Mn eerste uitje naar Tenerife met onze nieuwe Happy
Biking ploeg was er bijna eentje van
net niet.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
We haalden gelukkig net wel onze boot. Scheelde geen haar of we hadden hem gemist,
zeker als je nog 10 minuten voor afvaart 6 fietsen, evenveel koffers en 12
reservewielen in een Renault Passenger moet klasseren, en onze documenten door
het controlepersoneel nog nauwkeurig gecontroleerd moesten worden.
De morgen van de
wedstrijd verliep al niet veel vlotter.
Door het pijnlijke vroege startuur (7:45!) vroegen we
toestemming in het hotel om te ontbijten om 6 uur. Allemaal geen probleem
natuurlijk, maar meer dan wat cornflakes en broodkruimels van het diner van de
vorige avond was er niet ter beschikking.
Nice
Daarop moesten we dus 130 kilometer koersen.
Ook net voor de start liep niet alles zoals het hoort. Aangezien de
afgevaardigde onze startnummers ging ophalen, dacht ik dat ik het inschrijvingsblad niet meer
hoefde te ondertekenen. (M n kennis van de Spaanse taal staat nog niet echt op
punt
)
Toen ik me om 7 uur 48 aan de inschrijvingstafel ging
aanmelden werd me dan ook de start geweigerd. Mn smeekbede (gepaard met mijn
zieligste blik uiteraard) viel in goede aarde bij de organisatoren en zodoende
mocht ik toch nog mn carbonnen ros de sporen geven. De eerste vijftig kilometer werden afgewerkt op de TF1. Bij insiders beter bekend als "de ottostrade," en waar dienen autostrades voor? Juist, om zo snel mogelijk van punt A naar punt B te rijden, wat we dan ook deden. Gesteund door de noord-oost passaat die zijlings op ons inblies, hadden we na iets meer dan een uur de eerste vijftig kilometer al voltooid. Bij het verlaten van de snelweg kregen we meteen een klim van een vijftal kilometer voorgeschoteld, en daar was het meteen alle hens aan dek. Helaas, bij de vele gelosten na amper één kilometer klimmen: jawel, uw dienaar. Heel lang beeld ik het begrip "chasse patat" uit, want ik rij kilometers tussen het (ondertussen gehalveerde) peloton en de eerste achtervolgers. Uiteindelijk zie ik het hopeloze van mijn actie in, en besluit te wachten op drie renners. Samen werken we de glooiende en slingerende weg af die ons terug richting startplaatst voert. Dit betekent dat we nu de wind steeds zijlings en pal op de snuit hebben, en na 40 kilometer begint dit serieus m'n kl*t*n uit te hangen. Mijn hoge velgen vangen bijwijlen zoveel wind dat ik moeite heb om m'n vehikel te controleren. Als toetje krijgen we nog een venijnige slotklim van vier kilometer waar ik m'n vluchtgezellen achterlaat en nog wat stervende zwanen uit het peloton voorbijsteek. Ik word 27e eliterenner en stel vast dat er nog veel werk aan de winkel is.
126 Km. in 3h.40' 34 gem. 1850 hoogtemeters 27/47 (Eliterenners) 35/65 (met Masters 30) Gem. hartslag: 162 Max. hartslag: 189
|