Alledaagse ontmoetingen met mensen door mijn beroep, gewezen tramchauffeur, nu begeleider op de bus en tram, geven aanleiding tot het schrijven van deze blog.
27-11-2008
de val des gevoelens
Ook ik ga wel eens in de fout. Dat merk ik dan, wanneer het 'te laat' is natuurlijk. Nou, te laat... 'k Kan het altijd proberen recht te zetten hé. Verontschuldigen is heus niet zo moeilijk. Maar elke situatie is anders, dus die verontschuldigingen worden niet altijd geaccepteerd. Soms, ook niet aangeboden, omdat ik ervan uit ga, dat ze de situatie kunnen verergeren. De bekende olie op een vuur... en dàt, moet ik natuurlijk ten allen tijde voorkomen.
Het is vrij rustig op de bus. De schoolspits is reeds voorbij. Nu is het de beurt aan bedienden en andere werknemers die huiswaarts keren. Er stapt een dame op. Eentje met heuse allures. Het stroomt van haar af, als regen van een raam. Ze bekijkt niemand, enkel zichzelf. Ook ik laat me soms vangen en durf wel eens oordelen op het eerste zicht. What the hell...? denk ik bij mezelf, maar hou m'n gezicht op glad. Ik werp m'n blik de andere kant uit. 'k Weet het, 'k mag zo niet denken, maar soms neemt het bezit van me, loop ik in de val van 'gevoel op het eerste gezicht'...
Ze zet zich op een dubbele zetel, die ze prompt voor zichzelve helemaal in beslag neemt. Haar handtasje en een plastiek zakje moeten naast haar, haar jas wijd open en haar sjaal ter bevestiging van 'Naast Mij Neemt Niemand Plaats'. O, wat straalt deze dame het toch uit... denk ik in m'n diepste binnenste, terwijl ik m'n gelaat op 'poker' heb vastgeschroefd.
Nou, d'r zijn meerdere mensen op de bus. Gedachten verzet dus, wat makkelijk is... Maar de 'dame' trekt met haar houdingskes en kleine preutse bewegingkjes zo zeer m'n aandacht hé. Ze heeft een appel genomen en is volop bezig het fruit op te blinken. Ze bekijkt hem nog eens goed en brengt haar arm lichtjes omhoog. Ik laat me vangen... en zeg: 'Woeps, mevrouw, u gaat toch niet bijten zeker...' Wat een totaal verkeerde manier van aanpakken is. Nochtans, vind ik het zelf wel grappig hoor, maar de 'dame' in kwestie niet natuurlijk. Wat had je gedacht? Zeer verontwaardigd, vraagt ze of ik wel gezien heb dat dit een appel en niet een pak friet is. Waarop ik me wat heb herpakt en m'n strijdlustige houding heb laten varen en haar wil uitleggen dat dit voor al wat eetbaars is, geldt. Niet enkel en alleen voor frieten... ik denk: 'dohhhhh', maar laat het -hoop ik- niet blijken. Zij doet teken met haar hand dat ik maar best kan weggaan en beaamt: 'jaaa-aaa... daa-aag...'
Een dame op de zetel achter haar, merkt op dat ook zij dat niet wist. Die kans grijp ik om vriendelijk te antwoorden, dat ik daar begrip voor heb, en daarom het ook vertel. Dat er boetes staan op het vervuilen van, en men al snel morst zonder er erg in te hebben. Maar, dat dan ook anderen moeten reizen in de viezigheid enz enz. De tweede dame, wil daarop nog verder gaan, maar 'fiere pauw' maakt een eind door weer een minachtend handgebaar richting mijnentwege. Ik heb geen zin om met zo iemand hierover te gaan prediken, dus hou ik het kort en laat haar haar mening. Het is het niet waard op zo'n korte rit, de bloeddruk omhoog te jagen. En iemand als zij... sorry hoor, maar die is het zeker niet waard.
Fiere pauw, heeft ondertussen de appel wel weggestoken, maar haalt de krant boven. Ze roept me toe -op een beschaafde, maar weer minachtende toon- :'En de krant lezen, is dat gepermitteerd op de bus?' 'Wel, mevrouw': antwoord ik: 'U doet gerust, lezen maakt niks vuil, u doet gewoon op de bus wat u wil, ik ben de boodschapper, en u bent volwassen'.
Ze zwijgt, doet de krant open. Na een halve minuut, 't zal echt niet langer zijn, sluit ze ze weer. Ze heeft afgereageerd en stapt de volgende halte af.
Ik? Ik heb mijn lesje ook geleerd. Ik mag me heus niet laten vangen...
Heel vroeg nog, kom ik op de bus. Er zitten maar drie passagiers, op weg naar... Twee onder hen, zijn samen, denk ik. Ze zitten naast mekaar rustig te praten. Een dame en een jonge man. Na eerst de chauffeur gegroet te hebben, kijk ik rustig de bus na. Wanneer ik dan mensen passeer, groet ik ook hen. Meestal ga ik zo te werk, ten eerste omdat dan iedereen gezien heeft dat er toezicht op de bus is. Ten tweede, zo heb ook ik een duidelijk zicht op wie er zich in de bus bevindt. Daarbij, weet ik ook in ene keer, wat er in de bus al ligt van rommel en/of vuiligheid, zodat ik niet iemand ten onrechte zou verdenken, dingen op de grond te gooien.
Ook vandaag gaat het zo. Ik kom eerst voorbij een man, die slaperig voor zich uit zit te staren in de duisternis. Weerkaatsingen incasserend van lichtweerspiegelingen van café's of straatlantaarns, in de grote ruiten van de bus. Maar gegroet wordt er, mijn aanwezigheid heeft eventjes zijn aandacht van het venster weggetrokken. Wanneer ik voorbij de andere twee kom, stoppen ze met praten en kijken me vragend aan. De dame wil haar vervoersbewijs laten zien. Ik zeg haar echter dat het niet nodig is en groet hen. Wanneer ik tot achteraan de bus ben gewandeld en terug naar voren wil gaan, spreekt de dame me aan. ... in't Spaans. Blijkbaar weten nogal wat mensen dat ik Spaans spreek. Met de beste wil van de wereld herken ik haar toch niet. Ik zie ook zo vele gezichten dagelijks. Ze kent me blijkbaar, want doet erg vertrouwd. Ik antwoord, zonder probleem. We hebben een gesprek over het weer, het werk en andere dagdagelijkse dingen.
Wanneer ze afstapt, blijft de jonge man zitten. Ook hij is Spaanstalig. Hij komt uit een tropisch land. Hij vertelt over de orkanen die jaarlijks zijn landgenoten teisteren en het land vernielen, inclusief het hebben en houden van de inwoners. De laatste jaren komen er meer en meer van die zware stormen. Ik luister, antwoord, beaam en vraag. Wanneer het zo rustig is op de bus, kan dat zonder probleem.
Ik kan me enkel maar zo opstellen, wanneer het gemeend is. Doen alsof ligt me niet zo, ik zou nogal snel door de mand vallen, vrees ik. Maar ik weet dat mijn interesse in mensen, me voordelen oplevert. Wanneer men zo een beetje tijd in mensen kan steken, voelen deze zich begrepen. Ook deze jonge man, zal mij -wellicht ook door m'n opvallende brilletje- volgende maal herkennen. Wanneer er dan wat misloopt, zal hij veel makkelijker begrip opbrengen of me zelfs helpen indien nodig. Daarvan ben ik overtuigd.
Wanneer hij afstapt, groet hij me. Hij wenst me een fijne werkdag, wat ik hem uiteraard ook toewens vanuit m'n hart. Op het moment dat hij afstapt, zegt hij nog, dat ik een sympathieke dame ben... Nou, het is nog geen 7u, maar zo'n mooi compliment van een man, die mijn zoon zou kunnen zijn, doet me heel goed. M'n hart is direct driemaal groter geworden en m'n hasses stuwen gelijk één of ander chemische stof door m'n vezels, die me de rest van de dag in hogere sferen doen vertoeven. Vandaag kan niet meer stuk!
Wat vriendelijkheid, een simpel woordje toch doet met een mens hé...
Op weg naar 't werk -daarvoor neem ik tram 11- merk ik in de Carnotstraat op, dat er wat aan de hand is. Er is precies een muurtje ingestort in een gangetje tussen twee gevels. Politie is aanwezig, het lijkt ernstig. Enigszins gerustgesteld dat niks op het voetpad terecht blijkt gekomen te zijn, zet ik het geziene van me af. Ik kom op 't werk en begin m'n ding te doen.
Ik moet bus 23 nemen, maar laat er eentje gaan, omdat ze niet het juiste volgnummer heeft. Ik neem niet zomaar een bus, het moet de juiste zijn. De volgende bus, is ook niet de juiste, maar daar ik niet zomaar wil blijven staan, neem ik ze toch maar. Toch, stap ik de volgende halte, aan Astridplein af, omdat ik een bus wil opspringen in de tegenovergestelde richting.
Daar staat een controleur die me vraagt of ik hem wil helpen. En, natuurlijk wil ik dat hé. Ik ben de hulpvaardigheid zelve als het om mijn collega's gaat. Hij verwittigt mijn rechtstreekse baas en we kunnen eraan beginnen. Politie heeft in samenwerking met brandweer besloten dat de bewuste gevel, waar ik problemen had gezien bij het naar 't werk komen, moet onderstut of neergehaald worden. Daarvoor heeft men zwaar materiaal nodig. Een grote kraan, die de hele breedte van de straat nodig heeft om te doen wat moet gedaan worden. De informatie die wij krijgen, is dat een gevel op instorten staat. Wie Antwerpen een klein beetje kent, weet dat de Carnotstraat een zeer belangrijke verkeersader is voor het openbaar vervoer. Daar mag niks meer door. Alles wordt dus omgeleid.
Mijn job is, de mensen informeren aan de haltes. Je staat er versteld van hoe snel die grote perrons zwart zien van het volk. En dit is echt niet letterlijk, alhoewel het er ook mee door kan. Ding is, dat je begint met mensen in het algemeen te informeren, zodat ze daar niet tevergeefs op tram of bus blijven wachten. Dan kom je met een alternatief op de proppen uiteraard.
Maar... uiteraard moet bijlange niet iedereen de zelfde richting uit. Iedereen moet ergens anders heen, dus telkens moet dit alternatief aangepast worden. Het is dus onmogelijk om mensen in het algemeen te informeren. Je moet wachtenden telkens individueel op de hoogte stellen van de mogelijkheden. Dan heb je net je uitleg gedaan en vraagt men; Parlez vous Français? Haaaa... geen tijd te verliezen om na te denken. Mijn beste Frans wordt boven gehaald. Wat later spreekt een vrouw me in 't Spaans aan. Heel even sta ik versteld, mijn hoofd stond op dat moment op Engels ingesteld. Maar toch, na die seconde, merk ik op dat ze chanse heeft, want ik spreek ook Spaans. Zij beaamt, want ze kent me van de bus... Engels komt het meest voor, toch nog steeds na het Nederlands natuurlijk, 't zou maar erg zijn. Twee meneren die me staan aan te gapen terwijl ik alle informatie bombardeer, want het moet vooruit gaan met zoveel volk die iets wil weten, zeggen in zeer krakkelorig Frans, dat ze enkel Arabisch praten... O, jee... probleempje. Maar ze verstaan m'n lichaamstaal voldoende om te begrijpen dat ze daar alvast niet moeten blijven wachten op tram of bus die toch niet komt opdagen.
De uren vliegen voorbij. De stem begint het stilaan te begeven. M'n collega controleur, stuurt iemand naar me toe, die me moet aflossen, zodat ik even naar toilet kan en een theetje drinken. Dat doe ik prompt, effe de stembanden smeren, lijkt me wel wat. Onze diensten stonden verspreid over zowat alle perrons op het centrale openbaarsvervoerpunt in Antwerpen. Alhoewel ik toegeef, niet op de hoogte te zijn van, hoe het is verlopen aan de groenplaats... We hebben schoolkinderen vooral, vooruit geholpen. Wanneer de scholen uit waren, moesten volwassenen voorrang geven aan schoolkinderen voor de informatie, de kleintjes eerst hé. Om 17u was het euvel verholpen. Ik ben op zoek gegaan naar een bus, die ergens totaal op het verkeerde uur op het verkeerde punt was, maar ik nam gewoon een bus, die bomvol passagiers stond.
De passagiers niet, maar ik hou beslist van zo'n dag. Dan zouden er wel tientallen van ons mogen zijn ipv maar tien...
Het is en blijft toch typeren hoe het openbaar vervoer een verzamelplaats is voor allerhande situaties met allerhande mensen... of is het omgekeerd?
Niet werken vandaag, maar aangewezen op het openbaar vervoer, moest ik redelijke verplaatsingen doen. Het begon allemaal...
Met de bus, net in de schoolspits. Niet erg hoor. Ik kon zelfs nog een zitplaatske bemachtigen, zonder achteruit te moeten rijden, wat een hele luxe is tijdens dit uur. Omringd door scholieren van verschillende scholen. Niet echt veel kleintjes, meer jongeren van het middelbaar onderwijs. Dat wil dus zeggen, dat mp3-spelerkes voluit hun muzikale volume spuwen via in oren stekende oortjes. Zij zorgen voor een ritmische kakefonie, tussen djoeng djoeng djoeng en scherpe tonen. Drie vier mp3-spelerkes door mekaar, gemengd met een geharrewar van praten, lachen, hoesten of roepen af en toe, en je bent wakker. Maar ach, wat zou ik me daar druk om maken, binnen enkele tellen stappen die kinders af en zal het rustiger worden. Ne mens moet leven, nietwaar?
Ik hoor een conversatie van twee jongens achter me. De ene wil een gsm verpatsen. Hij vraagt 75. De ander biedt af. Heb ik dat nu goed verstaan? Zegt de verkoper nu rechtuit tegen z'n maat dat ie gestolen is? De ander wil 'm voor nog wat minder, want in dat geval kan er nog wat af, geeft ie als commentaar. Hij wil 'm dus toch nog, na deze boodschap. Het bieden gaat verder. Maar, spijtig... m'n aandacht wordt afgeleid, door een vrouw die wil afstappen en nogal bruut tegen een jongen met rugzak duwt. Ik vind het nogal bot van haar. Ze heeft een mond en handen, ze kan hem toch eerst op een andere manier duidelijk maken (ook al zou ze niet kunnen spreken, wat ik in dit geval toch sterk betwijfel) dat ze van de bus wil en hij in haar weg staat. Ze is niet de enige die van de bus moet, er stapt veel volk af. Ook de twee gsm-handelaars. Spijtig, ik heb de clou gemist. Zwijgend laat ik me verder rijden...
Wachtend op een tram... aan deze halte, merk ik dat hier vandalen zijn tekeer gegaan. Ze hebben glas van de halteplaats in diggelen geslagen. Het perron ligt vol scherven. Niemand zegt er wat over. Niemand laat wat merken. Mensen staan er wat stoïcijns bij op een afstandje. Twee glazen wanden zijn niet meer... Ik besluit maar geen opmerkingen daarover te maken, tegen andere wachtenden. De mensen stralen niet bepaald 'zin om een praatje te maken' uit. Ze gaan immers naar hun werk of school. Dan hoort het, nors te kijken, niet te praten, en vooral, zorgen dat je wakker bent tegen dat je de deur van het gebouw binnen gaat. sshhhhhhhhtttt...
De volgende bus... Er zit en staat ook nog schooljeugd op. Vooral meisjes in dit geval. Ze zijn zeer ernstig. Ze zullen te laat komen, leid ik af uit hun gesprek. Eerst is het met zachtje gilletjes, prettig, want ze vinden het echt wel leuk, net bij die vervelende, zaagjuf, te laat binnen te komen. Een klein beetje uitdagen kan geen kwaad, denken ze beslist. Het gesprek krijgt een lichte wending. Eentje is een klein duiveltje en begint te overwegen welke argumenten ze zouden kunnen aanhalen voor het laatkomen. De argumenten worden opgesomd en worden hoe langer hoe echter in hun ogen. Ik bedenk me, dat ze het niet goed doen, ze gaan het er veel te dik op leggen. Maar... ik ben in m'n goeie vandaag, ik kan het nogmaals opbrengen, te zwijgen. Misschien is dat a-sociaal van me... maar mijn argument is, dat't nog te vroeg is om op pad te zijn op een vrije dag. Gisteren ben ik ook veel te vroeg uit m'n warme bed gesprongen om deze weg af te leggen. Voor niks... ik had me van dag vergist. Vandaar deze bui waarschijnlijk (als dàt geen goed argument is...)
De andere bus... een koppel stapt op. Mevrouw is wijs en snel. Ze heeft ervoor gezorgd dat partnerlief een ticketje koopt voor haar en zit als eerste. Zij... houdt plaats voor hem, zodat ze lekker naast mekaar kunnen zitten. Liefde is schoon hé. Hij, komt... na het aanschaffen van het vervoersbewijs haar richting uit. De bus vertrekt. Misschien, ja, heel misschien was dat vertrek wel wat aan de brute kant. Hij slaat achterover. Hij grijpt naar een paal, maar helaas... ernaast. Gelukkig is er iemand die hem kan opvangen. De man raakt net de grond niet. Hij recht zich en gaat snel zitten. Spijtig... ik zie hem de andere niet bedanken. Dat had anders maar een kleintje geweest. Ook nu... zwijg ik nog steeds.
De andere tram... ook nog. Een dame is met haar vriend/echtgenoot/broer... opgestapt. Ze geeft commentaar op vanalles en nog wat. Dat gebouw is lelijk. Die paraplu te groot. Deze dame heeft een lelijke jas. De man daar, lijkt haar een vuillak, de chauffeur rijdt te hard, de tram maakt veel lawaai, de zetels zijn vuil... Ze animeert me wel, want ik, ben ondertussen al goed wakker hé. Maar antwoorden doe ik niet hoor, dat ze zichzelf maar blijft in de rede vallen, dat kan ze goed.
Dezelfde tram... eventjes later. Er stapt een groep gehandicapte kinderen met begeleiders op. De ouderdom varieert zowat in alle leeftijden van het basisonderwijs en toch ook nog enkelen die ik tot 14 jaar schat. Ze zijn erg met mekaar begaan. Ze helpen mekaar aan plaats. Ze ondersteunen mekaar wanneer de tram aanzet om te vertrekken. De verantwoordelijken doen hun job fantastisch goed. Continue houden ze de kinderen in 't oog. Een juf, is wel met 4 kinderen tegelijk bezig, en toch heel geordend. Ze chaost helemaal niet. Ik kijk, ik luister, ik bewonder vooral... de kinderen en de juf. Ze krijgt ook dàt in't oog. Ze lacht me toe. Ik knik haar toe. Ze spreekt me toe met haar ogen, en ondertussen zegt ze nog wat tegen een kind. Ik lach... en kan niet meer zwijgen. Ik zeg haar dat ze een prachtig beroep heeft, maar zeer intensief. Ze doet me teken dat het soms wat teveel van het goeie is. Ik begrijp haar, laat ik haar weten. Ze gaan zwemmen, ze stappen af...
Het wordt tijd da'k spreek: Da-ag zorgvragende, drukdoende maar lieve kinderen! Da-ag, lieve zorgzame, juf!!!
De chauffeur komt met z'n bus aan de halte. Er staat een grote jeep, zo'n breed geval, half op de stoep, aan die halte geparkeerd. Vier pinkers pinken de nachtelijke duisternis in, een flikkerende oranje gloed verspreidend. Maar goed dat ie die pinkers op heeft staan, want het is daar toch wel redelijk donker. Chauffeur vertraagt, want hij moet stoppen om iemand te laten afstappen. Door het licht van die pinkers heeft ie alleszins een beter zicht op de breedte van die terreinwagen, veel te groot voor stadsgebruik.
Er is een bank ter hoogte van de halte. Chauffeur ziet in z'n spiegel, waarin ie kijkt of er nog passagiers willen opstappen, ook net de deur van die bank. Op het moment dat hij z'n deuren wil sluiten en dus in die spiegel kijkt, ziet ie beweging aan de bank. Iets abnormaals trekt z'n aandacht. Hij kijkt wat beter, want... ziet hij wel goed? ... een kieken...?
Warempel... Er komt een groot kieken uit de bank. Een kieken van -echt niet overdreven- zeker 2 meter groot, of nog meer. Jaaaaazeker... nog groter. Het komt dichterbij. Chauffeur vergeet z'n deur te sluiten van versteldheid. Z'n ogen blijven maar op dat superkieken gericht. Die kip zou zelfs moeten bukken, als ie de bus zou willen binnen komen. Ze komt niettegenstaande naar de bus. Wat een prachtig gemaakt geval ...euhhhh... kostuum. Het is af!!! Dàt moet gezegd.
Die koloskip komt naar de chauffeur en ondertussen heeft chauffeur een tweede kip ontwaard, met een camera in de hand. Die tweede, neemt de boel op video op. Chauffeur wacht op wat gaat komen. Hij wacht op Superchicken, die naar hem komt. Superchicken groet de chauffeur en vraagt: Weettegij de slachthuislaan? Waarop chauffeur in de lach schiet, rechtstaat en hem zegt, dat het nog een eindje rijden is tot daar. Geen probleem, hij zal het 'eitje wel even pellen' en het kieken slachten hoor!
Er wordt uitbundig pret gemaakt, gelachen alom. De andere kip, heeft ondertussen zijn hoofd afgezet... Blijkt het toch wel dien bekende basketter op rust te zijn zeker...
Het zal je maar overkomen... Je rijdt met je trammeke al de hele dag rond, zonder problemen. Je dagje zit er haast op en je begint je laatste rit verlekkerd naar het eindpunt te rijden. Je vrije tijd tegemoet. Voorzichtigheid is altijd geboden, tijdens zo'n laatste rit. Nou, uiteraard ook tijdens de vorige ritten. Toch, op die laatste rit, durft de concentratie al eens verzwakken.
Deze collega heeft het aan den tramme ondervonden. Hij komt aan een bocht. Vertraagt zoals het hoort, om niet te hard heen en weer te worden geslingerd in de bocht. Net voor hem rijdt een auto, op het daarvoor voorziene baanvak. Hij rijdt met z'n voertuig op de trambedding, die echter niet verhoogd is. De auto heeft een aanhangwagen. Wanneer de auto de bocht neemt, raar maar waar, lost de aanhangwagen. Dat ding komt volledig los van de auto en gaat... rechtdoor. Rechtdoor, dat wil zeggen, dat ie op de trambedding, net voor de tram bolt. De tram heeft ondertussen net een nieuwe portie electriciteit gekregen... dat heet tractie dus. De chauffeur kan onmogelijk tijdig stoppen en schept dat mormel van een aanhangwagen mee. Een knal van jewelste. De aanhangwagen wordt een eind weg gecatapulteerd. Een geluk met een ongeluk. De aanhangwagen is leeg. Hij wordt daardoor wel verder weg geslingerd, maar het wordt geen al te grote puinhoop. Hij komt uiteindelijk tot stilstand, net voor een geparkeerde wagen, die er nog zo goed als nieuw uit ziet.
De beide chauffeurs, moeten zeer diep ademhalen om te bekomen van het voorval. De tramchauffeur, is nogal snel bij z'n positieven en ziet aan de tram een kleine schram. De remorque heeft minder chanse. De autobestuurder... is, hoop ik, nu, enkele jaartjes later, toch bekomen van het slecht bevestigde karretje met deuken...
Voor nogal wat mensen een brugdag vandaag. Maar toch, voor velen ook niet. Op zo'n dag, rijden 'we' op zaterdagdienst. Allemaal goed en wel, maar niemand van de reizigers weet dat. Het werd eerder niet afgeroepen via trams of bussen. Op enkele van de uurroosters die uithangen aan de wachthokjes, staat er onderaan in kleine letterkes wel iets. Maar wie leest dat? En... kan je dat de mensen kwalijk nemen? Als je het uur kent, van de bus die je moet nemen, ga je niet steeds op dat blad kijken. Dit noem ik dus, communicatieflaters. De chauffeur is al best tevreden dat ik mee op de bus sta, zodat hij niet al de boze reizigers, die te laat op het werk aankomen, moet antwoorden... Ik besef anders heel goed, dat hij de enige chauffeur is, in het antwerpse met deze chanse (op dit uur). De anderen, staan er wel zelf voor...
We voelen het aankomen. De eerste rit gaat het nog. Daar we merken dat op de bus haast evenveel reizigers zitten, als op andere dagen, weten we dat er problemen zullen komen tijdens de spits. Gekafferd wordt er echter niet te veel. Alhoewel... zelfs die ene, is teveel, want men schiet hier op de pianist. Ongenoegen mag, nee, moet zelfs geuit worden. Maar daarom moet er nog niet gekafferd worden. Bon, ik verdedig onze chauffeur door dik en dun, want NEE, hij is helemaal niet te laat. Hij is mooi op tijd, zoals het hoort! Telkens weer, moet ik deze conversatie overdoen. Telkens weer is er één persoon die er over begint en wanneer ik antwoord, staan de reizigers mekaar bij. Ik vind het niet erg hoor, want ik begrijp die mensen zeker en vast. Een normaal mens, komt niet graag te laat op het werk. Zij ook, moeten hun werk goed doen. Maar zo'n bedrijf als het onze, waar gebruikers al makkelijk het gevoel krijgen, dat men geen verantwoordelijke kan vinden, zorgt wel voor deze mensen hun ongemakken. Daarentegen, moeten regels op de voertuigen en wachthokjes gerespecteerd worden, of er hangen fikse boetes in de lucht. Ik begrijp dat sommige mensen dan soms denken: Wat denken die wel? Wie in dit geval 'die' is, weten ze zelf niet goed en dus wordt er 'af'gereageerd op de uniformdragers van dienst.
Al bij al, valt het heel goed mee. Ik heb immers de tijd om het deze mensen duidelijk uit te leggen. Begin daar maar telkens weer aan, als chauffeur. Echt waar, dan ben je aan 't eind van je latijn na een paar ritten. Dan ga je op den duur op een andere manier antwoorden, want je bent het moe. Dat zijn die grenzen, waarmee een mens soms te kampen heeft...
Wat later, merken pasagiers nog wel op dat we 'te laat' zijn aan't rijden, maar ze vinden het niet erg. Dit zijn mensen, die niet op een bepaald uur ergens moeten zijn. Zij zijn gewoon op weg, zij zijn vrij vandaag. Nog heel efkes, en wij ook...
Zij hebben het dubbel en dik verdiend, dus zet ik het hier graag in opvallende koeien van letters. De verkeerspolitie heeft verdomd knap werk verricht, na de evenenmenten 'Night of the Proms' en 'Natalia met haar blitse tour'. Het mag niet, het moet gezegd en geschreven.
Enkele weken terug, toen Milc Inc. hadden opgetreden in het Sportpaleis, had men met kegelkes -ge weet wel, die kleine oranje verkeersophouderkes- het verkeer tegen gehouden. De auto's die van de parking moesten, kregen zo vrij spel en konden zeer vlotjes weg geraken. Toen stelde ik me de vraag, hoe het zit met het manoeuvers uitvoeren? Het doorlopend verkeer moest dus stoppen om auto's van hun parkeerplaats te laten rijden... Toen liepen we met de bus 20 minuten vertraging op. Mensen die nog een aansluiting wilden, waren die kwijt. Wij waren immers de laatste bus, die richting Antwerpen Centraal reed. Ik zelf, mocht te voet naar huis, als ik die vriendelijke controleur niet had opgemerkt, die me halverwege heeft gebracht. Van daaruit moest ik echter wél te voet naar huis. Dàt... nee, vind ik helemaal niet normaal.
Mensen die dan toch met de wagen naar zo'n evenement gaan, mogen beslist het geduld oefenen om het gewone vervoer eerst z'n gang te laten gaan. Is het te druk? Ga dan eerst nog iets drinken, liefst geen alcoholhoudende drank asjeblieft. Maar na een uurke is dat probleem opgelost en kan je vlotjes weg. Je bent met de wagen, je hebt geen aansluiting nodig. Je geraakt thuis.
Gisteren echter, had de politie het heel veel beter aangepakt. Waavoor ik -en geloof me, niet ik alleen- hen loof! De baan werd afgezet, wagens mochten niet door. Alle bussen die mensen moesten ophalen, waren in convooi, onder begeleiding van de politie geparkeerd op het rechter baanvak. Het linkse vak, was voor ons, het openbaar vervoer. Het liep lekker vlotjes. We liepen niks vertraging op. De verantwoordelijken, druk in de weer met radio's en/of walkie talkies, namen zelfs de tijd ons te groeten. En, waarschijnlijk, na een half uurke ofzo, zullen de passagiers van de geparkeerde bussen ook wel allemaal terecht gekomen zijn. Zo konden dan naderhand de gewone wagens ook weer door.
Inzicht, overzicht, doorzicht... dank u, knappe gasten bij de politie!!!
Gedaan met werken. 'k Ga naar huis. Deze keer, neem ik eens niet de tram. 'k Zal de bus een keertje nemen, besluit ik. Toevallig, ken ik de chauffeur. Nou, toevallig... 't is te zeggen... ik ken hem door m'n job natuurlijk, dus zo toevallig is dat natuurlijk niet. Enfin, ik groet hem, blijf eventjes staan voor een klein praatje en ga dan zitten, blij dat die benen ook hun verdiende rust krijgen.
Ik neem m'n tijdschrift. 't Is als heilig voor me. Als ik dat niet van A tot Z kan uitlezen, mis ik iets fundamenteels in m'n leventje. Ik sleur het steeds mee om te lezen op dode momenten. Nu is het voor mij zo'n moment. Ik hoor nog wel iets van wat rondom me gaande is, maar ik sta er helemaal niet bij stil. Mensen praten, lachen, reageren... het hangt in de lucht, maar het dringt niet door. Geluiden die 'normaal' zijn, worden door mijn grijze massa direct geklasseerd. Geluiden die als 'abnormaal' worden opgevangen door oren, worden via kanaaltjes doorgeseind, en als 'alarm' weergegeven in mijn harde schijf, of iets in dien aard. Enfin, het komt er op neer, dat er iets gaande is wat m'n aandacht toch trekt.
De bus waar ik op zit, is een nieuw model citaro. Geen technische uitleg verder, sorry voor de kenners, maar mijn excuus is: 'k ben een vrouw... *knipoog* (waarmee ik niet ga beweren dat er geen vrouwen zouden zijn, die geen technisch hoog niveau kunnen halen, ik weet echt wel beter)
Ik kijk om, want zit vooraan in de bus. De camera, halverwege de bus, in het plafond bevestigd, is naar beneden getotterd. Hoe en waarom is mij een vraag. Maar een reiziger heeft de eer, het ding tegen z'n hoofd gekregen te hebben, en houdt het wat ongemakkelijk vast. Hij (de reiziger) is nog in goeie staat, geen bulten of blutsen dus. Wat de camera betreft, is de bedrading nog bevestigd, dus die camera kan niet naar de chauffeur gebracht worden. Die hangt te zwalpen en zwiepen op rugleuninghoogte tussen de zetels, als de brave man hem los laat.
Ik ga naar achter. Neem de camera over van deze kerel en probeer hem terug te ...foefelen, op z'n plaats. Uiteraard met het daarbij horende commentaar, én glimlach. Daar hangt ie, haveloos klaar om terug naar beneden te vallen. Ik breng m'n collega chauffeur op de hoogte. Hij op zijn beurt, brengt dispatching op de hoogte. Zij op hun beurt, de technieker die de boel mag komen arrangeren, wanneer de chauffeur aan de eindhalte is. Met dat blijde nieuws, mag ik (bijna mijn afstaphalte voorbij gereden, door al het gedoe) afstappen, dicht bij huis.
Zaterdag, feestdag (alhoewel niks te vieren, want het is Allerheiligen) én late shift. De Kreuners treden op in de Lotto arena én 't is ook Night of the Proms in 't Sportpaleis. We weten dus wat te doen. Noem het een geluk voor hen die niet zo van de drukte houden, maar het regent tijdens het uur der aanvang onzer dienst. Ik begin dus niet te werken in een grote drukte, zoals het zaterdag wel eens kan. Nee, doordat alle winkels gesloten zijn, én het weer dat wat tegen zit, loopt de boel rustig.
Tot mijn verbazing, moet ik ook niet echt mee rijden met een bus die langs het Sportpaleis rijdt (wat dikwijls wél zo is, tijdens concerten). Langs de andere kant, op de lijn waarop ik de avond begin, valt steeds wel wat te beleven. Slecht geparkeerde auto's, zodat de chauffeur met veel moeite kan passeren. Mensen van allerhande nationaliteiten nemen deze bus. Een heerlijk allegaartje van mensen, talen en gewoontes, rijdend door enge straten in Antwerpen, ja, het heeft wel wat.
Het tweede deel van de avond, wordt van me verwacht dat ik mee in de metro aan het Sportpaleis ga helpen om na afloop van de concerten, de mensen vlotjes te laten instappen, in tram 3 of 6. Hiermee zijn controleurs belast. Dit werk heb ik nog nooit gedaan, dus vraag ik eerst aan m'n collega controleurs wat er nu juist van me verlangd wordt. Opletten dus, dat mensen -wanneer het perron te vol loopt- niet te dicht bij de kant komen (voorbij de gele waarschuwingslijn dus) voor de veiligheid. Opletten dat, wanneer het perron te vol loopt, er geen mensen meer de roltrap naar het perron nemen. Ze moeten dan boven tegen gehouden worden. Opletten dat er niet wordt geduwd. En... uiteraard altijd opletten dat er geen dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen.
Er staat op een gegeven moment heel veel volk op het perron. Enkelen hebben het belist niet bij appelsap gehouden deze avond, maar het kan er heus mee door. Een leukerd probeert, nu iedereen toch maar staat te wachten op de tram, een Mexicanwave in te zetten. Hij roept luidkeels: Heeeeyyyy Oooooohhhh! Waarop z'n vrienden hun armen de lucht inzwieren. Dat herhaalt hij, en hij heeft er beslist de stem voor. Hij overstemt gewoonweg alle geroezemoes en ander lawaai op het grote perron. Iedereen z'n aandacht is getrokken. Je doet het maar hé. Maar er zijn maar enkelen die willen meedoen... spijtig. Na een reeks pogingen, geeft de arme sloeber het op... met zwaaien, niet met opmerkingen door de lucht te laten weerklinken. Het gaat van: As ge dan toch ni mee doe... got dan mor allemol nor hoas! Maar, met een lach, en ja, iedereen lacht weliswaar.
Wanneer de tram komt na een tiental minuutjes, gaat het voor iedereen rustig aan richting deuren. De sfeermaker komt achteraan, want stond haast helemaal achteraan op het perron met z'n vrienden. Ze hebben duidelijk gedronken. Wanneer hij langs mij komt, zegt hij me, dat die man achter hem niet mee op het voertuig mag. Waarop ik antwoord: maar jawel, van mij mag hij mee. De man achter hem, neemt me vast en geeft me drie kussen...
De pret kan niet op. Zo gaat het nog enkele uurtjes door. De avond gaat razendsnel voorbij. Wanneer de laatsten eindelijk met de laatste tram letterlijk en figuurlijk, vertrokken zijn, kan de hele ploeg huiswaarts keren. Enkelen gaan nog de metro sluiten. Ik moet niet mee, want die laatste tram, rijdt voor mij de verkeerde richting uit. Ik, heb geen vervoer meer naar huis. Een controleur, die z'n wagen (van De Lijn weliswaar hé) buiten heeft staan, brengt me dus naar huis. Voor m'n deur wordt ik afgezet.
'k Moet dan wel heel dikwijls werken, wanneer anderen vrij zijn, maar gohhhh... dit is toch echt leuk!
Ik ben annemie
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is tramchauffeur/begeleider De Lijn Antwerpen.
Ik ben geboren op 16/07/1958 en ben nu dus 66 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek: wat gitaar betokkelen - lezen - leven!!!.