Alledaagse ontmoetingen met mensen door mijn beroep, gewezen tramchauffeur, nu begeleider op de bus en tram, geven aanleiding tot het schrijven van deze blog.
30-05-2008
leve de kermis!
Zo lang de Sinksenfoor duurt, zo lang worden we op vooral die lijnen ingezet, die in de omgeving daarvan komen. Dat zijn dan -voor de kenners- lijnen 23, 30 en 34. Tramlijnen doen wij niet, die worden voorbehouden voor de stadswachters.
Vooral tijdens de weekends of woensdagnamiddagen, is het nodig dat er ook een begeleider aanwezig is. Wij, begeleiders, zijn met te weinig, maar we doen wat we kunnen.
Eigenlijk is het echt wel plezierig mensen te vervoeren naar iets dat voor hen, leuke verwachtingen schept, of terug, van waar ze plezier hebben beleefd. Vooral kinderen zijn bij het heen rijden overenthousiast en gedragen zich daar dan ook naar. Opgewonden over wat komt, zijn ze zenuwachtig. Het valt meermaals voor dat ze nog niet dikwijls met de bus hebben gereden en geven over de kleinste détails opmerkingen. Da's heel amusant om aan te horen.
Volwassenen, kunnen ook leutig uitgelaten zijn, als ze in groep zich gaan amuseren. De grappen worden door de bus geslingerd. Sommige heel grappig, sommige van minder kwaliteit of zelfs wansmakelijk. Maar ach, zolang er niemand last van heeft...
Pubers zijn al volop aan't fantaseren over de mogelijkheden van de verschillende attracties. Vooral, wat ze wél durven, het andere, vertellen ze niet aan hun vrienden om gezichtsverlies of erger nog, imagoverlies te mijden. Stoer zitten ze, liefst achteraan in de bus, zonder het te beseffen, veel te luid hun aankondigingen te maken over hun te verwachten kermispret. Het geld dat ze gaan besteden, mag ook geweten zijn. Dàt vooral... is heel stoer...
Op een onverwacht ogenblik komt een jongen naast me staan. Heel dicht. Hij is een vijftiental jaar schat ik. Net als ik hem verwonderd aankijk en hem wil vragen wat er aan de hand is, concludeert hij dat ik kleine voetjes heb. 'k Moet toegeven dat ie me zitten heeft. Even heeft hij me de mond gesnoerd. En dan, flitst het door me heen... Ikke? Kleine voeten? Da's ook de eerste keer dat iemand me dàt zegt. Ik heb helemaal geen kleine voeten. Nog net op tijd, denk ik er aan, dat ie maar een jeugdig pretmakertje is... Heel ernstig kijkend, vergelijk ik mijn 'voetje' met zijn 'overzetboot' die hij naast de mijne heeft geplant. Hmmmm... Hij heeft nog gelijk ook. Vergeleken met zijn lichaamsdragende ledematen, heb ik er maar kleine. 'k Kijk hem nog eens aan. Hij is een halve kop groter dan ik, en ik ben niet bepaald een kleintje hoor, al schrijf ik het zelf. Ik concludeer hem goedlachend aankijkend, dat hij waarschijnlijk wel goed eet...
Niet groter dan 1m65 is hij. Naargelang gebouwd... Een frèle manneke, oud, verschrompeld tot en met. De kunstenaar zal van hem houden, zijn rimpels koesteren en geen fantasie nodig hebben om wind door de vele spierwitte haren op zijn hoofd te zien spelen.
Z'n persoonlijkheid trekt aandacht, als vliegen naar een pot str... oop. Hij draagt een imperméable, 'ook wat ongewoon bij zo'n klein ouwemanmensje,' zegt m'n oog, waarnaar ik vanzelfsprekend luister.
Ik hoor nog meer. Ik hoor hem praten met de 'driver'. Platter aantwaarps kan ik zeker niet, maar da's eigenlijk geen referentie. Het dialect zit hem ingeburgerd tot in z'n nieren. Hij is zeker en vast de enige, echte 'De Sinjoor'.
Hij gaat door z'n knieën, enkele malen na mekaar. Dan maakt hij enkele sprongetjes, terwijl hij olijk luid articulerend bevestigt, dat ie 86 is. Hij weet alles, zo hoor ik. Hij vertelt over politiek. 'k Wijd er niet over uit, want hij is Antwerpenaar, je-weet-wel-weet-ik-bedoel. Zo niet, is het niet van 'belang'... Hij weet het wat en hoe over de jeugd, hij weet alles over auto's, over winkels, over de bussen... Enfin, ik luister maar met een half oor, want ik weet dat hij 'het' weet... alles dus...
Toch, denk ik even bij mezelf; 'verdikke, dat manneke is een hevig bazeke se... Als die een partner heeft, zal die wel afzien, zowel geestelijk als op sexueel vlak.' Hij straalde dat gewoon uit. Ga nu niet denken, dat ik alle mannen die het openbaar vervoer nemen, zo bekijk, want dan zit je'r echt wel glad naast... Oef... nee hoor... Maar deze is blijkbaar de uitzondering op de regel. Oké, dàt toegegeven en geschreven zijnde...
Ik concentreer me verder op de andere reizigers in de bus.
Maar dat figuurtje blijft de show stelen hé... Terug m'n aandacht getrokken, kan ik het niet helpen hem tegen de chauffeur snoevend te horen vertellen, dat ie 40 jaar getrouwd is geweest en 40 jaar 'een ander' heeft gehad. Nu niet meer zo veel, want hij krijgt 'em niet meer altijd rechtop. De chauffeur antwoordt wat, ik kan het niet verstaan. Waarop Tarzoen: 'Trekt oe da ni aan vent, ge poept die gewoejn, dan ed oe goesting gad éé. Dernaa doede toch wa ge wilt zekers. Wa miejr éé ne vengt nà noeëdeg?'
...hmmmmm... denk ik...
Tarzoen stapt af. Niemand meer op de bus. Enkel m'n collega-chauffeur en ik. Ik ken hem redelijk goed en kan het niet laten hem al gierend van't lachen te zeggen, dat ie nu wel verdomd wijs moet geworden zijn.
Een groep ticketcontroleurs stapt op de bus. Iedereen wordt vriendelijk verzocht het vervoersbewijs, eventueel mét identiteitskaart, waar nodig, te voorschijn te halen. De lijn waarmee ik mee rij, waar dus nu ook de controle plaats vindt, is altijd positief. Waarmee ik wil zeggen, telkens er controle is, worden mensen betrapt op 'zwartrijden'. Nee, ik overdrijf niet...
Een groepje van vier, mag de nodige gegevens aan de controleurs doorgeven, die na verifiëring bij de nodige diensten, de boetes uitschrijven. Het valt mee, het gaat er rustig aan toe. De personen in kwestie accepteren dat ze tegen de lamp liepen en daar de nodige consequenties van moeten dragen. Zo loopt het niet altijd. Het gebeurt meermaals, dat iemand die 'betrapt' wordt, zich in nauwe schoentjes voelt en er zich met agressie probeert uit te wringen, waarop deze controleurs -helaas voor deze persoon dan- zijn voorbereid.
We zijn ondertussen aan de eindhalte, waar we onze tijd moeten afwachten. De controleurs doen hun werk verder, terwijl de chauffeur en ik even afstappen om rustig wat te praten. Er komen 2 jongetjes aan, die zwaaien met een boete... Yep, elk van hen één. Ze vragen me of ze, nu ze toch al een boete kregen, niet mogen meerijden zonder betalen... Dohhhhh... Nou, dàt zeg ik hen niet, natuurlijk, ik laat wel merken dat ik versteld sta. Ik leg hen uit dat ze dan een tweede boete zullen krijgen, ditmaal niet van 75, maar van 200. Omdat dit een herhaling van een overtreding is hé... Ze vragen me of die eerste 75 daar mee in valt? Dohhhhhh... 'Natuurlijk niet, jongens. Men gaat je eerste boete toch niet kwijtschelden omdat je een tweede keer in de fout gaat...!? Kijk... als je fout parkeert, krijg je een boete. Wanneer je weg rijdt, en een uurtje later op een andere plaats fout gaat parkeren, kan je daarvoor toch weer een boete krijgen... Zo simpel is het... Trouwens, denk eens aan de reactie van jullie ouders, als je thuiskomt met elk boetes voor 275... Hoe gaan die reageren?' Waarop zij me zeggen dat ze nu toch al ruzie zullen krijgen, voor die 75.
'k Geef hen de wijze raad, maar beter te voet te gaan, of iemand te contacteren die hen kan komen halen. Ze vragen me geld... Ze vragen er de chauffeur ook om. Bijna, wil ik het hen geven, tot ik bedenk, moesten mijn zonen zo... Nou, 'k zou toch wel eens een hele goeie babbel met hen gehad hebben hoor. Consequenties zouden ze er gratis voor niks bijgekregen hebben, goed weten.
Ouders, beste ouders... let toch op je kinderen... denk ik dan.
't Is redelijk laat. 't Loopt tegen 24u. 'k Moet nog een bus richting Roosveltplaats nemen. 'k Sta te wachten onder een brug. Brrrrrr... 't wordt wel stilaan zomer, maar het is een trekgat van jewelste hier...
'k Zet me daarom een beetje schuilend voor de draaiende wind, achter een peiler. Zodanig, dat ik kan zien wat er eerst aan komt, tram of bus. De bus kan de pot op, als de tram eerst komt. Het is te koud om hier onnodig lang te blijven staan. Normaal gezien, mag ik de tram niet nemen van mijn baas. Maar op het juiste ogenblik zal ik hem dat wel eens uitleggen. Op dit uur zitten er nauwelijks 2 à 3 passagiers op de bus die ik moet nemen. Dat weet ik, omdat ik toen ik deze job net deed, heel braaf, wel degelijk bleef wachten. Twee maal, heb ik dat gedaan. Nu, gaat m'n gezondheid voor... En... op de tram zitten nog vele passagiers, ook op dit uur. Dat zijn voldoende redenen, wel twee, om de tram te nemen, als die er aan komt voor de bus.
Maar terwijl ik wacht, passeren mensen me. Meestal mannen, die uit willen gaan. Ene gaan pakken, of op zoek naar een date, wie weet... Heel af en toe komt een koppeltje, in mekaar gewriemeld voorbij. Zij zien me niet, maar ik hen, lekker wel... Ook hoor ik van in de verte een Afrostem, zingend. Hij zingt reggea, gemixed met hip-hop. Z'n maat doet de beatbox (zo heet dat toch hé). Hé... die gasten zijn goed. Ze komen mijn richting uit. Ze blijven hun ding doen, prachtig... Als ze naderen, kunnen ze niet naast me kijken, ze komen heel dichtbij. Ik blijf hen aankijken, staren, al glimlachend. Er is oogcontact, ik wens hen een goede avond. De zanger, Jamaicaan... de beatboxer, ex-Joegoslaaf, zo vertellen ze me. De zanger is een praatgraag. Hij vertelt me wie hij is... peace man! Hij vertelt over de ellende in de wereld... peace man! Hij vertelt me over muziek die uit je hart komt... peace man! Hij vertelt me over de carrière die hij wil opbouwen... peace man! De ex-Joegoslaaf knikt steeds goedkeurend. Hij is het stille type. Ze geven een concertje ten goede... ja, zeg... voor mij, helemaal alleen voor mij!!! Na een tijdje praten en zingen, gaan ze verder, de nacht in.
Niet lang later komt de tram. Ik stap op. Er zijn haast geen zitplaatsen meer vrij. Ik blijf staan, zodat ik door iedereen gezien word. Eén halte later, stappen mijn artiesten op. Het duurt niet lang of ze maken weer hun toffe reggea-hip-hop-mix. Het wordt stil in de tram. Ik laat hen begaan. Want, iedereen geniet, lijkt me. Zelfs de chauffeur, die ik goed ken. Kijkt wanneer het verantwoord is, in z'n spiegel op zoek naar het zingend talent.
Ik vertel hem het voorafgaande... fier en nagenietend... Heerlijk nagenietend.
De telefoontjes zijn zo ingeburgerd, dat je op bus of tram, of trein waarschijnlijk ook, (om maar te zwijgen over rijdende automobilisten) tientallen mensen met dat ding aan hun oor of in hun handen ziet. Heel af en toe zal je wellicht nog een standvastigaard tegen het lijf lopen, die zweert bij het niet willen hebben van het ding. Deze mensen worden dan niet begrijpend, hoofdschuddend geweerd om hun mening, door menigeen, want, je moet toch mee met je tijd, nietwaar...?
Heel regelmatig worden passagiers, chauffeur of ik mee betrokken in menigeen telefoongesprek. Of 'we' willen of niet. We zullen en moeten het gehoord hebben, wat iemand gisteren op tv zag, wat iemand vanavond gaat eten of waar Mieke ziek is van geworden... en nog honderdduizend andere mogelijkheden.
Een gsm is ook een statussymbool. Wanneer je zo'n apparaatje aan je oor houdt, stijgt je aanzien in de maatschappij, want mensen met een gsm aan het oor, zijn beslist belangrijke mensen... Nou, da's niet echt mijn mening natuurlijk, maar, nou ja... nogal wat medemensen blijken deze denkpiste te volgen. Lichaamstaal zegt genoeg om daar achter te komen.
Een dame is op de bus gestapt en helemaal voorin gaan zitten. Met de gsm aan het oor. Ze praat over allerhande familietoestanden. Het interesseert me niet echt. Ik sluit m'n oren voor haar. Af en toe, moet ik wel horen wat ze zegt. Af en toe, draait ze de vocale volumeknop wat hoger. Af en toe, moet iedereen onvrijwillig meeluisteren. Ze is al een tijd aan't uitwijden over de meest onbenullige futilliteiten die je je maar kan bedenken (of ben ik nu echt zo asociaal?)
'k Hoor haar plots zeggen: 'Maar schat, zeg... 'k vind dat ge daar toch echt wel eens rekening mee kunt houden se. Als ik nu hoofdpijn heb, daar kan ik toch niet aan doen hé!'... Moesten we dàt nu echt met z'n allen aanhoren...? Met moeite kan ik m'n lach inhouden...
...
Opgestapt, op een buske. Vol mensen. Beter dan vol dieren natuurlijk...
Maar, mijne baas gaat me niet vertellen dat ik me verstop in de massa hé...
Ik zorg er voor dat iedereen weet dat er iemand van ons firmatje op die bus aanwezig is. Net zoals het hoort ...met een glimlach... dat werkt makkelijker.
Uiteraard rijdt de buschauffeur ondertussen verder. Hij doet zijn ding, ik het mijne. Tegen de tijd dat ik de bus volledig ben doorgewandeld, is hij reeds aan de volgende halte. Iemand vraagt me wat. Ik antwoord. No Problem. Ondertussen doen mijn antennekes de rest hé. Ik weet bijv. dat niemand had gebeld om een halte aan te vragen. De chauffeur stopt omdat er mensen aan de halte staan die de bus wensen te nemen. Goed zo! Zo hoort het! Blablabla... babbel babbel met de mensen die me wat vragen...
Iets... trekt m'n aandacht. Ik kijk (instinctief? kan dat? ) om, naar de achterste deur. Er staat een man van in de vijftig. Hij duwt op de knop om de deur te openen, maar de deur gaat niet open en de bus vertrekt. Ik zeg niks. Meneer is immers wel heel laat aan die deur gaan staan om af te stappen en meneer had (voor zover ik heb gemerkt) niet gebeld. Maar, m'n blik is wel naar hem gericht. Da's normaal...
Hij kijkt me aan.
Zegt: 'Awel, merçie hé!' Ik kijk verwonderd en vraag: 'Pardon?' Hij weer: 'Ja zegggg, bedankt hé... gij mé uwen goeiendag!' Ik nog wat meer verbaasd: 'Woeps... 'k had er geen idee van dat het onbeleefd was, mensen te groeten...' Hij: 'Als gij niet had afgekomen met uwen goeiendag, had ik op tijd aan die deur gestaan hé.' Ik: 'Meneer, ik heb u toch helemaal niet tegengehouden...' Hij: 'Jamaar, 'k zittekik te wachten omdat ik denk dat gij ne controleur zijt hé... en ik zit te zoeken achter mijn abonnement en dan kijkt ge nog ineens niet, nee, enkel ne goeiendag en nu kan ik een heel stuk te voet terug.' Dikwijls denken mensen dat ik de vervoersbewijzen kom controleren. Wanneer ze die dan te voorschijn willen halen, goed zenuwachtig, vinden ze het niet of krijgen het niet uit het etuike waar ze het hebben in weggemoffeld. Op zo'n moment zeg ik dan dat het niet hoeft. Ze moeten het enkel maar te voorschijn halen, wanneer we er naar vragen. Zo ook hier. Ik: 'Meneer... had u wel gebeld? ... en, trouwens, als u de volgende halte wilt afstappen, kan u beter nu bellen.' De bus is immers al weer een eind verder en nadert alweer de volgende halte. Door het gejammer en geklaag, vergeet de man weer te bellen, vandaar dat ik hem er op wijs. Hij, nu ietwat verontschuldigend: ' 't Is wel oké, 't valt nog wel mee, zo ver moet ik nu ook weer niet, maar zeg, da's verwarrend ze...' De bus stopt, hij stapt uit, glimlacht om het 'goed' te maken. Ik steek effe m'n hand omhoog ten teken dat ik zijn misnoegen al lang vergeten en vergeven heb. Hij antwoordt met opgestoken hand... Een passagier die mee genoot van dit voorvalletje, zegt: 'Den ene krijgt zijn goeiendag terug op z'n neus gesmeten, den andere krijgt er geld voor...'
Ach... niettegenstaande had ik nog een hele fijne avond, goed gelachen... En daarvoor word ik ook betaald. Thanks boss!!!
Samen met mama neemt ze de bus... kleine Fatima. Het is rustig op het voertuig. Misschien is het daardoor dat de kleine meid een gevoel heeft van een grote uitbundigheid. Of... misschien is het kindje nu eenmaal zo'n springboon, ik weet het niet. Ze jumpt zo goed ze kan op en neer op de zetel. 'k Nader een beetje, haar lief aankijkend. 'k Weet dat een uniform bij kinderen streng overkomt, en het laatste dat ik wil, is een kind afschrikken. Dus kijk ik haar zo lief mogelijk aan en nader tot min of meer bij de zetel waar ze zo springerig van geniet. Oogcontact is er direct. Ze valt stil, want verwacht iets van me. Een woord... een berisping, een correctie, of een beaming... iets...
Mama ziet het natuurlijk ook. Mama zit dicht bij haar dochtertje, maar niet op dezelfde zetel. Ze maant Fatima aan het rustig te houden, maar het kleintje hoort niet, ziet niet, luistert niet naar mama. Nu is ze rustiger, nu ik daar sta en nog steeds niks gezegd heb, maar haar lief aankijk, zonder ophouden... afwachtend. Ze zegt: 'Mevrouw... ik weet wat meisjes hebben'. Waarop mama snel reageert: 'Fatima, laat dat'! Gebiedend, streng, en tegelijkertijd mij beschaamd aankijkend. Door de verlegen blik van mama, laat ik m'n vraag die ik wil stellen, achterwege. Zeg ik gewoon: 'Aahhh, jaaaa'? 'k Denk bij mezelf, dat ik me beter niet tussen mama en dochtertjelief begeef... een te respecteren terrein is dat.
Weer: 'Mevrouw, me-vrou-ouw... ik weet wat meisjes hebben'. Mama raadt Fatima berispend aan te zwijgen en stil te zitten. Het kleintje zegt: 'Een vagina' 'Een va-a-gi-naaaaa'... mama verontschuldigt zich voor haar mondige dochter. Blijkbaar denkt mama, dat ik hierdoor een shock ben ondergaan ofzo... Ik kan het niet helpen, maar moet toch glimlachen met deze situatie. Ik zeg tegen mama dat het kleintje niettegenstaande, toch gelijk heeft. Het is toch juist wat ze zegt. Er hoeft helemaal niet verontschuldigd te worden... Het kleine Fatimaatje gaat verder: 'Jongens hebben ook iets, maar ik weet niet meer hoe het heet'. Was ze mijn dochtjertje, ik had haar die wijsheid beslist meegegeven, maar tja... ze is mijn dochtertje niet, dus moet ik mama's wens respecteren. Die mama wordt nu echt wel erg gegeneerd boos en roept iets te luid haar dochter tot de orde.
'Schandalig toch, dat kind is zes jaar, zit in de eerste klas en komt hiermee naar huis... Wat moet daar van worden, als ze dit al leren in de eerste klas?' Stelt een radeloze moeder me de vraag... nou, retorisch, veronderstel ik. Ik stel haar gerust, dat het beter is dat Fatima de dingen bij de juiste naam leert te noemen, en kennis nooit schadelijk kan zijn op dit niveau. Meer durf ik niet zeggen, want hier speelt een cultuurverschil een grote rol. Mama is hier nog niet aan toe.
...Zo herinner ik me het verhaal van mijn moeder. Ze is nu 80. Toen ze voor de eerste maal menstrueerde, ze was 11, zei ze tegen haar moeder dat ze bloedde, maar er was bezoek. Ze kreeg prompt een slag in haar gezicht...
Ach, wat was het toch heerlijk warm, de afgelopen dagen. Omdat het voorbije weekeinde Pinsteren was, dus een verlengd weekeinde, leefde de stad enorm. Misschien waren de kermismensen niet heel tevreden met de opkomst... (zo las ik toch in de krant) ... Bussen en trams hebben heel wat mensen richting A'pen Zuid gebracht, dwz naar de foor dus.
Wanneer ik op de bus stap, controleer ik de boel eerst. Zo weet ik wat voor rommel min of meer al op de vloer en zetels ligt, bij het aanvangen van m'n werk. Achteraan merk ik een stuk chocolade. Niet zomaar een reepje. Zo'n groot 'familiestuk'... zal ik het maar noemen. Verpakking opengescheurd, gesmolten, op de vloer. Men heeft er al met voetjes in getrapt, geschoven... nou, vieze boel dus.
Aan de chauffeur vraag ik, of er op de bus zand aanwezig is. In sommige bussen is er een koker met zand voor in geval iemand ziek wordt. Men kan dat dan over de viezigheid strooien, zodat geur en zicht er wat op betert, tot men de bus eventueel kan vervangen. Deze bus heeft geen zandkoker. Hier kan dus niet worden gestrooid. Er is ook geen krantenpapier dat ik er eventueel over kan leggen.
Er zit niks anders op dan de boel wat in't oog te houden. De chauffeur vindt het wat ver gezocht, de bus daarvoor te laten vervangen, en ... eigenlijk heeft ie gelijk. De reacties zijn uiteenlopend. In de eerste plaats denken mensen dat het str... is. Daarna merken ze de verpakking, en schuiven op. Dan ga ik naar hen, en leg hen uit, verwijzend naar de viezigheid, waarom men dus niks mag eten op bus of tram. Sommigen gillen zelfs, wanneer ze plaats willen nemen en hun oog valt op de vuiligheid. Telkens weer, doe ik mijn opvoedkundige job.
Iedereen is het met me eens. Vandaag wordt er niet gediscussieerd over wel of niet eten. Iedereen vindt vandaag dat er niets mag worden gegeten in bus of tram.
Een tijdje terug was ik in India. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat ik hier ga uitwijden over mijn vakantie. Vergelijken is dan weer wat anders...
Uiteraard reisden we ook met het openbaar vervoer. Iets dat ik gewoonweg niet kan laten in het buitenland. Kwestie om het te 'voelen' op een ander. Niet dat ik zo ijdel ben, te veronderstellen, dat mijn kleine persoonlijkheid hier iets zou kunnen verbeteren of veranderen aan het openbaar vervoer hoor. Zo'n hoge dunk heb ik niet. Niettegenstaande denk ik wel dat ik op mijn voertuig wél de nodige positieve invloed zo veel mogelijk kan doen gelden. Dat kan élke verantwoordelijke op z'n eigen voertuig.
Hier klagen vele mensen. Over van alles en nog wat. Is 't het weer niet, dan is't omdat tram of bus te laat of te vroeg is, of omdat het stinkt, of omdat iemand teveel lawaai maakt. Het maakt eigenlijk niet uit, als er maar lekker gejammerd kan worden. In Antwerpen klaagt men veel over de 'allochtonen'... doet me eerder denken aan een soort marsmannekes... Niet dat deze mensen iets misdoen hoor. Nee, gewoon het feit dat ze er zijn. Zelfs wanneer ik op de bus sta te wachten, in de Carnotstraat (druk centrum Antwerpen, dichtbij centraal station) stopt men om me aan te spreken. Niet erg... dan denk ik dat men de weg komt vragen ofzo. Maar, nee... helemaal niet. Men stopt echt om me te vertellen hoe erg het wel is dat men haast geen Belgen ziet rondlopen daar. 'Allemaal vreemden... en ik durf 's avonds niet meer alleen over straat. Ziet dat nu toch aan. Dat kan toch niet meer hé, da's toch niet normaal'. enz. enz.
Hetzelfde hoor ik op de bus, wanneer ik m'n werk doe. Regelmatig fluisteren mensen me in het oor dat de bussen niet meer veilig zijn door de allochtonen. Da's een fabel dat ik heel graag de wereld uit wil helpen. De bussen of trams worden niet onveiliger door mensen van andere origine. Als het onveiliger wordt, is dat omdat we met veel meer zijn, dan enkele jaren terug, en er altijd wel mensen zijn die andere maatstaven hanteren, dan door ons als normaal wordt aanzien. Maar heel zelden neemt iemand tram of bus met de bedoeling kwaad aan te richten. Meestal wordt het onveilig doordat de persoon in kwestie zich kwaad maakt. Waarover dat dan gaat, is dikwijls een futilliteit.
'k Ben er beslist voorstander van, daarover minder te zuchten en jammeren en bij mezelf te beginnen daar iets aan te veranderen. Want, wanneer je het voornemen hebt, je niet dik te maken in kleine dingen, beheers je dat ook beter.
Wat een mooie weertje vandaag. De zon laat zich van haar mooie kant zien. Wanneer iedereen in korte mouwen kan buitenlopen, wordt het in bus of tram al gauw warmer dan in de buitenlucht. Zeker wanneer er veel mensen op zitten. De bussen daarenboven, hebben geen ramen meer die je open schuift. Drie dakluiken, die je kan omhoog zetten en de kous is af. Airco is nog schaars. Met warme dagen en een volle bus, dreigt men wel eens zonder lucht te vallen. ...of althans, dat gevoel te hebben op zo'n voertuig.
Er is een dame opgestapt met twee kindjes. Het meisje gaat apart zitten, een beetje verder van mama en kleine broer. Mama laat haar dochtertje zitten waar het kind wil. Ze heeft een plastiek pingpongpalletje in haar hand. Ze waait ermee, maar slaat haast met het handvat tegen haar mooie gezichtje. Ik laat haar het palletje dus maar omdraaien. 'k Vertel haar ondertussen dat het veiliger is op deze manier. Daar het palletje een plastiek rooster is, met gaatjes, maakt het geen wind. Daarom zeg ik haar, dat wanneer ze thuis is, er een papier of stukje plastiek kan over plakken. Prompt gaat ze naar haar mama voor een blad papier en houdt het er over terwijl ze waait. Ze trekt grote ogen en lacht me toe, want het is een groot verschil. Ze laat mij ook voelen en waait eventjes voor mijn gezicht. We hebben een leuke conversatie. Ze is 8 jaar. Ze vraagt me of ik het niet warm heb. Ik beaam dat, maar voeg erbij, dat het voor iedereen warm is, niet voor mij alleen. Ze vraagt me hoelang ik op de bus moet blijven. Daarop antwoord ik: 'enkele uurtjes...' Waarop ze zonder verder nadenken, het palletje aan mij geeft, met het besluit dat ik het dan nog veel warmer heb dan zijzelf.
Nou, als dat kleintje al zo empathisch is... denk ik toch wel versteld. Dat kleine meisje heeft m'n dag zo mooi gemaakt met dat kleine, grootse gebaar. Nee, zij is niet dat kind, dat weent omdat ze geen cola mag drinken of geen ijsje mag eten in de bus. Zij is dat ene, lieve kindje waar mama fier op mag zijn.
O, ja... 'k zou het haast vergeten... Toch zet ik er heel graag bij, dat mama gesluierd is. Mama is duidelijk een Noord-Afrikaans type. Ze spreekt accentloos Nederlands wanneer ze bij het afstappen, me bedankt voor de conversatie met haar dochtertje.
Ik ben annemie
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen () en mijn beroep is tramchauffeur/begeleider De Lijn Antwerpen.
Ik ben geboren op 16/07/1958 en ben nu dus 66 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek: wat gitaar betokkelen - lezen - leven!!!.