Over een nazomer gesproken. Deze mag er wel zijn. Hoewel, nu ik de luxe van een rolstoel tot één van mijn geneugten mag noemen, is zo'n ding vreselijk koud als je'r in zit. Ocharme kleine kindjes in buggy's, die door mama's of papa's door weer en wind worden heen of terug gereden. Je schept als het ware de wind, regen... enfin... alles wat er maar te scheppen valt. Met 25°C in de zomer kan dat best leuk zijn. Maar met regen of wind, het mag onbenullig lijken, je krijgt het allemaal over je lijf. Natuurlijk zit je ook muisstil in zo'n ding. Dat, terwijl je begeleider net meer krachtinspanningen onderneemt. Ik durf mezelf wel eens vergelijken met een zak cement, qua gewicht. Om daar een uur mee rond te sjorren, da's toch ook niet niks. Natuurlijk geef ik wel toe dat het tegelijkertijd ook een enorm gemak is. Ik kan terug mee naar de winkel, wat voor Erik toch een pakje aangenamer is. Ik ben relaxed in die rolstoel, terwijl Erik rustig enkele artikelen vergelijkt, sta ik niet meer te zuchten van vermoeidheid. Het is eerst wel wat oefenen geblazen. Hoe manouevreer je best met zo'n stoel.
Gisteren was het grootouderdag in de kleuterschool. Angel reed me er heen en schrok wel effe van de voetpaden die er zo slecht hobbel de sobbel bij liggen. De stoel heeft steeds de nijging om schuin weg te rollen. Ja hoor, ik ben nog lang de periode met mijn moeder niet vergeten. Ook zij is een tijdlang rolstoelpatiënt geweest. Maar al te dikwijls was ik dagen nadien nog stijf in m'n armen. Met haar kon ik niet in het park gaan wandelen, tenzij ik braaf op de asfaltweggetjes bleef, als die er al waren. Mij moeder was ook dubbel zo zwaar als ik.
Wat de grootouderdag betreft, die is goed meegevallen. Elk kindje doet zo erg z'n best. Sommigen bevangen door schrik, huilen het hart uit hun lijfje. Anderen dapper en wat overmoedig durven soms te veel, maar steeds smelten al die grootouderharten. En ik bleef me maar afvragen hoe zo'n kleine dreumesjes al schoolplichtig kunnen zijn. Sommigen zijn nog zo klein, dat ze maar amper geboren lijken. Mijn eigen kleine telgen zijn even oud of jong, maar zo groot van was. Elias staat helemaal achteraan, zowat de grootste van de hoop. Flink kereltje, doet goed mee en ik ben er verdorie erg trots op.
Naderhand drinken we nog een koffie met een collega die we hebben verwittigd. Haar oudste kindje gaat ondertussen ook al naar de kleuterklas. Na de voorstelling echter blijven de kindjes bij hun juf. Ze lopen niet naar mama's of papa's of oma's enz... Ik geniet van het samenzijn. Een onschuldig praatje moet kunnen, maar je raakt toch al snel geïsoleerd. Dat gevoel geldt toch voor mij... Het was ook wel een tijdje geleden dat ik nog eens op deze manier buiten kwam.
Tussendoor, thuis uiteraard, blijf ik aan de trui breien. Dapper alsof er heel wat van af hangt. Dat doet het eigenlijk ook wel wat. Ze moet klaar. Ik moet nadien nog eentje breien voor Erik, die ook klaar moet geraken alvorens ik besluit het hier op te geven. Maar zover is het lang nog niet. Wacht maar af!
Winteruur. Winter... het jaargetijde dat ik moet doorkauwen. 'k Zal wel niet alleen zijn, in deze situatie. Hoewel de winter ook best z'n mooie kantjes heeft, moet ik tijdens deze koudere maanden meer m'n best doen om lachend door te komen. Heel eerlijk, denk ik wel eens makkelijker; deze winter haal ik 'het' wel, of niet. 't Doet er niet toe. Nog meer toegegeven; stillekesaan interesseert het me niet meer of ik het wel of niet haal. Toch, is er een geesteskabouterke dat in m'n oren fluistert dat ik liever de winter doorsta, haal, overleef. Samen met m'n lieve familie. Een klein traantje wegpinkend, als ik aan hen denk. Ja, zeker en vast. Familie, ze lijken heel gewoon. 's Toch normaal dat je van hen houdt. Nee, dat is het niet. Punt uit. Dat is het zeker niet. Binnenin tintelt het. Het lijkt het moment bij uitstek om te besluiten; ik ga er voor! Zij zijn het dubbel en dik waard. Liefde is onvoorwaardelijk! Het is veel meer dan zeggen; Ik Hou Van Je! Het is dat gevoel vanbinnen. Het kan je maken, maar ook kraken. Daar hou ik wel van *** s m i l e ***.
Enkele dagen geleden namen we het supermoedige besluit om met het openbaar vervoer naar de stad te tenen. Deze uitdrukking geeft me een lacherig extra-gevoel, nu, bij deze. Ik heb namelijk al een tijdje een vervelende maar licht ontstoken dikke teen. Ik verzorg deze eigenzinnige teen zo goed als mogelijk, maar dit superkleine lichaamsdeeltje laat zich gelden als de beste. Het betert, maar nooit in die orde dat het volledig geneest. Koppig ding, die teen. Nu vooral, met het koudere weer wordt verwacht dat gesloten schoeisel meer nodig is. Mijn lichaam acht het ook belangrijk, water vast te houden. Dat wil dan weer zeggen, dat ik met voeten zo dik als een koeienpoot, (hoewel ik dikwijls denk dat die nog elegant zijn, vergeleken met mijn waterhoudende, dikke benen en knoesels) in niks van m'n eigen schoeisel geraak. Ondertussen heb ik Erik zijn voetbeschermende garderobe al meermaals aangesproken. En, meer dan dat alleen. Hij heeft sandalen met gespen boven op de voet. Die kan hij apart aantrekken, voor zover dat nodig is. In dit geval, is dat nodig. Dank U Erik. Zo los als het maar kan, mag ik zijn leren sandalen aantrekken, liefst zonder kousen. Teentjes lichtjes beschermd tegen de koude, en voetjes tegen de harde straatkasseien, kan ik nu tenminste buiten komen, zonder al te veel onnodig omhaal. Je kent dat wel... er hoeft niet in hondenpoep getrapt te worden, of scherven ontwijken, plassen, je noemt het maar op, ontwijken is de boodschap. Zo'n dikke voeten zijn maar niks. Het is een primeur voor me, dat staat vast, maar juichen doe ik er niet om. Ook al besluiten we om met het openbaar vervoer de wijde wereld in te trekken.
Het is lang geleden, het nemen van die tram. Eigenaardig gevoel, die tram. Een beetje terug thuis komen. Wie had gedacht dat ik dàt gevoel ooit zou hebben, bij het nemen ervan? En toch... Aan de halte wachten. Geen probleem what so ever. Alsof ik de pest heb, maakt men zonder omhaal plaats voor me in het wachthokje. Ik krijg direct een zitplaatske. Ik vraag me (toch met wat zwarte humor) af of ik er zo erbarmelijk uitzie? Maar oké dan maar, alles heeft ook zo z'n voordelen. Ik zet me neer, tussen alle staanders, waartussen ook mijn Erik behoort. Hij zet zich niet naast me neer, maar blijft beschermend bij me rechtop staan. Zo groot als hij al is, lijkt hij alsnog een portie Erik meer in de hoogte, de lieverd. Hoewel de stad op z'n kop staat, (in het hartje van de stad is de waterleiding gesprongen vanmorgen vroeg, dus er staat nogal wat stadsdeel onder water, waardoor het openbaar vervoer willens nillens verhinderd wordt), komt de tram er redelijk snel aan gerold. Met een kinderlijk vreugdegevoel, kriebeltjes in buikje enzo, geraak ik met wandelstok op het oude pcc model (voor de kenners), mits enig duwtje onder m'n achterste, gegeven door -wie dacht je??? Erik gniffelt, ik gniffel en wellicht gniffelen ook ander passagiers wie hun ogen onze richting uit wagen. Het werkwoord gniffelen, kan fijntjes volledig grammaticaal vervoegd worden, maar dat zullen we maar houden voor gebruikers van het volwassenonderwijs, gegeven aan enkele moedige vreemden die onze taal wilen bijschaven op een deftige manier, enige gebouwen verder. Niet ver van hier dus. Meer verplichtingen zouden wel mogen daaromtrent. Mijn bewondering voor hen die de scholing volgen, omdat men vindt dat het nodig is, wil ik dan ook niet wegsteken. Deze mensen hebben gelijk. Ze helpen vooral zichzelf ermee vooruit en halen -wat mij betreft- enkel voordeel uit deze lessen. Gniffel, gniffelde, gegniffeld... Als ik er aan denk dat ik vorig jaar besloot om me aan te bieden om vreemden Nederlands te leren. Zo gauw ik van de eerste kanker meer hersteld zou zijn, wilde ik me hiervoor aanbieden. Gniffel, gniffelend, gegniffel...
De stad staat op haar kop! Wij hebben tijd. Gelukkig dacht ik eraan m'n medicatie mee te nemen, die neem ik seffens in, geen probleem dus. Wij, hebben tijd. Niet gekocht, niet verbruikt, niet tweede hands, gewoon tijd, meegebracht alsof het niks is. Geen ergernis daar waar we 20 minuten moeten wachten. Even verder nog een 10-tal minuten wachten achter een vrachtwagen. Stopt die dan nooit met lossen? Nee, geen ergernis. Na langer dan anderhalf uur, kunnen we (moest ik wat fitter zijn) lenig uit de tram springen. Ik hou het bij voorzichtig. Eriks handen steunen me onder dezelfe lichaamsdelen als eerder om erg voorzichtig de trapjes af te komen. Eerst gaan we naar een spaanse winkel. Vanavond zullen we chorizo bij het eten voegen. Ook daarover zullen we niet klagen. Wat later zitten we in een coffeeshop, waar het té lang geleden was, dat we'r nog eentje gingen meepikken. Het water in m'n lichaam mag worden geloosd (gniffelde gniffel... het blijft maar lekker hangen in m'n grammaticaal gericht hoofd). Het water mag er uit, en er in, of moet het in de andere volgorde? Bon, het wordt meer dan dàt. Eens we terug op straat staan, ik leunend op m'n stok, Erik met z'n handen in z'n broekzakken, denk ik: "Oei, verdorie toch, ik ben vergeten die pil in te nemen". Met koffie en een koekje had het perfect gekund. Nee dus. Vergeten. Ik zie er tegenop om dra weer een établissement binnen te glippen, enkel en alleen om een pilleke in te nemen. Er moet iets bij worden gegeten, anders gaat m'n maag reclameren, waartegen ik niet zo gewapend ben. M'n maag. Een redelijk zwak ding, ondervond ik de laatste tijd. En nee, ik heb er echt geen behoefte aan om te staan spuwen op straat. Dubbel en dik: NEE!!!
Wat is het toch steeds weer genieten, denk ik gniffelend, ja hoor, gniffelend, Je ziet zoveel Leuke, Grappige, Onverwachte Maar O Zo'n Menselijke Dingen in die stad. M'n winterhumeur kan er enkel maar op verbeteren. Hoe dikwijls Erik moet horen: Kijk nu daar! Of, Zie ginder nou! Heb je dàt gezien? Hahaha... moet je horen wat die zei... en ga zo maar door. Ik krijg hoe langer hoe meer het gevoel dat ik meewerk aan één of ander scenario. Zalig om die eer te krijgen. Ik word er heus niet malleurig om!
Toch nog vind ik de moed, de energie, de goesting om een kledingszaak binnen te glippen. Erik is natuurlijk de leidraad. Hij vindt steeds wel een manier om me ergens binnen te krijgen, hoewel ik niks bepaald nodig heb van kledij. Bon, eigenlijk vind ik dat we in mijn omstandigheden geen geld meer moeten uitgeven aan kleding en dergelijke. Erik daarentegen vindt dat ik mooi 'moet' zijn tot mijn dood. Smijten we hier met complimentjes of wàtte??? Het reslutaat is alleszins dat ik de winkel buitenga met een kleed/overgooier/omhulsel (begrijp je't??? en broek, aan zeer democratische prijs. En het zit nog goed ook. Maar... het wordt nu toch wel zeer hoog tijd (uhhhh... ging ik me niet, niet laten vangen aan onnodige tijdstresstoestanden? ) om een pijntablet in te nemen. Ja, tijdens het eten van... iets! Zin om speciaal daarvoor iets te gaan verorberen, heb ik absoluut niet. Gniffelen doe ik nu, tijdens het typen. Echt niet tijdens het zoeken naar eten, drinken of watdanook... ;-) Het wafelkraam staat uitdagend te wachten. Een vriendelijk jong meisje wil me wel een pannenkoek of wafel aan de hand doen. Geen onnodig omhaal, maar zo vriendelijk als wat. Ter compensatie (buiten het betalen van de rekening dan) vraag ik haar of ik een foto'tje mag nemen van 'haar' kraampje. Het lieve ding wil wel worden gekiekt. Om het maar eens een keertje niet over geniffelen te hebben. Het lukt me al pannenkoekenvretend een tablet m'n keelgat door te duwen zonder al te veel problemen. De metro wenkt uitdagend. Kom maar af! Plaats genoeg! Die uitnodiging laten we niet voorbij glippen. Eens beneden, zet ik me naast een jonge manneke, waarmee ik een praatje begin. Dat doe ik al wachtend op ons voertuig dat ons snel beloont door de tijd die we eerder verloren met veel gemak in te halen. Maw, de tram blijft niet lang weg.
Bij het uitstappen worden we beloond met enkel regendruppels die trachten ons nat te maken. Pech! Het lukt niet. We zijn thuis alvorens de échte bui zich laat gelden. Parapluuke, parasolleke... Heel erg moe. Maar, buiten geweest. Geprikkeld door allerhande toestanden. Gegniffel alsof een nieuwe wereld open ging. Ik val in slaap in de sofa. M'n brei moet nog effe wachten om verder gezet te worden. Af, zal die wel geraken. Zodat ik de trui deze winter nog zal kunnen dragen.
Het is lang, te lang, geleden, dat ik nog iets schreef in m'n miekemotblog. Ondertussen is er natuurlijk wel één en ander gebeurd. Om kort te gaan, zijn we nog een week op cruise geweest naar Noorwegen. De Fjorden. Zeker en vast de moeite hoewel wij niet mogen gerekend worden tot cruise-fanaten. De eerste keer in ons nog te korte leventje dat we dit deden. Fysiek gezien was die cruise voor mij de beste manier om te reizen. Veel kan, niks moet. Dat was onze ingesteldheid zo'n beetje en daarmee ging het goed hoor.
Nadien namen de klachten, (vooral over de neveneffecten van de chemo) toe. Pijn, misselijkheid, onmogelijk te aanvaarden klachten en nog maar eens klachten allerhande. Dit alles tezamen werd teveel en te zwaar. Het ging niet meer. 'k Voelde me zieker en zieker worden. Het werd me allemaal veel te zwaar en kon het niet dragen. Toen heb ik samen met m'n man Erik, besloten om te stoppen met de chemo. Deze beslissing was eigenlijk snel genomen. We hadden hier al meermaals over nagedacht, gesproken, mekaar vragen gesteld enz. We hebben gewikt en gewogen, Geen Chemo Meer... Basta! Tussen zoiets zeggen en echt voelen, echt doen, zeggen tegen je naasten dat er afscheid zal moeten worden genomen, is niet bepaald kinderspel. Je wordt een emotionele spons. Tranen vloeien. Bij mij misschien al sneller dan bij een ander, dat kan. In elk geval, er zijn wat zakdoeken nat geworden. Ken je dat liedje van de Strangers van jaren geleden? 'k Hem geblet voor mijne eerste keer. 'k Hem geblet, mor ik doen dat nooit niet meer. 't Water stond in kassen. In d' ingemaakte kassen. En tussen d' ondertassen, dreef mijne schoofzak, schoofzak...
Heel erg veel gepraat met de oncologe en de huisarts, man, familie, vrienden. Hoe, wat, wanneer, waarom, beseffen we wel voldoende wat het inhoudt??? En nog meer van die vragen, die toch belangrijk zijn en waarom we onze antwoorden moeten kennen. Die zijn belangrijk. Ook de begrafenisondernemer kwam al langs met hopen uitleg. Hierover praten met Erik doet goed. Zo staat hij er dra niet alleen voor. Een détail mag dan klein zijn, het maakt het niet minder belangrijk. Met de man met de zeis solt met niet. De tijd blijft doortikken. Ondertussen is het oktober.
Ik probeerde terug m'n handen, waarmee ik haast niet meer kon werken, chemo-effectje, zie je, in de plooi te krijgen door te breien of één of ander knutselwerkje te maken. Dikwijls een verjaardagskaartje, hoewel die kaartjes altijd te laat klaar kwamen. Ze mislukten soms, maar m'n vingers oefenden volop. Nu loop ik ondertussen met een wandelstok. Al een tijdje. En nu, hebben we (nou, Erik ging alleen) een rolstoel aangevraagd bij de ziekenkas. Op straat stappen lukt echt niet goed meer. Afgelopen zondag ben ik nog maar eens gevallen met de fiets. Blijven proberen fietsen kan dan goed zijn, 'k zou toch liever niets breken, zoals een goei kennis van me dat wel deed. Knie gebroken. Nee, dat hoef ik niet. Een dikke knie, gelukkig niet te pijnlijk en helemaal kapot doet me dan wel nadenken. De fiets wordt opzij gezet en dan toch maar toegegeven aan die rolstoel waar ik zo erg tegenop zie.
Vandaag ging ik dus terug aan het blogschrijven. We waren naar onze binnenstad getrokken. Ik dacht dat ik maar weer eens moest gaan schrijven dus. Maar... Het te dichten schrijversgat, tussen augustus en oktober is zo groot, dat dit een veel te lang epistel gaat worden. Wat ik vandaag wilde schrijven, zal morgen of overmorgen worden neergepend. Zo blijft alles rustig leesbaar. En zolang het in m'n mogelijkheid mag liggen, hou ik de boel hier bij. Ik, probeer er het beste van te maken en laat me verder lezen, zolang m'n korte toekomst dit toestaat...
Sinds eergisteren ben ik weer thuis. Het ging best wel snel. M'n witte bloedlichaampjes stegen sneller dan gedacht en ik kwam daarom ook sneller dan gedacht op de gewenste hoogte, zodat m'n bloed weer normaal is. Het genezingsproces van al die bijkomende kwalen kwam vlug op gang en alles ging superbe. Wie ga je horen klagen? Mij niet hoor! De naprikkels nog effe verwerken, dat wel natuurlijk. En de natuur, geholpen door de chemo z'n gangetje laten gaan. Aanpassen geblazen. Waarmee ik bedoel, een voetbadje thuis of in 't ziekenhuis is niet hetzelfde. Zelf terug in het pillenslikken m'n weg vinden, is net iets minder evident dan haast alle medicatie in je baxter meekrijgen.
Ondertussen had Erik met volle moed al weer z'n antennetjes ietwat gericht op de herschikking van de kasten in de kamers op het eerste verdiep. Een groot deel uitgeladen, gespreid over de vloer, geeft het gevoel dat er ergens, dichtbij net een bom is ontploft. Da's illusie. Maar wat lijkt, of wat je voelt is wat telt. Ik werd op voorhand verwittigd en schrok me dus niet dood. Nee. Ik schrok me enkel een apin. Dat valt nog mee... In elk geval, kan ik gaan zeuren en mokken en wat nog allemaal. Maar ik besluit om met Jazz Middelheim in gedachten, met Django Reinhardt 's muziek op de achtergrond, een voetbadje te nemen. Thuis. Daar, tippen ze niet aan in het ziekenhuis.
Momenteel is m'n grootste probleem in slaap vallen. Ik kan het vermijden als er bezoek is, maar niet als ik zit te typen, lezen of ander van dat soort dingen doe. Dan val ik gewoonweg in slaap in de houding waarin ik me bevind en word dan verwonderd wakker of wakker gebeld. Schrik me nog maar eens een aapje en voel me een tijdje radeloos tot ik tot m'n positieven kom. Vreemd gevoel.
Maartje kwam gisteren nog op bezoek met haar zus. We keken toffe boeken in, die Erik net had gekocht op de bewuste boekenverkoop. Zoals steeds waren daar heel interessante boeken bij. 't Was zo gezellig... En, hoe kan het anders... we praatten nog over vanalles en nog wat. Een ware kunst ;-)
Gisteren merkte ik plots op, dat we alles wat aan het prikbord hing in het ziekenhuis, waaronder oa een leuke foto van David & Maartje met spaanse familie, hadden achter gelaten. Niet goed natuurlijk. Ik belde dus snel om te horen of mijn leuke herinneringen de vuilnisbak waren ingekieperd, of men de boel had gelaten zoals het was. En... spannend moment, dat afwachten... het hing er nog allemaal. In tegenstelling tot wat ik soms zeg, ben ik momenteel zeer tevreden over poetsvrouwen die al wel eens ergens over zien. Men zal het bewaren tot ik volgende week weer deel mag uitmaken van de dienst. Lief toch! Zo kan ik weer van de kunstwerken genieten. Het ging me vooral om die foto natuurlijk. De mooie prenten die ik kreeg opgestuurd van kleine familieliedjes zet ik er nu bij als afbeelding. Die kindertekeningetjes maken me soms zo week dat ik er van ga wenen. Maar 't zijn de liefste tranen. Zo zoet als honing.
Toch wel effe wat buiten strijd geweest door allerlei omstandigheden, waaronder GEEN gebroken been. Echt waar, die i-pad is een goed ding. Nochtans is het geen garantie dat ik ermee kan werken. Momenteel zit ik in de beruchte chemo-dip. Mijn bloedwaarden zijn enorm gezakt. Geen wittekes meer. Nee, 'k heb het niet over jenever... Mijn soldaatjes zijn effe uitgestreden. Door dat de chemo z'n werk doet en ik dus die lage bloedwaarden heb, recupereer ik ook niet van alle andere bijkomende neveneffecten die ik krijg door die chemo. Kan je niet meer volgen? De aften, talrijk en gezellig aanwezig, geraken niet opgelost zonder die verdomde witte bloedcellen. Gevoelige handen... En voeten... Slijmvliesproblemen in mond en neus... Misselijkheid (maar da's ondertussen al weer veel beter)... Draaierig... Kortom, teveel om op te noemen. Trouwens, door er over te zeuren, geraak ik het ook niet kwijt.
Het pijnlijkst was, toen men me tijdens die chemo veel vocht moest toedienen. Dat is om nierschade te voorkomen. Ik zwol zo erg op dat ik op een dag 5 kg bij kwam. Dat deed zo'n pijn, vooral in de romp. Ik werd zo dik als toen ik zwanger was. Natuurlijk niet op m'n negende maand, maar het was echt van m'n zwangerschap geleden dat ik nog zo'n big big belly had. En nu, doordat ik niet kan eten (aften weetjewel) zit ik al even plots onder m'n gewicht. Ping-Pong. Aan energie had ik het grootste gebrek. Vandaar dat ik maar geen blog meer schreef. Ik kwam er niet toe. En toen... Kwam het digitale net-monster in beeld. Ik ben er zeker van dat je me nu in je fantasie ziet wegebben, kronkelend van ellende en deernis. Ocharme ons miekemot(je). Wel, ja, af en toe moet ik m'n nood wel eens klagen en voel ik me ellendig. Pijn en ik zijn heus geen vrienden. Maar dan komt plots Erna binnen, of Erik en heeft hij daarenboven nog het vreselijk leutige lef om me te plagen. Fantastisch hoe dat werkt. Weg miserie. Weg ellende, want ik wil m'n mannetje staan tegen hem. Ik verdedig m'n standpunt en vergeet op dat moment al de rest. Hmmm... Vergeten... Geen slecht idee... Soms...
Toen de oncologe me vanmiddag bezocht, vertelde ze me dat ik het zwaarste deel van de chemo achter de rug had. Wel, oké, dat zag ik heus wel zitten. Een tijd later moest ik nog eens op de weegschaal en wat bleek? Miekemot weegt bijkanst 5kg meer dan gisteren. M'n buik staat gezwollen, precies of een vel werd opgespannen over een te klein raam en staat scheurensklaar. Wat ik ook zou kunnen omschrijven als 'ik sta op springen.' Letterlijk en figuurlijk. 'k Heb me al beter gevoeld... Pijnloos zou ik dit ook niet bepaald noemen. De nachtverpleegster ziet het wat moedeloos aan. Ik krijg bijna compassie met haar. 'k Ga in op haar voorstel om toch de dr maar op te bellen met de vraag of ik een vochtafdrijver mag krijgen. Ja hoor, ik heb het er voor over om veel naar toilet te moeten lopen, in dit geval. We krijgen groen licht, wat ik als zeer bevredigend ervaar. Ik krijg immers hoe langer hoe meer moeite met bewegingsvrijheid en moet lachen met de dr haar bewering eerder vanmiddag. Ik vind dit deel van de chemo zwaarder. 't Is maar hoe je't bekijkt natuurlijk. Maar ik begrijp natuurlijk wel wat ze, de dr, bedoelde... In elk geval, ga ik gemiddeld elk kwartier naar het toilet. Dat zal me deze nacht wel zoet houden.
Het was rustig vandaag. Erik kwam. Heerlijk! Patricia en René ook. Rustig praten. Niet teveel door mekaar, want dan slaat m'n hoofd zowat op hol. Zij, m'n zus, heeft daar ook wat last van. Niks mis mee. Het gewoon simpel en rustig houden en dan lukt het. Slapen echter, zal komende nacht niet eenvoudig zijn. In dit geval zal ik in het ergste geval morgen 'een houten hamer vragen...' Een leuk verslag over Jorn en Dorien hun huwelijk werd me voorgeschoteld. En ook nu weer, zink ik tijdens het typen stilletjes weg in een welgemaakte roes waaraan ik behoefte heb. Voor alle duidelijkheid, is dit geen verwijzing naar een saaie huwelijksdag of manier van vertellen, maar eerder naar de slaperigheid ten gevolge van de verhoogde dosering van de medicatie. Geen omzwervingen dus. De blog een halte toeroepen om onderuit te gaan, hoewel in graag nog wel één en ander had willen neerpennen. Een halfzngatblogje mag ook... Soms...
'k Gaf het eerder al aan. De afgelopen maand verliep niet echt heel goed, wat pijn betreft. Woensdag bracht ik in zalig gezelschap door. Angel kwam me zoals gewoonlijk halen. Er was echter ook een surpriezeke voorzien. David en Maartje zijn terug uit vakantie en kwamen op bezoek. En, ooo, wat is Walt gegroeid. Baby af, peuter in volle glorie! Zo lief, zo knap, zo schattig, serieus en vrolijk. Gabriel en Noemi waren op chocoladekamp en heb ik niet gezien. Voor mij spijtig, maar ik denk dat zij zich erg goed amuseren. En dat is toch het belangrijkste. Het was echt leuk om nog eens samen te zijn met m'n gezinnetje. Zoals gewoonlijk was ik naderhand heel moe, maar het was het dubbel en dik waard.
Gisteren, donderdag brachten Patricia en René me naar het ziekenhuis voor m'n chemobehandeling. Die kon niet doorgaan. Bloed zit niet goed. Teveel zwelling, te zieke lever en dus vandaar ook die kakpijn. Het komt er op neer dat ik een nieuwe, zwaardere chemo ga krijgen. Elke 3 weken, zal ik een week opgenomen worden voor de chemo. Da's vrij intens. Maar, als m'n levenskwaliteit goed zit, is het 't waard. Ook maar afwachten, hoe het zal zitten met de nevenwerkingen... De pijnstillers werden al snel verhoogd, wat sowieso al voor een belangrijke verbetering garant staat. M'n humeur verbetert al direct. We krijgen wel een heuse veeg uit de pan als de dr ons vertelt hoe ik er met die zieke lever voor sta. Effe verwerken, die info. Momenteel moet ik in het hospitaal blijven tot eind volgende week. Halsoverkoptoestanden... Niet echt ons ding. Net als slecht nieuws verwerken voor iedereen moeilijk is. Ik neem me alleszins voor om te knokken.
Ik schrijf deze blog met de i-pad. Voor mij is het wat onhandiger dan thuis, op de computer. Geen foto's dus, voorlopig. Het is te vermoeiend om mogelijkheden op te zoeken. Ik val haast al typend in slaap. Ophouden is aan de orde. En morgen, meer en ander nieuws ter aanvulling. Hopelijk... We zien wel.
Tomorrowland, Borgermuziekdingesrock, Boechout euh... Sfinckx dus, en wat nog meer. Festivals met hopen. Uitgeregend. Tja, je kiest het weer niet hé. Een hoop festivals dit weekeinde die nattigheid voelden. Eigenlijk had m'n man graag naar Borgerhout gegaan. Toch denk ik, dat, ook met mooi weer, het niet zou zijn gelukt. Hij heeft weer eens gevanallest. Dat zijn momenten dat hij 's morgens nog niet weet wat hij gaat doen, maar wel één en ander in gedachten heeft. Zo'n dag kan helemaal anders uitdraaien dan we zouden durven denken. Hoe lossen we dat op? Als dat al moet opgelost worden dan... Gewoon door niet vooruit te denken. Op gevoel dingen doen of laten. Toegegeven, als je echt wat moet gedaan krijgen binnen een tijdstip, is dit niet echt de meest adequate manier. Maar ik vind wel dat een weekeinde relaxed moet zijn. Als dàt voor hem op die manier kan, dan wordt het zo gedaan.
Zaterdag is niet echt mijn dagje. Op een bepaald ogenblik overweeg ik zelfs om naar het hospitaal te gaan. Ik kan niet overweg met dat opgezwollen gevoel in de buik. Als ik heb geslikt wat toegelaten is, kan ik nog steeds niet goed overweg met de pijn. Maar toch wil ik nog afwachten. Zondag is wat beter. Ik hou me erg rustig en hoef niks tussendoor te slikken. De zon komt in de voormiddag nog groeten. De hangmat wordt opgehangen en ik leg me er als een queen of sheba in te rusten. Als ik die buikspieren maar volledig kan ontspannen, lukt het me aardig om me een stapje hoger in de comfortzone te hijsen. De zon haar bijdrage helpt ook natuurlijk. Ondanks de zon, is mijn gevecht ook een belangrijke reden waarom Erik zich niet volledig kan concentreren op wat hij allemaal op z'n to-do-lijstje heeft staan. Weet ik wel... Eens de zon besluit zich terug te trekken achter een pak grijze regenwolken, zet ik me aan de computer. Er moet werk gemaakt worden van m'n project 'Moeke Bee'. Ik had een reeks foto's gescand, maar niet goed. Dat moest dus over gedaan worden. Tijdrovend. Niet erg. Maar lang aan de computer blijven zitten, lukt me niet goed. Toch speel ik het klaar, om dan terug te vallen in de zetel onder een dekentje om m'n voeten warm te houden. Goed tegen de krampen waar ik ook veel last van heb.
M'n nichtje is ondertussen bevallen van een babymeisje. Fantastisch hé! Bijna 3 weken te vroeg, maar toch een wijs voldragenlijkend kindje. Alles is prima met beiden en ik heb zo'n flauw vermoeden dat het met papa Bert ook goed gaat. Haar mama, mijn zus, weet met haar feestgevoelens geen blijf daarvan ben ik zeker. Zij is nu een brok zenuwen want wil nog vanalles in orde krijgen, zoals oa het vikingbedje dat ze is aan't maken voor kleine Isa. Ik laat haar dus nog maar effe gerust zodat ze ongestoord haar ding kan doen.
'k Weet niet meer of dit de vorige maand ook zo was. Een maand tussen elke chemo is lang om specifieke periodes te onthouden. Dat onthouden op zich gaat vaneigens al veel moeilijker dan vroeger, merk ik. Ik steek al wat niet goed gaat maar op die chemo natuurlijk. Maar soms ben ik echt zo suf als wat en dàt, moet toch echt wel aan die medicatie liggen. Wat ik wel degelijk weet is, dat ik pijn heb. En ook, dat ik me herinner in de vorige chemoperiode ook zo'n pijnaanvallen te hebben gehad. Maar, was dat nu ook die laatste periode voor de nieuwe chemo?
M'n dagje was goed begonnen hoor. Maar ik was alweer enkele dagen aan meer Oxynorm (morfine) toe. Zolang het de spuigaten niet uitloopt, is er niet echt een probleem. Feit is, dat, wanneer ik dit tussendoor inneem, ik wel degelijk pijn heb. En dat op zich wijst op ongemak, da's nogal wiedes. We trokken gisteren naar onze Koekenstad. Lang geleden weeral. We gingen het rustig aan doen. En zo belandden we via de kruidentuin, heerlijk rustig aan Erik's arm, eerst naar de Kampeerder. Ja, het is zover, ik heb me een wandelstok aangeschaft. In de Bourla een koffietje gedronken. Maar toen begonnen de krampen, dus snel een Oxynorm ingenomen, zodat de boel niet helemaal zou door zetten. Kramp, kramp, kra-amp... Dus, blijven zitten tot het een ietwat beter ging. Als je dat op zo' n plaats krijgt, moet ge'r door hé. Thuis ga ik dan neerliggen, in 't stad kan ik moeilijk op straat gaan liggen... Maar ook dat gaat inderdaad wel over na een tijd. Dan via de Huidevetterstraat, effe één en ander in orde brengen in de basestore. En van daar trokken we richting Stadsbibliotheek. De tentoonstelling 'zeven zeeën' wilde ik al een tijdje bekijken. 't Is er van gekomen! We waren wat vroeg, maar zijn dan in de Via Via een kleinigheidje gaan eten, zodat ik m'n middagpillekes kon slikken. 't Is toch wel wat. Maar, oké, het verliep allemaal op z'n best.
Na het zeven zeeënbezoekje, namen we tram 11 huiswaarts en alles verliep vlotjes. Ik was ten einde m'n latijn en heb me in de tuin neergekwakt. In de hangmat, want die hebben we terug geïnstalleerd. Doet zo goed! Voldoende zon om te genieten van warme temperaturen. Maar m'n middenrif is zo onaangenaam gezwollen dat ik me niet goed voel bij elke stap die ik zet. Heb ik misschien teveel gedaan gisteren, of vorige dagen? 't Is vrij moeilijk om er achter te komen. Je kan toch niet continue bezig zijn met het hoe en wat en waarom en hoeveel je doet? Ik denk soms dat het sommige ongemakken waard is, om even niet aan die kanker te denken en je goed te voelen met de dingen die je gewoonweg doet. Als je dus naderhand 'last' hebt, is het dat soms waard. Maar tja... dan moet het wel met mate zijn natuurlijk. De proporties kloppen nu eventjes niet.
Vingertjes zeer bewust aan't verzorgen nu, want gitaarspelen heeft me kloven bezorgd, die redelijk diep zijn en niet genezen. Enkele dagen geen gitaar is mijn straf. 's Avond zalf en een pleister, zodat het goed kan intrekken. Het is ondertussen al weer beter. Dus zo gauw ik me beter voel, kan ik ook weer met die beste vriend op amusement rekenen. Jajaaaa... tralala la liere.
Een vermoeiend weekeinde achter de rug. Echt, heel vermoeiend, maar tegelijkertijd een fantastisch weekeinde. Het begon natuurlijk al met het avondje OpenluchtTheater Rivierenhof. Dat was donderdagavond. Vrijdag, eerst nog medicatie ophalen bij de apotheker. Erik loopt van de ene winkel naar de andere. Ik zelf blijf rustig in m'n coconnetje thuis. Dat moet wel, want Erik zijn tempo is moordend. Ik dacht: Terwijl hij naar de stad is, pak ik op m'n dooie gemakje spulletjes in. Maar ook dat vergt veel meer energie dan ik kan verbruiken. Het pakken vordert dus uiterst langzaam en is lang niet klaar tegen dat Erik thuis komt. Het is al middag geweest en heb ik al wat gegeten om mijn medicamenten in te kunnen nemen. Eens we de baan op zijn, daalt de rust op ons neer. Oef! Ik hou niet van haasten en ander zenuwengedoe...
Hoge Rielen. Bij Kasterlee, Lichtaart, Turhout. Vroeger ben ik er al wel eens geweest met de Kindervreugdkampen. Toen, verbleven we in één van de paviljoenen met een grote groep kinderen. Vroeger was het militair domein. Nu, vooral bos- en heigebied zonder veel omhaal, waar je zelf wat voor je ontspanning instaat. Nee, geen tropische zwembaden of andere effecten toverende voorgeschotelde toestanden. Je Doet Het Zelf Amusement. Men heeft er redelijk recent nog een hostel gezet. Een modern, vooral houten constructie die mooi opgaat in de natuur. Basic maar goed. En, vooral proper. We waren zo nieuwsgierig dat we't absoluut eens wilden uitproberen. Dat doen we nu dus. We huurden een kamer met 4 bedden. Dezelfde prijs als 2. De eerste nacht verbleven we met ons tweetjes. De tweede, mochten Noemi en Gabriel komen slapen. Ik was er heilig van overtuigd dat ze dit wel ferm oké zouden vinden. Kikkerpoelen en bomenklimmen zijn dingen die altijd wel voor amusement zorgen. De krassen op Gabriel zijn benen, nadat ie in inplaats van over een grachtje springt, horen er beslist ook bij.
Het domein is groot. Wandelen ging moeizaam. Te moeizaam. Ik zat er helemaal door, die eerste dag. Het fantastische weer zal wel de schuldige niet geweest zijn. Eerder de moeilijkere grond om te stappen. We besloten dus twee fietsen te huren voor de volgende dag. Eén damesfiets en een bakfiets, waar we de kinderen in zouden kunnen laten zitten. Toen Angel en Loide kwamen, maakten we dus een wandeling op die manier. En òf de kinderen tevreden waren. Ze joelden, gezeten in die bak en Angel had de eer volledig aan zichzelf om door putjes en over bultjes te kwakkelen met zijn sterke voetballersbenen. Ook Loide trok effe van leer met de fiets, terwijl wij in het gras onderuit gingen, babysittend over kleine Aaron. Wat een weertje, wat een vakantiegevoel. Wat een chanse!
Zondagmorgen naar huis. 's Nachts haast geen oog toegedaan. Lag niet aan de kinderen. Die sliepen als roosjes. Ontbijt was ook nog prettig én lekker. Een genot om te zie hoe die twee overeen komen. Noemi zorgt heel erg goed voor haar broertje. Zo ook gisteravond met het douchen. We lieten de badkamer volledig aan hen tweetjes. Nadien leek het meer een zwembad, maar ze waren proper en wij hebben genoten van de onderlinge conversaties tussen hen. Voor hen ging het allemaal veel te snel. Daar wij 's namiddags naar een 65-jarige jubileum moesten, wilde ik thuis nog wat rusten alvorens te vertrekken. Daarom moesten we vroeg vertrekken, de kindjes ten spijt. Ik ben op bed gaan liggen en stante pede in slaap gevallen tot we ons klaar moesten maken. Maar goed dat ik dat deed. Ik had anders echt niet mee gekund naar het feest van Leon & Elza. En nu hou ik het maar best enkele dagen heel rustig, voel ik. Hoewel ik vandaag voor was en plas heb gezorgd, een wenskaartje heb geknutseld en Erik maar weer van de zes naar de negen is gehold, voel ik me goed. Maar nu is m'n pijp uit. Ondertussen dwingt regen me binnen te blijven. Maar oké, dat mooie weekeinde neemt niemand ons nog af!