Ik ben Bart Bonne
Ik ben een man en woon in Las Palmas (Gran Canaria-Spanje) en mijn beroep is mountainbikegids.
Ik ben geboren op 08/11/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielrennen,metal,voetbal (Anderlecht).
21. Crono Escalada Ayagaures, Gran Canaria 06/11/11
Jawel ik leef nog, maar had de laatste weken amper tijd om te schrijven, laat staan om hier een grappig voorwoord te verzinnen voor de beschrijving van mijn klimtijdrit in de vallei van Ayagaures. Aan parcourskennis geen gebrek, want tientallen keren heb ik me hier met de mountainbike doorgeploegd op weg naar het prachtige off-road gedeelte over het stuwmeer, maar vandaag blijven we gelukkig voor mijn "Madone" op de mooie (maar naar het einde verraderlijk steile) asfaltweg. In 12,4 km moest er een hoogteverschil van 500 meter overwonnen worden. De eerste 8,5 km konden we catalogeren onder de noemer: verraderlijk en steil "vals plat," gevolgd door 800 meter stijgen aan 7%, een kleine kilometer glooiend, om te eindigen met 3 km klimmen aan 9%. Was het nu door de zenuwen, het daags voor de wedstrijd verorberen van zelfgemaakte spaghetti met fijngesnipperde ajuin die reeds drie dagen in mijn frigo aan het ontbinden was, of gewoon een combinatie van beide: feit was dat ik een halfuurtje voor de start dringend iets eh... kwijt wou. No problemo, aan de startlijn was er immers een groot en bekend waterpretpark. De naam vernoem ik liever niet, want ik vertik het reclame te maken voor iets dat weigert zijn sanitaire voorzieningen open te stellen voor "een mens in nood." Na wat heen en weer gescheld met één of andere supervisor die dacht dat de nulmeridiaan door zijn veel te dikke r**t loopt, kom ik behoorlijk opgefokt en met de nodige grinta aan de startlijn, volledig klaar om een halfuurtje pijn te lijden. Ik vertrek niet te snel, kan tot aan km 9 de buitenplaat rondkrijgen, maar moet op de laatste twee steile kilometers op het binnenblad, en dit doet behoorlijk pijn. Ik pers er tijdens de laatste 400 meter nog een sprintje uit, maar dit volstaat niet voor een podiumplaats bij de "Masters 30," want een vierde plaats wordt mijn deel. De verdiende winnaar wordt de Oostenrijker Mathias Nothegger en ik kom respectievelijk 5 en 4 seconden te kort voor een tweede en derde plaats. Volgende week revanche in de klimtijdrit in Telde.
Vandaag staat de slotrit op het programma, en wil ik deze Cycling Trophy nog winnen en eeuwige roem en aanzien verzamelen van Erps-Kwerps tot de Malediven, dan moet ik drie minuten zien goed te maken op "invincible Aitor." Gemakkelijker gezegd dan gedaan, want de rit bedraagt amper 64 km ( 3x het traject La Santa - Famara ) en de eerste ronde vraagt de organisatie om niet aan te vallen, zodat de veteranen en vrouwen in onze slipstream kunnen meegenieten van de triomftocht door het vulkaaneiland... Ik hoop er stiekem op dat Aitor wat verzadigd is met zijn drie overwinningen en zijn "zo goed als zekere" eindzege, maar valt dat efkes tegen zeg! Nauwelijks hebben we voor de eerste maal de startlijn overschreden, of hij plaats een moordende demarrage op de helling richting Soo. Ik schuif mee in het wiel en we hebben meteen een gat van 150 meter. Hij blijft het tempo opvoeren en versnelt nogmaals. Ik begin ondertussen het "tussen mijn kader hangend syndroom" te ontwikkelen en moet plooien bij de derde aanval. Uit de achtergrond hebben zich ondertussen drie renners losgerukt en ik laat me inlopen om wat terug op krachten te komen. We draaien goed rond, maar als we dichter dreigen te komen zet Aitor de turbo aan en loopt weer uit. Tijdens de laatste ronde versnel ik op dezelfde helling waar ik daarnet roemloos uit de wielen moest, en zie ik dat de anderen niet volgen. Leuk... Ik heb me zonet veroordeelt tot een 17 km lange tijdrit in het winderige Lanzaroteense heuvelland. Aan het keerpunt in Famara heb ik twintig seconden voorsprong op het jagend duo Kristoffer en landgenoot Thomas, die zijn vierde plaats wil veiligstellen. Richting Soo begin ik het serieus lastig te krijgen, maar de anderen komen niet meer dichter en ik kan mijn tweede plaats in het klassement en in de rit nog wat uitdiepen.
64 Km. in 1h52" 34 Gem. 2/24 Gem. hartslag: 163 Max. hartslag: 195 615 hoogtemeters
19. CLS Cycling Trophy, Rit 3: Klimrit Tabayesco, 13/09/11
Vandaag staat er een (hopelijk leuk) weerzien met mijn vroegere testklim: de "Tabayesco" op het programma. Ruim negen maanden woonde ik in Arrieta, aan de voet van de langste helling van Lanzarote, en uit melancholische overwegingen besluit ik na het "opwarmritje" vanuit La Santa naar de Tabayesco, om nog even voorbij ons vorig appartement te passeren. Dat blijkt zo leeg en verlaten als een uitgeslurpte oesterschaal, maar veel tijd om over vervlogen tijden te mijmeren heb ik niet, want binnen enkele minuten word ik aan de startlijn verwacht. Daar is het zonnig en aangenaam warm, maar rond de top troepen zich een pak donkere wolken samen. De puist is amper 671 meter hoog, maar heeft verd*mme dezelfde capsones als een Alpencol. Jammer, want ik ben het klimmen in extreme hitte gewoon en wil ik de tweede plaats in het klassement, dan moet ik één seconde goedmaken op de Deen Kristoffer Damberg. Tijdens de eerste hectometers legt leider Aitor er echter al de pees op, en het verschil tussen leiden met korte en lange "ij" kan niet passender geiïlustreerd worden. Ik besluit niet al te lang aan te dringen en rij meteen mijn eigen ritme. Na Aitor moet ik alleen nog een andere Deen laten voorgaan, die enkel deze klimkoers rijdt, en dus niet in aanmerking komt voor het eindklassement. Natuurlijk zit Kristoffer Damberg constant in mijn wiel, en aangezien ik het gevoel heb dat ik vlotter klim, kan ik hem met enkele versnellingen toch niet lossen. Op één kilometer van de top demarreert hij zelf. Ik counter en pers er een maximale sprint uit van driehonder meter. Ik heb meteen vijftig meter voorsprong, maar voel mijn longen branden, mijn benen verzuren en mijn hart kloppen als een losgeslagen drilboor. Nog 400 meter... Milj**r, wat is dit lang! Nog 250 meter... Ik val nu bijna compleet stil. Ik werp een angstige blik achterom, maar zie tot mijn gelukzalige gelukkigheid dat de kloof zelf ietsje groter wordt. Met verzuurde kuiten en zware bovenbenen finish ik op "het dak van Lanzarote" als derde en neem zestien seconden voorsprong op Kristoffer Damberg in het algemeen klassement. Aangezien Aitor ruim twee minuten eerder als eerste de finishlijn overschreed, wordt de tweede plaats vasthouden het hoofddoel morgen in de slotrit.
9,6 Km in 28' 21" 20,3 Gem. 3/20 Gem. hartslag: 182 Max. hartslag: 196 525 hoogtemeters
In Helgië nooit echt m'n favoriete bezigheid geweest, zo 'n criterium, maar de omloop hier voor het sporthotel is slechts gezegend met twee bochten en dat maakt het aangenaam koersen. Aangezien Derek Waight, de winnaar van vorig jaar op het laatste moment verstek moest geven, is het nu vooral uitkijken naar de spichtige local Aitor Navarro Hita, die in een recordtijd de proloog won vanmorgen. Aitor probeerde het vorig jaar bij een Continental team in Spanje, maar keerde dit jaar naar zijn geboorte eiland terug, en dit zit ik hier niet enkel en alleen neer te poten om me straks te kunnen excuseren dat ik geklopt ben door een ex-prof... Dertig minuten + één rondje staat er op het menu. Belachelijk kort, maar al de "age groupen" starten samen, waaronder ook enkele kranige knarren van 50 "en meer" + en een vijftal dappere dames. Na enkele rondjes zijn we met een zestal weg, waaronder landgenoot Thomas Goossens, de derde van vorig jaar en winnaar van de eerste editie van de "Cycling Trophy." Thomas heeft helaas twee weken terug zwaar "muilkeplets" gedaan op het ruwe Lanzaroteense asfalt, kwam daardoor nauwelijks aan trainen toe en moet vooraan de rol lossen. Verder volstaat één harde demarrage van Aitor om van ons weg te rijden en het criterium naar zich toe te halen. Ik win, overtuigend, al zeg ik het zelf ;-) de sprint voor de tweede plaats en kom nog één secondje te kort om in het algemeen klassement de tweede plaats op te eisen.
Cycling Trophy Club La Santa, Lanzarote. Proloog 12/09/11
Time flies... en dit geldt zeker als je op de Canarische Eilanden woont. Een jaar geleden was dit m'n eerste rittenkoersje op Spaans grondgebied en een leuk weerzien met enkele bekende smoelen, want ik vertoefde negen maanden op het vulkaaneiland. Nu is het dus al opnieuw tijd voor een (derde editie) van deze Cycling Trophy en traditiegetrouw wordt er afgetrapt met een proloog. 23 deelnemers (18 mannen en 5 vrouwen) stonden op het ontiegelijk vroeg startuur (9AM !) klaar om het beste van zichzelf te geven. Aangezien ik rugnummer vier kreeg toebedeelt (evenredig met mijn eindklassement van vorig jaar), dacht ik van rustig nog eventjes te kunnen warmrijden, omdat normaal gezien degene met het hoogste rugnummer eerst start. Dit was helaas niet het geval, dus had ik na de korte opwarming enkel tijd om vliegensvlug de dorre woestijngrond wat te eh...bevochtigen, en zag ik daarbij in al mijn haast en stress ook nog eens m'n blinkende racebolide uit de handen glippen en pijnlijk tegen het ruwe asfalt kletteren. Door de geringe opwarming was mijn eerste doelstelling mijn ontbijt binnenhouden, en als het eventjes kon, mijn tijd van vorig jaar te verbeteren. Desondanks start ik veel te snel, want na amper anderhalve minuut zie ik de hartslag al flirten met de 190 slagen per minuut. Het eerste deel van het parcours loopt gestaag bergop (ik schat de steilste stukken op een 6 a 7 %) en eenmaal aan het keerpunt gaat het gelukkig een kleine kilometer bergaf, maar is het de strakke zijwind die ons kl**t. Ik geef alles tot aan het keerpunt, moet noodgedwongen wat doseren in de afdaling en eenmaal terug in het ritme is het de laatste 300 meter met de wind op kop spurten tot aan de meet. Met een kop als een overrijpe paprika klok ik af op 9´ 11" ( 1 seconde trager dan vorig jaar) en wordt daarbij vierde in het klassement en tweede in mijn leeftijdscategorie. Aangezien er maar vier deelnemers in de 30+ categorie meedoen, behoort een podium zeker en vast tot de mogelijkheden...
5 Km in 9´ 11" 32,7 Gem. 4 /18 Gem. hartslag: 187 Max. hartslag: 202
16. Ciclotourista Virgen de La Cuevita, Gran Canaria, 21/08/11
Eindelijk nog eens race time op Gran Canaria! Allez, gedeeltelijk toch, want het grootste deel van de 90 kilometer lange tocht moet gezamenlijk worden afgelegd, en dit ter ere van de "Virgen de la Cuevita," de patrones van de fietsers zeg maar. Om halftien vertrekt in Las Palmas dan ook een gemixed gezelschap van ongeveer 150 individuen, waaronder zelfs een tiental met mountainbikes. Ik neem me meteen voor om toch niet na iemand met een MTB te finishen, en als dat toch het geval moest zijn, het zaakje dodelijk stil te houden uiteraard... Wanneer ik na nauwelijks vijftig meter het sissende geluid van een leeglopend bandje hoor vrees ik het ergste, maar het blijkt (gelukkig voor mezelf) een minder fortuinlijke collega te zijn die, als hij niet zo stom is als ondergetekende om geen reservetube bij te hebben, vlug terug zal kunnen komen aansluiten. Vooraleer de twaalf kilometer klimkoers van start gaat, wordt er in een slakkengangetje koers gezet richting Valleseco en het "Balcón de Zamora," waar de officiële start gegeven zal worden. De trage inrijkilometers nodigen zelfs de meest asociale aap uit tot enig converserend gedoe met de fietser voor, achter of naast hem, en al gauw raak ik aan de praat met ene Marco, waarbij de aders op zijn pezige kuiten menige trainingskilometers verraden. We keuvelen rustig verder tot aan het befaamde "Balcón...," waar we zoals verwacht een klein halfuurtje de benen moeten stilhouden, zodat de traagste klimmers nog wat tijd hebben om te recupereren vooraleer we van start gaan. Zelfs mijn driejarig nichtje Ines was op haar kinderfietsje met steunwieletjes rapper geweest dan het laatste trio, maar dit volledig terzijde... Een koffie, twee mueslirepen en een banaan later schieten we uit de startblokken, en meteen beginnen net opgesomde voedingswaren aan een kleine veldslag met mijn maag. Ik negeer de pijn en spring mee met de eerste aanval. We zijn meteen met drie man weg, waaronder Marco, mijn sympathieke gesprekspartner van daarnet. Ik klim tegen mijn limieten aan, en na twee kilometer moet ik het duo laten gaan. Al vrij vlug krijg ik nu gezelschap van een zestal renners, die eigenlijk ook ietsje te snel rijden, want ik hang echt "aan de rekker." Eentje moet uit de groep lossen, maar de andere vijf zijn te sterk en rijden constant een goeie honderd meter voor me uit. Ik heb geen flauw benul hoever het nog is, of welke stijgingspercentages me nog uitdagend op liggen te wachten, want op dit deel van het eiland was ik slechts één keer, maar dan wel al drie jaar geleden. Zie ook:http://www.bloggen.be/barduk/archief.php?startdatum=1215986400&stopdatum=1216591200 De laatste twee kilometer vlakt het gelukkig wat af en komt mijn achtste plaats niet meer in gevaar. Marco wint uiteindelijk de wedstrijd, en omdat er daarna terug in groep en schildpadsgewijs naar Artenara gepeddelt wordt, besluiten we terug koers te zetten naar Las Palmas en breien we er nog wat extra trainingskilometers aan vast.
Om de hele reutemeteut hier een beetje up to date te houden, een beknopt verslagje van mijn twee laatste wedstrijden @Helgië. Sinds ik begin augustus terug op dit fantastische eiland vertoef, was het hotsen, botsen, vliegen en springen van hot naar her, en van "her naar God weet waar." Voor de wedstrijd in het pittoreske Bellingen moest ik nog maar eens de verwarmingszalf met factor 3 uit de kast halen. Mijn potteke is bijna leeg, enkel en alleen door in juli een wedstrijd of acht te betwisten. Desondanks heb ik altijd al graag in de omgeving van Halle gekoerst, want het heuvelachtige landschap daar, ligt me als gegoten. Op vier ronden van het einde ben ik zelfs mee, in wat de beslissende vlucht zou kunnen zijn, maar driewerf helaas... We worden terug ingelopen en een compact peloton mag voor de overwinning spurten. Hierin laat ik me in de laatste bocht weer wegdrummen, en finish uiteindelijk als zeventiende.
62 Km in 1h33' 40 Gem. 17/47 Gem. hartslag: 168 Max. hartslag: 195 Hoogtemeters: 420
Borchtlombeek luidt dus mijn laatste wedstrijd op eigen bodem in. Niet de laatste van het seizoen gelukkig, want in augustus is er op Gran Canaria een Ciclotourista-wedstrijd naar Artenara, en in september zak ik terug af naar Lanzarote voor de Cycling Trophy van Club La Santa. De weergoden zijn mezelf en zestig andere zielen gunstig gezind, want voor het eerst sinds mensenheugenis kunnen we het woord "zomer" nog eens in de mond nemen. In de koers zelf voel ik bij mezelf dat de scherpte wat ontbreekt. Dit is m'n vijfde wedstrijd op tien dagen, en de benen beginnen wat te protesteren. Desondanks probeer ik toch af en toe mee te glippen in een ontsnapping, maar verder dan wat schijnbewegingen en geruzemutsel komen we niet. Zes anderen helaas wel. Hun voorsprong loopt nooit hoger op dan een halve minuut, maar ze weten die wel vast te houden. Tijdens de voorbereiding van de sprint voor de zevende plaats, is bij ondergetekende de angst voor een valpartij (en alle nare gevolgen zoals "ziekenhuis", "gips", "annulatie vlucht" en "door omstandigheden verlengd verblijf in Helgië") te groot, en besluit ik het gewoel maar aan me voorbij te laten gaan.
60 Km in 1h32' 39,3 Gem. Peloton Gem. hartslag: 161 Max: hartslag: 195 Hoogtemeters: 555
Na weken aan een stuk enkel getraind te hebben is het een verademing om nu om de dag een koerske te kunnen rijden. Wedstrijdje - dagje losrijden tussen de regenbuien door - opnieuw wedstrijdje - ... Dit schema zou onmogelijk maanden aan een stuk vol te houden zijn, maar voor mijn laatste week @Helgië is dit ideaal. De wedstrijd zelf is dat iets minder. Met een meute van meer dan zestig renners door de smalle straatjes laveren is niet echt mijn ding, en de hoge snelheid maakt het quasi onmogelijk om een ontsnapping op poten te zetten. Het kost al genoeg energie om niet te ver door te zakken in het peloton, en dan heb ik het niet over zeventien Carlsbergs achterover slaan, maar om de met bloed en tranen verworven positie in het pak te handhaven. Voor zes renners gaat het blijkbaar toch nog niet snel genoeg, want die muizen er op drie ronden van het einde trippelend vandoor. Ikzelf bol veilig en wel in de achterhoede van het peloton over de meet.
62 Km. in 1h.30´ 41 Gem. Peloton Gem. hartslag: 165 Max. hartslag: 188
Elke keer met een bange blik richting donker wolkendek kijken vooraleer je van start gaat, is niet bevorderlijk voor de motivatie, maar zeker vandaag hoopt iedereen dat het droog blijft. Er zit namelijk een kasseistrook van een goeie driehonder meter in de omloop, die verder ook nog eens vierhonderachtenzestig bochten telt (ruwe schatting) waaronder een overbodige lus door een woonwijk op twee kilometer van de aankomst. Een parcours de professionele organisatie van de VWF onwaardig, temeer omdat dit de memorialwedstrijd is voor Gaston Van den Hoecke, medeoprichter van de VWF, die negen jaar geleden overleed. Maar goed, eenmaal de wedstrijd op gang geschoten is, blijkt de omloop al bij al nog reuze mee te vallen, en probeer ik me zo veel mogelijk vooraan (lees: niet achteraan) te houden. Dit lukt slechts gedeeltelijk, want als in de tweede ronde eerst acht en kort daarop nog eens zes renners wegrijden zit ik veel te ver achteraan om te reageren. Verd*mme, want ik voel me echt wel goed vandaag. De kasseien voel ik nauwelijks en ook het vele bochtenwerk deert me niet. Ik demarreer nog af en toe, maar natuurlijk laat het peloton niemand meer wegrijden. In de laatste ronde ontsnappen toch nog drie renners en win ik een beetje teleurgesteld de sprint van het peloton.
56 Km in 1h.29' 18/39 Gem. hartslag: 169 Max. hartslag: 197
Na enkele dagen in beraad gestaan te hebben om al dan niet richting Alpen en Tour de France te trekken, uiteindelijk toch maar besloten om in het land te blijven en te starten in Wieze. Wieze... de naam zelf heeft evenveel glans als pakweg een hoop koeienvlaaien in een dressig weiland, en ook de omloop zelf is door het slechte wegdek en vlakke karakter eigenlijk een rasechte k*tkoers, maar kom, dat maakt de motivatie er niet minder op. Aangezien het vandaag misschien zelfs enkele uren kan droogblijven en niet extreem hard waait, waag ik het om mijn carbonwielen met nieuwe tuben nog eens in mijn vehikel te monteren. Ik heb niet direct een super gevoel op de fiets. Dat merk ik als ik in de derde ronde eens een uitvalspoging waag met enkele lotgenoten. Als het peloton ons terug bijbeent vind ik dat allesbehalve erg, en besluit me koest te houden in het pak. Dit lijkt opnieuw een geschiedenisloze wedstrijd te worden, tot ik op twee en een halve ronde van het einde naar een vijftal jump, dat zo 'n vijftien seconden voorop rijdt. Ik heb ze verrassend vlug te pakken en we kunnen onze voorsprong uitdiepen tot 20 seconden.We moeten hiervoor wel diep gaan, en wanneer ik met m 'n kop in de grond in een put rij in het kl*tewegdek, knakt mijn zadel enkele milimeters naar beneden... "F***ing Hell !" Net nu ik eindelijk nog eens voor de oppergaai kan meestrijden gebeurt dit. Ik kan de gewijzigde positie nog wel iets corrigeren door helemaal achteraan op het zadel te gaan zitten, maar comfortabel is dit niet. Ik zie af als de beesten en voel krampen opkomen in mijn bovenbenen. Maar goed, nog liever halfdood van de fiets donderen dan hier vooraan te moeten lossen. De laatste kilometer demarreren drie renners en ik zet alles op alles om er nog naartoe te rijden. Op driehonder meter voor de meet kan ik aansluiten, maar hierdoor is de jus volledig uit de benen en heb ik niets meer over voor de eindsprint. Ik wordt anderhalve fiets na de winnaar afgevlagd als derde, een resultaat waar ik me best mee kan verzoenen.
Onder een donkergrijs wolkendek (ik schat dat de ellendigaards slechts anderhalve meter over onze koppen voorbijsuizen) trekken we ons op gang in Appels. We, dat zijn ik en een zestigtal gelijkgestemde zielen die bij rasecht Vlaams pokkeweer hun fiets van stal halen. Een niet te onderschatten factor vandaag is de wind, die met 5 a 6 Beaufort langs de kanaaldijk en tussen de weilanden in doorraast. Gelukkig blaast hij serieus in het voordeel (53x11) of staat pal op kop (53x17) zodat we van waaiervorming gespaard blijven. Toch ontsnappen na drie ronden een dozijn renners en hoewel we met het peloton heel lang blijven hangen op 20 seconden, wordt de kloof op anderhalve ronde uitgediept tot vijftig seconden, wat zoveel betekend als: "boeken toe!" Als dan ook nog eens de hemelsluizen volledig opengaan, is de pret eraf en zijn we er niet rouwig om dat de wedstrijd enkele ronden ingekort wordt. Op het gladde wegdek pas ik dan ook vriendelijk voor de pelotonspurt.
54 Km in 1h20' 40,5 Gem. Peloton Gem. hartslag: 159 Max. hartslag: 192
De volgende dag staat in nog erbarmelijke weersomstandigheden het EK in Temse op het menu. Wat men vooral moet vermijden bij regenweer zijn zebrapaden en riooldeksels, en... driewerf hoera: nergens op deze aardkloot vindt men waarschijnlijk meer van die glibberige metalen deksels dan in Temse. Als er ooit een gek het WK "Meest Rioolputjes op 250 Vierkante Meter" organiseert, weet ik waar ze de winnaar kunnen gaan zoeken. De schrik om een schuiver te maken zit er bij mij goed in, dus verlies ik op sommige bochten enkele meters en dat kost krachten om telkens het ontstane kloofje dicht te rijden. Ik ben vandaag ook niet in goede doen, sukkel al een week met een zware verkoudheid (dank U, Helgisch zomerweer) en hang tussen mijn kader te snotteren en rochelen dat het een lieve lust is. De wedstrijd zit lang op slot, tot uiteindelijk diep in de finale toch enkele renners er vanonder muizen, wat ervoor zorgt dat het tempo in het peloton wat stokt. Meer dan gewoon in het pak uitrijden zit er voor mij niet in, maar ik heb een kleine twee uur goed in het rood gefietst, wat twee gevolgen kan hebben voor mijn volgende wedstrijden: superbenen hebben, of geen poot meer vooruit komen. Afwachten dus wat het gaat worden.
Na vijf weken kan ik eindelijk de competitiedraad weer opnemen in het landelijke Lierde. Mooie brede wegen, weinig bochten en de weg die nu en dan een lichte stijging maakt, kortom: een ideaal parcours om terug koersritme op te doen. Helaas... Na amper één ronde hoor ik het miserabele geluid van een tube die leegloopt. Einde wedstrijd dus, maar gelukkig zijn de afgevaardigden zo vriendelijk om me twee ronden later opnieuw te laten aansluiten. Weliswaar achteraan het peloton, maar op die manier heb ik toch wat snelheid opgedaan.
De dag erna rij ik in Adegem nagenoeg een thuiswedstrijd. Onder het oog van familie, vrienden en ex- collega' s (merci voor de cola Pascal...), krijgen we onder een stralende zon een zeer mooie omloop voorgeschoteld. Het parcours passeert aan het in de streek bekende "Canadamuseum", een museum dat is opgericht als eerbetoon aan de Candese bevrijders uit WO II. Net voor de ingang staat trouwens nog een Canadese tank in volle glorie te blinken, maar het gaat tijdens de eerste ronden zo verduiveld hard, dat ik stiekem hoop dat er uit die tank nog wat overgebleven Canadezen de bedrijvigste tempomakers afknallen. Helaas, 66 jaar na de bevrijding is hun oog-hand coördinatie niet meer wat het geweest is, want de vaart blijft er op het bochtarme parcours serieus inzitten. Ik heb vandaag zeker geen superbenen en de volgende morgen blijkt ook waarom. Ik kom mijn bed uitgerold met lichte keelpijn en hoest als een verstokte kettingroker die bezig is aan een intervaltraining op het Mont Blanc massief. Lap, pas twee dagen in Helgië en ik heb het miljaar al zitten. Maar goed, terug naar de wedstrijd. Nadat halfweg koers een vijftal renners op avontuur trok, gaan er in de voorlaatste ronde nog een stuk of zes aan de haal. Ik heb de benen niet om mee te springen en wil me in de pelotonsprint afzijdig houden, als ik enkele meters voor de meet nog een serieuze kwak krijg van een simpel kalf, die lijf en leden riskeert voor een dertigste plaats. Gelukkig slaag ik er net in om me recht te houden, anders had ik zeker en vast de WO II- veteranen op hem afgestuurd.
68 Km. in 1h.40 41 Gem. 29/42 Gem. hartslag: 167 Max. hartslag: 198
Vorige week stond er in Ingenio een mountainbikewedstrijd gepland op de kalender van de FICGC (Federatíon Insular Ciclismo Gran Canaria), de Officiële wielerbond van het eiland zeg maar. Een week voor ik terug naar Helgië afzak, zou dit dus een ideale gelenheid zijn om nog eens de hartslag op wedstrijdritme te doen draaien. Na zorgvuldig hun site eh...uitgevogeld te hebben, zag ik dat je er ook kon starten met een dagvergunning. Enkel een mailtje sturen met je persoonlijke gegevens volstond als voorinschrijving, en al vrij vlug kreeg ik dan ook antwoord dat ze alles ontvangen hadden en ik startgerechtigd was. Goed, dus tijd om me beginnen zenuwachtig te maken en op parcoursverkenning te trekken. Van mijn werkgever "Happy Biking" kreeg ik de nieuwe "Specialised Chamber" mee, dus aan de fiets zou het alleszins niet gaan liggen. Na eerst een halfuur hopeloos verloren gereden te hebben en op vijf minuten tijd erin geslaagd te zijn om zesentachtig keer aan dezelfde bushalte te passeren (de passagiers die op de bus stonden te wachten liggen waarschijnlijk nu nog dubbel van het lachen, bij de gedachte aan mijn bloedrode en stresserende kop), vond ik toch het juiste spoor. Dit is bijna letterlijk te nemen, want het parcours is behoorlijk pittig en doorspekt met technische afdalingen en hemeltergende singletrails. De dag nadien, wedstrijddag dus, rep ik mij behoorlijk zenuwachtig naar de inschrijving. Groot is dan ook mijn verbazing als ze me droogweg meegeven dat ik niet kan starten, omdat ze mijn mail niet ontvangen hebben. Dit is verdomme al de tweede keer dat ze me hier zo liggen hebben. Als de voorzitter opwerpt dat ik beter een vergunning neem om deze problemen in de toekomst te vermijden, kan ik het niet laten om te repliceren dat ze dan eerst wat meer wegwedstrijden moeten organiseren "...zoals in Tenerife..." voeg ik er nog aan toe. De concurrentie met het buureiland ligt nogal gevoelig, dus is het geen slecht idee dat ik me nu enkele weken in Helgië ga schuilhouden. Vanaf zondag 10 juli dus terug "on track!"
Ik heb in mijn "koerscarriere" nog maar weinig potten gebroken, en die vlieger gaat zeker op voor de wedstrijd in Moorsel. Tegen beter weten in kom ik hier echter jaar na jaar terug. Voordien had ik waarschijnlijk niks beters te doen, en nu had ik weinig keuze, aangezien ik maar negen dagen in het land vertoef... Ook vandaag zet ik in de gemeente rond Aalst geen wereldprestatie neer. In de eerste ronde zit ik wat met oude bekenden gezellig te keuvelen achteraan het peloton, als in de winderige en smalle baantjes een breuk ontstaat en er ruim twintig renners op hun kousevoeten vandoor gaan. De strakke föhn ontneemt het overblijvend gespuis in het peloton, mezelf incluis, elke lust om nog de kloof te proberen dichten. Hierdoor gaat de vaart er volledig uit, wordt de afstand met de kopgroep te groot en moeten we drie ronden vroeger de strijd al staken. Boeken toe dus, en me gewoon laten meedrijven met de bende om morgen alweer de (voorlopig) laatste wedstrijd in Helgië af te werken.
45 Km in 1h.12' 38 Gem. Peloton Gem. hartslag: 169 Max. hartslag: 194
"Vrees niets, wij komen uit Ervelde!" Met die spreuk uit de serie "Lava" werd good old Eddy kWally wereldberoemd in Vlaanderen en omstreken, en vandaag was de place to be...inderdaad, de thuishaven van de bekende charmezanger en "sjakosjen" - verkoper. We kregen aan "Het Biermuseum" een omloop van zeven kilometer voorgeschoven, die kronkelend een lus zocht doorheen de winderige weilanden. Een koers voor aanvallers dus, en ik probeer me in de aanvangsronde niet te laten wegdrummen, maar dat is niet makkelijk, want er wordt razendsnel gestart. In de tweede ronde mag ik al vol aan de bak om de gaten te dichten die na de vele bochten ontstaan, en ik zit dan ook iets te ver in het peloton om te reageren als de eerste, en tevens beslissende ontsnapping van zeven renners tot stand komt. De ronde daarop rijdt er weer een groepje van zes weg, en bij de tegenaanval daarop kan ik in de tegenwind de sprong naar het derde groepje maken. Ondanks er slechts sporadisch enige samenwerking is in ons groepje, komt het peloton niet meer terug, maar naderen wij ook geen fluit op de eerste twee groepjes. Bij een doortocht aan de aankomst na ongeveer veertig kilometer wedstrijd, kondigt de speaker aan dat er nog vijf ronden moeten afgewerkt worden. Consternatie alom. Dit was toch maar een wedstrijd van zeventig kilometer? Ik vervloek nu nog meer dat ik mijn "W-cupkes" thuis in de frigo heb laten liggen, en besluit me wat te sparen achteraan de groep. Honderd meter voor de volgende passage echter, kondigt de speaker doodleuk: "Spurten voor uw plaatsen" aan... Grrrrrr. Enfin,... het was hoogstens voor een vijftiende plaats of zo, dus de hoeveelheid aan Euromunten die ik hierdoor verloren heb zal uiterst beperkt geweest zijn...
53 Km in 1h.23' 38,5 Gem. 23/43 Gem. hartslag:: 172 Max. hartslag: 196
Deze wedstrijd te Liedekerke gold als het Provinciaal Kampioenschap van Brabant, dus daar moest ik me als Oost-Vlaamse inwoner uit Las Palmas de Gran Canaria weinig of geen zorgen over maken. Of toch... Aangekomen op de koers blijkt de omloop een maagdelijke verrassing, want ik had een totaal ander toerke in gedachten. Goed en slecht nieuws: er is een serieuze helling in het parcours opgenomen, helaas bestaat ze uit kasseien... Tijdens de opwarming raak ik er... nou ja, niet op is veel gezegd, maar ik dans van de ene steen naar de andere en vind totaal mijn klimritme niet. Hoe is dit toch g*dverd*mme mogelijk. Ik heb "for heavens sake" de laatste acht maand op Gran Canaria geklommen dat de stukken er vanaf vlogen, en ik kom hier in moeilijkheden op de eerste beste Brabantse puist! Tijdens de eerste doortochten merk ik dat ik gelukkig niet de enige ben die een gevecht aangaat met de steentjes, maar het venijn zit hem telkens op de top. Eenmaal boven wordt er immers serieus doorgetrokken, en moet ik telkens vol aan de bak om de gaatjes te dichten. Vervolgens gaat het via een smal baantje in een rotvaart én op het lint naar beneden. In de derde ronde gaan er vijf renners aan de haal, en we zullen ze helaas niet meer terugzien. Ondertussen zit ik toch iets beter in het ritme op de klim. Sterk aangemoedigt door toekomstig Happy-Biking collega Danny en vrouwtje Heidi klauter ik nu naar boven in de voorste gelederen van het peloton, want op de vlakke uitloopstrook boven moeten er nu elke ronde renners achteraan afhaken. Wanneer het breekt in ons uitgedund peloton zit ik uiteraard weer teveel achteraan te flikflooien, en heb me naar aloude gewoonte nog maar eens laten verrassen. Op een stuk vals plat waag ik de sprong, en kan nog net voor de kasseihelling aansluiting maken met het eerste peloton. Dit heeft uiteraard krachten gekost, want ik ontbreek frisheid om me in het gedrum te mengen en te spurten voor een mooie ereplaats. Net als gisteren word ik opnieuw drieëntwintigste, maar met ietsje meer lef had er hoogstwaarschijnlijk meer ingezeten.
60 Km. in 1h.35' 38 Gem. 23/56 Gem. hartslag: 170 Max. hartslag: 198
Zo hongerig als een bende wolven na een uit de hand gelopen dieet, keek ik uit naar de eerste wedstrijd in Helgië dit seizoen. Aan de andere kant was ik behoorlijk onzeker en benieuwd of ik de snelheid van het peloton nog wel zou kunnen volgen, op een biljartvlakke omloop als Malderen. De laatste weken trok ik in Gran Canaria dan ook geregeld de relatief vlakke vallei van Arguineguín in, om wat intervaltraining te doen. Dit is nooit echt mijn favoriete bezigheid geweest, maar met de angst om in Vlaanderen door het peloton weggereden te worden, legde ik er toch behoorlijk de pees op. Probleem nummer twee was mijn nieuwe racebolide, waar ik amper twee keer mee gereden had. Tot enkele uren voor de start had ik nog maar eens alles wat aan een fiets kan verandert worden aangepast en uitgeprobeert, om dan vervolgens vloekend en grommend de eerste instellingen terug te zetten. Maar goed. Na onderweg ook nog eens verkeerd te zijn gereden, rep ik me in mijn spiksplinternieuw en blinkend groen-zwart Fivez-koersplunje naar de start. Er staat behoorlijk wat wind, en in de aanvangsfase ligt het tempo dan ook niet bijzonder hoog. Voor rasechte "dieselrijders" zoals ondergetekende een welgekomen meevaller. Tegen alle verwachtingen in heb ik geen moeite met de snelheid, en ook het optrekken na de bochten en me uit de wind positioneren op de smalle baantjes ben ik gelukkig nog niet verleerd. Als ik in de vierde ronde wat opschuif naar de voorste regionen, zie ik maar liefst zeventien renners domweg wegrijden uit het peloton. Er wordt even geaarzeld en in een oogwenk nemen de leiders een halve minuut. Met de strakke wind pal op onze smoelen voelt niemand zich echt geroepen om de ezel uit te hangen en het gat te dichten, zodat de koers in een definitieve plooi ligt. In de laatste kilometer zit ik nog redelijk goed vooraan gepositioneerd, en besluit dan maar om mee te sprinten voor de laatste kruimels. Ik word zesde van het peloton en drieëntwintigste in de algemene uitslag. De kop is eraf, en na vandaag kijk ik al met iets meer vertrouwen uit naar de volgende wedstrijden in m'n thuisland.
De combinatie van PC- problemen en tijdsgebrek (er moet hier op dit eiland gefietst worden, zowel professioneel als privé...) hebben er voor gezorgd dat het de laatste weken behoorlijk doods was op deze blog. Neem daar nog bij dat de Canarische Wielerfederatie vooral uitblinkt in het annuleren en wijzigen van wedstrijden, zodat uw dienaar sinds einde maart hier niet meer in competitie aantrad. Om dan nog maar te zwijgen over de calvarietocht om hier aan een Spaanse licensie te komen. Door de grote administratieve rompslomp die dat met zich meebrengt, ben ik daar tot op heden nog niet in geslaagd, en ik betwijfel ook als ik er daadwerkelijk nog de moeite ga voor doen. Voor één wedstrijd in lijn en twee of drie korte tijdritten die voorlopig op de kalender staan, zou ik hier verdomme beter een visvergunning aanvragen. Nee, het is beter van eens de oversteek naar Helgië te maken, familie en vrienden te bezoeken en dit te combineren met enkele wedstrijden om eindelijk nog eens een beetje koersritme op te doen. Inderdaad. U voelt me hoogstwaarschijnlijk al komen. Binnenkort maak ik weer de Vlaamse wegen onveilig, want van 26 mei tot 4 juni vertoef ik terug in het land. U weze gewaarschuwd!
Vijf weken, twee bronchitisaanvallen en één maagvirus later is het eindelijk nog eens racetime op dit zonnige eiland. Door opgesomde calamiteiten was de conditie verre van optimaal, dus besloot ik maar de MTB-marathon, die de dag na deze wedstrijd zou gereden worden, te laten varen. Bovendien kan je als mountainbikegids alleen maar afgaan natuurlijk bij een tegenvallend resultaat. Oorspronkelijk was de wedstrijd ( een rit in lijn ) 75 km lang, maar dit werd door de overijverige Guardia Civil afgekeurd omdat ze de veiligheid van de renners niet konden garanderen op het niet voor het verkeer afgesloten parcours. Allemaal goed en wel natuurlijk, maar voor een massa halfgare en dronken carnavalsgangers kan het de dag nadien blijkbaar wel. Aan de start is het nog steeds gissen waar precies de wedstrijd op gang geschoten gaat worden. Over de aankomst heerst minder onduidelijkheid, die ligt 930 meter hoger op de "Alto de Fataga." Omdat ik zeker niet wil dat ze me hier bij mijn eh...lepels gaan hebben, rij ik meteen na de officieuze start vooraan het 64- koppig peloton. Hierin toch één bekende, want de sympathieke noorderbuur Immanuel Van Tintelen, die ik net achter me kon houden in de Gran Fondo del Sol van februari, is opnieuw van de partij. Eenmaal buiten Maspalomas en voorbij San Fernando wordt het tempo door enkele renners meteen serieus opgetrokken. De wedstrijdleiding heeft nochtans steeds niet doorgegeven dat de wedstrijd officieel gestart is, maar ik nestel me voor alle zekerheid toch mee vooraan in vijfde, zesde positie. Na een goeie vijf kilometer klimmen blijven we nog met een dozijn renners over, en waar we een beetje voor gevreesd hadden blijkt nu ook werkelijkheid. Op het uitzichtpunt van "Degollada de las Yegas" moeten we namelijk halt houden, en maar liefst 25 minuten wachten tot de laatste renner is komen aansluiten. De Duitse, Spaanse en Nederlandse scheldwoorden die op dat moment de zwoele lucht ingeslingerd worden zijn ontelbaar, want dit is allesbehalve goed voor de beentjes, die net lekker in het klimritme zaten. Een klein halfuurtje later tuffen we ons in een slakkengangetje achter de wagen en de politiemotards weer op gang, want nu wil de organisatie iedereen samenhouden tot de start in Fataga. Qua ritmestoornis kan dit uiteraard tellen, en mentaal valt het ook niet mee om je op te laden voor een vijf kilometer lange sprint bergop, want dit is nu de gereduceerde wedstrijdafstand. Van bij de start worden natuurlijk alle registers meteen opengetrokken. Dit wordt hier vijf kilometer pijn lijden met het bloed in de keel. Ik heb moeite om mijn tempo te vinden, want na anderhalve kilometer rijden er een tiental renners voorop, en zit ik in de achtervolging met een drietal renners. De laatste twee kilometers vind ik gelukkig het ritme terug, en halen we oa. door het beukwerk van Immanuel nog enkele renners in. We duiken nog net de top-10 binnen. Ik word finaal afgevlagd als negende, terwijl twee minuten eerder ex- prof Hans Peter Obwaller als winnaar over de streep kwam. Om in de uitslag opgenomen te worden, moeten we nog wel onder begeleiding van de Guardia Civiel de overige vijftig kilometer naar San Bartolomé, Santa Lucia en via Vecindario terug naar Maspalomas volmaken. Een rit die gelukkig zonder incidenten wordt afgewerkt. De volgende wegwedstrijd op dit eiland staat gepland voor einde mei (!), zodat Barduk als het ware gedwongen wordt om voordien eens enkele wedstrijden in Helgië te gaan afwerken. Ik hou jullie uiteraard op de hoogte!
1b. Gran Fondo del Sol, 19/02/11 Gran Canaria (Deel 2)
VERVOLG VAN VORIG ITEM.
Alhoewel ik de afdaling als mijn broekzak ken, beslis ik geen overbodige risico' s te nemen. Naast de vangrail gaapt immers een afgrond van een slordige 150 meter en ik heb nog steeds m'n vliegbrevet niet behaald. Na de korte afdaling krijgen we voor het schilderachtige dorpje Fataga enkele stroken van 15% op het menu, en ik kan moeilijk verstoppen dat ik vandaag in goeie doen ben. Dit is immers héérlijk klimmen op bijna nagelnieuw asfalt en onder een heldere hemel. Wat een verschil met de wedstrijden in Helgië die meestal op ellendig vlakke betonbanen plaatsvinden, en waarbij je enorm uit je doppen moet kijken of je klemt je voorwiel vast in het midden van twee betonstroken, en wordt zo katapultgewijs over je stuur gelanceerd. Desondanks rij ik met mijn stomme kop veel teveel vooraan en dat zien de anderen natuurlijk ook. "De anderen," dat is ondertussen een groepje geworden van acht Italianen en de Nederlander die ik bij de start ontmoette. Op de "Alto de Fataga", net onder de duizend metergrens krijg ik naast een heerlijke frisse drinkbus ook voor het eerst het tijdsverschil te horen met de twee koplopers: bijna drie minuten... Dat ziet er miljaarde niet al te best uit. Ik trek me op aan het feit dat ik halfweg wedstrijd nog steeds in aanmerking kom voor het podium, en dat had ik allerminst verwacht. Op de steile stukken voor Cruz Grande komen de Italianen eindelijk uit hun schulp, en beginnen om beurt te demarreren. Ik kom niet echt in moeilijkheden, maar ben toch blij dat in Ayacata, net voor de verschrikkelijk zware kilometers richting Roque Nublo, het tempo wat gedrukt wordt. Eenmaal de steile GC600 ingeslagen, begint het steekspel opnieuw. Al vrij vlug blijven we met vier man over, maar ik voel dat ik op de limiet aan het klimmen ben. Ik moet een gaatje laten. Twee meter worden er vier, vier meter zes, en omdat ik denk dat aan de parkeerplaats van de bekentste rots van het eiland de weg terug iets vlakker wordt, pers ik er een sprintje uit en vind terug aansluiting bij het groepje. Ik kan mezelf nu wel verwensen, want de weg blijft echter nog steil oplopen. Ik had me een bochtje vergist, en dit is mentaal de doodsteek. Ik moet ze terug laten rijden en klim op eigen tempo verder. Nu ja, klimmen... Voor het moment heeft dit meer weg van zwalpen en kruipen en ik word al vrij vlug bijgehaald door een eerder gelostte Italiaan. Samen werken we de laatste vier kilometer af, maar in de laatste vijfhonderd meter moet ik hem toch laten voorgaan en eindig redelijk "choco" als zevende.
45 Km. in 2h 18' 56" 19,3 Gem. 7e/85 (2125 hoogtemeters)
Voor één keer was de organisatie erin geslaagd om de laatste anderhalve kilometer af te sluiten voor alle verkeer. (Met de geringe publieke belangstelling aan de aankomst als gevolg.) María was gelukkig de Guardia Civil te slim af, waardoor je hieronder een filmpje van de aankomst kan zien:
1. Gran Fondo del Sol, 19/02/11 Gran Canaria (Deel 1)
Maspalomas 8u.30 op een zaterdagmorgen: ondergetekende zoekt gestresseerd en vluchtig naar de plaats waar de eerste wedstrijd van het seizoen, de "Gran Fondo del Sol", binnen een klein halfuurtje van start gaat gaan. De wedstrijdkalender uitpluizen en plaats van afspraak vinden is hier op het eiland een dagtaak op zich. En ik was verdomme nog niet zenuwachtig genoeg! Als je slechts elke maand een wedstrijd hebt, dan zorg je er best voor dat je er staat, zodat je niet nog eens enkele weken moet doorbrengen in grote onzekerheid qua conditie. Na mijn vriendin de nodige instructies gegeven te hebben (filmpje maken hier, bidon aangeven daar én foto'tje maken tussen punt x en y), schuif ik aarzelend bij aan de startlijn. Hier wordt verrassend bijna enkel Italiaans gesproken, want 95 procent van het deelnemersveld zijn bewoners van het laarzig schiereiland, die hier een fietsvakantie - trainingsstage geboekt hebben, en al twee weken op het eiland vertoeven. Onder hen ook een tiental vrouwen, en hun pezige kuiten verraden heel wat trainingskilometers. Ik stel mezelf meteen het eerste doel van het seizoen: niemand voor me dulden met langer haar dan ik...! Om iets na 9 vertrekken we aan de vuurtoren van Maspalomas richting San Fernando, waar de officiële start zal gegeven worden. Tussen de talrijk kwekkende Italianen merk ik echter ook een wielertrui met Nederlandse bedrukking op, en de sympathieke eigenaar weet me te vertellen dat ze vorig jaar verloren waren gereden net voor de eigenlijke start! Nu ja, van zo 'n toestanden kijk ik na anderhalf jaar "Islas Canarias" al lang niet meer op, maar veiligheidshalve rep ik me toch naar de eerste rij als de wedstrijd op gang geschoten wordt. Een dolgedraaide Italiaan gaat er na vijf meter al meteen als een pijl vandoor, en het hoongelach van z'n makkers verraad meteen het zinloze van zijn daad. Als we hem echter na vijf kilometer klimmen nog niet te pakken hebben, word ik toch wat nerveuzer en begin ik op kop van de ondertussen uitgedunde groep tempo te maken. Niet echt slim besef ik, en net voor de top van de eerste klim (zie ook bijgevoegde link naar het filmpje), schieten twee Italianen me voorbij en slaan in de afdaling een kloofje van een kleine honderd meter...
TO BE CONTINUED
Hieronder nog eens het filmpje van de doortocht op de eerste klim: