Alledaagse ontmoetingen met mensen door mijn beroep, gewezen tramchauffeur, nu begeleider op de bus en tram, geven aanleiding tot het schrijven van deze blog.
28-02-2011
grijs, grijzer, grijsssssst
Het grijze weer kruipt in de nu-grijze-mensen. Late wintertijd is het moment bij uitstek volgens mij, voor depressies en -gelukkig maar- ietwat minder erge grijze toestanden. Maar kleur is moeilijk te vinden in de mens, in deze tijd van het jaar. Gemakzuchtig als ik ben, wijt ik het maar aan het weer. Dra, wanneer de lentekriebels echt te voelen zijn, zullen we weer aan eenieder die het horen wil, opgewekt vertellen hoe leuk en stralend er iedereen weer bij loopt.
Maar eerst moeten we ons hier nog doorworstelen. Deze week vallen de zuurpruimen me op. Ik krijg te horen dat ik enkele weken geleden een man van de bus heb 'gesmeten'... Nou, daar wil ik van de man in kwestie zelf, die het me droogjes vertelt tijdens een rit, wel meer over weten. Hij zegt niet wanneer en niet waar, maar beslist, ik heb hem van de bus geduwd. Het is hem alleszins gelukt me versteld te laten staan voor een moment. Ik merk dat hij 'iets' gebruikt heeft, maar wil me er niet verder in verdiepen. Ach, hij kan maar best tegen mij tekeer gaan. Gelukkig laat hij anderen gerust. En, ook niet onbelangrijk, ik krijg geen scheldnamen naar m'n hoofd. Hij zou door die toestand eerder, een zak met 40 nieuwe cd's op de bus hebben moeten achterlaten. En die is hij nu kwijt, hoe moet hij daar nu terug aan geraken...? Enz... enz... Hij is ook gemakzuchtig merk ik, want ik draag van dit alles de schuld naar zijn mening. (...en mijn naam is Haas...) 'k Word 'm toch beu, want ik heb nog wel wat anders te doen dan een verdediging stand te houden tegen blaaskakerij. Ik geef hem nog kordaat de raad mee, dat, als hij van de bus stapt, maar beter zijn gerief kan meenemen. En dat, als hij wat achter laat, altijd contact kan opnemen met De Lijn en vragen naar de dienst 'verloren voorwerpen'. Verder gun ik hem geen grijze pleziertjes meer. Punt uit!
Tijdens een andere dienst staart een vrouw me aan. Pokerface. Ik knik. Pokerface, of nog wat zuurder als 't effe kan... Wat later staat ze klaar om af te stappen. Een dame met buggy wil op de bus, maar zij blijft in de deuropening staan. Net wanneer ik ernaartoe wil gaan, geraakt de dame met buggy op de bus. Daarna stapt de zuurpruim af, kijkt links en rechts en stapt weer op. Ik denk dat ze niet weet waarheen, dus blijf ik haar aankijken om eventueel oogcontact te krijgen. Dat lukt, maar ze werpt me een blik toe die ik best onaangenaam mag heten. Om die sfeer te breken, vraag ik haar of alles oké is... of ze misschien niet weet waar ze juist moet afstappen... of ik haar misschien kan helpen...? En, o jee... Ze reageert zeer verontwaardigd. Hoe haal ik het in m'n hoofd dat zij niet zou weten waar af te stappen, wie denk ik wel dat ik ben, ik hoef me helemaal niet te moeien. Voilà... 'wat is het leven schoon', denk ik... 'k Antwoord dan maar dat ik 'maar' een vraag stelde en het 'maar' goed bedoelde hoor. Een reactie komt niet meer.
Koude oorlogtoestanden op tram en bus, gebeuren natuurlijk regelmatig. Niettegenstaande is het echt niet moeilijk om wat je ook zeggen wil, op een vriendelijkere manier te uiten. Op weg naar huis, in de tram merk ik: Een man zet zich naast een vrouw, die haar tas naast zich op de bank heeft staan. Haar arm ligt er op. Hij zet zich te dicht tegen haar aan en ze reclameert. De man roept haar toe: 'Ja zeg, madam, doe dan in godsnaam die tas hier weg hé!' Zij knalt hem als antwoord: 'Jamaar, zie dan toch, dà kàn ni!!!' Hij kijkt en knikt haar dan wat ongemakkelijk toe. Het blijkt, dat ze met haar arm in het verband zit en haar schouder erg pijnlijk is... Domme toestanden die zo makkelijk te voorkomen zijn, gewoon door met mekaar te Praten... De sfeer tussen de twee blijft, zo lang ze op de tram zitten, ijskoud.
Maar, geloof het of niet... ik, heb toch een binnenpretje...
Op weg naar werk en naar huis, draag ik m'n eigen jas om een beetje incognito te zijn. Ik ondervind meermaals dat nogal wat mensen me herkennen. Men groet me dan en 't eerste dat wordt gevraagd: 'Niet aan't werk, want, niet in uniform?' Zo zie je maar... 'k Heb zo blijkbaar 'n heel klein eigen wereldje gecreëerd, dankzij m'n job. Een wereldje waarin respect naar mekaar toe normaal is -zoals ook echt normaal is, natuurlijk- en waar mensen dat maar al te graag tonen. 't Is altijd wel plezierig ermee te worden geconfronteerd.
Als er zich iets voordoet, op zo'n moment hou ik me liefst zolang het tolerabel is, buiten de situatie. Soms, kan het niet anders en moet ik me moeien, gewoonweg om het de chauffeur wat makkelijker te maken. 't Is niet altijd evident te discusiëren en ondertussen je weg verantwoord te banen in het stadsverkeer.
Een dame stapt in een lagevloerstram. De chauffeur vertrekt zachtjes en ze teent naar voor om een ticket te kopen. Ze heeft enkel groot geld bij en de chauffeur kan niet weergeven. Ik zit vooraan en volg het geheel. De chauffeur vriendelijk, zij ook, maar met het probleem dat ze niet kan betalen, daar ze niet genoeg klein geld heeft. In zo'n hermelijn (lagevloerstram dus...) is het niet makkelijk een gesprek te voeren terwijl je rijdt. De chauffeurscabine staat niet toe de klank goed te sturen wanneer je niet naar de pasagier (achteruit dus) kijkt. Dàt..., achteruit kijken dus, is dan weer ten volste af te raden natuurlijk. Daarom neem ik het effe over. Ook al draag ik m'n uniformjas niet. Da's wellicht de reden waarom de vrouw me raar aankijkt. Maar ze heeft snel door dat ik haar wil helpen. Het allergrootste probleem is echter dat ze geen woord Nederlands praat. Zij, praat Russisch. English...? Njet. Français...? Njet. Español...? Njet. Een 'Da' wil maar niet komen, ze praat dus enkel haar moedertaal. Ik wil haar laten begrijpen dat ze met de gsm ook een ticket kan bestellen. Gelukkig is het woordje, nou, de afkorting dan 'gsm' algemeen bekend. Zover zijn we dus... Ik geef de moed niet op, want heb infotickets, bij de hand. Ik geef haar eentje, maar ook dat begrijpt ze niet goed. Volhouder als ik ben, doe ik haar met hand en tand voor hoe ze een ticket kan bestellen. En na enkele moeizame yes, no, ja's en nee's... lukt het dan toch. Het infoticketje houdt de dame en tevreden gaat ze zitten.
Ondertussen ben ik halverwege de weg naar huis. Stel je voor dat de chauffeur zo lang had moeten blijven stil staan om haar deze uitleg te geven...
Ik bevind me aan de middendeur in de bus. Er stapt nogal wat volk op en op den duur staat men een ietsje 'meer' dan 'min' op mekaar gedrumd. De verwarming in het voertuig staat op en het wordt me een beetje onaangenaam. Een klein tekort aan frisse lucht doet m'n hart wat harder kloppen, ik krijg nog net geen zwarte vlekken voor m'n ogen en ik ben me ervan bewust dat ik niet meer zo vriendelijk kijk als ik wel zou willen wanneer ik m'n job doe. Daarenboven ruik ik een geurtje dat me ergert in redelijke mate. 'Tanden bijten' geef ik mezelf als oppepper. Maar, dit hou ik niet echt vol. Ik voel het in me opwellen. Het gaat niet lang meer duren voor ik m'n zelfbeheersing zal verliezen, vermoed ik, mezelf kennende. Als dat gebeurt, zal ik mogelijk een por geven aan diegene die weer eens tegen me aandrukt. En dàt... is natuurlijk niet goed. Maar die geur, die ontbrekende lucht...
Gelukkig bezit ik ook nog een portie zelfredzaamheid, wat zeer goed van pas komt op zulke momenten. We stoppen aan een halte en daar ik aan de deur sta, stap ik uit. Terwijl andere passagiers uitstappen, begeef ik me naar de voorste deur en stap weer op. Ik blijf vooraan staan en zeg verontschuldigend tegen de chauffeur: 'Kan het kwaad als ik even hier blijf staan? Het gaat me namelijk niet af, daar aan de middendeur. Hier is tenminste frisse lucht.' M'n collega-chauffeur vraagt of het te warm is op de bus. Ik beaam, maar voeg er aan toe dat een onfris lichaamsgeurtje als toemaatje, me tot deze beslissing bracht. Hij giert het uit van 't lachen en zegt dat ik maar beter even vooraan blijf. Ach, van hier kan ik ook best heel wat in 't oog houden. Maar m'n humeur, m'n longen en m'n glimlach werken alweer terug zoals het hoort.
Dit doet de chauffeur haast nostalgisch wederkeren naar annekdotes over stank- en viezighedenpraktijken op de bus. Hij vertelt het ene na het andere geval. Ik... ga het hier niet allemaal neerschrijven, maar wat ben ik blij dat ik toch weer die frisse lucht ter beschikking heb!
Ik ben annemie
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is tramchauffeur/begeleider De Lijn Antwerpen.
Ik ben geboren op 16/07/1958 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek: wat gitaar betokkelen - lezen - leven!!!.