Alledaagse ontmoetingen met mensen door mijn beroep, gewezen tramchauffeur, nu begeleider op de bus en tram, geven aanleiding tot het schrijven van deze blog.
27-06-2013
binken
Er is wel wat volk in de bus. Niet op mekaar gepropt, gelukkig. Een man, gekleed in een versleten, niet al te propere broek en een camouflagevest komt op de bus. Z'n gezicht is gehavend. Neus, kin, een deel van een wang, naast en boven een oog zitten heel wat schaafwonden. Z'n arm in een draagverband. Kortom, hij ziet er niet uit. Hij heeft in z'n vrije hand een tas, waarin oa een autogril van een audi zit. Zoals ik bij anderen doe, wens ik hem een goeie morgen. Hij antwoordt, net als velen. Hij zet de tas neer, en begint nogal kramikkelijk z'n zakken af te tasten. In m'n binnenste hoop ik dat hij z'n evenwicht niet zal verliezen, wanneer de chauffeur stilletjes aanzet om te vertrekken. De man vindt z'n abonnement, toont het en... blijft vooraan staan. Hij vertelt waarom hij een abonnement heeft aangeschaft. En aansluitend vertelt hij dat hij van het ziekenhuis komt. Hij heeft klop gehad, tijdens z'n werk. Hij werkt bij een securitybedrijf. Ik stel me vragen bij z'n oprechtheid, maar och, verder maak ik er geen punt van. Ik knik of beaam af en toe. Ik overweeg: 'k Kan hem nu echt niet zeggen dat hij beter doorschuift. Hij kan zich tijdens het rijden immers niet vasthouden. 't Zou niet veilig zijn. Ik laat hem dus en verwacht dat hij seffes wel zal moeten doorschuiven als er nog mensen instappen. En hij... hij blijft het maar uitleggen. De audigril vond hij tussen vuilnis en zal hij oppoetsen. Hij vertelt hoe, waar wanneer en waarom. Een hele historie wordt me ingelepeld, gekruid met details en fantasietjes waarvan ik niet weet uit welke boekskes hij het allemaal haalt. De volgende halte komt er aan en net zoals ik vermoed, schuift hij onder passagiersdwang verder de bus in. Instappende reizigers kunnen anders niet op de bus. De chauffeur werpt me een 'ons-kent-ons'-blik toe. Verstandhouding. Ik zeg niks, maar lach hem toe. Het hoeft niet té dikwijls, maar af en toe zo iemand op één van onze voertuigen, zorgt toch écht wel voor de nodige ontspanning tijdens het werk.
Een ruige bink heeft plaats genomen halverwege de bus. Hij blijft staan, daar waar de meeste ruimte voorzien is. Een moeder stapt in met haar vierjarig dochtertje. Mama kent iemand en zet zich bij het gezelschap om een praatje te slaan. Het kleintje zet zich op zo'n klapstoeltje, dichtbij de ruige bink. Mama kijkt er niet meer naar om. Kindjelief vindt dat klapstoeltje een leuk ding. Ze staat verschillende malen op en laat het toe klikken, om het dan weer open te zetten. Terug zitten is niet vanzelfsprekend, daarvoor moet ze wat moeite ondernemen. Ruige bink helpt haar. Het meisje tatert ondertussen zonder ophouden tegen de man. Heel koddig. Ruige bink z'n ruwe bolster valt weg. Hij is heel lief tegen het kleintje. Mama kijkt af en toe op, als haar dochtertjes' stemmetje wat te fel klinkt en dan snauwt ze het kind toe dat ze WafWafBraaf moet zijn. Verder onderneemt 'ons Ma' niks, wat dacht je... Dit herhaalt zich enkele malen. Ruige bink blijft met het meisje bezig, zoals mama het zou moeten doen. Wanneer hij uit de bus stapt, herpakt hij zich. Houding wordt aangepast, sigaret aangestoken, broek goed getrokken forsballen opgespannen.
Eens verwijderd van het zeemzoete kleine meisjes gehalte, zal de harde beschermlaag hem terug een veilig gevoel geven in onze weergaloos nietsontziende wereld.
Afgelopen nacht was het midzomer. Helemaal niet het midden van de zomer, maar het begin ervan. De kortste nacht -in lichturen- van het jaar. Was het daarom? Geen idee. Maar er dwaalden nogal wat doorzakkers rond in de stad. Mooi opgetutte mensen, maar ook de minder apetijtelijke tiepetjes. Er werd gedut op tram en bus. Misschien kan De Lijn een rijdende hoteldienst ter beschikking stellen voor zulke weekeindes... Problemen heb ik niet gehad. Mijne slaper ontwaakte mooi tijdig en stapte lichtjes verdwaasd uit de bus, maar hij was een rustige kerel. Van enkele collega controleurs hoorde ik sterkere verhalen. Op een gegeven moment had ik een bus halfvol oosteuropeanen. Allemaal even braaf, want zij waren niet op zwier geweest. Zij gingen werken in den bouw. Op zaterdag, voor het ocmw als ik het goed voor heb. Verder weiger ik daar dieper op in te gaan. Ik kan immers veel veronderstellen (clicheetjes weetjewel).
M'n prestatiedagje verloopt zeer rustig. Daarom neem ik toch nog even een kijkje in de metro onder het Astridplein. Men gaat daar nieuwe perrons aanleggen voor de nieuwe sneltram die daar zal rijden. M'n collega's geven me uitleg als volleerde gidsen. En ik... val oriëntatieloos in een groot gat, bij wijze van spreken. Snel weer naar boven, want 'k heb het gevoel dat ik hier niet thuis hoor.
Tijdens de rit huiswaarts, helpt onze trambestuurster een collega die z'n wissel gemist heeft. Hij krijgt de tram (pcc) niet in achteruit. Tussen de auto's op het grote verkeerspunt aan de Leien, lukt het hen samen dan toch die tram weer helemaal aan de overkant te krijgen. Zeer collegiaal staaltje hoor!!! Een moeder zet haar dochtertje naast me op de zetel. Het kind lijkt me 6jaar. Ze heeft afrikaanse roots. Het haar prachtig ingevlochten. Eerst kijkt ze wat argwanend naar die mevrouw naast zich, maar wanneer ik enkele vredelievende grimassen toon, valt een grens weg. Ik begin een gesprekje met het kindje. Helemaal niet verlegen vertelt ze me dingen en stelt ook zij vragen, waarop ik dan weer antwoord. Haar moeder vindt het leuk en vertelt me zo fier als een gieter dat haar dochtertje nog vier moet worden. Nou moe... Mama doet erg haar best om haar zinnen goed te formuleren. De rit vlot natuurlijk snel zo. Net voor ik zal uitstappen, zwaait het kleine meisje me nog uit.
Goeie morgen! 8u. Ochtendstond heeft goud in de mond. Mag men dat nog zeggen om 8u, of is het dan al te laat? Ik wil m'n blogje schrijven en de radio staat op. Studio Brussel. Niet slecht hé. Het nieuws gaat over onrusten in Brazilië, over de hevige regenval her en der in het land, waardoor ellenlange files en... spijtig genoeg (het zou niet mogen, maar het is een feit) de daarbij horende ongevallen. Een voetganger onder een trein. Vreselijk. Hoewel dit niet door de regen komt, ('k was er wel niet bij, maar aan een overweg staan toch seinen) maar door onvoorzichtigheid. Men kondigt ook aan dat tram 7 en 15 niet tot hun eindhalte kunnen rijden, door stroompanne. Pendelbussen worden voorzien of men kan ook lijn zoveel nemen. Prachtig, deze informatie zo duidelijk op de radio te horen. Studio Brussel is geen regionale zender, vandaar dat dit me verrast. Da's nog es informeren met formaat zie.
Maar wat ik eigenlijk wilde schrijven... Gisteren, nam ik de tram. 'k Was in burger. Er staat een man aan de halte. Een late twintiger ofzo. Ik groet hem omdat hij naast de infoborden met uurregeling staat. Vriendelijke kerel, zo lijkt me, hij knikt terug. Een minuutje later spreekt hij me aan. Engels. 'k Kan't niet helpen, 'k geniet er toch altijd wat van om te keuvelen in een andere taal, hoewel ik een serieuze voorstander ben voor het beheersen van het Nederlands in het antwerpse. Hij stelt me vragen over de trams die hier rijden. Geen probleem natuurlijk, die geef ik hem gratis en voorniks mét een glimlach, een knipoog en een groet. Hij is een aangename prater. Er volgt een leuke conversatie. Blijkt dat hij hier bij familie verblijft voor twee maanden, onze stad helemaal niet kent. Hij is canadees. Ik verander plots in een soort gids en geef maar al te graag tips over wat "One Must Do And See Downtown". Hij vraagt of ik hem eens zou willen rondleiden? Tot m'n verbazing hoor ik mezelf nog 'ja' antwoorden ook... Dohhh... waar laat ik me nu mee in? ...denk ik bij mezelf. Ik laat me blijkbaar meesleuren in het vloeiende van deze conversatie. Hij vraagt en krijgt zelfs m'n e-mailadres om eventueel af te spreken. Wanneer we wat later elk onze eigen weg voortzetten, denk ik nog dat ik wel de naïeve toer opga op deze manier. Maar ach, er zijn geen potten gebroken hé. Toch sta ik wat versteld van mezelf. Als zoete troost bedenk ik me dat ik wellicht nooit verder contact met die kerel zal hebben. Die zal toch niet met iemand die een generatie ouder is de stad willen gaan ontdekken...? Neuhhhh... beslist niet.
Natuurlijk vertel ik het prettige voorval aan m'n ega, wat later op de dag. Hij vindt het grappig. En wanneer ik 's avonds m'n e-mails nakijk, kreeg ik al een voorstel.
Een rustige ochtend verloopt vredig op m'n bus. Ochtendgroetjes worden beantwoord en zorgen voor af en toe een kleine glimlach, voor eventjes. Da's voldoende, meer moet dat niet zijn. De nog niet talrijke kinderwagens worden mooi opzij neergezet, zodat iedereen voorbij kan schuifelen op zoek naar een zitplaats. De chauffeur, een jonge, rustige kerel brengt ons op een aangename manier door de stad. Kortom, ik beleef vandaag het openbaar vervoer zoals het spijtig genoeg niet altijd kan zijn.
'k Heb na het uitstappen van de bus nog ietwat tijd over. Niet voldoende om nog een bus te nemen, maar een klein ritje met de tram, kan nog wel. Ik ga dus naar het perron. Er nadert een tiepetje. Bwaaa... zo rond de 40, vermoed ik. Hond aan de leiband. Leren vest. Leren klak. Oorbellen. En tattoo's waarvan ik den tattooïst absoluut geen kunstenaar kan noemen. Oké... smaken verschillen hé... O, ja, ruige baard en toch wel onverzorgd uiterlijk enzovoort. Hoe dichter hij komt, hoe meer ik voel dat er een conversatie zal volgen. En ja hoor, te beginnen met het weer. Ik antwoord zo kort mogelijk als de beleefdheid me toestaat. Ik merk immers direct dat ik me anders maar moeilijk zal kunnen losmaken van deze man. Hij kroelt verbaal en fladdert zowat om me heen. Best wel leutig. Maar zoals ik nu wel duidelijk weet, afstand houden is belangrijk. Niet echt op ingaan dus.
Er komt een tram, een hermelijn. Ik stap vooraan in, de man neemt een deur verder, fijntjes zoals het hoort. Ik groet de chauffeur, kijk of alles in orde is en wandel rustig naar achter. Daar waar de eerder beschreven man zich heeft gezet, heerst een sfeertje vol gewemel. Een vrouw trekt aan m'n mouw en wil een uitleg beginnen, maar net op dat moment merk ik dat de hond naast de man op de zetel staat. Ik onderbreek haar daarom en wend me tot het tiepetje om hem vriendelijk te verzoeken blablabla om die en die reden. Hij neemt de hond van de zetel en zegt dat hij die nog maar van gisteren heeft. Ik antwoord dat 't hondje dus nog veel te leren heeft. Uiteraard doe ik dat glimlachend, versmachtend wellicht (...) Hij antwoordt daarop vlotjes dat ook hijzelf nog veel te leren heeft. Hehe... een leuk toontje is gezet. En op zo'n moment ben ik blij dat ik eerder toch met hem een pieteleuterig onbeduidend gesprekje aanging, want 't zou wel eens kunnen dat toen de toon werd gezet.
Ik begin vandaag om 7u. Als ik om 6.05u vertrek thuis, moet ik me helemaal niet haasten om m'n tram richting werk te halen. Lang moet ik niet wachten. Ik neem gewoon het eerste voertuig dat langs komt, richting Berchem station. Daar kan ik met verschillende lijnen op het werk geraken. M'n voorkeur blijft uitgaan naar lijn 11. Maar, moest er wat loos zijn, kan ik nog lijn 9, 32,20 en 21 nemen. Keuze te over dus. Ik wacht. Er komt helemaal niks. Raar hoor. Ik krijg zin om naar dispatching te bellen voor informatie, maar laat het. Wanneer eindelijk, zo'n klein kwartierke voor ik op het werk moet zijn, bus 20 arriveert, ben ik overgelukkig en ik laat dit de chauffeur weten, bij wijze van ochtendgroet. Tijdens de rit valt me de zon op. Een grote prachtige ronde rode bol, fleurt en kleurt laag boven de heinder... nu ja, oké dan, ...boven de huizen. Er is ook de spanning, of ik wel tijdig op kantoor zal geraken. 'k Heb een grondige hekel aan te laat komen. Maar de zon maakt veel goed. Ik kik er heus van op. Hoewel... ik toch even twijfel, want... de zon die op deze wijze opkomt op dit uur??? Toen ik thuis vertrok, was er al volop daglicht. Iets... klopt niet helemaal. Maar, ik sta er verder niet bij stil en ben blij wanneer we aan de Roosveltplaats arriveren. Ik heb nog een dikke 10 minuten tijd om niet te laat te komen. Lopen doe ik niet, echt niet. M'n fysiek laat het niet toe. Maar treuzelen doe ik nou ook niet bepaald. Eens op kantoor, tik ik in. Ik lees het uur. 5.58u. Huhhh...? 5.58u??? ... Dedjuu toch...! Ben ik toch wel een uur te vroeg zeker. Nu valt mijne nikkel natuurlijk. Alles valt op z'n plaats hé. Daarom kwamen er nog geen trams. Daarom hing de zon nog zo laag. Pffff... 'k heb toch maar van de pracht kunnen genieten. Jaaahhh... daarom... Ik heb me gewoon miskeken. Ik moet blijkbaar terug wennen aan vroeg uit de veren en uit werken gaan. Dump, dumper...
Ik besluit om geen uur met m'n duimen te gaan draaien. Het ligt me niet. Wanneer je dit overkomt als chauffeur heb je geen keuze, omdat je je dienst moet doen natuurlijk. Maar ik kan evengoed al de straat op. Dan stop ik maar een uurke vroeger. Dat komt wel in orde als ik dat meld aan m'n bazen.
Uiteindelijk is het nog zo slecht niet dat ik wat vroeger op de bus zit. Er lopen nogal wat dronkaards rond. Tja, warmer weer, de rode duivels hebben gisteren hun match gewonnen en 't is weekeinde. Allemaal goede redenen voor sommigen om flink door te zakken. Last hebben we niet met de dronkebroers en -zussen, maar toezicht mag er best wezen. Onderuit op de zetels met de voetjes omhoog, broodjes en drank en... heel wat gelulllll en gebralllll. Maar iedereen geraakt waar ie zijn moet en er valt geen kwaad woord wanneer ik hen lief terecht wijs.
Eens de stad goed en wel wakker wordt, hou ik ermee op en mag naar huis...
Het mevrouwtje stapt op. Traag maar het lukt haar toch op deze lagevloertram. Ze zet zich naast een duidelijk gepensioneerde man. Ze groet hem en onderhoudt hem met kleine weetjes, vraagjes waarop ze het antwoord al kent en andere deugdelijkheidjes. Zoiets beluister ik altijd graag. Hoewel er niks interessants wordt verteld, hou ik van de toontjes en houdingkjes die erbij gaan. Het is nu niet anders. Eerst is de man wat verwonderd, maar al gauw smelt hij voor het dametje en zijn ze in een gesprek gewikkeld. Koetjes en kalfjes, nietwaar...
We stoppen aan een halte en het vrouwtje wil ook afstappen. Alleen... lukt het haar niet zo goed om recht te komen. Wanneer ze eindelijk aan de deur is, gaat ze nog effe tekeer als een zacht lammetje om de chauffeur te alarmeren. Die kan het niet horen. Ze bevindt zich immers aan de laatste deur in zo'n ellenlang voertuig. Een andere man, brult luidkeels naar de chauffeur. Daarvan zal die beslist wel iets gehoord hebben, maar reactie komt er niet. Begrijpelijk. Ondertussen zijn we alweer aan 't rijden. De volgende halte moet ik er uit. Mevrouwtje is alweer gaan zitten. De man naast haar, verwittigt dat ze zich maar best klaar zet voor de deur, want anders heeft ze weer 'VanJan'. Ik ga naar de deur en zeg haar dat ik wel zal helpen. Ze kan aan de overzijde een tram terug nemen voor één halte. Ze is immers slecht te been (maar zonder wandelstok). Nog iemand anders verklaart zich ook paraat voor assistentie. Wat zijn we toch allemaal goei zielen ondereen.
Ondertussen sakkert het vrouwtje geschrokken door zo'n enorme brutaliteit van de chauffeur. Ik probeer te sussen. We zijn achteraan in een erg lang voertuig, daarom heeft ie je niet gehoord. En hij zag niemand meer uitstappen, dus dacht ie wellicht dat ie verder kon. Niks van aan! Hij MOET dat zien, ook in een lange tram! ...gaat ze op vriendelijke toon verder. Haar woorden onverbiddelijk, haar toon gemoedelijk lief. Hij MOET ALLES ZIEN. Ik probeer nog: Je hebt gelijk. Een chauffeur moet alles zien. Maar... dat lukt niet altijd. Tot m'n verbazing zijn enkelen in m'n nabijheid het eens en laten het horen, precies of we zitten in het engelse hogerhuis. Je kent dat wel: 'Hear hear'. Dàt is nu niet bepaald wat ze zeggen, maar het toontje is net hetzelfde. Het dametje knikt ook begrijpend. ...oeffffff... weer een oorlog voorkomen...
We helpen haar uit de tram. Ik vraag of ze hulp nodig heeft bij het oversteken van de straat. Niet nodig. Gelukkig stopt een lieve automobilist direct als hij haar ziet. Zij wuift hem bedankend en gaat haar volgende slag tegemoet...
Ik besluit één van die nieuwe lijnen te nemen. Eigenlijk is het nieuwe er al wel af, maar daar ik er tot hiertoe nog geen gebruik van maakte, lijkt het mij nog nieuw. Echte gebruikers kennen de boel al goed. Ik heb niks opgezocht op de DeLijn-pagina op het web en twijfel plots. Net op dat moment komt een bus aangereden. Ik pols dus bij de chauffeur: "Goeimiddag, rij je langs..." en ik twijfel een fractie van een seconde aan de straatnaam. Heel eventjes val ik dus stil. De chauffeur, heel allert is er direct bij met: "Ik? Ik rij nu direct terug naar achter." Pokerface. Net op dat moment wil ik dus de staatnaam zeggen, maar val uiteraard weer stil. Dit antwoord had ik echt niet zien aankomen. Lachwekkend. Dat is dus wat ik doe. Lachen. In deze goddelijke toestand vraag ik of deze lijn langs de huppeldepupstraat rijdt. Chauffeur gaat verder: "O, langs daar? Ja hoor, geen probleem! Ik dacht dat je zoals velen, ging vragen of ik rechtdoor rij..." Waarop ik dan weer: " Tja, dat had natuurlijk ook gekund. Je staat voor een rood licht en had hier toch rechts kunnen afslaan bijvoorbeeld..." Ze verontschuldigt zich voor het misverstand, maar zegt dat ze'r op deze wijze een beetje de vrolijkheid in wil houden. Daar kan ik niks op tegen hebben natuurlijk. We lachen nog wat, wanneer ik vertel dat ik een collega ben en dus maar al te best begrijp wat ze bedoelt. Elke chauffeur kan zo z'n verhalen over toestanden vertellen. De sfeer zit duidelijk goed. Hopelijk blijft deze dame zo. Je dagje moet je immers zelf maken hé.
Er zit een meneer met een druppel aan z'n neus op de bus. Wanneer ik zoiets zie, blijft het m'n aandacht trekken. Wat heb ik zin om hem een zakdoekje aan te reiken. Maar ik durf niet goed. Stel dat hij me dit kwalijk neemt... Zo van: Waddist? Vindt ge't grappig om me voor al die mensen voor aap te zetten misschien? Ik besluit om de druppel (jakkes, vies) te laten waar ie zit. Voelt ie dat dan niet? Gelukkig stapt hij nogal snel van de bus. Hij mag natuurlijk rijden zoveel en zover hij maar wil, maar liefst met een proper neuzeke. Toch, voel ik me meer ontspannen wanneer ik deze wateroverlast niet meer hoef te zien. Eens afgestapt, merk ik dat hij een zakdoek neemt. Wel, godsamme...
Blij dat ik weer aan de slag ben, geniet ik van m'n chanse, het ondertussen mooie weer én, geloof het of niet, zowat alles wat maar positief kan zijn. Me er zeer sterk van bewust zijnde, dat elke negatieve vibe, energiever- zoniet -misbruik is. 'k Heb altijd al wel die ingesteldheid gehad, maar nu toch nog net dàt ietske meer. Een fout gemaakt? Dat overkomt beslist iedereen wel een keer. Als je'r uit leert, is 't de fout waard. Met linkerbeen uit bed gestapt? Daar gaan we toch niet over zeveren zeker, morgen komt een nieuwe dag. Enfin... momenteel gaan 'ze' toch met iets straf moeten afkomen, om me uit die bel te halen, geloof me.
Met haar liefste snoetje "groet annemie 's morgens de dingen". Mensen. 't Is lang geleden dat ik zoveel mensen op één dag een goeie morgen toewenste. Een mens wordt er gedorie zelf vrolijk van. Ik vraag me af of mijn collega's het afgelopen jaar de passagiers hebben gebrainwashed. Het woord 'doorschuiven' heb ik niet één keer moeten gebruiken. Integendeel, ik hoor een begeleidende moeder het woord gebruiken tegen haar kinderen op weg naar school. Aan de eindhalte blijft de bus nog zowat halfvol jongeren. 12 à 13-jarigen. Ze blijven rustig, daar niet van. Maar ik stel toch de vraag waarom ze in de bus blijven. Het is volgens een jongen nog te vroeg. De schoolpoort is nog niet open. Ik vraag om hoeveel uur de lessen aanvangen en weet door het antwoord dat ze naar een stadsschool gaan. Ze zijn rustig. Wanneer we naderhand terug langs de school komen, staat er veel volk voor de poort. Wat gaan die poorten toch laat open. De jeugd stapt uit. Het is er een enorme drukte. De ochtendspits loopt behoorlijk rustig. Een beetje file, maar lang niet zo erg dat we noemenswaardige vertraging oplopen. Bij gevolg is iedereen in z'n sas.
Sommigen groeten me: Gohhh... da's lang geleden dat ik je zag. Ik beaam, maar geef verder geen uitleg. En tegen dat ik het goed besef is m'n dagje alweer om.
Ik ben annemie
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is tramchauffeur/begeleider De Lijn Antwerpen.
Ik ben geboren op 16/07/1958 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek: wat gitaar betokkelen - lezen - leven!!!.