel, dit viel miljaar dik tegen... Al na enkele kilometers rijdt Kristof voor de tweede leer lek, en ik blijf bij hem om wat assistentie te bieden, maar ook omdat ik voel dat het tempo van de anderen iets te hoog ligt. Kristof stelt voor om de beklimming gezamenlijk verder te zetten. Telkens hij ook maar eventjes z'n gewone tempo rijdt, moet ik de rol lossen. Het lijkt wel of alle kracht uit m'n benen is weggevloeid, achtergelaten op Alpe d'Huez, waar ik daarnet nog zo goed in het ritme zat. Het is nog steeds warm, maar ik krijg koude rillingen over m'n geteisterde lijf en voel me met de minuut belabberder. Dit is nu niet meer Les Deux Alpes, maar 'Les Deux Zwalpes' , want zig-zaggend sukkel ik over het asfalt. Groot is m'n verbazing als ik toch nog de weinige fietsers op de berg voorbijrijd. Goed voor de moraal, maar ik kom toch lichtjes uitgeput, en met een suf gevoel boven. Daar is de blinkende snuit van Joost het eerste wat me opvalt. Hij vertelt in geuren en kleuren hoe hij de jonge berggeit Niels 'Schleck' Moreau bergop kon kloppen door constant de 'greute meulen' te draaien. Amai, m'n voeten! Na bijna de volledige cola voorraad in het eerste supermarktje geplunderd te hebben, duiken we terug de diepte in, om dan via de N91 terug naar onze auto's te rijden. Daar aangekomen, moeten we nog ruim anderhalf uur rijden naar ons hotel, en weer plooit 'Schleck' zich in alle mogelijke bochten, om toch maar niet de steile afgronden te moeten zien, waar we rakelings langs passeren. Ik geef in dit natuurschoon m'n ogen goed de kost, want morgenmiddag staat de terugreis naar het platte, monotone Belgie op het menu. Het was weer een schitterend tripje, en ik bedank m'n drie "companeros de la montana" voor de peptalk, het gezwans en beoordelen van de Franse vrouwen,de nachtelijke achtervolgingen,de vele hilarische momenten,... Next year again guys!!!
|