Alledaagse ontmoetingen met mensen door mijn beroep, gewezen tramchauffeur, nu begeleider op de bus en tram, geven aanleiding tot het schrijven van deze blog.
13-02-2013
nog plaats vrij...
Waar ik in de bus stap, is een drukke halteplaats. Gelijk loopt de bus haast vol. Ik vind achteraan nog wel een zitplaats. Er is nog een dubbele zetel vrij. Raar... Ik werp nog eens een blik naar de verdacht vrije zitplaats voor twee personen, terwijl er nog zoveel mensen blijven staan. En ja hoor, verdacht is het echt wel. Er ligt braaksel. Bweikes. Regelmatig wil iemand plaats nemen, maar trekt dan snel weer weg zonder ook maar een letter commentaar te geven. Gelukkig stinkt het niet. 'k Vraag me af of de chauffeur hiervan op de hoogte is. Ik kan natuurlijk naar hem gaan om het even te melden. Maar om twee redenen doe ik dat voorlopig nog niet. Ten eerste, als ik opsta ben ik m'n heiligdom, zijnde m'n gekoesterde zitplaats, kwijt. Ik heb echt geen zin om lang te moeten staan tussen drummende mensen. De tweede reden is, dat ik teveel naar m'n zin zal moeten wringen tussen kinderwagens en passagiers om tot bij de chauffeur te geraken. Nogmaals... gelukkig stinkt het niet. Ik kijk naar de mensen in de omgeving van het verteringsonheil op de busvloer, tussen de zetels. Een jonge vrouw is zo lief, een man hierover te informeren. Hij wilde zich naar de vrije zetel wrikken, maar ze laat hem de moeite besparen. Een bejaard koppel, gezeten in de buurt, vraagt zich duidelijk af, wat er mis is met de vrij blijvende plaats. Meneer krijgt de reden in de gaten en brengt z'n eega hiervan op de hoogte. Zij, op haar beurt kan of wil haar echtgenoot niet geloven en wil het met eigen ogen vaststellen. Hiervoor moet ze rechtstaan en helemaal over haar man gaan hangen. Een mens heeft er wat voor over om viezigheid te zien, blijkbaar. Ikzelf heb er niet bepaald behoefte aan en hou m'n hoofd bewust weggedraait van het toneel. Er zijn genoeg andere dingen te zien. Het duurt niet lang of ik ben nog maar enkele haltes verwijderd van mijn uitstapplaats. Ondertussen zijn al heel wat mensen uitgestapt. Ik ga naar de chauffeur. Langzaam maar zeker zigzag ik, me verontschuldigend voorbij enkele mensen. 'k Begroet de man eerst en vraag hem dan of hij op de hoogte is van het euvel. Nee, dat is hij niet. Ik leg uit, waar juist de maaginhoud zich bevindt. Altijd grappig hoe links en rechts door mekaar wordt gehaspeld. De ene beziet het met gezicht naar voor gericht. De andere ziet het vanuit de tegenovergestelde richting. Voor alle duidelijkheid zeg ik dus dat het aan de chauffeurszijde van de bus is. Als hij weinig tijd heeft aan de eindhalte, hoeft hij niet onnodig lang te zoeken. Hij bedankt me vriendelijk om hem op de hoogte te brengen.
Wanneer ik later de bus huiswaarts neem, tref ik toevallig dezelfde chauffeur in dezelfde bus op de terugweg naar de stad. Chauffeur herkent me onmiddellijk en lacht me toe bij het instappen. Hij zegt dat ie er zowiezo al zand heeft over gestrooid. Ik lach hem toe, dat ie dat goed heeft gedaan. Het gebeurt wel eens dat in de zandkokers, daarvoor voorzien op de bussen, helemaal geen zand zit. Ik hoop maar dat de brave man snel een propere bus krijgt.
Dan ga ik zitten. Weer een wereldprobleem opgelost...
Hoewel ik er eerder over schreef om tijdens de spitsuren de bus te nemen, overweeg ik om vandaag, woensdag op het middaguur, toch de bus nog maar niet te nemen. Zou ik een broodje blijven eten in het ziekenhuis? Na een klein twijfelmoment, beslis ik om dit toch maar niet te doen. Hoe minder uren ik in het ziekenhuis doorbreng, hoe beter ik me voel. Trouwens het alternatief is dat ik m'n kleinkinderen langer zal zien, want ik ga naar hen. Daar heb ik de drukte in de bus voor over. Trouwens, ik bedenk, dat ik wellicht zowiezo nog een zitplaats zal hebben. Waar ik zal instappen, zullen niet veel studentjes in de bus zitten, vermoed ik. En ja hoor, ik was juist. Het is erg rustig. De drukte zal vermoedelijk beginnen in de St Bavostraat in Wilrijk. Ooit ging ik nog naar die school, waar is de tijd?
Er zit een man op de bus, die een broodje smosachtig iets eet. 'Foei!' denk ik, maar ik zeg niks. Hij geniet er duidelijk van. Wanneer het op is, likt hij zowat de hele verpakking nog af. Dat moet heus een superlekker broodje geweest zijn. Dan, zie ik hem de verpakking bijeen friemelen en tussen de zetel en de buswand stoppen. 'Dubbel Foei!!!' En dat voor een volwassen man. Wat krijg ik zin om hem te vermanen. Maar ik doe het niet. Als passagier zo iemand verwijzen, zal wellicht op problemen uitlopen. Die kan ik missen als kiespijn. Ik opteer voor doffe lafheid, ofte neutraliteit met kop in het zand. Hij wordt zonder pardon geklasseerd als zielige persoonlijkheid. En, denk ik nog bij mezelf, hoe moet het er bij hem thuis uitzien??? Bah!
Zoals ik vermoedde, staat een groep schooljeugd te wachten in de St Bavostraat. Ze stappen rustig op. Een halte later, volgt er nog een hele groep. Een bumpermoeder, is een mama die met een bruuske houding de bus doorstoomt, zonder dralen om steevast die ene overblijvende zitplaats te bemachtigen. Iedereen die in de weg staat wordt met een krachtige elleboog-toevallige-stoot, net niet te hard, opzij geduwd en haar blik blijft onomwonden op die zitplaats gericht, als het ware in extase. Ze wordt getolereerd. Haar ijver wordt beloond, ze kan de zitplaats bemachtigen voor haar kind dat een beetje beschaamd achterna komt, wanneer mama haar tot de orde roept omdat ze niet snel genoeg volgt. Naast mij komt een jongen zitten, een brave puber, zo rustig als wat. Eigenlijk zijn ze allemaal best rustig. Er wordt niet geroepen, niet geduwd, niet getrokken. Ze praten rustig met mekaar, zoals welopgevoede prachtige voorbeelden der andere medestudenten die ik soms op de tram bezig zie. Binnen de kortste keren ruikt de bus naar snoepgoed. Nogal wat kinders hebben namelijk een zakje plaksnoep bij, zo van die gummie's in puntzakjes.
Wanneer we aan de Bist in Wilrijk komen is de bus stampvol. De chauffeur vraagt tot drie keer om door te schuiven, maar iedereen is reeds goed doorgeschoven. Het is dus onmogelijk. Een jongen achteraan roept iets in de aard van: 'Joenge, rijdt deur! De bus is vol!' Vooraan wordt er nog een beetje geprest in de mate van het mogelijke en de laatste geraakt eindelijk mee op het voertuig. Tevreden rijdt de chauffeur verder.
Wanneer ik wil gaan uitstappen, staat m'n buurjongen op om plaats te maken voor me. Ik vraag hem of hij ook wil uitstappen. Hij knikt nee. Dus bedank ik hem om de ruimte die hij me geeft. En yep! Ik krijg een glimlachje als cadeau.
Bij het heenrijden, is het stil, te stil op het voertuig. Er heerst zo'n stilte, die je aan een begrafenis doet denken. Iedereen lijkt zich onwennig met mekaars gezelschap te voelen. Dit soort stiltes komt ook vaak voor in wachtkamers bij dokters of tandartsen. Nu werken die meestal met afspraken, dus zit je niet meer in overvolle wachtkamers (da's toch de bedoeling). Maar ik herinner me vooral als kind, dat ik in zo'n wachtkamer nog niet durfde kuchen uit schrik de eerbare stilte te beledigen en men mij zou naar de hel wensen of, erger nog, sturen, voor het breken van het kostbare geen-geluid. Zo'n stilte heerst er dus op de tram. Ik trek het me echter niet meer aan zoals vroeger. M'n man en ik houden een rustig onderonske. Mensen stappen op en af. Een mevrouw die al enkele haltes geleden opstapte vraagt plots of we bijna aan Eksterlaar zijn. We rijden richting Linkeroever. Nee dus, we zijn helemaal niet dicht bij Eksterlaar. Ik raad haar aan de volgende halte uit te stappen en de tram in de andere richting te nemen. Ik denk: Je kan natuurlijk ook blijven zitten als je tijd hebt, maar dan ben je nog wel even onderweg... Heus, ik denk dat, ik zeg dit niet. Anderen bevestigen mijn raad. Dan pas raakt mevrouw overtuigd. Ze was immers zeker dat ze in de juiste richting was opgestapt. Ze geloofde me niet direct, ze moest overtuigd worden. Ze verlaat de tram en wordt haast uitgewuifd door enkele andere enthousiaste reizigers. Vanaf dit moment is de stilte passé. Vanaf nu praat iedereen met iedereen. De bewuste vrouw gaf daarvoor blijkbaar het startschot. Men vertelt over kenmerken van het Eksterlaar, over het traject van deze lijn en de duur ervan. Hier en daar kan er zelfs een grapje af. Goed zo! De reiziger komt tot leven op de tram.
We willen terug. Daarom zijn we de stadsdrukte ontsnapt naar een pre-metrostation, waar in eerste instantie een heerlijke rust heerst. Dat doet effe goed. Er zijn enkele stoeltjes vrij. We zetten ons. Een jonge indisch-ogende man, loopt wat zenuwachtig over en weer op het perron. Hij heeft z'n gsm vast. Hij is één van de velen die hun gsm gebruiken voor één van de andere doeleinden dan telefoneren. Hij draait zich naar de richting waarin de tram zal aankomen. Hij neemt een filmpje van de aankomende lagevloertram. Hij registreert hoe mensen in en uitstappen. Hij blijft filmen en legt vast hoe het voertuig weer wegrijdt. De pijp in. Verdwijnt in het donkere gat. Hij verifieert, maar ik kan niet zien of hij tevreden is. Gelaatsuitdrukking blijft onveranderd serieus. Weer loopt hij zenuwachtig heen en weer. We stappen in ons voertuig na niet te lang gewacht te hebben. Hij, filmt niks meer, kan ik nog net zien. Dus, misschien was hij toch tevreden van het resultaat. Er zit onder anderen een groep mensen in de tram. Zij maken pret. Niet te luid, maar voldoende om een warme sfeer te creëren.
Best leuk. Niet dat 't vriest, maar wat extra warmte kan nooit kwaad...
Vanaf nu zo ongeveer, zal ik dagelijks de bus nemen naar het hospitaal. Vandaag hoop ik de uren te krijgen wanneer ik daar aanwezig zal moeten zijn. Eerder hoopte ik, dat 'men' me de spitsuren zou besparen, daar ik moet opstappen op een drukke plaats. Zitplaats zal ik dan wel niet snel hebben. 'k Zie me 'r al staan steunen tussen een massa schoolgaande jeugd en/of de werkende mens op weg naar de job, zuur kijkend, want gisteravond te laat naar bed en dus nog veel te moe en dus, zonder goesting om te gaan werken. Vooral de 'nevenmens' niet in de ogen kijkend, want men zou zo eens contact kunnen maken en mekaar moeten groeten. Ge kent dat wel hé...
Maar... eigenlijk ben ik van gedachten veranderd. Dat mag hé. Inzien dat je eerste visie toch niet jedàt is, en dat toegeven door van visie te veranderen, is menselijk en dus toegestaan. Wel, hopelijk zal ik dan wel een zitplaatske kunnen bemachtigen ('k zou eens moeten informeren bij De Lijn of een zitplaats reserveren op een stadsbus een optie is...) Maar ik kijk er naar uit om het gekonkelfoes, grimassen allerhande en ongemakkelijke stiltes te kunnen vastleggen om hier alsnog verslag over uit te brengen. Laat staan, de eventuele ongemakken op de weg waar de arme chauffeurs mee te kampen hebben. Wees gerust, het zal niet uit leedvermaak zijn. Zo ben ik niet. Maar het moet gezegd of geschreven; dat ik wellicht m'n kleine pleiziertjes wel zal beleven.
Blijkbaar ben ik niet de enige die het zo beziet...
Sinds ik ziek ben, kom ik maar raar of zelden 's avonds buiten. Gewoon omdat ik daarvoor te moe ben. Da's helemaal niet erg hoor. Rond de middag heb ik meestal voldoende energie om vanalles te doen en dus 's avonds is mijn kaarsje uit, of nee... teer ik op een laag pitje. Da's juister uitgedrukt. Mijn kaars is nog lang niet uit!
Kort geleden, maakten we een uitzondering. M'n man stelde voor om naar de laatste filmvoorstelling te gaan. Tja, de film... Wij gaan ongeveer eenmaal om de twee jaar naar de cinema. We gingen kijken naar een prachtige film. Nou, dat wisten we pas wanneer we hem gezien hadden natuurlijk. Maar we hadden goed gegokt. The perks of being a (social) wallflower. Een aanrader, heus. We gingen uiteraard met het openbaar vervoer. We moeten niet ver stappen naar de tramhalte en in de stad zelf, is de halte ook amper vijf minuutjes verwijderd van het UGC. Waarom zouden we met de auto rijden? Thuis bekijk ik het uurrooster van de lijn die we zullen nemen. En, het werkt uitstekend. Wanneer we dik tevreden de cinemazaal verlaten, weet ik dat we een tiental minuten de tijd hebben tot de tram komt. We moeten ons dus niet haasten en komen ruimschoots op tijd aan het perron. Middernacht. Pre-metro. De sfeer is dan anders. Zeker op zo'n drukke plaats... tijdens de daguren. We zijn helemaal alleen. Wat een rust. Toch, kan ik het niet nalaten te denken aan een man, die een tijdje geleden slachtoffer werd door een aanval van een groepje agressievelingen. Toen was het lang niet zo kalm, er zat toen ook nog volk op de tram trouwens, voor zover ik vernam in het nieuws. Ik zet het doemdenken van me af. Er komt een jonge man de roltrap af. Hij komt onze richting uit. Hij zet zich naast ons op de stoeltjes en groet ons zeer vriendelijk.
We horen net nog het einde van een aankondiging wanneer we in het pre-metrostation arriveren. Niet wetende wat er aan de hand is, vraag ik aan iemand of die de aankondiging heeft gehoord. Hij heeft ze wel gehoord, maar is de boodschap nog aan't verwerken. Na een vijftal minuten klinkt de boel weer door de luidsprekers. Er staat nogal wat volk op het perron. Aan de overkant is het grote aantal mensen verdwenen. Wat het probleem is, zegt men niet, maar het doet zich duidelijk voor in de andere richting. Hoewel het tramverkeer in de richting die wij uit willen, ook degelijk is verstoord. De meeste mensen blijven gewoon waar ze zijn. Ze nemen de eerste tram die er aan komt en trekken hun plan. Wellicht onverstoorbare, metrokenners die weten hoe ze waar geraken. Een deel blijft zowat verstokt staan, niet goed wetende wat ze zullen ondernemen. En net nu, geen lijnuniform te zien. Na een tijdje verandert de aankondiging in een verontschuldiging omdat het tramverkeer verstoord is. Daaruit begrijp ik dat het euvel ik opgelost. Het blijft rustig op het perron, ook al is er veel volk. De scholen net uit, hoop ik maar dat de trams snel terug 'op hun plaats' rijden. Maar de realiteit is niet zo simpel, weet ik. Wij, besluiten om ons naar de Groenplaats te laten voeren en van daaruit bovengronds huiswaarts te keren. Want, op de lijn die wij wilden nemen, is geen leven merkbaar. Nochtans werd over die lijn niks vermeld in de aankondigingen die ik hoorde. Vergetelheid? Wie zal het zeggen...
We nemen lijn 4. Een enkele pcc. Haast volzet met pattékesmadammekes van op de Groenplaats. Ik wil plaats nemen naast een vrouw die alleen zit op een dubbele zetel. Ze heeft haar handtas ruim naast zich op de zetel gezet, maar ze omarmt de tas. Haar blik spreekt boekdelen. Ze zegt niks, maar haar ogen maken me duidelijk dat als ik het lef durf te hebben naast haar te gaan zitten, ik dat duur zal betalen. O, jee... Net door die blik, heb ik zin me te zetten. Maar, bedenk ik me, dan krijgen we wellicht een scène. Ik kan me voorstellen dat ze de plaats vrij houdt voor een oud menske dat nog is aan 't opstappen. Je kent dat wel, niet goed te been ofzo. Ondertussen zal iemand de andere plaats innemen, de zetel vòòr haar en zal ik beslist de hele trip moeten staan. Da's niet zo goed in mijn toestand, dus geef ik de boze-blik-vrouw haar zin en zet me de zetel er voor. Het duurt geen minuut of ik aanhoor de toestand die ik net wilde voorkomen. Iemand wilde er dus plaats nemen. Een jonge vrouw staat haar zitje af aan de gedupeerde vrouw die haar plaats niet wordt gegund.
Ik zie dat lijn 12 en 2 voor ons rijden. Bovengronds lijkt het dus ook een janboel, wat logisch is, want lijnen worden omgeleid als er problemen zijn. Plus, ik ga me nou echt niet verdiepen in de vragen die in me opkomen. Ik ben nog lang niet aan 't werk en wil me er op die manier niet onnodig in verdiepen. De boel raakt echt wel opgelost zonder mij. Schooljongens geraken niet op de bomvolle tram. Er wordt wat gesakkerd op straat, ocharme. Enkelen onder hen vinden het leuk om foto's te nemen van de overvolle tram. Tja, er is er ene een tijd terug mee begonnen, klagende over wantoestanden op lijn 15 via facebook. Nu doen jongere gastjes dat na wellicht. Of, bewijsmateriaal voor de ouders omdat ze te laat thuiskomen... Ach, ik hoop ten stelligste dat dit niet zo is, het zou een trieste opvoeding zijn, moesten de kinderen alles op die manier moeten bewijzen. Ik hou het dus op onderlinge pret en een manier om een teleurstelling af te reageren.
Ik, zou alleszins een foto van hen hebben kunnen gebruiken om bij dit bericht te plaatsen...
Net na 9u 's morgens. Er stapt een klas schoolpuberkes op de tram. Ze hebben blijkbaar haast. Of, ze hebben niet voldoende kunnen afreageren in het zwembad, al zo vroeg in de morgen. Ze willen allemaal samen door de deuren en wrikken al duwend medeleerlingen spelenderwijs opzij om maar als eerste binnen te kunnen. Misschien heeft het te maken met een zitplaats willen of kunnen bemachtigen. Misschien vinden ze't gewoon leuk, om mekaar wat te dwarsbomen. Ik laat het in 't midden. 'k Merk wel, dat er zuchten ontsnappen van meewarig neeknikkende oudere passagiers, die dit gedrag beslist niet goedkeuren. De leraar sport, heeft er alleszins geen oog voor. Nogal dikwijls valt het me op, dat sportleerkrachten onderweg met hun meute, wel eens makkelijker verstek laten gaan. Discipline op de sportvloer is onontbeerlijk, maar onderweg valt het blijkbaar niet onder hun bevoegdheid... ofzo... Hoewel ik beslist niet alle verantwoordelijken over dezelfde kam mag scheren. 'k Heb ook al wel mensen met grote verantwoordelijkheidszin binnen de sportonderwijzers aan het werk gezien. Een waar genot. Wat 'mijn' leerlingen betreft, hier en nu... De haren van velen nog nat, want ze startten de dag met zwemles. Nou, 't moet toch koud zijn, zonder kap of muts. Het zijn maar enkelingen die zich niet beschermen tegen de koude. Of ze morgen ziek zullen zijn, zal ik wel nooit weten. Misschien is het voor hen een manier om proberen te ontsnappen aan examens, wie weet... Ze verspreiden zich over het voertuig. Er is zitplaats genoeg voor iedereen. Toch is er op een gegeven moment een dubbele zitplaats vrij gekomen. Een jongen neemt plaats. Ruim. Een andere wil naast hem gaan zitten, maar de gezetene wil hem de plaats niet gunnen. Z'n rugzak mooi in't midden van de zetel neergepoot, laat ie weten dat hij zal moeten blijven staan. De andere laat zich niet zomaar afschepen. Hij is sociaal vaardig. Ik let graag op zulke dingen. De manier waarop hij reageert, zorgt ervoor dat ie toch gaat zitten en de andere onderhoudt op een aanvaardbare wijze. De plager staat het toe. Ik denk: Wat is het toch snel gebeurd. Als je op zo'n moment nou net verkeerd reageert, zijn de poppen aan't dansen. Dan wordt spel, pesterij. En de leraar? Die is in gesprek met de bakvisjes van de klas. Hij let niet op de jongens. Die, weten dat uiteraard, en profiteren van het vrij spel dat ze krijgen. Gebeurt er daarom iets verkeerd? Natuurlijk niet. Zo is het leven. Het leven dat zij volop leren te leven. Met plus en minpunten. Schoolgaan is niet enkel school gaan...
Hupsakee, naar de koekenstad. Lekker afgesproken met een vriendin. Eerst toch maar een schuilplaats gezocht tegen een gevel van een huis, ter hoogte van de halteplaats. Koude regendruppels waaien in m'n gezicht, want een echt afdak ontbreekt. Gelukkig kan ik de eerste de beste tram nemen. Alle wegen leiden immers naar de Groenplaats... Wanneer ik terug zalig droogjes en een heel stuk warmer op een lagevloertram zit, trek ik me van het koude weer geen rist meer aan.
Een stopplaats verder komt een oudere man naast me zitten. Echt, een heel vriendelijk persoon. No offence, maar hij is duidelijk geen Antwerpenaar. Dit merk ik niet enkel omdat hij het dialect niet beheerst, maar een antwerps stadsmens start zelden een gesprek met de eerste de beste vreemde waarnaast hij zich zet in de tram. Fier als hij is op zijn roots, hoe plaatselijk ze ook mogen zijn, laat hij me al direct weten dat hij hier de weg niet kent, want hij is van Mol. Nou, oké...toegegeven, hij is dan toch van onze provincie... Ik laat hem weten dat ik in Mol ook m'n weg niet ken.
Regendruppels worden smeltende sneeuw. Het is dus een makkie om een conversatie te beginnen. In onze contreien blijft men immers elk jaar opnieuw de oogjes extra opentrekken als er sneeuw valt. 't Lijkt telkenjare weer een bewonderenswaardig iets, ook al kan je de vlokjes haast tellen. Het haalt zelfs het nieuws, elk jaar weer, die eerste vlokjes (ook de tweede en derde...) Op zo'n moment denk ik: 'Goed zo! Vertel hierover op het nieuws, dat is 't teken dat er geen ramp is gebeurd. De goednieuwsshow, of iets in dien aard.' M'n buurman krijgt het antwoord dat ie verwacht, want ik beaam. 'k Gooi er nog wat bovenop, door te antwoorden dat ie zich maar beter voorbereidt op het einde van de week. Er wordt veel sneeuw en koude verwacht. Het winteroffensief is gestart. Wat dacht je...? Yep... hij beaamt. Het weer zorgt steeds weer voor superinteressante gesprekken. Ach ja, tegelijkertijd is het een soort aftasten, wat voor persoontje naast je zit. Voor 't zelfde geld krijg je een 'hmm' als antwoord. In zo'n geval stopt wellicht de conversatie. De kans is ook reëel dat de persoon naast je, geen snars verstaat van wat je zegt. Voor 't zelfde geld ben ik een net ingeweken Poolse of Oekraïnse ofzo. Maar nee hoor, de conversatie is ingezet, de sfeer is gezet en de man vertelt olijk dat ie van winterweertoestanden veel weet. Hij was immers postbode, veertig jaar lang. Nu gepensioneerd. Toen, deed hij alles met de fiets of te voet. Veertig jaar in't zelfde dorpje. Dat was nog eens een tijd. In de winter kon ie zich warmen bij de mensen thuis. Dan kreeg hij regelmatig een kop koffie en zelfs een koffiekoek of iets lekkers aangeboden. Soms wel eens een borrelke, maar dat gebeurde helemaal niet zo dikwijls als het cliché in feuilletonnekes doet denken. Als hij het erg koud had, hoefde hij maar te vragen of ie zich effe mocht warmen en de deur ging wagewijd open. Jajaja... de mensen waren toen anders. De job had een veel hogere sociale waarde dan nu. Hij kende Jef en klein pierke en... iedereen kende hem. Als hij nu over straat loopt, wordt hij steevast begroet met 'goeie morgen facteur'. Ik ben het met de man meer dan eens. Tegen de tijd dat wij onze postbode leren kennen, wordt ie overgeplaatst en komt er een nieuwe kadee. Net, als het leuk begint te worden... Ik noem het postpesterijen, met een knipoog. Het is voor de postbode wellicht ook een pak plezieriger als ie spontaan door de mensen wordt begroet. Zo'n nieuwe, is dikwijls erg zenuwachtig en geconcentreerd in de weer, dat die je groet niet eens hoort. Komt ie iets persoonlijk afgeven, dan schrikt ie al op als je hem/haar nog een fijne dag verder wenst. Nee hoor, buurman is er terecht erg blij om dat ie de goeien ouwen tijd nog had bij de post. Met de geneugten van het goeie en slechte weer in alle facetten erbij genomen.
Hij moet er uit, laat z'n compagnon die achter ons had plaatsgenomen, weten. Voor alle zekerheid nog maar eens gevraagd of dit wel de juiste halte is. Een groet kan er nog af. Ja... deze doorgewinterde facteur, weet nog dat een groet krijgen, een mens deugd kan doen. Hij laat het blijken.
de wereld is om zeep, er gebeuren rare dingen rondom mij
Van het MAS naar huis. Lijn 9 is afgeschaft. Pech. Het moet dus anders. Het moet met een overstap. Keuzemogelijkheden genoeg. Het regent, dus we willen maar best een zo droog mogelijke keuze maken. Dat, houdt ook in, dat we rekening willen houden met wachthokjes die niet, yep, lees duidelijk: NIET meer geïnstalleerd zijn. Het is immers zondag. Daar is niks mis mee, maar als we dan net ons voertuig gemist hebben, staan we een kwartier te scheelogen in de regen. Dat willen we voorkomen natuurlijk. Trouwens, 'k moet er rekening mee houden, dat ik maar weer eens zonder weerstand zit hé... We overwegen dus waar we 't best overstappen van bus 17. Ik weet niet of er een omleiding is. Man wordt er ook goed in. Hij is practischer dan ik. Typisch mannelijk, denk ik. Ik ben een warhoofd. Wanneer er meerdere mogelijkheden zijn, gok ik maar wat, over het algemeen. Hij heeft snel een overzicht van de verschillende overstapplaatsen en stelt al snel voor om mee te rijden tot aan het kruispunt met de Belgiëlei en de Lange Leemstraat. Daar kunnen we dan overstappen op tram 4. Haaaa... dien overstap zag ik over het hoofd. Aan die halte staat wel degelijk een wachthokje, geloof ik. Maar langs de andere kant, is het soms zo druk op lijn 4, dat als je daar opstapt geen zitplaats meer vindt. Da's nu niet aan mij besteed. Ook dat wil ik voorkomen. Luxeprobleem, 'k weet het. Maar nu, mag ik me dat veroorloven. Ik ben veel te snel moe. Dan denk ik plots aan het centraal station. Daar kunnen we in de pre-metro lijn 9 nemen. Dat zijn meestal lagevloertrams of op z'n minst gekoppelde pcc's. Zitplaats aanwezig dus! En... met die lijn, zijn we sneller thuis. Ook dat telt mee als je snel moe bent. Die optie wint het, dankzij mijn makkelijke echtgenoot die toegeeft.
Op de roltrap naar beneden, worden we geconfronteerd met spelende, vooral domme jongeren. Een jongen en een meisje, puberkes, lopen op de roltrappen die dalen, naar omhoog. Zij, geeft het al snel op. Hij, niet. Hij wil snoeven, vermoed ik. Hij loopt tot vlak voor m'n voeten om dan bruusk om te draaien en weer naar beneden te stormen. Ik zeg niks. 't Is niet mooi van me, maar ik hoop vanalles. Vooral dat ie een lesje leert waaruit ie afleidt dat dit helemaal niet hoeft. Maar ach... eigenlijk... ik ben ook jong geweest. Hoewel ik dit gedrag nooit vertoonde, heb ik beslist ook domme dingen gedaan... Eens we goed en wel op het perron komen, zitten die jongeren in een groepje van 6 op de grond. Ze zorgen ervoor dat iedereen hen opmerkt. Ze zijn zo opvallend mogelijk. Maar ze doen niks meer dat niet hoort, volgens de regels van de wetgeving. Onze tram komt er snel aan. Chanse!!! We stappen in en zetten ons helemaal achteraan. Ook de pubers zijn ingestapt. Het geluid zwelt enorm terwijl ze zich ook naar achteren begeven. Eén van de jongens vraagt naar waar deze tram rijdt. Ik kan het niet laten, wat sarcastisch te vragen of ze dan niet gelezen hebben wat er op de tram staat...? Ik merk droogjes op, dat dit duidelijk leesbaar op de lijnfilm staat én aangegeven staat op het perron. De jongen antwoordt dat ze niks hebben gelezen, ze zijn maar op een tram gestapt. Ze moeten naar Mortsel. 'Nou' zeg ik: 'Jullie rijden naar Deurne.' Ik moet de jonge kerel enkele malen herhalen dat ze de volgende halte beter uitstappen om lijn 15 te nemen. Gelukkig zijn de meisjes iets oplettender en sleuren ze de kerel er mee af de volgende halte. En, ohhhhh... wat doet de stilte goed. De andere passagiers achteraan zitten bewegingloos terwijl dit alles geschiedt. Eén man zie ik glimlachen wanneer de jongeren zijn uitgestapt. Ik denk hardop: o, jee, als die kerels onze toekomst zijn, staat de mens er niet zo goed voor... Hopelijk is er nog hoop...
De man z'n lippen krommen zich lichtjes, of beeld ik het me in? De anderen blijven stoïcijns onbeweeglijk recht voor zich uit staren. ... Of... zou de wereld al om zeep zijn...?
Ik moet er uit vandaag. Gedachten verzetten is dringend nodig. Doen dus. Dat beetje motregen is het einde van de wereld niet, maar zorgt er misschien wel voor dat de trams niet bomvol zitten. Het leven is aan de durvers. Wij, besluiten naar hartje Antwerpen te trekken. Er is immers in De Dames een bloemententoonstelling. Nou, dat wil ik wel eens zien. 'Kan best aardig zijn', probeer ik manlief te motiveren. Ik vraag, hij draait. Lief toch! We nemen tram 4, om dan nog een wandelingetje te maken, naar de Meir, waar het gebouw van bestemming is. Bij het opstappen toch eventjes een kleine babbel gemaakt met de chauffeur. Lang geleden gezien, je kent dat wel. Hij wist niet dat ik 'out' ben. Nu wel. Toffe kerel. Soms, kan je gewoonweg mensen niet zomaar even toeknikken en verder gaan. Vandaar de kleine babbel. Maar al gauw ga ik zitten. M'n man hield een plaatske vrij. 'k Zei toch al dat ie lief is hé...
Ik wist niet eens dat op de Meir een gebouw van de school De Dames is. Zo leer ik nog wat bij. De tentoonstelling is best aardig. Hier en daar staan er heuse kunstwerken opgesteld. Een bloemist is niet simpel een bloemverkoper meer. Ze moeten kunnen presenteren. En hoe...! Een kleurenpraal in mooi gecreëerde decors. Het gebouw als basisachtergrond. Het mag tellen. Ik zou zeggen, voor zover ik er iets van ken; onder anderen renaissance, maar ook een ruimte met Delftse blauwe tegels als decor. Spijtig genoeg dringend aan onderhoud toe, maar het zal wel heel wat kosten. We wandelen nog wat rond en nemen na een tijdje te tram naar huis terug. Ook nu weer valt het goed mee.
Er is voldoende zitplaats. Twee meisjes achteraan hebben muziek luid staan. Techno. Zelf praten ze ook heel luid, uiteraard om de muziek te overstemmen. Domme bakvissen toch... Maar ik zeg niks. Niemand zegt er iets over. Gelukkig stappen ze al snel uit. Oef...! Rust nu. Net voorbij Berchem Station is er een drukte van belang. Politie met blauwe zwaailichten doen vermoeden dat er een zwaar ongeval is gebeurd. Gelukkig is dit niet zo. Er staan praalwagens, enkele reuzen, hopen zwarte pieten en uiteraard dit allemaal onder veilige begeleiding van de lange arm der wet. Ze nemen de hele brug in beslag. Uiteraard niet op de tramroutes, maar ander verkeer wordt zo te zien omgeleid. We rijden niet snel, en iedereen kijkt naar het zelfde plaatje. Zowat alle zwarte pieten zitten nog in hun stoetroes, vermoed ik en ze wuiven uitbundig naar de tram. Kindjes op de tram kijken verbaasd en wuiven zo'n beetje op automatic terug. Ze kikkeren er van op. Niet enkel de kindjes zijn mikpunten van de pieten. Ook de volwassenen worden ferm toegewuifd. Gelieve het spel mee te spelen en terug te wuiven. Normaal gezien doe ik zoiets makkelijk mee. Maar vandaag niet. Ze moeten het maar met een knikje stellen. Eén van de pieten doet teken, roept dat we moeten uitstappen, hen vergezellen. 'k Denk in mezelf: " 'k Zal mij es spoeien zeker..." Te moe. Goed argument. Aan de volgende halte stappen nogal wat jonge kereltjes op. Kleinere kinderen met ballonnen in alle maten en kleuren. De wat grotere binken met zakken vol snoep. Al snel wordt de tram een snoepbar. Ze proeven, lusten het wel en slikken het door. Wanneer ze't niet lusten, spugen ze't uit... Eerlijk...? Nee, niet allemaal, wel een enkeling. Maar 'k vind het toch maar vies.
Nog niet gauw stapte ik zo graag uit de tram. Met dank aan Sinterklaas...
Ik kom aan het perron. Mijn perron. Ik deel het ook hoor, geen probleem. Maar een mens eigent zich dingen toe, waarvan ie regelmatig gebruik maakt. Zo gaat het ook met dit perron. Dicht bij huis gelegen. Daar neem ik steeds de tram en dat maakt het dus buiten het eigendomsrecht van vele anderen, ook van mij.
Een hele tijd terug, brak men het oude wachthokje af. De Lijn was immers gaan samenwerken met een andere firma. Die zorgde voor eigen infrastructuur binnen het straatmeubilair in verband met het openbaar vervoer. Die wijziging heeft voor nogal wat problemen gezorgd. Het ging zo ver, dat de Stad limieten moest leggen aan de wantoestanden, door boetes uit te delen aan de firma. Het wisselen van de wachthokjes gebeurde inderdaad op erbarmelijke wijze en soms heel erg ondoordacht gevaarlijk, voor de passagiers. Maar, deze omstandigheden flink doorgebeten, kwam het bewuste nieuwe wachthokje er. En na nog wat geduld, lag het perron er op een gegeven moment terug veilig voor iedereen bij. Goed zo. Speekmadol en bank vooruit!
Een korter tijdje terug, merkte ik plots op, dat men weer aan de slag was gegaan op het perron. De boel werd terug open gegooid. Eventjes later, was het nieuwe wachthokje ribbedebie. Weg dus. Gelukkig heeft men de grond terug mooi gelijk gemaakt en de dals terug gelegd. Maar het wachthokje blijft weg.
Ik kom er aan. Er staat een mevrouw. Ze vindt het maar niks, zo zonder beschutting. Vandaag hebben we chanse. Het is mooi weer. 'Volgende week', zegt ze: 'gaat het vriezen. Dat zal wat anders zijn.' Ze jammert over het barre vooruitzicht. Wat wel meer gebeurt op zo'n moment is dat de fout uiteraard bij De Lijn ligt, volgens de gedupeerden in regen en koude. Ik neem het op voor De Lijn, bij deze. Verdedig waar nodig en leg uit wat ik weet, niet veel maar toch meer dan niks, over deze situatie. De Lijn wordt gezuiverd van blaam waar nodig. Mevrouw wordt lichtjes overdonderd. Haar kritiek smelt. Net op dat moment komt een tram aangereden. Mooi op tijd.
Na ietwat meer dan twee weken, mag en kan ik nog eens verlucht worden. Het doet goed en ik vier het door een tripje naar het Schoonselhof te maken. Uiteraard, met het openbaar vervoer. Daarvoor moet ik overstappen. Ik zal als alles naar wens verloopt, een klein uurtje onderweg zijn. Tenzij... ik echt veel chanse heb met het overstappen en alles supervlot verloopt, haal ik het zeker in iets minder dan drie kwartier. Aan pech en tegenslag denk ik niet. Dat is, wat mij betreft, momenteel peanuts. Ik neem tram vier. Een enkel pcc'ke, redelijk gevuld. Er is nog één zitplaats vrij. Een jonge vrouw met een grote hond, zit in het midden van een dubbele zetel. Haar hond, braaf voor haar voeten. Er staan verschillende mensen recht, maar niemand doet moeite om gebruik te maken van de vrije plaats. Ik denk: Wauw... da's gereserveerd voor mij!!! Zonder dralen, want ik heb geen zin om te blijven staan. Ik ben erg snel moe, zie je. Ik vraag haar dus of ik kan plaats nemen. Ze laat me aan het venster zitten, trekt een ietwat verveeld gezicht, maar dat negeer ik. Integendeel, ik dank haar beleefd. Verder geen reactie. Ze laat de hond nu naast haar liggen, zitten of steunen. Het dier is absoluut braaf. Een grote, lamme goedzak. Goed verzorgd, want geen geur. Daar durf ik wel eens ergerlijke last van hebben, dan moet ik uitstappen. Nu dus niet. Aan de Nationale Bank stap ik uit om daar over te stappen op tram 24, of bus 290. Het maakt niet uit. Het is aangenaam om te weten dat ik op deze manier niet te lang zal moeten wachten. Ook al schreef ik eerder dat het nu niet belangrijk is voor me, het is toch redelijk koud. Nog geen vijf minuten van m'n lieve leventje wordt geëist.
Bus 290 wordt m'n vervoermiddel. Er staat nogal wat volk te wachten, maar niet getreurd er is plaats genoeg op de bus. Ik groet de chauffeur bij het instappen. Hij knikt. 'k Neem plaats nog ver vooraan in de bus. 'k Laat me 'vervoeren' door de stadsrit. Rustig verkeer, rustige mensen, rustige stad. Na een tijdje valt me op, dat al tientallen mensen zijn opgestapt, maar enkel één persoon groette de chauffeur. Laat dat dan nog net een dame zijn die als eerste instapte, met achter haar nog een zestal andere reizigers. Zij wilde -vermoed ik- haar levensverhaal gaan vertellen, maar door het gedrum in haar rug, lukte dit helaas niet. Ze moest verder... De chauffeur glimlacht eventjes naar haar, maar laat de boel rustig draaien zoals 't verloopt. Wat later, op het Zuid, stapt een man op. Hij heeft z'n betaalkaart in de hand. Dat doet mij denken aan het feit dat ik dat niet deed. Ik liet de chauffeur niks zien, uit gewoonte vrees ik. Door veel met de tram mee te rijden, hou je de kaart niet bij de hand als je instapt. Bij de tram kan je immers via verschillende deuren instappen, niet enkel bij de chauffeur. De instappende man, steekt gretig z'n kaart in de ontwaarder bij de chauffeur. De chauffeur vraagt waar ie wil uitstappen. De man aarzelt. Chauffeur herhaalt de vraag. De man antwoordt. Chauffeur tikt in het apparaat en het piept. Chauffeur laat weten dat reiziger een euro moet bijbetalen. Man reageert niet. Chauffeur herhaalt. De man zegt dat dit niet kan. De chauffeur zegt dat de man verschillende zones doorreist en daarom moet bijbetalen. Er staat niet voldoende meer op de kaart. De man herhaalt dat dit niet zo is. Ik zie dat de chauffeur de rit annuleert alvorens het te laat is. Hij zegt rustig tegen de boos wordende man, dat als ie niet wil betalen, hij dan op een andere manier z'n rit zal moeten verder zetten. De man z'n stem is ondertussen verstaanbaar tot achterin de bus, vermoed ik. Hij is kwaad. Hij blijft herhalen dat ie die rit alle dagen maakt en nog nooit meer heeft moeten betalen. Weer legt de chauffeur de zonekwestie uit, maar de man z'n oren, noch z'n wil staan zonegericht. Spijtig eigenlijk. Omdat de man maar blijft argumenteren, hoort ie niet naar waar het echt om gaat. Even lijkt het of ie gaat uitstappen, maar dan bedenkt ie zich, haalt een euro uit z'n vestzak en betaalt. De chauffeur tikt de rit weer in op de kaart. De man is boos, verwijt de chauffeur dat pikken niet mag, zene manneke.
Gelukkig gaat de man, ook al is hij serieus in z'n gat geschoten, niet zo ver om de chauffeur uit te schelden voor rotte vis. Hij gaat al mokkend zitten. De chauffeur die de man volgde via de binnenspiegel, z'n ogen kruisen de mijne. Hij lacht me toe. Dat vind ik knap hoor. Door dit kleine gebaar, merk ik dat de chauffeur het niet aan z'n hart laat komen. Hij zet z'n weg rustig verder. Da's nen echte prof zie! Ik glimlach hem toe.
Het is een regelmatig voorkomend euvel. Grappige tint was het taalgebruik. De man is Afrikaan. Spreekt goed Nederlands, zelfs hier en daar dialect, maar met een zwaar accent. Het ging allemaal zo vlotjes, gebrekkig, sappig getint en bleef binnen de grenzen. Als ik in uniform zou zijn geweest, had ik me bij de man gezet om hem rustig te vertellen wat de chauffeur hem probeerde bij te brengen. Maar nee, nu niet. Niet zonder het herkenbare item en trouwens, ik heb er nu de energie niet voor. Misschien, heel misschien weet de man het allemaal wel, maar probeerde op die manier wat goedkoper te reizen. Misschien lukt het soms. Maar ik geef hem graag die kleine kans dat het niet zo is. Dat heel, heel erg misschien hij het echt niet wist.
M'n ritje is erdoor vlotjes op vooruit gegaan. Al vrij snel moet ik er uit ...om een wandeling te maken, genietend van de pure rust, op het Schoonselhof.
Dag meisje met het ijsje aan het raam dag beentjes van het meisje in de tram dag bengeling en tingeling dag Marokkaan dag Indiaan dag onderdaan dag mevrouw getrouwd met uw sjakosj dag meneer in de weer met uw moustache dag gast, ik zie u groeien aan uw rugtas dag Turk, dag snurker uit de Late Nacht dag Chinees dag Kongolees dag Kees dag Jood, dag tingeling, dag rode muts, dag kleine duts in de te grote koets dag blinde en dag hond dag blind verbond dag hanger in de lus dag muisje in de hoek dag denker aan het venster dag oortjes in de oren van de stille zanger dag reizigers allemaal dag elk verhaal dag alle taal dag alle reizelingen in de bedding van de stad dag, dag, dag, dagelijks klinkt in ons heelal de tingeling
Het is weer zo ver. Met Respect op De Lijn, beginnen we weer een nieuwe actie. Dit jaar genieten we van een samenwerking met nogal wat bekende namen. In de eerste plaats is er Bernard Dewulf, die een zeer treffend gedicht maakte voor onze poëzietram. Dan zijn er Johan Petit en Vitalski die het eerder deze week voorlazen op de Rooseveltplaats. Filmke terug te vinden op m'n profiel in Facebook. Daar ik dit jaar niet actief meewerk, ben ik niet van alles op de hoogte, dus kan het zijn dat ik namen oversla. In elk geval vind ik het prachtig dat elk jaar weer mensen te vinden zijn die zich mee willen inzetten. Eerder deze week hoorde ik iemand zeggen dat het woord 'respect' misbruikt wordt. Die persoon walgde daarom van dat woord. Hiermee ga ik niet akkoord. De inhoud van een woord wordt niet lelijk omdat het woord misbruikt wordt. En daar gaat het toch om. Als we nou met z'n allen 'de anderen' behandelen zoals we zelf willen behandeld worden, zouden er geen problemen zijn op het openbaar vervoer. En, ook al lees of hoor je dikwijls over zaken die absoluut niet kunnen, de grote meerderheid houdt zich aan die normen. Niettegenstaande is zo'n actie nodig, om mensen er blijvend bewust van te maken.
Gisteren begon de actie dus. Afspraak Astridplein voor de persvoorstelling. De gedichtentram, de schrijver, een groep muzikanten om 'U' tegen te zeggen, de ontwerpers van de poster en vele andere medewerkers én vakbondsafgevaardigden waren aanwezig. Ik ook. Passief medewerker, want ook al kan men dit jaar niet op me rekenen, ik blijf op de hoogte. Ik kon erbij zijn, want voelde me goed. Heus, nee, 'k heb er geen spijt van. Eerst gaf Eddy Maes uitleg over de actie. Bernard Dewulf gaf uitleg over hoe het gedicht tot stand kwam en las het dan voor. De drie muzikanten zorgden voor een swingende toets, spijtig niet versterkt, want in open lucht. Een bedanking voor de ontwerpers van de mooie affiche, mocht ook niet achterwege blijven. En wij, de rest dus, genoten en mochten een rondje Astridplein rijden. Dit jaar worden kaarten uitgedeeld aan passagiers en chauffeurs, waarop ze kunnen invullen wat voor hen respect betekent. Een aanvulling van het gedicht als het ware. Er zal later eentje uitgepikt worden. Als ik het goed voor heb, zal ook Bernard Dewulf hiervoor instaan. En de winnaar verdient... een prijs. Daar mijn interesse niet naar die prijs gaat, is me ontgaan wat dat zal zijn. Typisch... De tram op zich mag worden 'gespot' en een fotootje mag je altijd op Facebook zetten, op het profiel dat Eddy Maes aanmaakte voor Respect op De Lijn. Best leuk toch! Op zondag 16 december wordt de actie afgesloten met een brunch voor de chauffeurs in Centrum De Wijk, Antwerpen Noord. Daar wordt bekend gemaakt welke chauffeur per stelplaats de prijs wint. De prijs van de winnaar van de mooiste foto, wordt persoonlijk overhandigd.
Ik genoot dubbel want, zag enkele mensen terug, die ik een hele tijd niet had gezien. En... dat deed goed! Een leuke babbel, een glimlach, meer heeft een mens niet nodig om er een goed gevoel aan over te houden. Daarenboven, kwam de zon ons vergezellen. Niks dan stralende mensen dus...
Zaterdag en herfstweer. Een mens zou kunnen binnen blijven, het gezellig maken. Maar nee, het is za-ter-dag. Dag van rommelen, inkopen doen, eventueel poetsen. Hoewel ik daar geen punt van maak. Er zou veel moeten gebeuren in huis, maar het mag blijven liggen. Spijtig genoeg lopen al die karweitjes heus niet weg, die kunnen nog op een ander moment gedaan worden. Goed humeur gaat voor. Vandaag, ook al valt de regen bij momenten met bakken uit de grijze hemel, moet ik buiten. Ik heb lucht nodig, vertel ik m'n man. Is daar iets op tegen in te brengen? Nee toch. Hij, toffen tiep, altijd geweest, begrijpt, knikt niet echt vrolijk, maar ondergaat. Wij gaan dus samen ergens heen. Nee, niet met de auto, daar heeft hij geen zin in. Na wikken en wegen, besluiten we, gewapend met een paraplu van hier tot ginder, een stel goei botinnen en een trui onder onze regenjas naar Linkeroever te trekken. Ik moet er vooral voor zorgen niet ziek te worden. Lichtjes verkouden, maar daarom ga ik me heus niet opsluiten, want, wat moet ik dan deze winter? 'k Moet er wel rekening mee houden dat ik nu geen weerstand heb. Bloedlichaampjesverhaal door chemogedoe. En ja, ik weet wel, lichaam is baas, maar ik weiger binnen te blijven wanneer ik me eindelijk goed genoeg voel na zo'n chemokuur. Regelmatig wandelen is gezond. Dat stilzitten en binnen blijven maakt een mens depri. Ik ben trouwens ook een mensenmens hé. 'k Kan het niet helpen, maar ik heb wat duplicaten van m'n eigen soort nodig om me goed te voelen. Trouwens... er moet bewogen worden.
Oké, Linkeroever, here we come! We nemen tram 9, achter de hoek. Nou ja, dat willen we. Maar we missen hem net. Om niet in de hevige regenbui te blijven staan, hoppen we op tram 9, die in de andere richting rijdt. Men heeft immers de wachthokjes verwijderd aan de tramhaltes in onze buurt. Niet leuk met dit weer. Gelukkig is m'n man vandaag heerlijk gedwee, want hij begrijpt me niet echt. De logica is weg, we rijden immers in de verkeerde richting. Het ging zo snel dat ik hem enkel maar teken kon geven me te volgen. Anders hadden we ook deze tram gemist en zouden we wel degelijk in de regen staan. Uitleg wordt gegeven in de tram, makkelijk gezeten én droog. Ondertussen hou ik de lichtseintjes in het oog aan de haltes in de andere richting. We stappen af aan een halte waar wel een hokje is en moeten maar een tweetal minuutjes wachten op tram 9, richting Linkeroever. Er stapt een groepje mensen op die nog niet helemaal op de hoogte zijn van de verandering binnen De Lijn in onze buurt. Onderling vergelijken ze en geven het nodige commentaar voor of tegen bepaalde veranderingen. Achter ons ligt een klein hevig schreeuwertje in de kinderwagen, zich te laten gelden. 't Kleintje heeft er brood van gegeten. Wat een stem, wat een karakter, wat een volume. De moeder neemt het kindje op de schoot en slaat haar op de billen. Gelukkig niet hard, maar zwijgen doet het kindje daarom niet. Integendeel. Enkele mensen durven een boze blik werpen. Daar blijft het gelukkig bij. We tjokken verder en de tram raakt voller. Er moeten ondertussen al heel wat mensen staan. Maar eens we in het centrum van de stad komen verschuift het volk regelmatig. Halte Meir. We staan stil. We blijven stilstaan. We... blijven... nog... stilstaan... Er is beslist wat aan de hand, weet ik direct. Ik hoor de stem van de dispatcher, er komt een metrowachter naar de chauffeur en ze praten. Geen info voor de reizigers. Mensen worden stilaan ongeduldig, maar niemand gaat naar de chauffeur om iets te vragen. Ook ik niet. Gewoon geen zin. Ik moet ook niet persé ergens zijn op een bepaald uur ofzo. Dan hoor ik weer dispatching een boodschap geven aan de chauffeur, die op zijn beurt de passagiers inlicht. Er staat een voertuig in panne in de tunnel onder het water. Er zit dus niks ander op dan te wachten. Uiteraard beslissen wij om ons doel voor vandaag dan maar aan te passen. Er is niks mis met de binnenstad. Eerst geef ik nog wat info aan Engelstaligen die niet weten wat er aan de hand is. Je zal maar toerist zijn, ocharme... ;-)
Raar maar waar, word ik enkele malen aangesproken op straat. Niks ergs natuurlijk. Mensen vragen waar ze bus zus of tram zo kunnen nemen. Ik vraag me af, of ik zonder het te beseffen aangeef dat ik info kàn geven...? Maar ach, telkens weer, doe ik dat met plezier en zo duidelijk mogelijk.
Wanneer we na onze natte wandeling weer huiswaarts keren, met tram 9, gaat het terug vlot. De sfeer op de tram is ook weer heerlijk. In onze buurt zijn twee moeders met kinderen gaan zitten. Bijhorende echtgenoot heeft zich achteraan gezet. De kindjes vinden het best leuk om tussen mama en papa heen en weer te lopen. Tot ze onderling ruzie krijgen. De mama's praten hun Afrikaanse taal onderling, maar de kindjes praten onderling Nederlands. Wanneer de mama's zich tussen de kinderen gooien, gaat dat in het Engels en Nederlands, lekker knapperig accentje. Het jongetje is ontevreden, want zus heeft meer lijnen op de lijnkaart die ze in haar handen heeft. Niks aan te doen, ze hebben geen ander kaart om mee te spelen. Hij blijft dus op z'n honger en verwijt z'n zusje dat ze hem die kaart niet gunt. Ondertussen is -enkele zetels voor ons- een bejaarde man in gesprek. GSM. Typisch. Zo worden we op de hoogte gebracht van zijn vechtscheiding, financiële miserie en gebekvecht. Hij zal er niet stiller om spreken, we mogen/moeten het allemaal weten. Stadsapathie. Jawel, ik trek het me wel aan, hoe mensen mekaar de duvel kunnen aan doen. Maar ik ga hem toch niet de hand op z'n schouder leggen om hem te troosten. Het wordt stilaan tijd om uit te stappen. De Afrikaanse gezinnetjes stappen ook aan dezelfde halte uit. Eén van de mama's ziet een volbedrukte tramkaart op de grond liggen. Ze vestigt er zoontjelief z'n aandacht op. Het jongetje was nog altijd aan het ... zagen, wedijveren, over wat hij wilde. Wanneer hij de kaart ziet liggen, glundert hij. Stilte. Gejuich. Lachende glinsterende oogjes en de mondhoeken gekruld tot achter zijn oren. Tevreden, zijn strijd gewonnen, neemt hij de kaart en houdt ze bewonderend vast. Zoveel lijnen op één kaart! Ik geef een bevestigend woordje aan één van de mama's, zij antwoordt iets in de zin van 'ach... kinderen hé'.
M'n man merkt het. Zulke toestanden doen me goed. Zo kan ik eigenlijk wel zeggen dat m'n werkgever in zekere zin ook zorgt voor m'n goed gevoel, zelfs als ik niet aan't werk ben.
Ik zit onderuit in m'n luie zetel naar tv te kijken. Er is een programma bezig dat ik niet ken, misschien nieuw. Ik volg het allemaal niet zo. Ik had gelezen dat er iets over een modeontwerpster in zou komen, vandaar dat ik vandaag kijk. Canvas. Het is een kolderprogramma en staat me wel aan. Magazinski. Er komen vele verschillende onderwerpen aan bod, telkens kort, maar voldoende. Op een zeker moment hoor ik een Nederlandse student zich voorstellen als Daniël. Hij tekent een grappig figuurtje. Hij knipt het uit en lijmt het. Ondertussen vertelt hij dat hij de mensen graag uitnodigt een spel te spelen. Ik meen hem dan aan de tramhalte op de Groenplaats in Antwerpen te zien staan. Eventjes getwijfeld... Maar dan... Yep, zeker ben ik nu. Het is wel degelijk in onze koekenstad. Ik herken ook tram 4, waar hij instapt. Hij kleeft het leuke monsterfiguurtje op een raam aan een zitplaats. Een andere zelfgemaakte klever plakt hij achteraan de rugleuning van een zetel. Daarop staat de uitleg over het spel waartoe hij de passagiers uitnodigt. Het mag niet, weet hij, maar het is zo leuk, zie je. De bedoeling is dat je kijkt naar de muil van het monstertje. Het kleeft zodanig op de juiste hoogte, dat het lijkt of het monstertje eet de mensen, buiten op straat op. Hij houdt dan de mensen in het oog. Spelen ze het spel mee of niet? Hij wil mensen zo bewegen met iets leuks bezig te zijn tijdens het zich verplaatsen met de tram. Zo kijken mensen op een andere manier naar buiten.
Ik vond het subliem! Nee, het mag niet hè. Stickers kleven in de voertuigen valt onder de term vandalisme, net als graffiti spuiten of zetels stuk maken. Maar... Denk ik bij mezelf, zou ik in functie zijn en de brave ziel betrappen en de ware toedracht kennen... Hoe zou ik reageren...? Een ding weet ik zeker. Hij heeft m'n sympathie gewonnen. En ach... Ik zou hem misschien wel aanraden de boel zo stiekem mogelijk te bevestigen om het spel te kunnen spelen. Misschien zou ik hem wel aanraden contact op te nemen met De Lijn en eventueel in samenspraak zulk leuk spelletje te organiseren op tram en/of bus.
En dan zou ikzelf heel hard duimen, dat hij niet zou worden weggestuurd.
We wagen het er op om vandaag, zondag, een wandendelingetje te maken. Verkleinwoord vanwege de gezondheid. Toch, het weer daagt te zeer uit (jippie, de zon schijnt!) en dus is een kleintje beter dan niks, wat onder andere weersomstandigheden zeker waarheid zou zijn geweest. We besluiten toch effe een trammetje op te springen. Kwestie om al niet moe te zijn als we aan het bedoelde oord van rust en oase om te wandelen, aankomen. Al wachtend op 'die tramme', hebben we -wat dacht je?- rustig tijd om naar anderen te gapen. Heerlijk toch... Er komen twee mannekes aan. Ik denk aan 'de mannekes' van vroeger op tv. Eigenlijk heette het programma niet zo, zij waren bekend onder de naam Woodpeckers. Het was naderhand dat Jef als 'het manneke' optrad. Maar als ik aan Jef denk, denk ik er automatisch z'n broer bij... De broers Jef en Cois Cassiers zaliger. Ze waren gewéldig! Wel, deze twee lijken er in geen mijlen op, maar doen me'r toch aan denken. ze zijn mooi oud, waarmee ik wel zeggen, écht cliché-oud. Een tweeling van misschien 90 jaar. Allebei identiek uitzicht. Hetzelfde gekleed. In kostuum. Donker, oud, maar gewassen en van de pers, mooi in de plooi. Op z'n 's zondags wellicht. De twee broeken allebei evenveel te kort. Water in de kelder noemden wij dat vroeger. Nu, door onze salafistische medemens, krijgen die te korte broeken een andere bijgedachte. Toch, ik betwijfel of deze broeder-tweeling hierbij stil zal staan, ooit, nog. Ze zijn perfectamente evenveel of weinig kaal. Hun houding, voorover gebogen. Allebei in net dezelfde graad van koppige aftakelende krommigheid. Sukkelaars die je wil omarmen voor hun simpele verschijning als onderdanige mens. Onderdanig aan de natuur. Twee in één. Identiek. Samen op en in hun wereld. Geen behoefte aan contact met anderen, zo lijkt het, slenteren ze voorbij. Op hun duizendste gemak. Hopelijk, gelukkig in hun beide zelven.
Hun verschijning maakt het de moeite de wandeling te hebben gewaagd.
Er is vanalles te doen in de stad. Ook dichter bij huis. Omdat ik snel moe ben, nemen we de tram voor maar drie haltes. Er zit al wat volk, maar er is nog wel wat plaats tussen jonge gasten die ruim plaats hebben genomen. Ik zet me dus naast zo'n jonge kerel van een jaar of 17. Onderling spreken ze Spaans. Wat zij niet weten is dat ik hen versta. Ze schampen verbaal. Eerst is er de nodige pret van de twee die samen zitten naar de twee anderen toe. Omdat er nu iemand naast hen heeft plaats genomen. Maar dan begint de jonge man achter me over mij. Ik heb immers een sjaaltje op m'n hoofd. Hij houdt er niet over op. Ik krijg eigenlijk schrik dat hij het zou weg trekken... Gelukkig gaat hij niet zo ver, maar ik voel me echt niet lekker. Toch besluit ik niet te reageren. Wanneer ik zal afstappen zal ik hem wel hebben, denk ik. En wanneer we aan Berchem station komen en ik opsta, groet ik hen klaar en duidelijk in't Spaans. De stoutmoedigste onder hen, die achter me zat slaat z'n handen voor z'n gezicht. Alle vier hun mond blijft open staan van versteltenis.
't Schooljaar is nog eens begonnen. Zo ook een resum veranderingen bij De Lijn. Hoe het verloopt, moet je mij niet vragen. Ik leef niet erg Lijnbewust de laatste tijd. Hoewel, niks weten over De Lijn moeilijk kan. Je zet het nieuws op en De Lijn achtervolgt je gewoon. Stalkers. Enfin, meestal, als er nieuws op 't nieuws is, blijkt het wel met een negatief tintje, als het over De Lijn gaat. Pantobreuken, stakingen, ongevallen, enz... Blijkbaar zijn al heel wat studenten te laat gekomen op de eerste schooldag. De tweede schooldag, van 't zelfde laken een broek. Om er dan toch nog een positieve noot aan te geven... voor zover ik op de hoogte ben, was het niet op dezelfde lijn. Het leed wordt dus verdeeld. Eerlijk. Net zoals we vroeger van moeder ook moesten delen onder broers en zussen.
Vandaag riskeerde ik ook het openbaar vervoer te nemen. En ik had chanse. Maar op de bus kwam ik naast een dame te zitten, die door een handeling van de chauffeur een negatieve noot moest kraken. Tja, soms is nou net dat ene ding, de beruchte druppel die de boel doet overlopen. Ze klaagt steen en been over chauffeurs. Ik doe, wat ik in zo'n geval altijd doe. Luisteren in de eerste plaats. Als het negatieve wat op is geraakt, is't aan mij. Ik voel met haar mee, want er lopen nogal karwatsen rond op de wereld hé. Maar, gelukkig zijn er ook die andere chauffeurs, want toegegeven, de meesten zijn echt wel toffe kadees hoor. En, ze geeft toe. Heerlijk gewoon! Op den duur heeft ze compassie met de chauffeurs die zich soms uit benarde situaties moeten redden. Omleidingen, lastige passagiers, verkeersstress... Uiteindelijk draait ze wel wat bij en tegen dat ze van de bus gaat stappen, is ze al weer een stuk monterder.
Nog niet zo lang geleden werden lijnen 10 en 5 doorgetrokken tot in Wijnegem. Wel, ondertussen werd ook lijn 15 doorgetrokken tot Boechout. Wat wil ik die graag eens uitproberen. Hoewel er niks te proberen valt, je moet het gewoon doen natuurlijk. Op het nieuws preek minister Hilde Crevits in het gloednieuwe model hermelijn, net aangekocht, of is het, net geleverd... Fier als een giet(st)er legde ze uit hoeveel vooruitgang het openbaar vervoer boekt met het uitbreiden van de tramlijnen. Ik hoor het haar nog zeggen: 'Nu kan men van Boechout naar de stad en van de stad naar Boechout'. En dan denk ik: yep, daarvoor kijk ik naar het nieuws. Dàt, had ik echt niet zelf kunnen bedenken, dat de tram daarvoor dient... Oja, 'k moet (h)eerlijk zijn, het woord 'veiligheid' is ook gevallen, maar zo snel ergens tussen gewrongen, dat het haast niet opviel. Niet dat ik kritiek ga leveren hoor. Vergeve me, 'k zou niet durven tegenover zo iemand, die het toch heus veel beter weet dan ik, ons, wij. Maar soms moet ik effe m'n cynisme de vrije loop laten, dat heet overleven, en daaraan ben ik toe, dus permitteer ik me wat meer dan anders. Ik had gehoopt dat ze op z'n minst zou gezegd hebben, dat men nou met de tram, zonder overstappen tot centrum stad of zelfs linkeroever zou geraken vanuit Boechout. 't Had gewoonweg beter verkocht... denk ik. Vooral met de zeer nakende wijzigingen in het lijnaanbod in onze Koekenstad.
Maar het voertuig op zich. Wat futuristisch gestroomlijnd, wat equivalent staat aan aerodynamisch-achtig vloeiende lijnen. En over 'lijnen' mogen we het hebben, nietwaar. Hoewel dat dan weer een flauw grap is. Enfin, 'k zou het graag toch es een keer allemaal van wat dichterbij bekijken. Dus, ga ik, op een dag dat het geen slecht weer is (vanwege weerstandsgebrek) en, ik me goed genoeg voel, en ik niks anders aan de hand heb, eens gewoon meerijden om te kijken, te observeren, te voelen, mee te maken.
't Lijkt BobbeLijnLand wel...
Post scriptum: Een collega stuurde me een verbetering, (waarvoor dank) want, m'n redenatie over de nieuwe tram klopt niet. Deze voertuigen zijn nog niet in de running. Ik dacht op het nieuws een nieuw model herkend te hebben, maar misschien doet de medicatiemix me wat ijlen... Want, aan mezelf ligt zo'n fvaut natuurlijk helemaal niet... De tram die nu op lijn 15 rijdt, is eentje met een led-lijnfilm. Da's dan nog wel niet aerodynamisch, maar men moet klein beginnen nietwaar...
Ik ben annemie
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is tramchauffeur/begeleider De Lijn Antwerpen.
Ik ben geboren op 16/07/1958 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek: wat gitaar betokkelen - lezen - leven!!!.